De voorbereiding der evacuatie.
Motie-Stokvis verworpen.
Emser-PastiEles
Boterinvoer
in Engeland aan banden.
Mijn tegen den dijk
bij den Helder ontploft.
VRIJDAG 1 MAART 1940
HAARDE M'S D A G BEAD
Mededeelingen over de huisvesting in de
vluchtoorden, de zorg voor de volksge
zondheid en de voedselvoorziening.
Belangrijke verklaringen van
den Directeur-Generaal van
de Volksgezondheid.
Huisvesting der 500.000
vluchtelingen.
Als iedereen hoogt natuurlijk vurig dat het
nooit zoover zal komen! Nederland door oorlog
bedreigd wordt, zullen 500.000 bewoners van het
inundatie-gebied naar minder-gevaarlijke gedeelten
van Nedérland worden overgebracht. Haarlem zelf
krijgt (zooals men uit onze vorige mededeelingen
weet) geen geëvacueerden te herbergen, maar in
onze onmiddellijke omgeving komen er ongeveer
30.000, namelijk in Heemstede, Bloemendaal, Zand-
voort en Bennebroek.
De bevolking in die gemeenten wordt dan met
ongeveer 75 pet. vermeerderd. Dit is een betrek
kelijk groot percentage, want de gemiddelde toene
ming van de 223 gemeenten die gasten moeten her
bergen is niet meer dan 40 pet. Dit laat zich evenwel
gemakkelijk verklaren, want er is nagegaan hoeveel
geëvacueerden elke gemeente kan hebben in ver
band met de woongelegenheden. De bewoners van
I onze omgeving bleken in het algemeen ruim be
huisd te zijn, vandaar het hooge percentage. Een top-
I prestatie is dit evenwel niet, want er zijn enkele
gemeenten waar de 100 pet. gehaald moet worden.
In de omgeving van Haarlem zullen bewoners
gehuisvest worden uit andere forensen-gemeen
ten. Dit wordt gedaan om het aan de mensehen
ook in oorlogstijd mogelijk te maken, indien de
reisgelegenheden althans intact blijven, gere
geld naar hun werkgemeente te trekken.
Er is een oogenblik over gedacht de geëvacueer
den niet bij burgers of in ledige huizen onder te
brengen, maar voor hun tijdelijke huisvesting hou
ten barakken te bouwen, doch toen «it een bereke
ning bleek dat daarmede 'n uitgaaf van f 100.000.000
gemoeid zou zijn (f 200 per persoon) is daarvan om
I financieele redenen afgezien. De bezwaren die on
getwijfeld vastzitten aan het onderbrengen in ge-
I zinnen moesten aanvaard worden. Maar wel zijn de
I commissies die zich aan de voorbereiding der eva-
cuatie wijden er op uit die bezwaren zooveel moge
lijk te ondervangen.
Er is zoo werd ons op twee persconferenties van
deze commissies in den Haag medegedeeld geble
ken, dat het in veel gevallen practisch niet uitvoer
baar zal zijn, dat de geëvacueerden bij hun vertrek
naar de vluchtoorden zelf hun eigen beddenzakken
en hoofdkussens meenemen. Er wordt al aangeno
men dat de evacuatie-dienst voor rekening van het
rijk zal 'moeten zorgen voor 200.000 beddenzakken
en hoofdkussens, waarmede alleen reeds een uitgaaf
van f 600.000 gemoeid zal zijn.
De Gezondheidszorg.
Dr. C. van den Berg, directeur-generaal van de
Volksgezondheid, heeft de leiding van de commissie
die maatregelen voorbereidt voor de gezondheids
zorg in tijden van evacuatie.
Onze commissie zoo deelde dr. van den Berg
mede moest niet alleen haar aandacht wijden aan
de geëvacueerden, maar zich ook bezighouden met
vraagstukken die zich voordoen als een gevolg van
het feit, dat de bevolking van de vluchtoorden in
zeer belangrijke mate toeneemt.
De zieken en gebrekkigen die nu thuis verpleegd
worden, zullen, als het althans mogelijk is, ook in de
vluchtoorden in de gezinnen opgenomen moeten
worden. Er komen evenwel in verschillende vlucht
oorden ook in Bloemendaal, Heemstede en Zand-
voort hulpziekenhuizen om die patiënten op te
nemen die niet of moeilijk thuis verzorgd kunnen
I worden.
De ernstige zieken worden met een ambulance-
trein of een ziekenauto vervoerd.
De gezondheidszorg in de vluchtoorden heeft ver-
j schillende aspecten.
Er bestaat het niet denkbeeldige gevaar, dat in
oorlogstijd het aantal gevallen van besmettelijke
ziekten sterk zal toenemen. In oorlogslanden zijn in
1914-1918 zelfs eenige epidemieën voorgekomen van
pokken en vlektyphus. Typhus en parathypus zijn
i zeer gevaarlijk bij minder-hygiënische toestanden
in combinatie met opeenhooping van menschen.
Daarom is het noodig dat zoowel de bacillendragers
uit de te evacueeren gebieden als uit de vluchtoor
den worden geconcentreerd en onder toezicht ge
steld worden. Hun namen en adressen zijn aan de
hoofdinspectie der Volksgezondheid bekend, en de
verwachting is dat zij zich vrijwillig zullen bege
ven naar de hun aan te wijzen plaatsen, omdat ze
weten, dat zij een gevaar opleveren voor hun om
geving.
Voorts is van groot belang de vaccinatie tegen
I typhus en paratyphus. De geneeskundige inspectie
is reeds bezig met de vrijwillige vaccinatie op
groote schaal in de randgemeenten der inundatie,
deze dient evenwel sterk uitgebreid te worden en
moet ook in de vluchtoorden toegepast worden.
I Ook op de gevaren van besmettelijke nekkramp,
kinderverlamming, diphterie, mazelen (volgens Dr.
van den Berg misschien wel de gevaarlijkste der be
smettelijke ziekten), tuberculose, enz. is men be
dacht.
Als principe wordt aangenomen, dat lijders aan
open tuberculose, die verpleegd worden in sanato
ria, in het te evacueeren gebied, opgenomen moeten
worden in noodsanatoria. In het algemeen mogen bij
lijders aan open tuberculose, wonende in de vlucht
oorden, geen kinderen ingekwartierd worden. Om
gekeerd moeten geëvacueerde lijders aan open tu
berculose niet onder dak gebracht worden in huis
gezinnen met kinderen.
De vraag of in de vluchtoorden voldoende genees
kundigen, vroedvrouwen en wijkverpleegsters be
schikbaar zouden zijn, moest onder de oogen wor
den gezien. In sommige deelen van het land, die
door isolement bedreigd worden (b.v. eilanden),
moest daarbij speciaal aandacht worden geschonken
aan het beschikbaar hebben van de noodige specia
listische, vooral chirurgische hulp.
Aandacht vereischt ook het behoorlijk functionee-
ren van de ziekenfondsen in de vluchtoorden.
Er zijn in de vluchtoorden depots gevormd, zoo
wel van sera en vaccins als van de meest noodzake
lijke geneesmiddelen.
In verschillende vluchtoorden moeten maatrege
len genomen worden om de hygiënische toestanden
te verbeteren, o.m. wat de vuilverwijdering aan
gaat. Die voorzorgen behoeven natuurlijk niet in
onze randgemeenten genomen te worden want daar
is reeds lang aan de hygiënische voorzorgen ten be
hoeve van de bevolking aandacht gewijd.
Ziekenhuizen uit het evacuatiegebied worden niet
in hun geheel naar de vluchtoorden verplaatst.
Ernstige zieken worden over bestaande
ziekenhuizen in die gebieden verdeeld Sanatoria,
blinden- en krankzinnigengestichten worden'wel in
hun geheel overgebracht. Daarvoor moeten in de
vluchtoorden verschillende groote gebouwen o.a.
groote hotels gerequireerd worden.
Er moest op deze wijze plaats gezocht worden
voor de bevolking van niet minder dan 67 gestichten,
met 4600 verpleegden.
Voedselvoorziening.
Eenige weken geleden hebben wij reeds medege
deeld, dat het rijksbureau voor de Voedselvoorzie
ning, in samenwerking met de voedselcommissa-
rissen die in elke provincie zijn aangesteld,
maatregelen genomen hebben om te verzekeren dat
er in oorlogstijd in ons land voldoende levensmid
delen aanwezig zijn, waarbij dan ook rekening
gehouden is met de extra-behoefte in de gemeenten
die een grootere bevolking zullen hebben door de
komst van de geëvacueerden.
Hetgeen wij toen gepubliceerd hebben werd ons
thans bevestigd door Mr. Th. M. Bautz, secretaris
van het rijksbureau.
500.000 geëvacueerden is wel veel, maar de totale
bevolking van de provincies die vluchtelingen moe
ten herbergen stijgt slechts met 10 pet. omdat de
groote steden geen geëvacueerden krijgen.
Er is gezorgd voor voldoende hoeveelheden meel,
vleesch, aardappelen, boter en margarine, koffie,
thee, suiker, rijst en peulvruchten in de vlucht
oorden. Groente en melk zullen in de gebieden
waar de vluchtoorden gelegen zijn in voldoende
mate te verkrijgen zijn. De Ned. Veehouderijcen
trale heeft groote hoeveelheden vleesch in blik
opgeslagen.
Evacuatie van vee.
Ook zijn uitgebreide maatregelen getroffen om
de koeien uit het evacuatiegebied te vervoeren. Voor
het vervoer van 200.000 koeien zijn ongeveer 20.000
geleiders noodig. Het is de bedoeling dat de koeien
zoo spoedig mogelijk in de slachthuizen worden ge
slacht om daarna in de fabrieken te worden inge
blikt. De weiden die beschikbaar zijn, worden na
melijk niet groot genoeg geacht om nog plaats te
bieden voor zooveel koeien. Het zal naar verwacht
wordt niet mogelijk zijn ook de varkens en de kip
pen uit het te evacueeren gebied tijdig te vervoeren.
Alleen voor het transport van fokvarkens wordt
:ezorgd. Paarden zullen worden gevorderd om te
helpen bij het transport tijdens de evacuatie.
Andere regelingen
Er moet nog veel meer geregeld worden als de
evacuatie eenmaal een feit mocht zijn geworden. Wij
noemen de onderwijsaangelegenheden, wettelijke
regeling ten aanzien van huwelijken en geboorten,
verkiezingsmaatregelen, enz.
Onder leiding van prof. dr. J. B. Slotemaker de
Bruine, heeft zich een commissie gevormd om de
geestelijke verzorging van de geëvacueerden in de
vluchtoorden te verzorgen.
In Den Haag komt een centraal bureau waar alle
geëvacueerden geregistreerd worden, zoodat men
daar steeds zal kunnen vernemen waar het adres
van een geëvacueerde is.
Uitlokking van meineed.
Vier jaar gevangenisstraf geëischt.
Donderdagmiddag behandelde het gerechtshof te
Leeuwarden de zaak tegen derj vijftigjarigen koop
man G. S. te Leeuwarden, die door de rechtbank al
daar was veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf
wegens het uitlokken van meineed en in de straf
zaak tegen zijn broer, die, zooals men zich herinne
ren zal, door het Hof wegens brandstichting in het
pand aan de Tuinen te Leeuwarden werd veroor
deeld tot zeveh jaar gevangenisstraf, welk misdrijf
hij dezer dagen in de gevangenis bekende.
Verd. was tenlaste gelegd, dat hij op 13, 14, 16 en
20 September van het vorig jaar R. Dijkstra heeft
trachten te bewegen tot het plegen van meineed,
door op de zitting van de rechtbank te verklaren," dat
hij voor den brand, toen hij langs de Tuinen liep,
per ongeluk aan een draad heeft getrokken, die bij
een muur neerhing.
Voorts was hem ten laste gelegd, dat hij op
October L. Welles heeft gepoogd te bewegen tot
het plegen van meineed, door eveneens te verklaren,
dat hij aan den draad had getrokken, een poging
welke hij op 3 en 5 October had herhaald.
Na een langdurig getuigenverhoor vorderde de
procureur-generaal vier jaar gevangenisstraf.
Bemanning van de „Tara" nog in
Spanje.
Naar wij van de directie van de maatschappij
„Vrachtvaart" vernemen, verblijft de bemanning
van het getorpedeerde s.s. „Tara" nog steeds in
Spanje.
®De Echte
Let oo zijn «n blijven van oud» het beste
dit middel bij
Hoes» en Verkoudheid
(Adv. ingez. MecLj
Stroopersdrama voor de derde maal
in behandeling.
Met opzet op veldwachter geschoten?
't Was Donderdag de derde maal, dat de land
arbeider H. R. uit Waddinxveen in het bankje der
verdachten plaats nam om terecht te staan voor
een zeer ernstig misdrijf, dat het O.M. hem heeft
ten laste gelegd, nl. poging tot doodslag, gepleegd
op den rijksveldwachter Cornelis van den Hoef te
Waddinxveen. Betrapt bij het stroopen zou deze
goed bekend staande arbeider zijn geweer gericht
en afgeschoten hebben op den veldwachter, waar
door deze laatste een schot hagel in den rechter-
bovenarm kreeg, waardoor het bovenarmbeen werd
verbrijzeld en spieren waren gelaedeerd. Weken
lang is de veldwachter in het Iterson-ziekenhuis
te Gouda verpleegd, hij verkeerde aanvankelijk in
levensgevaar en herstelde slechts langzaam.
Van den aanvang af heeft verdachte ontkend
den opzet te hebben gehad den veldwachter te ra
ken „Ik wil niet betwisten, dat ik, direct nadat ik
werd aangeroepen, mij heb omgedraaid en dat ik
de trekker van het geweer overhaalde, maar ik
zag niemand en ik wist niet, dat ik iemand had
getroffen", aldus verklaarde de man voor den
rechter-commissaris op 6 October, den dag na het
gebeurde, toen hij was gearresteerd.
Op 20 Februari 1939 veroordeelde de rechtbank
te Rotterdam den man tot acht jaar gevangenis
straf wegens poging tot doodslag. In hooger be
roep voor het Hof te 's-Gravenhage hoorde hij zich
op 14 Juni tot tien jaar veroordeelen. De Hooge
Raad casseerde het arrest van het Hof echter en
verwees de zaak naar het gerechtshof te Amster
dam, zoodat deze geruchtmakende strafzaak, waar
in mr. B. F. J. Simons uit Utrecht, evenals voor
het Haagsche hof, als verdediger optreedt, voor de
derde maal voor een rechterlijk college wordt be
handeld.
Het hof hoorde o.m. den wapendeskundige Kool
uit Rotterdam. Hij kwam in zijn rapport tot de
conclusie, dat het schot op ongeveer anderhalven
meter afstand was gelost, de stand van het geweer
bij het afvuren moet ongeveer horizontaal zijn ge
weest. De veldwachter werd door één schot ge
troffen.
Met dezen deskundige behandelt de president
dan het rapport van den contra-deskundige van
Ledden Hulsebosch.
De conclusies van den wapendeskundige achtte
de heer van Ledden Hulsebosch niet geheel juist.
Uit nauwkeurige bestudeering van den aard van
de gemaakte hagelsporen kon desk. vaststellen,
hoe het geweer werd gehouden en hoe de veld
wachter zijn rechterarm moet hebben gehouden.
Uit een en ander volgt, dat een schot, in vrijwel
horizontale lijn afgevuurd op den afstand boven
den grond, waarop de elleboog ligt, alleen dan door
iemand van 1.84 M lengte in den aanslag tegen
den schouder gelost kan worden, indien hij den
horizontaal gerichten loop zoo ver omlaag brengt
bijv. door te gaan knielen dat die, horizon
taal blijvende, even hoog richt boven den grond
als de onderarm van den getroffene. Het lijkt van
Ledden Hulsebosch al te onwaarschijnlijk, dat de
schutter, door de politie verrast, zich zou hebben
omgedraaid, om dan in knielende houding te gaan
aanleggen en vuren. De strooper kon niet met aan
gelegd geweer omlaag schietende, op de tunica de
sporen aanbrengen, die deze vertoont.
Daarom zoo besluit desk. zijn rapport acht
ik het 't aannemelijkst, dat de strooper zijn geweer
op buikhoogte tegen het lichaam houdende zich
omgewend heeft en door een onbewuste beweging
aan loop of trekker te maken, het noodlottige schot
onwillens deed afgaan.
Donderdagmiddag werd het getuigenverhoor ge-
sohorst. De behandeling van deze zaak zal worden
voortgezet op Woensdag 13 Maart.
Geen verhooging der
ambtenaarssalarissen.
Namens de regeering is Donderdagmiddag aan
de vertegenwoordigers der zes vakcentrales van
overheidspersoneel, volgens de Tel., medegedeeld,
dat de regeering er niet toe heeft kunnen besluiten,
den rijksambtenaren thans een toeslag op hun be
zoldigingen toe te kennen, respectievelijk de nog
altijd bestaande korting van 5 procent in te trek
ken. Er komt dus op het oogenblik in de bezoldi
ging van het rijkspersoneel geen verandering.
Het standpunt der regeering is, dat de schatkist
op het oogenblik niet toelaat in de tractementen
verbetering te brengen. Wel is waar is het index
cijfer der kosten van levensonderhoud gestegen
doch het komt de regeering gewerscht voor, de
beslissing over een hoogere bezoldiging nog even
aan te houden. In dit verband werd het denkbeeld
geopperd om opnieuw te overleggen, indien de
stijging van het indexcijfer b.v. 10 procent mocht
gaan bedragen.
De groote klok van St. Servaas te Maastricht zal na Paschen
niet meer geluid worden, totdat de oorlogsdreiging geweken is.
Het 6000 K G zware gevaarte zal wegens neerstortingsgevaar
bij eventueelen torenbrand worden afgenomen en op een der
nieuwe betonnen brandvloeren in den toren worden neergezet
TWEEDE KAMER
DEN HAAG Donderdag.
In zijn dupliek vermocht de minister van Kolo
niën ook niets nieuws meer naar voren te brengen.
Vermeld zij alleen, dat hij beloofde de klacht over
't optreden der ambtenaren en politie tegenover
de inheemsche volksbeweging nog eens te laten
onderzoeken, al verklaarde hij zich overtuigd dat
de Indische regeering mede in dit opzicht een ge
matigd en verstandig beleid voert
De minister betoogde opnieuw, dat de N.S.B. in
Indië een onbeteekenende factor is en dat daarom
ambtenarenverboden niet noodig zijn. Wat de eco
nomische aangelegenheden betreft, verklaarde de
minister niet te voelen voor het door den heer v.
Poll bepleitte denkbeeld een welvaartsfonds met
steun van Nederland op te richten.
Tenslotte gaf hij, bij bespreking der staatkun
dige kwesties, den heer Stokvis ernstig in overwe
ging, zijn motie niet in stemming te laten bren
gen. Daarvan ware toch weinig of geen praktisch
nut te venvachten, terwijl verwerping bovendien
onnoodig het effect zou kunnen verwekken van
verscherping der bestaande tegenstellingen in In
dië. Onnoodig, want uit de debatten is toch wel
gebleken, dat men hier eenstemmig voelt voor
verder gaan op den weg van staatkundige hervor
mingen in Nederlandsch-Indië. Alleen over het
tempo, waarin dat zou kunnen (moeten) geschie
den, bestaat verschil van meening.
Dit advies bleek de heer Stokvis (s.-d.) ech
ter niet te willen opvolgen. Hij vond het bepaald
noodig om de door hem nog als zeer gematigd aan
geprezen motie wel te handhaven. Met 22 53
moest hij het onderspit delven; alleen de sociaal
democraten en de christen-democraten stemden
voor.
Bij de afdeeling „Justitie" bespraken de heeren
Serrarens (r.-k.) en Kupers (s.-d.) wel
ke laatste opheffing van Boven-Digoel als ballings
oord bespoedigd wilde zien allerlei arbeids-
kwesties. Tevens drong de s.-d. afgevaardigde op
het tot stand brengen van werkloosheidsverzeke
ring aan en ouderdomsvoorziening, wat eveneens
Prof. Slotemaker de Bruine (c.-h.) deed
(al wilde deze afgevaardigde geen verplichte verze.
kering voor alle arbeiders), terwijl de heer
Meijer ink (a-r.) speciaal de aandacht vestig
de op ongunstige arbeidstoestanden in de kleine
nijverheid en voorts o.m een administratieve schei
ding tusschen Justitie en Arbeid aanbeval.
Klaagde Roestam Effendi (commun.) over
ongeliikheid in de rechtsbedoeling en wenschte
het Kamerlid o.m. verdwijning van de stakings
artikelen, de heer v. Kempen (lib.) bestreed dit
alles.
Minister Weiter zette allereerst uiteen, waarom
de z.i. sombere opmerkingen van den heer Serra-
rers ten deele niet juist waren, waarna hij ontken
de. dat Indië op het stuk van sociale voorzienin
gen zoo achterlijk zou zijn als speciaal de heer
Kupers had kenbaar gemaakt. Hoe eerder Boven-
Digoel kon worden opgeheven, hoe beter, maar op
't oogenblik gaat dit nog dit. Het kantoor van Ar
beid. zoo vernamen we verder, en zulks onder aan
voering van een argumentatie rijk aan getallen, is
in de afgeloopen jaren wel degelijk meer dan
stiefmoederlijk bedeeld, wat de personeelsbezet
ting betreft. Splitsing van Arbeid en Justitie achtte
de minister niet gewenscht. Toekenning van grond
rechten aan Indo-Europeanen gelijk de heer
Bajetto (r.-k.) had aanbevolen zonder zulks
dan tevens te doen ten behoeve van de Indo-Chi-
neezen zou onjuist wezen. Gezien de tot dusverre
bereike resultaten acht de minister voorshands het
aanbrengen eener dergelijke wijziging in de grond-
poli tiek niet geraden; zeker zou men hiertoe niet
dan na zeer nauwgezette overweging moeten over-
Ook1 bleek minister Weiter nog'niet veel te voelen
voor een ander door den heer Bajetto aanbevolen
denkbeeld, te weten de instelling van ambtenaren
gerechten, wat hij zeker op 't oogenblik.'in ver
band met het hoog houden van t gezag, gehjk dat
in 't Oosten speciale waarde heeft, niet gelukkig
zou achten.
Bij de afdeeling Binnenlandsch Bestuur onder
streepte de heer v. Kempen (lib.) dat het goed
is in de Buitengewesten het adat-bestuur niet te
vervangen door rgn. districts-bestuur. Voorts noem-
de spr het juist gezien van den Minister, dat deze
thans niet wil overgaan tot inkrimping van het Euro-
peesch ambtenarencorps, hetwelk heusch met te
groot is; vooral in de buitengewesten kan men nog
moeilijk tot opheffing van ambtenaren-posten over
gaan zonder dientengevolge de taak van het be-
stuurscorps bedenkelijk te bezwaren. Voorts keurde
spr. de wijze van exploitatie in New-Gumea goed.
Na dit gouvernementeele speechje, liet Roestam
Effendi (commun.) oppositie-klanken hooren.
Volgens hem zou het binnenlandsch bestuur telkens
in zijn taak te kort schieten, wat o.m. blijkt uit ver-
E 'iiillende gevallen van plaatselijke rijst-tekorten o.m.
in het Minangkabausche. De oorzaak hiervan moet
z.i. voornamelijk gezocht worden in het daar gevoer-
de bestuur.
Met groote reserve moest men z.i. het beleid van
den resident van Sumatra's Westkust bekijken en
die ambtenaar was nu nota bene Gouverneur van
heel Sumatra geworden. Spr., die de vervanging van
het huidige „autocratisch" apparaat door een demo-
crtisch bestuur wenschte, hield zich verder bezig
met een aanval op den heer Soetardjo.
Vervolgens droeg de heer Meyennk (a.r.)
aan op wat meer spoed betrachten met invoering
van de zelfstandige bestuurs-organisatie in de eilan
den-provincies. Spr. vroeg of het in de bedoeling ligt
ook de grondorganisatie beneden groepsgemeenschap
en regentschap te herzien, om aldus de medewerking
van de bevolking tevens in kleinere organismen dan
de beide eerstgenoemde te bereiken.
Schuilen er voorts geen moeilijkheden die la
ter eventueel tot spanningen zouden kunnen leiden
in het feit, dat men in de zelfbestuursgebieden
moderniseering van 't bestuur achterwege laat? Hoe
denkt de Regeering dergelijke moeilijkheden te ver
mijden?
De heer Stokvis (s. d.) wees er op, dat bij be
noeming van regenten het erfelijkheids-beginsel
niet meer zoo op den voorgrond moet staan als eer
tijds; verder kwam spr. met kracht op tegen den aan
val van den heer Roestam op Soetardjo, een man
van grooten moed, tevens van groote verdienste voor
de nationale beweging.
Bij zijn beantwoording van de verschillende spre
kers verklaarde de Minister zich homogeen met den
heer v. Kempen, er nog eens op wijzende, dat de
evolutie, die zich op Java en Madoera met betrek
king tot het inheemsche bestuur heeft voltrokken,
op de buitengewesten nog niet zoover is. Voor een
brochuretje in verschillende inlandsche talen over
dige hervormingen (denkbeeld-Meyerink) bleek de
Minister wel te voelen. Ook in de zelfbestuursgebie
den kunnen politieke hervormingen worden aange
bracht, doch het is niet raadzaam daarmee thans
haast te maken.
Spr. acht het niet nuttig of noodig om beneden de
regentschappen tot hervormingen over te gaan als
de heer Meyerink op 't oog had gehad. Wat de re
genten-benoemingen aangaat, de wet eischt nog
steeds het eerbiedigen van het erfelijkheids-begin
sel, met inachtneming natuurlijk van de eischen van
bekwaamheid en geschiktheid.
E. v. R.
Wijziging Rijksambtenarenreglement
en Arbeidsovereenkomstenbesluit.
Uitgegeven zijn de staastbladen no's. 343 en
344, respectievelijk een Koninklijk Besluit van
28 Februari 1940 tot wijziging van artikel 19
van het Rijksambtenarenreglement en een
Koninklijk Besluit van 28 Februari 1940 tot
wijziging van artikel 17 van het arbeidsover
eenkomstenbesluit.
Beide besluiten zijn heden in werking ge
treden.
De bij Kon. Besluit in art. 19 van het Alge
meen Rijksambtenarenreglement aangebrachte
wijziging heeft de strekking nieuwe bepalingen
vast te stellen voor de bezoldiging van onge
huwde ambtenaren, die in verband met oorlog,
oorlogsgevaar of andere buitengewone omstan
digheden verplichten werkelijken dienst ver
richten.
Voor gehuwde ambtenaren wordt de be
staande regeling gehandhaafd, evenals voor de
ongehuwde ambtenaren, die als eenige kostwin
ners worden beschouwd.
De overige ongehuwde ambtenaren zullen ge
durende 30 dagen de volle aan hun ambt ver
bonden bezoldiging genieten en daarna hetgeen
70 procent van die bezoldiging meer bedraagt,
dan hun militaire belooning.
Voor de ongehuwde ambtenaren, die reeds vóór
1 Maart 1940 verplichten werkelijken dienst ver
richten, wordt deze verlaging geleidelijk toege
past en wel in dien zin. dat voor het tijdvak van
1 Maart tot IMei 1940 gerekend wordt naar 90
procent en voor het tijdvak van 1 Mei tot 1
Juli 1940 naar 80 procent van de bezoldiging,
zoodat voor deze ambtenaren de nieuwe rege
ling volledig op 1 Juli as. in werking zal
treden.
Eenzelfde regeling is getroffen, voor het
loon der ongehuwde arbeiders, die onder het
arbeidsovereenkomstenbesluit vallen.
Vijfhonderd gulden verduisterd
De zestienjarige jongste bediende van een effec
tenkantoor te Amsterdam moest tweeduizend gulden
van een bank halen. Toen de jongen het geld had
geincasseerd en het later nog eens natelde, was hij
in de meening dat men hem f 2500 had uitbetaald.
Hij besloot de vijfhonderd gulden, welke hij teveel
had ontvangen, zelf „te houden. Later bleek echter,
dat de jongen verkeerd had geteld, hij had inder
daad het juiste bedrag en niet vijfhonderd gulden
teveel ontvangen. Daar hij verzekerde niet meer dan
hetgeen hij meebracht te hebben gekregen, stelde
de politie een nader onderzoek in. Bij fouilleering
vond men het bedrag van f 500 op hem.
Juweelendieven aangehouden
Twee mannen en een vrouw in arrest.
In verband met de inbraak, welke in den
nacht van 1 op 2 Februari j.l. werd gepleegd in
de juwelierszaak van de firma A. P. Bouman te
Enschedé, zijn thans drie personen gearresteerd.
Het zijn een man en zijn vrouw uit Den Haag en
een man uit Rotterdam, die allen naar Enschedé
zijn overgebracht.
Zij ontkennen met klem iets met de inbraak
te maken te hebben. Bij confrontatie bleek
evenwel, dat zij in eik geval op den avond voor
de inbraak in Enschedé zijn gefeest. Het onder
zoek der politie wordt met kracht voortgezet.
Zooals men zich herinnert, werd bij deze in
braak voor vele duizenden guldens buit gemaakt.
Man in hooimijt doodgevroren.
Sedert 14 Januari werd een 36-jarige man
N. uit Glanerbrug vermist. Hij werd verpleegd
in een inrichting voor zenuwlijders te Wolfheze.
Bij een wandeling wist hij te ontsnappen en
sindsdien was hij spoorloos verdwenen. Thans
heeft men zijn lijk gevonden in een hooimijt
nabij de inrichting. Vermoedelijk is de man dood
gevroren.
Vergunning
van Zaterdag af noodig.
Fe-
Reuter seint uit Londen, dd. 29
bruari:
Het ministerie van handel heeft be
sloten, boter toe te voegen aan de lijst van
artikelen, die zonder vergunning niet kun
nen worden ingevoerd. Deze maatregel gaat
Zaterdag a.s. in.
Ook thee mag als „Liebesgabe"
verzonden worden.
De Regeeringspersdienst meldt:
In aansluiting aan het communiqué betreffen
de de nieuwe bepalingen ten aanzien van het
verzenden van z.g. ,.Liebes£aben"-pakketten,
kan nog worden medegedeeld, dat aan de lijst
der voor verzending toegelaten levensmiddelen
nader is toegevoegd het artikel thee. verpakt of
onverpakt, tot een hoeveelheid* van maximaal
pond.
Donderdagmiddag is een mijn tegen den dijk
tusschen Den Helder en Huisduinen geslagen
en geëxplodeerd. In den dijk werd een gat van
circa 2V2 meter diameter geslagen.
Door den Noord-Oosten wind was het ontplof
fingsgeluid in Den Helder en Huisduinen niet
zoo sterk, als van de mijn, die Zaterdagavond
op het Marsdiep tusschen de ijsschotsen tot ont
ploffing kwam en waarvan het geluld en de
luchtdruk over de stad kwam, met het gevolg,
dat veertien groote spiegelruiten op verschil
lende plaatsen braken. Ditmaal bleef mede door
de gunstige windrichting, de schade beperkt.
In Huisduinen werden slechts van drie woningen
ruiten vernield. Het gat in den dijk werd ter
stond gedicht.
Brokstukken van de mijn werden tot op een
afstand van vijftig tot honderd meter gevon
den.