De voorbereiding der evacuatie. Motie-Stokvis verworpen. Emser-PastiEles Boterinvoer in Engeland aan banden. Mijn tegen den dijk bij den Helder ontploft. VRIJDAG 1 MAART 1940 HAARDE M'S D A G BEAD Mededeelingen over de huisvesting in de vluchtoorden, de zorg voor de volksge zondheid en de voedselvoorziening. Belangrijke verklaringen van den Directeur-Generaal van de Volksgezondheid. Huisvesting der 500.000 vluchtelingen. Als iedereen hoogt natuurlijk vurig dat het nooit zoover zal komen! Nederland door oorlog bedreigd wordt, zullen 500.000 bewoners van het inundatie-gebied naar minder-gevaarlijke gedeelten van Nedérland worden overgebracht. Haarlem zelf krijgt (zooals men uit onze vorige mededeelingen weet) geen geëvacueerden te herbergen, maar in onze onmiddellijke omgeving komen er ongeveer 30.000, namelijk in Heemstede, Bloemendaal, Zand- voort en Bennebroek. De bevolking in die gemeenten wordt dan met ongeveer 75 pet. vermeerderd. Dit is een betrek kelijk groot percentage, want de gemiddelde toene ming van de 223 gemeenten die gasten moeten her bergen is niet meer dan 40 pet. Dit laat zich evenwel gemakkelijk verklaren, want er is nagegaan hoeveel geëvacueerden elke gemeente kan hebben in ver band met de woongelegenheden. De bewoners van I onze omgeving bleken in het algemeen ruim be huisd te zijn, vandaar het hooge percentage. Een top- I prestatie is dit evenwel niet, want er zijn enkele gemeenten waar de 100 pet. gehaald moet worden. In de omgeving van Haarlem zullen bewoners gehuisvest worden uit andere forensen-gemeen ten. Dit wordt gedaan om het aan de mensehen ook in oorlogstijd mogelijk te maken, indien de reisgelegenheden althans intact blijven, gere geld naar hun werkgemeente te trekken. Er is een oogenblik over gedacht de geëvacueer den niet bij burgers of in ledige huizen onder te brengen, maar voor hun tijdelijke huisvesting hou ten barakken te bouwen, doch toen «it een bereke ning bleek dat daarmede 'n uitgaaf van f 100.000.000 gemoeid zou zijn (f 200 per persoon) is daarvan om I financieele redenen afgezien. De bezwaren die on getwijfeld vastzitten aan het onderbrengen in ge- I zinnen moesten aanvaard worden. Maar wel zijn de I commissies die zich aan de voorbereiding der eva- cuatie wijden er op uit die bezwaren zooveel moge lijk te ondervangen. Er is zoo werd ons op twee persconferenties van deze commissies in den Haag medegedeeld geble ken, dat het in veel gevallen practisch niet uitvoer baar zal zijn, dat de geëvacueerden bij hun vertrek naar de vluchtoorden zelf hun eigen beddenzakken en hoofdkussens meenemen. Er wordt al aangeno men dat de evacuatie-dienst voor rekening van het rijk zal 'moeten zorgen voor 200.000 beddenzakken en hoofdkussens, waarmede alleen reeds een uitgaaf van f 600.000 gemoeid zal zijn. De Gezondheidszorg. Dr. C. van den Berg, directeur-generaal van de Volksgezondheid, heeft de leiding van de commissie die maatregelen voorbereidt voor de gezondheids zorg in tijden van evacuatie. Onze commissie zoo deelde dr. van den Berg mede moest niet alleen haar aandacht wijden aan de geëvacueerden, maar zich ook bezighouden met vraagstukken die zich voordoen als een gevolg van het feit, dat de bevolking van de vluchtoorden in zeer belangrijke mate toeneemt. De zieken en gebrekkigen die nu thuis verpleegd worden, zullen, als het althans mogelijk is, ook in de vluchtoorden in de gezinnen opgenomen moeten worden. Er komen evenwel in verschillende vlucht oorden ook in Bloemendaal, Heemstede en Zand- voort hulpziekenhuizen om die patiënten op te nemen die niet of moeilijk thuis verzorgd kunnen I worden. De ernstige zieken worden met een ambulance- trein of een ziekenauto vervoerd. De gezondheidszorg in de vluchtoorden heeft ver- j schillende aspecten. Er bestaat het niet denkbeeldige gevaar, dat in oorlogstijd het aantal gevallen van besmettelijke ziekten sterk zal toenemen. In oorlogslanden zijn in 1914-1918 zelfs eenige epidemieën voorgekomen van pokken en vlektyphus. Typhus en parathypus zijn i zeer gevaarlijk bij minder-hygiënische toestanden in combinatie met opeenhooping van menschen. Daarom is het noodig dat zoowel de bacillendragers uit de te evacueeren gebieden als uit de vluchtoor den worden geconcentreerd en onder toezicht ge steld worden. Hun namen en adressen zijn aan de hoofdinspectie der Volksgezondheid bekend, en de verwachting is dat zij zich vrijwillig zullen bege ven naar de hun aan te wijzen plaatsen, omdat ze weten, dat zij een gevaar opleveren voor hun om geving. Voorts is van groot belang de vaccinatie tegen I typhus en paratyphus. De geneeskundige inspectie is reeds bezig met de vrijwillige vaccinatie op groote schaal in de randgemeenten der inundatie, deze dient evenwel sterk uitgebreid te worden en moet ook in de vluchtoorden toegepast worden. I Ook op de gevaren van besmettelijke nekkramp, kinderverlamming, diphterie, mazelen (volgens Dr. van den Berg misschien wel de gevaarlijkste der be smettelijke ziekten), tuberculose, enz. is men be dacht. Als principe wordt aangenomen, dat lijders aan open tuberculose, die verpleegd worden in sanato ria, in het te evacueeren gebied, opgenomen moeten worden in noodsanatoria. In het algemeen mogen bij lijders aan open tuberculose, wonende in de vlucht oorden, geen kinderen ingekwartierd worden. Om gekeerd moeten geëvacueerde lijders aan open tu berculose niet onder dak gebracht worden in huis gezinnen met kinderen. De vraag of in de vluchtoorden voldoende genees kundigen, vroedvrouwen en wijkverpleegsters be schikbaar zouden zijn, moest onder de oogen wor den gezien. In sommige deelen van het land, die door isolement bedreigd worden (b.v. eilanden), moest daarbij speciaal aandacht worden geschonken aan het beschikbaar hebben van de noodige specia listische, vooral chirurgische hulp. Aandacht vereischt ook het behoorlijk functionee- ren van de ziekenfondsen in de vluchtoorden. Er zijn in de vluchtoorden depots gevormd, zoo wel van sera en vaccins als van de meest noodzake lijke geneesmiddelen. In verschillende vluchtoorden moeten maatrege len genomen worden om de hygiënische toestanden te verbeteren, o.m. wat de vuilverwijdering aan gaat. Die voorzorgen behoeven natuurlijk niet in onze randgemeenten genomen te worden want daar is reeds lang aan de hygiënische voorzorgen ten be hoeve van de bevolking aandacht gewijd. Ziekenhuizen uit het evacuatiegebied worden niet in hun geheel naar de vluchtoorden verplaatst. Ernstige zieken worden over bestaande ziekenhuizen in die gebieden verdeeld Sanatoria, blinden- en krankzinnigengestichten worden'wel in hun geheel overgebracht. Daarvoor moeten in de vluchtoorden verschillende groote gebouwen o.a. groote hotels gerequireerd worden. Er moest op deze wijze plaats gezocht worden voor de bevolking van niet minder dan 67 gestichten, met 4600 verpleegden. Voedselvoorziening. Eenige weken geleden hebben wij reeds medege deeld, dat het rijksbureau voor de Voedselvoorzie ning, in samenwerking met de voedselcommissa- rissen die in elke provincie zijn aangesteld, maatregelen genomen hebben om te verzekeren dat er in oorlogstijd in ons land voldoende levensmid delen aanwezig zijn, waarbij dan ook rekening gehouden is met de extra-behoefte in de gemeenten die een grootere bevolking zullen hebben door de komst van de geëvacueerden. Hetgeen wij toen gepubliceerd hebben werd ons thans bevestigd door Mr. Th. M. Bautz, secretaris van het rijksbureau. 500.000 geëvacueerden is wel veel, maar de totale bevolking van de provincies die vluchtelingen moe ten herbergen stijgt slechts met 10 pet. omdat de groote steden geen geëvacueerden krijgen. Er is gezorgd voor voldoende hoeveelheden meel, vleesch, aardappelen, boter en margarine, koffie, thee, suiker, rijst en peulvruchten in de vlucht oorden. Groente en melk zullen in de gebieden waar de vluchtoorden gelegen zijn in voldoende mate te verkrijgen zijn. De Ned. Veehouderijcen trale heeft groote hoeveelheden vleesch in blik opgeslagen. Evacuatie van vee. Ook zijn uitgebreide maatregelen getroffen om de koeien uit het evacuatiegebied te vervoeren. Voor het vervoer van 200.000 koeien zijn ongeveer 20.000 geleiders noodig. Het is de bedoeling dat de koeien zoo spoedig mogelijk in de slachthuizen worden ge slacht om daarna in de fabrieken te worden inge blikt. De weiden die beschikbaar zijn, worden na melijk niet groot genoeg geacht om nog plaats te bieden voor zooveel koeien. Het zal naar verwacht wordt niet mogelijk zijn ook de varkens en de kip pen uit het te evacueeren gebied tijdig te vervoeren. Alleen voor het transport van fokvarkens wordt :ezorgd. Paarden zullen worden gevorderd om te helpen bij het transport tijdens de evacuatie. Andere regelingen Er moet nog veel meer geregeld worden als de evacuatie eenmaal een feit mocht zijn geworden. Wij noemen de onderwijsaangelegenheden, wettelijke regeling ten aanzien van huwelijken en geboorten, verkiezingsmaatregelen, enz. Onder leiding van prof. dr. J. B. Slotemaker de Bruine, heeft zich een commissie gevormd om de geestelijke verzorging van de geëvacueerden in de vluchtoorden te verzorgen. In Den Haag komt een centraal bureau waar alle geëvacueerden geregistreerd worden, zoodat men daar steeds zal kunnen vernemen waar het adres van een geëvacueerde is. Uitlokking van meineed. Vier jaar gevangenisstraf geëischt. Donderdagmiddag behandelde het gerechtshof te Leeuwarden de zaak tegen derj vijftigjarigen koop man G. S. te Leeuwarden, die door de rechtbank al daar was veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf wegens het uitlokken van meineed en in de straf zaak tegen zijn broer, die, zooals men zich herinne ren zal, door het Hof wegens brandstichting in het pand aan de Tuinen te Leeuwarden werd veroor deeld tot zeveh jaar gevangenisstraf, welk misdrijf hij dezer dagen in de gevangenis bekende. Verd. was tenlaste gelegd, dat hij op 13, 14, 16 en 20 September van het vorig jaar R. Dijkstra heeft trachten te bewegen tot het plegen van meineed, door op de zitting van de rechtbank te verklaren," dat hij voor den brand, toen hij langs de Tuinen liep, per ongeluk aan een draad heeft getrokken, die bij een muur neerhing. Voorts was hem ten laste gelegd, dat hij op October L. Welles heeft gepoogd te bewegen tot het plegen van meineed, door eveneens te verklaren, dat hij aan den draad had getrokken, een poging welke hij op 3 en 5 October had herhaald. Na een langdurig getuigenverhoor vorderde de procureur-generaal vier jaar gevangenisstraf. Bemanning van de „Tara" nog in Spanje. Naar wij van de directie van de maatschappij „Vrachtvaart" vernemen, verblijft de bemanning van het getorpedeerde s.s. „Tara" nog steeds in Spanje. ®De Echte Let oo zijn «n blijven van oud» het beste dit middel bij Hoes» en Verkoudheid (Adv. ingez. MecLj Stroopersdrama voor de derde maal in behandeling. Met opzet op veldwachter geschoten? 't Was Donderdag de derde maal, dat de land arbeider H. R. uit Waddinxveen in het bankje der verdachten plaats nam om terecht te staan voor een zeer ernstig misdrijf, dat het O.M. hem heeft ten laste gelegd, nl. poging tot doodslag, gepleegd op den rijksveldwachter Cornelis van den Hoef te Waddinxveen. Betrapt bij het stroopen zou deze goed bekend staande arbeider zijn geweer gericht en afgeschoten hebben op den veldwachter, waar door deze laatste een schot hagel in den rechter- bovenarm kreeg, waardoor het bovenarmbeen werd verbrijzeld en spieren waren gelaedeerd. Weken lang is de veldwachter in het Iterson-ziekenhuis te Gouda verpleegd, hij verkeerde aanvankelijk in levensgevaar en herstelde slechts langzaam. Van den aanvang af heeft verdachte ontkend den opzet te hebben gehad den veldwachter te ra ken „Ik wil niet betwisten, dat ik, direct nadat ik werd aangeroepen, mij heb omgedraaid en dat ik de trekker van het geweer overhaalde, maar ik zag niemand en ik wist niet, dat ik iemand had getroffen", aldus verklaarde de man voor den rechter-commissaris op 6 October, den dag na het gebeurde, toen hij was gearresteerd. Op 20 Februari 1939 veroordeelde de rechtbank te Rotterdam den man tot acht jaar gevangenis straf wegens poging tot doodslag. In hooger be roep voor het Hof te 's-Gravenhage hoorde hij zich op 14 Juni tot tien jaar veroordeelen. De Hooge Raad casseerde het arrest van het Hof echter en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amster dam, zoodat deze geruchtmakende strafzaak, waar in mr. B. F. J. Simons uit Utrecht, evenals voor het Haagsche hof, als verdediger optreedt, voor de derde maal voor een rechterlijk college wordt be handeld. Het hof hoorde o.m. den wapendeskundige Kool uit Rotterdam. Hij kwam in zijn rapport tot de conclusie, dat het schot op ongeveer anderhalven meter afstand was gelost, de stand van het geweer bij het afvuren moet ongeveer horizontaal zijn ge weest. De veldwachter werd door één schot ge troffen. Met dezen deskundige behandelt de president dan het rapport van den contra-deskundige van Ledden Hulsebosch. De conclusies van den wapendeskundige achtte de heer van Ledden Hulsebosch niet geheel juist. Uit nauwkeurige bestudeering van den aard van de gemaakte hagelsporen kon desk. vaststellen, hoe het geweer werd gehouden en hoe de veld wachter zijn rechterarm moet hebben gehouden. Uit een en ander volgt, dat een schot, in vrijwel horizontale lijn afgevuurd op den afstand boven den grond, waarop de elleboog ligt, alleen dan door iemand van 1.84 M lengte in den aanslag tegen den schouder gelost kan worden, indien hij den horizontaal gerichten loop zoo ver omlaag brengt bijv. door te gaan knielen dat die, horizon taal blijvende, even hoog richt boven den grond als de onderarm van den getroffene. Het lijkt van Ledden Hulsebosch al te onwaarschijnlijk, dat de schutter, door de politie verrast, zich zou hebben omgedraaid, om dan in knielende houding te gaan aanleggen en vuren. De strooper kon niet met aan gelegd geweer omlaag schietende, op de tunica de sporen aanbrengen, die deze vertoont. Daarom zoo besluit desk. zijn rapport acht ik het 't aannemelijkst, dat de strooper zijn geweer op buikhoogte tegen het lichaam houdende zich omgewend heeft en door een onbewuste beweging aan loop of trekker te maken, het noodlottige schot onwillens deed afgaan. Donderdagmiddag werd het getuigenverhoor ge- sohorst. De behandeling van deze zaak zal worden voortgezet op Woensdag 13 Maart. Geen verhooging der ambtenaarssalarissen. Namens de regeering is Donderdagmiddag aan de vertegenwoordigers der zes vakcentrales van overheidspersoneel, volgens de Tel., medegedeeld, dat de regeering er niet toe heeft kunnen besluiten, den rijksambtenaren thans een toeslag op hun be zoldigingen toe te kennen, respectievelijk de nog altijd bestaande korting van 5 procent in te trek ken. Er komt dus op het oogenblik in de bezoldi ging van het rijkspersoneel geen verandering. Het standpunt der regeering is, dat de schatkist op het oogenblik niet toelaat in de tractementen verbetering te brengen. Wel is waar is het index cijfer der kosten van levensonderhoud gestegen doch het komt de regeering gewerscht voor, de beslissing over een hoogere bezoldiging nog even aan te houden. In dit verband werd het denkbeeld geopperd om opnieuw te overleggen, indien de stijging van het indexcijfer b.v. 10 procent mocht gaan bedragen. De groote klok van St. Servaas te Maastricht zal na Paschen niet meer geluid worden, totdat de oorlogsdreiging geweken is. Het 6000 K G zware gevaarte zal wegens neerstortingsgevaar bij eventueelen torenbrand worden afgenomen en op een der nieuwe betonnen brandvloeren in den toren worden neergezet TWEEDE KAMER DEN HAAG Donderdag. In zijn dupliek vermocht de minister van Kolo niën ook niets nieuws meer naar voren te brengen. Vermeld zij alleen, dat hij beloofde de klacht over 't optreden der ambtenaren en politie tegenover de inheemsche volksbeweging nog eens te laten onderzoeken, al verklaarde hij zich overtuigd dat de Indische regeering mede in dit opzicht een ge matigd en verstandig beleid voert De minister betoogde opnieuw, dat de N.S.B. in Indië een onbeteekenende factor is en dat daarom ambtenarenverboden niet noodig zijn. Wat de eco nomische aangelegenheden betreft, verklaarde de minister niet te voelen voor het door den heer v. Poll bepleitte denkbeeld een welvaartsfonds met steun van Nederland op te richten. Tenslotte gaf hij, bij bespreking der staatkun dige kwesties, den heer Stokvis ernstig in overwe ging, zijn motie niet in stemming te laten bren gen. Daarvan ware toch weinig of geen praktisch nut te venvachten, terwijl verwerping bovendien onnoodig het effect zou kunnen verwekken van verscherping der bestaande tegenstellingen in In dië. Onnoodig, want uit de debatten is toch wel gebleken, dat men hier eenstemmig voelt voor verder gaan op den weg van staatkundige hervor mingen in Nederlandsch-Indië. Alleen over het tempo, waarin dat zou kunnen (moeten) geschie den, bestaat verschil van meening. Dit advies bleek de heer Stokvis (s.-d.) ech ter niet te willen opvolgen. Hij vond het bepaald noodig om de door hem nog als zeer gematigd aan geprezen motie wel te handhaven. Met 22 53 moest hij het onderspit delven; alleen de sociaal democraten en de christen-democraten stemden voor. Bij de afdeeling „Justitie" bespraken de heeren Serrarens (r.-k.) en Kupers (s.-d.) wel ke laatste opheffing van Boven-Digoel als ballings oord bespoedigd wilde zien allerlei arbeids- kwesties. Tevens drong de s.-d. afgevaardigde op het tot stand brengen van werkloosheidsverzeke ring aan en ouderdomsvoorziening, wat eveneens Prof. Slotemaker de Bruine (c.-h.) deed (al wilde deze afgevaardigde geen verplichte verze. kering voor alle arbeiders), terwijl de heer Meijer ink (a-r.) speciaal de aandacht vestig de op ongunstige arbeidstoestanden in de kleine nijverheid en voorts o.m een administratieve schei ding tusschen Justitie en Arbeid aanbeval. Klaagde Roestam Effendi (commun.) over ongeliikheid in de rechtsbedoeling en wenschte het Kamerlid o.m. verdwijning van de stakings artikelen, de heer v. Kempen (lib.) bestreed dit alles. Minister Weiter zette allereerst uiteen, waarom de z.i. sombere opmerkingen van den heer Serra- rers ten deele niet juist waren, waarna hij ontken de. dat Indië op het stuk van sociale voorzienin gen zoo achterlijk zou zijn als speciaal de heer Kupers had kenbaar gemaakt. Hoe eerder Boven- Digoel kon worden opgeheven, hoe beter, maar op 't oogenblik gaat dit nog dit. Het kantoor van Ar beid. zoo vernamen we verder, en zulks onder aan voering van een argumentatie rijk aan getallen, is in de afgeloopen jaren wel degelijk meer dan stiefmoederlijk bedeeld, wat de personeelsbezet ting betreft. Splitsing van Arbeid en Justitie achtte de minister niet gewenscht. Toekenning van grond rechten aan Indo-Europeanen gelijk de heer Bajetto (r.-k.) had aanbevolen zonder zulks dan tevens te doen ten behoeve van de Indo-Chi- neezen zou onjuist wezen. Gezien de tot dusverre bereike resultaten acht de minister voorshands het aanbrengen eener dergelijke wijziging in de grond- poli tiek niet geraden; zeker zou men hiertoe niet dan na zeer nauwgezette overweging moeten over- Ook1 bleek minister Weiter nog'niet veel te voelen voor een ander door den heer Bajetto aanbevolen denkbeeld, te weten de instelling van ambtenaren gerechten, wat hij zeker op 't oogenblik.'in ver band met het hoog houden van t gezag, gehjk dat in 't Oosten speciale waarde heeft, niet gelukkig zou achten. Bij de afdeeling Binnenlandsch Bestuur onder streepte de heer v. Kempen (lib.) dat het goed is in de Buitengewesten het adat-bestuur niet te vervangen door rgn. districts-bestuur. Voorts noem- de spr het juist gezien van den Minister, dat deze thans niet wil overgaan tot inkrimping van het Euro- peesch ambtenarencorps, hetwelk heusch met te groot is; vooral in de buitengewesten kan men nog moeilijk tot opheffing van ambtenaren-posten over gaan zonder dientengevolge de taak van het be- stuurscorps bedenkelijk te bezwaren. Voorts keurde spr. de wijze van exploitatie in New-Gumea goed. Na dit gouvernementeele speechje, liet Roestam Effendi (commun.) oppositie-klanken hooren. Volgens hem zou het binnenlandsch bestuur telkens in zijn taak te kort schieten, wat o.m. blijkt uit ver- E 'iiillende gevallen van plaatselijke rijst-tekorten o.m. in het Minangkabausche. De oorzaak hiervan moet z.i. voornamelijk gezocht worden in het daar gevoer- de bestuur. Met groote reserve moest men z.i. het beleid van den resident van Sumatra's Westkust bekijken en die ambtenaar was nu nota bene Gouverneur van heel Sumatra geworden. Spr., die de vervanging van het huidige „autocratisch" apparaat door een demo- crtisch bestuur wenschte, hield zich verder bezig met een aanval op den heer Soetardjo. Vervolgens droeg de heer Meyennk (a.r.) aan op wat meer spoed betrachten met invoering van de zelfstandige bestuurs-organisatie in de eilan den-provincies. Spr. vroeg of het in de bedoeling ligt ook de grondorganisatie beneden groepsgemeenschap en regentschap te herzien, om aldus de medewerking van de bevolking tevens in kleinere organismen dan de beide eerstgenoemde te bereiken. Schuilen er voorts geen moeilijkheden die la ter eventueel tot spanningen zouden kunnen leiden in het feit, dat men in de zelfbestuursgebieden moderniseering van 't bestuur achterwege laat? Hoe denkt de Regeering dergelijke moeilijkheden te ver mijden? De heer Stokvis (s. d.) wees er op, dat bij be noeming van regenten het erfelijkheids-beginsel niet meer zoo op den voorgrond moet staan als eer tijds; verder kwam spr. met kracht op tegen den aan val van den heer Roestam op Soetardjo, een man van grooten moed, tevens van groote verdienste voor de nationale beweging. Bij zijn beantwoording van de verschillende spre kers verklaarde de Minister zich homogeen met den heer v. Kempen, er nog eens op wijzende, dat de evolutie, die zich op Java en Madoera met betrek king tot het inheemsche bestuur heeft voltrokken, op de buitengewesten nog niet zoover is. Voor een brochuretje in verschillende inlandsche talen over dige hervormingen (denkbeeld-Meyerink) bleek de Minister wel te voelen. Ook in de zelfbestuursgebie den kunnen politieke hervormingen worden aange bracht, doch het is niet raadzaam daarmee thans haast te maken. Spr. acht het niet nuttig of noodig om beneden de regentschappen tot hervormingen over te gaan als de heer Meyerink op 't oog had gehad. Wat de re genten-benoemingen aangaat, de wet eischt nog steeds het eerbiedigen van het erfelijkheids-begin sel, met inachtneming natuurlijk van de eischen van bekwaamheid en geschiktheid. E. v. R. Wijziging Rijksambtenarenreglement en Arbeidsovereenkomstenbesluit. Uitgegeven zijn de staastbladen no's. 343 en 344, respectievelijk een Koninklijk Besluit van 28 Februari 1940 tot wijziging van artikel 19 van het Rijksambtenarenreglement en een Koninklijk Besluit van 28 Februari 1940 tot wijziging van artikel 17 van het arbeidsover eenkomstenbesluit. Beide besluiten zijn heden in werking ge treden. De bij Kon. Besluit in art. 19 van het Alge meen Rijksambtenarenreglement aangebrachte wijziging heeft de strekking nieuwe bepalingen vast te stellen voor de bezoldiging van onge huwde ambtenaren, die in verband met oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstan digheden verplichten werkelijken dienst ver richten. Voor gehuwde ambtenaren wordt de be staande regeling gehandhaafd, evenals voor de ongehuwde ambtenaren, die als eenige kostwin ners worden beschouwd. De overige ongehuwde ambtenaren zullen ge durende 30 dagen de volle aan hun ambt ver bonden bezoldiging genieten en daarna hetgeen 70 procent van die bezoldiging meer bedraagt, dan hun militaire belooning. Voor de ongehuwde ambtenaren, die reeds vóór 1 Maart 1940 verplichten werkelijken dienst ver richten, wordt deze verlaging geleidelijk toege past en wel in dien zin. dat voor het tijdvak van 1 Maart tot IMei 1940 gerekend wordt naar 90 procent en voor het tijdvak van 1 Mei tot 1 Juli 1940 naar 80 procent van de bezoldiging, zoodat voor deze ambtenaren de nieuwe rege ling volledig op 1 Juli as. in werking zal treden. Eenzelfde regeling is getroffen, voor het loon der ongehuwde arbeiders, die onder het arbeidsovereenkomstenbesluit vallen. Vijfhonderd gulden verduisterd De zestienjarige jongste bediende van een effec tenkantoor te Amsterdam moest tweeduizend gulden van een bank halen. Toen de jongen het geld had geincasseerd en het later nog eens natelde, was hij in de meening dat men hem f 2500 had uitbetaald. Hij besloot de vijfhonderd gulden, welke hij teveel had ontvangen, zelf „te houden. Later bleek echter, dat de jongen verkeerd had geteld, hij had inder daad het juiste bedrag en niet vijfhonderd gulden teveel ontvangen. Daar hij verzekerde niet meer dan hetgeen hij meebracht te hebben gekregen, stelde de politie een nader onderzoek in. Bij fouilleering vond men het bedrag van f 500 op hem. Juweelendieven aangehouden Twee mannen en een vrouw in arrest. In verband met de inbraak, welke in den nacht van 1 op 2 Februari j.l. werd gepleegd in de juwelierszaak van de firma A. P. Bouman te Enschedé, zijn thans drie personen gearresteerd. Het zijn een man en zijn vrouw uit Den Haag en een man uit Rotterdam, die allen naar Enschedé zijn overgebracht. Zij ontkennen met klem iets met de inbraak te maken te hebben. Bij confrontatie bleek evenwel, dat zij in eik geval op den avond voor de inbraak in Enschedé zijn gefeest. Het onder zoek der politie wordt met kracht voortgezet. Zooals men zich herinnert, werd bij deze in braak voor vele duizenden guldens buit gemaakt. Man in hooimijt doodgevroren. Sedert 14 Januari werd een 36-jarige man N. uit Glanerbrug vermist. Hij werd verpleegd in een inrichting voor zenuwlijders te Wolfheze. Bij een wandeling wist hij te ontsnappen en sindsdien was hij spoorloos verdwenen. Thans heeft men zijn lijk gevonden in een hooimijt nabij de inrichting. Vermoedelijk is de man dood gevroren. Vergunning van Zaterdag af noodig. Fe- Reuter seint uit Londen, dd. 29 bruari: Het ministerie van handel heeft be sloten, boter toe te voegen aan de lijst van artikelen, die zonder vergunning niet kun nen worden ingevoerd. Deze maatregel gaat Zaterdag a.s. in. Ook thee mag als „Liebesgabe" verzonden worden. De Regeeringspersdienst meldt: In aansluiting aan het communiqué betreffen de de nieuwe bepalingen ten aanzien van het verzenden van z.g. ,.Liebes£aben"-pakketten, kan nog worden medegedeeld, dat aan de lijst der voor verzending toegelaten levensmiddelen nader is toegevoegd het artikel thee. verpakt of onverpakt, tot een hoeveelheid* van maximaal pond. Donderdagmiddag is een mijn tegen den dijk tusschen Den Helder en Huisduinen geslagen en geëxplodeerd. In den dijk werd een gat van circa 2V2 meter diameter geslagen. Door den Noord-Oosten wind was het ontplof fingsgeluid in Den Helder en Huisduinen niet zoo sterk, als van de mijn, die Zaterdagavond op het Marsdiep tusschen de ijsschotsen tot ont ploffing kwam en waarvan het geluld en de luchtdruk over de stad kwam, met het gevolg, dat veertien groote spiegelruiten op verschil lende plaatsen braken. Ditmaal bleef mede door de gunstige windrichting, de schade beperkt. In Huisduinen werden slechts van drie woningen ruiten vernield. Het gat in den dijk werd ter stond gedicht. Brokstukken van de mijn werden tot op een afstand van vijftig tot honderd meter gevon den.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5