IBaeketweek M2-9 -Ataxvit Vijf iaat geeischt Vóór 75 jaar ging de eerste schep grond uit den bodem van Holland op z'n Smalst Rein m lüiti&i. ckm wit Samenwerking met België op toeristisch gebied. tegen twee spionnen Affaire te Schiebroek voor den rechter Berichten met geheimen zender overgeseind Openbare orde wordt beter beschermd. DINSDAG 5 MAART 1940 HAARLEM'S DAGE DAD Elke kooper van een Nederlandsch Boek van tenminste 2.50 ontvangt „Het Geschenk" (Adv. Ingez. MedJ En daar ontstond IJmuiden. „Onvruchtbaar water werd in vrucht baar land en onvruchtbaar land in vruchtbaar water herschapen". Aldus sprak de lieer S. VV. Joseplius Jitta, voorzitter der Amsterdamsclic Kanaal Maat schappij op 1 November 1876 ter gelegenheid van de plechtige opening van het Noordzee kanaal in een nabij de sluis opgerichte tent voor 1500 genoodigden, waaronder zich ook Koning Willem III bevond. „Wij voegden bij den schoot der aarde welige akkers die door den landbouw welvaart verspreiden. Wij ont trokken aan den schoot der aarde ruimte voor waterwegen die den bloei van handel en scheepvaart bevorderen", zoo vervolgde hij. Zoo werd de Je November 1876 een belangrijke datum in de geschiedenis der gemeente Velsen, welke sindsdien herdacht wordt als de stichtings van IJmuiden en met luister gevierd werd op 1 November 1926 toen IJmuiden zijn gouden ge boortefeest beleefde. Er is nog een belangrijke datum in de wordings geschiedenis van den IJmond; dat is de 8e Maart 1865, toen de eerste schep grond gestoken werd uit den bodem van Holland op z'n Smalst, waar mede een begin werd gemaakt met het werk, dat vóórdien als iets onmogelijks werd beschouwd en waarvan het resultaat ook toen nog als zeer twij felachtig werd beschouwd. Het denkbeeld van de doorgraving van Holland op z'n Smalst met het doel, de hoofdstad een rechtstreeksche verbinding met de Noordzee te geven, was heel niet nieuw. Het werd reeds in 1815 door Koning Willem I naar voren gebracht; men durfde dit echter niet aan. Het doorgraven van de duinenrij, het bouwen van een haven werd in die dagen voor onmogelijk ge houden. En er zou een halve eeuw verloopen vóór dat met het plan, dat al dien tijd gesluimerd had, een begin werd gemaakt. Dat is a.s. Vrijdag dus 75 jaren geleden. Zeldzaam zijn in ons land de werken, die het karakter van hun omgeving zoo hebben gewijzigd als het graven van het Noordzeekanaal en de kern achtige woorden van den heer Josephus Jitta zijn woorden, waarvan het nageslacht de juistheid heeft kunnen constateeren. Waar eens het IJ en het Wijkermeer als „onvruchtbaar water" hunne gol ven voortstuwden tot in het hart van Kennemer- land, liggen thans de vette akkers van het polder land, die zich uitstrekken tot op vele kilometers afstand van de kanaaloevers; waar eens een „on vruchtbare lapd", slechts bewoond door een aantal voor een armzalig bestaan strijdende zandboertjes en konijnen strikkende stroopers, zich uitstrekte tussdhen het binnenmeer en de Noordzee, loopt thans een der mooiste waterwegen van de wereld, die met de grootste sluis van de wereld met die zee verbonden, de grootste oceaanstoomers van de i verste kusten komend, in staat'stelt de hoofdstad des lands te bereiken. We zullen niet de moeilijkheden schetsen, waar mede de pioniers van dit grootsche werk te kampen hebben gehad. We deden dit reeds in 1926 toen het kanaal zijn 50-jarig jubileum vierde, we die den dit tien jaar later, bij het 60-jarig jubileum. We willen slechts wijzen op de enorme beteekenis van dit werk voor deze streek, in het bijzonder voor de gemeente Velsen, die in 1865 2500 inwo ners telde en thans bijna 50.000. IJmuiden groeide sindsdien van niets tot een stad van bijna 30.000 inwoners. IJmuiden kreeg zijn vissohershaven, eens de belangrijkste van het vasteland van Europa, zijn groote industrieën, die profiteerden van de prachtige ligging van de Breesaap en an dere terreinen langs de kanaaloevers. En ook de gestadige verbetering van het kanaal, de bouw van nieuwe sluizen heeft heel wat wel vaart in deze streek gebracht. In 1876 kwam het werk gereed, maar daarmee was het werk nog niet af, want sindsdien zijn tientallen millioenen be steed om den waterweg gelijken tred te doen hou den met de steeds grooter wordende oceaanstoo mers. In 1889 werd begonnen met den bouw van van een nieuwe schutsluis van 225 X 25 X 10.30 M. (onder A.P.), die zeven jaar later, nl. op 12 December 1896 in gebruik kon worden genomen. En toen het kanaal zijn 50-jarig jubileum vierde, was men al weer bezig met den bouw van de derde sluis, die de grootste ter wereld zou worden, met haar afmetingen van 400 X 45 X 15 M. En het kanaal zelf. dat oorspronkelijk slechts een bodem diepte had van 7.50 M. over een breedte van eenige tientallen meters werd voortdurend verbeterd, zoo dat het thans een diepte heeft van 15 M. bij een bodembreedte van 75 M., terwijl verschillende hirderlijke bochten zijn weggenomen. Dit met uit zondering van een gedeelte, gelegen binnen onze gemeente, dat echter ook wel spoedig onder han den genomen zal worden. En daarmee zijn we er nog niet. Ook nu is er nog een groot werk in het verschiet, nl. het bou wen van de tunnels, resp. voor den spoorweg HaarlemUitgeest en voor het autoverkeer, een werk, dat millioenen kost. Zal er, als eens dit werk gereed is, het comman do: „op de plaats rust!" gegeven kunnen worden? Dit weet niemand, maar iedereen weet. dat de techniek niet stil staat, dat steeds hoogere eischen aan het kanaal gesteld zullen worden. Is een bo dembreedte van 75 M. en een diepte van 15 M. voldoende? Moet het niet 100 M. zijn? Heeft men voor niets met de onteigeningen voor de verbe tering, waaraan thans de laatste hand wordt ge legd, met een bodembreedte van 100 M. rekening gehouden? Voor een waterweg als het Noordzeekanaal, dat de havens van Amsterdam steeds bereikbaar moet houden voor alle schepen, die de zeeën bevaren, is er geen: „op de plaats, rust". Zulk een hartader van het scheepsverkeer zal tot in lengte van dagen zijn eischen blijven stellen. Heeft onze Rijkswaterstaat een arrondissement „Het Noordzeekanaal" alleen maar om een weg gevaren meerstoel of een weggezakte oevex-verde- diging te doen herstellen? Een jaar tegen postambtenaar geëischt. AMSTERDAM, 4 Maart. De rechtbank heeft vandaag de behandeling voortgezet van de straf zaak tegen den postambtenaar-hoofdsubpen- ningmeester der P.T.T. in koopver eeniging, die in laatstgenoemde functie verduisteringen zou hebben gepleegd. Over 1935 werd een tekort van f 2330 geconstateerd, over 1936 van f 486. over 1937 van f 385 en nog f 230. over 1936. Dit laatste bedrag zou verdachte verduisterd hebben ten nadeele van een kolenhandelaar. Verdachte stelt zich op het standpunt, dat hij onschuldig is. Volgens hem zijn de tekorten ontstaan door fou ten in de boekhouding en door verzuimde boekin gen van den penningmeester, aan wien verdachte het geld pleegt af te dragen. De officier van justitie mr. A. S. de Muinck Keizer vorderde wegens verduistering, meer malen gepleegd, een gevangenisstraf van een laar. worden Uw tanden J£\fil Indien U poetst met QRQL In tuben van 60, 40 en 25 ct. en doozen van 20 ct. (Adv ingez. Med.) Vervoerverbod voor krachtvoeder- fabriek opgeheven. UTRECHT. 4 Maart. Naar wij vernemen ontving de directie van de kraehtvoederfabriek „De Adelaar" te De Bilt hedenmorgen de mi- nisterieele beschikking, waarin werd medege deeld dat het vervoerverbod voor artikelen in haar fabriek vervaardigd met ingang van heden is opgeheven. De fabriek werd in verband met de voor het vee zoo gevaarlijke miltvuur-epidemie eenigen tijd geleden op last van de regeering gesloten. FELIX TIMMERMANS OVER ZIJN WERK. Dezer dagen hield de bekende Vlaamsche schrij ver, Felix Timmermans, voor de vereeniging „Oud leerlingen Christelijk Lyceum" te Haarlem een le zing over zijn werken en het ontstaan daarvan. Óp zijn eigen pittige en geestige wijze vertelde spreker zijn groote schare toehoorders van de vele invloeden, die zijn loopbaan als schrijver richting hadden gegeven, waaronder vooral die van zijn vader pastoor Verriest en den schilder Breughel de voornaamste en meeste waardevolle waren. Duidelijk deed hij uitkomen hoe zijn verschil lende werken ontstonden zooals Pallieter, Anne- Marie, en waarom deze juist als het ware uit zijn eigen leven voortkwamen. Talloos waren de anecdoten van pastoor van Aken, waar Timmermans zijn gehoor op vergastte en die herhaaldelijk lachsalvo's ontketenden. Trou wens humor is de groote kracht van Timmermans' verhaaltrant, waarmee hij zijn auditorium onweer staanbaar weet te boeien. Wat op ieder, die deze lezing hoorde, wel den diepsten indruk zal hebben gemaakt, was zeker Felix Timmei-mans' onverwoestbare liefde voor zijn geboorteland: het land aan de Nethe! Na afloop viel den schrijver een ware ovatie ten deel. HACHELIJK AVONTUUR. Korporaal-vlieger uit zijn toestel in zee gesprongen IN DEN MIST VERDWAALD. Maandagmiddag heeft de korporaal-vlieger van Berkum, die met een tweepersoons lesvliegtuig van het vliegveld te Vlissingen was opgestegen, boven de Noordzee een angstig avontuur beleefd. Hij geraakte in den mist verdwaald, terwijl zijn benzinevoorraad allengs slonk. Op het moment, dat hij meende, dat de motor over enkele seconden zou stoppen en het toestel in zee zou storten, ont dekte hij in de Wielingen het Grieksche s.s. „Co- rinthiatos". De piloot vloog naar het schip en cir kelde er laag over heen, teneinde op deze wijze de aandacht te trekken. Vervolgens gaf hij de opva renden door middel van gebaren te kennen, dat hij het toestel wilde verlaten. Onmiddellijk zette de bemanning een sloep uit, de piloot verliet zijn stuurhut en klom op de cabine om van een hoogte van omstreeks 25 Meter in het water te springen. Hij zwom daarna naar den sloep en bereikte kor ten tijd later Vlissingen. De vlieger bleek geheel ongedeerd te zijn. Het vliegtuig is na in zee te zijn gestort, spoedig gezonken. Met medewerking van de marine zal thans ge tracht worden het vliegtuig te bergen. Geen technische herziening van het B. W. De minister van Justitie verklaart in zijn Mem. v. Antwoord aan de Eerste Kamer van meening te zijn, dat aan de uitvoering van een stelselmatig opgezette technische herziening van het Burgerlijk Wetboek, vooral ook wanneer men acht geeft op het ontwikkelingsproces waarin het tegenwoordige privaatrecht betrokken is, zoo groote moeilijkhe den verbonden zijn, dat hij zich afvraagt of de hui dige omstandigheden zulk een ondernemen recht vaardigen. hij is geneigd die vraag ontkennend te beantwoorden. De vraag of, en zoo ja, op welke wijze het recht inzake de kostelooze procedure tegen verminderd tarief opnieuw dient te worden herzien, is aan de staatscommissie Limburg voorgelegd. Aan wette lijke bepalingen op het gebied van huurprijzen van woningen bestaat naar het oordeel van den mi nister eerst dan behoefte indien op dit gebied van misstanden zou blijken. Voorshands is dit niet het geval. Noch voor een algeheele voorziening van de Pachtwet, noch voor een partieele herziening acht de minister het oogenblik gekomen. Wel is de mi nister in overleg getreden met staatsraad mr. Lim- burgh voorzitter der Staatscommissie, welke naar hem pleegt te worden genoemd, teneinde diens gemotiveerd inzicht te vernemen over de nood zaak tot wijziging van de formuleering van het overgangsrecht. Nu de mogelijkheden op toeristisch gebied door den oorlogstoestand in Europa zoo zeer zijn be perkt. worden in Nederland en België pogingen aangewend om het verkeer tusschen beide lan den in het komende relssseizoen te stimuleeren. Uitgebreide plannen zijn opgesteld en uitge werkt door de Alg. Ned. Ver. voor Vreemdelingen verkeer in ons larrd en door het Commissariaat generaal voor het Toerisme in België. De nau were en vruchtbaarder samenwerking tusschen de beide landen is mede een gevolg van de reorganisatie, welke in België heeft plaats ge had. Vroeger bestond daar te lande een Nationale Dienst voor het Toerisme. Op 1 Januari 1940 is deze veranderd in een Commissariaat-Generaal, dat rechtstreeks staat onder den minister voor Verkeerswezen en derhalve ook zijn kantoren heeft in het departement van Verkeerswezen in Brussel. Dr. A. Goris, in letterkimdlge kringen bekend onder zijn pseudoniem Marnix Geysen, is op dien datum benoemd tot commissaris-gene raal. Onder zijn leiding worden ten departemente alle kwesties behandeld, welké direct of indirect met het toerisme in binnen- en buitenland te maken hebben. In samenwerking met de A.N.V.V, is een recla me-campagne opgezet, waarmede men beoogt de schoonheden van de beide landen nader tot het publiek te brengen. Zoo werd onlangs gepubliceerd, dat de Bel gische letterkundigen Gerard Walschap en Felix Timmermans in ons land een serie lezingen zullen houden, waarbij toeristische films over België zullen worden vertoond. Gerard Walschap houdt zijn eerste lezing op 11 Maart in Groningen; daarna krijgen Utrecht, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag een beurt op respectievelijk 12, 13, 14 en 15 Maart-. Felix Timmermans spreekt in Nijmegen op 8 April, voorts in Rotterdam, Haar lem. Amsterdam en Den Haag op 9, 10 11 en 12 April. Walschap behandeld het onderwerp „Stad en Land"; Timmermans zal spreken over „Volks gebruiken en Folklore". Eveneens zal in de komende maanden zoowel in België als in ons land een serie van acht radio-voordrachten worden gegeven. Tenslotte bestaan er plannen om te komen tot de inrich ting van tentoonstellingen over het Belgische landschap in Nederland en over het Nederland- sche landschap in België. Ter inleiding van deze propaganda-actie. waar van de organisatoren groote verwachtingen heb ben. komt de commissaris-generaal voor het toe risme in België, dr. A. Goris. Donderdag 7 Maart in Amsterdam. Tijdens een ontvangst in Kras- napolsky zal dr. Goris spreken over de Neder- landsch-Belgische samenwerking op toeristisch gebied, welke voor beide landen zoo uitermate belangrijk is. De films, welke worden gedraaid op de propaganda-avonden, zullen Donderdag op de officieele bijeenkomst worden vertoond. (Adv. ingez Med.) De Rotterdamsche rechtbank heeft gistermiddag dè zaken behandeld tegen den 47-jarigen kantoor bediende P C. B. uit Schiebroek er, den 35-jarigen Duitschen journalist H. D.. beiden gedetineerd, die zich aan overtreding van art. 100 van het W. van S. en art. 21 der Neutraliteitsproclamatie zouden hebben schuldig gemaakt. Tegen beiden heeft de Officier vijf jaar gevan genisstraf geëischt. Aan B. was ten laste gelegd dat hij in het tijd vak van 1 November tot 22- December 1939 te Schiebroek, terwijl er toen oorlog was tusschen het Duitsche Rijk eenerzijds en Engeland en Frankrijk anderzijds, opzettelijk een bijzonder voorschrift, ter handhaving der onzijdigheid van regeeringswege gegeven en bekend gemaakt, heeft overtreden door op den Molensingel te Schiebroek, opzettelijk een radiozendstation of zend installatie op te richten of te exploiteeren ten dienste van het Duitsche Rijk. Verdachte B. gaf de feiten, die hem ten laste ge legd werden ten volle toe. Op een vraag van den president mr. F. G. Schalkwijk, zegt verdachte dat het door hem opgegeven beroep van kantoorbe diende eigenlijk niet juist is. Verdachte is marco nist en tijdens den voriger, oorlog heeft hij als mar conist gevaren. Reeds toen was er contact geweest tusschen hem en den Duitschen inlichtingendienst voor het overzenden van berichten. In September 1938 was verdachte door den Duitschen inlichtin gendienst aangezocht spionnagewerkzaamheden te verrichten in Frankrijk. In September van het vorig jaar heeft hij in Duitschland gesproken met twee personen, die hem verzocht hadden, zich te willen belasten met het overzenden van berichten tegen een maandelijksche vergoeding van f 250. Verdachte was daarop ingegaan en ter uitvoe ring van de overeenkomst had hij een pand ge huurd aan den Molensingel te Schiebroek. waar hij de noodige apparaten, die hy uit Duitschland had ontvangen, had opgesteld. Verdachte had alles zelf gemonteerd en den eigenlijken zender verdekt op gesteld tusschen den vloer en zoldering van de on dergelegen kamer. Dagelijks zond verdachte een weerbericht uit op een golflengte van ongeveer 50 Meter en volgens een afgesproken code, die telkens wisselde. De berichten betroffen het weer in Ne derland en de bodemgesteldheid. Verdachte had nadat hij eenige dagen zijn uitzendingen had ge daan een prentbriefkaart uit Duitschland ontvan gen met de afgesproken mededeeling voor het geval de berichten goed ontvangen werden. Later, toen hij den verdachte uit de volgende zaak had ontmoet, heeft deze hem bevestigd, dat de berich ten inderdaad goed door kwamen, maar dat de kwaliteit nog wat zou verbeteren, wanneer hij de antermekoppeling een paar millimeter losser maak te. Over November had verdachte zijn honorarium vermeerderd met f 60 voor onkosten, toegezonden gekregen. In December had hij zijn toelage uit handen van D ontvangen en op 21 December deed de politie een inval in zijn woning. Uit hetgeen de president mededeelt, blijkt, dat toen verdachte zich in het Huis van Bewaring be vond, de Duitsche inlichtingendienst nog een kof fer aan het adres van verdachte heeft gezonden met eenige onderdeelen voor de zendinstallatie, benevens een aangeteekenden brief met f 310. De rijksrechercheur F. C. G„ die een inval ge daan heeft in het pand te Schiebroek, verklaart, dat bij het eerste onderzoek een koptelefoon en een zendsleutel was gevonden. Toen verdachte nader aan den tand werd gevoeld, heeft hij toe gegeven, dat er een zendinstallatie was en de plaats aangewezen, waar deze verborgen was. Het contact met de verborgen installatie kwam tot stand door middel van kunstig in een hangkast verborgen contacten De opsporingsambtenaar van den radiocontrole dienst der P.T.T. A. C. M. verklaarde, dat het ge vonden toestel een zendinstallatie was, waarmee contact met het buitenland verkregen kon worden. De kapitein M. A. K. verklaarde, dat de door ver dachte uitgezonden weer- en bodemberichten voor een ander land van nut konden zijn en van invloed op de door de oorlogsleiding te nemen beslissingen. Requisitoir. De vertegenwoordiger van het O. M., mr. H. A. J. Reumer heeft in zijn requisitoir uiteengezet, dat verdachte wist, dat de berichten, die hij uitzond voor militaire doeleinden waren. Dat was hem mee gedeeld. Verdachte zegt, gemeend te hebben, dat hij met die berichten de belangen van het vaderland niet schond. Misschien kan men dit nog aannemen, wat be treft de weerberichten, maar ten opzichte van de berichten over de bodemgesteldheid, kan verdachte dat toch moeilijk volhouden. Er zijn nqg meer lieden, die zich aan dergelijke practijken schuldig maken. Zij worden rusteloos nagegaan. Moge deze strafzaak het iederen adspi- rant spion duidelijk maken, aan welk een riskant en onmaatschappelijk bedrijf hij zich schuldig maakt, waarbij het natuurlijk onverschillig kan zijn ten behoeve van welk land hij werkt. Wij wen- schen geen spionnen. Mede uit een oogpunt van generale preventie esicht spr. een gevangenisstraf voor den tijd van 5 jaren, met aftrek van het voor arrest. De verdediger mr. P. Sanders heeft in een uit voerig pleidooi betoogd, dat verdachte niet den opzet gehad heeft, dat door de wet wordt gevergd. Pleiter concludeerde tot vrijspraak en drong subsidiair aan op clementie De tweede verdachte. Vervolgens heeft terecht gestaan de 35-jarige Duitsche journalist H. D„ die door het geven van gelegenheid en middelen het misdrijf van den vori- gen verdachte zou hebben uitgelokt, subsidiair er aan medeplichtig zou zijn geweest. Verdachte, die verbonden was aan de West Deut sche Presse te Essen, verklaart, dat hij als verbin dingsschakel werkzaam is geweest voor den Duit schen contra-spionnagedienst. Hij is ook in contact geweest met verdachte B., die een geheimen zender voor het doorgeven van weer- en bodemberichten exploiteerde. Op 11 December had verdachte dezen B. te Amsterdam ontmoet en hem toen f 250 uitge keerd en hem medegedeeld, dat de berichten goed werden ontvangen, doch dat de ontvangst nog beter zou zijn, wanneer hij de antennekoppeling iets min der vast maakte. Ook heeft verdachte nog een koffer met onderdeelen aan B. gezonden. Dat deze zich toen in het Huis van Bewaring had bevonden, had verdachte niet geweten. Op 13 Januari had ver dachte wederom contact met hem gezocht en hem een telegram gezonden, dat hij hem te Amsterdam zou wachten. Hij is toen aldaar aangehouden. Verdachte zegt op nadere vragen, dat hij alleen in verband met B. naar Nederland was gekomen. In het vooronderzoek heeft verdachte echter verklaard niet te willen zeggen, welke andere opdrachten hij nog hier te lande te vervullen had. De vertegenwoordiger van het O. M. meende, dat bewezen is, dat verdachte zich aan uitlokking heeft schuldig gemaakt. Mocht de rechtbank dit niet wil len aannemen, dan is toch zeker de medeplichtig heid bewezen. Er moge bekoring zijn in het uit oefenen van spionnage in een ander land, maar men neemt een geweldig risico voor het geval men ge snapt wordt. Spr. meent tegen dezen verdachte de zelfde straf als tegen B. te moeten eischen. In een zeer uitvoerig pleidooi heeft mr. A. T. J. Etmans uit Leiden tot vrijspraak, subsidiair uiterste clementie geconcludeerd. Pleiter richtte tot de rechtbank het verzoek verdachte onmiddellijk in vrijheid te stellen, doch dit verzoek heeft de recht bank afgewezen. De uitspraak in beide zaken werd bepaald op 18 Maart. Geldt het rijtijdenbesluit ook voor niet in dienstbetrekking rijdende chauffeurs. Onverbindendlieid bepleit door Haagsclien advocaat. De Haagsche advocaat, mr. J. van der Hagen, heeft in een strafzaak voor den Haarlemschen Kantonrechter onverbindendheid van het rijtij denbesluit betoogd. Zooals indertijd het befaam de reglement autovervoer personen (RAP.), zou ook het rijtijdenbesluit meer hebben geregeld dan binnen het kader van de rijtijdenwet geoor loofd is. De wet gaat nl. van twee gedachten uit. Zij beoogt verkeersbescherming en arbeids bescherming, doch arbeidsbescherming alleen ten aanzien van hen, die in dienstbetrekking werk zaam zijn. Dit heeft geleid tot een tweeledige indeeling van categorieën van personen nl. van personen, die niet in dienstbetrekking en van personen die wel in dienstbetrekking werkzaam zijn. Art. l van de rijtijdenwet bepaalt nu ten aan zien var. hen die niet in dienstbetrekking werk zaam zijn, dat er regelen zullen gesteld wor den over de tijden, waarop en gedurende welke en den toestand waarin deze personen geen mo torrijtuig zullen mogen besturen, een verbod dus om in bepaalde gevallen achter het stuur te zitten. Voor de wel in dienstbetrekking rijdenden worden uitgebreidere regelen genomen. Voor hen zullen nl. de werk- en rusttijden worden ge regeld. Het rijtijdenbesluit laat de genoemde onderscheiding grootendeels varen en stelt re gelen ten aanzien van dienst-, rust- en werktijd van alle bestuurders van vracht- en huurauto's. Werktijd is dan de tijd waarin een chauffeur werkelijk rijdt, diensttijd de tijd. waarin hij ar beid verricht, dat kan dus andere arbeid zijn dan een auto besturen, rusttijd spreekt voor zich zelf. Art. 30 van het besluit bepaalt nu, dat een diensttijd voor vrachtautobestuurders niet meer mag bedragen dan veertien uur, hetgeen dus ook zou gelden voor personen, welke niet in dienstbe trekking rijden. Dit nu is een ruimer regeling dan de rijtijdenwet toestaat, om welke reden. Mr. van der Hagen de onverbindendheid van het rijtijdenbesluit bepleitte. Het betrof hier een geval van een boter- en kaashandelaar te Zoetermeer. die een vrachtauto bestuurd had. zonder in het bezit te zijn van een werkboekje. Mr. van der Hagen zette bovendien uiteen, dat volgens de geschiedenis van de wet het de bedoeling is geweest, dat alleen een werk boekje voorgeschreven zou zijn voor in dienst betrekking rijdende chauffeurs en deze bepaling dus in dit geval niet van toepassing is. De ambtenaar van het o.m. eischte een geld boete van f 6 subs. 6 dagen hechtenis. De kantonrechter zal 18 Maart schriftelijk vonnis wijzen. OPRICHTING VAN DE N.V. MAATSCHAPPIJ OVERIJSELSCHE KANALEN. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp inge diend tot oprichting, in samenwerking met de N.V. Overijselsche Kanalisatie Maatschappij, van een naamlooze vennootschap, welke ten doel zal hebben de instandhouding, de verbetering en de exploitatie van de kanalen, kanaal werken en an dere zaken' van de N.V. Overijselsche Kanalisatie Maatschappij en machtiging tot dit doel een over eenkomst aan te gaan. Volledigheidshalve zij hier medegedeeld, dat het in het voornemen ligt na het tot stand komen van deze regeling de werken tot doortrekking van den zijtak naar Almelo der Twenthe-kanalen tot de havenkom aldaar met kracht ter hand te nemen. Bijzonder bureau wordt ingericht Maatregelen tegen politieke propaganda in overweging. De minister van Justitie heeft aan de Eerste Kamer meegedeeld geheel in te stemmen met het oordeel, dat een snelle en scherpe vervolging en be rechting van extremistische uitingen en andere wetsovertredingen op net terrein van de openbare orde en van het openbaar gezag in omstandig heden als de tegenwoordige een groot belang is te achten. Het betreft hier zeer ernstige delicten, welke meestentijds in ruimen kring hun werking doen gevoelen en op den duur de grondslagen zelf, waarop onze staat en onze rechtsorde zijn gevestigd, dreigen aan te tasten. De plannen van den minister voor een meer stelselmatige en afdoende handhaving van de bestaande bepalingen ter bescherming van de openbare orde hebben sinds dc indiening van de memorie van antwoord bij de Tweede Kamer in tweeërlei richting vaster vorm aangenomen. In de eerste plaats is een bijzonder bureau in voorbereiding, hetwelk onder de leiding zal ko men te staan van den procureur-generaal bij het gerechtshof te Amsterdam, welk bureau op dit gebied in menigvuldige richting een docu- menteerende, adviseerende en coördinecrende taak zal kunnen vervullen. Daarnevens streeft de minister o.m. naar een meer stelselmatige naleving door administratieve instan ties in artikel 162 van het wetboek van strafvor dering: tegengegaan moet worden, dat door over heidsorganen, zij het geheel te goeder trouw, op eenigerlei wijze medewerking wordt verleend bij het plegen van misdrijven tegen de openbare orde. Inderdaad, verdient, aldus de minister, de vraag aandacht, of de bevoegdheden, welke artikel 37 van de wet op den staat van oorlog en beleg thans ver leent voor den staat van beleg, ook niet in eenigerlei vorm toe te kennen tijdens den staat van oorlog. Het strafrechtelijk onderzoek in de z.g.n. unifor- mensmokkelzaak is nog niet beëindigd. Door op bespoediging hiervan aan te dringen, zou men de deugdelijkheid in gevaar kunnen brengen. Tegen personen, die hier te lande ten behoeve van buitenlandsche spionnage-diensten trachten werk zaam te zijn, wordt door politie en justitie met groote activiteit opgetreden. Door middel van de aangevangen coördinatie en verbetering van ver schillende documentaties is de mogelijkheid van doelmatig toezicht te dezen verhoogd. Ook de politieke propaganda, welke het ver trouwen in de Ncderlandsche overheid en staatsinstellingen beoogt te ondermijnen, heeft de volle aandacht van den minister. Zoowel met betrekking tot dit verschijnsel als met betrek king tot de zooeven bedoelde activiteit ten behoe ve van het buitenland is hij zich er van bewust, dat de vraag kan rijzen, of de bestaande mid delen van controle en repressie toereikend zijn. Maatregelen om te dezen tegen alle moei lijkheden gewapend te zijn, zijn in overweging,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5