Haarlem's Dagblad
„AmstelFlora1940"
Haagsche spionnagezaak met
gesloten deuren behandeld.
De Harde Vrede.
Groote Schoonmaak.
Mannerheim brengt hulde
aan de gevallen Finnen.
57e Jaargang No. 17404
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant.
Uitgaven en Algem Drukkerij NV Bureaux Groote
Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37 Postgiro-
dienst 38810 Drukkerij Zuide> Buiten Spaarne 12.
Telefoon Directie 13082 Hoofdred 15054. Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825 Soendaplein 12230
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Donderdag 14 Haart 1940
Abonnementen per week 0.25, per maand ƒ1.10,
per 3 maanden ƒ3.25, franco per post ƒ3.55, losse
nummers 6 cent per ex Advertentiën: 1-5 regels
ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per
regel- Regelabonnementstarieven op aanvraag
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
0.15. Groentjes zie rubriek.
Er is nog geen bericht gekomen dat het Finsche
parlement het vredesverdrag van Moskou geratifi
ceerd heeft. Maar er schijnt nauwelijks meer twijfel
aan te bestaan dat dit gebeuren zal.
Inmiddels is veel verduidelijkt. De eerste woor
den van de proclamatie, door de Finsche regeering
tot het volk gericht, luiden: „Gedragen door de ge
dachte, ons volk een nog grooter ongeluk te bespa
ren, heeft de regeering het besluit genomen de
vijandelijkheden te staken". En daar wordt later
aan toegevoegd: „Wij hebben de kostbaarste van
alle goederen, onze vrijheid, kunnen bewaren".
De laatste zinnen in de radiorede van minister
Tanner luidden: „Het algemeen belang des lands
eischte, dat de voorwaarden werden aanvaard. De
regeering kan er over voldaan zijn dat in het ac-
coord geen politieke voorwaarden zijn opgenomen.
De vrijheid, souvereiniteit en onafhankelijkheid van
Finland blijven intact en het politieke program van
de regeering-Kuusinen is prijsgegeven. Men weet
niet wat de toekomst zal brengen. Eén ding is zeker:
ook het leger is intact en wij kunnen thans in af
wachting van de toekomst werken om ons econo
mische leven in opbouwenden zin tot ontwikkeling
te brengen".
Uit deze verklaringen blijkt dat de Finsche re
geering, belast met de verantwoordelijkheid voor
het lot van het volk, van twee kwaden het minste
heeft gekozen door harde voorwaarden aan te ne
men. Maar tevens dat zij waakzaam blijft en zich
beroept op het leger dat intact is. En dat doet zij
zeer zeker met overtuiging. Want achter de afge
stane Karelische landengte en het te „verpachten"
Hangö ligt geen onverdedigbaar open land maar
het Finsche merengebied met de uitgestrekte wou
den. Finland is geen grondgebied geworden dat
men in de toekomst maar zal kunnen binnenwan
delen. En de Russen hebben nu ondervonden wat
Finsche verdediging beteekent.
Veel is duidelijk geworden. Er is gebleken, na de
verklaring van Daladier, dat de Engelschen en
Franschen bereid waren een expeditieleger te zen
den en dat 50.000 Franschen twee weken geleden
geheel gereed waren om scheep te gaan, waarop
slechts gewacht werd op een beroep van Finland,
dat de Finsche regeering daar niet toe heeft willen
overgaan. Vóór de keuze in Moskou waren de Fin
nen dus al eerder tegenover een moeilijke keuze
geplaatst. Die heeft Tanner bevestigd en toegelicht
in de volgende woorden: „Nadat vastgesteld was
dat de eenige weg, waarover eventueele hulptroe
pen vervoerd konden worden, over Zweden en
Noorwegen liep en deze landen verklaard hadden,
dat zij ingevolge hun houding van strikte neutrali
teit geen doortocht zouden verleenen, heeft Finland
geen beroep gedaan op Frankrijk en Engeland".
Een Engelsch blad, de Evening Standard, geeft op
de vraag: „Waarom hebben de Finnen geen beroep
op Frankrijk en Engeland gedaan?" dit antwoord:
„Het had de keus tusschen aanvaarding van de
Russische voorwaarden of van zijn grondgebied iets
ergers te maken dan Vlaanderen. Zouden Britsch-
Fransche troepen op Finsch grondgebied vechten,
dan zou het niet lang duren vóór de Duitschers
tegenover hen zouden staan. De Finnen zijn voor
dezen afgrond teruggeschrikt en slechts weinig
menschen met gezond verstand zullen zeggen, dat
zij ongelijk hadden".
Het is goed eraan te herinneren, dat een regee
ring de verantwoordelijkheid draagt voor het lot
van land en volk en dat zij, als zij zich van die
verantwoordelijkheid bewust is, koel beleid moet
doen gelden en rekening houden met ervaring.
Onder andere'met de ervaring van den wereld
oorlog.
Dit geldt ook voor de Zweedsche en Noorsche
regeeringen op wier schouders „de schuld" van
dezen harden Finschen vrede thans schijnt neer te
komen. Vooral op de Zweedsche, wier toestemming
tot het doorlaten van Fransche en Engelsche troe
pen voldoende geweest zou zijn om deze hulpver
leening aan Finland mogelijk te maken. Menschen in
andere landen, die de Zweedsche regeering beschim
pen ymdat zij die toestemming niet gegeven heeft en
de neutraliteit van Zweden gehandhaafd, dienen
zich eens even in te denken dat him volk in de
Zweedsche positie zou verkeeren. Veronderstel eens
dat wij Nederlanders dat land bewoonden en onze
regeering, belast met de verantwoordelijkheid voor
ons volk evenals zij dat nu is, had moeten beslissen.
Zou men dan voor een dergelijk besluit geweest
zijn? Zelfs als men zijn eigen leven en de levens
van zijn vrouw en kinderen voor het nabuurvolk
had over gehad, zou men dan gezegd hebben:
„Laten wij den grooten Europeeschen oorlog, die
nog niet is losgebarsten, nu maar hier gaan ont
ketenen?"
Ik geloof dat de Zweedsche regeering niet anders
kon handelen dan zij heeft gedaan. En degenen die
meenen dat Frankrijk en Engeland maar tegen den
wil van Zweden en zonder beroep van Finland hun
expeditieleger aan wal hadden moeten zetten, steu
nend op hun overmacht, dienen zich af te vragen:
„Wat zou er dan van de rechtspositie der kleine
volken zijn overgebleven?ook van de onze en
de Belgische en de Zwitsersche? Het antwoord is:
•iets.
De vrede, dien de Russen voordeelen heeft ver
schaft die zij met hun fantastische overmacht niet
eens hebben kunnen veroveren, is strijdig met ons
aller gevoel voor hetgeen een zoo moedig en hoog
staand klein volk als het Finsche verdiende. Maar
dat de volken in het hooge Noorden met dezen
loop van zaken het uitbarsten van den Europee
schen oorlog in hun gebied verhoed hebben is iets,
waarvoor wellicht later heel Europa hun dankbaar
zal zijn. En dat dit „een tweede München" zou we
zen wondt al weersproken door de vandaag uit
Kopenhagen, Oslo en Stockholm tot ons komende
berichten over een Noordsch statenvei'bond. Met de
positie van Tsjecho-Slowakije in 1938 is die van
Finland in 1940 trouwens in geen enkel opzicht te
vergelijken. Te minder omdat Rusland, alleen
■chijnbaar triomfator, nog steeds aan de bedreigin-
Vandaag heeft de Haagsche rechtbank zich bezig
gehouden met de berechting van de drie verdach
ten, betrokken in de spionnagezaak, welke eind
November van het vorig jaar door de politie is ont
dekt. Naar men zich zal herinneren werd toen te
Rotterdam gearresteerd de genaturaliseerde Duit-
scher ir. F. W. J. H. P. S., bij wien eenige rolletjes
met nog niet-ontwikkelde foto's werden aangetrof
fen. Na ontwikkeling bleken op deze foto's te zijn
opgenomen een aantal copieën van lijsten, door het
rijksbureau van zeescheepvaart samengesteld, be
treffende in het buitenland aangehouden Neder-
landsche schepen, en hun lading. Het verdere onder
zoek leidde tot de arrestatie van den heer G. W. F.
van H., referendaris van het departement van
sociale zaken, diens echtgenoote, mevrouw A. J. van
H. geboren van A. en mr. W. B. J. B. hoofdcom
mies aan het departement van economische zaken.
Op verzoek van den minister van justitie werden
gedurende het onderzoek in deze zaak door den
i echtercommissaris, mr. M. A. van Rijn van Alke
made, geen verdere publicaties hierover gedaan.
Volgens de dagvaardingen zou de zaak zich als
volgt hebben toegedragen. Mr. B. had, als ambte
naar van economische zaken, de beschikking over
lijsten van het rijksbureau van zeescheepvaart,
waarin vermeld stonden de in het buitenland aan-
en opgehouden Nederlandsche schepen, vermelden
de, den naam, de reederij, de lading, de ligging en
bijzonderheden van de schepen. Mr. B. zou nu, naar
men meent, de lijsten naar de woning van den heer
en mevrouw van H. hebben gebracht, die op hun
beurt deze lijsten weer aan ir. S. zouden hebben
laten zien. S. zou in verbinding hebben gestaan met
een vreemde mogendheid die belangstelling voor
deze documenten had.
Niet onmogelijk acht men het, dat ten gevolge van
deze spionnage Nederlandsche schepen tot zinken
zijn gebracht, daar het hier immers ging om de op
somming van schepen, welke in de Duins werden
opgehouden en later naar Nederland zouden koers
zetten.
Ir. S., die geregeld bij de familie van H. aan huis
kwam en daar de lijsten inkeek en overnam, zou
gezegd hebben, dat het heel wat werk was om de
lijsten over te nemen en het fotografeeren veel ge
makkelijker zou zijn. De heer van H. zou van een
kennis op het departement een foto-toestel te leen
hebben gekregen onder het voorwendsel, dat hij
thuis van zijn vrouw enkele foto's wilde maken.
Van H. moet het toestel in werkelijkheid aan ir. S.
hebben gegeven, die de betrokken documenten zou
hebben gefotografeerd. Hij zou ze daartoe op den
grond hebben gelegd er met het fototoestel boven
zijn gaan staan. Op die wijze is een stuk van de
vloermat ten huize van de familie van H. meege-
fotografeerd en die bijzonderheid heeft tot de
arrestatie van het echtpaar bijgedragen.
Mevrouw Van H. zou bovendien nog aanteeke-
ningen uit de lijsten hebben gemaakt en deze aan
ir. S. ter hand hebben gesteld.
Het eerst moest terecht staan mr. W. B. J. B., die
in rechten werd bijgestaan door jhr. mr. H. de
Ranitz.
In deze zaak werden als getuigen gehoord ir. S.
en de directeur van het rijksbureau zeescheep
vaart en van den economischen voorlichtingsdienst,
dr T. P. van der Kooy.
Daarna werd de zaak tegen mevrouw Van H.
behandeld. Zij werd verdedigd door mr. E. G. S.
Bourlier. In haar zaak werden dezelfde getuigen
gehoord, alsmede de verdachte in de eerste zaak,
mr. B. In de middagzitting die om twee uur zou
aanvangen, zou de heer Van H. terechtstaan. Hij
wordt eveneens door mr. Bourlier verdedigd, ter
gen in het Zuiden Turkije en het Fransche le
ger in Syrië blijft blootgesteld.
Er wordt nu ook anders gehandeld dan in 1914
1918. Er heerscht geen sfeer van bezeten volkenhaat
zooals toen. Men weet wat de groote oorlog is
de opperste vijand. Men wantrouwt en vermijdt
hem. Engeland, Frankrijk, Duitschland zelf vermij
den hem nog steeds. Er wordt veel koeler beleid
toegepast, er is veel meer zelfbeheersching. Ook in
Finland en Zweden zijn die gebleken. Zij alleen
kunnen de redding van Europa brengen. Slachting
beduidt slechts ondergang.
R. P.
wijl weer dezelfde getuigen als in de zaak tegen
zijn echtgenoote zouden worden gehoord.
ir. S., die thans te Rotterdam is gedetineerd, zal
zich voor de rechtbank aldaar hebben te verant
woorden.
Aan de drie verdachten, die heden moesten te
rechtstaan is overtreding van art. 98 van het Wet
boek van Strafrecht ten laste gelegd.
Dit artikel zegt: „Hij, die opzettelijk bescheiden,
rechten of inlichtingen omtrent eenige zaak, waar
van hij weet dat de geheimhouding door het be
lang van den staat wordt geboden, hetzij open
baar maakt, hetzij aan een buitenlandsche mo
gendheid mededeelt of in handen speelt, wordt ge
straft met gevangenisstraf van ten hoogste zes ja
ren". De maximum-straf, welke in dit geval kan
opgelegd worden is in werkelijkheid veel hooger.
Het maximum kan met een derde worden ver
hoogd, indien de verdachte door het begaan van
het feit een bijzondere ambtsplicht schond zoo
als in deze gevallen terwijl bij samenloop van
meerdere feiten, die als op zichzelf staande han
delingen moeten worden beschouwd en meerdere
misdrijven opleveren, nogmaals het maximum met
een derde kan worden verhoogd, zoodat dit dan
op tien jaar en acht maanden zou konten.
Dinsdag jl. heeft de rechtbank er over beraad
slaagd of deze zaak in openbare zitting of met ge
sloten deuren zou worden behandeld. Tot het laat
ste werd besloten, zoodat publiek en pers vandaag
tot de zittingszaal geen toegang hadden.
'sGRAVENHAGE 14 Maart. De behande
ling van de zaak tegen mr. B. duurde ruim een
uur. De officier van justitie eischte wegens
medeplichtigheid aan poging tot het in de dag
vaarding ten laste gelegde misdrijf van artikel
98 van het wetboek van strafrecht een gevan
genisstraf voor den tijd van twee jaar.
VOETBALMATCH BELGIë—HOLLAND
wordt door de PHOHI naar Indië uitgezonden.
Indien een behoorlijke ontvangst mogelijk blijkt,
zullen wij deze reportage van
HAN HOLLANDER over de 5de lijn door
geven.
CENTRALE RADIO ONTVANGST,
HAARLEM TELEFOON 10010.
(Adv. Ingez. Med.)
EBT U een zolder vol „oude rommel"?
Er zijn zeker anderen, die daar
het een en ander wel van kunnen gebrui
ken en willen overnemen. Een Groentje
in Haarlem's Dagblad helpt U aan .hun
adressen.
WAT FINLAND VAN ZIJN LAND AAN
RUSLAND MOET AFSTAAN.
Op bijgaande kaart van Finland zijn de ge
bieden weergegeven met dikke zwarte lijn welke
in het vredesverdrag tusschen Rusland en Fin
land zijn geformuleerd.
Voor de staatsgrens tusschen Sovjet-Unie en
de Finsche republiek worden de nieuwe lijnen
vastgesteld.
1. De schiereilanden Sredny en Rabatsji in
het hooge noorden. (Zie voor uitgebreide situatie
het neven kaartje.)
2. De geheele Karëlische Landengte met inbe
grip van de steden op het kaartje weergegeven.
(Zie neven kaart).
3. Een gebied ten oosten van Markjarvi; de
Sovjets hebben hierbij op het oog het doortrekken
van den Kemijarvi-spoorweg naar Kandalasksj,
een aftakking dus op den Moermansk-spoorweg;
de nieuwe grens zou hierbij een deuk vertoonen.
4. Afstand van de eilanden in de Finsche
Golf.
5. Afstand van Hangö voor het aanleggen van
een Russisch vlootsteunpunt.
Op de kaart krijgt men een goed algemeen
overzicht
Het wordt weer groote schoonmaaktijd,
De huisvrouw heeft zich weer gewijd,
Aan boenders en aan dweilen;
En vader, die slechts rust verlangt,
Weet niet, wat er al niet aan hangt
Voor 't reilen kan en zeilen.
Hij gaat maar 's ochtends weg, die man
En heeft geen flauwe notie van
De zorgen en de lasten,
Waarvoor zijn arme vrouw weer staat.
Wanneer zij fel ten aanval gaat
Op kamers en op kasten.
De schoonmaak heeft haar in zijn greep,
Zij gaat den heelen dag om zeep,
Gelukkig maar figuurlijk;
Zij voelt het als een hooge plicht.
Die haar door 't lot is toegedicht.
Maar niet erg avontuurlijk.
Maar eindelijk breekt de dag ook aan,
Dat heel de rompslomp is gedaan.
En dan mag, haar ter eere,
De man, die dikwijls heeft geklaagd,
Maar wien om hulp niet is gevraagd,
Haar wel eens flink tracteeren.
Want broeders, als het aan ons lag,
Was er dan ooit een schoonmaakdag?
Laat staan nog schoonmaakweken;
Wij spotten graag ermee, als man,
En mopperen zoo nu en dan
Maar hebt gij het ook weieens van
Den „schoonen" kant bekeken?
P. GASUS.
„Hulp, waarop zoo lang was gehoopt,
nimmer gekomen
Maarschalk Mannerheim heeft in zijn laatste
dagorder, welke gisteravond aan de Finsche troe
pen is voorgelezen, hulde gebracht aan de 15.000
Finsche gesneuvelden. Hij schatte de Russi
sche verliezen op 200.000 man. Ondanks den
moed en de gevechtskwaliteiten van het leger,
aldus de dagorder, heeft de regeering het noodig
gevonden vrede te sluiten. Ons leger was klein.
Wij waren verplicht verdedigingslinies aan te
leggen, hulp uit het buitenland te vragen en de
noodige wapenen en munitie te verkrijgen. Na
zestien weken van harden strijd houdt het Fin
sche leger nog stand tegen een vijand, welke on
danks de hem toegebrachte kolossale verliezen,
slechts in aantal toenam. De Finsche soldaten
zijn blootgesteld geweest aan enorme physieke
en psychologische inspanning, omdat het niet
mogelijk is geweest hen af te lossen.
De veldmaarschalk dankt Zweden, Noorwegen,
Groot-Brittannië en Frankrijk voor de verleen
de hulp in den vorm van wapenen, munitie en
vliegtuigen, waar zonder de Finsche strijdkrach
ten het onmogelijk zoolang hadden kunnen uit
houden. Hij voegde hieraan toe:
„De hulp met manschappen, waarop zoo
lang was gehoopt, is nimmer gekomen.
Slechts twee bal tal j ons vrijwilligers met
eenig geschut, luchtdoelgeschut en vliegtui
gen konden hier tijdig aankomen om te
strijden aan de zijde der Finnen".
Tenslotte zegt Mannerheim: „dat de door de
Westersche Mogendheden beloofde hulp
niet is gekomen, omdat de buren van Fin
land, Zweden en Noorwegen liever naar hun
eigen huis keken dan hulp te laten passee-
ren."
Mannerheim's dagorder, zoo meldt Reuter uit
Helsinki, heeft diepen indruk op het Finsche volk
gemaakt. Na de radio-uitzending konden vele
soldaten hun tranen niet bedwingen.
Naar gelang meer feiten bekend worden,
wordt het steeds duidelijker, dat Finland
weinig anders kon doen dan vrede slujten.
Geleidelijk dringt het door, hoe ernstig de
militaire positie was. In Zuid-Finland maak
ten de Russen bij hun opmarsch over het ijs
zulke vorderingen, dat de kustbatterijen ten
Oosten van Helsinki reeds in actie hadden
moeten komen.
Behalve de 15.000 dooden aan Finsche
zijde, welk cijfer Mannerheim noemde, zou
den alleen in Februari nog 15.000 Finnen
ernstig gewond zijn.
De sneeuw, waarom iedereen in Finland heeft
eebeden. is tenslotte vandaag beginnen te val
len— te laat om het land te redden.
De ratificatie van het vredesverdrag door het
^insche pnrlenient wordt vandaag of morgen
verwacht. Er bestaat geen twijfel omtrent den
uitslag der stemming, want. naar vernomen wordt,
heeft de Finsche premier Ryti, voor hij naar
Moskou vertrok, garanties gekregen van zijn
narlementaire collega's.
De economische gevolgen voor Finland van
de grenswijziging zullen in velerlei opzicht
ernstig zijn. Ongeveer 20 procent van Fin
land's uitvoer ging over Viborg en verder 10
procent over Hangö. Een groot aantal belang
rijke houtpulpfabrieken en houtzaagmolens
zullen door de Russen worden overgenomen.
Het laatste Finsche legerbericht.
Het Woensdag uitgegeven legerbericht luidt als
volgt:
Op 12 Maart heeft de vijand aangevallen op de
Noord-Westelijke oevers van de baai van Viipuri
en de Finsche tegenaanvallen duurden tot in den
morgen van 13 Maart. De vijand werd terugge
worpen en 12 tanks werden vernield.
In de gevechten der laatste dagen trachtte de
vijand over het ijs te trekken van de baaien van
Muhu en Viljajoki, met als gevolg, dat hij 60
tanks verloor.
Tusschen Viipuri en Vuoksen ondernam de
vijand plaatselijke aanvallen. Overal werd hij
echter teruggeslagen in nachtelijke tegenaan
vallen In de richting van Paakkola bracht de
Finsche artillerie een aanvalspoging van den
vijand tot staan. In het district Vuosalmi deden
zich den geheelen dag infanterlegevechten en
Het woord is aan
Wl. v. Fedorowicz:
Er is één ding dat alle misverstand uit
den weg ruimt: de waarheid-
vuurgevechten der artillerie voor. Een vijande
lijke aanval werd afgeslagen en 3 tanks werden
vernield. Tusschen Vuosalmo en het Ladogameer
artillerievuur van weerskanten, in de richting
van Taipale werd de vijand teruggedreven en ten
Noord-Oosten van het Ladogameer werd een
vijandelijke aanval op Uomaa en Kollanjokl af-
eeslagen. In de richting van Kuhmo werden vele
vijandelijke aanvallen afgeslagen.
Aan de andere deelen van het front bedrijvig
heid van patroulles.
In den ochtend van den dertienden Maart ging
de vijand voort met aanvallen op de Karelische
landengte, ten Noord-Oosten van het Ladoga
meer en bij Kuhmo. tot 11 uur. Op dit tijdstip
werden de vijandelijkheden aan beide kanten
gestaakt. De vijandelijkheden waren hoofdzake
lijk gericht op het Noorden van Finland. Ver
schillende plaatsen werden gebombardeerd. Vol
gens gecontroleerde gegevens zijn vier vijandelijke
vliegtuigen neergeschoten, terwijl het van drie
nog onzeker is. of zij neergehaald werden. Van
vier onzekere gevallen van 12 Maart is thans
komen vast te staan, dat de vliegtuigen neerge
haald zijn, de vier wrakken zijn gevonden. Op 13
Maart staakte de Finsche luchtmacht de opera
ties om 10 uur, terwijl de vijand zijn bombarde
menten des morgen voortzette op Rovanlemi en
Kemijarvi. waar drie burgers werden gedood.
Het Russische legerbericht.
Het hoofdkwartier van het militaire district
Leningrad deelt mede: ..Op 13 Maart om zeven
uur 's ochtends hebben de Sovjettroepen na een
bestorming gedurende twee uur de stad Viipuri
bezet. Tot twaalf uur vanmiddag heeft zich In de
andere sectoren van het front niets belangrijks
voorgedaan.
Om twaalf uur vanmiddag (Leningr, tijd) zijn
in alle sectoren van het front, overeenkomstig
het vredesverdrag, de vijandelijkheden gestaakt.
Proclamatie van de Finsche
regeering.
HELSINKI, 14 Maart. (D.N.B.) De Finsche re
geering heeft gisteravond een proclamatie tot het
volk gericht welke o.a. als volgt luidt:
„Gedragen door de gedachte ons volk nog groo
ter ongeluk te besparen, heeft de regeering het be
sluit genomen de vijandelijkheden te staken. Dank
zij de geweldige inspanning van ons leger en van
het geheele volk, en dank zij de bloedige offers
van onze jeugd, hebben wij, afgezier^ van de af
gestane gebieden, het kostbaarste vari' alle goede
ren, onze vrijheid, kunnen bewaren. Wij hebben
onze nationale eer gered en eth recht verwor
ven voor ongestoorden opbouwenden arbeid. Ter
wijl de oorlog der groote mogendheden voortduurt,
zal ons volk zich nu geheel wijden aan het vre
deswerk. Gedachtig de gesneuvelden, en zich be
wust van haar groote offer, acht de regeering het
haar hoogste plicht onverwijld te beginnen met den
wederopbouw. Als bijzondere plicht zal zij be
schouwen de verzorging der gezinnen van onze ge
sneuvelden en invaliden, alsmede van de onbemid-
delden, die door hun werk achter het front schade
hebben geleden. Onze eerste plicht zal het zijn, er
voor te zorgen, dat de bewoners uit de afgestane
gebieden een nieuwen bestaansgrond krijgen.
Radiorede van president
Kallio.
HELSINKI, 14 Maart (Reuter). President
Kallio heeft een korte radiorede gehouden, waarin
hij sprak over Finland's positie in den oorlog en
de eenheid, die door den strijd tot stand is ge
bracht.
Finland moest alleen strijden, aldus Kallio, die,
na hulde gebracht te hebben aan het leger en aan
Mannerheim, vervolgde: „Thans moet Finland zich
aan den wederopbouwarbeid wijden. Wij moeten
bedenken, dat het lot van Finland in onze handen
ligt, Het is de plicht van de Finsche regeering en
van het volk. zorg te dragen voor de bevolking van
de Karelische landengte, die thar.s gedwongen zal
zijn, haar haardsteden te verlaten.
Kallio eindigde tenslotte met uiting te geven aan
de hoop op uiteindelijken vrede en voorspoed in
Finland.
De rede werd later in het Zweedsch Uitgezon
den.
VRIJDAGMIDDAG 3 UUR is de
OPEN VOOR HET PUBLIEK.
Het BLOEMENSPROOKJE in de
APOLLOHAL te Amsterdam
15—25 MAART. Entréc 50 ct. (pl. sted. bel.)
Open van 923 uur.
Tramlijnen 3. 24. 25, Buslijn E.
(Adv. Ingez. Med.)
HEDEN: 12 PAGINA'S.
Jl' '4' '!iü|j
ActikeCen^
R. P.: De harde Vrede. pag. 1
Zweden verklaart geen druk op
Finland te hebben uitgeoefend.
gag. 5
Een verzoek om troepenzending is
niet door Finland gedaan. pag. 5
J. B. Schuil:: Ballet Tilly Sylon.
pag. 6
Voor de Vrouw. pag. 9
Laatste Berichten op pagina 6 j|
^LMiiBiiiBWBniHiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiBnmwHWiiaiiiinffininiWHmMMHW ni^