„BLOED VAN
VOLKSVERHUIZING IN ZUID LIMBURG.
BOEDDHA"
door
HAROLD WARD
is
Met een plotselinge beweging, snel als de blik
sem, sprong bij op en keerde zich om. Hij zag een
glimp van een gelaat, door een zakdoek half be
dekt. Meteen ontwaarde hij een omhoog geheven
hand. die een revolver bij den loop omklemde.
Hij trachtte nog te bukken en boog zijn hoofd
achterover om den slag te ontgaan. Gedeeltelijk
slaagde hij, de slag trof hem niet op het achter
hoofd, zooals de bedoeling van den aanvaller ge
weest moest zijn, maar een klap tegen zijn slaap
was toch voldoende om hem voorover op de schrijf
tafel te doen vallen. Instinctief bracht hij zijn han
den boven zijn hoofd, om den volgenden slag af
te weren. Voor de tweede maal daalde de revolver,
een dreunende slag trof zijn achterhoofd, ster
ren en lichtstrepen dansten voor zijn oogen. toen
werd alles duister, langzaam gleed York van den
stoel op den grond
Hoe lang hij bewusteloos geweest was, wist
York niet. Toen hij bij kwam lag hij nog op den
vloer, zijn hoofd deed ontzettend pijn, voorzichtig
voelde hij naar de pijnlijke plek. Een geweldige buil
prijkte op zijn achterhoofd, bloed sijpelde lang
zaam in zijn nek. Met moeite trok hij zich aan den
stoel overeind, de lamp op de tafel brandde nog,
zijn blikken gleden onwillekeurig over het blad.
Er ontbrak iets. daar was hij zekei van zijn
hoofu bonsde, regelmatig denken kon hg niet
wat was er verdwenen?
Plotseling drong het tot hem doorHorace
An son Lee's notities lagen niet meer op de tafel!!
HOOFDSTUK XI.
Een draad in het duister.
York strompelde de trappen op naar zijn ka
mer. Daar aangekomen viel hij weer halfbewuste-
toos op zijn bed; toen hg een half uur zoo gele
gen had, begonnen zijn hersenen weer normaal te
functioneeren, en kreeg zijn ijzersterke wil weer
de overhand. Hij wankelde naar de badkamer, hield
zijn hoofd onder de kraan. Toen zocht hij de flesch
whisky op, die Fenton mee naar boven genomen
had en nam een flinken slok. Dat deed hem goed.
Langzamerhand werd zijn hoofd helderder
In zijn zak had hij gelukkig een pakje pleister,
hij deed een stuk op zijn hoofd en op de wond aan
zgn kin en ging toen zitten nadenken.
Zijn hoofd deed nog flink pijn. Hij voelde zich
zwak, hij zwaaide als hij probeerde te loopen, al
zijn spieren schenen wel gekneusd, zijn hoofd bons
de als een stoomhamer.
Hij begreep, dat hij zijn tegenstander onderschat
had. Hij was te langzaam geweest. In Horace
Anson Lee's notitie's had een aanwijzing gestaan,
die hem op het spoor van den moordenaar had
kunnen brengen, maar hij had er te laat aan ge
dacht. Z'n tegenstander was hem voor geweest.
Hij begreep niet, waarom de man hem niet ge
dood had, nu hij er de kans voor gehad had. Was
zijn geheimzinnige aanvaller ergens voor op de
vlucht geslagen, of was het hem alleen maar om
het bezit van de aanteekeningen te doen geweest?
In ieder geval was een ding duidelijk, iemand uit
het huis was de schuldige, een van de bewoners, of
een van de gasten.
Waarschijnlijk een van de mannen, hoewel het
niet geheel tot de onmogelijkheden behoorde dat
een vrouw de hand in het spel had. Hoe het ook
zg, de moordenaar hield van snel toeslaan, zgn
methodes waren te volmaakt. Eén man kon hem
niet baas, dat zag York wel in. Hg moest hulp
hebben en wel hoe eerder hoe beter.
Fenton?De sheriff was langzaam, had niet
voldoende ervaring voor deze taak. Met Jake was
dit nog meer het geval en dokter Fay kwam ook
al niet in aanmerking. Een oogenblik dacht hij
erover naar de stad te telefoneeren om een privé
detective, toen hem plotseling de gedachte aan
Tommy Muer door zgn pgnlgke hoofd schoot.
Tommy Muer!Hoe dom, dat hij daar niet
eerder aan gedacht had!
Luitenant Muer was in New-Orleans, wist York,
hij zou waarschijnlijk niets onderhanden hebben.
De opdracht, waarmede hij belast was. zou hem
zeker niet veel tijd gekost hebben. York had hem
over een week in New-Orleans zullen ontmoeten,
samen zouden ze vacantie genomen hebben. Het
plan was eenige dagen te gaan visschen, voor ze
naar New-York terug zouden keeren. Muer was
een van York's assistenten in de A.I.S., kundig en
ervaren, de juiste man voor dit zaakje.
York maakte er meteen werk van. Er hing een
telefoon naast zijn deur op de gang. maar daar hg
bevreesd was. dat men hem af zou kunnen luiste
ren, strompelde hij naar beneden, naar de telefoon
cel en vroeg verbinding met het hótel Grunewald
in New-Orleans, waar Muer logeerde. Het duurde
gelukkig niet lang voordat hij de luitenant aan de
telefoon kreeg. Met een paar woorden bracht hij
hem op de hoogte.
„Zou je vanavond nog kunnen komen?" vroeg
hij.
„Het is nu half vijf," antwoordde Muer, „mag
ik een half uur hebben om een vriend goeden dag
te zeggen?"
„Vergeet dat meisje en kom dadelijk hierheen",
beval York, die zijn assistent kende.
„In orde, kapitein, ik heb haar al vergeten!
Om vijf uur ben ik onderweg naar Arrapahoe
Als ik geen ongelukken krijg onderweg, kan ik
tegen achten bg u zijn. Maar wat is er eigenlijk
met u aan de hand, kapitein, uw stem klinkt zoo
flauw. Gaan de zaken niet best, of is er zooveel
vuurwater in het Zuiden''"
„Hou je praatjes maar voor je, Jongmensch, en
kom liever dadelijk hierheen, dan zul je wel mer
ken, wat er aan de hand is! Ik kan je de noodige
opwinding garandeeren, waar zelfs jouw jeugdige
overmoed
„Zijn er aardige meisjes?" viel Tommy zijn chef
in de rede.
„Loop naar den duivel!" verwenschte York
hem. „Schiet nu maar liever op en wees niet zui
nig met de benzine!"
„In orde kapitein, ik ga alOver een uur of
vier ziet u me op Oakwood Manor!"
York gaf hem nog eenige instructies hoe hg
rijden moest en beëindigde met een „tot straks"
het gesprek. Hij hing echter niet dadelijk den
hoorn op den haak. maar bleef een oogenblik
luisteren. Duidelijk hoorde hij een klik. Iemand
had meegeluisterd op de lijn!
Toen York de trap weer opging naar boven,
keek hij scherp uit, of hij ergens iemand zag
hg was toch niet de eenige in huis, die niet ge
slapen had.
In zijn kamer trachtte hij de stukken van de
puzzle op hun plaats te brengen. Het lukte niet
Hg was schijnbaar nog te suf, zijn hoofd deed
hem nog te veel pijn om logisch te kunnen denken
Woedend op zichzelf gaf hij het tenslotte op.
Er werd op zijn deur geklopt en professor Ditt-
mars trad binnen
„Er is iemand in het museum geweest", riep
hg uit, nauwelijks de deur achter zich sluitend.
„Ik ben er zeker van, want ik heb de deur op slot
gedaan, voor ik ging lunchen. Nu is die open en
voor de schrijftafel ligt een plas bloed!"
York grinnikte, en wees op den bult op zijn
hoofd.
„Daar ben ik aansprakelijk voor", zei hij. „Ik
kwam er langs, en zag de deur open staan Aan
gezien ik dacht, dat u er aan het werk zou zgn,
stapte ik binnen, maar toen ik u niet zag, vreesde
ik, dat men het weer op de robijnen gemunt had.
Ik rende dus naar de brandkast en onderzocht het
slot. Voor zoover ik zien kon was alles, in orde en
toen ik me weer op wilde richten, stootte ik me
met zoo'n geweld tegen een punt van de schrijf
tafel, dat ik een paar minuten versuft was. Ik
viel en moet m'n kin aan den stoel bezeerd heb
ben, want toen ik weer bij kwam, lag ik op den
grond en zat ik vol bloed."
„Wel. wel." zei Dittmars hoofdschuddend, ter
wijl hij den kapitein wantrouwend aankeek. „En
de deur van het museum stond open, zei u?"
York knikte.
„Vreemd", zei de professor, zijn baard met zgn
vingers kammend. „Ik begrijp er niets van! Ik
weet toch heel zeker, dat ik de deur op slot ge
daan heb, toen tk het museum verliet Waarom
deed u de deur niet dicht?"
„Ik vrees, dat ik daar te suf voor geweest
benhet eenige waar ik aan dacht, was om
zoo gauw mogelijk op mgg kamer te komen, ora
het bloed af te wasschen en een pleister op de
wonden te doen."
„Ik kan me niet voorstellen, dat ik de deur open
zou hebberr laten staan! Ik vergeel nooit, die te
sluiten! Misschien ben ik wel eens verstrooid, maar
op dat punt ben ik nogal secuur. Zou het mis
schien mogelijk zijn, dat iemand zich een duplicaat
sleutel verschaft heeft om zoo het museum binnen
te komen?"
York schudde ontkennend het hoofd. „Mogelgk is
het wel, maar niet waarschijnlijk. U hebt toch den
eenigen sleutel in uw bezit, nietwaar professor?"
„Er is nog een tweede sleutel, maar die wordt in
de safe bewaard." „Juist... maar om daar bg te
komen, zou de inbreker toch eerst den sleutel van
uw bretel moeten losmaken en dat gaat dunkt me
gemakkelijk zonder uw medeweten!"
niet
De professor gaf toe, dat dit onmogelgk was.
„Heeft Lee geen duplicaat sleutel?" ging York
voort.
„Neen, behalve de reserve sleutel in de safe z^jn
er geen andere." „Dan ïgkt me de eenige oplos
sing, dat u ditmaal vergeten hebt, de museumdeur
te sluiten. Ook de besten vergeten wel eens iets,
professor!"
„Dat weet ik wel", stemde Dittmars kregel toe,
..ik ben ook maar een mensch. Maar juist met het
sluiten van safe en buitendeur ben ik altgd zoo se
cuur!" 1 Wordt vervolgd).
ocneeve
Jan" te Delft is een consistorie-kamer
gebouwd uit steenen, die van 1600
dateeren
Onder wel zeer wtniersche omstandigheden had Donderdag de
Paaschvee-tentoonstelling te Amsterdam plaats. Het keuren der
beesten was geen sinecure
Mr. J. J B öosch ridder van Rosenthal,
de nieuwe Nederlandsche gezant bij
-de Zwitsersche regeering te Bern
Passagiers van den trein, die Donderdagmorgen wegens storing in de electrische
geleiding tengevolge van den hevigen sneeuwstorm bij Nieuwersluis strandde,
moesten vier uur wachten, alvorens zij met een anderen trein verder konden
reizen. Stormenderhand werd deze na aankomst bezet
Locomotieven bewezen goede diensten, toen Donderdag tengevolge van
de met de plotseling ingevaren koude gepaard gaande ijzelvorming het
electrisch treinverkeer ernstige stagnatie ondervond
Spelers en reserves van het Nederlandsch elftal, dat Zondag te Antwerpen de
Belgen zal bekampen, kwamen Donderdag in den Haag voor het laatst bijeen.
De Heer Herbe f voorzitter der T.C. van den K.N V Bhoudt een toespraak
inZuidLimburg.
Telkenjare om
streeks half
Maart trekken
de van boerderij
veranderende
pachtboeren
met hun have
en goed door
hetLimburgsche
Wil 1940 nog meer records slaan? Nóg is de winter blijkbaar
niet ten einde, want de sneeuwval deed de herinnering aan
de koude dagen, die wij voorbij waanden, weer terugkeeren