Mimsckouw
■■■a
Hoe Walt Disney
„Pinocchio" maakte.
„Jteec hab&y dan weck".
SCaveniacfU.
2)e vexCaieu zoon.
Verbeter Uw Schrift
2a Za
RAtIC
Een oude man en een
jong meisje.
KLOPVEEGZUIGERS
Litteraire
K antteekeningen.
ZATERDAG ï<5 MAART 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
De animators hebben het
'f moeilijkst.
EEN groot deel van het geheim van Walt
Disney's succes ligt in zijn kunst om in
ieder van ons de kinderlijke natuur
wakker te roepen. Zoo doet hij in zijn
korte filmpjes, zoo deed hij in de eerste getee-
kende hoofdfilm „Sneeuwwitje en de Zeven
Dwergen" en zoo zal hij ook in „Pinocchio" de
elementaire sentimenten van den toeschouwer
doen herleven. Voor Disney ligt in dit opzicht
nog een onafzienbaar terrein braak.
Men komt tot de conclusie, dat de onderwerpen,
die hij verfilmde, Walt Disney wel zeer dierbaar
moeten zijn geweest, dat hij met die boeken moet
zijn opgegroeid, dat ze hem ontroerd en verblijd
moeten hebben omdat hij de fundamenteele emo
ties, die zij oproepen, zoo duidelijk blijkt te ver
staan. Een verkeerde conclusie! Hij had ze nog nooit
gelezen! Hij had zelfs nog nooit van „Pinocchio"
gehoord tot kort voor hij besloot er een groote tee
kenfilm van te maken. En toen hij het boek las
zag hij meteen, dat het de universeele beginselen
bezat, die hij in ieder van zijn films tracht waar te
maken.
Disney schrijft zijn ideeën nooit op. Er is noch
een scenario ook geen conceptie er van noch
een draaiboek om mee te beginnen. Hij zegt bij
voorbeeld eenvoudig:
„Laten wij Pinocchio maken".
En dit zet zijn beste teekenaars aan het lezen van
het boek, het maken van duizenden schetsen, ideeën
voor het uitwerken van bepaalde onderdeelen, en
vooral het trachten om uit elk karakter een figuur
te creëeren, die straks op het witte doek zal leven.
De 15 menschen in de af deeling, waar men zich
belast met het -nasnuffelen van gegevens, verdiepen
zich in 'n 12000 boeken groote bibliotheek om duis
tere punten aan het licht te brengen, om afbeel
dingen van walvisschen en marionetten en krekels
te vinden.
Let wel, men werkt zonder scenario.
Dan komt een algemeene conferentie. Disney be
kijkt de schetsen (hij maakt er zelf geen), kiest de
conceptie van Pinocchio van dezen artist en de visie
van dien teekenaar op den koetsier of Geppetto,
den houtsnijder, maakt ondertusschen kleine veran
deringen en oppert voorstellen.
De figuren beginnen te leven.
Vervolgens gaat de modelleer-afdeeling aan den
slag, boetseerders en houtsnijders beginnen model
len van hout en van klei te vervaardigen naar de
geteekende ontwerpen. Deze modellen worden ge
kleurd en nu beginnen de figuren gestalte te krij
gen.
Nog is er geen scenario.
Dan komen de „animators" en hun werk is waar
schijnlijk het moeilijkst en in ieder geval het meest
tijdroovend. Want zij moeten de actie aan de ont
worpen figuurtjes geven, niet al de fijne details,
die bijvoorbeeld een wisselende gelaatsexpressie
met zich meebrengt. Iedere figuur wordt door een
aparten teekenaar uitgewerkt en deze wordt eigen
lijk net als een tooneelacteur voor een bepaalde rol
uitgekozen, wegens zijn geschiktheid voor het tee
kenen van een bepaalde figuur.
Hij bestudeert de origïneele ontwerpen en model
len, maar evenals bij een acteur is het resultaat af
hankelijk van zijn mimisch vermogen en meer in
het bijzonder van zijn eigen gelaatsexpressies, die
hem via een spiegel tot leiddraad dienen bij het
teekenen van zijn sujet. Het moet grappig zijn deze
teekenaars aan het werk te zien, terwijl ieder de
figuur speelt, die hij teekent.
Nog steeds geen scenario.
Maar langzamerhand komt er teekening in het
verhaal. De hoofdmomenten staan nu vast en de
Robert Taylor.
In „Slavenjacht" vinden wij Wallace Beery
In een rol, die als het ware „op maat" voor hem
is gemaakt. Daar in het onherbergzame berg
land van het Zuidelijke Amerika, waar hij aan
het hoofd staat van een diligence-onderneming
het stuk speelt in de vorige eeuw daar is hij
als een van die ruige figuren, die hij zoo
prachtig weet weer te geven, voortreffelijk op
zijn plaats. Wallace Beerv, hier captain Starkey
geheeten, is echter niet alleen de leider van ge
noemde maatschappij. Hij staat ook in zijdelings
verband met een van de duisterste bedrijven van
zijn tijd, den slavenhandel. Hij heeft om aan de
concurrentie van den
Luxor
opkomst zijnden
..spoorweg het hoofd
te bieden, contact ge
zocht met de mannen
van de onderwereld en verzorgt het vervoer van
slaven. Echter moet tot zijn eer worden gezegd,
dat hij in de veronderstelling verkeert dat on
gelukkige kleurlingen naar het noorden worden
vervoerd, waar zij. zooals veel geschiedde, door
filantropische genootschappen worden vrijge
kocht. Zoo is het echter niet: de negers worden
onderweg verkocht voor slavernij en bij hun
poging om te ontvluchten zonder pardon neer
geschoten. daar zij anders door de justitie als
„bewijsmatrïaal" tegen de slavenhandelaars
kunnen worden gebruikt.
Bij dit alles is de jonge Blake, eenmaal bezit
ter van een groot landgoed, maar door finan-
cieele slagen thans functionaris bij de spoorweg
maatschappij. zijn groote tegenspeler. Captain
Starkey en Blake zijn in voortdurend duel, waar
bij nu eens de een. dan weer de ander succes
boekt. Die tegenstellinfg vooral is het. die de
groote spanning aan de film geeft. Wallace Bee
ry en Robert Taylor als Blake zijn in die scènes
prachtig op dreef en het is tenslotte een verade
ming, wanneer zij eenmaal elkaar de broeder
hand reiken.
Men begrijpt dat ook de romantiek in deze
spannende film niet ontbreekt. Daarvoor zijn er
Florence Rice en Helen Broderick, die voor
twee liefdeshistories zorgen, waarbij ook de hu
mor op haar tijd niet ontbreekt.
Journaals en een kluchtig filmpje van „Our
pang" gaan aan den hoofdschotel vooraf.
„animators" zijn bezig de tusschen-phasen in te vul
len. Er zijn talrijke conferenties en dan, ineens,
komt men tot de ontdekking dat het verhaal-in-
beeld gereed is. Het heeft zichzelf „gebouwd".
Nu komt de muziek, want er moet een nauwe sa
menwerking tusschen den muzikalen leider en de
„animators" zijn. Immers een onverwacht accoord.
kan dikwijls een totaal ander stemmingsbeeld ge
ven dan de teekenaar bedoelt.
Dialoog en geluidseffecten volgen snel op het
werk der „animators". Op dit punt beland zijn er
legio lijnteekeningen zonder achtergronden, wat
muziek ter illustratie, gedeelten van dialoog en
verschillende geluidseffecten. Met deze elementen
wordt de, wat men noemt, ruwe copie samengesteld,
een film, die de actie in opeenvolgende scènes weer
geeft, doch geen décors of afgewerkte teekeningen
bevat.
Iedereen in de studio komt de ruwe copie zien en
den toeschouwer wordt gevraagd zijn of haar com
mentaar op de film te geven, waarbij dikwijls
waardevolle denkbeelden naar voren gebracht
worden. Moeten er veranderingen gemaakt worden
dan is hier nog de gelegenheid. De film is nu het
onderwerp van een grondige en leerzame studie ge
worden. Hier weet Disney ook of de film op het
vereischte peil staat. Eventueel wordt alles goed
gekeurd en worden de schetsen naar een andere
afdeeling doorgegeven. Daar wordt het werk van
den „animator1" in inkt overgetrokken op transpa
rant celluloid en daarna met groote nauwkeurig
heid en voorzichtigheid geverfd, want dit zijn de
uiteindelijke teekeningen. Achtergronden worden
op aparte celluloidvellen geteekend. Muziek en ge
luidseffecten worden opgenomen en gecoördineerd.
De camera, die tenslotte de film opneemt is de
multiplane camera, een vernuftig instrument van
Disney's eigen vinding. Door middel hiervan kun
nen achtergrond en actie op drie verschillende be
weegbare plannen gelijktijdig worden gefotogra-
feert. Het resultaat is een diepte-effect, dat op geen
andere wijze kan worden bereikt.
Het laatste stadium van de productie der film is
de combinatie van muziek, dialoog en geluidseffect
met het bewegende beeld, zoodat alles op één film
strook voorkomt en dan is „Pinocchio" klaar. Klinkt
het niet eenvoudig? Wel, het heeft twee jaar ge
duurd om „Pinocchio" te maken en er zijn buiten
de voorloopige schetsen, achtergronden enz.
450,000 teekeningen voor noodig geweest. Maar
iedereen, die er aan gewerkt heeft, heeft het leuk
(evonden„meer een hobby dan werk", zegt
Disney.
FILMA
Cinema
James Cagney als:
De programma's van Cinema Palace brengen ons
nogal eens in'aanraking met misdaad en vergelding
en ook deze week krijgen we weer volop ons deel.
In The Oklahoma Kid gaan woeste paardenritten
door onherbergzaam bergland, revolvergevechten,
overvallen op goudzendingen en op een postkoets
en al dergelijke avontuurlijke dingen in razende
vaart aan ons voorbij. Er zit in deze film een tempo
een bliksem trein. Jagen, jagen, jagen! De
held van dit alles is James Cagney, die door zijn
vader en zijn broer beschouwd wordt als de ver
loren zoon. Hij kan zich nie,t in het gareel schik
ken, heeft voor de wet minachting en erkent
alleen het recht van zijn revolver. Zijn vader
en zijn broer willen niets meer met hem te maken
hebben en toch is hij ten slotte de man, die de
bende, die de stad terroriseert onschadelijk maakt
en den dood van zijn vader op afdoende wijze
wreekt. Hij is de meest sportieve, meest onver
schrokken en moedigste
kerel, dien je je denken
kunt. Met zijn linker
hand schiet hij even
feilloos als met zijn
rechterhand. Elk schot is raak. Nu heeft hij wel
het fabelachtige geluk, dat zijn tegenstanders, die
in het schieten even bedreven zijn als hij, hem
blijkbaar nooit kunnen raken. Achilles de beroemde
held uit de Grieksche oudheid, was door zijn
moeder, toen hij nog een baby was, in het water
van de Styx ondergedompeld om hem onkwetsbaar
te maken. Ze had hem bij zijn hieltje vastgehouden
en dat was de eenige plek, waar hij kwetsbaar
was, hetgeen later ook zijn dood werd. Misschien
dat de moeder van the Oklahoma Kid dat verhaal
kende en er haar voordeel mee gedaan heeft,
waardoor hij heelemaal onkwetsbaar is geworden
Hoe het zij, voor avontuurlijke geesten valt er heel
veel te genieten. Het publiek wil nu eenmaal, dat
het den-held door alles heen naar den vleeze gaat
en dat hij aan het eind heelhuids en ongeschonden
uit den strijd komt. Er wordt fantastisch goed
paard gereden en er wordt over de geheele linie
met overtuiging en toewijding gespeeld. Een film
waar èn publiek èn spelers plezier in hebben.
De tweede hoofdfilm „Bedekte Oogen" geeft de
geschiedenis van een jongen beeldhouwer „Richard
Dix" die om eenige brieven waarmede een bende
bij zijn zuster chantage wil plegen, machtig te wor
den uit Parijs naar New-York vertrekt. Hij weet,
dat ze met een zending, waar ze bij toeval in
terecht zijn gekomen, naar een museum in New-
York zijn meegegaan. Om in het museum onge
hinderd zijn nasporingen te kunnen doen, simu
leert hij blindheid. Hij verkrijgt toestemming om
het museum te werken (hij geeft voor pas sinds
kort blind te zijn geworden en zijn kunst te willen
blijven beoefenen)zijn hond vergezelt hem steeds.
Die hond. Age, een prachtbeest! Hij bereikt zijn
doel, en de manier hoe, moet u zelf gaan zien.
Een extra vermelding verdient het bijzonder
aardige teekenfilmpje.
ZONDAG OCHTENDVOORSTELLINGEN.
Zondagochtenr zijn in Haarlem de volgende
filmvoorstellingen
Luxor: „Orkaan" met Dorothy Lamour en
John Hall.
Cinema Palace: Sneeuwwitje.
Rembrandt: „Het Kruger nationaal Wildpark".
Een spionnagegeschiedenis.
In het Moviac-theater wordt een spionnage-
film vertoond. „Ik was een spion", waarin we
Conrad Veidt zien als een commandant van het
Duifcsche bezettingsleger in België. De film is
zeer spannend. Woensdag, Zaterdag en Zon
dagmiddag worden speciale voorstellingen voor
kinderen gegeven van de film „Dik Trom".
H.H. MIDDENSTANDERS
HET STaaT BETERKwitanties, nota's, be
stellingen.. Uw boekhouding, Uw prijsopgaven.,
welk een ONAANGENAMEN INDRUK maakt het
op Uw cliënten, wanneer dit alles lomp en
onregelmatig is geschreven.
Dag- en Avondlessen. - Privé- en Clublesscn.
INST. REIBER—NAN,
Anno 1899 - KL. HOUTWEG 8 - Telef. 17655
(Adv. Ingez. Med.)
Claudeffe Colbert als
PROGRAMMA
Het is niet alles goud wat er blinkt in de
wereld! Dat ondervindt ook Zaza (Claudette
Colbert), het actricetje in de film van dien naam
vervaardigd naar een bekend tooneelstuk. Zij
treedt op in het theater Alcazar" te St. Méry. Als
kind moest zij al haar brood verdienen met
straatliedjes zingen. En daar in St. Méry ontmoet
ze Bernard Dufresne, de rijke Parijzenaar (ge
speeld door Herbert Marshall), die haar groote
liefde wordt. Dufrense voelt ook voor haar en
zij beleven samen een korten tijd van geluk.
Door toedoen van Cascart (die met Zaza op
treedt) -komt ze tot de ontdekking dat Dufresne
getrouwd is. Maar ze kan dit niet gelooven en
gaat zich in Parijs zelf van de waarheid over
tuigen. Aanvankelijk zeer verbitterd op Du-
fresne's vrouw, wordt Zaza in een gesprek met
diens dochtertje verteederd en gaat zij heen zon
der zich verder aan mevrouw Dufresne bekend
te maken.
Drie jaar later is
Zaza een eerste ster ge
worden in een groot
theater te Parijs en
daar ziet ze Bernard
Dufresne nog eenmaal terug om dan met een
lied voorgoed afscheid van hem te nemen.
Claudette Colbert speelt de rol van deze vrouw,
die zoo dapper haar led weet te verbergen voor
treffelijk, met al het sentiment, charme en raf
finement daarvoor vereischt. Herbert Marshall
speelt zeer aannemelijk de rol van Bernard
Dufresne. Ook de bijrollen, waarvan we vooral
Zaza's stiefmoeder en haar partner Cascart wil
len noemen, zijn in goede handen. De regie werd
gevoerd dor George Cukor.
In het voorprogramma' behalve eenige jour
naals, twee kleine filmpjes getiteld: „Zaken zijn
zaken" en „Klaar voor onder water".
Frans Hals
In het voorprogram van Rembrandt wordt een
alleraardigste Micky Mouse-film vertoond. Het
stille spel, dat deze geteekende filmheld ons hierin
te zien geeft is treffend! Voorts trekt een film over
de Spaansche rijschool in Weenen onze belangstel
ling. We -zien hier prachtige staaltjes van paarden-
dressuur, die vooral de aandacht van paardenlief
hebbers zullen opwekken. Op het tooneel zien we
Retala, die ons op velerlei instrumenten en ten
laatste zelfs met doodgewone glazen met sohoone
muziek verrast.
D'e hoofdfilm heet „De dwaze maagd". De tot nog
toe onbekende naam van den regisseur Berger
Diamant zal na deze film wel zelden of nooit meer
op het witte doek prijken. Hij heeft de op zichzelf
zeer interessante overigens niet onbekende
geschiedenis verfilmd
Rembrandt
van een ouderen rechts
geleerde, die getrouwd
met een eerzuchtige
vrouw, liefde onder
vindt van een jong meisje. Hij gaat er met haar
vandoor, maar haar broer reist het stel achterna
en weet hét op te sporen. Een vechtpartij tusschen
de twee mannen ontstaat en zij manoeuvreeren net
zoolang met de revolver totdat 't meiske, de dwaze
maagd in, casu, binnentreedt, zich voor den loop
posteert in de kogelbaan terecht komt, dood neer
stort, en op die wijze de mogelijkheid opent voor
een zielig maar bevredigend slot.
De film mist continuïteit, men kan als het ware
de momenten speuren, waarop de regisseur van
achter zijn camera tot de spelers zegt: „Nou begin
nen hoor", maar daar tegenover zijn er ook goede
momenten; we denken aan het afscheid door de te
lefoon.
Annie Ducaux en Victor France vervullen de
hoofdrollen en hun namen roepen herinneringen
op aan meesterwerken van de Fransche filmindus
trie. De dwaze maagd gaat dood. Maar Ducaux en
Francen overleven haar.
Met de schoonmaak
Een Nieuwe Lamp?
Koopt deze dan bij de grootste Speciaal
zaak in Haariem.
LEEFLANG Lange Veerstraat
Speciaal adres voor het opnieuw bekleeden
van Uw oude lampen.
(Adv Ingez. Med.)
DE OPRICHTING DER OOST-INDISCHE
COMPAGNIE.
Op Dinsdagavond 19 Maart zal de minister van
koloniën, de heer Welter, vooic de A.V.R.O.-
microfoon een rede houden getiteld „De Ver-
eenigde Oost-Indische Compagnie". Dit zal dus
zijn op den vooravond van den twintigsten
Maart, den datum, waarop in het jaar 1602 de
Oost-Indische Compagnie werd opgericht. Sinds
1930 wordt ieder jaar door een steeds groeiend
aantal personen in Indië, Nederland en het
buitenland op dien dag de oprichting der com
pagnie herdacht, daar men in dat feit de grond
legging ziet van het groote Nederlandsóhe rijk
en de basis van de rijkseenheid.
ZONDAG 17 MAART 1940.
HILVERSUM, 1875 en 414,4 M.
8.55 VARA, 10.00 VPRO, 12.00 AVRO, 5.00
VPRO, 5.30 VARA, 8.00—12.00 AVRO.
8.55 Gramof o on muziek9.00 Berichten. 9.05
Tuinbouwpraatje. 9.30 Gramofoonmuzieik. 9,40
„Van Staat en Maatschappij", Causerie. 9,59 Be
richten. 10.00 Zondagsschool. 10.30 Vrijzinnig Pro-
testantsche kerkdienst. 12.00 Cyclus „Onze Weer
macht". 12.25 Viool en orgel. 12.45 Berichten
ANP, Gramofoonmuziek. 1.10 Causerie „Het zil
veren lustrum van het Koninkrijk der Nederlan
den". 1.30 Concertgebouworkest, koren en solis
ten. 5.00 Gesprekken met luisteraars. 5.30 Voor de
kinderen. 6.00 Bravour en Charme. 6.30 Sport-
praatje. 6.45 Sportnieuws ANP, gramofoonmuziek.
7.00 VARA-Kalender. 7.03 Schuldig of onschuldig?
7.28 Rosian-orkest. 8.00 Berichten ANP, repor
tage. 8.20 AVRO-Amusementsorkest en solisten
8.50 Radiotooneel met muziek. 9.50 Omroeporkest
en solist. 10.30 Gramofoonmuziek met foelichtinL
11.00 Berichten ANP. 11.10 AVRO-Dansorkest.
11.4012.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM II, 301,5 M.
8.30 NCRV, 9.30 KRO, 5.00 NORV, 7.45—11.15
KRO.
8.30 Morgenwijding. 9.30 Plechtige Hoogmis.
11.15 Gramofoonmuziek. 12.15 Causerie „Palm
zondag en folkloristische gebruiken van dien
dag". 12.3-5 Gramofoonmuziek. 12.45 Berichten
ANP. 1.00 Boekbespreking. 1,20 KRO-Melodisten,
(1.351.45 Gramofoonmuziek). 2,00 Vraag en
antwoord. 2.45 Radiotooneel. 4.455.00 Gramo
foonmuziek. 5.05 Nederlandseh Hervormde Kerk
dienst. Hierna: Gewijde muziek (gr.pl.). 7.45 Be
richten. 7.50 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten
ANP, mededeelingen. 8.15 Groninger Orkestver-
eeniging, Toonkunstkoor „Bekker", jongenskoor
en solisten (opn.). 9.30 Causerie „Palmzondag'"
9.45 KRO-Kamérorkest. 10.20 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP, 10.40 Epiloog. 11.00—11.15
Esperantonieuws.
ENGELAND 391 en 449 M. Na 10.20 n.m. ook 342 M.
11.50 Orgelspel. 12.20 Berichten. 12.30 Troise en
zijn Mandoliers. 1.00 Darvel Burgh-orkest. 1.35
Voor tuinliefhebbers. 1.50 BBC-orkest. 2,35 Cau
serie „March in the Country". 2.50 BBC-orkest.
3.50 Programma ter gelegenheid van de St. Pa
trick's Dag. 4.20 Berichten (Wels). 4.35 Kinder
uurtje. 5.20 Berichten. 5.35 Causerie „Under Nazi
Rule". 6.00 Orgelspel. 6.20 Radiotooneel. 6.50
Pianovoordracht. 7.15 Kerkdienst. 8.00 Liefda-
digheidsoproep. 8.05 Zang. 8.20 Berichten. 8.40
Programma gewijd aan de „Irish Guards". 9.20
BBC-Theater-orkest. 10.05 Epiloog. 10.15 Regi
nald King's kwartet. 10.40 BBC-Schotsch orkest.
11.20 Berichten.
RADIO-PARIS, 1648 M.
7.207.35 Gramofoonmuziek. 8.50 Radiotooneel.
9.50 Zang. 10.05 Piano, zang en cello. 11.35 Viool-
voordracht, 12.05 Solistenvoordracht. 12.35
Quatre-mains. 1.05 en 130 Saxofoonkwartet. 1.50
Rose Cornaz'gitaarensemble. 2.20 Vastenpreek.
3.20 Zang. 3.35 Chansons. 3.50 Radiotooneel. 4.50
Symphonieconcert. 6.50 „Les Saltim'banques"
operette. 9.05 Radiotooneel. 9.35 Quatre-malns.
10.05 en 11.0511.50 Raymond Legrand's jazz
orkest.
BRUSSEL 322 M.
8.20 Gramofoonmuziek 9 20 Vrooliik program
ma. 11.20 en 12 301.20 André Felleman's orkest.
I.50 Gramofoonmuziek. 2.10 Reportage voetbal
wedstrijd. (3.053.20 Gramofoonmuziek). 4.05
4.20 Zang. 5.2-0 Vereeniging voor blaasinstrumen
ten en gramofoonmuziek. 6.20 Gramofoonmuziek
7.20 Gevarieerd programma. 9.30 Kamerorkest
6.20 Gramofoonmuzieik. 7.20 Gevarieerd program
ma. 9.30 Kamerorkest van Antwerpen en soliste,
lowii gn To -"muziek (gr.pl.).
BRUSSEL 484 M.
8.20 Gramofoonmuziek. 9.20 Belgisch program
ma. 10 20 Koorconcert. 10.35 Gramofoonmuziek.
II.05 Pianovoordracht. 11.35 Gramofoonmuziek
11.50 en 12.20 Radio-orkest. 12.501.10 en 1.50
Gramofoonmuziek. 2.15 Zie Brussel 322 M. om
2.10. 4.10 Gramofoonmuziek. 4.50 Militair concert
6 15 en 6.35 Gramofoonmuziek. 7.20 Voor solda
ten. 7.50 en 8.35 Radio-orkest, soliste en gramo
foonmuziek. 9.30 Omroepdansorkest en soliste.
10.2011.20 Gramofoonmuziek.
DETTTSCHLANDSENDER 1571 M.
7.35 „L'elisire d'amore", opera. 9.20 Berichten.
9.50 Fans Bund's orkest, accordeonduo Schrnder
en solist. (Om 10.20 Politiek overzicht). 11.20 Be
richte" Hierna tot 12 20 Nac'htconcert. 12.26
I,2-0 Militair programma.
MAANDAG 18 MAART 1940.
HILVERSUM I. 1875 en 414.4 M.
Algemeen programma verzorgd door
de AVRO.
8.00 Berichten ANP. 8.10 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuzik. 10.30
Voor de vrouw. 10.35 Ensemble Jetty Cantor. (11.00
Causerie „Zijlichten". In een pauze: Gramofoonmu
ziek). 12.15 Ensemble Spezialetti. 12.45 Berichten
ANP. Hierna: Ensemble Spezialetti. 1.30 Lyra-trio.
2.15 Disco-variété. 3.10 „Met oog en oor", causerie.
3.30 Omroeporkest. 4.30 Disco-causerie. 5.30 AVRO
Amusementsorkest en s-olist. 6.15 Gramofoonmu
ziek. 6.35 AVRO Dansorkest. 7.05 Pianovoordracht.
7.40 Toespraak „Een beroep op de vrouwen van
Nederland: Nederlandsche volkskracht". 8.00 Be
richten ANP., mededeelingen. 8.15 Omroeporkest
en solisten. 9.30 Reportage. 9.45 Twilight Serena-
ders, een klein koor en solist. 10.30 Viool en orgel.
II.00 Berichten ANP. 11.10 Dansmuziek (gr.pl.)
HILVERSUM H, 301.5 M.
NCR V-Uitzending. 6.30—7.00 Onder
wijsfonds voor de Scheepvaart.
8.00 Berichten ANP. 8.05 Schriftlezing, medita
tie. 8.20 Gramofoonmuziek. (9.30 Gelukwenschen).
10.30 Morgendienst. 11.00 Christ, lectuur. 11.30
Gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramo
foonmuziek. 12.30 Berichten ANP., 1.00 Orgelspel
en gramofoonmuziek. 2.00 Voor de scholen. 2,35
Gramofoonmuziek. 3.00 Kookpraatje. 3.30 Gramo
foonmuziek. 3.45 Bijbellezing. 4.45 en 5.00 Gramo
foonmuziek. 5.15 Voor de kinderen. 6.30 Taalles en
technisch onderricht. 7.00 Berichten. 7.15 Vragen
uurtje. 7.45 Gramofoonmuziek. 9.30 Causerie
„Spionnen en spionnage". 10,00 Berichten ANP.,
actueel halfuur. 10.30 Zang, piano en gramofoon
muziek. 11.00 Gramofoonmuziek. C.a. 11,50 Schrift
lezing.
ENGELAND, 391 en 449 M.
Na 10.20 n.m. ook 342 M.
10.40 Alfredo Campoli en zijn orkest. 12.20 Be-
ichten. 12.30 Dansmuziek (gr.pl.) 1.00 Zang. 2.20
Geiger en zijn orkest. 2.50 BBC-Zangers. 3.20 Cau-
'e „Women in Ulster". 3.35 BBC-Schotsch or
kest. 4.20 Berichten en causerie (Welsh). 4.40 Kin
deruurtje. 5.20 Berichten. 5.35 Radiotooneel. 5.55
Pianovoordracht. 6.20 Mededeelingen. 6.40 Radio
tooneel. 7.05 Causerie „The Economie War". 7.20
Gevarieerd programma. 8.20 Berichten. 8.40 Cau
serie. 8.55 BBC-Symphonie-orkest. 9.35 Radiotoo
neel. 10.20 Henry Hall en zijn orkest. 10.50 Het
Leighton strijkkwartet. 11.20 Berichten.
RADIO-PARIS 1648 M.
11.10 Zang. 11.20 Jane Evrard's damesorkest.
12,05 Piano voordracht. 12.35 Zang en harp. 1.05
Viool en piano. 1.30 Hoorn voordracht. 2.20 Orgel
concert. 3.20 Radiotooneel (Engelsch), 3.50 Piano
voordracht.. 4.35 Het Parijsche instrumentale kwin
tet, 5.35 Cello en piano 6.20 Gevarieerd concert.
6,50 Radiotooneel. 8.05 Solistenkwintet van de
Garde Républicaine. 9.05 Zang. 9.35 Radiotooneel.
10.05 en 11.05 Nationaal orkest.
KEULEN 456 M.
5.50 Leo Eysoldt's orkest. 7.55 Gramofoonmuziek
9.30 Zang en piano. 10,50 Gramofoonmuziek. 11.20
Nedersaksenorkest. 1.45 Populair concert. 3.20
KEUZE UIT 10 VERSCHILLENDE MERKEN.
DE STOFZUIGER CENTRALE HAGEMAN,
GED. O. GRACHT 52 - Tel. 12762 - HAARLEM
(Adv. Ingez. Med.)
Mijnwerkersorkest en -koor. 5.05 Folkloristisch
programma. 5.45 Omroeporkest en solist. 7.05 Gra
mofoonmuziek. 7.45 Bonte avond. 9.50 tot sluiting:
Zie Deutschlandsender.
BRUSSEL 322 en 484 M.
322 M.: 11.20 Gramofoonmuziek, 11.50 en 12.30
Omroeporkest en solist. 12.50 Pianovoordracht. 1.05
4,55 5.50 en 6.35 Gramofoonmuziek. 7.20 Voor sol
daten. 7.50 Zang. 8.20 Omroepsymphonie-orkest en
solist. 9.30 Omroepsymphonie-orkest. 9.50 Omroep
dansorkest.
484 M.: 11.20 Gramofoonmuziek. 11.50 en 12,30
José Schnyders' orkest. 12.50 Gramofoonmuziek,
4.20 Zang en piano. 5.05 Gramofoonmuziek. 5.35
Orkest „Phalange Royale Artistique". 6.05 Gramo
foonmuziek. 7.20 Voor soldaten. 7.50 Belgische Na
tionaal orkest en solist. 9.05 Gramofoonmuziek.
9.30 Jazzmuziek (gr.pl.), 9.50 Gramofoonmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
7.35 Gevarieerd programma, 8,20 Berlijnscih
Philharmonisch orkest. 9.20 Berichten. 9.50 B.
Derksen's orkest. 10.20 Politiek overzicht. Hierna:
Concert. 11.20 Berichten. Hierna tot 12.20 Nacht
concert. 12.26 Militair programma.
Saliv Salminen. De lange lente. Uit
het Zweedsch vert, door Ch. G. Behrens.
Amsterdam Andries Blitz.
Sally Salminen is een dier jeugdige auteurs,
die met één slag een litterairen roem verwor
ven hebben. Zij kwam met haar eersten roman
„Katrina" als prijswinster in een wedkamp te
voorschijn en Katrina werd in zestien talen ge
drukt en in een half millioen exemplaren ver
spreid. De lange Lente is haar tweede geestes
kind en belooft een even groot succes. Zij en
haar boeken vormen tezamen geen uitzonde
ring. in de uitgeverswereld verschijnen te
genwoordig vrij regelmatig nieuwe auteurs en
boeken die daar als „best-sellers" gewaardeerd
en aangeprezen worden. Oplaag-cijfers en re
censies steken elkaar in grootte en pracht naar
de kroon en er is geen reden aan de juistheid en
welgemeendheid van een dier beide categorieën
te twijfelen.
Rest dus de vrij logische gevolgtrekking dat
lliet werken zijn, die aan de wenschen en behoef
ten van een meerderheid van het lezend!
menschdom beantwoorden, dus: een nuttige
functie vervullen en tenslotte: qualiteiten zullen
bezitten, die dien werken aanspraak geven op
zuiver litteraire waardeering. Immers, de han
digste publiciteit vermag het niet klaar te spe
len, aan een waardeloos product zelfs maar een
tijdelijke reputatie te bezorgen. Er moeten dus
aanwijsbare gronden zijn waarop de belangstel
ling en genegenheid der lezers en nu bepalen
wij ons tot den Hollandschen lezerskring alleen -
voor de Scandinavische en Amerikaansche ro
mankunst zich laat verklaren. Het zijn toch in
hoofdzaak die regionen der wereldlitteratuur,
die de „best-sellers" opleveren.
Nu mag een enkele maal een factor van per
soonlijken of tijdelijken aard daarbij op den
voorgrond treden of aan het succes meebouwen,
daar moet toch een element in het werk zitten,
waardoor de duizenden er zich toe aangetrokken
gevoelen. Dat Sally Salminen dienstmeisje bij
een Amerikaansch millionnaïr was, toen zij
voor Katrina bekroond werd, kan men niet zoo
mysterieus meer vinden, nu men geen littré be
hoeft te zijn om letterkundige te worden. Dat
Finsche schrijvers de laatste maanden reeds
door hun nationaliteit een streepje vóór had
den kan ook toegegeven worden. En het een
noch het ander verklaart de sympathie, waarmee
de groote schare der boekenlezers deze romans
ontvangst.
Men zal het behalve dan misschien in de
materieele faciliteiten der auteursrechten
moeten zoeken in de onbevangenheid, den ro-
mantischen eenvoud, de weinig gecompliceer
de psyche der figuren in deze romans. Inner
lijke conflicten worden er niet tot op het naadje
van de kous in uitgesponnen en zelfs het dra
matische krijgt er iets zachts, hoogstens iets
weemoedigs mee, waarover tenslotte steeds het
„gezonde hart, een sterk geloof en omgang met
eenvoudige, oprechte menschen" triumfeeren.
Welke drie ingrediënten (volgens een geciteerde
kritiek in de Nieuwe Gids) voldoende zijn voor
het scheppen van een litterair kunstwerk.
Aan die genoemde en feitelijk bescheiden
eischen beantwoordt de Scandirtaafsche roman
litteratuur in ruime mate en daardoor heeft ze
de menigte in haar ban geslagen, zooals die ook
door het dïrect-zakelijke, het nuchter-consta-
teerende van veel Amerikaansche lektuur ge
pakt is. De schrijvers wier eigen eruditie een
zich daarbij aansluitend quantum bij him lezers
verondersteld, moeten het uit den aard der zaak
tegenover de menigte afleggen en behooren zel
den tot de „best sellers". Hetgeen noch voor
deze noch voor de andere groep iets beteekent
ten opzichte hunner relatieve, artistieke waarde.
In haar soort is de Lange Lente weer een uit
stekend boek. De jeugd van Mariana; haar ver
blijf in het huis dei' koopmansfamilie Nijman
(zelve is zij van zeer eenvoudigen stand) haar
omgeving met de lieden in Nijman's huis de
conflicten die niet diep gaan waarin zij
door de tegenstelling: geboorte en positie ge
raakt, dat alles wordt zeer zuiver-eenvoudig ver
teld. Ook haar verdere leven, dat mindervlot ver
loopt, houdt den lezer voldoende bezig om voor
de vertelkunst van Sally Salminen een eerlijk
respect te behouden. Al kan de Noordsche geest
van rechtschapenheid, natuurlijkheid en ver
droomde illusies, hoe prachtig ook, soms bij al
deze auteurs wel eens naar een beetje ondeu
gendheid doen verlangen. Een klein pietsie zout
in de soep kan het maal niet bederven.
Ludwig Renn. Hoe het begon.
Uit het Duitsch (Vor grossen Wand-
lungen). Vertaald door I. Carvalko.
Amsterdam W. L. Salm Co.
Hoe het begon. „Het", is het huidige Duitsche
regiem en het is niet onwaarschijnlijk dat er voor
een dergelijk werk, dat „Hoe het eindigde" tot
titel voerde, nog oneindig veel meer belang
stelling zou bestaan dan voor het knap geschre
ven en boeiende boek van Renn, dat nu in Hol-
landsche vertaling voor ons ligt. Er begint nu zoo
langzamerhand een stapeltje roman-litteratuur
te groeien, waarin de opkomst van Hitier, de
Münchensche revolutie, het geval Roehm, de
Rijksdagbrand met Van der Lubbe, enz., enz', in
levendige kleuren geschilderd worden. In het
boek van Renn treft in de voornaamste plaats
diens scherp beeldende schrijfwijs, waardoor de
lezer, ook waar hij reeds bekende, ja. zelfs over
bekende feiten geschreven vindt, toch doorleest
en zich om het knappe romantisch verdichtsel,
dat de historische feiten verbindt, om den tech-
nischen bouw van het verhaal dus, gewonnen
geeft.
J. H. DE BOLS.