U1TNOODICINC
Middelen-opbrengst
niet zoo gunstig als in
Januari.
EXPOSITIE VAN
H. J. LAMP N.V.
Hulp aan Finland
goedgekeurd.
DE VREDE IN FINLAND
ZATERDAG 16 MAART 1940
HAARDE M'S D A 'C. B E A D
3
Het totaal voor de directe belastingen op eind
Februari ten kohiere gebrachte bedrag ad
f 40.873.854.geeft ten aanzien van het vorig
jaar een vooruitgang te zien van ruim 5.9 mil-
linen gulden, welke voornamelijk is te danken
aan de nieuw ingevoerde opcenten op de ge
meentefondsbelasting, welke tot dusver heb
ben opgebracht f 6.272.546,
Voorts is alleen de inkomstenbelasting boven
hel bedrga van net vorig jaar uitgekomen en
wel met f2.392.181,waardoor de opbrengst
werd f31.525.832.—.
De overige van deze middelen zijn bij het vorig
dienstjaar ten achter gebleven, waarbij vooral hei
bedrag van de grondbelasting de aandacht trekt.
Bedroeg op ultimo Februari 1939 het zuiver bedrag
van dit middel f 4.592.088,thaps kan slechts een
opbrengst worden geconstateerd van f 1.988.779,
hetgeen een achteruitgang beteekent van
f2.603.309.—.
Verder liep de vermogensbelasting in vergelijking
met hel vorig jaar f 62 245,terug en de verdedi-
gingsbelasting met f 79.675,
Bij de beoordeeling van de totaal-opbrengst van
deze middelen dient voorts in aanmerking te wor
den genomen, dat hierbij niet meer voorkomt de
belasting van de doode hand, waarvan voor 1939
de jaaropbrengst op 2 millioen was geraamd.
De overige middelen.
Ook de overige middelen toonen op ultimo
Februari eenigen vooruitgang, al moet helaas
worden geconstateerd, dat deze nog slechts is
bereikt, omdat de maand Februari zulk een
gustig beeld heeft vertoond door de maande-
lijksche raming met bijna 5,27 millioen te over
schrijden.
In dit opzicht heeft Februari teleurgesteld,
want met een opbrengst van f 35.808.208 bleef
deze maand ruim 1,73 millioen beneden de ra
ming en ongeveer 7 millioen beneden de op
brengst van Januari. Een lichtpuntje* is echter,
dat in één opzicht de opbrengst over sprokkel
maand toch nog is vooruitgegaan en wel met
f976.511,in vergelijking met de uitkomst in
Februari van het vorig jaar.
Over de eerste twee maanden van dit jaar was
de opbrengst van deze middelen f78.619.812,
waarmede zij de raming met f 3.536.479 heeft over
schreden en de opbrengst van de eerste twee maan
den van 1939 met i' 5.385.828 heeft overtroffen.
Ten aanzien van de voornaamste dezer middelen
kan nog het volgende worden opgemerkt.
De dividend- en tantiemebelasting bleef over de
eerste twee maanden f 2.523.258,achter bij de
raming (4,5 millioen) en bracht f 144.742,minder
op dan het vorig jaar.
De rechten op den invoer, waarvoor de maande-
lijksche raming 9 millioen bedraagt, brachten in
Februari f 9.653.604,op tegen f 8.389.958,
Februari 1939.
Over beide maanden was de opbrengst
f 18.838.000,hetgeen in vergelijking met het
vorig jaar een vooruitgang beteekent van
f2.493,636,—.
De omzetbelasting, welke in Januari een record
boekte, door de raming ad ruim 6,9 millioen met
rond 5.78 millioen te kloppen, heeft deze gunstige
ontwikkeling in Februari niet voortgezet en bleef
zelfs bijna 460.00 gulden beneden de raming.
Dank zij het gunstige beeld van Januari bleef de
opbrengst over de eerste twee maanden f 5.422.144
boven de raming en i'3.953,344 boven het resultaat
in het vorig jaar.
Hachelijke positie van zeilscheepje
nog bijtijds opgemerkt.
Door Belgische sleepboot in veilige haven
binnengebracht.
Het 20 ton metende zeilscheepje „Twee Gebroeders"
van de gebr. Martens uit Hoofdplaat heeft Vrijdag
middag, door een opkomenden zuidwester storm,
in een hachelijke positie verkeerd. Men was bezig
het scheepje met zand te laden, afkomstig van een
zandplaat in de Westerschelde, nabij Breskens. De
zware golfslag, waarmede de storm gepaard ging,
zette het scheepje aan den grond en beukte het
zoodanig, dat er gevaar voor zinken ontstond. De
twee opvarenden trachtten met behulp van een
dekzeil het ruim af te sluiten voor het overko
mende water. Toen zij hier niet in slaagden, heschen
zij de noodvlag, welke werd opgemerkt door een
kapitein van de uit Antwerpen afkomstige sleep
boot „Alfi" en door schipper H. Fenijn van de
„Br. 5". Beide schepen kwamen te hulp. De „Alfi"
kon een tros overbrengen en de „Twee Gebroeders"
vlot sleepen. Het scheepje werd de haven van Bres
kens binnengebracht.
DE „JAN NTEVEEN" EN DE „GRONINGEN IV"
TE AMSTERDAM
AMSTERDAM, 15 Maart. De „Jan Nieveen"
en de „Groningen IV" die Donderdag van Lemmer
naar Amsterdam zijn vertrokken en door een
sneeuwstorm en het vele drijf ijs gedwongen wa
ren de haven van Urk binnen te varen, zijn Vrijdag
te zes uur vandaar vertrokken en omstreeks tien
uur in de Oranjesluizen aangekomen.
Aanrijding met doodelijk gevolg.
Vrijdagmiddag is nabij de barakken aan den
Munnikenweg te Veenendaal een doodelijk onge
luk gebeurd. Een korporaal-kok, die per rijwiel
passeerde, is door een zandauto gegrepen en op
slag gedood. Het slachtoffer was gehuwd en vader
van twee kinderen. Hij had juist verlof gekregen
en zou naar zijn huis terugkeeren. De marechaussee
heeft de zandauto in beslag genomen en den be
stuurder gearresteerd.
Moeilijke tocht van drie schepen van
Zwartsluis naar Amsterdam.
Vrijdagavond omstreeks half tien arriveerden
in de Oranjesluizen de motorschepen „Hooge-
veen", „Piet Hein" en „Drentina", komende van
Zwartsluis, welke na een zware reis van drie
dagen Schèllingwoude hebben bereikt. Het wa
ren de barste schepen, komende van Overijsel.
die sinds het intreden van de felle vorst met suc
ces den tocht door het IJselmeer naar Amster
dam hadden ondernomen.
Nabij het eiland Schokland hadden de sche
pen. die Woensdagmorgen uit Zwartsluis waren
vertrokken, eenigen tijd in het ijs vastgezeten
doch het was hun gelukt op eigen kracht los te
komen en de reis te vervolgen.
Wilton Fiienoord ziet toekomst
niet somher in.
Het concern Dok- en Werf-Maatschappij Wilton-
Fiienoord heeft thans zijn resultaten over 193?'
genubliceerd
De financieele resultaten van het afgelooper
jaar van de dochtermaatschappij, de Wilton's Ma
chinefabriek en Scheepswerf, mogen weder zeei
bevredigend worden genoemd. In de huidige om
standigheden der wereld is elke voorspelling van
wat de toekomst brengen zal, ijdel. Maar wij stel
len er prijs op, aldus de commissarissen van de
Dok- en Werf Mij. Wilton Fijenoord, vast te stel
len, dat de door de directie voorgestelde afschrij
vingen en de hoogst voorzichtige wijze, waarop de
activa door haar steeds en ook thans weer werder
gewaardeerd, recht geven over die toekomst, wa'
onze vennootschap betreft, hoopvol te zijn.
De directie van Wilton's Machinefabriek en
Scheepswerf stelt voor. om van haar winst ad
3.360.876 (3.389718), voor afschrijving, reser
veering en dividendbelasting te bestemmen eer
bedrag van f 2.341.146 (2.510 539) en het restan'
ten bedrage van 1.019.730 (879.178) aan aandeel
houders uit te keeren.
Bij aanneming dezer voorstellen wordt derhalv»
aan dividend ontvangen 1.019.730 (879.178). Ah
onverdeeld saldowinst 1938 blijft over 42.775
(25.437). Bij: interest 152.767 (116.830), provisie
rekening 12.331 (13.754). totaal 1.227.604
(1.035.200). Af: onkosten 73.829 (35.550), zoodal
per saldo ter beschikking blijft f 1.153.775
(999.650).
Hiervan wordt voorgesteld zooals gemeld -
te bestemmen voor: Dividend op preferente aan
deelen 6% (onv.) 192.500 (165.000). Dividend
op gewone en prioriteitsaandeelen 10% (onv.)
770.010 (660.000). Uitkeering aan directie en
commissarissen 59.360 (31.874). Aflossing van
amortisatiebiljetten surplus 1938 f 200, over 1939
100.000, totaal -100.200 en het restant ad
31.705 (42.775) over te brengen naar de nieuwe
tekening.
Vanaf Zaterdag 16 Maart tot en met Zater
dag 23 Maart a.s. organiseeren wij ln onze
magazijnen, Barteljorisstraat 18 te Haarlem een
KRISTAL- DRINKSERV1EZEN, VAZEN,
SIER- EN GEBRUIKSVOORWERPEN
uit de meer dan een e^uw bestaande fabrieken
van de N.V. KRISTALUNIE-MAASTRICHT
Wij noodigen U beleefd tot een bezoek uit
BARTELJORISSTRAAT 18 HAARLEM
(Adv. Ingez. Med
BELGISCH BINNENVAARTUIG IN MOEILIJK
HEDEN
NEUZEN, 14 Maart. Tengevolge van den storm is
het Belgische binnenvaartuig „Sibulla Josina" dat
gesleept werd door de sleepboot „Rotte" tijdens de
vaart op de Westerschelde door de opvarenden ver
laten.
Het is nog niet bekend of de „Sibulla Josina" is
gezonken, dan wel is blijven drijven.
Inspecteur van de Luchtbescherming
gaat heen.
De minister van Binnenlandsche Zaken heeft
aan den inspecteur voor de bescherming van de
bevolking tegen luchtaanvallen, gep. luitenant-
generaal P. H. A. de Ridder, op zijn verzoek met
ingang van 1 Mei eervol ontslag verleend.
De heer P. H. A. de Ridder werd 19 Februari
1873 te Leerdam geboren en genoot zijn mili
taire opleiding aan de Koninklijke Militaire
Academie te Breda.
Met ingang van l November 1931 werd hij be
noemd tot luitenant-generaal, terwijl hem toen
tevens op zijn verzoek eervol ontslag uit den mi
litairen dienst werd verleend, met dank voor de
veeljarige en belangrijke diensten.
Sedert 1936 is hij inspecteur voor de luchtbe
scherming.
Verschillende publicaties over krijgskundige
onderwerpen zijn in den loop der jaren van de
hand van den heer de Ridder verschenen, waar
van wij noemen zijn werk over de luchtbescher
ming, dat in 1934 het licht zag.
Generaal de Ridder is o.a. officier in de ordt
van Oranje-Nassau met de zwaarden, Ridder in
de orde van den Ned. Leeuw en groot-officier
der orde van de eikenkroon van Luxemburg.
EERSTE KAMER
OP ZOEK NAAR DE „FRIESLAND"
Hedenochtend is het s.s. „IJsel" van de reederij
Koppe te Amsterdam, van Amsterdam naar het
IJselmeer vertrokken, teneinde het eenige maan
den geleden in het ijs vastgeraakte en gezonken s.s.
„Friesland" op te sporen. Indien het schip, dat met
de kiel op den bodem ligt. nog boven de opper
vlakte uitsteekt, zooals eenigen tijd geleden nog
het geval is geweest, zal men zich aan boord van
het wrak begeven teneinde na te gaan of het de
moeite loont een bergingspoging te ondernemen.
Zooals men weet bevindt zich in het ruim van de
„Friesland" een groote lading blik. Mogelijk zal
deze nog geborgen kunnen worden.
Henvaardeering van den
goudvoorraad.
Na een korte opmerking van Mr. v. Vessem
(nat. soc.) in verband met den Volkenbond, waar
mee hij in dezen geen verband wenschte te zien,
nam de Kamer z.h.st. het Regeeringsvoorstel aan om
een ton uit de staatskas aan het Finsche Roode
Kruis te doen toekomen.
Bij het wetsontwerp in zake de herwaardeering
.an het goud, gaf de heer van Citters (a.r.) te
kennen, dat de goudvoorraad onbetwistbaar het
eigendom van den staat is, terwijl hij verder o.m.
informeerde hoe een nieuwe herwaardeering zou
moeten of kunnen plaats hebben. Mr. v. B n n i n g-
hausen (nat. soc.) gaf eenige louter politieke op
merkingen ten beste, waarna Mr. Pollema (c.h.)
uitvoerige beschouwingen aan het egalisatie-fonds
wijdde en zijn vrees uitte wegens het feit, dat de
Regeering, terwijl de gulden nog zwevende is, den
egalisatiepot aanspreekt ten behoeve van het lee-
ningfonds. Met die pessimistische opvatting bleek de
heer de Zeeuw (s. d.) het niet eens de zijn. Deze
deed, in verband met het leeningfonds, een goed
woordje voor de gemeenten welke hun schuldenlast
sterk hebben zien stijgen tengevolge van sociale las
ten, die volgens hem op het Rijk moesten drukken.
Tenslotte wijdde hij eenige aandacht aan de positie
van den President van de Nederlandsche Bank,
welke z.i. geen deel had behooren uit te maken van
de „negen mannen" met hun bekende kritische uit
eenzettingen. Prof. v. E m b d e n bleek naar een
wijziging van de Muntwet te verlangen, twistte wat
in alle vriendschap met Mr. Pollema over de
vraag, op welke wijze de winst is ontstaan en bleek
gaarne den naam van het gouden tientje veranderd
te willen hebben, omdat het feitelijk niet meer een
tiengulden-stuk is. Nog een enkele opmerking van
Mr. v. Vessem (nat. soc.) welke ontkende, dat de
S. B. ooit principieel devaluatie zou hebben voor-
estaan en toen kon, na de koffiepauze, de Minister
an Financiën aan het woord komen.
Na den heer v. Citters te hebben meegedeeld, dat
herwaardeering alleen onder den wetgever kan ge
schieden, merkte Minister de Geer op, dat het met
Mr. v. Bönninghausen moeilijk en weinig rendabel
debatteeren is. Met genoegen intusschen constateer
de bewindsman, dat de nat. soc. spreker, anders dan
door zijn partij wel eens was aanbevolen welk'
partij 't streven naar „elck wat wils" niet vreemd is
niet voor verdere devaluatie voelde.
Over het egalisatiefonds, waarmee Mr. Pollema
zich vooral had beziggehouden, meende Mr. de Geer
weinig te behoeven te zeggen. Hij erkende, dat ge
volg van dit wetsontwerp inderdaad verruiming van
de geldmarkt zal zijn, maar kunstmatige verruiming
wordt er niet beoogd. Met Mr. Pollema was spr. het
niet eens, dat de winst beter in het egalisatiefonds
gestort had kunnen worden.
Voor het denkbeeld van den heer de Zeeuw om
een deel van de winst aan de gemeenten te doen
toekomen voelde minister de Geer niets, die verder
de hoop uitsprak, dat het met de schuldvermeerde
ring van het Rijk thans niet zulk een vaart zou loo-
pen als in 1914"18. terwijl hij voorts uiteenzette dat
en waarom de President van de Nederlandsche Bank
wel degelijk adviseur van de Regeering is in spe
ciale aangelegenheden. Tot Prof. v. Embden zei spr.
dat herziening van de Muntwet pas zin zou hebben
na stabiliseering van den gulden. Misschien kan
men herziening van de waardeverhouding tusschen
den gulden en het gouden tientje in overweging
nemen.
Na 'n korte re- en dupliek van Mr. Pollema (c.h.)
en den Minister nam de Kamer het voorstel z.h.st.
aan, terwijl de nat. socialisten hun „tegen" lieten
aan teekenen.
E. v. R.
■'"t!
Dr. Colijn in audiëntie bij den
Koning van Engeland.
Reuter meldt uit Londen, dat Koning George
Vrijdagochtend aan dr. H. Colijn, die thans te
Londen vertoeft, in het Buckinghampaleis
audiëntie heeft verleend.
Donderdagavond is dr. Colijn de gast geweest
van lord Halifax, den minister van Buitenland-
sche Zaken.
DE BEGRAFENIS VAN LOUIS DE VRIES.
Naar wij vernemen, Is Vrijdag het transport
met het stoffelijk overschot van Louis de Vries
uit Nice naar Amsterdam vertrokken. Wanneer
geen onverwacht oponthoud ontstaat zal het
stoffelijk overschot waarschijnlijk Dinsdag as. te
Amsterdam aankomen, waarna op Woensdag as.
de teraardebestelling op Muiderberg zal geschie
den.
Van „Frisco" naar Curagao.
(Van onzen reizenden redacteur)
ET een genoegelijk klein hotel te San Obispt»
als middelpunt en met een gezellige bar,
waar het na lange autotochten goed rusten
was bij een koelen dronk en gramofoonmuziek, die
ge telkens voor een nikkelen stuiver uit de auto
maat kunt tooveren, gingen we „along the Mission
Trail" langs het spoor van de vrome monniken,
die nog geen anderhalve eeuw geleden het onher
bergzaam oord Californië voor hun God en Geloof
op vreedzame wijze kwamen veroveren.
Nu staan hun kloosters en kerken fijne, stille,
witte gebouwen als rustpunten in het razende
land van blik en celluloid, van auto en film, van
„dagdroomen" en sinaasappelen, van zon en auto
wegen en filmsterren.
Een mooi en zonnig land, doch wie de schoonheid
der aarde en de rust voor het hart niet scheiden
kan, die moet hier wel pijnlijk teleurgesteld ervaren
hoezeer de mensch in zijn twintigst' eeuwsche
waan van snelheid, gemak en sensatie dit gansche
Californië heeft geofferd aan de immense leelijk-
heid van kilometerslange rammelende auto-kara
vanen; van schreeuwende reclame-borden; van
slordige telefoondraden; van kroegen en knak
worsttenten. Wanneer ge dan door zoo'n stadje met
de liefelijkste aller namen gaat Santa Clara,
Santa Barbara, San Juan Bautista, Arroyo Grande
en ge vindt weer zoo'n vierkante en houten lee-
lijkheid, met allemaal tankstations en benzinepom
pen langs de straten, die in rechte hoeken op el-
kaars leelijkheid staan dat gaat ge, als Neder
lander, verlangend denken aan die stadjes thuis,
aan die wondere juweelen in Friesland en de Hol
landen en ge bepeinst hoe verwonderlijk beschaafd,
hoe kunstzinnig en hoe fijn die meesters geweest
zijn, die Amsterdam en Hoorn en Middelburg heb
ben neergezet als steedsche schoonheid in rood en
wit, in grijs en zwart, in het groene lichte Holland.
Ach, wanneer ik oprecht mag zeggen zooals ik het
voel want ieder onzer heeft zijn eigen smaak
en zijn eigen schoonheidsontroering wat valt
Californië dan tegen. Niet het land zelf met zijn
bergen en zijn bloemen en zijn prachtige kust van
roode en grijze rotsen, waar een schuimende blanke
branding tegenaan kolkt, niet zijn licht van de zon,
zijn warmte en zijn verrukkelijk klimaat, niet zijn
fraaie landhuizen, zijn villa's als paleizen, zijn
bloemen en zijn vruchten in alle juichende kleu
ren, die de Groote Schilder op zijn eeuwig palet
heeft staan. Maar wat de menschen met deze
schoonheid hebben gedaan, wat de menschen aan
deze schoonheid hebben bedorven, wat zij schreeu
wen op hun felle, krijschende reclameborden, die
langs alle wegen, op alle heuveltoppen, langs de
geheele kust iedere illusie van stilte en schoonheid
kapot maken.
Maar dan staan toch, midden in dat misbaar,
midden in die blikken haast, midden tusschen de
schamele verworvenheden van het op benzine
ijlende menschenleven van onzen tijd, die stille
blanke kloosters als schoone rustpunten voor oog
en hart en dat is waarlijk van uitnemende schoon
heid. Eilanden van vrome bezinning her en der,
wit tusschen groen, glanzend in het felle zonlicht.
De Missions met him eenvoudige zuilengalerijen,
hun zwijgende klokkentorens, hun kleine kerken en
koele binnenhoven zijn een ware heerlijkheid
juist hier. En zwijgend gaande door hun tuinen
met olijfboomen en vijvers en oude putten, waar
een emmer aan roestige kettingen wiegelt in den
zoelen wind; zittend op een bank onder hun koela
zuilenbogen, waar dan zoowaar een monnik bid
dend langs u gaat. even het hoofd neigend voor
een groet; peinzend in de stilte van zulk een bin
nenhof, waar de boomen ruischen, de bloemen
geuren en de wierook uit de breede hooge kerk
deur komt om zich te mengen met de fijne odeu
ren van mimosa en rijpe sinaasappelen, stovend in
de hitte van den dag dan gaat ge pas goed ge
voelen dat het menschelijkste van den mensch
met snelheid, met benzine, met celluloid en gladde
autowegen niet wordt gevoed doch dat het ge
dijt in stilte en bezieling.
En zoo liggen de witte Missions van Californig
als een rij van stille vermaningen in het luide
land.
Zoo waren zij een verademing in de luidheid van
een groot en schoon gebied aan de zee en in de zon,
waar de menschen niet veel schoons van hebben
gelaten.
Doch 's avonds zijt ge dan weer opgenomen in
de roezigheid van de hotel-bar, waar de toeristen
samenzitten, vierkante whiskyende Amerikanen en
schoone vrouwen achter cocktails. Zoo is het leven.
En zoo zijn de tegenstellingen van één zonnigen
Califomischen dag. Ik steek een sigaret op en schuif
een stuiver in de automaat, 't Ding zingt: „The
Mexican Way". Dien zullen wij spoedig gaan. Maar
eerst staan Los Angeles en Hollywood nog op het
program.
Morgen zullen wij het luide koninkrijk van Clark
Gable en zijn mede-idolen zien.
En dan te denken dat het nog geen honderdvijftig
jaar geleden is dat vrome monniken met hun
eigen handen deze witte kloosters en deze schoone,
kleine kerken in het wilde land Californië hebben
gebouwd. Dat hun bronzen klokken, die nu nog
wiegelen in de campanula's de aarzelende geloo-
vigen voor het gebed riepen, waar nu de auto's
onafgebroken, dag en nacht, over de wegen razen
en de sirenes van de filmstudio's oproepen om
met alle wondermiddelen van techniek en vernuft
—den mensch zijn droom-op-celluloid te preseo»
teeren
(Nadruk verboden).
Mr. E. ELIAS.