De vrede van Moskou. s De rantsoeneering in Engeland. Een nabetrachting uit Zweden. Nieuw bewind in Finland Groote hoeveelheid hooi verbrand. Schoonmaak DINSDAG 19 MAART 1940 HAARDE M'S DAGBLAD Beperkte keuze bij het koopen van vleesch. Onze Londensche correspondent schrijft: HET landsbestuur hier zal wat moeten doen aan de vleeschrantsoeneering als het aan de burgers en de burge ressen dragelijke Paaschdagen wil be zorgen. Die rantsoeneering, die pas begonnen is lijdt aan groeistuipen. Ongerijmdheden en onbillijkheden lijken er welig in te tieren. De plannen er voor, zorgvuldig opgemaakt in Whitehall, zullen wel hebben gesloten als een bus. Maar theorie en practijk komen wel eens met elkaar in botsing. Dat schijnt hier het geval te zijn geweest. De burgerij wist al bij voorbaat toen ze vernam dat ze per hoofd per week voor een waarde van 1 shilling en tien pence aan vleesch zou mogen opeten dat dit een lastig soort rantsoeneering zou worden. Ze is nog lastiger uitgevallen dan men 2ich had voorgesteld. De beschikbare porties daargelaten vindt de En- gelsche huisvrouw het vooral hatelijk dat zij in haar vleeschvoorziening niet kan kiezen. Boter is met onbelangrijke variaties boter. Dat geldt ook voor suiker. En het geldt ook in sterke mate voor het andere rantsoeneeringsartikel, spek. Maar er bestaat groot verschil tusschen vleesch en vleesch al is er dan ook geen verschil in de spelling. Het rund en het kalf, het schaap en het lam, het var ken en het biggetje hebben hun malsche en beste en hun mimder malsche en niet zoo beste stukken. Een huisgezin, waar kinderen zijn met grage mon den, is aangewezen op de goedkoopere fragmen ten vanhet genoemde slachtvee om bij benade ring de monden te kunnen vullen. Bij benadering, want de grootste porties zijn klein en de kleinste porties zijn karig. In Nederlandsche gewichten uit gedrukt kan men thans in Engeland voor zijn 1 en 5/6de shilling iets minder dan een halfpond kalfs- vleesch en zoowat een heel halfpond lamsvleesch krijgen. Van de beste kwaliteit rund vleesch krijgt men voor dit geld ongeveer een zelfde hoeveelheid en voor de mindere kwaliteiten wat meer. Nauw keurige gewichten zijn niet te geven, omdat been deren en vet bij den Engelschen slager altijd hun gewicht in de schaal leggen. Het zijn porties, waaraan men zich niet kan over eten, zelfs niet als men een zwakke maag heeft. Maar men katn zijn dierlijk voedsel aanvullen met lever en nieren, harten en magen, zwezerik en tong. Deze organen van het slachtvee zijn niet ge rantsoeneerd. Het gevolg is uiteraard geweest dat de vraag het aanbod is gaan overtreffen en dat ze aanmerkelijk in prijs zijn gestegen. Zelfs pens, dat hier „tripe" heet en altijd als een zeer nederig ge recht is beschouwd, heeft thans een luxe-prijs gekregen. Het is vooral in Noord-Engeland altijd een bekend volksgerecht geweest. De pens werd er bereid met melk en uien. De keukenmeesters, die im de Londensche bladen artikelen schrijven- over voedsel en zijn smakelijke bereiding, hebben nu hun keukenfantasie gespitst op deze „tripe" en een bereiding aan de hand gedaan, die, als men hen gelooven mag, zelfs den fijnproever de illusie moet geven dat hij geen „tripe" maar Wiener Schnitzel eet. Men zal moeten afwachten of deze poging om den Engelschman met de. consumptie van schapenmagen te verzoenen zal slagen. De minderwaardigheid van dit gerecht, althains wat den smaak er van betreft, vindt uitdrukking in de landstaal waarin „tripe" niet alleen „pens" be- teekent maar ook „nonsens" of „prullaria" of „bocht". Gekrenkte burgerij. TH) E Engelsche burger en burgeres voelen zich door den loop, dien de vleeschrantsoeneering heeft genomen, niet alleen stoffelijk benadeeld maar evenzeer in het diepst van hun democrati sche zielen gekrenkt. De zaak is dat de distributie voor deze rantsoeneering naar allen schijn wat in de war geloopen is. Iin de eerste week was er zoo goed als geen aanvoer van rundvleesch en waren de voorraden bij de slagers in de meeste Londensche buurten nagenoeg beperkt tot lams- en schapen- vleesch. De huisvrouw, is begrensd in haar keuze als zij meer moest letten op kwantiteit dan kwali teit, ondervond dat zij ook geen keuze kon doen tusschen het rund, het schaap en het varken. Zij moest nemen wat de slager te koop had. Zij deed maar het beste, als zij van de narigheid af wilde zijn, aan haar leverancier over te laten wat zij aan vleeschgerecht op haar tafel zou hebben. Zij voelde Zich beroofd van een van de burgerlijke vrijhe den, die hoog staan aangeschreven in de lijst van Kabinet zou na uitwisseling der ratificatie-oorkonden aftreden. STOCKHOLM. 19 Maart. (Havas). De censuur in Finland werkt nog zeer streng. Toch wordt uit zeer betrouwbare bron te Helsinki* vernomen dat de Finsche regeering aan den president der republiek ontslag zal vragen, zoodra de ratificatie-oorkonden van het Rus- sisch-Finsche verdrag zullen zijn uitgewisseld. Riso Ryti zal zyn werkzaamheden hervatten als presiden van de staatsbank, waar men zijn diensten meer dan ooit noodig zou hebben. Minister van Handel Vaino Kohlainen zal ook zijn vroegere bezigheden als directeur van het Elso-consortium hervatten. Dit concern zou door den gebiedsafstand aan de Sovjet Unie een groot aantal zijner ondernemingen verliezen. Tanner zou er evenmin aan denken op nieuw een portefeuille te aanvaarden, terwijl Elias Erkko, de vroegere minister van Buiten- landsche Zaken en gezant van Finland te Stockholm er over zou denken hoofdredacteur van de „Helsinvin Sanomat" te worden. Hafigö Vrijdag in Russisch bezit. De stad Hangö zal, naar Havas verneemt. Vrijdag as. des avonds om twaalf uur aan de Sovjet autoriteiten worden overgegeven door commandant Pervickstroh. Dan zullen de 10.000 inwoners de stad allen hebben verlaten. Sedert vijf dagen is het een groote uittocht. 9000 bommen hebben haar sporen in de stad na gelaten. Ook eenige in de buurt van Hangö gelegen dorpen zullen ontruimd worden. De spoorlijn naar Kemijarvi. In welingelichte kringen te Stockholm verklaart men dat volgens een uit Zweedsche offidieele bror verkregen inlichting de Sovjet-regeering aan de Finsche regeering heeft doen weten, dat, wanneer zij den aanleg wenscht van een spoorlijn van Kan- dalasjka naar Kemijarvi, dit was om een vrije ver binding met het westen te kunnen hebben ingeval de Oostzee gesloten zou zijn. Oorlogsinvaliden. De vroegere Finsche premier Cajander, die ie Stockholm is aangekomen om de hulpverlee- oing aan Finland te organiseeren, heeft ver klaard, dat het aantal oorlogsinvaliden in Fin land meer dan 30.000 bedraagt. vrijheden, die de democratische staat zijn burgers geeft, de vrijheid van keuze. Zij voelde zich ge reduceerd tot den bedelstand als zij dacht aan het spreekwoord dat „beggars can 't be choosers" („bedelaars kunnen niet kiezen"). Het ongerijmde in de situatie is dat het publiek in de restaurants naar hartelust kan blijven kie zen. De rantsoeneerimg van vleesch heeft de nor male aankoopen van restaurants met 40 percent verminderd. Tot nu toe is niet gebleken dat dit den restaurateurs of hun klanten veel ongerief heeft bezorgd. In de goedkoope eethuizen zijn de biefstuk en de cotelet wel wat kleiner. Maar in de duurdere eethuizen gaat alles als van ouds. Als men er den smaak en de digestie voor had zou men er eiken dag van de week en desnoods 's middags en 's avonds zijn weekrantsoen rund- of lams vleesch kunnen verorberen. Zulk een vorm van rantsoeneering moet de uit huizigheid van het gezinshoofd, dat thuis zijn ge liefkoosd vleeschschoteltje niet kan krijgen, in de hand werken. Daarom kan men spoedig verande ring en verbetering voorzien. Ook voor het lands bestuur is het zaak op goeden voet te blijven met de Engelsche vrouw. A. K. VAN R. Minister Cross over de Britsche blokkade. Geen „lekken" van beteekenis. Voor het Engelsche Lagerhuis Maandag ver daagd werd, bracht de conservatief Baldwin Webb het vraagstuik van de „lekken" Ln de Britsche blokkade ter sprake. Hij zeide dat de kracht der blokkade werd verminderd door con cessies aan de Neutralen. De minister voor den economischen oorlog, Cross, antwoordde dat de regeering geen mede- deelingen over de handelsovereenkomsten in oorlogstijd doet, omdat de neutralen verlangen dat de bijzonderheden geheim blijven. Indien men zich daaraan niet zou houden, zou Engeland bij toekomstige onderhandelingen groote moei lijkheden ondervinden. Voor zoover ik weet, aldus Cross, is er geen lek van beteekenis in de blokkade. De cijfers van de eerste vier maanden van den oorlog bijvoorbeeld geven een opvallende daling van den heruitvoer van België en Neder land naar Duitschland aan. Engeland's koopvaardijvloot. Volgens mcdedeeling van de Admiraliteit wordt de bouw niet veronachtzaamd. Shakespeare, de parlementaire secretaris van de Britsche Admiraliteit, heeft in het Lagerhuis uiteengezet hoe de Admiraliteit zich kwijt van haar verantwoordelijkheid voor den bouw van koopvaardijschepen. De bestaande potentieele capaciteit van de scheepswerven, zoo zeide hij, is thans niet ge ringer dan op den hoogsten top van den scheeps bouw in den wereldoorlog. Bij het uitbreken van den oorlog was 900.000 ton in aanbouw voor de vloot en ongeveer 750.000 ton voor de koop vaardij. Wanneer bij het voortgaan van den oor log duidelijk zou worden dat hellingen bestemd moeten worden voor den bouw van koopvaardij schepen in plaats van oorlogsschepen dan zal dat moeten gebeuren, want er zou een stadium kunnen komen in den oorlog, waarin een koop vaardijschip bijna nog kostbaarder zou zijn dan 'een oorlogsschip. Shakespeare voegde hieraan toe dat sedert de oorlog begonnen is het aantal in den scheeps bouw werkende mannen gestegen is van 90.000 tot 130.000, terwijl minstens 20.000 man ter stond gevraagd worden. De bedoeling is een maximumcapaciteit der scheepswerven tot stand te brengen en tonnage te bouwen, die reeds te voren ver uitgaat boven ieder tempo van te ver wachten verlies op zee. Wat de samenwerking met de arbeiders betreft, bracht Shakespeare hulde aan de leiders der vakvereenigingen. ïtaliaanscli schip brak door midden. Bemanning op een matroos na gered. Het Italiaansehe steenkolenschip „Tyna Primo", groot 4853 ton, is in tweeën gebroken, tengevolge van een ontploffing buiten de zuidoostkust van Engeland. Een matroos verdronk. De overige leden der bemanning, die uit 36 koppen bestond, Zijn aan land gekomen in een havenstad aan de zuidoostkust, zeven hunner zijn licht gewond. Troepentransport metQueen Mary" en „Mauretania" Beide schepen zouden Australische manschappen vervoeren. Het Britsche stoomschip „Antonia" (13.867 ton) is gisteren met 700 officieren en andere zeevaren den te New-York aangekomen. Naar gemeld wordt zullen deze mannen de equi pages aanvullen van de „Queen Mary" en de „Mau retania". Een New-Yorksch bureau verklaart dat de beide groote schepen als troepentransportschepen voor de Australische troepen naar de oorlogszones zul len overbrengen. Functionnarissen van de Cunard White Star Line hebben evenwel geweigerd commentaar te leveren. Vergeefsche speurtocht naar vermisten priester. Bij zijn poging om kruis te plaatsen op bergtop vermoedelijk omgekomen. MENDOZA. 19 Maart. Men vreest dat de Joego-Slavische Roomsch Katholieke priester Kastelek is omgekomen bij een poging om een kruis te plaatsen op de Aconcagua Piek. den hoogsten top in de Andes. De priester was aan vankelijk in het gezelschap van de Jorgelink expeditie, welke hij verliet op 7 Maart, toen hij den tocht voortzette naar de piek. die 6850 meter hoog is. De priester bleef bij zijn wensch om zijn tocht voort te zetten, ondanks de waarschu wing van den dokter niet hooger te klimmen dan 5500 meter. De laatste tien dagen hebben bij Aconcagua sneeuwstormen gewoed en de hulp expeditie, die uitgezonden was om den priester te zoeken, heeft geen spoor kunnen vinden (United Press.) BRITSCH SCHIP VERMIST. LONDEN. 18 Maart Het Britsche ss. Tiber- ton" (5.225 ton) Is een maand over tijd. Men gelooft dat het met man en muis is vergaan. (Reuter), Engeland heeft groote behoefte aan vrachtschepen en tankbooten. De overeenkomsten met buitenlandsche reeders. In het Engelsche Lagerhuis heeft Shinwell van de Labouroppositie gisteren een resolutie inge diend, waarin critiek wordt uitgeoefend op het ministerie voor scheepvaart en aangedrongen op een spoedige uitbreiding van het sclieepsbouw- program. Hij verklaarde dat het ministerie over eenkomsten had gesloten met zekere neutrale landen betreffende het gebruik van hun sche pen tegen tarieven die veel hooger waren dan die, welke de Britsche reeders kregen. Ik heb vernomen, aldus Shinwell dat met de Noorsche zeelieden zekere overeenkomsten zijn aange gaan. Spreker zeide, dat minstens 1000 Noor sche zeelieden, die hier terugkeerden van de walvischvloot, beschikbaar zouden zijn voor de Britsche koopvaardij en hij stelde voor eenige verzachting te brengen in de regeling voor vreemdelingen om het Noorsche zeelieden, die door vijandelijk optreden schipbreuk hadden ge leden. mogelijk te maken ie werken aan boord van Noorsche schepen, gecharterd door het mi nisterie voor de scheepvaart. Shinwell voegde hieraan toe dat de admiraliteit verzocht moest worden zoo veel mogelijk scheepsbouwruimte vrij te maken voor den bouw van koopvaardijsche pen. John Gilmour, de minister voor de scheep vaart, bracht hulde aan de manschappen der koopvaardijvloot en aan de visschers. Voorts zeide hij: ..Onder de oorlogsomstandigheden blijft onze behoefte aan neutrale vrachtschepen en tankbooten bestaan. Wij hebben overeen komsten gesloten met verschillende neutrale reeders en bevredigenden bijstand gekregen. De regeering is er van overtuigd, dat deze over eenkomsten een redelijken handel vormen, die ten voordeel strekt aan beide partijen. De tarie ven zijn hooger dan die welke aan onze eigen reeders worden gegeven, maar dat is onvermij delijk. Bij het charteren van neutrale schepen concurreeren wij op de internationale markt. De vraag naar vrachtschepen en tankbooten is groot in alle deelen der wereld en wij kunnen geen schepen krijgen, tenzij wij bereid zijn ta rieven te betalen, die op de hoogte zijn van de rest der wereldmarkten. Sommige vrachten in verschillende deelen der wereld zijn gestegen met 600 pet. Het tarief voor graan voor Rotterdam en Antwerpen uit La Plate is gestegen met 670 pet. Voortgaande zeide Gilmour: „Wat betreft het geen Shinwell heeft gezegd over Noorsche zee lieden ben ik bereid het voorstel te bestudee- ren om Noorsche zeelieden over te brengen op de Noorsche schepen, die hier liggen en extra-man nen noodig hebben." Ernstige schade bij brand te Rotterdam Maandag is vermoedelijk door kortsluiting brand ontstaan in een groote houten loodS van de ge meente Rotterdam aan de Basaltstraat, langs de Tweede Katendrechtsche haven. In deze loods, waar 1.300.000 K.G. hooi opgesla gen lag voor de militairen, waren verscheidene ar beiders werkzaam met het laden van hooi in spoor wegwagons. Plotseling zag een van hen rook op stijgen. Toen hij er heen snelde, sloegen de vlammen reeds uit het hooi, zoodat aan blusschen mét eigen middelen niet viel te denken. De brandweer werd gewaarschuwd en er werd groot alarm gemaakt. Een groot aantal slangenwagens, vijf motorspui ten, twee gereedschapswagens en een auto van den geneeskundigen dienst werden naar het terrein van den brand gedirigeerd, eenige drijvende spui ten werden eveneens in werking gesteld. Het vuur vond intusschen gretig voedsel in den voorraad hooi en toen de brandweer met de blus- sching begon, stond de loods, die ongeveer 120 meter lang en vijftien meter breed was, van voren tot achter in lichter laaie. Enkele spoorwegwagons vatten vlam. De vijf motorspuiten gaven eveneens veel water. Het vuur nam toen in hevigheid af, doch de dikke rookwol ken, welke opstegen, wezen er op, dat de brand in het binnenste van het gebouw nog lang niet was gebluscht. Dat bleek ook wel, toen een gedeelte van den zijkant instortte. De vlammen laaiden toen weer zoo fel op, dat een muur van de dicht bij het brandende gebouw staande loods N„ waarin kapok is opgeslagen, gloeiend heet werd. De brandweer moest speciale maatregelen nemen om het over slaan van de vlammen te voorkomen. Een groot aantal militairen van de bewakings troepen assisteerden bij het blusschingswerk. Op een gegeven oogenblik namen in totaal ruim dertig stralen aan het blusschingswerk deel. Een boot van de rivierpolitie zag nog kans twee schepen van den vaartuigendienst, die reeds ge deeltelijk geladen waren naar een veiliger plaats te sleepen, aangezien in de hooilading reeds vonken terecht waren gekomen. Aan de overzijde van de haven werd de loods C. van de firma Veltenaar door de overvliegende vonken bedreigd, zoodat ook deze loods, waarin zich bagage van Duitsche vluchtelingen bevond, door de brandweer moest worden natgehouden. Van de 22 wagons, die voor de brandende loods stonden, konden de arbeiders, die deze wagons aan het laden waren, er tien wegrijden: de andere twaalf, die reeds geheel geladen waren, weitien een prooi der vlammen. Ongeveer twee uur na het uitbreken van den brand was het dak van de loods vrijwel geheel ingestort, maar nog steeds maakt een verstikkende iook het blusschingswerk zeer moeilijk. Bovendien moest men speciale aandacht blijven schenken aan de naastgelegen loods met katoen, waarin zich ka toen bevond met een waarde van anderhalf mil- üoen gulden, bestemd voor Twente. Omstreeks half twee was het vrijwel zeker dat deze loods behouden kon worden. Tijdens het blusschingswerk werden verschillende brandweerlieden tengevolge van den rook onwel Zij behoefden zich echter niet onder behandeling van den gemeentelijken geneeskundigen dienst te stellen. Vereeniging van Huisvrouwen. Lezing over „De Wandelende Jood". Voor de afdeeling Haarlem en Omstreken van de Ned. Vereen, van Huisvrouwen, sprak de heer A. Br ijs uit Den Haag Maandagmiddag in Hotel ..De Leeuwerik" over het onderwerp „De wandelende Jood", geschiedkundig, aardrijks kundig. folkloristisch, letterkundig, godsdienstig- wijsgeerig". Zeer veel van hetgeen de heer Brijs in zijn boeiende causerie mededeelde hebben onze lezers reeds kunnen lezen in het artikel van dr. P. H Schroder „De wandelende Jood" in ons nummer van aZterdag j.l. Spr. vestigde er de aandacht op, dat de twee neigingen, waarop Gidéon Huet* wees, n.l. „het wonderbaarlijke te vergrooten en alles zoo plastisch mogelijk voor te stellen", (Van onzen Zweedschen correspondent). Stockholm. Maart. Het is voor de Finnen een ontzettend hard ding dat zij, na honderd dagen lang krachtig weerstand geboden te hebben aan den vijftig maal sterkeren vijand, den strijd hebben moeten opgeven. Zij zijn niet op het slagveld door de Russen verslagen en hun weerstandsvermogen was nog niet gebroken Maar de verantwoordelijke leiders de regeering. gesteund door het parlement, samen met de opper ste leiding van de krijgsmacht hebben zich moe ten buigen .voor de harde werkelijkheid, dat er geen afdoende hulp kwam opdagen en dat voortzetting van den strijd zelfmoord zou zijn. Zij hebben zich gebogen voor het wreede lot en een vrede aan vaard, die moeilijk anders dan als een dictaat van Moskou beschouwd kan worden. Een vrede, die zeer duur betaald is en waarvan de duurzaamheid af hangt van factoren, die men nog niet met zekerheid oeoordeelen kan. Het is diep tragisch. En het is volkomen begrij pelijk, dat het velen in Finland moeilijk valt. zich met het oordeel van hun politieke leiders te ver eenigen, maar naar allé waarschijnlijkheid zal die reactie spoedig overwonnen worden door het besef dat thans eendracht meer noodzakelijk is dan ooit. En het kan ook niet anders of de eerste, algemeene en hevige ontsteltenis over de zoo harde Russische voorwaarden wijkt meer en meer voor de zuiver menschelijke vreugde over den vrede, over het feit. dat het bloedvergieten een einde genomen heeft, dat de dagen niet meer stuk-geloeid worden door het luchtalarm, dat vele tienduizenden geëvacueer- den binnenkort weer naar hun woningen terug kun nen keeren en dat men weer kan gaan bouwen er. opbouwen kan wat vermoest en vernietigd is in da gen van bitteren strijd. Dagen van moordende gevechten aan de fronten in de wildernis, dagen van zinlooze terreur tegen de vrouwen en kinderen en ouden van dagen ach ter de fronten. Veel is er over het schier ondrage lijke lijden van het Finsche volk geschreven in de kranten van de wereld, maar nooit zal alles daar over neergeschreven worden, omdat vee! niet neer te schrijven is. Ettelijke menschen hebben al deze maanden samen moeten hokken, telkens met enkele tientallen bijeen, in koude en benauwde hoerenka mers, waar men om beurten moest trachten te sla pen, omdat er voor allen tegelijk op den vloer of de slaapbanken geen plaats was. Duizenden kinderen zijn eiken dag weer de besneeuwde bosschen in moeten vluchten om er te wachten tot het donker werd en de kans op een raid van Russische vliegers gering. Tallooze arbeiders en arbeidsters hebben trouw de uren, die door luchtalarm verloren gingen, in gehaald in den eigen tijd en voor verreweg de meesten beteekende dit, dat zij al deze maanden nimmer behoorlijk hebben kunnen uitrusten, dat zij moe bleven en steeds vermoeider werden. Aan den anderen kant kreeg men te kampen met het probleem van gebrek aan bezigheid voor duizenden vrouwen in de evacuatie-kampen, een probleem, even ernstig als de verontrustende toeneming van de sterfte onder zuigelingen en kleuters. Met deze factoren hadden de verantwoordelijke politici ter dege rekening te houden, toen zy over voortzetting van den oorlog óf aanvaarding van een vrede moes ten beslissen. Het Finsche volk heeft meer dan drie maanden op zijn zenuwen geleefd, maar zelfs Fin sche zenuwen zijn tegen alles niet bestand. Het is echter duidelijk, dat militaire factoren het meeste gewicht in de schaal hebben gelegd en dat daarvan de onmogelijkheid om afdoende hulp van buiten te krijgen den doorslag heeft gegeven. Het is daarom ook verklaarbaar, dat de verbittering van de Finnen zich in belangrijke mate tegen Zwe den en Noorwegen richt, die geweigerd hebben, Engelsche en Fransche troepen doorgang te ver- leenen. Die weigering vloeide niet voort uit een wil om tot eiken prijs aan de neutraliteit vast te houden, maar uit de overtuiging, dat het verleenen van doormarsch aan troepen der Westelijke mo gendheden de beide oorlogen in Europa noodzake lijkerwijs over Zweden en Noorwegen heen in el kaar zou doen vloeien, hetgeen Finland niet helpen zou en Zweden en Noorwegen tot slagveld van de groote mogendheden zou maken. Deze overtuiging is vooral hier op gegrond, dat de eenige route, die voor het transport van de Engelsche en Fransche troepen gebruikt had kunnen worden, de enkelspo- rige spoorlijn over Haparanda is. Met het oog op de noodzakelijke transporten, die uitsluitend langs deze lijn konden gaan en die van zoodanigen om vang waren, dat meer dan eens zendingen kleeren. dekens en levensmiddelen voor de geëvacueerden in Finland vijf, zes dagen op transport via Hapa randa moesten wachten. Dus zou het vervoer door Zweden van de hon derdduizend man, waarvan Chamberlain en Dala- dier spraken, eenige weken geduurd hebben. In af wachting van het transport hadden die troepen hun bivak op moeten slaan aan den ertsspoorweg dooi Lapland, waarlangs de erts vervoerd wordt, die voor de Duitsche wapenindustrie van zoo groote beteeke nis is. Dat moest een zeer groote risico geacht wor den, maar daar kwam bij, dat men in leidende Zweedsche klingen van honderdduizend man geen afdoende hulp voor Finland kon verwachten. In Zweedsche politieke kringen is men er dan ook vrij algemeen van overtuigd, dat de Westelijke mogend heden niet wilden intervenieeren om Finland te hel pen, maar om Duitschland van het Noorden uit aan te tasten. Deze overtuiging wordt versterkt door de omstandigheid, dat Engeland en Frankrijk hulp aan Finland via Petsamo als te omslachtig afgewezen hebben, hoewel men daar onmiddellijk de Russen had kunnen aanvallen. Zweden heeft Finland op vele manieren krachtig geholpen, maar het is niet in staat geweest direct grooten invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de Ahasverus-legende. Temple Thurston schreef een prachtig boek over „The Wandering Jew". Dit werd voor het tooneel bewerkt; Louis de Vries, onlangs over leden, speelde de hoofdrol. Ongeveer 10 jaar geleden werd het ook verfilmd; de beroemde filmacteur Conrad Veidt. vervulde toen de rol van den wandelenden Jood. Maar voor den heer Brijs is het allermooiste boek over de legende van den wandelenden Jood dat van den Vlaming prof. August Vermeylen. Uit folkloristisch oogpunt is het verhaal van de omzwervingen van Ahasverus, zooals het u:t oude boeken en geschriften tot ons gekomen is. van groote waarde: men vindt er sagen in over het ontstaan van bergen, meren en stroomen Eugène Sue's boek heeft letterkundig veel minder waarde dan de werken van Temple Thurston en Vermeylen, maar boeiend is zijn verhaal wel. De Wandelende of, zooals ook wel gezegd wordt, de Euwige Jood, dat zijn wij allemaal aldus spr.. Het is de onrust die in ons leeft, de drang naar weten en naar onderzoek van pro blemen, die wij toch niet kunnen oplossen. De heer Brïjst eindigde zijn voordracht met de voorlezing van een prachtig sonnet waartoe de figuur van „De wandelende Jood" Anthonie Donker inspireerde. De voorzitter van de afd. Haarlem der Ned Vereen, van Huisvrouwen, mevr. VisserBrutel de la Rivière dankte den here Brijs voor zijn boeiende lezing. of indirect afdoende militaire hulp te verleenen, omdat het op directe hulp niet berekend was en om dat indirecte hulp in den vorm van toe lating van doormarsch van Engelsche en Fran sche troepen Zweden naar alle waarschijnlijkheid zelf in den oorlog had gewikkeld, waardoor er van verdere hulp uit of door Zweden niets terecht geko men was. En van verschillende belangrijke' benoo- digdheden had Finland naar het schijnt begin Ja nuari reeds geen reserves meer, zoodat het uitslui tend aangewezen was op de aanvoeren uit het bui tenland. Zweden heeft Finland niet voor een vredesverdrag als nu gesloten is kunnen behoeden. Ook Zweden's positie is er minder gunstig door geworden, niet het minst door de vernauwing van de „wespentaille" en door de bepaling, dat daar doorheen een zuiver strategische spoorlijn aangelegd zal worden, die van Kandalaksa naar Kemijarvi voert, vanwaar er reeds een lijn over Rovaniemi naar de Botnische Golf en de Zweedsche grens is. Maar Zweden gaat voort Finland te helpen. De verschillende hulporganisaties zetten hun arbeid met onverminderde energie voort, al moeten zij dien arbeid dan aanpassen aan de nieuwe omstandighe den. Zweden wil Finland krachtig steunen aan den opbouw, die nu beginnen gaat. aan den wederop bouw van het zwaar getroffen, maar ondanks alles nog zelfstandige Finland. C. G. B. geeft menige huisvrouw en meisje ruwe en roode werkhanden. Deze worden weder om spoedig gaaf, zacht en blank door PuroL (Adv. Ingez. Med.) PEOEPAMMA WOENSDAG 20 MAART 1940. HILVERSUM 1875 en 414.4 M. VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Berichten ANP., 8.10 Orgelspel, s.45 Gramofoonmuziek. 9.30 Causerie „Onze keuken" 11.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de continubedrijven. 11.30 voor de vrouwen. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.45 Berichten A.N.P.. gra mofoonmuziek. 1.001.45 Rosian-orkest. 2.00 „Ma zen", causerie. 2.30 Viool, piano en gramofoon muziek. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 Gra mofoonmuziek. 6.00 Orgelspel. 6.30 „Saenlants Arcadia", causerie. 6.50 Zang met pianobege leiding. 7.00 VARA-kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Volksliederen. 7.30 Bijbelvertellingen. 8 00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berichten A.N.P. VARA-Varia. 8.20 VARA-orkest en solist. 9.00 Radio-tooneel. 9.45 Rosian-orkest. 1010 ..Schuldig of onschuldig?" causerie. 10.20 De Ramblers 10.40 Medische vraagbaak. 11.00 Be richten ANP. 11.10 Orgel en klarinet. 11.45 12.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM II, 301,5 M. NCRV-Uitzending 6.307.00 Onderwijsfonds voor dc Scheepvaart. 8.00 Berichten A.N.P., 8.05 Schriftlezing en meditatie. 8.20 Gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11,15 Pianovoordracht en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gra mofoonmuziek. 12.45 Toespraak „Een woord voor U". 1.00 Chrit. kinderkoor „Zangvogeltjes" met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. I.45 Celesta-ensemble en gramofoonmuziek. 2.30 Christ, lectuur. 3.00 Celesta-ensemble. 3.35 Gramofoonmuziek. 3.45 Zang. 4.30 Gramofoon muziek. 4.404.55 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.45 Gramofoonmuziek 6.30 Tuinbouw- causerie. 7.00 Berichten. 7.15 Letterkundig halfuur. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Berich ten A.N.P.herhaling S.O.S.-berichten. 8.15 Christ. Zangvereeniging „Hosanna" en solist. 10.00 Berichten A.N.P.. actueel half uur. 10.30 Het Heinz Hermann-trio en gramofoonmuziek. II.25 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schrift lezing. k ENGELAND 391 en 449 M. 11.20 Stedelijk orkest van Worthing. 11.05 Causerie ..My war diary" 12.20 Berichten. 12.30 Orgelspel. 12.50—1.20 Cello en piano. 2.20 Henry Hall's orkest. 2.50 Radiotooneel. 3.35 BBC-or- kest. 4.20 Berichten (Welsch). 4 25 Korte Welsche kerkdienst. 4.40 Voor de kinderen. 5.05 Voor tuinliefhebbers. 5.20 Berichten. 5.35 Vroo- lijke voordracht. 5.50 Actueele uitzending. 6.20 Mededeelingen. 6.40 Radio-biografie van Paul Whiteman. 7.20 Opera-uitzending. 8.20 Berich ten. 8.40 Causerie „From the Front Bench". 8.55 Revue-uitzending. 9.30 Solistenvoordracht. 9.50 Scholsch concert. 10.20 Henry Hall's or kest. 11.00 Orgelspel. 11.20 Berichten. RADIO-PARIS 1648 M. 11.20 Zang. 11,20 Félix Raugelkoor en viool- voordracht. 12.05 Vioolvoordracht. 12.35 Zang. I.05 en 1.30 Pianovoordracht. 2.20 Literair- muzikaal programma. 2.50 Radiotooneel. 3.50 Zang. 4.20 Chansons. 4.35 Loewenguth-kwar- tet en soliste. 5.35 Zang. 6.20 en 6.50 Radiotoo neel 8.05 Muzikale causerie. 8.35 Cello-voor dracht. 9.05 Hedendaagsche muziek. 10.05 Va riété. 10.20 Chansons. 10.35 Radiotooneel. 11.05- II.50 Zang. KEULEN. 456 M. 5.50 Omroeporkest. 7.55 Gramofoonmuziek. 9.309.50 Solistenconcert. 10.50 Concert. 12.20 Omroep-Amusementsorkest. 1.45 Populair con cert. 3.20 Voor soldaten. 5.40 Herdenking van Fr. Holderlin. 7.05 Gramofoonmuziek. 7.45 Ra- ditooneel. 8.50 Gramofoonmuziek. 9.50 tot slui ting: Zie Deutschlandsender. BRUSSEL 322 en 184 M. 11.20 Gramofoonmuziek. 11.50 en 12.30 Los Companeros-orkest.. 12.50—1.20 Gramofoon muziek. 4.55 Klarinettrio Stevens. 5.35 Zang met toelichting. 6.20 Gramofoonmuziek. 7.20 „De molen van Sanssouci", operette. 9.3010.20 Gramofoonmuziek. BRUSSEL 484 M. 11 20 Gramofoonmuziek. 11.50 en 12.30 Radio orkest. 12.50,1.20 Gramofoonmuziek. 4 35 Pianovoordracht met toelichting. 4.55 Radio orkest. 5.35 Het d'Hollencourt-kwartet. 6.05 Ra dio-orkest. 7.20 Voor soldaten. 7.50 Gramo foonmuziek. 9.05 Omroepsymphonie-orkest Om roepkoor en solisten. 9.30—10.20 Omroep-dans- DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 7.35 Omroepkleinorkest. 8.20 Radiotooneel met muziek. 9.20 Berichten. 9.50 B. Derksen's orkest. 10.20 Politiek overzicht. Hierna: Sym- phonieconcert 11.20 Berichten. Hierna tot 12.20 Nachtconcert. 12,25—1.20 Militair pro gramma.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 9