IN ENGELAND. Jiunst Schepen door den storm overvallen. Reddingboot uit talie geschoten. De Oost-Indische Compagnie H WOENSDAG 20 HAART 1940 HAAR i: EM'S DAG BE'AD 3 Twee vaartuigen op het ljselmeer gezonken. De voorjaarsstorm, welke Dinsdag heeft gewoed, maakte het lJselmeer tot een zeer ruw vaarwater, dat zijn slachtoffers heeft geëischt. Twee schepen zijn nabij Urk gezonken. Het zijn het sleepschip „Ekama" en het motorschip „Risico". Het laatste schip meet 270 ton en was met een lading grint en zand van Urk op weg naar Lemmer. Het motorschip ..Johanna", dat in de onmiddel lijke nabijheid van de «Risico" voer, heeft schipper B. Oppeneer en zijn knecht, die het zinkende schip met een roeibootje hadden verlaten, opgepikt en veilig naar Lemmer gebracht. Het wrak van de «Ekama" ligt. op ongeveer 7 K.M. W.Z.W. van Urk. Het ligt geheel onder de oppervlakte. Van de „Risico" steekt de boventop van de mast juist boven den waterspiegel uit. De positie van de „Risico" is ongeveer'8 tot 9 K.M. ten noorden van Urk. Beiden wrakken vormen een ernstig gevaar voor de scheepvaart. Een 260 ton metend geladen klipperschip, schip per Zeylstra, heeft op 6 K.M. buiten Lemmer in nood verkeerd. Stortzeeën sloegen over het dek, waardoor het schip water maakte. De te Lemmer gestationneerde reddingboot „Hilda" van de N. Z.H. R. M., voer' uit en slaagde er in de vrouw en het dochtertje van den kapitein van boord te halen en te Lemmer aan den wal te brengen. Een sleepboot en het m.s. „Amstel" hebben den klipper waarop zich den kapitein nog bevond, de haven van Lemmer binnengesleept. Voor jaar sa vond. OXFORDSHIRE, Maart. Tegen het vallen van den avond gingen de twee vrienden met een bus naar London terug. Ze wa ren er 's morgens vroeg met dezelfde bus vandaan gekomen, vastbesloten den guren morgen en de vijf uur onderweg op den koop toe te nemen om hier in de lucht weer eens te kunnen ademen. Beiden raakten bij het uitbreken van den oorlog hun werk kwijt en zijn sindsdien bij een Eerste Hulpbrigade ingelijfd, een onderdeel van de orga nisatie van voorzorgsmaatregelen tegen luchtaan vallen. Zij brengen nu het grootste deel van den dag achter dichtgespijkerde en met zandzakken verzekerde ramen door, als zij niet al voor oefe ning met een tot ambulance ingerichte vrachta-uto de stad doorkruisen, Vandaag haddien ze een vrijen dag, een echten heelen vrijen dag. Ze wilden eens heelemaal tusschen de zandzakken uit, eens zien hoe de wereld er na den harden winter uitziet, of er al crocussen bloeien', of hun longen de frissche lucht nog verdragen. De zon kwam hen te hulp. Zij was er eerst lang zaam door komen breken. Ze scheen nog maar flauw naar binnen toen we koffie-met-krentebrood nuttigden. Wel waren de lijsters al veelbelovend druk in de weer op het grasveld en klonk in de verte de spotlach van een specht en kwam een bij zoemend het raam binnen, regelrecht op een hya cint af. Terwijl' we wandelden klom de zon. De wind, waaraan nog een nippig kantje zat, werd minder en minder, verdween heel stil en kwam voorzich tig weer terug met bijna iets zoels, met bepaald iets zoels. Het was nauwelijks nog wind te noe men. Het was streelende, zoete lucht. Het was voorjaar! In de heggen, die langs elk Engelsch landwegge tje staan en in wier beschutting het eerste groeien elk jaar begint, stonden al. primula's in knop; er was daar ook een voortdurend, geheimzinnig ge ritsel van vogels. Van ergens vandaan kwam het tevreden geluid van een ploegenden tractor. Het bruin van de verdorde varens, verdordter dan ooit, had een diepen gloed. Heele heuvelhellingen, wa ren er mee bedekt en waar daar op dat woeste land tussch'en de varens en de denneboomen nog maar een plekje open was, daar staken de kleine stijfgroene bladen van „bluebells" al op, die wilde, lichtblauwe hyacintjes, waarmee straks alle ver scholen, onverstoorde stille hellingen en valleien pastelblauw zullen staan. De grond veerde onder den voet, elastisch als rijzend deeg, door het stu wen van alles wat groeien moet. De aarde was in beweging, de lucht stond stil, de zon scheen op donzige katjes aan glimmend wilgenhout. Een man stond bovenaan een langen roodgeverfden lad der en schilderde met wit de kozijnen van z'n boe renhuis. Beneden in de vlakte steeg de rook recht op uit een fabrieksschoorsteen en van een zaag molen kwam een scherp snerpend geluid. Een klein grijs-steen en .dorp met rieten daken lag in het streelende licht. Uit een witgekalkten stal kwamen bruine en zwarte koeien, nog in hun dikke .winter vacht, en vonden het eerste jonge gras. In kleine tuintjes achter ruwsteenen muurtjes stonden cro cussen in bloei. De wereld deed haar allerbest. Ook nu, tegen het vallen van den avond, blijft het zacht en stil en hoopvol. De vrienden hebben inderhaast de bus nog kunnen halen. Het haasten heeft hen niet gehinderd. Ze zijn het gewend, ze hadden niet anders verwacht- „We hebben je de lente gebrachten we laten haar bij je ach ter". zeggen zij zonder wrok, als zij de volle bus bestijgen. Het is een feest op een avond als deze den bree- den hoofdweg weer te verlaten en door het dorp huistoe te loopen. Want in het dorp hebben ze het ook gemerkt. Daar wordt in alle tuintjes gegraven en geplant. Buurvrouwen ruilen narcissen, en tul penbollen. Iemand heeft aan het andere eind van het dorp wat pollen margrieten en vei'geetmijniet- jes cadeau gekregen en brengt ze in een kruiwa gen naar huis. Dorpshonden zetten dorpskatten na. dwars door vreemde tuinen, en werden mildelïjk uitgescholden. De dorpschauffeur heeft aan den weg z'n auto uit elkaar gehaald om den boel eens na te kijken en hij neemt het de kinderen niet kwalijk dat ze er met de losse wielen vandoor gaan en die de hellende straat af laten rollen. De slager staat in z'n open deur en snijdt overmoedig een schaap in de vereischte stukken, alsof de vleeschrantsoeneering overmogen niet begint.... De stationchef voert z'n kippen. Er iedereen vindt dat het weer rp°°i is, de dag heerlijk, de avond prachtig en alles heel erg best. Halverwege den heuvel, in een verscholen ope ning in de heg, staat het paard, dat het meest heeft van een kruising tusschen een Shetland-pony en een stoer karrepaard. Een leelijk dier, dat er zelf een beetje bedroefd om is en dat altijd een klontje krijgt, omdat het zoo geduldig steeds door de opening staat te kijken. Vanavond is er bijna iets hoopvols in z'n vriendelijk oog. In het huis is het al schemerdonker. De hya cinten in de vensterbank geuren zwaar. Een late vogel glipt nog schichtig weg in wat struikgewas. De boomen beginnen al donker af te steken tegen de avondlucht. Nog nooit was het zoo onaangenaam de verduis- teringswet te moeten gehoorzamen èn de blinden stijf dicht te sluiten en weggesloten te zitten, nu de eerste voorjaarsavond stil in den nacht ver glijdt Vr S. Minder vrijstellingen wegens broederdienst. Bij de lichting 1941. Bij de lichting 1941 zullen voor vrijstelling wegens broederdienst vóór anderen in aanmerking komen degenen, van wie de meeste broeders of halfbroeders hebben gediend of tot den dienst ver plicht zijn en van dezen zij, die behooren tot de gezinnen met de meeste kinderen (hieronder te verstaan: broeders, half- en stiefbroeders, zusters half- en stiefzusters). Vrijstelling wordt slechts verleend indien de broeder of halfbroeder verkeert in een der volgen de gevallen: op 1 October 1939 tot gewoon dienst plichtige bestemd was, voor' zoover de voor zijn inlijving bepaalde datum nog niet was aangebro ken: op 1 October 1939 als gewoon dienstplichtige of als vrijwilliger tot de land- of zeemacht behoorde; vóór 1 April 1940 30 dagen in werkelijken dienst is geweest; vóór 1 April militair pensioen genoot of heeft genoten; vóór 7 April 1940 gedurende zijn werkelijken dienst is overleden. Ingeschrevenen, die nog niet den wensch te ken nen gaven, voor vrijstelling wegens broederdienst in aanmerking te komen en zij, die bij de inschrij ving of later verklaard hebben geen vrijstelling te wenschen, doch deze vrijstelling thans verlangen, moeten tusschen 16 en 30 Aprfil, doch bij voorkeur op 17 en 18 April a.s. daartoe aanvraag doen bij de afdeeling Militaire Zaken ter gemeente secretarie. Ingeschrevenen, die vrijstelling wegens broeder dienst hebben gevraagd, doch deze thans niet meer wenschen, moeten hiervan zoo spoedig mogelijk in ieder geval vóór 30 April a.s. mede- deeling doen aan genoemde afdeeling Mil. Zaken. Zij, van wie na 1 October 1939 een of meer broe ders zijn komen te verkeeren in een der gevallen hiervóór genoemd, moeten hiervan tusschen 16 en 30 April a.s. eveneens mededeeling doen aan ge noemde afdeeling. Nadat alle vrijstellingsaanvragen door den Com missaris der Koningin zullen zijn beoordeeld, kan worden bepaald, in welke gevallen vrijstelling zal kunnen worden verleend. Dit zal bij openbarp kenninsgeving worden bekend gemaakt. Op alle aanvragen om vrijstelling wegens broe derdienst voor ingeschrevenen voor de lichting 1941 zal eerst in Juli of Augustus 1940 een be slissing kunnen worden genomen. Vier jaren tegen spion geëischt. De substistuut officier van justitie bij de Utrecht- sche rechtbank eischte Dinsdagmiddag tegen een zekeren v. d. L., Nederlander, zonder beroep, een gevangenisstraf van vier jaar. De man stond terecht voor de meervoudige Ka mer van de Utrechtsche rechtbank, verdacht van het plegen van spionnage ten gunste van een na burig land. Hij zou hierbij o.a. inlichtingen hebben verstrekt over de ligging van voor militaire doel einden belangrijke telegraafkabels in de omgeving van Vianen. In deze zaak, welke met gesloten deuren werd behandeld, en eenige uren in beslag nam, werden o.a. vier getuigen gehoord. De uitspraak is bepaald op Dinsdag 2 April a.s. AMERICAN BLEND (Adv Ingez. Med.) in Haarlem en daarbuiten. Evenepoel, Belgisch schilder. Nu de Paasch- en Pinkstervacanties weer op komst zijn en voor de meeste kunstliefhebbers bui- tenlandsche uilstapjes ook dit jaar nog wel tot België beperkt zullen moeten blijven, kan het zijn nut hebben er nogmaals op te wijzen, hoe loonend daarbij korte bezoeken aan de provinciale musea, vlak over de grens kunnen zijn. Het werd hier reeds vaker geschreven dat het te betreuren is dat wij, van boven den Moerdijk zoo weinig notitie genomen hebben van de Belgische schilderkunst der negen tiende eeuw, van het werk onzer naaste buren, die toch zoo klaarblijkelijk herhaaldelijk uit eenzelfde bron geput hebben als de groote mannen bij ons. die echter, door een voor hen gunstigen samenloop van omstandigheden gedurende geruimen tijd een veel ruimer verbreide reputatie in de wereld konden verwerven. Onlangs, bij den dood van Eugène Laermans viel het ons weer op. hoe weinig zelfs de belangrijkste kunstenaars ten Zuiden onzer grens, in Nederland bekend zijn. anders dan bij name. En toch is dat zoo gemakkelijk te verhelpen door eens een paar vacantiedagen te besteden aan een visite bij de moderne afdeelingen der musea van Luik en Antwerpen, om nu maar vlak in de buurt te blijven. Uit het eerste reproduceeren we hierbij een groot en om verschillende redenen interessant doek, door Henri Evenepoel, wiens naam zelfs, voor de meeste jongere schilders van thans, volkomen onbekend zal zijn. Verklaarbaar kan dat eenigszins zijn, doordat het oeuvre van dien schilder niet zoo heel groot is hij stierf vóór zijn dertigste jaar. Maar hij was als Belgische representant van een nieuw inzicht in de schilderij-kunst belangrijk en baanbrekend. Evene poel had in Parijs gestudeerd en gewerkt. Op onze reproductie zien wij dan ook hoe de Parijsche bur gers op een Zondagmiddag in het park van Saint Cloud uit wandelen gaan en aan de costumes kun nen wij wel zoo ongeveer aflezen dat de schilder dit doek zoo tegen 1895 geschilderd moet hebben. Het-is een voor dien tijd zeer typeerend werk. Van de compositie als zoodanig zou men geneigd zijn te zeggen dat die schittert door afwezigheid; men kan naar links en naar rechts de voorstelling ad libitum verlangen; van een bewust overwogen afronding van het voorgestelde binnen een evenwicht schep pende structuur is geen sprake. En dat klopt precies met de in dien tijd juist machtig geworden théorie van Zola's „tranche de vie" de willekeurige greep in het leven, die ook voor de schilderkunst gaat gelden en die de ordening en de schikking naar gel dende formules negeert. Dat alles lijkt ons nu niet nieuw, noch ook maar in het minst hemeltergend, maar was het voor velen toen wèl. Men vond die ongebondenheid ongehoord en dat er aan beide kan ten van de voorstelling figuren, om zoo te zeggen, uit de lijst naar buiten stapten, scheen den ouder- wetschen schilders een idiotisme, en gaf "hunner Twaalf inzittenden te water gevallen. Aan boord van het stoomschip „Stuyvesant" van de K.N.S.M.. liggende aan de Surinamekade te Amsterdam werd Dinsdagavond omstreeks zes uur sloepenrol voor het personeel gehouden. Zooals te doen gebruikelijk begaf het personeel zich op het gegeven sein naar de sloepen, welke in ver band met de omstandigheden buiten boord ge draaid in de davits hingen. In een dezer sloepen namen twaalf schepelin gen plaats. Op een gegeven oogenblik is een der talies van de sloep uitgepikt met het gevolg, dat de reddingboot scheef kwam te hangen en naar beneden schoot. De twaalf inzittenden kwamen in het water terecht. Tien van hen bereikten zwemmende de kade en konden aan boord van de „Stuyvesant" worden opgenomen, zonder nadeelige gevolgen van de minder geslaagde oefening te hebben ondervonden. De twee an deren werden door den G. G. en G. D. ter ob servatie naar het Burgerziekenhuis overgebracht Duitsch vlieger gedeserteerd. In de gemeente Losser over de grens gekomen. Een 22-jarige gedeserteerde Duitsche sergeant vlieger heeft kans gezien, ondanks de bijna on overkomelijke grensversperringen, behouden Neder- landsch grondgebied te bereiken. Hij had van Rheine af geloopen en tot aan zijn hals door de Dinkel moeten waden om ter hoogte van grenspaal 6 in de gemeente Losser, de grens te overschrijden. De deserteur, die gekleed was in de uniform van de Duitsche luchtmacht, droeg een revolver en eenige patronen, gewikkeld in een stuk papier bij zich. Hij werd door een Nederlandsche grenspatrouille aangehouden en voor den wachtcommandant ge leid. Volgens zijn verklaring zouden de Duitschers zelf hem de richting naar de Nederlandsche grens hebben aangewezen, nadat hij had voorgegeven te behooren tot den geheimen Duitschen radiodienst. De jonge man zal worden geïnterneerd. De „Friesland" zal worden gelicht. Naar wij vernemen is besloten tot het lich ten van het vrachtschip „Friesland" van de reederij Koppe, dat in begin Januari op het lJselmeer is gezonken, alsmede van de lading. Het werk zal worden uitgevoerd aan de firma de Graaf en Koelman te Rotterdam. Zoodra de weersomstandigheden zulks toela ten, zal begonnen worden met het lichten van de lading, een groote partij blik, waarbij ge bruik zal worden gemaakt van een duiker. 30.000 voor liet Poolsche volk bijeengebracht. In totaal heeft het Nederlandsche comité tot menschlievende hulp aan het Poolsche volk ongeveer f 30.000 bijeen gebracht. Hieronder is o.a. pl.m. f 8000 uit Amsterdam f 7500 uit Heerlen, pl.m. f 5500 uit Rotterdam, f 1700 uit Den Haag, f 1000 uit Baarn, f 900 uit Amersfoort, pl.m. f 900 uit Den Bosch en f 500 uit het Gooi EXAMENS. Academische opleiding. Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amsterdam voor het cand.-examen rechten de heer C. A. Erd- man en H. van Dam. Geslaagd voor het doet. ex. economie de heef A. W. van der Flier. Te Delft slaagden voor het examen civiel-inge- nieur de heeren R. P. J. Bomans en J. C. Fockens, beiden te Haarlem. C. A. O. in boekdrnkkersbedrijf ten deele bindend verklaard. In de Nederlandsche Staatscourant van Dins dag is opgenomen de beschikking van den minis ter van Sociale Zaken, waarbij een aantal be palingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor het boekdrukkers- en rasterdiepdrukbedrijf algemeen verbindend zijn verklaard voor de werkgevers en arbeiders in dat bedrijf. De verbindendverklaring is geschied voor het tijdvak van 1 April 1940 tot en met 12 April 1941. 1602 20 Maart 1940. (Voor te dragen aan het jaarlijksch herinnerings- maal, dat hedenavond weer in Den Haag wordt gehouden.) Een volk blijft zijn voorgeslacht waardig met de wapenspreuk: Offer en Daad. De geestkracht der ouden is vaardig, daar waar men hun woord nog verstaat. Het Wonder, dat goede Courage vermag, is het stralend bewijs, tot den huidigen dag, van zegen op trouw aan traditie en vlag, en de leus van den plicht voor de baat. We zagen geslachten verdwijnen. En vloten vergingen voorgoed. De wereld lag eerder in pijnen. Het noodweer heeft vaker gewoed. Wat rest ons uit zegepraal, glorie en feest? Wat stof was bleef stofmaar de levende geest is het erfdeel dat ons uit den twijfel geneest, en uit zendtden storm tegemoet Blijf, tijdstroom, een oogenblik dralen! Treedt, nooden van heden, opzij. Dit is het saluut der bokalen!.Daar gaan onze Helden voorbij! Hier schrijden ze, dwars door materie en uur, te groot voor een levenTe breed van postuur voor een menschen-geslachten den hach'lijken duur van een oordeel van u of van mij! Hun tred is het rythme der daden. Geslachtentreedt aan in de rij! Door eeuwen, met glorie beladen, gaan Nederland's Helden voorbij! En wat ook uw tijdsdeel verwart of bevreest gedenkt in den machtigen ban van hun geest, dat de noodklok rondom nimmer stom is geweest en de weg tot de vrijheid nooit vrij. Ze zijn met niet anders begonnen dan hun offer van trouw en van plicht En ze putten hun kracht uit de bronnen, wier heil in God's eeuwigheid ligt Hun geest zij hier vaardig. Als bloed is de wijn, O zonen van Coen! En zoo moge het zijn dat dit Holiaudsch geslacht, in een wereld vol pijn, iets grootsch, naar zijn voorbeeld, verricht MELIS STOKE. Door electrisehen stroom gedood. Dinsdagmiddag omstreeks half vier droegen twee arbeiders op de scheepswerf „Waterhuizen" aan het Winschoterdiep onder da gemeente Haren (Gr.) een acety- leentoestel uit een loods, waarbij het toestel bleef haken aan een onder electrisehen stroom staan- den kabel. Het gevolg was, dat ook het acetyleentoestel onder stroom geraakte. De beide arbei ders werden getroffen. Een van hen zakte onmiddellijk bewuste loos in elkaar. De tweede begon te schreeuwen. Een derde arbeider schakelde, toen hij zag, wat er gebeurd was, onmiddelijk den stroom uit. De 20-jarige J. Vrijburg bleek te zijn overleden. HOTELS Blijkens een legerorder heeft de minister van defensie, ter voorkoming van de dikwijls aan zienlijke schade, die hotels en restaurants zouden kunnen lij den, wanneer zij tot hun bedrij ven behoorende garages niet ter beschikking hunner bezoekers kunnen stellen, doordat deze ga rages geheel of grootendeels ge vorderd zijn als stallingruimte voor militaire voertuigen, be paald, dat wanneer daartoe door betrokkenen het verzoek wordt gedaan garages, ten aan zien waarvan de mogelijkheid op zoodanige schade bestaat, gedu rende het zomerseizoen waar onder in beginsel is te verstaan de periode van 20 Maart tot 20 September zooveel mogelijk ontruimd en ter beschikking der eigenaren gesteld dienen te wor de onder beëindiging der vorde ring. Moeten dientengevolge motor voertuigen in de open lucht wor den opgesteld, dan moeten de mo torkappen der automobielen, als mede de motorrijwielen onder dekzeilen geplaatst worden. Van „Frisco" naar Curaqao. Bedorven schoonheid. HOLLYWOOD. (Van onzen reisredacteur.) ET is Februari en Hollywood ligt in de warme zon. De vogels fluiten in de euca- lyptus-boomen. Vóór mij ligt een palmen- laan en links staat een machtig complex bouwwerken. Een houten bord zegt: „Warner Bro thers, de grootste filmstudio's van de wereld" maar als dat bord er niet was zou ik mij op iedere, wille keurige, zonnige plaats ter wereld kunnen wanen. Een plaats met kleine boomen waaraan, tusschen diep-groen, appeltjes-van-oranje groeien, een plaats met aardige kleine landhuisjes, een landelijke stad waar colibris om de bloemen snorren en 'trillend in de zomerzon blijven staan. Maar ik ben in Hollywood en dat moet ik mij heel goed voor oogen houden om het tot mij te laten doordringen. Juist op dezen warmen, zomerschen morgen in Februari, nu ik op de veranda van een gastvrij huis dit zit te schrijven om u te vertellen dat zooals i k Hollywood heb gezien het ènders is dan de menschen denken. Alles is anders in dit leven, wanneer de illusie tot werkelijkheid wordt. En alles is anders, tien maal anders op tien verschillende uren van den dag, op tien verschillende dagen en wanneer het hart en de geest tien keer de dingen verschillend zien en ver schillend gevoelen. Gisteren, toen ik hier aankwam, was Los Angelos een enorme, jonge, leelijke stad als iedere groote Amerikaansche stad. Een stad van bijna twee mil- lioen inwoners, slordig neergeworpen zestig jaar geleden in een woestenij. De auto reed ons schielijk uit de davering van deze leelijkste, slor- digste, schreeuwendste aller steden, langs geweldige wolkenkrabbers, kleine houten huizen, witte kerken, enorme hotels, langs stukken open bouwland, op slagplaatsen, fabrieken, restaurants en kleine pal- menparken, totdat wij dan eindelijk na een vol uur haastig rijden de lanen van Beverley Hills gingen beklimmen en langs de prachtigste buitenhuizen van de wereld, waar de rijkste menschen van de wereld wonen, kwamen. „Hier woont Clark Gable en aan den overkant Wallace Beery en daar links in dat witte huis met blauwe pannen en met die ijle blanke berken er- zijds alleen maar aanleiding tot min of meer ge waagde grapjes. Dat het werk technisch prachtig geschilderd was, viel niet te ontkennen en wij be merken nu, lof en blaam vernemend, dat diezelfde controvers zich al voorgedaan heeft bij dien artist, in wien men Evenepoel's voorganger zien kan, bij Edouard Manet. Henri Evenepoel kan men eenigs zins den Belgischen Manet noemen. Hij heeft met den Parijzenaar in afkomst, opvoeding etc. veel ge meen en heeft naar diens werk ongetwijfeld met sterke belangstelling gekeken. Een zeer bekend ge worden schilderij van den Belg „L'Espagnol a Paris", een groote staande figuur op een Parijsclien boulevard, draagt sterk het kenmerk van Manet's invloed. Doch ook iemand als Alfred Stevens werd door Evenepoel bewonderd. Evenepoel's Portret (groot staand figuur in evening-dress) in het Brus- selsch Museum zou daarvoor als bewijs kunnen dienen. Was aan onzen schilder een lang leven be schoren geweest ook dat had hij met Manet ge meen: een te vroege dood dan zou er. waar schijnlijk een even groote kunstenaarsfiguur uit hem gegroeid zijn als ten onzent Breitner geweest is. Breitner toch was eveneens een groot bewon deraar van Manet en zijn liggende naakten uit Amsterdam's museum staan waarschijnlijk wel in verband met Manet's Olympia, die Breitner in de negentiger jaren in Parijs zag. Henri Evenepoel was in 1872 te Nice geboren, studeerde eerst in Brussel doch ging in '92 naar Parijs waar zijn voornaamste doeken ontstaan zijn. De reeds genoemde „Espagnol a Paris" (het portret van den schilder Iturino) kan men in het museum van Gent bewonderen; ook dit provinciale museum van België zit vol interessante moderne schilderijen, ook van Hollanders! Waar vindt men bij ons weder- zijdsche beleefdheid? En het prachtige Brusselsche portret waarvan hierboven sprake was, stelt even eens 'n collega-artist voor: den Franschen schilder Baignières, door Evenepoel in '96 geschilderd. Drie jaar later stierf Evenepoel op zeven en twin tig jarigen leeftijd! Een sterk, en veelbelovend schilder ging voor de Belgische kunst met hem verloren al houdt zijn kleine oeuvre duurzame be- teekenis. J. H. DE BOIS. (Adv. ingez. Med.) voor, daar woont de lieve Claudette Colbert. Achter dien hoogen muur met die poort waar je nog net dat zwembad ziet door woont Harry Fonda, die tien jaar geleden nog een schooiertje met een schoe nenpoetsdoos wasZoo vertelt onze begeleider aan het stuur en de dames vinden het prachtig om nu met eigen oogen te zien waar al die sprookjes prinsessen en prinsen wonen. Wij rijden door de palmenlanen van Beverly Hills en het is werkelijk als een sprookje dat niet van deze wereld is. De zon wekt alles tot diepe, felle kleuren; de bloemen en de grasgazons, de witte en roode en blauwe daken, de agaven en de cactussen. Ik geloof dat dit de mooiste huizen en de weelde rigste tuinen zijn, die ik doit gezien heb. Maar er is in al deze overdaad van rijkdom en schoonheid iéts beklemmends. Het is als een doo- denstad. Al deze huizen zijn zoo stil. Er speelt geen kind; er is geen mensch te zien en behalve een stille tuinman die een grasveld te besproeien staat en een kleine hond, die zich stil ligt te zonnen, is er geen leven en geen beweging te ontwaren. Ik denk aan de deftige straat van de kleine stad mijner jeugd, er gens in Holland, waar het op een zomerschen Zon dag, net zoo was. Alle ramen van de groote vier kante heerenhuizen waren dicht en dood; er liep een zwijgende politieman met wit-gehandschoende han den op den rug en de zon stond te blakeren op de breede deuren, de straatsteenen en de blauwe stoepen. Zóó was het hier. Schoon en rijk en dood. Onbegrijpelijk schoon. Onvatbaar rijk. En droevig dood. „Daar met dat blauwe dak, dat is Edward G. Ro binson's huis; en met dat groote grasveld en die mi- mosaboomen daar woont Gary Cooper". Het is als een museum. Ge ziet de dingen waarvan ge gehoord en gelezen hebt nu met eigen lijfelijke oogen maar er is iets in dat weemoedig maakt. Omdat alles anders is wan neer het tastbaar wordt; omdat de droom anders is dan het ontwaken, en de illusie anders dan de wer kelijkheid. Zoo was het gisteren, de dag van aankomst. En dezen morgen in Hollywood, schrijvend In de zomerzon, is Hollywood weer anders. De melkman zet zijn flesschen voor de deur. De krantenjongen gooit, in vliegende vaart met z'n oude Ford je, de ochtendbladen pardoes in alle tuinen van alle aar dige landhuisjes. Een vlinder danst rond de zoete mimosa. Een roodborstje wiegt in den gouden regen. Een mooie plek onder den blauwen hemel, dit Hollywood van dezen morgen. Hollywood zonder Clark Gable en Greta Garbo en Spencer Tracy en Bette Davis. Ginds in Beverley Hills staan de groote schoone landhuizen van de groote schoone idolen onder dag- droomen stil en zwijgend en dood langs de palmen lanen. Hier is het een aardig villa-dorp met melkboeren en krantenjongens. Vannacht zullen wij naar Mexico reizen. Maar vanmiddag zal Warner Brothers ons vriendelijk ont vangen in de grootste droomfabriek ter wereld. Over dat Hollywood zal ik u nog schrijven. Mr. E. ELIAS. (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden.) SAMENWERKING NEDERLAND—BELGIë OP REISBEBIED. In aansluiting op de reeds hieromtrent gepu bliceerde berichten over de wederzijdsche propa ganda ter bevordering van het toerisme tusschen Nederland en België kan thans worden medege deeld, dat de bekende Vlaamsche letterkundigen Gerard Walschap en Felix Timmermans in op dracht van het Commissariaat-Generaal voor het Toerisme te Brussel een serie voordrachten in Nederland zullen houden. Felix Timmermans zal op 10 April in de Gem. Concertzaal te Haarlem spreken. Het Belgische Verkeersbureau stelt voor deze avonden enkele toeristische films over België ter beschikking, welke na afloop van de voordracht zullen worden vertoond. Hiertegenover staat, dat thans in België ins gelijks propaganda wordt gevoerd ter bevorde ring van het toeristenverkeer naar Nederland.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5