Sovjet-Unie wil neutraal blijven. jai Journaal aan de Week Geen direct vooruitzicht '4 ROODE STER op het einde van den oorlog. Z A i K D A 0 TO MAS5T 1940 n "A A ft EE M'S D A C B E A" D 5 Verdrag met Finland gebaseerd op de onafhankelijkheid van dif land. Jlede van Jiolatof iw&cfiet Jiusslsche pademenf Dc voorzitter van den Raad van Volkscom missarissen en volkscommissaris van buiten- landschc zaken der Sovjet Unie, Molotof, heeft gisteravond in zijn redevoering tot het Sovjet- parlement o.a. gezegd: „Wij moeten onze neu traliteitspolitiek handhaven en ons onthouden van deelneming aan den oorlog tusschen de groote mogendheden". Molotot was begonnen met te zeggen, dat er in de afgeloopen vijf maanden veel voorbeelden zijn geweest van een Fransch-Britsche vijandigheid jegens de Sovjet Unie. De verwachtingen der Engel- sche en Fransche machthebbers de Sovjet Unie te gebruiken in den oorlog tegen Duitschland, zijn niet in vervulling gegaan. De door de Sovjet ge volgde politiek is duidelijk niet aangenaam voor de Britten en Franschen, wier zenuwen niet goed in orde zijn. Sedert de laatste zitting van de Opperste Sovjets hebben zich vele belangrijke beteekenisvolle ont wikkelingen voorgedaan in de buitenlandsche aan gelegenheden. De oorlog in hot westen is beperkt tot toevallige botsingen, in hoofdzaak ter zee en in de lucht. Het is bekend dat de pogingen van Duitschland over vrede te onderhandelen, door Groot Brittannië en Frankrijk zijn genegeerd. Er werd gezegd dat Groot Brittannië en Frank rijk oorlog voeren om hun verplichtingen jegens Polen na te komen. Het is thans volkomen duidelijk dat hun bedoelingen zijn een volledige ter neder- werping en verminking van Duitschland. Molotof vervolgde: Groot-Brittannië heeft ge weigerd reeds lang gegeven Sovjet-Russische op drachten uit te voeren en deze vijandige houding is ten slotte geculmineerd in de in beslag neming van twee Russische schepen. De Britsche regeering heeft getracht deze daden te rechtvaardigen door aan te voeren, dat de goederen voor Duitschland bestemd waren. De Finsche oorlog. Sprekende over den Finschen oorlog zeide Molo tof: Wij streden niet slechts tegen Finsche troe pen, doch tegen de gecombineerde strijdkrachten van de imperialisten van een aantal landen, met inbegrip van Groot-Brittannië en Frankrijk. Na melding te hebben gemaakt van de voor bereidingen voor de zending door de gallieerden van 100.000 man ter hulpverleening aan de Finnen, betoogde Molotof, dat een vijfde deel van de Zweed- sche luchtmacht ter beschikking van Finland was geplaatst. Hij voegde hieraan toe: Militaire hulp voor Finland kwam niet al leen van de geallieerden, doch ook van zekere andere imperialistische landen, met inbegrip van Italië en zelfs van dc Vcreenigde Staten. Hij vervolgde: ondanks al deze inspanningen hebben de kracht en vastberadenheid van het Roode Leger den oorlog omgezet in een roemrijke overwinning. i. en Drogisten (Adv. tngez. Med.) Naar schatting bedraagt het aantal dooden aan Finsche zijde niet minder dan 60.000 en het aantal gewonden niet minder dan 250.000. De werkelijke reden voor hulp aan Finland van de zijde van Groot-Brittannië en Frankrijk is dat Finland gereed was als basis voor militaire opera ties tegen de Sovjet Unie. Erkenning der Finsche onafhankelijkheid. Overgaande tot een bespreking van het vredesverdrag zeide Molotof, dat dit verdrag gebaseerd is op de erkenning der Finsche on afhankelijkheid naar binnen en naar buiten. Sovjet Rusland, zeide spreker, had de macht ge heel Finland te bezetten, doch dat „wij van deze ■ipacht geen gebruik hebben gemaakt zooals iedere andere groote mogendheid zou hebben ge daandoch dat wij ons tot een minimum hebben bepaald. Wij moeten ons schrap zetten tegen alle pogin gen het zoojuist gesloten vredesverdrag te schenden. Dergelijke pogingen zijn door Finland en ook door Noorwegen en Zweden gedaan onder het voorwend sel van een militair defensief bondgenootschap. Het is niet moeilijk te begrijpen dat deze pogin gen gericht zijn tegen de Sovjet Unie en ingegeven zijn door een verlangen naar wraak. Een deelneming van Noorwegen en Zweden aan een bondgenootschap met Finland zou een afzien van hun traditioneele neutraliteitspoli tiek behelzen en het begin zijn van een nieuwe buitenlandsche politiek, waaruit de Sovjet Unie slechts duidelijke conclusies zou kunnen trekken. De geruchten, dat de Sovjets eenige aanspraken zouden hebben doen gelden op havens in Zweden en Noorwegen zijn niet waard te worden tegenge sproken. De betrekkingen met Turkije en Iran zijn be paald door niet-aanvalsverdragen en wij zijn vast besloten onze verplichtingen na te komen aldus spreker. Ten aanzien van Roemenië zeide Molotof: Wij hebben geen niet-aanvalspact met Roemenië, dit is te verklaren uit het bestaan van een niet ge regeld geschil over Bessarabië, welks inbezitne ming door Roemenië nimmer door de Sovjet Unie werd erkend. Hoewel wij nimmer dc kwestie hebben opge worpen het door oorlog terug te krijgen. Dus is er geen enkele basis voor eenige achter uitgang van de Sovjet-Roemeensche betrekkingen. Japan moet er zich van bewust zijn dat de Sovjet Unie geen enkele schending harer be langen zal dulden. Slechts indien dat wordt begrepen, kunnen de Russische; betrekkingen met Japan op bevredigende wijze tot ontwik keling komen. In Syrië en het naburige oosten bestaat een wan trouwen over de activiteit der oostelijke legers van de westelijke mogendheden onder leiding van gene raal Weygand. Wij moeten waakzaam zijn tegen- 'over alle pogingen deze troepen te gebruiken voor jegens de Sovjet Unie vijandige bedoelingen. Hun moet duidelijk zijn, aldus spreker, dat het gevaarlijk is met vuur te spelen. De betrekkingen met de Vereenigde Staten. Molotof zeide ten slotte: Onze betrekkingen met de Ver. Staten zijn in den laatsten tijd niet ver beterd- Tevens zijn ze niet slechter geworden, tenzij wij het z.g. moreele embargo tegen de Sovjet Unie in beschouwing nemen, dat, nu de vrede met Fin land is gesloten, ontbloot is van iedere beteekenis. Wij moeten onze neutraliteitspositie hand haven en afzien van deelneming aan den oorlog tusschen de groote mogepdheden. Deze politiek dient niet alleen de belangen der Sovjet Unie, doch oefent ook een beperkenden invloed op pogingen den oorlog in Europa te doen ont branden en te verspreiden. Stalin, Worosjilof, Litwinof waren bij deze rede voering aanwezig, evenals de Duitschc ambassa deur, Von der Schulcnburg. Bij het begin van de zitting stelde dc voorzitter Andrejef voor een minuut stilte in acht te nemen ter eere van de „helden, die vielen bij de verdedi ging van Leningrad". Na de rede van Molotof heeft de Opperste Sovjet een resolutie aangenomen, volgens welke ,,in ver band met de volkomen helderheid van Molotof's rapport van debat afgezien en de buitenlandsche politiek der regeering goedgekeurd wordt". Een vernuftige boer in De Lemmer Sprak „Geen koe is zoo wild, of ik tem 'r. Bij een pijp Roode Ster Schopt ze niets meer omver En ik vul rustig rookend mijn emmer". Zeldzaam zacht en licht in de pijp! (Adv ingez. Medj ROOSEVELT: Informaties van Welles op het geschikte oogenblik echter van groote waarde. Sumner Welles heeft geen vredesvoorstel len uit eenige bron ontvangen, noch mij terug gebracht. Zelfs hoewel er voor direct gering vooruitzicht bestaat op de vestiging van een rechtvaardigen, stabielen en duurzamen vrede in Europa, zullen de Inlichtingen, welke als resultaat van de missie van Welles ter be schikking van deze regeering staan, ongetwij feld van de grootste waarde zijn, wanneer dc tijd komt voor dc vestiging van een zoodanigen vrede. Roosevelt vervolgde met te zeggen, dat zijn woorden juist betcekenden, wat zij zeiden: „Er is voor direct een gering vooruitzicht op een een einde van den oorlog". De president herhaalde dat Welles noch gemach tigd was verplichtingen aan te gaan of dat gedaan had, waardoor de Ver. Staten zouden worden ge bonden, noch dat Welles de bevoegdheid had voor stellen namens de regeering der Vereenigde Staten aan te bieden of zulks had gedaan. De door Welles verkregen inlichtingen zouden voor de regeering der Vereenigde Staten van het grootste belang zijn bij haar buitenlandsche betrekkingen. Roosevelt vervolgde dat al hetgeen door de re- geeringen van Jtalië, Duitschland, Groot-Brittannië en Frankrijk was medegedeeld aan Welles door de regeering der Vereenigde Staten als volkomen ver trouwelijk zou worden beschouwd. De president sprak van de mogelijkheid, dat „in zekére gevallen" het bezoek van Welles zou kun nen bijdragen tot een beter begrip en vriend- schappelijker besprekingen tusschen de Vereenigde Staten en de landen, welke hij had bezocht. De missie, aldus voegde de president hieraan toe, had door persoonlijk contact en besprekingen een- „verheldering" gebracht in de betrekkingen tusschen de Vereenigde Staten en de Europeesche naties. Welles opnieuw bij Roosevelt. Sumner Welles heeft zich Vrijdag, in gezelschap van Huil, opnieuw naar het Witte Huis begeven om zijn besprekingen met Roosevelt voort te zetten. WEER EEN AANVAL OP EEN ENGELSCH CONVOOI. Trauier lot zinken gebracht. DUITSCH VLIEGTUIG VERMIST. De Britsche Admiraliteit deelt mede dat vijan delijke vliegtuigen Vrijdag opnieuw geprobeerd hebben Engelsche convooien op dc Noordzee aan ie vallen. In het eerste geval geschiedde dc aanval door een enkel vliegtuig, in het tweede geval wer den slechts twee bommen uitgeworpen. Het is niet bekend hoeveel vliegtuigen daarbij betrokken waren. Beide bommen zijn in zee te recht gekomen zonder schade aan tc richten. In beide gevallen werd de vijand verdreven zonder eenige schade te kunnen aanrichten. Het Duitsche Nieuwsbureau geeft de volgende lezing: „Ook op 29 Maart hebben Duitsche gevechts vliegtuigen niettegenstaande moeilijke weersom standigheden, hun verkenningsvluchten boven de Noordzee voortgezet. In de avonduren stieten de vliegtuigen op een convooi, dat werd aangevallen. De kustartillerie en het scheepsgeschut opende een levendig vuur. Een der begeleidende kruisers werd door verscheidene bommen getroffen en een koop" vaardijSchip, dat in het convooi voer werd tot zin ken gebracht. Tengevolge van het slechte zicht kon het resul taat van andere aanvallen niet worden vastge steld. Êen vliegtuig wordt vermist". Een Reuterbericht uit Londen meldt nader dat acht Duitsche vliegtuigen den Schotschen trawler „Princess Royal" met machinegeweervuur hebben bestookt en dat twee bommen bij den voorsteven vielen. De trawler kon een haven bereiken, doch het voorschip lag diep in het water. Twee opva renden waren licht gewond. Gezicht op het Kremlin, waar de „Opperste Sovjet" bijeengekomen is. Groote zeeslag op komst? Britten en Duitschers concentrecrcn eenheden nabij de Scandinavische wateren. Henry Bidou schrijft in het Fransche blad „Intransigeant" dat sinds eenige dagen de oorlog ter zee zich snel ontwikkelt in een richting, 'die bijna niet anders kan eindigen dan met een vlootbotsing in grooten stijl. De torpedeering van de „Heddernhetm". aldus Bidou, was voor Duitschland een verschrikkelijke verrassing, aangezien zij zich voordeed op een weg, dien de Duitschers veilig waanden en die tevens de weg is, waarlangs het ijzererts wordt vervoerd. Onmiddellijk werd aan alle Duitsche schepen in die wateren bevel gegeven naar de naastbijzijnde haven te varen. Dit bevel was nood lottig. De ..Edmund Hugo Stinnes" ontmoette door dit bevel op te volgen een duikboot, die hem tot zinken bracht. Voortgaande schrijft Bidou: Hot is zeker dat een Engelsche vloot torpedobootjagers zich op het oogenblik aan de grens van de Scandinavi sche wateren bevindt en een bericht uit Kopen- hogen meldt dat dc Duitsche Admiraliteit van haar kant torpedobootjagers gezonden heeft. Onder die omstandigheden zoo besluit de redac teur van de „Intransigeant". lijkt een krachtige ontmoeting tusschen deze vooruitgeschoven vloot-elementen op volle zeer onvermij del Uk. EEN TERUGBLIK ZONDAG 24 MAART Het is Paschen en er heerscht vrijwel rust in de wereld. Van verrassingen, door sommigen luidkeels voorspeld, is niets te merken. Zelfs in den ebher is het stil. De rust der Kerstdagen wordt overtroffen. En wij zouden allemaal tevreden zijn als we nu eens den eersten van die zeven zomersche dagen be leefden, waarop Maart ons zoogenaamd „pleegt" te onthalen. Maar het lijkt er niet op. Er resten nog juist zeven dagen in de maand. Zouden die zo- mersch worden? Ik ril in den kouden wind en kan het mij niet voorstellen. Gelukkig is er toch ook Wat zon. In Berlijn en in Rome zitten ze natuurlijk te lachen om die alarmisten met hun Paaschverras- sing. En dr. Goebbels en zijn Italiaansche broeder- in-de-propaganda, wiens naam ik vergeten ben, zullen tot hun kabinetschefs zeggen: „Hoe hebben we dat Brenner-zaakje geënsceneerd? Niet gek, wat?" Het blijkt wel: als je alevel maar wat bij zonders doet behaal je ook een succes in den „ze nuwen-oorlog". Je kunt het zeer luid doen, het geen gebruikelijk is. Maar je kunt het ook zeer stil doen. Opvallend weliswaar, maar zonder rumoer. Bovenop een berg, met vlaggen en soldaten en sneeuw. Verder is er niets noodig dan een harte lijke handdruk. En daarop volgt zwijgen. Diep, volhardend zwijgen. Dat noemen ze dan prompt een „mysterie". Wat is mysterieuser dan niets zeg gen? Sumner Welles heeft dat ook bewezen. De daverendste dictatoriale rede heeft niet meer aan dacht getrokken dan de volkomen stilte van Welles. Dit zijn geen grapjes. Het is heusch waar. De leer der propaganda is een uiterst-eenvoudige zaak, althans in haar grondregelen. Stel dat een man 's nachts drie konijnen steelt uit het hok van zijn buurman en dat ik de aanvechting krijg, een bijzondere actie tegen konijnendiefstal te ontkete nen. Dan kan ik dat op twee manieren doen. Ik kan boven het bericht zetten: LAAGHARTIGE ROOF IN HET HOLST VAN DEN NACHT. Actie geëischt tegen misdadig Kaninefatismc. Dit is de luide manier. Het woord kaninefatisme li gegrond op de overweging, dat elk woord dat op „Isme" eindigt een aantal menschen kwaad maakt. Maar ik kan ook de andere methode toepassen boven het bericht zetten: GEHEIMZINNIGE ROOVER. WIE IS DE „MYSTERY MAN"? Politie en Justitie zwijgen. Een wijdvertakt complot? Dit is de stille manier. Het zal u opgevéllen zijn dat het niet de stijl van berichtgeving is, die dit blad pleegt toe te passen. Maar er zijn bladen die het wel doen. En het is bovendien een der grondregelen van staatspropa- ganda. Het maakt een vervaarlijk uiterlijk verschil met: „Drie konijnen gestolen". Toch zou ik dezen laatsten kop bezigen. MAANDAG 25 MAART Nog een rustige Paaschdag. Molotof is niet naar Berlijn gegaan en hij zal voorloopig ook niet naar Berlijn gaan. Als hij wel naar Berlijn ging zou dat nog niets verschrikkelijks bewijzen. Er zijn al zoo veel ministers in tremen gestapt zonder dat er iets bijzonders op gevolgd is. Welbeschouwd leidt het in de meeste gevallen tot niets en is die Molotof nou zoo'n genie? Hij heeft het nog niet bewezen. In den ether is het rustig. In de centrales van het Nieuws is het rustig. De telex houdt zich koest. Ik bezoek mijn kantoor en vind het in vredige Zon dagsrust. Buiten wandelen nette menschen in hun Zondagsche kleedij bedaard door de stille Groote Houtstraat. Een enkele auto glijdt zwijgend voor bij. Iemand zet ergens de radio aan en zij zingt een zoet wiegelied: Berceuse de Jocelyn. Ik denk bij mij zelf: Op 3 September hadden we ook niet vermoed dat het zóó zou zijn op 25 Maart. En ik denk ver der: Wat zouden nou al de dreigende voorspellers van het geweldige voorjaarsoffensief zeggen? Maar dat weet ik wel. Die zeggen natuurlijk: Dit is de stilte voor den storm. Want dat zeggen ze bij iedere stilte. Optimisme is toch prettiger. En bovendien ver standiger. Ik ga nu maar een eindje roeien, in de zon en ondanks den wind, die koud blijft. En daarna kij ken naar een voetbalwedstrijd, waar ik velerlei ernstige mannen ontmoet die zeer verantwoorde lijke betrekkingen bekleeden, maar zich vandaag allen bezig houden met de vraag of H.F.C. zal win nen. Evenals ik. Gelukkig wint het. 's Avonds lees ik in een zeer wetenschappelijk werk over internationaal beleid, dat de wetenschap der internationale politiek nog in haar kinder schoenen staat. Het zal wel zoo wezen. Soms denk ik dat de heele Menschheid nog in haar kinder schoenen staat.na al die duizenden jaren. En daar zit heusch wat in. U neemt het mij toch niet kwalijk? DINSDAG 26 MAART Er is op de Paaschdagen nog wel het een en an der gebeurd, schoon verre van hier. Er zijn Deen- sche schepen vernietigd. Er is een Nederlandsche trawler op een mijn geloopen en helaas blijken niet allen gered te zijn. En de Engelschen hebben ge poogd, hetgeen zij het „lek in de blokkade" noemen te stoppen door in de Noorsche wateren te patrouil leeren, waarbij zij de drie mijls zóne niet steeds ge respecteerd schijnen te hebben, zoodat het veelge plaagde Noorwegen maar weer protesteert. De En gelsche opvatting ten aanzien van neutrale wateren schijnt zich te wijzigen. Volgens United Press komt zij hierop neer, dat humanitair optreden jegens de neutralen hoofdzaak is en „wettelijke bureaucratie" bijzaak. Maar heelemaal duidelijk wordt het voor alsnog niet. Voor het overige zét de rust der Paaschdagen zich nog wat voort. In binnen- en buitenland blijft het merkwaardig stil. Ik kan mij niet herinneren dat er sinds 3 September zoo'n rustige werkdag geweest is en dat wil wat zeggen op een dagbladbureau! Iemand vraagt mij welke uitwerking eenige weken van zulke betrekkelijke nieuws-schaarschte zouden hebben op het menschdom. Zou het erdoor kalmeeren, en den kolder van het oorlogvoeren als zoodanig gaan be seffen? Hij bedoelt dus: niet alleen het afschuwe lijke ervan inzien, hetgeen het al doet, maar ook en vooral den kolder? Het is onwaarschijnlijk, want de wereld heeft al honderden oorlogen gekend voor er zooiets als een regelmatige nïeuwsverspreiding be stond. Daarom voel ik mij ook onaangedaan als de een of ander weer eens beweert: „Als er geen kran ten waren was er geen oorlog meer." Want de ver schijning van het eerste dagblad in Europa is pas een goeie driehonderd jaar geleden en wat is er vóór dien datum allemaal al niet afgevochten en uitge moord! Dus schijnt er ook weinig kans op resultaat als het nieuws tijdens een oorlog eens plotseling uit bleef. Tijdens den Tachtigjarigen Oorlog is er trou wens een twaalfjarig bestand geweest, van 1609 tot 1621, zonder nieuws, zonder dagbladenen wat was het resultaat? Ze begonnen opnieuw te vechten en het duurde nog zevenentwintig jaar eer er vrede was! WOENSDAG 27 MAART Het is nog steeds vrij rustig. Ik vind den tijd om aan een bezichtiging van den nieuwen vleugel van ons Stadhuis deel te nemen en doe dat met veel ge noegen. want in dezen tijd is niets prettiger dan te ervaren dat er niet alleen afgebroken maar ook nog gebouwd wordt. En goed gebouwd! Ir, van der Steur is een knap architect. Zijn gevel aan de Koningstraat moge zich in onze gevoelens nog niet aan het oude Stadhuis aanpassen en ons nog weinig zeggen, maai de gloednieuwheid belet dat ook en de Tijd. met zijn veelbesproken tand die ook wel eens weldadig bijt zal het op den duur moeten uitmaken. Maar het inwendige kan niet dan bewondering wekken en daar zijn op de oude binnenplaatsen mooie aanslui tingen verkregen, er is een eenheid bereikt die res pect wekt. Ook in praetisch-zakelijken zin. want de verbindingen met het oude Stadhuis zijn voorbeel den van gelukkige vindingrijkheid en de nieuwe werkvertrekken zijn zoo ruim en licht, dat het een genoegen moet zijn er te werken. Het is goed als er gebouwd wordt. Het staalt ook tegen de nare tijdingen uit het buitenland. De Fransche torpedojager La Railleuse is in de lucht gevlogen in de haven van Casablanca. Reden: ont ploffing aan boord. Er staat mij bij dat niet lang geleden iets dergelijks in dezelfde haven is gebeurd, maar ik raak den tel van de explosies kwijt. Het schijnt evenwel een gevaarlijke haven te wezen voor de Franschen.en dat in een van hun eigen kolo niën. Verder heeft Reynaud. die pootlg optreden voorstaat, aan Moskou laten weten dat het zijn am bassadeur Soerits moest terugroepen, aangezien de Fransche regeering hem niet langer als persona grata beschouwde. De man had namelijk aan Stalin probeeren te seinen maar de censuur hield zijn telegram tegen in bewoordingen die van weinig waardeering voor zijn gastheeren getuigden. Er stond in: „de Britsch.-Fransche ophitsers hebben ge poogd den oorlogsfakkel in Noord-Europa te ont steken" en Soerits had het ook over „hun duistere plannen, die te pletter zullen worden geslagen." Wie was dat ook weer die den oorlogsfakkel in Noord- Europa niet slechts poogde te ontsteken, maar ont stak? Onze regeering overweegt de invoering van een uitreis-visum, vereischt op het paspoort van ieder, die Nederland verlaat. Ook dat nog! Jongeren zullen het nauwelijks kunnen gelooven maar er is een tijd geweest vóór 1914 waarin we er maar op los konden reizen zonder passen of bewijzen van Ne derlanderschap of welk officieel paperas dan ook Hoe is het mogelijk, zou je zeggen. Toch was het zoo. En we vonden het allemaal doodgewoon. Nie mand wist in dien tijd hoe een pjis er uitzag DONDERDAG 28 MAART Het is nu weer overal erg onrustig. Een Neder landsche jager begint den dag met een luchtgevecht, boven Pernis, tegen een Engelschen bommenwerper, schiet hem in brand en dwingt hem daarmee tot dalen. Hij slaagt er nog in te landen en vier van de vijf Engelschen overleven het; drie zijn zelfs heelemaal ongedeerd. Maar wat hadden zij eigenlijk met dat ding boven Rotterdam te maken? Het is te ver van neutrale grenzen verwijderd (ik reken België mee, dat net zoo taboe voor hem was) om een vergissing aanvaardbaar te maken. Enfin. De Engelschen worden geïnterneerd. De Noren hebben een dergelijk geval bij de hand. want een Duitsche duikboot strandt op eei\ van hun rotsen en zij rekenen schip en bemanning in nadat het eerste vlot is gebracht. De buit wordt opge bracht met een heel Noorsch smaldeel er om heen. In de diplomatie is het nu weer levendig. Volgens een officieus Italiaansch blad verzegelen de Duit schers zich aan vele kanten door overeenkomsten met neutralen, ook in den Balkan en aan den Hon- gaarschen kant, en in het Westen door de Siegfried- iinie, uit welke lezing men zou moeten afleiden dat zij heelemaal geen offensief in het Westen beoogen. En Italië schijnt het eens geworden te zijn met de Hongaren, die van hun aanspraken op Zevenburgen voorloopig zouden afzien in ruil voor een waarborg van hun status quo. De Balkan zou ook zoo'n waar borg krijgen en Duitschland zou deelnemen aan ruilhandel met al die landen en zich op die manier heelemaal aan de Westelijke blokkade gaan ont worstelen. Het klinkt eenvoudig, maar is het dat? Intusschen blijft een waarlijke Brenner-verrassing uit en een overeenkomst tusschen de drie machtige dictaturen, waarover al geruchten liepen, is nog heelemaal niet zichtbaar geworden. Laval zou naar Rome gaan om een nieuwe Fransch-ltaliaansche toenadering te beproeven. Maar dat is ook maar een gerucht. Op dezen dag worden in Den Haag de vonnissen geveld tegen de drie verdachten in de bekende spionnagezaak: twee rijksambtenaren en de vrouw van één hunner. De beide mannen krijgen respec tievelijk twee jaar en acht maanden gevangenisstraf en twee jaar; de vrouw anderhalf jaar allen wegens „poging tot medeplichtigheid aan spionnage". Die twee jaar en acht maanden vormen het maximum voor poging tot medeplichtigheid en er is eenige onrust in den lande merkbaar over de beperkte strafmaat. Zoodat er zelfs een comité opdoemt dat wederinvoering van de doodstraf voor het misdrijf van spionnage bepleit, ook in vredestijd. Dit is na melijk nog steeds vredestijd voor ons, Nederlanders, en voor verreweg de meeste volken. Ik voel niets voor het denkbeeld en zal daar wel op terugkomen ook. Ondanks al mijn afkeer van spionnage voel ik hier niets voor. Het feit dat wij nog fn vrede ver- keeren legt ons trouwens des te meer den plicht op ons te beheerschen, geen wilde dingen te doen en de klok niet achteruit te zetten. VRÜDAG 29 MAART In Den Haag heelt een comité van de Interna tionale Kamer van Koophandel vergaderd over economische oplossingen als het eenmaal vrede zal zijn. Daar zaten Nederlanders, Zweden, c-en Belg, Amerikanen enDuitschers en Engelschen in dagenlang overleg bijeen. En nioL de eersten de besten. Neen: zeer prominente nrannen. Men gaf, na een maaltijd die de vergaderingen besloot, slechts een vaag bericht uit. En Paul van Zeeland sprak zeer voorzichtig van een voorloopige oriën tatie, meer niet. Maar toch is dit wel gloednieuw in oorlogstijd. En het bewijst dat vrede wil zeggen: een heel nieuwe orde schepen. En dat men daartoe al moet gaan peilen en overleggen als er nog oor log is In Washington zit, sinds gisteravond. Sumner Welles zijn rapport aan Roosevelt en Cordell Huil uit te brengen. Tegen de reporters heeft hij op al hun vragen telkens maar weer gezegd: „No com ment". En wie weet hoe spraakzaam hij thuis is. Waarschijnlijk is hij thuis juist èrg spraakzaam. Men moet zoo z'n veiligheidsklep hebben. De Opperste Oorlogsraad der geallieerden heeft vergaderd en de Franschen en Engelschen hebben besloten, wapenstilstand en vrede niet dan na wederzijdsch goedvinden te sluiten. Ook zullen zij hun samenwerking na den vrede voortzetten. Het begint meer en meer op een fusie to lijken. Die van de Amsterdamsche en de Rotterdam.vhe Bank ging wegers den oorlog niet door. Die van Frankrijk en Engeland wordt er juist door ge wrocht. En er komen vandaag vreemde tijdingen over Duitsche oorlogsschepen die uit Wilhelmshafen zouden vertrekken om den Engelschen slag te leveren en over Duitsche koopvaardijschepen, die in ons Indië opgelegd waren maar nu kolen en ook ladingen innemenhetzij om naar Wladi- wostok te varen of om te trachten dc Europeseche blokkade te breken. Dit laatste klinkt nogal erg fantastisch. Intusschen komen deze dingen in sterke tegenspraak met de theorie van het Gior- nale d'Italia. dat Duitschland zich op den duur door zelfvoorziening en handel met het Oosten en Zuidoosten van de blokkade niets meer zou hoeven aan te trekken. Ik boekstaaf het een en ander maar voeg erbij dat zoowel van het een als van het ander nog zal moeten blijken, of er iets van waar is. Een anonieme Nederlander heeft een kostbare schilderijenverzameling van ruim tachtig werken aan het Rijk geschonken. Weer zoo'n heilzaam- afwisselend bericht. Er worden nog nieuwe vleu gels aan Stadhuizen gebouwd, er zitten nog Duit sche en Engelsche sommiteiten te overleggen cn zelfs samen te eten. En er is gelukkig ook nog de Kunst. R. P.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 9