tmite Zola. Zweden en het Russisch—Finsche conflict. NIEUWS IN 'T KORT. HOOFDPIJN? Mijnhardtje DINSDAG 2 A PR I t 1940 HA'ARtEM'S DAGBtAD 5 Wat aan den vrede van Moskou voorafging. Uiteenzetting der Zweedsche regeering. De Zweedsche regeering heeft Maandag in de beide Kamers van den Rijksdag een ver klaring afgelegd over de rol van Zweden in het Finsch-Russische conflict. In de Eerste Kamer werd de verklaring voorgelezen door den minister van buitenlandsche zaken, Gün ther, in de Tweede Kamer door minister president Hansson. Uiteengezet wordt dat de Finsche regeering van den aanvang af op de hoogte is gebracht van de houding van Zweden ten aanzien van de kwestie van het vervoer van troepen naar Finland en van den Zweedschen wensch om Finland op alle andere manieren binnen de mate van het mogelijke te helpen. Van den aanvang af ook is de Zweedsche houding duidelijk gemaakt ten aanzien van het vervoer over Zweedsch gebied van materieele hulp en vrijwilligers. Toen de kwestie van door tocht van troepen uit de oorlogvoerende landen door Zweden opkwam, wees de regeering er echter op dat zij niet in staat was daartoe toestemming te geven. Deze houding is ongewijzigd tot het einde gehandhaafd. Toen de Finsche regeering zich bereid ver klaard had tot hervatting van de door den oorlog onderbroken onderhandelingen, stelde de Zweedsche regeering zich ter beschikking voor de diplomatieke activiteit om tot dit doel te geraken. Geenerlei druk werd uitgeoefend. Verder herinnert de verklaring aan de Zweedsche diplomatieke stappen ten gunste van Finland te Berlijn, Londen. Parijs en Rome op 7 October, te Washington op 10 October, te Moskou, samen met Noorwegen en Denemarken, op 12 October, vervolgens in een bespreking met de Sovjetgezante te Stockholm op 23 October, en weer te Moskou op 2 November. Een Zweedsche démarche te Moskou ten gunste van den vrede werd op 2 December te Moskou ondernomen op verzoek van de Finsche regeering, die zich bereid verklaarde tot hervatting van de onderhandelingen. Vele besprekingen te Oslo. Sedert eind December werd talrijke besprekingen gevoerd met de Sovjetgezante, mevr. Kollontay, vooral over de mogelijkheden van een Russisch- Finschen vrede, maar ook naar aanleiding van klachten van Russische zijde tegen Zweden, welks neutraliteit in twijfel werd getrokken. Op 29 Januari ontving de Zweedsche minister van buitenlandsche zaken Günther, een mededee- ling, waarin vastgesteld werd dat de Sovjetregeering in beginsel bereid was een accoord aan te gaan met de Finsche regeering-Ryti-Tanner. De Sovjets vroegen een Finsch aanbod, waarbij zij er den nadruk op legden dat de Sovjet-eischen niet meer beperkt zouden blijven tot hetgeen voor den oorlog was gevraagd. Het Finsche antwoord werd op 2 Februari naar Moskou gezonden door tusschcn- komst van de Zweedsche regeering. Het stelde als grondslag voor de resultaten, die bereikt waren in de besprekingen te Moskou voor den Finsch- Russischen oorlog. Daarbij verklaarde zich de Fin sche regeering bereid tot verdere concessies ten gunste van bijv. de veiligheid van Leningrad door afstand van meer gebied op de Karelische Land engte en tot afsluiting van een internationale con ventie, welke de wateren van de Finsche Golf tot geneutraliseerd gebied zou maken. Voorts zouden door Finland alleen gebieden moeten worden af gestaan in ruil voor andere gebieden, terwijl be talingen zouden moeten worden verricht voor de particuliere eigendommen in de afgestane gebie den. Op 5 Februari deelde de Sovjetgezante te Stock holm mede dat haar regeering de aangegeven basis niet aanvaardde. In de daarop volgende weken werden de pogingen voortgezet, waarbij de kwestie van afstand van Hangö steeds op den voorgrond stond. Deze kwestie was ook in Stock holm opgeworpen door den Finschen minister van buitenlandsche zaken Tanner, die de meening van Zweden vroeg over eventueele afstand van Hangö. De Zweedsche minister van buitenlandsche zaken antwoordde dat Zweden geen raad wilde geven en Finland de vrijheid liet om zelf een oordeel te vormen. Voorwaarden van Moskou als basis aanvaard. Op 20 Februari deelde Molotof den Zweed schen gezant te Moskou mede. dat de Sovjet- Russische vredesvoorwaarden betrekking hadden op de geheele Karelische Landengte met inbegrip van Viipuri (Viborg) benevens een gebied ten noorden van het Ladogameer en Hangö. Daar tegenover zou Petsamo aan de Finnen terugge geven worden. Op 6 Maart antwoordde Finland door tusschenkomst van Günther dat men de Russische voorwaarden aannam als grondslag voor de besprekingen. Tevens werd daarbij voor gesteld een wapenstilstand af te kondigen. De Zweedsche regeering. die het antwoord in Mos kou overhandigde, stelde een staking der vijan delijkheden voor op 11 uur des morgens 6 Maart, maar dit voorstel werd door de Russische regeering afgewezen, die eveneens een herhaald voorstel betreffende een wapenstilstand op 7 Maart verwierp. De Finsche delegatie ontving bericht van deze weigering voor haar vertrek uit Stockholm op 7 Maart naar Moskou. Op 8 Maart had Günther besprekingen met de gezanten van Groot Brittannië en Frankrijk, die hij in kennis stelde van den aard der Zweedsche bij drage tot de vredesonderhandelingen. Vooral werd hierbij den nadruk gelegd op het feit. dat er geen contact had bestaan met Duitschland en dat geenerlei druk was uitgeoefend op Finland. Tijdens de besprekingen te Moskou deed de Zweedsche regeering in overeenstemming met de Finsche regeering al het mogelijke langs diplo- matieken weg om voor Finland aannemelijke voorwaarden te verkrijgen. Vooral wees de Zweedsche gezant er te Moskou op. dat wanneer de Russische voorwaarden zoo streng zouden worden dat Finland niet in staat zou zijn ze te aanvaarden, dit het gevaar met zich mede zou brengen, dat er invloed door zou worden uitge oefend op de Zweedsche meening en de houding der westelijke mogendheden. In dit verband ves tigde Günther er wederom de aandacht op dat de aan de Finsche delegatie voorgelegde voor waarden niet identiek waren aan die, welke aan Stockholm waren medegedeeld. De aangeboden hulp der geallieerden. De regeeringsverklarng geeft vervolgens een historisch overzicht over de EngelschFransche interventieplannen, waarvan de meeste feiten reeds algemeen bekend zijn, o.m. wordt er nog in vermeld dat Daladier op 2 Maart aan den Zweedschen Koning een persoonlijke boodschap heeft gezonden betreffende het expeditiecorps, waartoe plannen waren ontworpen door de geal lieerden. en over de eventueele passage daarvan door Zweden. De Koning antwoordde hierop met uitdrukking te geven aan den wensch dat deze actie niet zou plaats vinden, aangezien hij er vele consequenties van vreesde. Hij voegde hieraan toe dat het streven om een aanvaard baren vrede voor Finland te verkrijgen nog steeds voortgezet werd. Op 12 Maart, den dag. waarop de vrede te Mos kou werd onderteekend. overhandigde de Engel- sche gezant den Zweedschen minister van bui tenlandsche zaken, Günther, een boodschap van den Engelschen minister van buitenland sche zaken, waarin werd verklaard, dat de Fin sche regeering het dringende verzoek had ge daan dat de regeeringen van Frankrijk en En geland zich zouden richten tot de regeeringen van Zweden en Noorwegen met de vraag om ter stond den doortocht toe te staan van Fransche en Britsche troepen over het gebied van Zwe den en Noorwegen. Een soortgelijke démarche werd te Oslo ondernomen. Günther antwoordde den Britschen gezant dat gezien de gevorderde phase, die de vredesonder handelingen in Moskou hadden bereikt en aan gezien volgens de uitdrukkelijke verklaring van den Finschen minister van buitenlandsche za ken. Tanner, geen enkel verzoek om hulp door Finland was gericht tot de Westelijke mogend heden. hij zich een termijn van tenminste tot den volgenden dag voorbehield. Dienzelfden dag werd de vrede te Moskou onderteekend. Geen officieele Duitsche nota aan Zweden. Het Zweedsche Telegraafagentschap bericht na der: In de debatten in den Rijksdag hebben de verte genwoordigers van de regeeringspartijen de poli tiek van de regeering in het Finsch-Russische con flict goedgekeurd. De communisten en de verte genwoordiger van de linksch-socialistische partij leverden critiek. Enkele sprekers van andere partijen waren van oordeel dat de Zweedsche regeering reeds eerder aan de regeering van de Sovjet Unie duidelijk had moeten maken dat een actie tegen Finland inter ventie van Zweden zou kunnen veroorzaken. De critiek richtte zich vooral tegen de passieve rol van de Zweedsche regeering bij het recruteeren van de vrijwilligers. Bovendien werd er op gewe zen dat men thans energiek moet werken aan de versterking van de landsverdediging. De minister van Buitenlandsche Zaken zeide ver volgens dat hij zich bewust is van een leemte in zijn uiteenzetting, aangezien hij niets heeft gezegd van de houding van Duitschland. Er zijn evenwel in dit opzicht enkele aangelegenheden, welke niet in het openbaar kunnen worden gezegd. De minister constateerde dat er geen officieele Duitsche nota bestaat en van het begin af was het niet duidelijk welke houding Duitschland aan zou nemen. Langzamerhand heeft men dit evenwel be grepen. Ook zeide de minister dat er geen noe menswaard verschil van meening heeft bestaan tusschen de Zweed sche en Finsche regeering over de houding van Duitschland. Geruchten inzake de Dardanellen tegengesproken. Geen doorgang aan gealilieerde vloot toegezegd. Van gezaghebbende Britsche zijde verklaart men dat het bericht, volgens hetwelk Turkije de geal lieerde vloot zou hebben toegestaan door de Darda nellen te varen om een blokkade in de Zwarte Zee tot stand te brengen, volkomen ongegrond is. Men wijst er op, aldus Reuter, dat volgens de conventie van Montreux geen land zijn schepen door de Dardanellen kan zenden in een oorlog, waarin Turkije neutraal is. Wanneer Turkije oorlog voert, kan het beslissen zooals het wil. In buiten gewone gevallen, wanneer Turkije zich onmiddel lijk bedreigd voelt, kan het derhalve vreemde schepen doorlaten, doch naar men verneemt, heb ben de geallieerden Turkije niet gewaarschuwd dat het op het oogenblik direct bedreigd wordt. In welingelichte kringen te Istanboel verklaart men eveneens dat geruchten als zou Turkije den vloten van Frankrijk en Engeland gemachtigd hebben door de Dardanellen te varen, ongegrond zijn. Italiaanscke marine-reservisten onder de wapenen. Tien lichtingen opgeroepen. De „Paris-Soir" publiceert het volfende telegram van zijn correspondent te Rome: Er is een communiqué gepubliceerd, volgens het welk tien lichtingen reservisten der marine terstond werden opgeroepen. Hun oproeping geschiedt met. het oog op „opleidingsperioden". Voorts worden alle stoomvisschersvaartuigen uitgenoodigd zich zonder verwijl naar hun thuishaven te begeven. Vliegtuigen der oorlogvoerenden boven Belgisch gebied. Engelsch toestel steeg na landing bij Charleroi weer op. Verscheidene buitenlandsche vliegtuigen hebben Maandagmorgen boven Belgisch gebied, o.a. boven de streek van Brussel gevlogen. Zij werden door het luchtafweergeschut beschoten. Een der toestellen werd herkend als een Duitsch vliegtuig. Ook des middags zijn Duitsche vliegtuigen over Belgisch gebied gevlogen. Te Antwerpen hebben scherven van de pro jectielen van het luchtafweergeschut in de stad en de omgeving schade aangericht. Deze schade was alleen van materieelen aard en niemand wera gewond. Reuter meldt nog dat Maandagmorgen een Britsch vliegtuig in een veld te Thuillïes bij Charleroi daalde. De vlieger liet zijn motoren draaien. Nadat hij aan boeren gevraagd had, waar hij zich bevond, liet bij het toestel weer opstijgen. Ook boven Zweden een buiicnlandsch vliegtuig. Uit Stockholm wordt vernomen dat Maandag morgen nabij de kust van Schonen tusschen Trelleborg en Falsterbo een Duitsch Heinkel vlieg tuig werd waargenomen. Na waarschuwings schoten van het luchtafweergeschut verdween het toestel in Zuidelijke richting. Boven Zwitserland. Naar het Zwitsersche telegraafagentschap meldt, zijn verscheidene vliegtuigen van onbekende na tionaliteit Zondag op groote hoogte over Zwitsersch gebied gevlogen. Daar op Duitsch gebied het lucht afweergeschut in werking trad, betreft het hier vermoedelijk geallieerde vliegtuigen. Amerikaansche reclame. Per radio den ondergang van de wereld aangekondigd. PHILADELPHIA, 1 April. Wat werd begonnen als e?n „reclamestunt" is gisteravond voor honderden inwoners van Philadelphia een groote schrik gewor den. Na de nieuwsberichten werd via het radiosta tion K. Y. W. een telegram voorgelezen, gericht Jack Benny, hetwelk luidde: „Uw grootste vrees, dat de wereld zal vergaan, wordt door astronomen van het Franklyn Institute te Philadelphia bevestigd. Mannen der wetenschap voorspellen het vergaan van de wereld om drie uur in den namiddag New Yorkschen tijd op één April. Dit is geen Aprilgrap: bevestiging van dit bericht kan verkregen worden bij Wagner Schlesinger, den directeur van het Fels Planetarium hier ter stede." Het telegram was geteekend door den perschef van het Franklyn-instituut, waar heden een nieuwe ten toonstelling wordt geopend „Hoe de wereld vergaan zal". Van deze tentoonstelling werd in het radiobe richt evenwel geen melding gemaakt, zoodat zoowel het radiostation als de kranten overstroomd werden met telefoontjes van bezorgde stadgenooten. Men vertelde, hoe de zaak in elkaar zat en vijf minuten later kwam het station K. Y. W. in den aether met een verklaring der feiten. (United Press) In een persconferentie heeft de minister van buitenlandsche zaken der V. S. Huil verklaard dat zijn departement de daling van den koers van het pond sterling bestudeert om vast te stellen of de handelspositie van de Vereenigde Staten erdoor wordt getroffen. Ter aanmoediging van het gebruik van niet uit het buitenland afkomstige producten als brandstof voor automobielen wordt in België de motorrijtuig- belasting met negen tienden verlaagd voor voertui gen, waarvan de motor voortbewogen wordt door gas, stoom of electriciteit. Om 5 uur pl. tijd werd Maandag te New York een aardschok geregistreerd door de seismograaf van de universiteit van Fordhem. De haard zou zich op ongeveer 12.000 K.M. van New York bevinden in de richting der Philippijnen. Van de 250 vrijwilligers, die voor het einde dei- vijandelijkheden in Finland waren aangekomen, hebben ongeveer 200 besloten te blijven om te hel pen aan het werk van den heropbouw der verwoeste gebieden, Bullitt, de ambassadeur der Ver. Staten te Pa rijs, zal begin volgende week op zijn post terug- keeren. WOENSDAG 3 APRIL 1940. HILVERSUM 1875 en 414.4 M. NCRV-Uitzending 6.307.00 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. 8.00 Berichten A.N.P., 8.05 Schriftlezing en meditatie. 8.20 Gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Pianovoordracht en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gra mofoonmuziek. (Om 12.30 Berichten A.N.P.) I.00 Amsterdamsch Salonorkest en gramofoon muziek. 2.30 Voor postzegelverzamelaars. 3.00 Zang, piano, cello en gramofoonmuziek. 4.15 Gra mofoonmuziek. 4.55 Felicitaties. 5.00 Voor de jeugd. 5.455.55 en 6.00 Gramofoonmuziek. 6.30 Taalles en technisch onderricht. 7.00 Be richten. 7.15 Friesche uitzending. 7.45 Gramo foonmuziek. 8.00 Berichten ANP, internatio naal overzicht, herhaling SOS-berichten. 8.25 Herdenking van Philips van Marnix van St.-Al- aegonde. 11.00 Berichten ANP., actueel halfuur. 10.30 Gramofoonmuziek. Ca. 11.50-12.00 Schrift lezing. HILVERSUM II, 301,5 M. VARA-uitzending, 10.0010.20 VPRO. en 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Berichten ANP., 8.10 Orgelspel. 8.45 Gramofoonmuziek. 9.30 Causerie „Onze keuken" 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven. 11.30 Voor de vrouwen. 12.00 VARA-orkest. 12.45 Berichten ANP., gramo foonmuziek. 1.00.1.46 VARA-orkest. 2.00 Voor de vrouw. 2.30 Cello, piano en gramofoonmu ziek. 3.15 Voor de kinderen. 5.30—6.00 Gramo foonmuziek. 6.05 Orgelspel. 6.30 „Dronken chauffeurs voor den rechter", lezing. 6.50 Zang- met pianobegeleiding. 7.00 VARA-kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 „Van streven en strijden", cau serie. 7.30 ..De moderne vergadering bestaat 75 jaar", lezing 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.20 Rosian- orkest. 9.00 VARA-maandrevue. 9.30 De Ram blers. 9.50 ..Schuldig of onschuldig?" causerie. 10.00 Kwintetconcert. 10.40 Medische vraag baak. 11.00 Berichten A.N.P.. 11.10 Orgel en zang II.4512.00 Gramofoonmuziek ENGELAND 391 en 449 M. Van 10.2011.35 nam. ook 342 M. 11.20 Orgelspel. 11.50 BBC-Schotsch orkest. 12.20 Berichten. 12.35 Variété. 12.50 Harp-kwin- tet. 1.20 Militair orkest. 2.00 Reportage. 2.10 Orgelspel. 2.35 Zang. 2.55 De Romantic Rhyth- mists. 3.20 Radiotooneel. 3.50 BBC-Theateror- kest. 4.20 Berichten (Welschi. 4.25 Welsche kerkdienst. 4.40 Kinderuurtjl. 5.20 Berichten. 5.35 Variété. 5.50 Actueel en gevarieerd pro gramma. 6.20 Mededeelingen. 6.40 Gevarieerd programma. 7.20 Radio-film. 8.20 8.40 Actueele causerie. 8.55 Orgelspel. 9.10 Gramofoonmu ziek. 8.50 Radiotooneel. 10.20 Jack Payne en zijn Band. 11.05 Declamatie. 11.20 Berichten. RADIO-PARIS 1648 M. 11.10 Harpvoordracht. 11.20 Vocaal concert. (In de pauze: Solistenvoordracht). 12.05 Zang. 12.35 Pianovoordracht. 1.05 en 1.30 Cellovoordracht, 2.20 Zang en piano. 2.50 Radiotooneel. 3.50 Zang. 4.20 Chansons. 4.35 Parijs instrumentaal kwintet. 5.35 Kamermuziek met toelichting. 6.50 Radiotooneel. 8.05 Zang. 9.05 Nationaal orkest. 10.20 Volksliederen met toelichting. 10.35 Radio tooneel. 11.05 Viool voordracht, 11.2011.50 Ka mermuziek. KEULEN 456 M. 4.50 Otto Fricke's orkest 6.40. 8.308.50 en 9.50 Gramofoonmuziek. 10.20 Concert. 11 20 Omroeporkest, 12.35 Populair concert. 1 45 Mu zikaal tusschenspei. 2.20 Voor soldaten. 4.10 en 6.05 Gramofoonmuziek. 6.35 Radiotooneel. 7.45 Leo Eysoldt's orkest. 8.509.20 Zie Deutsch- landsender. BRUSSEL 322 M. 11.20: 12.301.20 en 4.20 Gramofoonmpuziek. 4.55 Zang en accordeon. 5.35 Zang met toelich ting. 6.05 en 7.20 Gramofoonmuziek. 7.50 Om roepkoor. 8.50 Omroepsymphonieorkest. 9.30— 10.20 Gramofoonmuziek. BRUSSEL 484 M 11.20 Gramofoonmuziek. 11.50 en 12.30 Radio orkest. 12.501.20 Gramofoonmuziek. 4.55 Vo cale duetten met toelichting. 5.20 Het Per Arfcem- kwartet. 6.05 Gramofoonmuziek. 7.20 Voor sol daten. 7.50 Radiotooneel. 8.20 Zie Brussel 322 M. om 7.50. (8.35—8.50 Gramofoonmuziek i 9.35—10.20 Gramofoonmuziek. OEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 6.35 Omroeporkest en solist, 8.20 Berichten. 8.50 A. Rink's orkest. 9.20 Otto Dobrmdt's or kest. 19.30 Berichten. Hierna tot 11.20 Nacht concert. 11,26—12.20 Militair programma. Geboren 2 April 1840. „Rien que la vérité' Als eenig motto de zielsstructuur, het geestelijk willen van een kunstenaar duidelijk kan maken, kan typeeren, dan doet dit „Niets dan de waarheid" het voor het wezen en willen van Zola. Van den kunste naar èn van den mensch. Waarheid dat is voor Zola het einde van alle -wijsheid, dat is voor hem het doel, waaraan al het andere ondergeschikt ge maakt moet worden. In leven en werken. Allereerst in het leven: Toen Zola. na de gewone rijmende en niet- rijmende dichtpogingen op het lyceum St. Louis in Parijs, als 23-jarige zijn werk als rijp voor de druk pers beschouwde, liet hij niet na aan de redacties en uitgevers, aan wie hij zijn werk aanbood, nadruk kelijk te verklaren: „Mijn naam heeft geen enkele literaire waarde en is nog volkomen onbekend", en den lateren uitgever van zijn eerste werk deelde hij zonder aarzelen mee. dat deze novellenbundel, de „Contes a Ninon", die in 1864 verscheen, reeds aan vele uitgevers tevergeefs was aangeboden. Zich zelf te verloochenen zou tegen Zola's natuur geweest zijn. Nooit probeerde hij het klein-burgerlijke, dat hij van zijn moeder geërfd had, met kunstmiddelen te overwinnen. Zola gaf zich steeds zooals hij was, heel eenvoudig, in zijn geregeld en teruggetrokken leven. Nooit heeft hij zijn schuwheid voor de groote wereld geheel overwonnen, steeds bleven zijn bui tenhuis in Médan, niet ver van Parijs, aan de Seine en zijn kleine kring van litteraire vrienden zijn meest vertrouwde sfeer. En nooit verloochende hij zijn moeizaam opklimmen, nooit probeerde hij den tijd te vergeten of te doen vergeten, waarin hij als bediende op een douanekantoor, met 60 francs per maand, in het Quartier Latin een ellendig bestaan op zolderkamertjes leidde. De Hoogeschool was voor Zola, die het eindexamen niet gehaald had. gesloten, zijn moeder moest na den dood van haar man naar Zuid-Frankrijk, naar Aix-ën-Provence. terugkeeren. Zoo leefde de 20-jarige in de „buik van Parijs", leefde en leerde er. keek en luisterde en had maar één wil: de werkelijkheid, de waarheid te vinden, te verkondigen, in documenten vast te leggen. De ge heele waarheid. Haar geldt zijn werk. De groote rea listen, Balzac, Flaubert, de gebroeders Goncourt, zij allen kijken hem nog niet scherp genoeg, snijden niet diep genoeg met het mes der waarneming. Zola wil in zijn waarheidsfanatisme de volle waarheid, het volle leven. Ook de schaduw-, de nachtzijden, waarvan de dichters zich tot nu toe huiverend of ook wel genadig afgewend hadden. De nachtzijden der ziel, van het lichaam, van den enkeling, van de massa. Zola rukt de poort van het onverbiddelijke naturalisme wijd open. Er zijn geen grenzen meer. Ruim baan voor de waarheid, voor de absolute waarheid! Had Zola, de groote pessimist, er eenig idéé van dat ook zijn waarheid, zijn waarneming, zijn schildering slechts subjectief, dat zijn wereld, zwaar, zwart en drukkend als een apocalyptische bedreiging, als een nachtmerrie, slechts zoo relatief waar kon zijn, als het werk van ieder mensch en van iederen kunstenaar? In 23 jaar schiep Zola de twintig deelen van de Rougon-Macquart-serie: 23 jaar van het meest krasse pessimisme en naturalisme. Toen kwam er toch eon kentering. Waren het het eigen rustige le ven, zijn toenemende roem, die Zola langzamerhand aan de donkere machten onttrokken? Was het het inzicht in en daarmee de belijdenis van de waar heid. dat er geen schaduw zonder licht kan zijn? Of was het, zooals velen aannemen, zijn vadergeluk? In ieder geval brengt ons reeds de reeks „Les trois villes", met „Lourdes", „Rome" en „Paris", afgezien van hun naturalistische techniek, op andere terrei nen van den geest, en „Les quatre Evangiles" geven toekomstvisioenen vol optimistisch geloof aan de menschheid. Het laatste werk van deze reeks, dat de dichter voltooide, draagt den naam „Vérité"... Het brengt reminiscenties en meer dan dat aart den grooten waarheidsstrijd van Zola, aan zijn uit treden uit de vertrouwde burgerlijke sfeer. Wat rukte Zola los van zijn werk, van zijn visioenen, van zijn leven? De zucht naar waarheid: „L'Auro- re" van den 13den Januari 1898 publiceert den brief van Zola aan den president der Republiek Faure, dat klassieke „J'accuse", waarmee de reeds in het vorig jaar begonnen agitatie van Zola en den senator Scheurer-Kestner voor een herziening van het proces Dreyfus het hoogtepunt bereikte. Wat beteekende voor Zola zijn veroordeeling tot een jaar gevangenisstraf, wat 3000 francs boete, wat zijn vluchi naar Engeland? De waarheid moest zege vieren! En zij zegevierde: „La vérité en marche" (1901), de documenten over het ingrijpen van den dichter in „de affaire" toonen, hoe Zola ook hier, in het leven, voor de waarheid heeft geleden en ge streden. De roman als exacte wetenschap. Het zijn de hoogtijdagen van de positivistische ontwikkelingsleer, van de afstammings- en aanpas singstheorieën van Darwin, het is de tijd van John St. Mill en Herbert Spencer. De erfelijkheidsleer breekt zich baan, de physiologische onderzoekingen van Claude Bernard baren opzien. Hippolyte Taine verkondigt den invloed van de omgeving, het mi lieu: „Lc vice et la vertu sont des produits comme le sucre et le vitriol" (Ondeugd en deugd zijn pro ducten zooals suiker en vitriool). Het materialisme wint veld over de heele linie, het Christendom, het Katholicisme gelden als overleefd en afgedaan. Dat is de geestelijke, de wetenschappelijke atmosfeer, die Zola omgeeft en vervult, waarin hij de waarneid zoekt en meent te moeten vinden. Ach wat, gevoel, fantasie, kunstenaarschap! „Het kunstwerk moet een stuk natuur zijn, gezien door een temperament". Zoo luidt de artistieke geloofsbelijdenis van Zola. Temperament, ja, maar in geen geval fantasie! Maar Zola hèèft fantasie, de overstroomende fantasie van den Galliër, de plastische aanschouwelijkheid en scheppingskracht van den Romaan, den visionairen hartstocht van den grooten epiker: hier blijkt weer eens „la forza del destino", de kracht van het nood lot, die hoogere macht, die den mensch ook tegen zijn wil zijn ware innerlijk doet openbaren. En wat van Zola bewaard bleef, wat hem met het volste recht in het Pantheon doet rusten temidden der grands hommes, dat zijn de vruchten van zijn dich terschap, van zijn kunst, die nooit tot wetenschap verstarde. Maar het was Zola heilige ernst; hij wilde voor den roman als wetenschappelijk bewijs, als psycho logisch, als moreel, als sociologisch, als natuur wetenschappelijk experiment en document, als mid del en als volwaardig onderdeel der exacte weten schappen een plaats veroveren. Hij wilde het mechanisme der hartstochten onthullen, de functies van den door het milieu bepaalden mensch ont sluieren. Zijn streven is naar strenge natuur wetenschappelijke analyse en synthese, die niets gemeen mogen hebben met poëzie, fantasie en kunst. Een heel leerstelsel wordt opgebouwd: het systeem van het naturalisme! Waar de eerste ar tistieke geloofsbelijdenis van Zola („Mes haines". 1866) nog romantisch, hartstochtelijk was, daar wijzen de titels alleen al van de latere verhandelin gen op de omkeer: „Le roman expérimental", 1880: „Soirées de Médan", het manifest van net na turalisme, 1880; „Les romanciers naturalistes", 1881: „Le naturalisme au théatre", 1881. Wat is nu het resultaat van deze theorie? Het reusachtige werk van de in 12 deelen opgezette en tot 20 deelen uitgegroeide serie „Les Rougon- Macquar", 20 afzonderlijke romans, die tusschen 1871 en 1893 verschijnen. „Histoire naturelle et sociale d'une familie sous le second Empire" noemt de dichter haar, trouw aan zijn theorie. Het zijn de tragedies der leden van een wijdvertakte familie1 lotgevallen, geweven door omgeving en erfelijk heid, vreeselijk belast met drankzucht en waan zin. „Le ventre de Paris", 1874; ,,L' Assommoir" 1877; „Germinal", 1885; „La béte humaine", 1890; „Le debacle", 1892, zijn de hoogtepunten van het werk, ook de hoogtepunten van Zola's scheppings kracht: triomfen van het dichterlijk naturalisme, van den schepper van menschen en massa's, van de vverelduitbeeldende kracht van Zola. Van den kunstenaar. Want tragische vergissing van den zoeker naar waarheid de wetenschap veroudert, maar de kunst blijft eeuwig jong. Aan het werk. Geen genie zonder vlijt, zeker ook geen Zola zonder vlijt. Een man, die 23 jaar lang aan een reuzenwerk arbeidt, een man. wiens „Oeuvres complètes" 50 deelen omvatten, moet zoowel over een onuitputtelijke fantasie als over een niet minder onuitputtelijke energie beschikken. Zola werkte met het taaie fanatisme van den weten- schapsmensch, hij geloofde steeds vaster aan de these, dat zijn schilderingen, zijn fresco's, exacte wetenschap waren: hy rijt proef aan proef, be wijs aan bewijs, tot eindelijk de keten zich sluit en uit al de premissen de conclusie getrokken kan worden. Het is aangrijpend om te zien, hoe de geleerde, de constructeur telkens weer tot den kunstenaar, den schepper, den ziener wordt, hoe deze natuur zich eenvoudig niet laat dwingen, hoe kunstenaar en kunst blijven wat van het begin af aan kunstenaar en kunst zijn geweest. Telkens weer breekt de vlam der hartstocht door, de oer kracht der fantasie, en logenstraft den grooten prediker van het theoretische naturalisme: „Gevoel is alles. „Want de kracht van dit naturalisme ligt niet alleen in de absoluut onbevooroordeelde en nauwkeurige waarneming, ze ligt bovenal ook in de enorme fantasie en ae dichterlijke geestvervoering van Zola. Waarbij de waavde van deze bewuste, deze wetenschappelijk geforceerde waarneming voor Zola en het heele naturalisme zeker niet onder schat moet worden. Het is dezelfde strenge waar neming, waarmee Manet en Cézanne tegenover de natuur stonden: in geen enkel opzicht rekening houdend met het voorbije en traditioneele, maar slechts alles met eigen oogen bekijkende, niets ont ziend en met maar één doel: le verkondigen, hoe de werkelijkheid is. Zola en Cézanne waren vrien den, voor Manet brak hij een lans, toen hij, als 27-jarige, voor „Evenement" kunstcritieken schreef. Helder, zonder vooroordeel alles zien, ook dat, waarvoor men tot nu toe uit angst, schaamte, piëteit of welke redenen ook, de oogen gesloten en zich afgewend had. Dat is de rechtvaardiging van Zola, de rechtvaardiging van alle minutieuze schilderingen der menschclijke schaduwzijden, der wilde en misdadige dwalingen, die de dichter zonder schroom aan het licht bracht. Des te aan grijpender is het te zien hoe de extreme pessimist verandert, hoe hem eindelijk de menschheidsvi- sioenen van zijn vier „Evangeliën" voor oogen staan; „Fécondité", „Travail", „Vérité" en „Justice"; te zien hoe de hand van den dichter bij deze. zijn laatste scheppingen moe wordt, hoe de dichterlijke kracht verzwakt. Des te aangrijpender ook, als te midden der. duisternis dan plotseling een licht straalt, als één van die droomerige, innige, sprook jesachtige uitingen opduikt zooals in „La faute de l'a'obé Mouret", „Le Rêve" en in „Le docteur Pascal" en laat zien dat aan dezen dichter niets menschelijks, ook niet het lichte en fijne, vreemd was. In Zola's voetsporen. Zola heeft deuren opengestooten. Met harde hand, in een tientallen jaren durenden stormloop. Velen in vele talen zijn zijn spoor gevolgd. Vooral natuurlijk, wat de onderwerpen betreft (Zola ver overde voor den dichter de groote stad en de we reld der techniek), in het maken van het heele le ven tot onderwerp der dichtkunst, in de nauw keurige waarneming, in het doorvoeren van een thema bij den ontwikkelingsgang van een geslacht of een generatie. Hierbij moet er echter op ge wezen worden dat Gustav Freytags „Ahnen", een werk, dat de ontwikkeling van een geslacht niet slechts door tientallen jaren, maar door de eeuwen heen volgt, gelijktijdig verscheen. Men bedenke dat Fontane voor Berlijn beteekent. wat Zola voor Parijs is, dat Arno Holz en Johannes Schlaf op hun manier aan het werk van Zola verder bouwen wilden, dat Clara Viebig en de jonge Gerhart Hauptmann discipelen van Zola zijn. dat zelfs de oorsprong der „Heimatkunst" (de aan den grond gebonden kunst) bij den meester van het milieu ligt, dat zelfs de sensationeele „Tunnel" van Bern- hard Kellermann een vergroote en tot utopische afmetingen gegroeide Zola is. Het was vooral Duitschland. dat van de naturalisten (niet van de realisten!) van het buitenland, dus ook van Zola, leerde. Maar daar is ook de Vlaming Verhaeren, om er nog maar één te noemen, die ook op Zola voortbouwde, die zich bewust werd van het geluk, al dit nieuwe mee te mogen beleven. De invloed van Zola op de jonge generatie strekt zich ook uit tot de zuivere techniek van den groo ten roman. Deze generatie leert van den meester de kunstgrepen, leert vooral de pakkende schilde ring van bewogen, hartstochtelijk opgewonden menschemnassa's en leert ook de effectvolle, zij het dan ook vaak nog ruwe middelen van Zola uit bouwen en verfijnen. Maar het sterkst werkt Zola altijd nog als de groote fakkeldrager van de waar heid. Enkele jaren geleden liep dc Zola-film om de wereld, met Muni in de titelrol. Het was een enorm succes en een buitengewone gebeurtenis: een man, een eenvoudigen man te zien, die zijn leven en zijn werk tot iets heldhaftigs maakte doordat hij, ge heel afgezien van al zijn vermogons als dichter, één van de onverschrokken voorvechters, een fa natiek strijder voor de waarheid bleef, voor de waarheid naar zijn beste weten en geweten. H. St. i 10 ct. - Twaalf stuks 50 ei. Dén Twee stuks Twaalf stuks 50 ct. (Adv. Ingez. Med.) Amerikaansche vloot op manoeuvre. 130 oorlogsbodems nemen er aan deel. NEW-YORK. 1 April (Havas) Vandaag en morgen vertrekken van San Pedro, San Diego en Hawaii 130 Amerikaansche oorlogsschepen, die zullen deelnemen aan belangrijke manoeuvres, ■'elke to* 15 Mei duren. Bij deze manoeuvres komen 43.000 officieren en manschappen van 500 vliegtuigen, 11 slagschepen, 12 zware kruisers, 3 vliegtuigmoederschepen en 65 duikbooten in actie. Fraser minister-president van Nieuw Zeeland. Opvolger van wijlen Savage. Fraser, tot dusverre waarnemend premier van Nieuw Zeeland, is benoemd tot minister-president als opvolger van Sagave, die de vorige week is over leden. De andere leden van het kabinet zijn in hun functies bevestigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 9