Heffi
ngen
voor het Leeningfonds
aan de orde.
Minister van Boeyen geeft zijn visie op
het conflict met de N. V. L.
Ook vrijgezellen
DONDERDAG 4 APRIL 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
Aan bestuur der vereeniging verweten de Statuten
wijziging op de lange baan te hebben geschoven.
Minister spreekt van
„Lijdensgeschiedenis".
„Een lijdensgeschiedenisZóó betitelt de
Minister van Binnenlandsche Zaken, de heer H.
van B o e y e n, de oorzaken, welke geleid heb
ben tot het conflict, gerezen tusschen hem en
het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Ver
eeniging voor Luchtbescherming. In een uit
voerige rede heeft de Minister zich Woensdag tot
de vertegenwoordigers der Nederlandsche pers
gewend om van zijn kant volledig opening van
zaken te geven.
Zooals te verwachten was bestond er voor de
in het Departement van Binnenlandsche Zaken
belegde persconferentie een zeer groote belang
stelling. En Minister van Boeyen heeft daar
bij de gelegenheid benut zich zeer openhartig
uil te laten over het geschil, dat zooals bekénd is,
geëindigd is met een niet aanvaard ultimatum
van den minister aan het Hoofdbestuur der N.
V. L. Daarmede is zooals de heer Van Boeyen
I zeide, voor hem de zaak uit! Zoolang het ultima
tum, waarin het aftreden van den voorzitter en
den secretaris-directeur der Vereeniging, als
eisch gesteld is, niet is ingewilligd, zal het De-
partement van Binnenlandsche Zaken de cen
trale leiding van de Nederlandscfle Vereeniging
voortaan negeeren. Wordt alsnog echter door het
Hoofdbestuur besloten om te zwichten voor den
I minister, dan zal deze, die persoonlijk een re-
geling-in-dcr-minne had gewenscht, zijn stand
punt onmiddellijk herzien!
Met het bovenstaande is de situatie van dit oogen-
i)lik precies geteekend. Hoe deze zoo geworden is?
Daarover laten wij den Minister zelf aan 't woord.
Men leze:
„De oorzaken, welke tot het ontstaan van 't con-
Dict geleid hebben zijn in wezen van zakelijken
lard en dateeren reeds van vóór mijn optreden in
jet kabinet", aldus Minister Van Boeyen. Reeds bij
liet aanvaarden in 1937 van de portefeuille van Bin-
aenlandsche Zaken, verkeerde de N. V. L. in qen
precaii-e positie: het algemeen bestuur toch, dat
;en Rijkssubsidie van f 5000 per jaar ontving, zag
geen kans daarmede rond te komen, terwijl het er
evenmin in slaagde zich andere inkomsten te ver
derven. Daardoor ging de Vereeniging onder een
hrij zware schuldenlast gebukt. Zoo trof ik bij m'n
jptreden een verzoek om de subsidie der N. V. L. tot
100.000 per jaar te verhoogen. Mijn ambtsvoorgan
ger, minister De Wilde had over dit verzoek nog
geen beslissing genomen, wèl had hij het Algemeen
Bestuur medegedeeld, dat het ingediende werkplan
jen sterke beperking zou moeten ondergaan. On
middellijk heb ik deze zaak aangepakt en in sa
menwerking met het Departement van Defensie, on-
3er leiding van den secretaris-generaal van mijn
Departement, een commissie ingesteld, teneinde een
argentieprogramma voor den op- en uitbouw der
Luchtbescherming te doen ontwerpen. Deze com
missie stelde voor de N. V. L. een subsidie van
j 12000 te verleenen. Over 1937 heb ik deze subsidie
Ier Vereeniging als centrale organisatie, tot f 11.500
fcpgevoerd.
KLACHTEN OVER SAMENWERKING
Daarbij verzocht ik het Bestuur der Vereeniging
Intens samen te werken met de Inspectie der Lucht
bescherming, door o.a. de Inspectie toegang tot alle
bestuursvergaderingen te verleenen. Enkele maan-
Jen later bereikten mij klachten van de Inspectie
Iver de samenwerking. Inmiddels, was ik met het
feestuur overeengekomen, dat het noodzakelijk was
jot een nadere omschrijving van de taak der Ver-
jeniging te komen, waarbij een voortdurend en nauw
lontact met de Inspectie mijnerzijds als eerste voor
gaarde werd gesteld. Deze Commissie, welke onder
eiding van den Commissaris der Koningin in de
jrovincie Zeeland, den heer Quarles van Ufford
jtond en waarvan drie bestuursleden der N. V. L.
j.m. de voorzitter, de heer Klein en de secretaris,
Ie heer Boogaardt lid waren, droeg ik op mij
iaaromtrent van voorlichting te dienen.
Vijf conclusies bevatte het, door alle leden der
tommissie aanvaarde rapport. Deze waren:
In de eerste plaats: in de gemeenten of in de pro-
'incies- komen voor den voorzitter en den secretaris
'an de N. V. L.-organisatie alleen zij in aanmerking
vaarvan door den burgemeester of door den Com-
nissaris der Koningin is verklaard, dat deze be-
ioeming zijn instemming heeft.
Wat de centrale organisatie betreft werd zelfs voor
let geheele Dagelijksche Bestuur een dergelijke be
taling voorgesteld, in dien zin, dat de instemming
•an den Minister van Binnenlandsche Zaken noodig
ou zijn. In de tweede plaats zouden aan alle be-
tuurs- en ledenvergaderingen zoowel plaatselijk,
irovinciaal als landelijk de vertegenwoordigers van
len burgemeester, den Commissaris der Koningin en
len Minister van Binnenlandsche Zaken deelnemen,
n de derde plaats: alle besluiten van de resp. N. V.
I. organisaties betreffende de luchtbescherming
iunnen door de drie zooeven genoemde overheids-
jersonen vernietigd worden, voor het geval deze be
luiten niet hun instemming hebben.
In de vierde plaats: de Vereeniging en haar or-
janen mogen hun taak uitsluitend uitoefenen in
ivereenstemming met hetgeen van de zijde van de
verheidsorganen op het gebied van de Luchtbe-
therming noodig of gewenscht wordt geacht.
In de vijfde plaats: indien deze voorstellen aan
aard worden, ontvangt de Vereeniging als cen-
rale organisatie gedurende drie jaren te beginnen
jet 1939, een Rijkssubsidie van f 27.500.. Daaren-
bven zou het Rijk voor 1939 garant blijven voor
iet geraamde tekort op de uitgave van het orgaan
er N. V. L. „Luchtgevaar" ad f 11.000.
„Mij persoonlijk", aldus de minister, „trof in het
apport bijzonder de publieke zeggenschap, welke
ver de gestes eener toch altijd nog particuliere Ver
eniging werd voorgesteld. Men moet daarbij ech-
ïr in 't oog houden, dat de wet op de bescherming
an de bevolking tegen luchtaanvallen over inscha-
Êling van particuliere organisatie met geen enkel
roord, ook niet wat de zelfbescherming betreft,
preekt. Deze wet kent slechts twee verantwoorde-
jjke figuren:
le de burgemeester, bijgestaan door het hóófd van
en luchtbeschermingsdienst plaatselijk.
2e. De Minister van Binnenlandsche Zaken, bij
gestaan door de Rijksinspectie landelijk. Zelfs de
foorlichting van de bevolking ressorteert onder de
burgemeesters, die daarbij zelf door de Rijks-
Inspectie voorgelicht worden.
De tientallen algemeene richtlijnen, voor de
bescherming der burgerbevolking gegeven, werden
3an ook alle onder leiding van de inspectie voor
ïe Luchtbescherming ontworpen. Toen bovenge-
Joemde wet tot stand kwam, bestond de N.V.L.
aanvankelijk een studievereeniging, reeds eenige
laren. Daar de luchtbescherming niet uitsluitend
of in hoofdzaak uit ambtelijke krachten kan be-
Jtaan. was het op zichzelf allerminst verwerpelijk
ie vereeniging te laten deelnemen aan den op
bouw der luchtbescherming Daarbij diende echter
één ding vast te staan: de leiding van hem, die
krachtens de wet de verantwoordelijkheid draagt
zoowel bij de Overheid- als de zelfbescherming.
De Commissie-Quarles heeft de moeilijkheden,
welke de inschakeling van de N.V.L. in de lucht
beschermingsorganisatie medebracht, trachten te
ondervangen docr de invoering van het recht van
plaats en veto. En waar ik er geen heil in zag de
Vereeniging-tot een liquidatie te dwingen, meende
ik met het loyaal uitvoeren van het rapport van
mijn kant er toe te kunnen bijdragen de luchtbe
schermingsorganisatie in goede banen te leiden.
Zelfs mijn bezwaar tegen de invoering van het
placetrecht in de verhouding burgemeester-plaat
selijke af deeling, dat mij overbodig scheen, liet ik
vallen (gen ik bemerkte dat het bestuur der N.V.L.
daarop prijs stelde. Voorts stelde ik, voor het ge
val het Algemeen Bestuur zich met de voorstellen
vereenigde, als subsidie voor den lijd van 5 jaren
n met f 5000 afloopend bedrag van f 40.000 voor.
Dit schreef ik op 27 Februari aan het bestuur.
Antwoord ontving ik op 14 Maart: het Algemeen
bestuur vereenigde zich volkomen met de voorge
stelde reorganisatie.
In 't vertrouwen, dat de toegezegde statuten
wijziging spoedig zijn beslag zou krijgen, stelde ik
de eerste f 40.000 ter beschikking. Voorts bevorderde
ik het verlangen, uitgedrukt in het rapport der
Commissie-Quarles om aan de burgemeesters de
verplichting op te leggen plaatselijke afdeelingen
der N.V.L. op te richten, waar deze nog ontbraken.
STATUTENWIJZIGING
OP LANGE BAN?
De waarde der toezeggingen van het Algemeen
Bestuur bleek al spoedig. De statutenwijziging werd
op de lange baan geschoven. Toen ik aandrong een
door mij aan te wijzen gedelegeerde al vast in de
gelegenheid te stellen de bestuursvergaderingen bij
te wonen, organiseerde men voor den schijn be
stuursvergaderingen, waarin enkele onbenullige al
gemeenheden aan de orde kwamen. Belangrijke
beslissingen vielen echter elders, o.m. de oprichting
van de sterk aangevochten verkoopsorganisatie Lu-
bema. Mijn voorstel, om den Commissaris der
Koningin in de provincie Groningen, den heer
Linthorst Homan, in wien ik den toekomstigen
voorzitter der N.V.L. zag, inmiddels aan de werk
zaamheden der Vereeniging te laten deelnemen,
werd van de hand gewezen.
Steeds heb ik getracht het bestuur den gang van
zaken zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Zoo ver
klaarde ik mij bereid, mits men ten aanzien van
den voorzitter mijn wensch inwilligde, de Vereeni
ging in de keuze der andere bestuursleden geheel
vrij te laten.
Toen begon het Algemeen Bestuur, ondanks de
aanvaarding van het rapport-Quarles, bezwaren te
maken tegen de bepaling, dat in de besluiten van
de Centrale organen der Vereeniging van overheids
wege zou kunnen worden ingegrepen. Ik nam er
genoegen mede, dat deze bevoegdheid niet in de
statuten, maar in 't subsidiebesluit zou worden op
genomen.
Nog in November '39 schreef 't bestuur mij, dat
de reorganisatie van de N.V.L., overeenkomstig de
in het rapport-Quarles neergelegde richtlijnen met
kracht was aangevangen en dat deze thans in de
afdeelingen zou worden besproken. Metterdaad
begon men echter de essentialia van het rapport-
Quarles aan te tasten. Zoo poogde men door een
beperkende omschrijving van het vetorecht, 'in het
aan de afdeelingen toegezonden ontwerp-Huishou-
delijk Reglement den inhoud daarvan uit te hollen
door de zelfbescherming er aan te onttrekken. Vol
gens de redactie van het ontworpen artikel zou
den alleen de besluiten, welke rechtstreeks de uit
oefening van den gemeentelijken luchtbescher
mingsdienst betreffen, door deze bevoegdheid wor
den bestreken. Hiermede stond en viel het rapport-
Quarles. Pogingen van mijn Departement om langs
minnelijken weg het bestuur weer op den goeden
weg' te krijgen, hadden niet de gewenschte uit
werking.
Intusschen bereikten mij van verschillende kan
ten waarschuwingen tegen het beleid van het Da-
gelijksch Bestuur der Vereeniging. Daarin vond ik
aanleiding in de Tweede Kamer ter gelegenheid
van de behandeling van de begrooting 1940 met
nadruk te verklaren dat in een tweeheid van over
heidsbescherming en zelfbescherming mijnerzijds
niet zou worden berusi.
Een brief van den Commissaris der Koningin
van Friesland was de druppel, die den beker deed
overloopen.
Daaruit bleek, dat het de voorzitter en de se
cretaris-directeur zelve waren, die tegen de in
tegrale aanvaarding van het rapport-Quarles in de
afdeelingen stemming maakten. Na de eenstem
mige aanvaarding van het rapport in de Commis
sie-Quarles, na de onvoorwaardelijke aanvaarding
daarvan door het algemeen bestuur, na de aan
vaarding van het op grond daarvan verhoogde
Rijkssubsidie vormt de wijze waarop de heeren
thans zijn opgetreden voor mij eer. zoodanig bewijs
van gebrek aan bereidheid om gedane toezeggingen
na te leven, dat ik verder geen bemoeiing met hen
meer wensch te hebben, niet wegens gevoeligheden
mijnerzijds, doch wel. omdat dit optreden een
bron van verwarring is geworden, men in de N.
V. L. ieder stuur kwijt raakt en men algemeen in
den lande thans vraagt naar een beslissing, die
duidelijk vertolkt, dat de Regeering zal zeggen,
welk beleid men nu wenscht te zien gevoerd.
In den brief van den Commissaris der Koningin
in Friesland komen o.m. de volgende passages
voor:
„Ik vrees ten zeerste, dat de algemeene verga
dering zal ontaarden in een demonstratie van ho-
pelooze verdeeldheid, die ik beschamend zou ach
ten voor ons volk en tevens verderfelijk voor den
verderen uitbouw dor Luchtbeschei-ming. Juist nu
de straffere centrale leiding der Inspectie gunsti
ger begint te werken, zou de Luchtbescherming
dieper dan ooit in het moeras geraken.
Het is om een dergelijke debScle en daaruit
zonder twijfel voortvloeiende scheuring steeds
sterker wordt hier de aandrang om de band met
de N.V.L. te verbreken te vermijden, dat ik mij
veroorloof uwer Excellentie met klem in overwe
ging te geven, thans zonder verwijl in te grijpen".
Naar de juistheid van de door den Commissaris
der Koningin gedane mededeelingen. heb ik on
middellijk een onderzoek doen instellen, hetwelk
onder leiding van den adjunct-inspecteur voor de
Luchtbescherming, tevens Rijkscommissaris van
Politie den heer A. van Batenburg heeft plaats ge
had. Daarbij bleek de volledige juistheid der me
degedeelde feiten". „Toen had ik", zoo riep mi
nister van Boeyen uit, „er meer dan genoeg van
Bij schrijven van 9 Maart heb ik het Algemeen
Bestuur medegedeeld, dat ik de relaties met het
Hoofdbestuur zal verbreken, indien ik niet vóór 20
Dit aardige, vlotte
model zal iedere
vrouw met smaak
bekoren.
Bleu/wit
Wit met div.
kleurencom
binaties
ƒ12.75
(Adv. Ingez. Med.)
TWEEDE KAMER
Sommige sprekers betreuren geen blik in de keuken
te mogen werpen.
DEN HAAG Woensdag, t
Als eerste werk, dat op de Paaschvacantie pleegt'
te volgen, vond het trekken van de afdeelingen en
door den aanwijzing van den voorzitter en onder
voorzitter plaats. Vervolgens bleek bij de regeling
van werkzaamheden, dat de Kamer Vrijdag niet in
het openbaar zal vergaderen, doch in de afdeelingen
het „crematie-ontwerp" zal bekijken om pas a.s.
Dinsdag het debat over het voorstel i.z. de winst
belasting aan te vangpn.
Toen dit alles vaststond, kwam het wetsontwerp
betreffende de heffingen voor het Leeningsfonds
aan de orde. Met behulp van 15 opcenten op de
successiebelasting, verhooging van het bijzonder
invoerrecht op benzine en 't invoerrecht op benzol,
allerlei heffingen op koffie en tenslotte 10 opcenten
op den suikeraccijns hoopt men over een heel jaar
f 27 millioen aan deze extra-middelen opgebracht
te krijgen. Aangezien er tenslotte nog meer noodig
zal zijn, zal de Minister van Financiën, naar hij in
zijn Memorie van Antwood aankondigde, mettertijd
nieuwe voorstellen met het oog daarop indienen.
Over de oorlogsfinanciering in het algemeen
kon men moeilijk debatteeren nu de Regeering ken
baar had gemaakt wat o.m. Mr. Teu lings
(R.K.) en Dr. Bierema (lib.) bleken te betreuren
dat zij op het oogenblik liever had dat de afge
vaardigden „buiten de keuken" bleven. Mr. Teu-
lings, die er op aandrong in het najaar de gelegen
heid te verschaffen tot een algemeen financieel-
economisch debat, achtte een tijdelijk karakter van
het wetsontwerp gewenscht, opvatting door anderen,
zooals b.v. Prof. v. Gelderen (s.d.) gedeeld.
Een steen des aanstoots vormde voor Mr. Teulings,
Prof. v. Gelderen en in zekeren zin ook voor Dr.
Bierema het voorstel inzake den verhoogden sui
keraccijns. Mr. Teulings zag in de plaats daarvan
liever een of ander weelde-artikel bij de omzet
belasting zwaarder belast, terwijl de s.d. woord
voerder ook niet gesteld was op de koffie-heffingen,
daarentegen verhooging van de couponbelasting van
2 op 5 pet. aanbeval. De nat. soc. fractie, aldus ver
namen we van den heer de M a r c h a n t et
d'Ansembourg wil van heel het ontwerp dat
getuigt van een z.i. verkeerd „denken in geld", niets
weten en zal daarom tegen stemmen, haar voor
liefde scheen uit te gaan naar 'n verhooging van de
winstbelasting van 10 tot 25 pet. en een zwaardere
belasting van de oude reserves der naamlooze ven
nootschappen.
Dr. Bierema erkende, dat de voorgestelde heffin
gen bezwaren hebben, maai* z.i. mag men ze niet
afwijzen zonder dat er iets anders van aannemelij-
ken aard voor in de plaats komt, want het betreft
hier tenslotte de behartiging van uitgaven voor ons
hoogste goed en belang: de bewaring van onze onaf
hankelijkheid.
Mr. Rutgers v. Rozenburg (c.h.) kon met
den Minister meegaan, wat hem niet belette insge
lijks er op aan te dringen aan de Kamer een kijkje
in zijn keuken te gunnen; m.a.w. hij voelde wel voor
inwilliging van Mr. Teulings' verzoek om in het
najaar 'n algemeen financierings-debat te houden.
Voorts was hij van meening Mr. B ij 1 s m a
(v.d.), die het had over de overbelasting van sui
ker en benzine was het daarmee eens dat men de
kwestie van 'n heffing in eens moest uitstellen tot
men de slotrekening van de buitengewone kosten
van deze oorlogs- en neutraliteitsperiode zou kun
nen overzien.
De oud-Minister van Financien Mr. De Wilde
(a.r.) bleek in hoofdzaak met het beleid van den
huidigen cerberus op den Kneuterdijk te kunnen
instemmen, al acht hij een nadere mededeeling van
den kok toch wel gewenscht, nu de burgerij zulke
hooge lasten zal moeten slikken. Leenen, zoo zeide
hij verder, is thans onvermijdelijk, zelfs voor eco
nomisch niet-productieve uitgaven, ten bate van ons
hoogste goed: de handhaving van 's lands onafhan
kelijkheid. Later zou men dan eens, bij het opmaken
van de balans, over 'n heffing-in-eens kunnen
praten, waarvan vooral de psychologische beteeke-
nis niet te onderschatten viel. De chr. democraat
P o s t h um a wilde echter nu reeds een heffing-in
eens en was tegen de voorgestelde heffingen, stand
punt ook ingenomen door den communist De Vis
ser. Morgen krijgt Minister De Geer gelegenheid
om zijn denkbeelden te verdedigen.
E. v. R.
Maart bericht had ontvangen, dat de heeren Klein
en Bogaardt hun functies ter beschikking hadden
gesteld en de voorloopige !e:d:ng van de vereeni
ging, in afwachting van de algemeene vergadering
was gelegd in handen van iemand in wien ik ver
trouwen zou kunnen stellen.
In antwoord daraop ontving ik van het bestuur
een brief, waarin elke zakelijke weerlegging van
de bezwaren tegen het optreden van de heeren
Klein en Bogaardt ontbrak, doch waarin wel werd
getracht het geschil te vertroebelen en op zijsporen
te leiden, door allerlei quaesties aan de orde te
stellen, die met deze zaak niets te maken hebben,
zooals de Departementale indeeling.
Als gevolg van dit antwoord beschouw ik thans
de relatie met het Algemeene Bestuur verbroken.
Intusschen heeft het Algemeen Bestuur nog een
beroep gedaan op den ministerraad, welke den le
den Vrijdag jl. de gelegenheid heeft gegeven, zich
uit te spreken. Aangezien het bestuur van mij
overigens het volle pond had gehad, had ik met
beslistheid besloten bij deze bespreking niet aan
wezig te zijn.
In de dagbladen is omtrent het verloop van deze
bespreking een en ander medegedeeld, echter niet
van regeeringszijde. De gedane publicaties mis
sen dan ook eiken grond. Door de aanwezige mi
nisters is het Algemeen Bestuur voldoende duide
lijk gemaakt, dat de Regeering eenstemmig van
oordeel is, dat overheidsbescherming en zelfbe
scherming één ondeelbaar geheel vormen en dat
het gewroet van het bestuur om hiertegen in te
gaan, bij de Regeering niet alleen in het minst
geen kans van slagen heeft, doch dat dit ook het
bestaan, van de N.V.L. als centrale organisatie vol
komen heeft ondergraven. Voor eenige verdere
bemoeiing dan het verleenen van het onderhoud
op Vrijdag jl. heeft het Kabinet geen aanleiding
gevonden. Ik klap geloof ik niet al te zeer uit de
school indien ik hieraan toevoeg, dat op het ver
loop van de bespreking van den afgeloopen Vrij
dag van grooten invloed zijn geweest de vernieti
gende rapporten, welke uit verschillende groote
steden zijn ontvangen omtrent den arbeid van de
vereeniging als centrale organisatie. Daaromtrent
is in de bespreking overigens wel een boekje open
gedaan!"
DE GEVOLGEN.
„En wat de gevolgen betreft, er behoeft", aldus
betoogde Minister Van Boeyen voorts, ..geen vrees
te bestaan, dat het particuliere initiatief door dezen
gang van zaken in het gedrang zal komen. Mijn be
slissing inzake de N. V. L. heeft alleen betrekking
op de leiding van de centrale organisatie der Ver
eeniging. Er is dan ook geen sprake van dat ik den
waardevollen arbeid, door tal van afdeelingen der
N. V. L. in harmonieuze samenwerking met de
plaatselijke overheid met erkenning van de een
heid van overheïds- en zelfbescherming zou wil
len ondermijnen. Juist in den loop van het vorig
jaar heb ik een wijziging van het K. B. ter uitvoe
ring van de Luchtbeschermingswet uitgelokt, waar
bij den burgemeester de verplichting is opgelegd,
de burgerij in het belang van de Luchtbescherming
in organisatorisch verband bijeen te brengen. Dit
standpunt blijf ik volledig handhaven.
Het eenige is thans dat het centrale orgaan der
N. V. L. niet langer door de Regeering erkend wordt.
Ik acht dit geen verlies. Het weinige, dat de cen
trale leiding aan positieven arbeid op het gebied
van de Luchtbescherming verrichtte, kan zonder
bezwaar door de Inspectie overgenomen worden.
Voorts wordt er bij gewonnen, dat de tweeërlei voor
lichting verdwijnt. Het rapport-Quarles is een laat
ste poging geweest om de centrale organisatie van
de N. V. L. te redden. De voorwaarde was: harmo
nieuze samenwerking met de overheidsorganen.
Deze poging is door het Algemeen Bestuur getorpe
deerd. Welnu: voor de Regeering beteekent dit uit
schakeling van het Bestuur!"
Na zijn rede, welke ongeveer een klein uur duur
de, ging Minister Van Boeyen nog wat dieper in op
enkele vragen. Daarbij ontkende deze bewindsman
dat het nieuwe ontwerp-statuten der N. V. L. in
hoofdzaak door de Regeering zou zijn samengesteld.
Voorts wees de Minister er ten aanzien van de door
de Vereeniging georganiseerde loterij op, dat het
initiatief daartoe is genomen zonder overleg te ple
gen met de Regeering. De moeilijkheden welke
daardoor in verschillende afdeelingen zijn ontstaan,
komen dan ook alle voor rekening van het Hoofd
bestuur.
Op de vraag of er ook financieele conflicten met
het Bestuur zijn geweest, met name over de toe
kenning van te hooge salarissen, antwoordde de
Minister, dat hij niet gekend was in de salaris-
kwestie. Wat betreft het feit, dat de meeste lucht
beschermingsmaatregelen geen bindende kracht
zouden hebben, betoogde hij, dat artikel 12 van de
luchtbeschermingswet de volledige mogelijkheid
biedt alle maatregelen van dien aard bindende
kracht té geven.
Ten aanzien van de distributie van gasmaskers
via de postkantoren teekende de minister aan, dat
aanvankelijk overwogen was de N. V. L. in te scha
kelen. Bij de'besprekingen daarover verklaarde het
Dagelijksch Bestuur echter, dat de door de Regee
ring beoogde distributie door middel van de afdee
lingen, practïsch niet uitvoerbaar was, omdat in de
leiding van de afdeelingen in het algemeen niet
voldoende vertrouwen kon worden gesteld. Het
Hoofdbestuur wenschte uitsluitend centrale distri
butie onder zijn leiding, zonder echter de kosten
daarvan te kunnen opgeven. Daarom is de Regee
ring noodgedwongen tot disti'ibutie via de postkan
toren overgegaan.
En wat het personeel der Vereeniging aangaat,
voor zoover dit voor zijn taak berekentj is, bleek
de Minister bereid te zijn dit over te nemen, mits het
zich daartoe.spoedig aanmeldt!
Herkeuring buitengewoon dienst
plichtigen in Mei.
Naar het Alg. Hbld. verneemt, zal de herkeuring
van de buitengewoon dienstplichtigen van
de lichtingen 1936 en 1937 door geheel
het land beginnen op 7 Mei a.s. Aan hen die daar
voor in aanmerking komen, zal binnenkort een op
roep worden toegezonden met opgave van de plaats
waar zij zich aan keuring moeten onderwerpen.
Zij die door lichaamsgebreken verwachten te wor
den afgekeurd, kunnen zich aan die keuring ont
trekken indien zij aan den voorzitter van den keu-
ringsraad een door twee doktoren opgesteld ver-
klai-ing van ongeschiktheid overleggen, welke ver
klaring gelegaliseerd behoort te zijn door den bur
gemeester van de plaats hunner inwoning.
Zaak-Koorens komt op 25 April
voor.
Op Donderdag 25 en Zaterdag 27 April zal de
vijfde Kamer van de Amsterdamsche Rechtbank,
gepresideerd door mr. W. Dons, de strafzaak be
handelen tegen den hofmeester Koorens, die er van
verdacht wordt zijn vrouw te hebben vermoord
en het lijk in een koffer te hebben verborgen.
Als verdedigers zullen optreden mr. F. A. Kokosky
en mr. R. P. Kokosky.
MEISJE DOOR HAARLEMSCHE TRAM
GEGREPEN EN ERNSTIG GEWOND
Woensdagavond half zes is op. den Admiraal de
Ruyterweg te Amsterdam, nabij de Zeven Provin-
ciënstraat een achttienjarige jongedame, die per rij
wiel den weg wilde oversteken, door een motor
wagen van de Haarlcfnsché tram gegrepen en enkele
meters medegesleurd. Het meisje liep een hersen
schudding en schaafwonden op, terwijl zij naar alle
waarschijnlijkheid een bekkenfractuur kreeg. Het
slachtoffer is in het Onze Lieve Vrouwegasthuis op
genomen.
Het kauwen van WRIGLEY'S P.K.
Is goed voor Uw gezondheid; het
kalmeert en voorkomt overspannen
zenuwen.
Behslvr dat de verkwikkende P.K. na eiken
maaltijd de zenuwen sterkt, lietordert het
de spijsvertering en houdt het de tanden
schoon, gaaf en sterk. P.K. kauwen is een
goede gewoonte voor jong en oud.
Koopt vandaag nog enkele pakjes en houdt
er steeds een paar b|j de hand. m.t.».
Veel genot voor weinig geld: 5- cent.
aassAAAa*Ataaa
(Adv. Ingez. Med.)
krijgen vergoedingsregeling.
Bij het lijden van financieele
schade door de mobilisatie.
Binnen enkele dagen zal een regeling be
kend worden gemaakt, waarbij aan vrijgezel
len die als gevolg van de mobilisatie finan
cieele schade lijden, een vergoeding kan
worden toegekend.
Zooals men weet, komen gemobiliseerde vrijge
zellen, die geen kostwinner zijn, niet voor eenige
vergoeding in aanmerking.
Toch zijn er onder hen velen, die tengevolge van
de mobilisatie schade ondervinden, doordat zij
bijv. kamerhuur moeten doorbetalen, meubelen
opslaan, plaatsvervanger stellen of vakvereeni-
gingscontributie voldoen.
In de algemeene regeling zullen maxima voor
vergoeding aan vrijgezellen worden vastgelegd. Elk
geval van schade, welke gevolg is van de mobili
satie, zal op zichzelf worden onderzocht en aan
de hand van de gestelde maxima zal dan de ver
goeding worden bepaald.
De vergoedingen zullen niet voor iedereen gel
den, maar alleen worden toegekend aan hen, die
de financieele schade moeilijk of in het geheel niet
kimnen dragen.
Groenten onder glas hebben zeer van
de koude geleden.
Omtrent den stand der groententeeltgewassen
onder glas op 30 Maart j.l. deelt de directie van
den landbouw het volgende mede
De onder glas geteelde groenten hebben in
sterke mate door deze, weersomstandigheden ge
leden. Veel planten zijn bevroren, in het bij
zonder wat sla, andijvie, bloemkool en peen be
treft.
Andijvie geeft over het algemeen slechte oogst-
vooruitzichten. De vóór de vorst uitgezette plan
ten konden zich beter ontwikkelen en vertoonen
een beteren stand dan het na de vorst geplante
gewas. De in niet verwarmde kassen en bakken
geteelde sla geeft een matigen en onregelmati-
gen stand te zien. Vooral van het na de vorst ge
plante gewas vallen nog regelmatig planten uit.
Waar verwarming is toegepast, staat het gewas er
matig tot goed voor.
Van bloemkool is de stand matig; een groot
gedeelte van het gewas is bevroren.
Ten aanzien van peen worden de verwachtin
gen eveneens matig genoemd.
Kaskomkommers vertoonen een goeden stand.
De ontwikkeling der stooktomaten is tengevol
ge van de weersomstandigheden in belangrijke
mate verlaat. Het laat zich echter aanzien, dat
een goede oogst zal worden verkregen.
HIJSCHINRICHHNG GEBROKEN TIJDENS HET
LICHTEN VAN EEN AAK.
Tijdens de pogingen van de bergingsmaatschappij
van der Graaf en Koelman te Rotterdam, om met
behulp van twee drijvende bokken de onlangs in de
IJsel gezonken Fransche Rijnaak „Capricorin" te
lichten, is Woensdagmiddag een der bokken ge
broken en te water geraakt.
Het gezonken schip hing reeds in drie kabels
toen een der hijschinrichtingen het begaf. Het werk
is hierdoor ernstig gestagneerd. Er kwamen geen
persoonlijke ongelukken voor.
De post- en vrachtdienst op Berlijn.
Het lid der Tweede Kamer de heer van Kempen
heeft aan de ministers van waterstaat en van defen
sie de volgende wagen gesteld:
1. Is het waar, dat aan een Duitsche luchtvaart
maatschappij vergunning is gegeven tot het herope
nen van de luchtlijn BerlijnAmsterdam voor
vracht- en postvervoer, terwijl door de Duitsche
autoriteiten aan de K. L. M. niet wordt toegestaan
op datzelfde traject een vliegdïenst te onderhouden,
resp. den dienst tezamen met de Duitsche maat
schappij te exploiteeren?
2 Kan de minister van waterstaat mededeelen,
welk Nederlandsch belang met bovenbedoelde ver
gunning is gediend?
3. Hebben de ministers ten behoeve van de con
trole op voor 's lands veiligheid ongewenschte be
richtgeving naar het buitenland de noodzakelijkheid
overwogen voor het vliegveld Schiphol onverwijld
den staat van beleg af te kondigen, opdat het ver
voer van brieven en pakketten per luchtpost door de
bevoegde autoriteiten kan worden gecontroleerd?
„Prinses Juliana" helpt ernstig
gewonden schipper.
Woensdagavond heeft het instructievaartuig „Prin
ses Juliana" van het onderwijsfonds voor de
scheepvaart aan boord waarvan leerlingen van de
zeevaartschool te Delfzijl een oefentocht op het
IJselmeer maken te Zwartsluis binnengebracht het
tjalkschip „Verwisseling" van schipper P. Vos, uit
Meppel.
De „Prinses Juliana" had de „Verwisseling" op
ongeveer een uur afstand van Urk drijvende ge
vonden op het IJselmeer. Het bleek den schipper
van het instructievaartuïg, J. Salomons, dat schip
per Vos ernstig gewond was. Zijn schip had een op-
duwer, waarvan de motor defect was geraakt. Bij
een poging dit defect te herstellen was schipper Vos
een arm verbrijzeld. De „Prinses Juliana" voer eerst
met de „Verwisseling" naar Urk, doch de dokter van
deze plaats kon geen voldoende hulp verleenen.
Schipper Vos werd, nadat een noodverband was
aangelegd, met de Kamperboot naar Kampen ge
transporteerd.
Op de „Verwisseling" bevonden zich verder alleen
de vrouw van den schipper en een kind. De „Prin
ses Juliana" heeft daarop de „Verwisseling" cp
sleeptouw genomen naar Zwartsluis en daar be
houden binnengebracht.