„BLOED VAN BOEDDHA" In de pas De buitengewoon dienstplichtigen, die Maandag werden opgeroepen, .ondergingen" terstond de eerste lessen in de elementaire beginselen van de militaire tucht. Marcheeren is veel moeilijker, dan U wel denkt, wanneer je een goed figuur wilt slaan ais jeugdig soldaat De nieuwe beurs te Rotterdam nadert haar voltooiing. Het interieur van de groote hal wordt afgewerkt. Dit overzicht geeft een duidelijk beeld van den omvang van het bouwwerk Ook België bewaakt rijn neutraliteit onverminderd. Zeemiliciens zijn aangetreden, ergens in een Belgische haven, om de dagelijksche oefeningen te beginnen Er komt schot in den tunnelbouw bij den *s Gravendijkwal te Rotterdam. Met het beton storten is een aanvang gemaakt. Links de oude tunnel, welke het drukke verkeer ter plaatse niet meer kan verwerken De Friesche vlag in top. Het nieuwe raadhuis van de gemeente Koudum is officieel in gebruik genomen. Het oogenblik, waarop burgemeester J. Krol de deur ontsluit Capt. Eric Barry Stevens, commandant van de .Imogen verlaat met vrouw en dochter het Buckingham Paleis te Londen na de receptie bij den Koning, van wien hij een bijzondere onder scheiding ontving Hoe staat mij die? Tijdens den militairen feestavond, die Woensdag ten bate van O. en O. in den Haagschen Dierentuin werd georganiseerd, wild» burgemeester mr. S. J. R. de Monchy ook eens den kepi passen. Rechts: luit kol. jhr. P. J. Bogaert Ten bate van O. en O werd Woensdagavond in den Dierentuin te Den Haag een militair feest georganiseerd. Op het signaal: t is voor den kok in de keuken" vereenigden de aanwezigen zich aan den disch. Burgemeester de Monchy vermaakte zich tijdens den maaltijd uitstekend door HAROLD WARD 31 Want het museumdak lag aan drie kanten open, en was bovendien van de ramen van de ka mers erboven gemakkelijk te overzien. Door de lijken tegen den muur onder de ramen te leggen waren ze niet dadelijk opgevallen, terwijl niemand er aan gedacht had een nauwkeuriger on derzoek op het dak in te stellen. De gemaskerde man in den boom scheen klaar te zijn met zijn werk. Hij sprong handig terug op het dak en begon York naar den rand te sleepen. Voor hij hem een zet gaf voelde hij eerst nogeens of de strik om York's nek goed werkte, hij deed alles even gron dig en zorgvuldig als een beul die een executie uitvoert. Toen hij zich overtuigd had, dat alles in orde was gaf hij een zucht van verlichting en schoof daarna den gebonden man over den rand. HOOFDSTUK XXIV. Nog een Moord! Luitenant Muer was nog jong, maar hij nam zgn plichten ernstig op. Hij kon zich achteloos voordoen, vooral wanneer hij bij zijn superieuren was. maar de taak. die hem werd opgedragen volvoerde hij tot het bittere einde. Hij stond clan ook bij het Intelligence-departement goed aange schreven waar men wist dat onder het onverschil lige en spotzieke uiterlijk een karakter school, waarop men bouwen kon. York had zijn assistent in het begin van den avond opgebeld om hem nog eens op het hart te drukken toch vooral goed uit te kijken. Muer had met een grapje geantwoord, maar York wist dat hg het huis rustig aan de bewaking van zgn lui tenant kon overlaten. Hij had niet tevergeefs op Muer vertrouwd. Deze had eer.ige malen de ronde door het huis ge maakt. tot hij er zeker van was, dat alle gasten naar bed waren. Daarna had hij nog een tijd be neden in de hall gezeten en was tensiotte naar zijn kamer gegaan. Hg had het licht uitgedraaid, en was daarna voor het open raam gaan zitten rooken. Zooals York verondersteld had was hij het geweest, die hij voor het raam gezien had. Muer had den wagen van zijn chef zien aankomen, hij had hem binnen hooren komen, en had toen gewacht tot hij de kamei binnen zou stappen. Maar de minuten verliepen en niemand verscheen. Hij begon ongerust te worden en liep onrustig door het veitrek heen en weer. Onder normale omstandigheden zou hij kalm gewacht hebben tot York verscheen, wel begrijpend dat zijn chef met opzet zoo lang talmde, maar dien avond voelde hg bij intuïtie dat er iets niet in orde was. Hij stak zijn revolver by zich, opende de deur en liep op zgn teenen de gang op. Het viel hem op dat er geen licht brandde, hetgeen hem verdacht voor kwam, daar er gewoonlijk den heelen nacht licht brandde, zoowel op de gang boven, als in de hall beneden. Haastig liep hg de trappen af, ging het woonvertrek in waar hij een oogenblik, scherp luisterend, bleef staan. Hij hoorde niets, dus gmg hij verder en onderzocht de andere vertrekken op de benedenverdieping. Zijn chef was echter ner gens te vinden. Hij voelde zich hoe langer hoe on geruster worden, in de deur naar de porte-cochère bleef hij weer staan luisteren. Hij was er zeker van dat York het huis binnen gegaan was, waar was hij gebleven? Juist op het punt weer naar boven te gaan om zijn onderzoek daar voort te zetten hoorde hij buiten een bons... het geluid scheen van het dak van het museum te komen. Hij wilde het licht onder de porte-cochère aanknip pen, maar bedacht zich. Indien er werkelijk iets niet in orde was, was het beter zijn aanwezigheid niet door licht te verraden. Daar hoorde hg het geluid weer... een eigenaardig schuivend geluid, vlak boven hem. Hij ging verder naar buiten en stond onder den grooten eik, trachtend door de duisternis naar boven te kgken. Vaag zag hij iets liggen op den uitersten rand van het dak, een andere gedaante boog zich er over heen. Toen viel het. Muer had geen tijd om het vallende lichaam te ontwijken. Onwillekeurig beschermde hij zgn hoofd met zijn handen, het ding viel met een zwaren slag boven op hem, hij pakte het beet, liet niet meer los. Een touw zwiepte in zijn gezicht, h\j viel bijna achterover, met inspanning van alle krachten bewaarde hij zijn evenwicht. Hij voelde onmiddellijk dat hij een lichaam in zijn armen hield, een lichaam dat nog leefde! Instinctmatig zorgde hg ervoor dat het touw niet strak ging staan, waarom hij dat deed zou hij op dat oogen blik niet hebben kunnen uitleggen. Met moeite hield hij zijn vracht met een arm omkneld, zijn vrije hand dook bliksemsnel in zijn broekzak en haalde een mes te voorschijn. Het was gelukkig van het soort dat openspringt door op een veer te drukken. Met één haal had hij het touw door gesneden, hij droeg het lichaam naar binnen, en legde het in de hall op den vloer. Het nachtlicht, dat nog steeds brandde, verlichtte de trekken van den bewusteloozen man. „York!!" Het gelaat van den kapitein begon blauw tc worden. Haastig trok Muer de strik los, daarna scheurde hij de pleister van de lippen. York begon rustiger adem te halen. Muer rende naar de kast in de eetkamer en kwam met een flesch terug, die hij zijn chef in den mond stak Een deel van den drank liep over zij:, gezicht en hals, met moeite slikte hij, de scherpt whisky brandde in zijn mishandelde keel. York opende de oogen. „Stopezel!" fluisterde hij heesch, „genoeggeen drank meer, snij de tou wen van m'n armen en beenen door!" Muer gehoorzaamde. Langzaam kwam de ge wone kleur weer in York's gezicht terug, met moeite probeerde hij rechtop te gaan zitten. Muer wilde hem hélpen, maar met een gebaar hield York hem tegen. „Ik kan wel," zei hij, naar zgn pijnlijke keel tastend, „heb je je revolver bij je?" Muer knikte. „Natuurlijk!Wie heeft dit gedaan, kapitein?" vroeg hij woest. „Nu geen tijd voor vragen," zei York moet- lijk, „ga onmiddellijk naar boven... Grass... zie hem te pakken te krijgen... maar voorzichtig dat ze jou niet eerst te grazen nemen!" De laatste woorden waren vrijwel onverstaanbaar, hij zakte achteroverbewusteloos. Muer was soldaat, en dus gewend bevelen te gehoorzamen. Met een blik op den kapitein trok hij zijn revolver en snelde de trappen op naar Grass' kamer. Met den deurknop in de har.d wachtte hij even. Aan den kant van de deur was niets te hooren, Muer voelde een gevoel van en- behagen opkomen. Voorzichtig draaide hij den knop om, en deed de deur een weinig open. Hij luisterdeNietsWeer schoof hij de deur verder open, ze stootte ergens tegen aan. Muer wachtte met ingehouden adem, vréezende dat er geschoten zou worden. Toen stak hij zijn hand voorzichtig door de opening, tastte naar de scha kelaar, en draaide die om. Voor de haïf geopende deur zag hg de bloote voeten en de in pyama gestoken beenen van een man!. Muer eerste gedachte was alarm te maken, toen bedacht hij zich, en zijn schouders tegen de deur zettend, duwde hij die verder open. Het lichaam verschoof, Muer stapte binr.en, wierp een snellen blik om zich heen om zich te overtuigen dat er niemand anders in de kamer was, en besteedde toen pas aandacht aan het 'ichaam op den vloer. Het was doctor Grass. Een roode vlek was op zijn pyama jas zichtbaar, een mes stak in zijn borst, juist boven het hart. Muer bukte zich en raakte de hand van den dooden man aan. Deze was nog warm. Grass moest slechts enkele oogenblikken te vo ren gedood zijn. HOOFDSTUK XXV. Ontwikkeling. Muer's hersens werkten als bezeten toen hfl zich omdraaide, het licht uitknipte, de deur ach ter zich sloot, en de donkere gang opliep. Hjj trachtte zich de indeeling van de kamers voor den geest te halen, de kamer van Dittmars lag juist tegenover die van Gra^c en Page en Lee lo geerden naast hem. Volgens de woorden die York zijn assistent had toegefluisterd dacht hij dat Grass zijn aanvaller geweest was, Muer begreep niet waarom hij dat dacht, maar het feit dat Ycrk hem naar de ka mer van den dokter gestuurd had wees in die richting. Misschien was het omdat het venster van Grass' kamer op het museumdak uitzag, maar dat was eveneens het geval met het venster van de kamer van Page en Lee. Daar Grass ver moord was, zou dus een van deze twee York's aanvaller geweest moeten zijn. Met de revolver in de hand klopte hij aan Ditt mars' deur. Toen hij geen antwoord kreeg deed hij de deur een weinig open, en draaide het licht op. Weer wachtte hg even alvorens binnen te tre den, toen hij echter niets hoorde, gooide hg de deur wijd open. De kamer was leeg. Op den drempel staande keek hij rond. Het bed was beslapen, de kleeren van den professor lagen op een stoel. Muer ging naar de badkamerniemand hij keek in de kast en onder het bedniets. Er van overtuigd dat de professor niet in de kamer was, rende hij weer de gang in. Voor de kamer van Lee en Page luisterde hij weer. Dezelfde stilteHij klopte, en daar er geen antwoord kwam stapte hg meteen naar binnen en knipte het licht op, verwachtende ook in deze kamer niemand aan te treffen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 8