Heffingen voor het Leeningfonds goedgekeurd.
Achterlichten moeten in
orde zijn.
CETA-BEMER
Hoe de „Ameland" ten onder ging.
VRIJDAG S AP Rit 1940
H A A" REE M'S D A G E E X D'
3
TWEEDE KAMER
Opcenten op suikeraccijns gelden voor één jaar.
Poging om koffieheffing er uit
lichten mislukt.
te
DEN HAAG Donderdag.
Minister De Geer heeft zijn voorgestelde hef
fingen voor het leeningfonds met vlag en wimpel
binnengehaald. Slechts de nat. socialisten, de com
munisten en de eenige aanwezige chr. democraat
(de heer v. Houten) stemden tegen, zoodat het
w.o. er met 755 doorging.
Tegen tegemoetkoming aan veler wenschen om
de werking der heffingen (voorloopig!) tot den tijd
van 3 jaar te beperken had de Minister geen be
zwaar, al gaf hij tegelijkertijd te kennen dat het er
in de praktijk waarschijnlijk wel op zou neerkomen
dat de verhooging der successierechten de volle 15
jaar van het leeningfonds zouden blijven bestaan.
Het amendement-v. Gelderen, om de opcenten op
den suikeraccijns voor niet langer dan 1 jaar te
doen gelden, nam de Minister over, nadat hij had
aangekondigd, in het komende najaar de omzet
belasting van 4 op 5 pet. te brengen en het tarief
voor weelde artikelen van 10 op 12Vfe.
In den aanvang van zijn betoog vestigde Mr. de
Geer er de aandacht op. dat men kwalijk kon vol
houden dat de beter gesitueerden op belastinggebied
ontzien worden, waar ze wel 60 pet. en zelfs meer,
van hun inkomen aan directe belastingen betalen.
Het verleden had geleerd, dat de Kamer voor een
belasting op Nederlanders in het buitenland niet
voelde. Mocht er echter ooit iets van dien aard ko-
men, dan zou zulk een belasting blijvend een lek
in het stelsel van onze inkomstenbelasting dienen
te stoppen. Voor verhooging der couponbelasting
en belasting-heffing op andere renten, voelde de
Minister weinig. Naast de inkomstenbelasting nog
eens allerlei speciale bronnen extra te gaan belas
ten achUe hij verkeerd. Neen, dan moest men, ge
dachtig aan het „gelijke monniken, gelijke kappen",
de inkomstenbelasting als zoodanig verhoogen. Men
hoort den man, hoofd van het gezin, in zijn geheel
te zien; ander geschieden er, doordat er dan noch
met progressie, noch met kinderaftrek rekening
wordt gehouden, bepaald onbillijkheden.
Met een verwijzing naar de in Zweden opgedane
ervaring geloofde Mr. de Geer te kunnen aannemen,
dat het koffiegebruik ten onzent tengevolge dei-
heffing niet dermate zal afnemen, dat de netto
winst voor de schatkist verloren zal gaan. Overigens
herinnerde hij den heer d'Ansembourg (nat. soc.)
er aan, dat er nog wel andere landen zijn, waar men
de defensie-uitgaven financiert door beperking van
de verbruiksuitgaven, waar men „kanonnen voor
boter" laat gaan!
De verhooging van den benzine-accijns noemde mr.
de Geer, die bereid was een wijziging in de motor-
1 rijtuigenbelasting aan te brengen opdat men die per
maand zal kunnen betalen, onvermijdelijk.
Bij 'n bespreking van het vraagstuk van een hef-
1 fing-in-eens voerde de Minister de weduwe met 5
kinderen en een kapitaal van een ton, dat haar een
inkomen van f 4000 oplevert ten tooneele alsmede
de ongehuwde notaris, die 30 duizend gulden per
jaar inkomen uit arbeid geniet; eerstgenoemde zou
wel, de laatste niet in zulk een heffing vallen, het
geen de onbillijkheid van 'n dergelijken maatregel
onderstreept. De Minister bleek wel bereid de in
voering van een verdedigings-belasting a la van Gijn
(1916) te overwegen, maar haar thans al in te voe
ren, ware niet juist. Duurt de oorlog lang, dan zal
men het onder de hand moeten doen en anders na
f afloop.
Vermeld zij nog, dat ons uit de ministerieele keu
ken verteld werd, dat het in de Millioenennota voor
de Indische maritieme defensie voor 1941 op 15 mil-
lioen gestelde bedrag, 10 millioen te hoog was, en
verder dat de Voorzitter gaarne bij het wetsontwerp
over de economische verdedigingsvoorbereiding den
1 economischen degen met Mr. Teulings zal kruisen,
terwijl verder in het najaar de begrooting gelegen
heid tot 'n algemeen financieel debat zal bieden. Een
poging van Prof. v. Gelderen om ook de koffie
heffing slechts 1 jaar van kracht te doen zijn mis
lukte na het „onaannemelijk" van den Minister. Met
5424 (voor waren de socialisten, nat.-socialisten,
communist en de ch. dem. v. Houten) verwierp de
Kamer het amendement, waarop ze met dezelfde
stemverhouding het betreffende wetsartikel aannam.
De begrooting van het Leeningfonds gaf evenmin
als de begrooting van het werkloosheidssubsidiefonds
1 aanleiding tot een debat van eenigen omvang of be
teekenis. Bij het laatste punt bestreed Minister v. d.
Tempel de stelling van den heer Algera (a.r.)
dat sneeuwruimen in werkverschaffing kon en
moest geschieden.
1 Het voorstel betreffende wijziging van de wet op
ide Militaire Willemsorde moest worden aangehou
den omdat een te twaalfder ure door den heer B a-
j e 11 o (r.k.) ingediend amendement verhooging
an de toelage der ridders van de laagste klasse
nader onderzoek vereischt aangaande de kosten, die
het met zich mee zou brengen.
Dinsdag winstbelasting.
E. v. R.
Motorrijtuigen en fietsen zullen
worden gecontroleerd
Ook toezicht op verblindende
verlichting.
De minister van justitie heeft aan de procureurs
generaal een schrijven gezonden, waai-in er op wordt
gewezen, dat de naleving van het voorschrift, dat
motorrijtuigen op meer dan twee wielen voorzien
moeten zijn van een of twee achterlichten, welke
achterwaarts duidelijk zichtbaar voor het achter
komend verkeer een rood licht uitstralen, te wen
schen overlaat. Men ziet auto's, waarvan het achter
licht hetzij niet brandt, hetzij zulk een zwak licht
uitstraalt, dat het door het inhalend verkeer niet
tijdig wordt opgemerkt, vooral op de moderne
autowegen, waar snel gereden wordt, of daar waar
het motorrijtuig zonder deugdelijk achterlicht stil
staat.
De minister verzoekt daarom te bevorderen, dat
op de naleving van dit voorschrift nauwlettend toe
zicht wordt uitgeoefend, evenals zulks zal dienen te
geschieden ten aanzien van de naleving der bepa
lingen betreffende de verboden verblindende ver
lichting.
Eenzelfde gedragslijn moet worden gevolgd ten
opzichte van het verbod, om over een weg te rijden
met een motorrijtuig of een aanhangwagen, die met
inbegrip van de lading 3J/2 Meter boven den weg
reikt.
Deze bepaling wordt meermalen overtreden, met
gevolg, dat schade aan viaducten ontstaat. Boven
dien kunnen voertuigen met te hooge lading, vooral
bij het uitwijken op wegen met tonronding, licht
omkantelen.
VOOR WIELRIJDERS GEEN
PARDON MEER.
Ten aanzien van het voeren van roode achter
lichten door wielrijders is den minister de wensche-
lijkheid gebleken terug te komen op de tot dusver
toegelaten tegemoetkomende regeling, daar de
practijk heeft uitgewezen, dat hoewel deze regeling
ten aanzien van te goeder trouw zijnde overtreders
zeer voldeed, deze regeling ten gevolge had, dat een
deel der wielrijders hiervan misbruik maakte, met
gevolg, dat het aantal wielrijders, in het bijzonder
in de groote steden, dat zich na zonsondergang bij
den weg bevindt zonder voorzien te zijn van een
rood uitstralend achterlicht, nog vrij aanzienlijk
is, hetgeen gelet op de verkeersveiligheid als een
ongewenschte toestand moet worden beschouwd.
Mede wordt als een bezwaar tegen bedoelde rege
ling aangevoerd, dat dit tegemoetkomende optreden
op den duur het politiegezag niet ten goede zou
komen.
In verband hiermede heeft de minister thans
bepaald, dat in den vervolge ook dan verbali-
seerend moet worden opgetreden, indien de in
overtreding zijnde wielrijder ter plaatse van
aanhouding en binnen korten tijd er niet in
slaagt het achterlicht in behoorlijk brandenden
toestand te brengen.
Traagheidsrecord van twee
houtbooten.
Twee houtbooten van de N.V. J. Vermaas' Scheep
vaartbedrijf te Rotterdam, de „Van Brakel" en de
„Tromp'' hebben ongetwijfeld een „traagheidsre
cord" gevestigd op de reis van Zweden naar Ier
land. De schepen zijn nl. ruim vier en een halve
maand onderweg en liggen nu in Rotterdam te bun
keren, waarna zij de reis naar Ierland zullen
voortzetten. Zij hopen daar ongeveer een half jaar
na het vertrek uit Zweden met de houtlading aan
te komen.
Beide schepen vertrokken 31 October 1939 van
Rotterdam naar Aarhuus met een lading lijnkoe
ken. op 6 November kwamen zij in Aarhuus aan.
en voeren in ballast naar Sodertalje in Zweden,
waar een lading hout werd ingenomen voor Ier
land.
Op 18 November vertrok men van Zweden en
een dag later werden de schepen door de Duitsche
marine aargehouden en naar Swinemünde opge
bracht. Veertien dagen later moesten ze opstoomen
naar Stettin en terwijl de papieren werden gecon
troleerd. hebben de schepen daar ruim vier maan
den gelegen. Enkele dagen geleden vertrokken ze
van Stettin naar Rotterdam, waar de zeer vermin
derde kolenvoorraad werd aangevuld.
Waarschijnlijk zal de reis over enkele dagen
worden voortgezet.
ALGEMEENE NEDERL. BOND VAN
LEESBIBLIOTHEEKHOUDERS.
De Algemeene Nederl. Bond van Leesbibliotheek
houders, heeft zijn jaarlijksche bijeenkomst gehou
den in hotel „Central" te Rotterdam.
Alle afdeelingen waren door afgevaardigden
vertegenwoordigd, en vele andere leden waren
aanwezig. Na een kort openingswoord van den
voorzitter, den heer A. van Dusschoten. werd de
agerda vlot afgewerkt. De vele moeilijkheden, die
ook dit vak ondervindt, door de gewijzigde tijds
omstandigheden en vele desiderata werden uit
voerig besproken. Een rondvraag besloot den pret-
tigen en vlot geleiden bondsdag.
'tl QeseCecteeidz
(Koedw-coUectie
Al vindt U bij KOSTERMANS
meer dan 1450 verschillen
de modellen, tinten en
maten, - toch mogen we
spreken over een geselec
teerde collectie. Wil een
hoed in onze collectie op
genomen worden, dat moet
hij aan zéér hooge eischen
voldoen. Zoowel wat de
kwaliteit als wat het model
aangaat. Wérkelijk
koop Uw hoeden bij
De vergoeding aan ongehuwde
dienstplichtigen.
De regeerir.gspersdienst meldt:
De minister van Defensie heeft op 1 April jl. een
regeling vastgesteld, waarbij de mogelijkheid is
geopend, dat ongehuwde dienstplichtigen, die door
het verblijf in werkelijken dienst niet in staat zijn
zekere geldelijke verplichtingen na te komen, in
het genot komen van een geldelijke vergoeding.
Deze regeling wordt thans gedrukt en zal bin
nen een paar dagen kunnen verschijnen.
Deze regeling betreft voornamelijk uitgaven
voor kamerhuur, opbergen en bewaren van meu
belen en andere goederen, ziekenfonds, begrafenis
fondsen enz., vakbondscontributie, huisvesting ge
durende verlof en loon van een tijdelijken vervan
ger in het bedrijf.
Het ligt niet in de bedoeling dergelijke uitga
ven alle tot het volle bedrag te vergoeden. Er zijn
verschillende grenzen gesteld. Zoo is als algemee
ne regel bepaald, dat met uitzondering van het
loon voor een vervanger de gezamenlijke ver
goeding ten hoogste 50 cent per dag bedraagt,
verder dat kamerhuur voor niet langer wordt ver
goed dan tot het einde van de maand, volgende op
die van opkomst, en dat vakbondscontributie
slechts wordt vergoed tot een bedrag van ten hoog
ste 20 cent per week.
Wat den vervanger in een bedrijf betreft, zal de
vergoeding ten hoogste f 1.50 per dag bedragen.
Zoowel ten opzichte van het loon van zulk eer.
vervanger als ten opzichte van al de andere uit
gaven staat voorop, dat de vergoeding, nimmer
hooger zal zijn dan noodig is om den dienstplich
tige in staat te stellen aan zijn geldelijke verplich
tingen te voldoen. Wanneer hij dus uit welken
hoofde ook. deze verplichtingen kan nakomen zon
der vergoeding te genieten, komt hij niet voor een
vergoeding in aanmerking. Ook wordt geen ver
goeding voor het loon van een vervanger in het
bedrijf uitgekeerd, indien dit loon uit de inkom
sten van het bedrijf betaald kan worden.
Het ligt voor de hand, dat zij, die kostwinner
voor familieleden zijn, in het algemeen van een
vergoeding volgens de nieuwe regeling uitgesloten
zijn. Voor zooveel noodig, genieten hun verwan
ten kostwinnersvergoeding en zij zelf kunnen ge
woonlijk geen moeilijkheden hebben met kamer
huur, opbergen van meubelen en dergelijke. Ech
ter kan het geval zich voordoen, dat de kostwin
ner niet met zijn verwanten samenwoont, zelfs op
verren afstand van hen een betrekking bekleedt,
en in zulke gevallen kan het voorkomen, dat de
verwanten wel met kostwinnersvergoeding gehol
pen worden, maar dat de dienstplichtige zelf toch
nog met geldelijke moeilijkheden zit. De nieuwe
regeling laat de gelegenheid open om in derge
lijke gevallen ook den dienstplichtige zelf in zijn
uitgaven eenigszins tegemoet te komen.
De regeling is in hoofdzaak van toepassing op
ongehuwden. Echter sluit zij niet uit, dat ook ge
huwden of zij. die men gewoonlijk met gehuwden
gelijk stelt, voor een vergoeding in aanmerking
komen, welke voor henzelf bedoeld is. Dergelijke
gevallen zullen echter wel hooge uitzonderingen
zijn. Men zal hier moeten denken aan gevallen,
waarin bijv. de vader niet met vrouw en kinde
ren samenwoont en waarbij ook al weer geldelijke
moeilijkheden voor den dienstplichtige kunnen
blijven bestaan, al genieten vrouw en kinderen
kostwinnersvergoeding.
De dienstplichtige, die voor een zoogenaamde
vrijgezellen-vergoeding in aanmerking wil komen,
moet zich bij zijn commandant vervoegen om een
daartoe strekkende vragenlijst te ontvangen. Deze
vragenlijsten zullen binnen enkele dagen vanwege
het departement van Defensie aap de commandan
ten worden verstrekt. De dienstplichtige moet dan
in deze ljjst allerlei gegevens vermelden en haar
vervolgens weder bij den commandant inleveren.
Deze zendt haar aan den burgemeester van de
woonplaats, die een onderzoek instelt en zijn be
vindingen ook in de vragenlijst vermeldt. Dan gaat
zij naar den minister van Defensie, die op de aan
vraag beslist.
De uitbetaling van de vergoeding zal wekelijks
geschieden door de zorg van de daarbij betrokken
militaire autoriteit.
Van tijd tot tijd zal worden gecontroleerd, of de
vergoeding nog noodig is.
KL. HQUT5TR. 58 GEN. CRONJ ESTR. 5
(Adv. Ingez. Med.)
BESCHULDIGING TEGEN HET COMITé VOOR
BIJZ. JOODSCHE BELANGEN.
Aan een klacht van ir. A. A. Mussert tegen de
leden van het Comité voor Bijzondere Joodsche
Belangen wegens laster zal geen gevolg worden
gegeven
De sterke meubelmakerslijm
VLEKVRIJ GEBRUIKSKLAAR
(Adv. Ingez. Med.)
Toch door een magnetische mijn
Ambtenaar van B. A. pleegde
fraude.
Gedeeltelijk onvoorwaardelijke straf geëischt.
De 25-jarige A. O., ambtenaar bij het Burgerlijk
Armbestuur te Delft heeft in deze functie twee ver
duisteringen gepleegd, waarvoor hij Donderdag
voor de Haagsche rechtbank moest terecht staan.
Het bleek, dat hij in de jaren 1938 en 1939 zich het
bedrag heeft toegeëigend, dat een inwoner van
Delft voor ouderdomsrente ontving. Deze inwoner
moest zijn ouderdomsrente aan het Burgerlijk
Armbestuur cedeeren, omdat het armbestuur hem
het volle bedrag van zijn steun uitkeerde.
Voorts heeft O. van een bedrag van f 1000, dat
hij kreeg om betalingen aan leveranciers voor het
armbestuur te voldoen, zich f 325 toegeëigend.
Hij had. toen de fraude uitkwam, eerst ontkend,
doch moest later zijn oneerlijke handelingen toe
geven.
De Officier van Justitie eischte een jaar ge
vangenisstraf waarvan zes maanden voorwaarde
lijk met aftrek van de preventieve hechtenis.
J. Bakker treedt af als Kamerlid.
Naar wij vernemen is de heer J. Bakker, lid van
de Tweede Kamer, voor de Chr.-Hist. Unie voor
nemens zich bij de Kamerverkiezingen in 1941 niet
opnieuw voor een candidatuur beschikbaar te stel
len.
De heer Bakker die het sociale element ln de
Chr. Hist. Tweede Kamerfractie vertegenwoordigt,
maakt sinds 1918 deel uit van de Tweede Kamer.
De heer Bakker is in Friesland een bekende fi
guur. Hij maakt sinds tal van jaren deel uit van
den gemeenteraad van Menaldumadeel en is een
van de voormannen van den Chr. Nat. Werkmans
bond, van welks hoofdbestuur hij deel uitmaakt.
Ook is hij redacteur van De Voorzorg, het week
blad van dezen bond en voorzitter van de Vereeni-
ging van Kerkvoogden in de Ned. Herv. Kerk. Daar
naast heeft hij aan verschillende maatschappcliike
stroomingen zijn krachten gegeven.
De heer Bakker zal zich aan zijn verschillende
functies, ook als hij als Kamerlid zal zijn afgetre
den, blijven wijden.
DE „CRIJNSSEN" VOOR INSPECTIE NAAF
GIBRALTAR OPGEBRACHT
Naar wij vernemen is het s.s. „Crijnssen" van de
K.N.S.M. door een Franschen mijnenveger voor in
spectie naar Gibraltar opgebracht.
Raad voor de Scheepvaart
onderzoekt de ramp.
De Raad voor de Scheepvaart heeft Donderdag
middag een onderzoek ingesteld naar de oorzaak
van het vergaan van het s.s. „Ameland", dat op 18
Februari j.l. door een ontploffing werd getroffen
en is gezonken, kort nadat het schip den Nieuwen
Waterweg had verlaten op weg naar Neder-
landsch-Indië.
De „Ameland", metende 4.537 bruto registerton
en gebouwd in 1930, was eigendom van de N.V.
Stoomvaart maatschappij „Rotterdam", maar voer
in charter voor den Rotterdamschen Lloyd om als
vrachtschip op de gewone route tusschen Neder
land en Indië dienst te doen. zonder passagiers
aan boord.
In den nacht van 17 op 18 Februari verliet het
schip Rotterdam en tegen half vijf voer het den
Nieuwen Waterweg uit. Om negen uur in den och
tend. toen het schip zich ongeveer 15 mijl W.N.W.
van Schouwen, ter hoogte van de plaats, waar voor
den oorlog het lichtschip Schouwenbank lag, be
vond, werd het plotseling getroffen door een
ontploffing aan stuurboordzijde, ter hoogte van
ruim vijf, dat geheel in de lucht vloog, zoodat het
achterschip direct begon te zinken. De weggeslin
gerde deelen kwamen gedeeltelijk op het dek neer,
waardoor drie personen min of meer ernstig ge
wond werden en vier lichte kwetsuren opliepen.
Niemand aan boord verloor zijn kalmte en hoe
wel een der reddingbooten stuk was geslagen,
konden de 48 opvarenden alle gemakkelijk plaats
vinden in de tweede boot, welke direct gevierd
werd.
Aangezien het getroffen schip op zijn water
dichte schotten drijvende bleef, keerde de gezag
voerder, kapitein A. Kokké, met eenige officieren
en matrozen in de eigen sloep terug naar het schip
waarna de kapitein zich aan boord begaf om de
scheepspapieren te redden. De verwoesting bleek
zeer groot te zijn en lijfgoederen en andere eigen
dommen konden dan ook niet worden meegeno
men, te meer omdat wel bleek, dat het schip on
danks de waterdichte schotten verder zonk.
Als getuigen waren opgeroepen de kapitein van
de „Ameland", de heer A. Kokké, en de derde
machinist, de heer F. Kragt
Kapitein Kokké, die als eerste getuige werd
gehoord, deelde behoudens de bovenvermelde fei
ten mede, dat de lading o.a. inhield een groote
groote hoeveelheid carbid en 66 ton trotyl.
Voor het vertrek waren alle 48 opvarenden, on
der wie ook Chineezen en Javanen, in de sloepen-
rol ingedeeld. Er waren twee sloepen, elk met een
capaciteit van 52 personen, wat achteraf een groot
geluk bleek, omdat een der sloepen vernield werd,
zoodat alle 48 opvarenden in de eenig overgebleven
sloep moesten gaan.
Op het oogenblik van de ontploffing bevond
de kapitein zich, reeds geheel gekleed, nog in zijn
hut. Hij liep terstond naar de brug en zette de tele
graaf stop. De draadlooze installatie was reeds
dadelijk onbruikbaar.
De waterdichte deur tusschen de tunnelruimte
en de machinekamer was niet gesloten en kon,
toen het water binnenkwam, niet meer gesloten
worden.
De voorzitter: Men kan niet zeggen, wat er ge
beurd zou zijn, indien deze deur van tevoren ge
sloten zou zijn geweest?
Kapitein Kokké: dat kan men wel zeggen, want
er stroomde weliswaar water uit de tunnelruimte
in de machinekamer, maar de machinekamer zelf
maakte ook water.
Na de ontploffing ging alles heel rustig en
kalm, maar de omstandigheden wai'en dan ook
zeer gunstig, n.l. het was daglicht, het was goed
weer en de „Montferland" voer in de onmiddellijke
nabijheid. Door eenige stooten op de stoomfluit
werd de aandacht van de „Montferland" getrokken
Het merkwaardige is, dat dit schip denzelfden
koers voer en dicht voor de „Ameland" uit. terwijl
het toch niet op mijnen gestuit is
De drie gewonden, die er ernstig aan toe waren
heeft men van de „Montferland" in een lichte sloep
van de Belgische loodsboot no. 15 gelegd en toen
is deze sloep door de loodsboot aan boord ge-
heschen.
De voorzitter: denkt u aan een andere oorzaak
dan aan een mijn?
Kapitein Kokké: Ik heb niets gezien dat verdacht
was, maar een verankerde mijn of een drijvende
mijn is uitgesloten, want die zouden door de pa
ravanes onschadelijk zijn gemaakt. Het zou dan nog
een gamnetische mijn geweest kunnen zijn, of toch
een torpedo.
Toen de kapitein een uur na de ontploffing aan
boord terug kwam, hing daar een sterke carbid-
gaslucht. zoodat hij niet te lang aan boord durfde
blijven.
De heer Julsing: bestaan er instructies inzake
het sluiten van de waterdichte deuren, vooral in
deze gevaarlijke tijden, zooals bij sommige schepen
in geval van mist moet geschieden?
Kapitein Kokké: Neen, zij worden wel af en toe
geprobeerd. De tunneldeur ging nooit dicht, want
om het half uur werd de asleiding gesmeerd.
De heer Julsing: Is het nu zoo'n groot be
zwaar, deze deur dicht te houden en er desnoods
een mannetje bij te plaatsen?
Kapitein Kokké: een bezwaar is het wel, maar
op het oogenblik is het voorschrift.
VERKLARINGEN VAN
DEN DERDE MACHINIST.
Als tweede getuige werd gehoord de derde
machinist, F. Kragt, die op het oogenblik van de
ontploffing wacht had. hoewel de eerste machinist
chef van de wacht was.
Prof. Taverne: ..Kwam er ook water door de
machinekamer binnen?"
Machinist Kragt: „Ja, ter hoogte van de dynamo
aan stuurboordzijde". Dit water kon niet van
leidingen afkomstig zijn, want die lagen hier niet,
maar het spoot door de platen naar binnen.
CONCLUSIE VAN DEN
INSPECTEUR-GENERAAL
De inSpecteur-generaal voor de scheepvaart, de
heer P. S. van 't Haaff, acht het uitgesloten, dat
de ramp is veroorzaakt door een ontploffing van
binnen uit.
Als de oorzaak een drijvènde mijn zou geweest
zijn, zou de uitwerking van de ontploffing geheel
anders zijn geweest. Tegen verankerde mijnen was
de „Ameland" gewapend met paravanes, die na af
loop van de ramp nog intact waren. Ook dit acht
spr. uitgesloten. Blijft dus over dat de ramp is
veroorzaakt door een torpedo of een magnetische
mijn. Gezien wat inmiddels over dit laatste strijd
middel is bekend geworden, is het zeer wel moge
lijk, dat hierin de oorzaak moet worden gezocht,
vooral omdat het niet noodig is, dat het schip een
dergelijke mijn raakt om de mijn tot ontploffing
te brengen.
Ook de mogelijkheid van een torpedo is niet
uitgesloten, maar niemand heeft iets waargenomen
dat op de aanwezigheid van een duikboot wees.
hoewel het weer dadrvoor zeer gunstig was.
Omtrent het houden van sloepenrol en het ge
sloten houden van waterdichte deuren is inmiddels
een Kon. besluit verschenen, dat het schepen
besluit in dezen heeft aangevuld.
De raad zal later uitspraak doen.
Aan den slag in de Amsterdamsche schoolwerk-
tuinen. waar de hoofdstedelijke ieugd een prijzens-
waardigen ijver aan den dag legt, om onder
deskundige leiding haar werk te verrichten
De woningvoorraad te Haarlem.
Aantal beschikbare huizen al weer kleiner.
Elke 3 maanden laat het gemeentebestuur van
Haarlem een statistiek maken van de onbewoond
staande huizen te Haarlem. 1 Januari 1940 stonden
er 1023 open, maar daarvan waren er al 27 ver
huurd, maar nog niet betrokken, terwijl er 28 al
leen te koop waren (groote panden) en 8 huizen
werden verbouwd, zoodat er toen voor verhuur
slechts 960 in aanmerking kwamen.
Bovendien waren onder die 960 voor verhuur
beschikbare huizen 52 perceelen die voer or be
woonbaar-verklaring in aanmerking kwamen, zoo
dat de gegadigden daarop geen storm zullen loo-
pen. Practisch wil het dus zeggen, dat 900 huizen
voor verhuring in aanmerking kwamen.
Over eenige weken verschijnt de woningsta
tistiek naar den toestand op 1 Awril. Wij hebben
intusschen reeds vernomen, dat
in de laatste 3 maanden het aantal voor ver
huring in aanmerking komende ledige huizen
te Haarlem vrij belangrijk verminderd is, na
melijk met ongeveer 75.
Op een totaal aantal huizen van ruim 38.000
waren er dus niet veel meer dan 825 voor verhu
ring beschikbaar. Dit is geen groot aantal, ook al
kan nog niet van een tekort, dus var woningnood,
gesproken worden.
Wel volgt het gemeentebestuur zeer nauwgezet
den gang van zaken op de woningmarkt. Dat in het
laatste kwartaal het aantal onbewoonde huizen
verminderd is, komt voor een deel omdat, in ver
band met de langdurige vorst, nieuwe huizen die
in aanbouw zijn, niet konden worden afgewerkt.
In de raadszitting van Woensdag zijn de serste
stappen gedaan om opnieuw 68 krotwoningen on
bewoonbaar te verklaren. Slechts een deel daarvan
behooren tot de 52 huizen die op 1 Januari 1940
ledig stonden, maar voor onbewoonbaarvevklaring
in aanmerking kwamen. Er is namelijk door Bouw
en Woningtoezicht een lijst gemaakt van alle hui
zen in Haarlem die op de nominatie staan ir. de
naaste toekomst onbewoonbaar verklaard te wor
den. In totaal zijn dit er ongeveer 600. Elk jaar
wordt een groep huizen die het allerslechtste zijn
uitgezocht voor het proces der onbewoonbaarvcr-
klaring.
Als wij dus elk jaar zoo voortgaan zijn. in 8 a 10
jaar alle krotten opgeruimd.
De gemeente gaat nu 40 huizen bouwen aan het
Thorbeckeplein bij den Harmenjansweg voor fi
nancieel zwakke gezinnen dus voor de menschen
die nu in de krotwoningen zitten. In den loop van
dit jaar zal nog een voorstel door B. en W. aan den
raad gedaan worden om ook weer een complexwo
ningen voor ouden van dagen te gaan bouwen.
Vrijz.-Dem. Jongeren Organisatie,
Lezing over beroepskeuze.
Donderdagavond sprak voor de afd. Haarlem
van de V.D.J.O. de heer W. F. Jansen, leider van
het Bureau voor Beroepskeuze te Haarlem, over
doel en werkwijze van dit bureau.
De taak van het Bureau is, zoo zette spr. uiteen,
advies te geven, meestal aan jonge menschen die
van de Lagere School komen, over de richting
waarin zij zich verder moeten ontwikkelen. Natuur
lijk kan het Bureau niet voorspellen dat iemand in
een bepaalde richting veel zal bereiken. Het oor
deelt op een bepaald moment mede over de moge
lijkheden van de persoon in verband met aanleg
en geschiktheid. Ook de onderwijzer kan in dezen
advies geven, maar beschikt niet over zoo'n schat
van gegevens over de beroepen en hun wijze van
uitoefening als het Bureau.
De taak van het Bureau is niet eenvoudig. Vaak
komen er de moeilijkste gevallen, die overal mis
lukt zijn en hier hun laatste toevlucht zoeken. Het
werk van de genoemde Bureaux is zeker niet over
bodig.
Grondlegger van de psycho-techniek is geweest
prof. Hugo Münsterberg. wiens methoden in Ame
rika groot succes bleken te hebben bij de Bell
Telephone en de z.g. legertests. Toch dient men
uiteraard groote voorzichtigheid te betrachten bij
het toepassen van de psycho-teehniek.
Spr. besloot met op te merken dat ondanks den
moeilijken tijd de jeugd niet defaitistisch mag
zijn, maar wel goed beseffen dat ze zich voor
haar toekomst uitstekend dient voor te bereiden.
Het Bureau voor Beroepskeuze wil daarbij nuttige
aanwijzingen geven.
Met lantaarnplaatjes liet spr. verschillende
proeven van psycho-techniek zien.
Drs. P. F. R. Stol sloot daarna met een dank
woord aan den spreker den avond.
TENTOONSTELLING HET STADHUIS I
VOORHEEN EN THANS.
Door de goede zorgen van de Haarlemsche ge
meente-archivaris, mej. dr. G. H. Kurtz, wordt van
Zaterdag a.s. af in de Haarlemsche Raadszaal,
Prinsenhof, een tentoonstelling „Het Stadhuis
voorheen en thans" gehouden.
De tentoonstelling zal vermoedelijk tot 15 April
geopend blijven.
NED. VROUWEN ELECTRICITEITS VEREENI-
GING, AFD. HAARLEM
Door bovengenoemde Vereenïging wordt op Dins
dag 9 April een excursie gemaakt naar de Philips
Fabrieken te Eindhoven. Vele leden gaven zich vooij
deze interessante excursie reeds op.