Heffingen voor het Leeningfonds goedgekeurd. Achterlichten moeten in orde zijn. CETA-BEMER Hoe de „Ameland" ten onder ging. VRIJDAG S AP Rit 1940 H A A" REE M'S D A G E E X D' 3 TWEEDE KAMER Opcenten op suikeraccijns gelden voor één jaar. Poging om koffieheffing er uit lichten mislukt. te DEN HAAG Donderdag. Minister De Geer heeft zijn voorgestelde hef fingen voor het leeningfonds met vlag en wimpel binnengehaald. Slechts de nat. socialisten, de com munisten en de eenige aanwezige chr. democraat (de heer v. Houten) stemden tegen, zoodat het w.o. er met 755 doorging. Tegen tegemoetkoming aan veler wenschen om de werking der heffingen (voorloopig!) tot den tijd van 3 jaar te beperken had de Minister geen be zwaar, al gaf hij tegelijkertijd te kennen dat het er in de praktijk waarschijnlijk wel op zou neerkomen dat de verhooging der successierechten de volle 15 jaar van het leeningfonds zouden blijven bestaan. Het amendement-v. Gelderen, om de opcenten op den suikeraccijns voor niet langer dan 1 jaar te doen gelden, nam de Minister over, nadat hij had aangekondigd, in het komende najaar de omzet belasting van 4 op 5 pet. te brengen en het tarief voor weelde artikelen van 10 op 12Vfe. In den aanvang van zijn betoog vestigde Mr. de Geer er de aandacht op. dat men kwalijk kon vol houden dat de beter gesitueerden op belastinggebied ontzien worden, waar ze wel 60 pet. en zelfs meer, van hun inkomen aan directe belastingen betalen. Het verleden had geleerd, dat de Kamer voor een belasting op Nederlanders in het buitenland niet voelde. Mocht er echter ooit iets van dien aard ko- men, dan zou zulk een belasting blijvend een lek in het stelsel van onze inkomstenbelasting dienen te stoppen. Voor verhooging der couponbelasting en belasting-heffing op andere renten, voelde de Minister weinig. Naast de inkomstenbelasting nog eens allerlei speciale bronnen extra te gaan belas ten achUe hij verkeerd. Neen, dan moest men, ge dachtig aan het „gelijke monniken, gelijke kappen", de inkomstenbelasting als zoodanig verhoogen. Men hoort den man, hoofd van het gezin, in zijn geheel te zien; ander geschieden er, doordat er dan noch met progressie, noch met kinderaftrek rekening wordt gehouden, bepaald onbillijkheden. Met een verwijzing naar de in Zweden opgedane ervaring geloofde Mr. de Geer te kunnen aannemen, dat het koffiegebruik ten onzent tengevolge dei- heffing niet dermate zal afnemen, dat de netto winst voor de schatkist verloren zal gaan. Overigens herinnerde hij den heer d'Ansembourg (nat. soc.) er aan, dat er nog wel andere landen zijn, waar men de defensie-uitgaven financiert door beperking van de verbruiksuitgaven, waar men „kanonnen voor boter" laat gaan! De verhooging van den benzine-accijns noemde mr. de Geer, die bereid was een wijziging in de motor- 1 rijtuigenbelasting aan te brengen opdat men die per maand zal kunnen betalen, onvermijdelijk. Bij 'n bespreking van het vraagstuk van een hef- 1 fing-in-eens voerde de Minister de weduwe met 5 kinderen en een kapitaal van een ton, dat haar een inkomen van f 4000 oplevert ten tooneele alsmede de ongehuwde notaris, die 30 duizend gulden per jaar inkomen uit arbeid geniet; eerstgenoemde zou wel, de laatste niet in zulk een heffing vallen, het geen de onbillijkheid van 'n dergelijken maatregel onderstreept. De Minister bleek wel bereid de in voering van een verdedigings-belasting a la van Gijn (1916) te overwegen, maar haar thans al in te voe ren, ware niet juist. Duurt de oorlog lang, dan zal men het onder de hand moeten doen en anders na f afloop. Vermeld zij nog, dat ons uit de ministerieele keu ken verteld werd, dat het in de Millioenennota voor de Indische maritieme defensie voor 1941 op 15 mil- lioen gestelde bedrag, 10 millioen te hoog was, en verder dat de Voorzitter gaarne bij het wetsontwerp over de economische verdedigingsvoorbereiding den 1 economischen degen met Mr. Teulings zal kruisen, terwijl verder in het najaar de begrooting gelegen heid tot 'n algemeen financieel debat zal bieden. Een poging van Prof. v. Gelderen om ook de koffie heffing slechts 1 jaar van kracht te doen zijn mis lukte na het „onaannemelijk" van den Minister. Met 5424 (voor waren de socialisten, nat.-socialisten, communist en de ch. dem. v. Houten) verwierp de Kamer het amendement, waarop ze met dezelfde stemverhouding het betreffende wetsartikel aannam. De begrooting van het Leeningfonds gaf evenmin als de begrooting van het werkloosheidssubsidiefonds 1 aanleiding tot een debat van eenigen omvang of be teekenis. Bij het laatste punt bestreed Minister v. d. Tempel de stelling van den heer Algera (a.r.) dat sneeuwruimen in werkverschaffing kon en moest geschieden. 1 Het voorstel betreffende wijziging van de wet op ide Militaire Willemsorde moest worden aangehou den omdat een te twaalfder ure door den heer B a- j e 11 o (r.k.) ingediend amendement verhooging an de toelage der ridders van de laagste klasse nader onderzoek vereischt aangaande de kosten, die het met zich mee zou brengen. Dinsdag winstbelasting. E. v. R. Motorrijtuigen en fietsen zullen worden gecontroleerd Ook toezicht op verblindende verlichting. De minister van justitie heeft aan de procureurs generaal een schrijven gezonden, waai-in er op wordt gewezen, dat de naleving van het voorschrift, dat motorrijtuigen op meer dan twee wielen voorzien moeten zijn van een of twee achterlichten, welke achterwaarts duidelijk zichtbaar voor het achter komend verkeer een rood licht uitstralen, te wen schen overlaat. Men ziet auto's, waarvan het achter licht hetzij niet brandt, hetzij zulk een zwak licht uitstraalt, dat het door het inhalend verkeer niet tijdig wordt opgemerkt, vooral op de moderne autowegen, waar snel gereden wordt, of daar waar het motorrijtuig zonder deugdelijk achterlicht stil staat. De minister verzoekt daarom te bevorderen, dat op de naleving van dit voorschrift nauwlettend toe zicht wordt uitgeoefend, evenals zulks zal dienen te geschieden ten aanzien van de naleving der bepa lingen betreffende de verboden verblindende ver lichting. Eenzelfde gedragslijn moet worden gevolgd ten opzichte van het verbod, om over een weg te rijden met een motorrijtuig of een aanhangwagen, die met inbegrip van de lading 3J/2 Meter boven den weg reikt. Deze bepaling wordt meermalen overtreden, met gevolg, dat schade aan viaducten ontstaat. Boven dien kunnen voertuigen met te hooge lading, vooral bij het uitwijken op wegen met tonronding, licht omkantelen. VOOR WIELRIJDERS GEEN PARDON MEER. Ten aanzien van het voeren van roode achter lichten door wielrijders is den minister de wensche- lijkheid gebleken terug te komen op de tot dusver toegelaten tegemoetkomende regeling, daar de practijk heeft uitgewezen, dat hoewel deze regeling ten aanzien van te goeder trouw zijnde overtreders zeer voldeed, deze regeling ten gevolge had, dat een deel der wielrijders hiervan misbruik maakte, met gevolg, dat het aantal wielrijders, in het bijzonder in de groote steden, dat zich na zonsondergang bij den weg bevindt zonder voorzien te zijn van een rood uitstralend achterlicht, nog vrij aanzienlijk is, hetgeen gelet op de verkeersveiligheid als een ongewenschte toestand moet worden beschouwd. Mede wordt als een bezwaar tegen bedoelde rege ling aangevoerd, dat dit tegemoetkomende optreden op den duur het politiegezag niet ten goede zou komen. In verband hiermede heeft de minister thans bepaald, dat in den vervolge ook dan verbali- seerend moet worden opgetreden, indien de in overtreding zijnde wielrijder ter plaatse van aanhouding en binnen korten tijd er niet in slaagt het achterlicht in behoorlijk brandenden toestand te brengen. Traagheidsrecord van twee houtbooten. Twee houtbooten van de N.V. J. Vermaas' Scheep vaartbedrijf te Rotterdam, de „Van Brakel" en de „Tromp'' hebben ongetwijfeld een „traagheidsre cord" gevestigd op de reis van Zweden naar Ier land. De schepen zijn nl. ruim vier en een halve maand onderweg en liggen nu in Rotterdam te bun keren, waarna zij de reis naar Ierland zullen voortzetten. Zij hopen daar ongeveer een half jaar na het vertrek uit Zweden met de houtlading aan te komen. Beide schepen vertrokken 31 October 1939 van Rotterdam naar Aarhuus met een lading lijnkoe ken. op 6 November kwamen zij in Aarhuus aan. en voeren in ballast naar Sodertalje in Zweden, waar een lading hout werd ingenomen voor Ier land. Op 18 November vertrok men van Zweden en een dag later werden de schepen door de Duitsche marine aargehouden en naar Swinemünde opge bracht. Veertien dagen later moesten ze opstoomen naar Stettin en terwijl de papieren werden gecon troleerd. hebben de schepen daar ruim vier maan den gelegen. Enkele dagen geleden vertrokken ze van Stettin naar Rotterdam, waar de zeer vermin derde kolenvoorraad werd aangevuld. Waarschijnlijk zal de reis over enkele dagen worden voortgezet. ALGEMEENE NEDERL. BOND VAN LEESBIBLIOTHEEKHOUDERS. De Algemeene Nederl. Bond van Leesbibliotheek houders, heeft zijn jaarlijksche bijeenkomst gehou den in hotel „Central" te Rotterdam. Alle afdeelingen waren door afgevaardigden vertegenwoordigd, en vele andere leden waren aanwezig. Na een kort openingswoord van den voorzitter, den heer A. van Dusschoten. werd de agerda vlot afgewerkt. De vele moeilijkheden, die ook dit vak ondervindt, door de gewijzigde tijds omstandigheden en vele desiderata werden uit voerig besproken. Een rondvraag besloot den pret- tigen en vlot geleiden bondsdag. 'tl QeseCecteeidz (Koedw-coUectie Al vindt U bij KOSTERMANS meer dan 1450 verschillen de modellen, tinten en maten, - toch mogen we spreken over een geselec teerde collectie. Wil een hoed in onze collectie op genomen worden, dat moet hij aan zéér hooge eischen voldoen. Zoowel wat de kwaliteit als wat het model aangaat. Wérkelijk koop Uw hoeden bij De vergoeding aan ongehuwde dienstplichtigen. De regeerir.gspersdienst meldt: De minister van Defensie heeft op 1 April jl. een regeling vastgesteld, waarbij de mogelijkheid is geopend, dat ongehuwde dienstplichtigen, die door het verblijf in werkelijken dienst niet in staat zijn zekere geldelijke verplichtingen na te komen, in het genot komen van een geldelijke vergoeding. Deze regeling wordt thans gedrukt en zal bin nen een paar dagen kunnen verschijnen. Deze regeling betreft voornamelijk uitgaven voor kamerhuur, opbergen en bewaren van meu belen en andere goederen, ziekenfonds, begrafenis fondsen enz., vakbondscontributie, huisvesting ge durende verlof en loon van een tijdelijken vervan ger in het bedrijf. Het ligt niet in de bedoeling dergelijke uitga ven alle tot het volle bedrag te vergoeden. Er zijn verschillende grenzen gesteld. Zoo is als algemee ne regel bepaald, dat met uitzondering van het loon voor een vervanger de gezamenlijke ver goeding ten hoogste 50 cent per dag bedraagt, verder dat kamerhuur voor niet langer wordt ver goed dan tot het einde van de maand, volgende op die van opkomst, en dat vakbondscontributie slechts wordt vergoed tot een bedrag van ten hoog ste 20 cent per week. Wat den vervanger in een bedrijf betreft, zal de vergoeding ten hoogste f 1.50 per dag bedragen. Zoowel ten opzichte van het loon van zulk eer. vervanger als ten opzichte van al de andere uit gaven staat voorop, dat de vergoeding, nimmer hooger zal zijn dan noodig is om den dienstplich tige in staat te stellen aan zijn geldelijke verplich tingen te voldoen. Wanneer hij dus uit welken hoofde ook. deze verplichtingen kan nakomen zon der vergoeding te genieten, komt hij niet voor een vergoeding in aanmerking. Ook wordt geen ver goeding voor het loon van een vervanger in het bedrijf uitgekeerd, indien dit loon uit de inkom sten van het bedrijf betaald kan worden. Het ligt voor de hand, dat zij, die kostwinner voor familieleden zijn, in het algemeen van een vergoeding volgens de nieuwe regeling uitgesloten zijn. Voor zooveel noodig, genieten hun verwan ten kostwinnersvergoeding en zij zelf kunnen ge woonlijk geen moeilijkheden hebben met kamer huur, opbergen van meubelen en dergelijke. Ech ter kan het geval zich voordoen, dat de kostwin ner niet met zijn verwanten samenwoont, zelfs op verren afstand van hen een betrekking bekleedt, en in zulke gevallen kan het voorkomen, dat de verwanten wel met kostwinnersvergoeding gehol pen worden, maar dat de dienstplichtige zelf toch nog met geldelijke moeilijkheden zit. De nieuwe regeling laat de gelegenheid open om in derge lijke gevallen ook den dienstplichtige zelf in zijn uitgaven eenigszins tegemoet te komen. De regeling is in hoofdzaak van toepassing op ongehuwden. Echter sluit zij niet uit, dat ook ge huwden of zij. die men gewoonlijk met gehuwden gelijk stelt, voor een vergoeding in aanmerking komen, welke voor henzelf bedoeld is. Dergelijke gevallen zullen echter wel hooge uitzonderingen zijn. Men zal hier moeten denken aan gevallen, waarin bijv. de vader niet met vrouw en kinde ren samenwoont en waarbij ook al weer geldelijke moeilijkheden voor den dienstplichtige kunnen blijven bestaan, al genieten vrouw en kinderen kostwinnersvergoeding. De dienstplichtige, die voor een zoogenaamde vrijgezellen-vergoeding in aanmerking wil komen, moet zich bij zijn commandant vervoegen om een daartoe strekkende vragenlijst te ontvangen. Deze vragenlijsten zullen binnen enkele dagen vanwege het departement van Defensie aap de commandan ten worden verstrekt. De dienstplichtige moet dan in deze ljjst allerlei gegevens vermelden en haar vervolgens weder bij den commandant inleveren. Deze zendt haar aan den burgemeester van de woonplaats, die een onderzoek instelt en zijn be vindingen ook in de vragenlijst vermeldt. Dan gaat zij naar den minister van Defensie, die op de aan vraag beslist. De uitbetaling van de vergoeding zal wekelijks geschieden door de zorg van de daarbij betrokken militaire autoriteit. Van tijd tot tijd zal worden gecontroleerd, of de vergoeding nog noodig is. KL. HQUT5TR. 58 GEN. CRONJ ESTR. 5 (Adv. Ingez. Med.) BESCHULDIGING TEGEN HET COMITé VOOR BIJZ. JOODSCHE BELANGEN. Aan een klacht van ir. A. A. Mussert tegen de leden van het Comité voor Bijzondere Joodsche Belangen wegens laster zal geen gevolg worden gegeven De sterke meubelmakerslijm VLEKVRIJ GEBRUIKSKLAAR (Adv. Ingez. Med.) Toch door een magnetische mijn Ambtenaar van B. A. pleegde fraude. Gedeeltelijk onvoorwaardelijke straf geëischt. De 25-jarige A. O., ambtenaar bij het Burgerlijk Armbestuur te Delft heeft in deze functie twee ver duisteringen gepleegd, waarvoor hij Donderdag voor de Haagsche rechtbank moest terecht staan. Het bleek, dat hij in de jaren 1938 en 1939 zich het bedrag heeft toegeëigend, dat een inwoner van Delft voor ouderdomsrente ontving. Deze inwoner moest zijn ouderdomsrente aan het Burgerlijk Armbestuur cedeeren, omdat het armbestuur hem het volle bedrag van zijn steun uitkeerde. Voorts heeft O. van een bedrag van f 1000, dat hij kreeg om betalingen aan leveranciers voor het armbestuur te voldoen, zich f 325 toegeëigend. Hij had. toen de fraude uitkwam, eerst ontkend, doch moest later zijn oneerlijke handelingen toe geven. De Officier van Justitie eischte een jaar ge vangenisstraf waarvan zes maanden voorwaarde lijk met aftrek van de preventieve hechtenis. J. Bakker treedt af als Kamerlid. Naar wij vernemen is de heer J. Bakker, lid van de Tweede Kamer, voor de Chr.-Hist. Unie voor nemens zich bij de Kamerverkiezingen in 1941 niet opnieuw voor een candidatuur beschikbaar te stel len. De heer Bakker die het sociale element ln de Chr. Hist. Tweede Kamerfractie vertegenwoordigt, maakt sinds 1918 deel uit van de Tweede Kamer. De heer Bakker is in Friesland een bekende fi guur. Hij maakt sinds tal van jaren deel uit van den gemeenteraad van Menaldumadeel en is een van de voormannen van den Chr. Nat. Werkmans bond, van welks hoofdbestuur hij deel uitmaakt. Ook is hij redacteur van De Voorzorg, het week blad van dezen bond en voorzitter van de Vereeni- ging van Kerkvoogden in de Ned. Herv. Kerk. Daar naast heeft hij aan verschillende maatschappcliike stroomingen zijn krachten gegeven. De heer Bakker zal zich aan zijn verschillende functies, ook als hij als Kamerlid zal zijn afgetre den, blijven wijden. DE „CRIJNSSEN" VOOR INSPECTIE NAAF GIBRALTAR OPGEBRACHT Naar wij vernemen is het s.s. „Crijnssen" van de K.N.S.M. door een Franschen mijnenveger voor in spectie naar Gibraltar opgebracht. Raad voor de Scheepvaart onderzoekt de ramp. De Raad voor de Scheepvaart heeft Donderdag middag een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van het vergaan van het s.s. „Ameland", dat op 18 Februari j.l. door een ontploffing werd getroffen en is gezonken, kort nadat het schip den Nieuwen Waterweg had verlaten op weg naar Neder- landsch-Indië. De „Ameland", metende 4.537 bruto registerton en gebouwd in 1930, was eigendom van de N.V. Stoomvaart maatschappij „Rotterdam", maar voer in charter voor den Rotterdamschen Lloyd om als vrachtschip op de gewone route tusschen Neder land en Indië dienst te doen. zonder passagiers aan boord. In den nacht van 17 op 18 Februari verliet het schip Rotterdam en tegen half vijf voer het den Nieuwen Waterweg uit. Om negen uur in den och tend. toen het schip zich ongeveer 15 mijl W.N.W. van Schouwen, ter hoogte van de plaats, waar voor den oorlog het lichtschip Schouwenbank lag, be vond, werd het plotseling getroffen door een ontploffing aan stuurboordzijde, ter hoogte van ruim vijf, dat geheel in de lucht vloog, zoodat het achterschip direct begon te zinken. De weggeslin gerde deelen kwamen gedeeltelijk op het dek neer, waardoor drie personen min of meer ernstig ge wond werden en vier lichte kwetsuren opliepen. Niemand aan boord verloor zijn kalmte en hoe wel een der reddingbooten stuk was geslagen, konden de 48 opvarenden alle gemakkelijk plaats vinden in de tweede boot, welke direct gevierd werd. Aangezien het getroffen schip op zijn water dichte schotten drijvende bleef, keerde de gezag voerder, kapitein A. Kokké, met eenige officieren en matrozen in de eigen sloep terug naar het schip waarna de kapitein zich aan boord begaf om de scheepspapieren te redden. De verwoesting bleek zeer groot te zijn en lijfgoederen en andere eigen dommen konden dan ook niet worden meegeno men, te meer omdat wel bleek, dat het schip on danks de waterdichte schotten verder zonk. Als getuigen waren opgeroepen de kapitein van de „Ameland", de heer A. Kokké, en de derde machinist, de heer F. Kragt Kapitein Kokké, die als eerste getuige werd gehoord, deelde behoudens de bovenvermelde fei ten mede, dat de lading o.a. inhield een groote groote hoeveelheid carbid en 66 ton trotyl. Voor het vertrek waren alle 48 opvarenden, on der wie ook Chineezen en Javanen, in de sloepen- rol ingedeeld. Er waren twee sloepen, elk met een capaciteit van 52 personen, wat achteraf een groot geluk bleek, omdat een der sloepen vernield werd, zoodat alle 48 opvarenden in de eenig overgebleven sloep moesten gaan. Op het oogenblik van de ontploffing bevond de kapitein zich, reeds geheel gekleed, nog in zijn hut. Hij liep terstond naar de brug en zette de tele graaf stop. De draadlooze installatie was reeds dadelijk onbruikbaar. De waterdichte deur tusschen de tunnelruimte en de machinekamer was niet gesloten en kon, toen het water binnenkwam, niet meer gesloten worden. De voorzitter: Men kan niet zeggen, wat er ge beurd zou zijn, indien deze deur van tevoren ge sloten zou zijn geweest? Kapitein Kokké: dat kan men wel zeggen, want er stroomde weliswaar water uit de tunnelruimte in de machinekamer, maar de machinekamer zelf maakte ook water. Na de ontploffing ging alles heel rustig en kalm, maar de omstandigheden wai'en dan ook zeer gunstig, n.l. het was daglicht, het was goed weer en de „Montferland" voer in de onmiddellijke nabijheid. Door eenige stooten op de stoomfluit werd de aandacht van de „Montferland" getrokken Het merkwaardige is, dat dit schip denzelfden koers voer en dicht voor de „Ameland" uit. terwijl het toch niet op mijnen gestuit is De drie gewonden, die er ernstig aan toe waren heeft men van de „Montferland" in een lichte sloep van de Belgische loodsboot no. 15 gelegd en toen is deze sloep door de loodsboot aan boord ge- heschen. De voorzitter: denkt u aan een andere oorzaak dan aan een mijn? Kapitein Kokké: Ik heb niets gezien dat verdacht was, maar een verankerde mijn of een drijvende mijn is uitgesloten, want die zouden door de pa ravanes onschadelijk zijn gemaakt. Het zou dan nog een gamnetische mijn geweest kunnen zijn, of toch een torpedo. Toen de kapitein een uur na de ontploffing aan boord terug kwam, hing daar een sterke carbid- gaslucht. zoodat hij niet te lang aan boord durfde blijven. De heer Julsing: bestaan er instructies inzake het sluiten van de waterdichte deuren, vooral in deze gevaarlijke tijden, zooals bij sommige schepen in geval van mist moet geschieden? Kapitein Kokké: Neen, zij worden wel af en toe geprobeerd. De tunneldeur ging nooit dicht, want om het half uur werd de asleiding gesmeerd. De heer Julsing: Is het nu zoo'n groot be zwaar, deze deur dicht te houden en er desnoods een mannetje bij te plaatsen? Kapitein Kokké: een bezwaar is het wel, maar op het oogenblik is het voorschrift. VERKLARINGEN VAN DEN DERDE MACHINIST. Als tweede getuige werd gehoord de derde machinist, F. Kragt, die op het oogenblik van de ontploffing wacht had. hoewel de eerste machinist chef van de wacht was. Prof. Taverne: ..Kwam er ook water door de machinekamer binnen?" Machinist Kragt: „Ja, ter hoogte van de dynamo aan stuurboordzijde". Dit water kon niet van leidingen afkomstig zijn, want die lagen hier niet, maar het spoot door de platen naar binnen. CONCLUSIE VAN DEN INSPECTEUR-GENERAAL De inSpecteur-generaal voor de scheepvaart, de heer P. S. van 't Haaff, acht het uitgesloten, dat de ramp is veroorzaakt door een ontploffing van binnen uit. Als de oorzaak een drijvènde mijn zou geweest zijn, zou de uitwerking van de ontploffing geheel anders zijn geweest. Tegen verankerde mijnen was de „Ameland" gewapend met paravanes, die na af loop van de ramp nog intact waren. Ook dit acht spr. uitgesloten. Blijft dus over dat de ramp is veroorzaakt door een torpedo of een magnetische mijn. Gezien wat inmiddels over dit laatste strijd middel is bekend geworden, is het zeer wel moge lijk, dat hierin de oorzaak moet worden gezocht, vooral omdat het niet noodig is, dat het schip een dergelijke mijn raakt om de mijn tot ontploffing te brengen. Ook de mogelijkheid van een torpedo is niet uitgesloten, maar niemand heeft iets waargenomen dat op de aanwezigheid van een duikboot wees. hoewel het weer dadrvoor zeer gunstig was. Omtrent het houden van sloepenrol en het ge sloten houden van waterdichte deuren is inmiddels een Kon. besluit verschenen, dat het schepen besluit in dezen heeft aangevuld. De raad zal later uitspraak doen. Aan den slag in de Amsterdamsche schoolwerk- tuinen. waar de hoofdstedelijke ieugd een prijzens- waardigen ijver aan den dag legt, om onder deskundige leiding haar werk te verrichten De woningvoorraad te Haarlem. Aantal beschikbare huizen al weer kleiner. Elke 3 maanden laat het gemeentebestuur van Haarlem een statistiek maken van de onbewoond staande huizen te Haarlem. 1 Januari 1940 stonden er 1023 open, maar daarvan waren er al 27 ver huurd, maar nog niet betrokken, terwijl er 28 al leen te koop waren (groote panden) en 8 huizen werden verbouwd, zoodat er toen voor verhuur slechts 960 in aanmerking kwamen. Bovendien waren onder die 960 voor verhuur beschikbare huizen 52 perceelen die voer or be woonbaar-verklaring in aanmerking kwamen, zoo dat de gegadigden daarop geen storm zullen loo- pen. Practisch wil het dus zeggen, dat 900 huizen voor verhuring in aanmerking kwamen. Over eenige weken verschijnt de woningsta tistiek naar den toestand op 1 Awril. Wij hebben intusschen reeds vernomen, dat in de laatste 3 maanden het aantal voor ver huring in aanmerking komende ledige huizen te Haarlem vrij belangrijk verminderd is, na melijk met ongeveer 75. Op een totaal aantal huizen van ruim 38.000 waren er dus niet veel meer dan 825 voor verhu ring beschikbaar. Dit is geen groot aantal, ook al kan nog niet van een tekort, dus var woningnood, gesproken worden. Wel volgt het gemeentebestuur zeer nauwgezet den gang van zaken op de woningmarkt. Dat in het laatste kwartaal het aantal onbewoonde huizen verminderd is, komt voor een deel omdat, in ver band met de langdurige vorst, nieuwe huizen die in aanbouw zijn, niet konden worden afgewerkt. In de raadszitting van Woensdag zijn de serste stappen gedaan om opnieuw 68 krotwoningen on bewoonbaar te verklaren. Slechts een deel daarvan behooren tot de 52 huizen die op 1 Januari 1940 ledig stonden, maar voor onbewoonbaarvevklaring in aanmerking kwamen. Er is namelijk door Bouw en Woningtoezicht een lijst gemaakt van alle hui zen in Haarlem die op de nominatie staan ir. de naaste toekomst onbewoonbaar verklaard te wor den. In totaal zijn dit er ongeveer 600. Elk jaar wordt een groep huizen die het allerslechtste zijn uitgezocht voor het proces der onbewoonbaarvcr- klaring. Als wij dus elk jaar zoo voortgaan zijn. in 8 a 10 jaar alle krotten opgeruimd. De gemeente gaat nu 40 huizen bouwen aan het Thorbeckeplein bij den Harmenjansweg voor fi nancieel zwakke gezinnen dus voor de menschen die nu in de krotwoningen zitten. In den loop van dit jaar zal nog een voorstel door B. en W. aan den raad gedaan worden om ook weer een complexwo ningen voor ouden van dagen te gaan bouwen. Vrijz.-Dem. Jongeren Organisatie, Lezing over beroepskeuze. Donderdagavond sprak voor de afd. Haarlem van de V.D.J.O. de heer W. F. Jansen, leider van het Bureau voor Beroepskeuze te Haarlem, over doel en werkwijze van dit bureau. De taak van het Bureau is, zoo zette spr. uiteen, advies te geven, meestal aan jonge menschen die van de Lagere School komen, over de richting waarin zij zich verder moeten ontwikkelen. Natuur lijk kan het Bureau niet voorspellen dat iemand in een bepaalde richting veel zal bereiken. Het oor deelt op een bepaald moment mede over de moge lijkheden van de persoon in verband met aanleg en geschiktheid. Ook de onderwijzer kan in dezen advies geven, maar beschikt niet over zoo'n schat van gegevens over de beroepen en hun wijze van uitoefening als het Bureau. De taak van het Bureau is niet eenvoudig. Vaak komen er de moeilijkste gevallen, die overal mis lukt zijn en hier hun laatste toevlucht zoeken. Het werk van de genoemde Bureaux is zeker niet over bodig. Grondlegger van de psycho-techniek is geweest prof. Hugo Münsterberg. wiens methoden in Ame rika groot succes bleken te hebben bij de Bell Telephone en de z.g. legertests. Toch dient men uiteraard groote voorzichtigheid te betrachten bij het toepassen van de psycho-teehniek. Spr. besloot met op te merken dat ondanks den moeilijken tijd de jeugd niet defaitistisch mag zijn, maar wel goed beseffen dat ze zich voor haar toekomst uitstekend dient voor te bereiden. Het Bureau voor Beroepskeuze wil daarbij nuttige aanwijzingen geven. Met lantaarnplaatjes liet spr. verschillende proeven van psycho-techniek zien. Drs. P. F. R. Stol sloot daarna met een dank woord aan den spreker den avond. TENTOONSTELLING HET STADHUIS I VOORHEEN EN THANS. Door de goede zorgen van de Haarlemsche ge meente-archivaris, mej. dr. G. H. Kurtz, wordt van Zaterdag a.s. af in de Haarlemsche Raadszaal, Prinsenhof, een tentoonstelling „Het Stadhuis voorheen en thans" gehouden. De tentoonstelling zal vermoedelijk tot 15 April geopend blijven. NED. VROUWEN ELECTRICITEITS VEREENI- GING, AFD. HAARLEM Door bovengenoemde Vereenïging wordt op Dins dag 9 April een excursie gemaakt naar de Philips Fabrieken te Eindhoven. Vele leden gaven zich vooij deze interessante excursie reeds op.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5