ngeland's handelspolitiek richt zich naar
den Balkan.
Vrouwen in het Zwitsersche Lesjer.
r—ii
R IJ D "A" G 5 A" PRIL' '1940
HÏÏRL'EM'S DAGBLAD
Maatschappij gesticht.
Naar officieel uit Londen wordt medegedeeld
eeft de Britsche regeering het wenschelijk ge
fit dat een speciale handelsmaatschappij wordt
tgericht voor de ontwikkeling van den handel
iet zekere neutrale landen.
Lord Swinton.
Het besluit tot oprichting van een dergelijke
jaatschappij is door den minister van financiën,
Ir John Simon, medegedeeld in een schriftelijk
itwoord op een vraag uit het Lagerhuis.
In dit antwoord zegt Simon: ..Deze maatschap-
Ij zal zich in de eerste plaats bezighouden met
>n handel met Bulgarije, Griekenland, Hon-
irije, Roemenië, Turkije en Joego-Slavië. Bij
[schikte gelegenheden kan zij echter ook el-
Ers optreden".
L maatschappij zal „English Commercial Cor-
ition Ltd." heeten. Haar kapitaal wordt door de
Btkist geleverd. Zij zal optreden als onafhanke-
jhandelsorgaan en met de regeering overleg ple-
|over de groote lijnen harer politiek. Het is niet
[edoeling dat de maatschappij de bestaande han-
kanalen vervangt: zij moet daarvan, aldus Si-
I, juist een zoo groot mogelijk gebruik maken,
iesident-directeur wordt de oud-minister van
tvaart Lord Swinton. Van de directie maken
Ier deel uit Chester Beatty, Beasley, Lister,
(wen, Hambro en Nixon.
klister Simon zeide te verwachten, dat de nieu-
handelmaatschappij op 15 April te Londen zal
den ingeschreven.
ilgens den parlementairen redacteur van Reu-
noet de maatschappij als een permanent lichaam
houwd worden. Men hoopt, dat zij een alge-
ne uitbreiding van het handelsverkeer met de
tanlanden zal kunnen bewerken.
[j zal de handelsondernemingen waarschijnlijk
hen bijstaan door financieelen steun en door het
[trekken van inlichtingen. De maatschappij is in
)ODSTRAF OP VERSPREIDING
VAN COMMUNISTISCHE
PROPAGANDA.
D eer eet der Fransche regeering
SCENTRATIEKAMPEN IN NOORD-AFRIKA.
[vereenkomstig een besluit van den Fran-
jen ministerraad heeft de minister van bin-
jlandsche zaken. Roy, een decreet uitgewerkt
irbij zij, die in bepaalde gevallen propganda-
Jerieel van de Derde Internationale hebben
irbereid. verspreid of bewaard, schuldig zijn
i landverraad en dus met den dood kunnen
tden gestraft. Bovendien zullen de prefecten
officieren van de recherche machtiging krij-
i des nachts huiszoeking te verrichten bij ver-
ihte personen.
)e concentratiekampen uit de omgeving van
iijs zullen worden overgebracht naar Noord-
ika.
jovendien zal de minister van Binnenlandsche
ten de afdeelingen van de politie, welke moe-
toezien op het optreden van communisten
nationaal-socialisten, versterken.
allieerden kunnen in ruimer mate
ïlkander's goederen betrekken.
neenschappelijke politiek op buitenlandsche
markten.
Het Engelsche ministerie van handel heeft
ledegedeeld dat 1 April een nieuwe, meer uit-
ebreide algemeene toestemming voor den in-
oer van bepaalde goederen uit Frankrijk en
(jn koloniën is verleend. Een gelijke machti-
ing is verleend voor den invoer uit Engeland
l Frankrijk en de Fransche koloniën
ferder is een overeenstemming tot stand ge
nen tusschen de regeeringen van Frankrijk en
(eland over den verkoop van cacao uit West-
ika. Op buitenlandsche markten wordt een ge-
inschappelijke verkooppolitiek toegepast. Men
t dit een resultaat van de besprekingen tus-
en den Britschen minister van Koloniën, Malcoln
(Donald en zijn Franschen collega Mandel.
Ministerie van Voorlichting in
Frankrijk.
ii het Fransche staatsblad is een decreet ge-
|liceerd. waarbij een ministerie van voorlich-
I in het leven wordt geroepen en georgani-
rd.
Iet decreet groepeert onder een gezag, volgens
herhaaldelijk in het parlement en het land tot
firukkig gebrachte wenschen, de diensten van
i commissariaat-generaal van de voorlichting
het bestuur der nationale radio-uitzending.
I permanente centrum voor algemeene inlich
ten en den dienst der controle op de radio-
Bendingen.
fen einde minister Frossard in zijn taak te
pen. is besloten hem een oppersten raad van
(dichting en een technische commissie ter zij-
,te stellen, welker samenstelling eerlang zal
rden bekend gemaakt.
'de eerste plaats een financieele instelling, doch zal
ook de vrijheid hebben zaken te doen. Men acht het
waarschijnlijk, dat zij ook eenige overeenkomsten
voor handel met gesloten beurzen zal sluiten.
Men gelooft, dat het de eerste maal is dat het ka
pitaal van een handel-maatschappij geheel door de
Britsche regeering verstrekt wordt.
Italiaansche stem over de blokkade.
Engelsche uitspraken geciteerd.
De diplomatieke redacteur van het Italiaansche
persbureau Stefani merkt ten aanzien van de ver
scherping van de blokkade tegen Duitschland op
dat de economische blokkade blijkbaar door de
geallieerden niet als een beslissend element voor
de overwinning wordt beschouwd, want anders
zouden zij geen systeem hebben toegepast, dat
ernstige complicaties mee moet brengen. De geal
lieerden rekenden niet alleen op de blokkade ter
zee doch ook op hulp van Rusland bij de omsing-
ling van Duitschland. Nu deze hulp is uitgebleven
is de blokkade onvoldoende, want Duitschland kan
zich vrij van vooiTaad voorzien in Rusland.
Ook moet men in Engeland de illusie opgeven
verdeeldheid te kunnen brengen in de openbare
meening in Duitschland. Een invloedrijk Britsch
tijdschrift heeft moeten toegeven dat de geest van
tegenstand en, het prestige van het nationaal-socia-
lisme in Duitschland grooter zijn dan ooit en dat
dat derhalve alleen door een militaire zege Duitsch
land zou kunnen worden overwonnen. Deze over
winning schijnt niet gemakkelijk te verwezenlijken.
De bekende militaire criticus captain Liddell Hart
is daarom van meening dat de eenige oplossing voor
de geallieerden zou zijn over den vrede te onder
handelen.
Duitschers bezetten steunpunt bij
Saarlautern.
Volgens het Duitsche legerbericht 15 dooden
bij den vijand.
BERLIJN, 5 April. (D.N.B.) Het opperbevel der
weermacht deelt mede:
,,In het Westen heeft een patrouille de bezetting
van een vijandelijk steunpunt in het grenspebied
ten zuidwesten van Saarlautern verjaagd. De vijan
delijke verliezen bedroegen ongeveer 15 dooden.
Overigens geen bijzondere gebeurtenissen".
De Fransche legerberichten.
„In het gebied ten oosten van den Moezel plaat
selijke bedrijvigheid van infanterie en artillerie.
Eer.ige activiteit aan den Rijn".
Vrijdagmorgen: „Niets te melden".
Engelsche trawlers uit de lucht
aangevallen.
Een der schepen door de bemanning verlaten.
Een Duitsch bombardementsvliegtuig heeft
op de Noordzee Britsche vischtrawlers aange
vallen. Er viel een bom in de nabijheid van den
trawler „Gorspen" uit Aberdeen. De bemanning
verliet het schip en werd door een anderen
trawler uit Aberdeen opgenomen. Een der op
varenden was aan den voet gewond. Later zag
men de „Gorspen" nog drijvende. Er is volgens
Reuter geen enkel ander schip beschadigd of ge
zonken.
Ook de trawler „Corennie" uit Aberdeen werd
aangevallen met bommen, luchttorpedo's en ma
chinegeweervuur. Hij beantwoordde met zijn ka
non en twee geweren.
Engeland wenscht de Japansche
rechten te respecteeren.
Maar buiten de drie-mijlszöne geldt de
internationale wet.
LONDEN, 5 April. In antwoord op de Ja
pansche protesten van den laatsten tijd naar
aanleiding van activiteit van de Britsche marine
in de nabijheid van Japan wordt van gezagheb
bende zijde verklaard dat Engeland van plan is
haar wettelijke rechten als oorlogvoerende mo
gendheid ten volle uit te oefenen, wanneer dit
ook maar noodig is, hoewel Engeland graag de
Japansche gevoelens wil respecteeren. Er was
onthuld dat de Japansche regeering herhaalde
lijk uitdrukking gegeven had aan de hoop, dat
Engeland activiteit der marine in de omgeving
van de Japansche kusten en voornamelijk in de
Japansche zee zou vermijden. De Britsche woord
voerder legde er den nadruk op dat Engeland
absoluut geen bedoeling heeft een illegale daad
te begaan en dat men rekening wil houden met
de Japansche wenschen. doch de woordvoerder
verklaarde tevens dat de Britsche marine geen
Japansche maritieme rechten buiten de drie
mijls-zóne erkent behalve in gevallen volgens
de internationale wet. (United Press.)
Vraag over Nederlandsch schip in
het Lagerhuis.
Schout-bij-nacht Sueater, conservatief afgevaar
digd, in het Engelsche Lagerhuis, zal den minister
president op 10 April in het Lagerhuis vragen of
het hem bekend is dat een Nederlandsche kolen
boot te Velsen aan het Noordzeekanaal onder mi
litaire bewaking is geplaatst, nadat men had ont
dekt dat het schip electromagnetische mijnen aan
boord had met het doel deze in de vaargeul van
een Engelsche haven te leggen en of op een volle
dig ondrzoek zal worden aangedrongen.
(Blijkbaar heeft schout-bij-nacht Sueater het
oog op het geval van de „Vrede" te IJmuiden, welk
schip na onderzoek door de marine-autoriteiten is
vrijgelaten, aangezien geen grond voor langere
aanhouding aanwezig was. Red. A.N.P.)
ENGELAND ZIET DE TOEKOMST
MET KALMTE TEGEMOET, ZEGT
CHAMBERLAIN.
,,/n zeven maanden zijn de
zwakheden weggenomen
VERTROUWEN IN DE BLOKKADE.
In de rede, die hij Donderdag voor het algemeen
bestuur van de Conservatieve Partij te Londen
heeft gehouden in een deel van onze vorige op
laag is hier reeds melding van gemaakt zeide de
Britsche premier Chamberlain o.a.: dat hij niet
wilde beweren dat de regeering vrij moest zijn van
critiek. Wel was hij van gevoelen, dat „wanneer wij.
zooals het geval is, het allen eens zijn over hetgeen
wij willen van dezen oorlog, de aan het bewind
zijnde regeering het recht heeft algemeenen steun
te eischen voor haar oorlogspolitiek. Ik zou het toe
juichen. wanneer de partijstrijd gestaakt werd voor
dezen tijd, omdat er niets is, dat zoo berekend is op
de ontmoediging van onze vijanden en op de aan
moediging van onze vrienden, dan aan te toonen dat
wij deze binnenlandsche geschillen kunnen laten
vallen om den gemeenschappelijken vijand te be
strijden en dat er voor hen geen kans is te rekenen
op eenigerlei verdeeldheid onder ons tot de oorlog
voorbij is."
Chamberlain ging accoord me.t de voorgelegde
resolutie, volgens welke het optreden der vredes
organisaties „zooals zij bestaan, schadelijk is, maar
meer ik kijk naar de recente tusschentijdsche
verkiezingen, moet ik zeggen, dat ik het moeilijk
vind ze heel ernstig op te nemen of een groote on
gerustheid te gevoelen over haar succes in het ver
krijgen van vat op de kiezers."
Voorts zeide de eerste minister: „Toen de oorlog
utibrak waren de Duitsche voorbereidingen, die
van ons ver vooruit en toen was het natuurlijk te
verwachten dat de vijand zijn voordeel zou doen
met deze aanvankelijke meerderheid om te trachten
ens en Frankrijk te overweldigen, voor wij tijd
zouden hebben gehad onzen achterstand in te ha
len. Is het niet iets zeer bijzonders dat een derge
lijke poging niet is ondernomen? Wat daarvan ook
de reden moge zijn, of het nu was, dat Hitier dacht
er af te kunnen komen met wat hij had verkregen
zonder er voor te vechten, of dat tenslotte de voor
bereidingen niet volledig genoeg waren, een ding is
zeker: hij heeft zijn kans gemist.
Die zeven maanden, die wij gehad hebben,
hebben ons in staat gesteld onze zwakheden te
herstellen en weg te nemen, ons te consolidee-
ren, ieder wapen, offensief en defensief, in orde
te brengen en onze gevechtsterkte zoo enorm
op te voeren, dat wij de toekomst met kalmte
en een rustigen geest tegemoet kunnen zien,
wat zij ook moge brengen.
Ik zou de laatste willen zijn in onderschatting van
de kracht van den vijand of van zijn vastbesloten
heid om die kracht te gebruiken zonder scrupule en
zonder genade, wanneer hij denkt dat te kunnen
doen zonder zijn slagen met interst terug te krijgen,
en dit zeg ik ook juist de volledigheid van zijn
voorbereidingen heeft hem een zeer geringe marge
van kracht gelaten, waar hij nog een beroep op kan
doen."
In de genoemde zeven maanden, aldus de eerste
minister verder, zijn „de gevoelens te onzen gunste
onder de neutrale landen toegenomen. Er is ver
schil, en de neutralen weten dat, tusschen hetgeen
wij gedaan hebben waardoor levens noch eigen
dommen zijn vernield en dat brute, ongevoelige,
gemeene optreden van den kant der Duitschers, die
neutrale schepen zonder waarschuwing tot zinken
hebben gebracht en de bemanningen, wellicht voor
heele dagen, hebben blootgesteld aan de gevaren
van de zee en de stormen. Een feit is, dat heden ten
dage Duitschland geen werkelijken vriend in de we
reld heeft. Ofschoon er velen mogen zijn en er
zijn er velen die nog overheerscht worden door
vrees voor zijn militaire macht. Ofschoon wij nooit
zoo laag zullen zinken, dat wij den neutralen letsel
of verliezen zouden toebrengen, ofschoon wij er
naar streven alle regels in acht te nemen, kan niet
verwacht worden dat wij Duitschland zouden toe
staan voor onbepaalden tijd profijt te trekken van
onze nauwgezetheid en hulp en steun te trekken uij
de neutralen, die niet vrij zijn in hun handelen en
die in hun hart weten, wat zij ook mogen zeggen,
dat onze overwinning vrijheid voor hen beteekent,
terwijl onze nederlaag hen tot slavernij zou doe
men. In het verleden is de blokkade het machtigste
wapen geweest dat dit land ooit ter hand heeft
genomen, en heden ten dage is het niet minder doel
treffend dan het placht te zijn.
Juist het feit, dat wij pogen consideratie te
hebben met de rechten en belangen der neutra
len, beteekent dat wij tot zekere hoogte belem
merd worden in onze operaties en dat er lekken
en achterdeurtjes blijven. Gij kunt van my
aannemen, dat deze lekken en achterdeurtjes,
de een na de ander, gedicht zullen worden en
dat bij het voortduren van den oorlog dat wur
gende effect van de blokkade meer en meer het
levensbloed van onzen vijand zal aftappen."
Sprekende over de recente Fransch-Britsche ver
klaring zeide de premier: „de bepalingen van die
verklaring vormden de beste verzekering, die gij
kondt krijgen, dat wij niet weer beroofd zullen wor
den van de vruchten der overwinning en dat de
wezenlijke elementen van de Europeesche veilig
heid voor ons beschikbaar zullen zijn, wanneer de
oorlog voorbij is. Dit is een oorlog van wilskrach-
ten en de wil om te overwinnen moet ons in staat
stellen om, of wel weerstand te bieden aan een in
tense oorlogvoering met alle tegenslagen en teleur
stellingen welke zich ook mogen voordoen tegen
over onze triumfen, of wel ook opgewassen te zijn
tegen een langen en vervelenden oorlog, waarin het
gedurende vele maanden voor een van beide par
tijen onmogelijk zou kunnen lijken om een beslis
send voordeel te verwerven. Dit is het alternatief
en welk van de twee ook mag blijken werkelijk
heid te worden, ik stel mijn vertrouwen op den
moed en de hardnekkigheid van ons ras, dat ons in
het verleden nooit in den steek heeft gelaten."
De kaart in Reynaud's werkkamer.
Verklaring van Sumner Welles.
In een officieele verklaring heeft Sumner Welles
de veronderstellingen in de Italiaansche pers om
trent de afbeelding in „'1 Illustration" (de foto,
waarop Sumner Welles met Reynaud voor een
kaart van Europa staan afgebeeld) „fantastischen
onzin" genoemd, zoo meldt Reuter uit Washington.
Hij voegde hieraan toe dat noch tijdens zijn ver
blijf te Parijs noch elders gesproken is over kaar
ten Hij heeft niet gekeken naar eenige kaart, welke
in het bureau van Reynaud aanwezig zou zijn ge
weest.
Op de .Normandie' is in de haven van New York een bevei tot be
slaglegging gedeponeerd wegens niet betaling van 281 000 dollar door
de Compagnie Generale Transatlantique aan 103 Amerikaansche firma's,
wier lading bij den brand van de .Paris" verloren ging
De organisatie van de militaire hulpdiensten voor vrou»
wen. Aanmelding volstrekt vrijwillig, doch na de aan
melding gebonden tot het einde der mobilisatie.
Aanmelding ongewenscht voor moeders van onvolwassen
kinderen en voor vrouwen met een vasten burgerlijken
werkkring.
Onze correspondent in Zwitserland schrijft ons:
Onder de tegenwoordige Zwitsersche staatslie
den is wellicht niemand zoo veelzijdig in talenten
en belangstelling als de vertegenwoordiger van
het kanton Vaud (Waadtland), Kolonel dr. Henry
Vallotton. Hij is niet slechts verleden jaar een
voortreffelijk voorzitter der Zwitsersche Kamer
geweest, wier werkwijze hij belangrijk wist te
verbeteren, doch hij staat ook als een der scherp
zinnigste rechtsgeleerden en advocaten en boven
dien als een bekwaam hoofdofficier van het Zwit
sersche volksleger bekend. Daarbij toont dit onge
veer vijftigjarige parlementslid een ondernemings
lust en een initiatief, zooals slechts weinigen be
zitten.
Dit bleek weer tijdens den Finsch-Russischen oor
log, toen de heer Vallotton, met geestdrift voor den
strijd der* Finnen vervuld, niet rustig in Zwitser
land kon blijven, maar zich in Finland op de hoog
te ging stellen hoe het Zwitsersche volk, onder
inachtneming zijner neutraliteit, het best den
Finnen eenige hulp zou kunnen verleenen en welke
lessen voor de zaak der Zwitsersche landsverdedi
ging uit de ervaringen van den oorlog in Finland
te trekken zouden zijn.
In een met groote aandacht aangehoorde rede
voering in de Zwitsersche kamer heeft de heer
Vallotton in Februari een aantal raadgevingen ge
uit. die de regeering beloofde in ernstige overwe
ging te zullen nemen.
Een dezer raadgevingen betrof de diensten, die
de vrouwen aan de zaak der landsverdediging
zouden kunnen bewijzen. Het was niet de bedoe
ling van Vallotton, dat de Zwitsersche vrouwen
moderne Kenau Hasselaar» zouden worden, die
met de wapenen in de hand den binnendringenden
vijand zouden te lijf gaan. Ook zonder dat de vrou
wen behoeven te leeren met moordende werktui
gen om te gaan kunnen zij tot versterking der
weerstandskracht van een land bijdragen, zooals
de Finsche vrouwen, in haar „Lotta'-organisatie,
hebben doen zien.
Tal van niet-militaire werkzaamheden in het
leger, die thans door mannen verricht worden,
kunnen toch even goed, zoo niet beter, door vrou
wen worden volbracht. In de administratie, den
telefoondienst, de verzorging der kleeding, voed
selvoorziening enz. zouden vrouwen zeer goed de
thans in deze militaire hulpdiensten werkzame sol
daten kunnen vervangen, waardoor een groot aan
tal mannen den zuiver militairen dienst aan het
front zou kunnen versterken.
Al voordat de Finsch-Russische oorlog was uit
gebroken en de Finsche „Lotta's" de algemeene
aandacht in dit opzicht tot zich trokken, had de
Zwitsersche regeering dit zelf ook reeds ingezien.
Op 5 April 1939 had zij een oproep tot de Zwitsers
van beiderlei geslacht gericht om, voor zooverre
zij niet militair dienstplichtig waren, zich vrijwil
lig voor de militaire hulpdiensten aan te melden,
juist met het doel daardoor lichamelijk sterke ar
beidskrachten voor den dienst aan het front zelf
vrij te maken.
Duizenden mannen en vrouwen gaven aan dezen
oproep der regeering verleden jaar gehoor. In
den loop van den zomer werden toen de militaire
hulpdiensten voor mannen georganiseerd. Bij het
begin van den oorlog traden duizenden mannen dan
ook hiervoor in dienst. Wat de vrouwen betreft,
bepaalde de regeering zich voorloopig er toe
slechts diegenen te mobiliseeren, die zich in het
bijzonder hadden aangemeld voor ziekenverple
ging en het besturen van motorvoertuigen.
In overeenstemming met de regeering heeft Ge
neraal Guisan, de opperbevelhebber van het Zwit
sersche leger, thans besloten ook tot de organisatie
der overige militaire hulpdiensten voor vrouwen
over te gaan. De voorzitter van het Zwitsersche
Roode Kruis, kolonel von Muralt, is tot leider der
militaire hulpdiensten voor vrouwen benoemd en
zal met den meest mogelijken spoed er voor heb
ben te zorgen, dat een zoo groot mogelijk aantal
Zwitsersche vrouwen (buitenlandsche worden na
tuurlijk volstrekt buiten het Zwitsersche leger ge
houden) in militairen hulpdienst in het leger zal
treden.
Een oproep tot de Zwitsersche vrouwen zal al
len, die verleden jaar aan de roepstem nog geen
gehoor hadden gegeven, opwekken zich thans tot
militaire hulpdiensten bereid te verklaren. Na een
streng geneeskundig onderzoek zullen de goed-
gekeurden dan over de verschillende hulpdiensten
voor vrouwen in het leger verdeeld worden, waar
bij zooveel mogelijk met ieders persoonlijke wen
schen en geschiktheid zal worden rekening gehou
den. In het bijzonder zullen de vrouwen, zoolang
Zwitserland buiten den oorlog blijft, zelf kunnen
verklaren, of zij haar hulpdiensten slechts op be
paalde uren per dag en slechts in haar eigen
woonplaats kunnen verrichten dan wel haar ar
beidskracht den ganschen dag en onverschillig
waar ter beschikking stellen.
Hoe gaarne regeering en legerleiding ook de be
schikking zouden verkrijgen over een veel groo
ter aantal vrouwelijke hulpkrachten dan zich ver
leden jaar reeds had aangemeld, toch behoeven de
Zwitsersche vrouwen althans voor het oogenblik
niet te vreezen, dat er ook voor haar een verplich
ting tot militaire dienstverrichtingen zal worden
ingevoerd. Van burgerlijke en militaire zijden heeft
men dezer dagen bij de toelichting tot het besluit
tot organiseering der militaire hulpdiensten voor
vrouwen voorop gesteld, dat de aanmelding hier
toe een geheel vrijwillige zal blijven.
Met evenveel nadruk maakt men de vrouwen
echter er op opmerkzaam dat voor diegenen, die
zich vrijwillig aanmelden zullen, de verplichting
bestaan zal het leger ook inderdaad te blijven die
nen tot aan het einde der tegenwoordige mobili
satie. Het is duidelijk dat het legercommando er
op moet kunnen rekenen, dat de vrouwen die zich
vrijwillig voor deze militaire hulpdiensten zullen
aanmelden, ook werkelijk haar dagelijkschen plicht
bij de troepen vervullen zullen. De toetreding van
vrouwen tot de militaire hulpdiensten zal (naar
men hoopt) als eerste belangrijke gevolg hebben,
dat vele duizenden mannen uit die hulpdiensten
zullen kunnen verplaatst worden naar het front.
De legerleiding mag niet het gevaar loopen, dat
plotseling een verslapping van den dienstijver der
vrouwen weder een terugroeping der frontsoldaten
naar de hulpdiensten zou noodig maken. Hoezeer
de aanmelding der vrouwen voor het hulpdienst
werk in het leger volstrekt vrijwillig blijven zal,
na de aanmelding zullen zij, die zich hiervoor heb
ben aangegeven even streng aan de militaire tucht
en aan de verplichting tot dienstverrichting onder
worpen zijn als de manlijke soldaten. Ook van de
zijde der Zwitsersche vrouwenbeweging wordt den
Zwitserschen meisjes en vrouwen dan ook voor
gehouden, dat zij zich niet lichtvaardig in een op
welling van vaderlandsliefde zullen moeten aan
melden. doch slechts in het volle bewustzijn van
de verantwoordelijkheden, die zij daardoor tegen
over het leger en tegenover zichzelf op zich nemen.
De oproep tot aanmelding voor de militaire
hulpdiensten voor vrouwen zal niet voor alle Zwit
sersche vrouwen bestemd zijn. Kolonel von Mu
ralt, de leider dezer hulpdiensten, heeft onmiddel
lijk bij de uiteenzetting zijner plannen verzekerd
dat het niet de bedoeling is, dat vrouwen met een
vasten burgerlijken werkkring of die regelmatig
als vrijwilligsters op het land werken ter vervan
ging van een gemobihseeróen landarbeider, haar
arbeid zullen prijs geven voor hulpdiensten in het
leger. De Zwitsersche regeering heeft steeds van
den aanvang der mobilisatie af verkondigd, dat
zooveel mogelijk het normale economische leven
in Zwitserland zal moeten worden voortgezet. De
generaal werkt hiertoe ook mede door de regeling
van zakenverloven op vrij groote schaal, voor zoo
verre de militaire belangen dit veroorloven. Het
is dan ook geheel oveerenkomstig de regeerings-
politiek in dezen, dat aan vrouwen, die reeds nut
tige economische arbeidskrachten zijn, te kennen
wordt gegeven, dat zij het land het beste zullen
dienen, indien zij op haar plaats in het burgerlijke
leven blijven.
De oproep zal evenmin bestemd zijn voor moe
ders van onvolwassen kinderen. Het algemeene
landsbelang bij een goede opvoeding der jeugd is
te groot, dan dat men van deze moeders zou mo
gen verlangen dat zij haar hoogst belangrijke taak
in haar eigen huis zouden verwaarloozen.
Al sluiten dus regeering en legerleiding zelf bij
voorbaat een groot aantal vrouwen van dienstne
ming in het leger uit, des te talrijker zullen, naar
men vertrouwt, de meisjes en vrouwen zijn, die
zich het recht zullen veroveren zich te tooien met
den blauwen band om den arm met het Zwitser
sche kruis, het onderscheid ingsteeken van allen
die als onderdeel van de militaire hulpdiensten
mede in het belang der landsverdediging werk
zaam zijn.
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK.
Geheime zitting van liet Lagerhuis.
Economische oorlogsvoering wordt besproken.
In het Engelsche Lagerhuis heeft Cham
berlain gisteren medegedeeld, dat de vol
gende week Donderdag een geheime verga
dering van het Lagerhuis zal worden gehou
den ter bespreking van de economische oor
logvoering.
RADIO
PROGRAMMA
ZATERDAG 6 APRIL 1940,
HILVERSUM I, 1875 en 414,4 M.
KRO-Uitzending. 4.00—5.00 HIRO.
8.00 Berichten A. N. P. 8.05—9.15 en 10.00 Gra-
mofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Be
richten. 12.15 Musiquette. 12.45 Berichten A. N. P.,
gramofoonmuziek. 1.10 KRO-orkest. 2.00 Voor de
jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje.
4.00 Gramofoonmuziek. 4.05 Lezing „Brengt de
theosofie vrede voor de ziel". 4.20 Gramofoonmu
ziek. 4.25 Lezing „Organisatie een kleinood. Houdt
haar in waarde". 4.40 Gramofoonmuziek. 4.45 Le
zing „Het wordt lichter". 5.00 Gramofoonmuziek.
5.15 Internationale Sportrevue. 5.30 Hawaiian-
gitaar (opn.) 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gra
mofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht.
6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Gods
dienstige causerie. 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00
Berichten A N .P., mededeelingen. 8.15 Overpein
zing met muzikale omlijsting. 8.35 Gramofoonmu
ziek. 8.45 KRO-orkest en KRO-Melodisten en so
listen. In de pauze Gramofoonmuziek, 10.30 Berich
ten A. N. P. 10.40 Causerie: „Het Onvergankelijke
Rijk" (met muzikale omlijsting). 11.1012.00 Gra
mofoonmuziek.
HILVERSUM n. 301.5 M.
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en
7.30—8.00 VPRO.
8.00 Berichten A. N. P., gramofoonmuziek. 10.00
Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de continu
bedrijven. 11.50 Gevarieerd concert. 12.20 Gramo
foonmuziek. 12.45 Berichten A. N. P., gramofoon
muziek. 1.00 Orgelspel, zang en gramofoonmuziek.
2.00 Esperanto-uitzending. 2.20 Gramofoonmuziek.
2.30 Muzikale causerie (met gramofoonmuziek).
2.00 Reportage. 3.30 Gramofoonmuziek. 4.30 Vragen-
bus. 4.50 Residentie-orkest (opn.). 5.42 Gramofoon
muziek. 5.506.10 Orgelspel. 6.15 Drentsche uit
zending. 6.45 Kinderleesclub. 7.00 VARA-Kalender.
7.05 Felicitaties. 7.10 Politiek radio-journaal. 7.30
..Mobilisatie-probleem", toespraak. 8.00 Herhaling
SOS-berichten. 8.03 Berichten A. N .P. 8.15 Puzzle-
uitzending. 8.30 Rosian-orkest. 9.05 „Met man en
macht", toespraak. 9.10 VARA-Varia. 9.15 Radio-
tooneel. 9.30 VARA-Harmonie-orkest. 10.00 En
nu.... Oké. 11.15 Berichten A. N. P. 11.2512.00
VARA-Strijkorkest.
ENGELAND. 391 en 449 M.
Na 10.20 n.m. ook 342 M.
11.20 Variété. 11.50 Pianoductten. 12.20 Berich
ten. 12.35 Causerie. 12.50 Gramofoonmuziek. 1.20
Orgelspel. 1.50 BBC-orkest. 2.20 Toespraak. 3.10
Gramofoonmuziek. 3.20 Radiotooneel. 3.50 Orgel
spel. 4.20 Berichten. 4.40 Kinderuurtje. 5.20 Berich
ten. 5.35 Nieuws van het Westelijk front. 5.50 Va
riété. 6.05 Actueel programma. 6.50 Gevarieerd en
actueel, programma. 7.20 Variété. 8.20 Berichten.
8.40 Causerie „American Commentary". 8.55 Het
BBC-Theaterorkest. 9.35 Avondwijding. 9.50
Schotsch programma. 10.10 Cello en piano. 10.40
Jack Payne en zijn Band. 11.20 Berichten.
RADIO PARIJS. 1648 M.
8.05 Gramofoonmuziek. 8.20 Radiotooneel. 9.20
Gevarieerd concert. 11.10 Cembalo-voordracht. 11.20
Gevarieerd concert. 12.05 Zang. 12.35 en 1.00 Viool
duetten. 1.30 Pianovoordracht. 2.20 Muzikale cau
serie met illustraties door het F. Raugelkoor. 2.50
Gevarieerd programma. 3.50 Vioolvoordracht. 4.45
Cello-voordracht. 5.20 Opera-uitzending. 9.20 en
10.00 Radiotooneel. 10.20 Chansons. 10.35 Radiotoo
neel. 11.2011.50 Lichte muziek.
KEULEN. 456 M.
4.50: 6.40 en 8.05 Gramofoonmuziek. 8.308.50
Kamermuziek. 9.50 Gramofoonmuziek. 10.20 Solda-
tenkoor en -orkest. 11.20 Omroepkleinorkest. 12.35
Gramofoonmuziek. 1.45 Gevarieerd programma.
3.50 Folkloristisch programma. 4.10 en 5.50 Gramo
foonmuziek. 6.35 Pianoduetten en trompetvoor
dracht. 8.509.20 Zie Deutschlandsender.
BRUSSEL. 322 M.
11.20 Gramofoonmuziek. 11.50 en 12.30 Omroep-
dansorkest. 12.501.15 Gramofoonmuziek. 1.25
Gramofoonmuziek met toelichting. 2.00 Pianoduet
ten. 3.20 De Orkestvereeniging van het Koninklijk
Vlaamsch Muziekconservatorium te Antwerpen,
solisten en het Caecilia-koor. 5.10 Omroep-orkest
en gramofoonmuziek. 6.35 Gramofoonmuziek. 7.20
Radiotooneel met muziek. 8.35 Kolkloristische uit
zending. 8.55 Pianovoordracht. 9.30 Gramofoonmu
ziek. 10.2011.20 Jazzmuziek (gr.pl.)
BRUSSEL, 484 M.
11.20 Gramofoonmuziek. 11.50 en 12.30 Radio
orkest. 12.501.15 en 1.55 Gramofoonmuziek. 2.50
Pianovoordracht. 3.05 Dansmuziek (gr.pl.). 3.20 Ra
diotooneel met muziek. 4.35 en 5.05 Gramofoonmu
ziek. 5.35 Viool en piano. 6.05 Gramofoonmuziek.
7.20 Voor soldaten. 7.50 Omroepkoor (met toelich
ting). 8.20 Radio-orkest en soliste. 9.30 Radio
orkest. 9.50 Dansmuziek (gr.pl.) 10.3511.20 Gra
mofoonmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M.
6 35 „Zigeunerliebe", operette. 8.20 Berichten. 8.50
Hans Busch' orkest, en solisten. 10.20 Berichten.
Hierna tot 11.20 Nachtconcert. 11.26—12.20 Militair
programma.