„BLOED VAN
BOEDDHA"
-;4l> /.ijWM#ffimmWiM
Met militaire eer werd te Maastricht
het stoffelijk overschot van adjudant
J. Hopmans ter aarde besteld. De
rouwstoet op weg naar het kerkhof
Voor een laatst vaarwel. Terwijl
Engelsche soldaten naar het expeditie-
leger in Frankrijk vertrekken, zoeken
vrouwen en kinderen onder de ver-
trekkenden naar hun dierbaren, om ze
een laatst vaarwel toe te roepen
Aan belangstelling voor de eerste Sumatra-tabaksinschrijving in Frascali te Amsterdam ontbrak het Vrijdag allerminst
en deze gebeurtenis ging weer met de gebruikelijke levendige tooneeltjes gepaard, welke dergelijke inschrijvingen
kenmerken
Honderden meters hoog stegen de rookkolommen, toen een felle brand uit
brak in de chemische fabrieken van de White Tar Company te Kearny in
den Amerikaanschen staat New Jersey. De arbeiders konden ternauwer
nood het veege lijf bergen. De hitte was zoo hevig, dat ijzeren platen
als sneeuw voor de zon smolten
Optimisten bij wintersch weer. .April doet
nog wat ze wil luidt het aloude spreekwoord.
Officieel is het lente, maar de onbehagelijke
temperatuur wekt heipwee op naar den zomer
Minister-president Chamberlain tijdens zijn rede, welke hij voor den Centralen
Raad der Conservatieve partij te Londen hield en waarin hij den internationalen
toestand uitvoerig behandelde
Bandoeng en omstreken beleefden een onaangename Paaschverrassing in den vorm van een ongekend
hevigen en laten regenval Dat deze .bui* niet mis was, toont bovenstaande foto
Parade voor den
Mikado. Ter ge
legenheid van zijn
bezoek aan de
militaire academie
te Tokio nam de
keizer van Japan
een parade af
De sleepboot .Hoek van Holland", die, met drie baggermachines op weg naar
Malmö, bij de Deensche kust is vergaan. De bemanning, bestaande uit elf
koppen, werd door een Duitsche veerboot gered
door
HAROLD WARD
33
HOOFDSTUK XXVI
Vingerafdrukken op een Flesch
Fenton, de beide politiemannen en Muer renden
de trap op. ZooaLs York voorspeld had vonden zij
Dittmars gebonden op het dak. Ze maakten hem
los.
„Konden jullie niet eerder komen?" mopperde
de kleine professor verontwaardigd. Ze hielpen
hem door het raam klimmen, en toen hij Grass' lijk
ontwaardde' deinsde hij ontzet achteruit.
„Hoewie heeft dat gedaan?" stamelde hij.
Niemand antwoordde. Muer wikkelde zijn zak
doek om het heft en trok daarna het mes voor
zichtig uit de wond.
„Herkent u het?" vroeg hij, het Dittmars voor
houdend.
Dittmars slikte moeilyk. „Ja," bracht hg einde
lijk uit, „het is uit de collectie in het museum!"
Fenton knorde, rammelde met de handboeien en
keek Muer vragend aan. Deze schudde ontkennend
het hoofd en ging de anderen voor de kamer uit.
Hij instrueerde de politiemannen de wacht te hou
den, niemand mocht de kamer betreden. Dittmars
kon nog niet goed loopen, Fenton ondersteunde
hem. Beneden gekomen gaf Muer den professor
eerst wat te drinken.
„Je kunt goed raden!" zei Fenton bewonderend
|p.t York.
EDe anderen waren nu ook beneden gekomen en
itondeg is «9 psm oj» tea tea, maiüsa
York zenuwachtig. Fay en Muer hielpen hem naar
boven te gaan, Fenton bleef beneden. Iedereen be
stormde Dittmars met vragen, maar de kleine pro
fessor liet niet veel los.
Terwijl York een bad nam, gingen Muer en Fay
naar Lee's kamer op aanraden van York.
Page had nog steeds pijn in zyn hoofd en Lee
voelde zich misselijk, als gevolg van de chloroform.
Fay gaf hem wat te drinken, dat hem wel spoedig
op zou knappen. Toen onderzocht hij Page. De
klap was behoorlijk aangekomen, maar er was
toch niets gebroken. De dokter waschte de wond
uit en verbond hem.
Ondertusschen stelde Lee vragen, Muer vertelde
hem wat hij wist. Lee 9cheen volkomen uit het
veld geslagen te zijn, hij wilde het huis zoo spoe
dig mogelijk verkoopen. Page knapte nu ook op en
de beide patiënten gingen daarop samen naar be
neden.
Muer en Fay traden de kamer van Grass binnen.
Een oogenblik later kwam ook York binnen strom
pelen en verzocht Fay naar beneden te gaan om
Fenton en Dittmars te roepen. Toen zij verschenen
was York juist bezig het met bloed bedekte mes
te onderzoeken. Hij had het heft met poeder be
stoven, maar er waren geen vingerafdrukken te
bespeuren. Ook in dit geval had de moordenaar
het heft na de daad afgeveegd, of hij had hand
schoenen gedragen.
„Vertelt u me nu eens wat er gebeurd is, profes
sor!" zei York. Dittmars haalde zijn schouders op.
„Veel wijzer kan ik u ook niet maken," zei hij, „ik
sliep, en werd wakker, doordat ik iets hoorde val
len, dat verbeeldde ik mij tenminste. Waarschijnlijk
is het dokter Grass geweest, die neerviel. Ik stond
op om te onderzoeken wat het geweest was, deed
de deur open en keek in de gang. Het was donker,
maar ik meende toch iets te zien bewegen, ik hoor
de de schakelaar aan den voet van de trap om
draaien, maar het licht ging niet op
„Dat w-as ik," viel York hem in de rede.
„Mogelijk," ging de professor door. „In ieder ge
val hoorde ik iets in Grass' karnen en ik meende
6G& te kooren. v
Ik veronderstelde dat hij ziek was en hulp noo-
dig had. Ik tastte dus langs de muur naar zijn
deur. Ik klopte aan en riep zijn naam. Eerst hoor
de ik niets, toen werd de deur op een kier geopend,
ik kreeg meteen een klap op mijn hoofdver
der weet ik niets meer. Toen ik bij kwam lag ik
gebonden op het dak met een prop in mijn mond".
„Waarschijnlijk had hg Grasg juist vermoord,
toen U klopte", zei York, „hij sloeg u bewusteloos,
en hoorde toen mij aankomen. Hij moest uiterst
vlug te werk gaan. Ik hoorde iets, toen ik de gang
boven in ging. waarschijnlijk had hij u toen juist
een klap gegeven. Hij nceft toen eerst met mij af
gerekend, terwijl hij mij naar het dak sleepte,
moet hij u zoolang in Grass' kamer gelegd hebben.
Toen hij mij van het dak schoof moet hij gezien
hebben dat Muer mij opving, bij heeft u toen eerst
naar het dak gesleept. En is daarna weer naai
zyn kamer terug gerend, juist op tijd om ontdek
king te voorkomen Hij rekende er op later gele
genheid te hebben met u af te rekenen".
„Hij vroeg Fenton. „Wie is hij 1"
„Dat moeten we nu juist uitvinden", antwoord
de York. Hij raakte Dittmars" pyama met een vin
ger aan. „Bloed!" zei hij.
De professor keek verwonderd.
„Ik ben toch niet gewond?" zei hij, ach overal
betastend.
„Nee", antwoordde York, „de moordenaar heeft
u in de kamer van Grass over den vloer gesleept,
waarschijnlyk door een bloedplas. Ik begrijp al
leen niet, hoe het lichaam van Grass tegen de
deur kwam te liggenHij dacht na. „Wel
verdraaid!!" riep hij plotseling uit.
„Gaat u zich eerst maar wat opknappen," zei hij
toen tot den professor," maar bewaar die pyama
jas. misschien zullen we die bloedvlek nog moeten
onderzoeken. Fenton, jg gaat naar beneden, hou
oogen en ooren wijd open, laat ze zooveel mogelijk
praten, maar zeg zelf niets."
Fenton en Dittmars verlieten het vertrek.
„Muer," zei de kapitein toen zacht, „ga naar
tujsa Spencer s kamer, es yraag of ae hjei ali
komen, ik moet haar sprakenuleen!" Muer
keek zijn chef aan, en begon te lachen.
„Voor een man die bijna opgehangen is gaat u
het vrij goed, dunkt meVoer hg verder kon
gaan had York een boek van de tafel genomen en
het naar zijn hoofd gesmeten.
York stond met moeite op toen Carol Spencer
de kamer in kwam. Een oogenblik bleef ze op den
drempel staan, ze trachtte te glimlachen en York,
die zag hoe ze moeite had zich goed te houden
voelde een warm geluksgevoel door zich heen
stroomen.
„Wilt u de deur sluiten?" vroeg hg. „het spijt
me dat ik u niet beter ontvangen kan, maar ik
voel me nog niet weer de oude."
„Ik hoopte, dat u beter zou zijn, kapitein York,"
zei ze.
„Mijn keel is nog erg pynlyk, en mijn lippen zien
er ook nog niet fraai uit. In het vervolg zal ik
beter kunnen beoordeelen, wat iemand die opge
hangen wordt moet uitstaan!"
Ze ging zitten en nam een sigaret van hem aan.
„U wilde me spreken?" vroeg ze daarna.
„Ja. maar mag ik u eerst zeggen, dat uw komst
mij al byna beter gemaakt heeft?"
Ze accepteerde het compliment en voegde er aan
toe, dat liet haar genoegen deed, dat ze tenminste
iets tot zijn beterschap had kunnen bijdragen.
York keek haar lang aan, en vroeg toen plotse
ling „Wat deed u met een flesch chloroform in
uw kamer, miss Spencer?"
„Ze keek hem vragend aan. „Een flesch chloro
form?Daar weet ik niets van!"
„Vertelt u me geen onwaarheden!" antwoordde
hij, boos wordend.
„Dat doe ik niet," zei ze verontwaardigd, „wat
ik ook mag zijn, een leugenaar zeker niet!"
York zuchtte. Onder een zakdoek op de schrijf
tafel haalde hij een medicijnflesch te voorschijn.
Op het etiket stond een doodshoofd met het
woord: „Vergif, Chloroform".
„Lee werd bedwelmd met chloroform, zoodat hg
niet tusschen beide zou kunnen komen toen Grass
vermoord werd. De flesch werd uit het raam ge
gooid, luitenant Muer vond bemik vond uw
vingerafdrukken op de flesch, miss Spencer! Er
zijn ook nog andere afdrukken op, van wie die zgn
weet ik niet, maar de uwe overdekken die, u moet
de flesch het laatst in handen gehad hebben!"
Hij keek haar droevig a#n, het scheen hem moei-
te te kosten de beschuldiging uit te spreken.
Zij sperde haar oogen angstig open, ze werd
doodsbleek.
York sprong naar voren en kon haar nog juist
opvangen, toen ze bewusteloos van haar stoel
gleed.
HOOFDSTUK XXVII.
Van een Chloroformflesch en Liefde.
Carol Spencer opende verbaasd haar oogen. Ze
lag in York's armen, haar hoofd tegen zijn borst
en hg zoende haar! Voor een oogenblik lag ze
doodstil, toen sloeg ze haar armen om zijn hals
en drukte zich tegen hem aan. Groote tranen
drupten uit haar oogen.
Lang zaten ze onbeweeglijk, toen maakte Carol
zich langzaam los uit zijn omhelzing.
„Het is dwaasheid wat we doen", fluisterde z«,
opstaand.
York drukte haar zacht in een stoel en ging
toen met zijn rug naar haar toe voor het raam
staan. Terwgl Carol haar haren ordende haalde
hij zijn oude pgp uit den zak en begon die te stop
pen.
Toen draaide hij zich bruusk om.
„Het spijt me, miss Spencer", zei hg, „kimt u
het mg vergeven?"
Ze sloeg haar oogen op. „Vergeven?Wat?"
„Dat ik profiteerde van uw bewusteloosheid..,
en u zoende".
Ze glimlachte. „Ik ben echt flauw gevallen
ik heb nog niet ontbeten... het gas... de opwin
dingMaar ik beloof u dat het niet weer voor
zal komen!"
Hij schraapte zijn keel als om wat te zeggen, ze
zag ho& zyn oogen op de leege chloroform flesch
rustteg,