'liet JOimt m Jxm OCieêol.
H.D.-Vertelling
Gewichtig!
Wanneer U Uw
pijnen moe is,
URODONAL
ALBERT HEIJF
V
WOENSDAG 10 APRIL 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
Reisherinneringen van de New-
orksche Wereldtentoonstelling.
Lezing van ir. G. Friedhoff.
Het bestuur van den Technischen Contactkring
„Amsterdam-Haarlem" van den B. T. A. (Bond van
Technische Ambtenaren in Overheids- en in semi-
Overheidsdienst) had de leden met hun dames uit-
genoodigd voor een lezing van ir. G. Friedhoff,
Hoofdingenieur van Openbare Werken te Haarlem,
die gehouden werd op Dinsdagavond in Hotel Lion
d'Or, te Haarlem en waarvoor veel belangstelling
bleek te bestaan.
Ir. Friedhoff behandelde het onderwerp: „Reis
herinneringen van een bezoek aan de Wereldten
toonstelling te New-York in 1939" en begon bij zeer
mooie lichtbeelden eerst het een en ander te vertel
len van de stad New-York, den metropolis van het
enorme wereldrijk aan de andere zijde van den „ha
ringvijver", die 40 K.M. meet van Noord naar Zuid,
met acht millioen inwoners. Drie millioen komen el-
ken dag New York 's morgens in en gaan er 's
avonds weer uit, hetgeen natuurlijk zware eischen
stelt aan de middelen van vervoer. Wat wij in ons
land een weelde noemen, is in New York noodzaak.
Een arbeider moet een auto bezitten, anders kan hij
zijn werk niet op tijd bereiken. Wij maakten na
tuurlijk kennis met de wolkenkrabbers, die niet
zoo'n geweldigen indruk maken als men zou ver
wachten, omdat de geheele omgeving zoo enorm
groot is, wij zagen eenige straten en parken en
bruggen. Voor de groote bekwaamheid der Ameri-
kaansche bruggenbouwers als constructeurs kan
men niet anders dan bewondering koesteren.
Mooi waren ook weer de lichtbeelden van de We
reldtentoonstelling: zij gaven een overzicht van het
geheele buitengewoon groote terrein en vervolgens
van vele afzonderlijke gebouwen. Vele details wer
den getoond van de Nederlandsche afdeeling en van
wat daar te zien was. De heer Friedhoff sprak over
wat door Nederland op de New-Yorksche wereld
tentoonstelling is gepresteerd op humoristisch-af-
keurende wijze. Gelukkig waren de Nederlandsche
tulpen een groot succes: daar was iedereen vol van!
Na de pauze liet spr. nog eenige details zien van
andere afdeelingen en liet zich daarbij vooral in
gunstigen zin over de Belgische afdeeling uit. Naar
aanleiding van.wat de General Motors op de ten
toonstelling liet zien sprak de heer Friedhoff prij
zend over het autoverkeer in de Nieuwe Wereld,
de automobilisten zijn welwillend tegenover elkaar
en vatten het begrip „vrijheid" niet zóó op, dat men
de vrijheid heeft, het anderen lastig te maken.
Tot slot werd nog een uitstapje gemaakt naar de
hoofdstad der Vereenigde Staten: Washington, de
eenige Amerikaansche stad, ontworpen op stede
bouwkundigen grondslag en waai- mengeen
skyscrapers ziet.
De voorzitter, de heer C. van Unnik, dankte ir.
Friedhoff voor zijn onderhoudende en leerzame
causerie.
die hetzij door rheumatiek, neuralgie
of spierpijnen worden veroorzaakt,
neem dan Uw toevlucht tot Rexyrol-
cachets, die de pijnen onmiddellijk
kalmeeren.
Maar het urinezuur, dat de werkelijke
oorzaak van al deze kwalen is, wordt
niet daadwerkelijk verwijderd, dan
nadat U een kuur doet met Urodonal/
dat hef organisme ontgiftigt en een
werkelijke bestrijder van de rheuma is.
Bij apothekers en drogisten.
Mei beproefde middel tegen rheuma.
Het is een product Chatelain
ifiav ingez iVled.)
Verkeersexaiuen 1940.
Heden is het theoretisch verkeersexamen 1940
voor de schooljeugd te Haarlem weer begonnen.
De jongelui moeten eenige volzinnen, waarin
woorden zijn uitgelaten, voltooien Dit werk wordt
Woensdag ongecorrigeerd terug gehaald.
Op Maandag 15 April begint het practisch ge
deelte van het examen. In totaal zijn er 1969
candidaten.
OUDERAVOND.
De Centrale School 1 aan het Weltevreden-
plein houdt Donderdag een ouder-avond, waarop
mej. N. H. Blaak, onderwijzeres aan de school,
zal spreken over „Vrije-tijdbesteding van onze
jeugd"; in aansluiting daarmede zullen licht
beelden worden vertoond, betrekking hebbend op
de Nederlandsche Jeugdherbergen.
Na afloop is er gelegenheid tot kennisma
king en overleg met de leerkrachten.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTRALE OP
DONDERDAG 11 APRIL.
Progr. I: Jaarsveld en Hilversum I.
Progr. II: Hilversum 2.
Progr. III: 8.00 Fr. Brussel ^.20 Pauze, 8.30
Keulen, 8.50 Deutschlandsender. 9.10 Pauze.of div.
11.20 Ned. Brussel, 1.20 Deutschlandsender, 3.20
Pauze, 3.30 Deutschlandsender, 4.50 Keulen, 5.10
Danmarks Radio. 5.35 Fr. Brussel. 6.20 Engeland.
6.50 Deutschlandsender: 3.20 Pauze. 8.25 Danmarks
Radi. 9.20 Beromunster. 9.20 Boedapest. 10.05 Pauze
Radio. 9.20 Beromunster. 9.30 Boedapest, 10.20
Pauze, 10.30 Deutschlandsender.
Progr. IV: 8.00 Ncd. Brussel, 8.20 Engeland, 9.35
Diversen, 0.50 Engeland, 10.20 Pauze. 10.25 West
Regiona], 11.20 Engeland, 12.20 Fr. Brussel, 1.20
West Regional, 2.05 Engeland, 2.40 Diversen, 3.00
Engeland. 3.35 Diversen, 4.00 West Regional, 5.20
Motala ol' div. 5.50 West Regional. 6.20 Ned. Brus
sel, 7.20 Fr. Brussel, 8.20 Ned. Brussel, 9.30 Fr.
Brussel, 10.20 Parijs Radio. 10.50 Boedapest, 11.05
Parijs Radio.
Progr. V: 8.005.00 Diversen.
5.005.05 Scheveningen, Ber. Dep. v. Justitie.
5.057.00 Diversen.
7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert:
Zangprogramma: soli, duetten, koorwerken.
Soli: 1. Vale, Charles Kullmann, 2. Villanella,
Erna Sack, 3. Love here is my heart, Charles Kull
mann, 4. Faust - Salve Dimora v. Gounod, Luigi
Fort; 5. Estrellita, Erna Sack.
Duetten: .6. I Barbiere di Siviglia v. "Rossini, L.
Fort en L. Piccioli; 7. Don Juan v. Mozart, F.
Hüni-Mihacsek en W. DomgrafFassbaender; 8.
Le Barbier de Seveille v. Rossini, Conchita Superva
en Manuritta: 9. I Pescatori de Perle v. Bizet, L.
Fort en L. Pjccioli.; 10. Die Zauberflöte, v. Mozart,
F. Hüni-Mihacsek en W. Domgraf-Fassbaender.
Koorwerken: 11. Don Pasquale v. Donizetti,
Scalakoor v. Milaan; 12. Spinnchor uit Fliegende
Hollander, Irmler Madrigal Chor; 13. Zigeuner-
lieder v. Brahms, Madrigal Singers; 14. Cavalleria
Rusticana v. Mascagni, Scala Koor Milaan; 15.
Bruidskonr uit Lohengrin v, Wagner, Irmler Ma
drigal Chor.
8.00—12.00 Diversen.
Champignons
per blik55. 31,
Kerry Crosse a
Blackweil o. flacon 35. iSs j
Cerebos Zout
per bus4C. j
Chalet Kaas m. <j«
Der doos 6 12 porties 43, I j
Edammer Kaas 4
per heele Kaas
Voordeeli$ite Kruideniersbedrij!
in Nederland
(Adv. Ingez. Med.)
Nu de winter voorbij is.
Opruimen afdekking watermeter.
In het najaar maakten wij, op verzoek van den
directeur van het Waterbedrijf Haarlem, onze lezers
attent op de maatregelen, welke toen genomen
moesten worden tegen het bevriezen van den wa
termeter.
Thans, nu geen vorst van beteekenis meer te ver
wachten is, is de tijd aangebroken om de bedekking
van den watermeter te verwijderen en den meter-
put schoon te maken.
Alle zakken, stroo, oude dekens en dergelijke,
dienen derhalve nu uit den meierput gehaald te
worden, opdat de meteropnemers behoorlijk hun
werk kunnen doen. Deze zijn geenszins verplicht de
bedekking van den watermeter te verwijderen, in
tegendeel zij kunnen vorderen, dat dit terstond
door of vanwege den bewoner geschiedt. Indien een
en ander niet tijdig opgeruimd wordt is er groote
kans dat er door rotting en vieze boel met onge
dierte in den watermeterput ontstaat, welke daar
in geen geval geduld kan worden.
Indien men overeenkomstig het advies van de
Waterleiding den watermeter tegen vorst beschermt
door het aanbrengen van een houten tusschendek-
sel met handvat, behoorlijk sluitend, op halve hoog
te in den meterput aangebracht, dan moet ook dit
tusschendeksel thans verwijderd en opgeborgen
worden.
Dit tusschendeksel kan het volgende jaar weder
om dienst doen en is op den duur niet alleen veel
goedkooper, doch vooral veel zindelijker en gemak
kelijker dan zakken, stroo, oude dekens of andere
materialen die in den vochtigen meterput aan ver
rotting onderhevig zijn.
FAILLISSEMENTEN.
Door de arrondissements-rechtbank te Haarlem
is het faillissement uitgesproken van J. A. Vis, han
delaar in autobanden, wonende te Zaandijk, Dr.
Jan Mulderstraat 29.
Curator: Mr. B. E. van Tijn te Haarlem.
Rechter-commissaris: Mr. A. L. M. van Berckel
te Haarlem.
Wegens gebrek aan actief werden opgeheven de
faillissementen van:
1 W. P. Ramaker, vertegenwoordiger, wonende
te Driehuis-Velsen.
Curator: Mr. J. A. P. C. ten Bokkel te Haarlem.
2 J. H. Duiker, tuinder, wonende te Beverwijk,
Wijkermeerweg 80.
Curator: Mr. J. H. van Gelderen te Haarlem.
3 Ch. Duiker, tuinder, wonende te Beverwijk,
Strick van Linschotenstraat 49.
Curator: Mr. J. H. van Gelderen te Haarlem.
Door het verbindend worden der uitdeelingslijst
zijn geëindigd de faülissementen van:
1 G. Kreuning, bouwkundige, wonende te Heem
stede.
Curator: Mr. J. H. Junge, te Haarlem.
2 K. J. M. Hondong, radiohandelaar, wonende te
Haarlem.
Curator: Mr. A. C. Rueb te Haarlem.
FILMNIEUWS.
„PERPEUÜM MOBILE" VAN CHR. POINTL.
Men meldt ons dat de Haarlemsche cineast Chr.
Pointl een documentaire der jaargetijden, getiteld:
„Perpetuum Mobile" heeft vervaardigd, geïnspi
reerd op klassieke muziek. De eerste vertooning van
diti werk kan binnenkort worden tegemoet ge
zien.
English Association.
Dr. G. B. Harrison spreekt over
„Shakespeare's England".
Voor de afdeeling Haarlem der English Associa-
tion hield Dr. G. B. Harrison Dinsdagavond een
lezing over „Shakespeare's England".
Dr. Harrison die in Cambridge gestudeerd heeft,
is een bekend Shakespeare-kenner en „editor" van
vele van Shakepeare's werken.
De spreker begon met te zeggen dat men
Shakespeare's werken moet zien in den tijd, waar
in ze geschreven zijn. Shakespeare woonde en werk
te te Londen, dat in dien tijd slechts 240.000 in'
woners telde, die woonden in de City.
Londen was toen een smerige stad zoodat b.v.
door de pest daar in elf jaar tijds een kwart van
de bevolking stierf. Dit kon gebeuren doordat men
de oorzaak van de pest niet kende. Vele eigenaar
dige toestanden werden door den spreker belicht
o.a. dat men om te trouwen twee getuigen noodig
had, tegenover welke men slechts een vaste for
mule had uit te spreken, hetgeen het huwelijk
geldig voor de wet maakte. De ouders hadden on
beperkte macht over hun kinderen, welke macht
vaak misbruikt werd.
Men vindt in Shakespeare's werken dan ook voor
't meerendeel harde of domme ouders. Ieder keek
op tegen dergene, die boven hem stond. De koning
of koningin was alleen verantwoordelijk tegenover
God. Het motto van Shakespeare's koningsdrama's
is dat ieder individu zijn plaats heeft en die moet
houden en opstand tegen den souverein is opstand
tegen God. Koningin Elizabeth was het werkelijke
leidende hoofd van den staat, haar ministers waren
haar persoonlijke dienaren. In het Parlement wa
ren geen partijen doch individueele personen. Men
moet koningin Elizabeth niet alleen zien als de
harde zakelijke vrouw, zij had ook de gave om het
juiste woord op de juiste plaats te zeggen.
Dr. Harrison besprak verder den strijd tusschen
de Katholieken en de Puriteinen en gaf ook bij
zonderheden over de criminaliteit.
Doodslag was aan de orde van den dag, verschil
lende bekende schrijvers en dichters vielen door
moorder aarshanden. Er bestonden vereenigingen
van beroepsdie ven niet alleen in Londen maar ook
er buiten. Het is eigenaardig dat ondanks groote
figuren als Sir Francis Drake en Sir Walter
Raleigh, zeevarenden in de tooneelstukken v
dien tijd nooit groote niannen of helden zijn maar
schurken, of wel ze hebben een zeer ondergeschik
te roL
Men was toen ook volkomen vertrouwd met den
oorlog zoodat verschillende tooneelstukken den
oorlog als achtergrond hebben.
De legers bestonden gedeeltelijk uit vrijwilligers,
gedeeltelijk uit gevangenisboeven. De zeeslag bij
Oostende in 1601 werd als een prachtige overwin
ning beschouwd. Hamlet spreekt er over tegen
Fortinbras. In Troilus en Cressida vinden wij de
absolute desillusie over de militaire romantiek.
Men moet ook niet vergeten dat er in dien tijd
geen kranten waren. Het nieuws kwam tot de men-
schen door middel van pamfletten, die meestal
slechts over bijzondere voorvallen gingen. Voor de
rest was men aangewezen op het gerucht, zoodat
gemakkelijk te begrijpen is dat panieken onder de
menschen schering en inslag waren. Hieruit blijkt
wat een gezonde voorlichting door pers en radio
thans waard zijn.
Dr. F. P. v. d. Voorde, de voorzitter der afdee
ling Haarlem van de English Association, die den.
spreker ook had ingeleid, dankte hem voor zijn in
teressante met humor gekruide causerie, die ons
in velerlei opzicht den achtergrond van het leven
en werken van Shakespeare heeft getoond.
„WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN".
Sophiastraat 2 d.
Een paar stoelen, een tafel, een ledikant
of een bed,
Wilt u het kwijt, dan zonder dralen,
Een telefoontje aan ons adres.
En wij laten het bij u halen
h. Telefoon 12255. Postgiro 212793.
MIDDELBARE TECHNISCHE SCHOOL.
In vasten dienst bij de M.T.S. te Haarlem zijn
aangesteld: als leeraar in de bouwkunde en a
verwante vakken ir. J. H. van Epen, voorheen
in tijdelijken dienst en als leeraar in de Werktuig
bouwkunde en aanverwante vakken ir. H. G. van
Welsenes, thans leeraar aan de M.T.S. te Leeuwar
den.
ORGELBESPELING
in de Groote of St. Bavokerk te Haarlem op Don
derdag 11 April 1940, des namiddags van 34 uur
door den heer George Robert.
Programma.
1. Koraal met variaties:
„Meinen Jesum lass ich nicht" Joh. G. Walther
(1684—1748)
2. „O Lamm Gottes, unschuldig" Joh. Pachelbel
(1653—1706)
3. Toccata G. Muffat
(1635—1704)
4. Partita over het koraal:
„Jesu, deine Passion" (gec. 1938)
Joh. Weyrauch
5. Preludium en Fuga c kl. t. J. S. Bach
(1685—1750)
VOOR DE KINDEREN
De professor volgde het. tweetal, dat naar
zijn werkkamer was gegaan. Hij kwam daar
zag, dat de Dikke zijn jasje had uit
getrokken en juist zijn hand naar het toestel
uitstak.
Wat ga je beginnen? riep de verschrikte
professor.
De Dikke draaide zich bedaard om: Ik
maak korte metten, mannetje; die speeldoos
hier zal Ik eens even tot stukjes slaan, dan
loopen wij geen kans meer om tot proefkonijn
te dienen.
Het Roode Gedicht.
door A£KADIJ AWERTSJENKO.
STATIG betrad hij het redactielokaal. Uit
de hoogte reikte hij mij de hand en sprak
op de manier der oude comedian ten: „U
hebt gewis reeds mijn eenig-in-zijn-soort'
gedicht gelezen?"
„Welk? In den loop der vorige week heb ik 644
gedichten ontvangen."
„En u hebt m ij n gedicht niet terstond aan
mijn manier van zeggen herkend?"
Ik laat me villen, als ik hem of zijn kunst ooit
herkend zou hebben en daarom zei ik kalm:
„Neen!"
Hij was zeer gekrenkt, maar niet meer zoo
trotsch als toen hij binnenkwam.
„Het was een rood gedicht, meester; een rood
gedicht op rood geschept Japansch papier".
„Een gedicht op rood papier kan ik me wel
herinneren".
„En u hebt het natuurlijk aangenomen?"
„Natuurlij k geweigerd
,Mijn gedicht geweigerd, mijnheer
„Excuseer mij, ik heb geen tijdDe hoofd
redacteur wacht
„Misschien als ik het u voordraag?" En hij be
gon:
Roode nacht en roode mond.
Rood snelvloeiend bloed,
Roode haren, roode kus,
Roode liefdesmoedl
Roode
„Genoeg! genoeg! ik heb het immers reeds ge
zegd: afgewezen!"
„Tot. weerziens dan, gij literatuur-ignorant!....
Maar ik zal mij wreken!"
Weg was hijik werkte verder. Bij het doorbla
deren kwam mij een papier in de handen. Rood
Japansch geschept papier. Ik wist genoeg. In de
papiermand
Ik beëindigde mijn feuilleton, nam het manus
cript en ging er mee naar den hoofdredacteur.
Onze uitgever was juist bij hem en wilde mijn
werk zien. Ik greep in mijn jaszaak en vond
het rood geschept Japansche papier met die
idote strofen. Ik smeet het woedend op den
grond; de uitgever, die mijn beroep hoogachtte,
raapte het op en zei: „O. voortreffelijk gedicht.
Dat moet zeker in het feestnummer verschij
nen?"
Ik schreeuwde: „Dat zal nergens verschijnen
en scheurde het papier in duizend stukken. Moe
en geërgerd reed ik naar huis. Toen ik den
chauffeur wou betalen vond ik in mijn zak in
plaats van mijn geldbeurs een opgevouwen rood
papier. Ik maakte het open en las: „Roode
nacht en roode mond".
Ik kon mij niet verklaren, hoe dit blad papier
in mijn zak was gekomen. Ik gooide het de
straat op en trad mijn huis binnen.
Reeds op de trap wachtte het kamermeisje mij
op en drukte mij, gewichtig doende, een rol in
de hand.
„Mijnheer, ik heb een gedicht van u gevonden
en het is zoo mooi."
„Roode nacht en roode mond,
Rood snelvoeiend bloed
„Zwijg, of je bent ontslagen!"
Ik wierp de rol, zonder haar in te zien, in den
kachel. U kunt zich voorstellen, dat ik in een al
lesbehalve, prettige stemming was.
„Wat heb je toch?" vroeg mijn vrouw, toen
ik een derde lepeltje mosterd in de soep deed.
Niet dat ik zoo'n bijzondere liefhebber van mos
terd ben, maar Joost mag weten wat iemand eet
en wat er in hem omgaat, als de woede rhyth-
misch door zijn brein dreunt. Daarom gaf ik
mijn vrouw het zonderlinge en niet zeer gepaste
antwoord
„Roode nacht en roode mond,
Rood snelvloeiend bloed
„Ik geloof, dat je ziek bent. Wil je niet een
poosje gaan liggen?"
„Ik ben alleen maar een beetje overwerkt en
wat vermoeid."
Er werd gebeld. De concierge van het huis
waarin wij een apartement hadden, verscheen
en overhandigde mij met veel strijkages een
brief.
„Een mooie jongedame heeft dit voor mijnheer
afgegeven".
Mijn vrouw stortte zich als een havik op den
brief.
„Aha, een minnebrief! Daar hebben we dus de
mosterd in de soep. Ik heb je altijd al verdacht.
En minnehandel in verzen nog wel". En zij las
voor:
„Roode nacht en roode mond,
Rood snelvloeiend bloed
„Op mijn knieën smeek ik je, houd op! Anders
zal ik nog gek worden!"
„Nog geen vijf minuten geleden heb je dat vers
zelf geciteerd! O, ik rampzalige!"
Van eten, zoowel als gezellig thuisblijven was
nu geen sprake meer, dus ging ik uit.
Op de straat greep ik nog snel een vreemde
hand, die een rood papier in mijn zak wou ste
ken. Een oorvijg bevrijdde mij van den booswicht.
In het park ontmoette ik mijn vierjarige
Fed ja met zijn kinderjuffrouw.
.Pappi", kraaide hij, „Fedja kent mooi ge
dicht. Goeje oom gemaakt.
„Roode nacht en roode mond,;
Rood snelvloeiend bloed
Ik ging weer naar huis. Vol onverholen ver
achtig wachtte mijn vrouw. „Er was een
heer hier. Een echte dichter. Niet zoo'n rijme
laar als jij bent. Hij heeft een gedicht meege
bracht. Opgedragen aan mij. En dat moet on
voorwaardelijk, hoor je. in het feestnummer ge
plaatst worden!"
Welk gedicht het was. dat voor mij op de
schrijftafel lag, behoef ik zeker niet te zeggen.
Dat ook in mijn sigarenkistje, ja zelfs op mijn
nachtkastje een rood papier lag, wil ik echter
niet onvermeld laten. Ik legde mij ter ruste
op dat tergende papier. Onder mijn hoofdkussen
lag er een en tusschen de lakens een paar.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1890.
Toen ik mij 's morgens wilde aankleeden, vond
ik in allebei mijn schoenen het noodlottige roode
papier.
In mijn werkkamer schreef ik een briefje aan
den uitgever, hem om ontslag verzoekende. Ik
was toch niet tegen het zooveel inspanning ver
gende beroep van redacteur opgewassen. Dien
brief moest ik natuurlijk weer overschrijven,
want aan de ommezijde stond in het bekende
handschrift, het bekende gedicht.
In het feestnummer van de krant stond de
mededeeling van mijn uittreden uit den staf der
redactie en als laatste bijdrage „Uit de pen van
den genialen lierdichter en feuilletonschrijver
Arkadij Awertsjenko", „De Roode Mond", in
plaats van mijn eigen afscheidsartikel. Het ge
dicht had men op mijn schrijftafel gevonden.
Natuurlijk klaagde de vertoornde auteur mij
wegens diefstal van zijn geestelijk eigendom aan
en brandmerkte mij als plagiator. En even na
tuurlijk werd ik veroordeeld. Ik weet niet, hoe-
10 April
TOEN ER NOG GEEN KINDER
RECHTER WAS.
Wij lezen in Haarlem's Dagblad van
50 jaar geleden, dat een jongen van 14 jaar
voor de Haarlemsche Rechtbank terecht
stond omdat hij van een huis een stuk
zinken pijp liad afgerukt en een winkelier
had opgelicht voor twee zeemleeren lappen
en twee ons worst. Er wordt bij gezegd:
„Het veeibeiovende knaapje is in drie jaar
bij 36 bazen geweest omdat hij lust in den
zeedienst had naar hij zegt."
Als 11-jarige moest het jochie dus al
gaan werken!
De Officier van Justitie eischte een ge
vangenisstraf van drie jaar.
De verdediger, Mr. C. G. van Reeken (die
later tot rechter te Haarlem benoemd
werd) verdedigde den knaap. Hij betoogde
dat de diefstallen moesten worden toe
geschreven aan zijn ongestadig en onge
durig karakter, niet aan doortrapte boos
heid.
Dit gebeurde in 1890. Er moesten toen
nog 30 jaren verloopen voor de Kinder
rechter zijn intrede in de rechtszaal deed.
Nu kunnen kinderen beneden de 16 jaar
wel naar een tuchtschool, maar niet naar
de gevangenis gestuurd worden. Slechts in
bijzondere gevallen kan iemand van 1618
jaar tot gevangenisstraf veroordeeld wor
den.
veel jaar tuchthuisstraf (in plaats van een
ringe geldboete) ik gekregen zou hebben, als ml
geslepen verdediger niet op mijn verstoord
geestestoestand gewezen had. Op aandringen
mijn bezorgde familie moest ik mij in een san
torium doen opnemen en het duurde langer e
ik door hen, die mij lief en dierbaar waren, vo
volwaardig werd gehouden.
OVERDRACHT TEGELTABLEAU STATION
HAARLEM.
Donderdagmorgen 11 April a.s. te 11 uur zal
overdracht plaats hebben van een tegeltable;
dat de Nederlandsche stationskruiers ter gelege
heid van het eeuwfeest der Spoorwegen aan
directie der Nederlandsche Spoorwegen hebb
aangeboden. Het tableau is geplaatst in het seinhi
op het tweede perron van het station Haarlem.
Het tableau werd ontworpen door den heer
Giding.
in het voorjaar
de inwendige organen, bloed en darmen
zuiveren. VERSTOPPING, overtollig vet.
aambeien, rheumatische pijnen doen ver
dwijnen, slakken en giftstoffen uit het
lichaam verwijderen door een grondiga
kuur met Dr. Schieffer's Stoff-
wisselingzout. De weldadige wer
king is verrassend.
Flacon 11.BS, Dubbele tlacon 11.75 bij apotheker» I
en vakdrogisten,
(Adv. IngezMed.)
(JN/T IN UITERE»
SONATEN-AVOND.
JAN HOEBEN EN JACOB BIJSTER.
De Jaarlijksche Sonatenavond van den violis
Jan Hoeben en den pianist Jacob Bijster bracï
ditmaal als noviteiten, althans als tot dusver hie
niet in 't openbaar gespeelde werken, een Sonat
van Talbot-Hodge en een Ballade van Coleridge
Taylor, beide dus van Engelschen oorsprong; voor!
het Rondo brillant op. 70 van Schubert en de Sc
na te van César Franck.
Persoonlijke gegevens omtrent den componis
Talbot-Hodge heb ik niet kunnen vinden. Zijn So
nate voor viool en piano bestaat niet uit een op
volging van al of niet thematisch verwante, onder
ling gescheiden hoofddeelen en in het onafgebro
ken voortloopende geheel is althans bij een eerst
auditie ook geen duidelijke verdeeling te herken
nen, het schijnt voornamelijk uit het beginthemi
ontwikkeld te zijn. Dit thema is op een vijftonigi
reeks gebouwd en de ontwikkeling toont veel tech.
nische en ook wel muzikale fantasie, maar tevens
een bijna voortdurende nerveuze overspanning, dit
het luisteren vermoeiend maakt. Voor de uitvoe
renden moet dit werk nog oneindig veel ver
moeiender zijn, want het stelt aan beiden, vooral
echter aan den pianist, enorme technische eischen
en de wijze waarop Hoeben en Bijster daaraan vol
deden, mag met bijzonderen lof vermeld worden.
Heel wat bescheidener zijn de eischen die ds
Ballade van Samuel Coleridge-Taylor aan hoor
ders en spelers stelt. De?e componist, zoon van een
Engelsche vrouw en een in Londen praktizeerenden
neger-medicus leefde van 1875 tot 1912 en heef!
dus door zijn vroegtijdig overlijden de moderne
stroomingen in de toonkunst niet leeren kennen,
Maar de stijl jijner Ballade doet denken aan een;
periode, die in zijn geboortejaar al tot het verle
den gerekend werd. Het is muziek, die hoofdzake
lijk op uiterlijk effect speculeert, goed voor de in
strumenten geschreven al schijnt de pianopartij
het arrangement eener orkestpartij te zijn wel
klinkend en hier en daar brillant, doch min of meer
rhapsodisch, zonder veel inspiratie of logische ont
wikkeling.
In Schubert's „Rondo brillant" sluit het „bril-
lante" het innerlijke niet uit. De heerlijke melo
dieën bewijzen dit. Het was reeds in mijn kinder-
iaren een mijner lievelirgsstukken. Maar het
schijnt me toe dat de vertolkers van tegenwoordig
zich niet den tijd gunnen om die melodieën vol
doende tot hun recht te doen komen en dus den
hoorder de noodige rustpunten te bieden. De in
leiding en het alternatief, dat met de melodie in
G gr. t. begint: hoeveel mooier en contrastrijker
werken die in een rustiger tempo dan we dezen
avond van Hoeben en Bijster, dan we ook een paar
iaren geleden var Menuhim.en zijn zuster hoorden!
Door het te snelle tempo ging bij Hoeben en Bijster
ook de rythmische puntigheid in het alternatief
•erloren.
Een veelszins voortreffelijke vertolking gaven de
beide musici van Franck's Sonate. Alleen had in
het tweede hoofddeel een soberder pedalizeering
meer klaarheid kunnen geven en domineerde de
klank van den grooten concertvleugel soms eenigs-
zins, hetgeen mede door de acoustiek der boven
zaal veroorzaakt werd.
Deze zaal was Dinsdagavond bijna geheel gevuld
en men heeft de uitvoerenden vooral na Franck's
Sonate langdurig toegejuicht.
K. DE JONG.