'liet JOimt m Jxm OCieêol. H.D.-Vertelling Gewichtig! Wanneer U Uw pijnen moe is, URODONAL ALBERT HEIJF V WOENSDAG 10 APRIL 1940 HAARLEM'S DAGBLAD Reisherinneringen van de New- orksche Wereldtentoonstelling. Lezing van ir. G. Friedhoff. Het bestuur van den Technischen Contactkring „Amsterdam-Haarlem" van den B. T. A. (Bond van Technische Ambtenaren in Overheids- en in semi- Overheidsdienst) had de leden met hun dames uit- genoodigd voor een lezing van ir. G. Friedhoff, Hoofdingenieur van Openbare Werken te Haarlem, die gehouden werd op Dinsdagavond in Hotel Lion d'Or, te Haarlem en waarvoor veel belangstelling bleek te bestaan. Ir. Friedhoff behandelde het onderwerp: „Reis herinneringen van een bezoek aan de Wereldten toonstelling te New-York in 1939" en begon bij zeer mooie lichtbeelden eerst het een en ander te vertel len van de stad New-York, den metropolis van het enorme wereldrijk aan de andere zijde van den „ha ringvijver", die 40 K.M. meet van Noord naar Zuid, met acht millioen inwoners. Drie millioen komen el- ken dag New York 's morgens in en gaan er 's avonds weer uit, hetgeen natuurlijk zware eischen stelt aan de middelen van vervoer. Wat wij in ons land een weelde noemen, is in New York noodzaak. Een arbeider moet een auto bezitten, anders kan hij zijn werk niet op tijd bereiken. Wij maakten na tuurlijk kennis met de wolkenkrabbers, die niet zoo'n geweldigen indruk maken als men zou ver wachten, omdat de geheele omgeving zoo enorm groot is, wij zagen eenige straten en parken en bruggen. Voor de groote bekwaamheid der Ameri- kaansche bruggenbouwers als constructeurs kan men niet anders dan bewondering koesteren. Mooi waren ook weer de lichtbeelden van de We reldtentoonstelling: zij gaven een overzicht van het geheele buitengewoon groote terrein en vervolgens van vele afzonderlijke gebouwen. Vele details wer den getoond van de Nederlandsche afdeeling en van wat daar te zien was. De heer Friedhoff sprak over wat door Nederland op de New-Yorksche wereld tentoonstelling is gepresteerd op humoristisch-af- keurende wijze. Gelukkig waren de Nederlandsche tulpen een groot succes: daar was iedereen vol van! Na de pauze liet spr. nog eenige details zien van andere afdeelingen en liet zich daarbij vooral in gunstigen zin over de Belgische afdeeling uit. Naar aanleiding van.wat de General Motors op de ten toonstelling liet zien sprak de heer Friedhoff prij zend over het autoverkeer in de Nieuwe Wereld, de automobilisten zijn welwillend tegenover elkaar en vatten het begrip „vrijheid" niet zóó op, dat men de vrijheid heeft, het anderen lastig te maken. Tot slot werd nog een uitstapje gemaakt naar de hoofdstad der Vereenigde Staten: Washington, de eenige Amerikaansche stad, ontworpen op stede bouwkundigen grondslag en waai- mengeen skyscrapers ziet. De voorzitter, de heer C. van Unnik, dankte ir. Friedhoff voor zijn onderhoudende en leerzame causerie. die hetzij door rheumatiek, neuralgie of spierpijnen worden veroorzaakt, neem dan Uw toevlucht tot Rexyrol- cachets, die de pijnen onmiddellijk kalmeeren. Maar het urinezuur, dat de werkelijke oorzaak van al deze kwalen is, wordt niet daadwerkelijk verwijderd, dan nadat U een kuur doet met Urodonal/ dat hef organisme ontgiftigt en een werkelijke bestrijder van de rheuma is. Bij apothekers en drogisten. Mei beproefde middel tegen rheuma. Het is een product Chatelain ifiav ingez iVled.) Verkeersexaiuen 1940. Heden is het theoretisch verkeersexamen 1940 voor de schooljeugd te Haarlem weer begonnen. De jongelui moeten eenige volzinnen, waarin woorden zijn uitgelaten, voltooien Dit werk wordt Woensdag ongecorrigeerd terug gehaald. Op Maandag 15 April begint het practisch ge deelte van het examen. In totaal zijn er 1969 candidaten. OUDERAVOND. De Centrale School 1 aan het Weltevreden- plein houdt Donderdag een ouder-avond, waarop mej. N. H. Blaak, onderwijzeres aan de school, zal spreken over „Vrije-tijdbesteding van onze jeugd"; in aansluiting daarmede zullen licht beelden worden vertoond, betrekking hebbend op de Nederlandsche Jeugdherbergen. Na afloop is er gelegenheid tot kennisma king en overleg met de leerkrachten. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP DONDERDAG 11 APRIL. Progr. I: Jaarsveld en Hilversum I. Progr. II: Hilversum 2. Progr. III: 8.00 Fr. Brussel ^.20 Pauze, 8.30 Keulen, 8.50 Deutschlandsender. 9.10 Pauze.of div. 11.20 Ned. Brussel, 1.20 Deutschlandsender, 3.20 Pauze, 3.30 Deutschlandsender, 4.50 Keulen, 5.10 Danmarks Radio. 5.35 Fr. Brussel. 6.20 Engeland. 6.50 Deutschlandsender: 3.20 Pauze. 8.25 Danmarks Radi. 9.20 Beromunster. 9.20 Boedapest. 10.05 Pauze Radio. 9.20 Beromunster. 9.30 Boedapest, 10.20 Pauze, 10.30 Deutschlandsender. Progr. IV: 8.00 Ncd. Brussel, 8.20 Engeland, 9.35 Diversen, 0.50 Engeland, 10.20 Pauze. 10.25 West Regiona], 11.20 Engeland, 12.20 Fr. Brussel, 1.20 West Regional, 2.05 Engeland, 2.40 Diversen, 3.00 Engeland. 3.35 Diversen, 4.00 West Regional, 5.20 Motala ol' div. 5.50 West Regional. 6.20 Ned. Brus sel, 7.20 Fr. Brussel, 8.20 Ned. Brussel, 9.30 Fr. Brussel, 10.20 Parijs Radio. 10.50 Boedapest, 11.05 Parijs Radio. Progr. V: 8.005.00 Diversen. 5.005.05 Scheveningen, Ber. Dep. v. Justitie. 5.057.00 Diversen. 7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert: Zangprogramma: soli, duetten, koorwerken. Soli: 1. Vale, Charles Kullmann, 2. Villanella, Erna Sack, 3. Love here is my heart, Charles Kull mann, 4. Faust - Salve Dimora v. Gounod, Luigi Fort; 5. Estrellita, Erna Sack. Duetten: .6. I Barbiere di Siviglia v. "Rossini, L. Fort en L. Piccioli; 7. Don Juan v. Mozart, F. Hüni-Mihacsek en W. DomgrafFassbaender; 8. Le Barbier de Seveille v. Rossini, Conchita Superva en Manuritta: 9. I Pescatori de Perle v. Bizet, L. Fort en L. Pjccioli.; 10. Die Zauberflöte, v. Mozart, F. Hüni-Mihacsek en W. Domgraf-Fassbaender. Koorwerken: 11. Don Pasquale v. Donizetti, Scalakoor v. Milaan; 12. Spinnchor uit Fliegende Hollander, Irmler Madrigal Chor; 13. Zigeuner- lieder v. Brahms, Madrigal Singers; 14. Cavalleria Rusticana v. Mascagni, Scala Koor Milaan; 15. Bruidskonr uit Lohengrin v, Wagner, Irmler Ma drigal Chor. 8.00—12.00 Diversen. Champignons per blik55. 31, Kerry Crosse a Blackweil o. flacon 35. iSs j Cerebos Zout per bus4C. j Chalet Kaas m. <j« Der doos 6 12 porties 43, I j Edammer Kaas 4 per heele Kaas Voordeeli$ite Kruideniersbedrij! in Nederland (Adv. Ingez. Med.) Nu de winter voorbij is. Opruimen afdekking watermeter. In het najaar maakten wij, op verzoek van den directeur van het Waterbedrijf Haarlem, onze lezers attent op de maatregelen, welke toen genomen moesten worden tegen het bevriezen van den wa termeter. Thans, nu geen vorst van beteekenis meer te ver wachten is, is de tijd aangebroken om de bedekking van den watermeter te verwijderen en den meter- put schoon te maken. Alle zakken, stroo, oude dekens en dergelijke, dienen derhalve nu uit den meierput gehaald te worden, opdat de meteropnemers behoorlijk hun werk kunnen doen. Deze zijn geenszins verplicht de bedekking van den watermeter te verwijderen, in tegendeel zij kunnen vorderen, dat dit terstond door of vanwege den bewoner geschiedt. Indien een en ander niet tijdig opgeruimd wordt is er groote kans dat er door rotting en vieze boel met onge dierte in den watermeterput ontstaat, welke daar in geen geval geduld kan worden. Indien men overeenkomstig het advies van de Waterleiding den watermeter tegen vorst beschermt door het aanbrengen van een houten tusschendek- sel met handvat, behoorlijk sluitend, op halve hoog te in den meterput aangebracht, dan moet ook dit tusschendeksel thans verwijderd en opgeborgen worden. Dit tusschendeksel kan het volgende jaar weder om dienst doen en is op den duur niet alleen veel goedkooper, doch vooral veel zindelijker en gemak kelijker dan zakken, stroo, oude dekens of andere materialen die in den vochtigen meterput aan ver rotting onderhevig zijn. FAILLISSEMENTEN. Door de arrondissements-rechtbank te Haarlem is het faillissement uitgesproken van J. A. Vis, han delaar in autobanden, wonende te Zaandijk, Dr. Jan Mulderstraat 29. Curator: Mr. B. E. van Tijn te Haarlem. Rechter-commissaris: Mr. A. L. M. van Berckel te Haarlem. Wegens gebrek aan actief werden opgeheven de faillissementen van: 1 W. P. Ramaker, vertegenwoordiger, wonende te Driehuis-Velsen. Curator: Mr. J. A. P. C. ten Bokkel te Haarlem. 2 J. H. Duiker, tuinder, wonende te Beverwijk, Wijkermeerweg 80. Curator: Mr. J. H. van Gelderen te Haarlem. 3 Ch. Duiker, tuinder, wonende te Beverwijk, Strick van Linschotenstraat 49. Curator: Mr. J. H. van Gelderen te Haarlem. Door het verbindend worden der uitdeelingslijst zijn geëindigd de faülissementen van: 1 G. Kreuning, bouwkundige, wonende te Heem stede. Curator: Mr. J. H. Junge, te Haarlem. 2 K. J. M. Hondong, radiohandelaar, wonende te Haarlem. Curator: Mr. A. C. Rueb te Haarlem. FILMNIEUWS. „PERPEUÜM MOBILE" VAN CHR. POINTL. Men meldt ons dat de Haarlemsche cineast Chr. Pointl een documentaire der jaargetijden, getiteld: „Perpetuum Mobile" heeft vervaardigd, geïnspi reerd op klassieke muziek. De eerste vertooning van diti werk kan binnenkort worden tegemoet ge zien. English Association. Dr. G. B. Harrison spreekt over „Shakespeare's England". Voor de afdeeling Haarlem der English Associa- tion hield Dr. G. B. Harrison Dinsdagavond een lezing over „Shakespeare's England". Dr. Harrison die in Cambridge gestudeerd heeft, is een bekend Shakespeare-kenner en „editor" van vele van Shakepeare's werken. De spreker begon met te zeggen dat men Shakespeare's werken moet zien in den tijd, waar in ze geschreven zijn. Shakespeare woonde en werk te te Londen, dat in dien tijd slechts 240.000 in' woners telde, die woonden in de City. Londen was toen een smerige stad zoodat b.v. door de pest daar in elf jaar tijds een kwart van de bevolking stierf. Dit kon gebeuren doordat men de oorzaak van de pest niet kende. Vele eigenaar dige toestanden werden door den spreker belicht o.a. dat men om te trouwen twee getuigen noodig had, tegenover welke men slechts een vaste for mule had uit te spreken, hetgeen het huwelijk geldig voor de wet maakte. De ouders hadden on beperkte macht over hun kinderen, welke macht vaak misbruikt werd. Men vindt in Shakespeare's werken dan ook voor 't meerendeel harde of domme ouders. Ieder keek op tegen dergene, die boven hem stond. De koning of koningin was alleen verantwoordelijk tegenover God. Het motto van Shakespeare's koningsdrama's is dat ieder individu zijn plaats heeft en die moet houden en opstand tegen den souverein is opstand tegen God. Koningin Elizabeth was het werkelijke leidende hoofd van den staat, haar ministers waren haar persoonlijke dienaren. In het Parlement wa ren geen partijen doch individueele personen. Men moet koningin Elizabeth niet alleen zien als de harde zakelijke vrouw, zij had ook de gave om het juiste woord op de juiste plaats te zeggen. Dr. Harrison besprak verder den strijd tusschen de Katholieken en de Puriteinen en gaf ook bij zonderheden over de criminaliteit. Doodslag was aan de orde van den dag, verschil lende bekende schrijvers en dichters vielen door moorder aarshanden. Er bestonden vereenigingen van beroepsdie ven niet alleen in Londen maar ook er buiten. Het is eigenaardig dat ondanks groote figuren als Sir Francis Drake en Sir Walter Raleigh, zeevarenden in de tooneelstukken v dien tijd nooit groote niannen of helden zijn maar schurken, of wel ze hebben een zeer ondergeschik te roL Men was toen ook volkomen vertrouwd met den oorlog zoodat verschillende tooneelstukken den oorlog als achtergrond hebben. De legers bestonden gedeeltelijk uit vrijwilligers, gedeeltelijk uit gevangenisboeven. De zeeslag bij Oostende in 1601 werd als een prachtige overwin ning beschouwd. Hamlet spreekt er over tegen Fortinbras. In Troilus en Cressida vinden wij de absolute desillusie over de militaire romantiek. Men moet ook niet vergeten dat er in dien tijd geen kranten waren. Het nieuws kwam tot de men- schen door middel van pamfletten, die meestal slechts over bijzondere voorvallen gingen. Voor de rest was men aangewezen op het gerucht, zoodat gemakkelijk te begrijpen is dat panieken onder de menschen schering en inslag waren. Hieruit blijkt wat een gezonde voorlichting door pers en radio thans waard zijn. Dr. F. P. v. d. Voorde, de voorzitter der afdee ling Haarlem van de English Association, die den. spreker ook had ingeleid, dankte hem voor zijn in teressante met humor gekruide causerie, die ons in velerlei opzicht den achtergrond van het leven en werken van Shakespeare heeft getoond. „WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN". Sophiastraat 2 d. Een paar stoelen, een tafel, een ledikant of een bed, Wilt u het kwijt, dan zonder dralen, Een telefoontje aan ons adres. En wij laten het bij u halen h. Telefoon 12255. Postgiro 212793. MIDDELBARE TECHNISCHE SCHOOL. In vasten dienst bij de M.T.S. te Haarlem zijn aangesteld: als leeraar in de bouwkunde en a verwante vakken ir. J. H. van Epen, voorheen in tijdelijken dienst en als leeraar in de Werktuig bouwkunde en aanverwante vakken ir. H. G. van Welsenes, thans leeraar aan de M.T.S. te Leeuwar den. ORGELBESPELING in de Groote of St. Bavokerk te Haarlem op Don derdag 11 April 1940, des namiddags van 34 uur door den heer George Robert. Programma. 1. Koraal met variaties: „Meinen Jesum lass ich nicht" Joh. G. Walther (1684—1748) 2. „O Lamm Gottes, unschuldig" Joh. Pachelbel (1653—1706) 3. Toccata G. Muffat (1635—1704) 4. Partita over het koraal: „Jesu, deine Passion" (gec. 1938) Joh. Weyrauch 5. Preludium en Fuga c kl. t. J. S. Bach (1685—1750) VOOR DE KINDEREN De professor volgde het. tweetal, dat naar zijn werkkamer was gegaan. Hij kwam daar zag, dat de Dikke zijn jasje had uit getrokken en juist zijn hand naar het toestel uitstak. Wat ga je beginnen? riep de verschrikte professor. De Dikke draaide zich bedaard om: Ik maak korte metten, mannetje; die speeldoos hier zal Ik eens even tot stukjes slaan, dan loopen wij geen kans meer om tot proefkonijn te dienen. Het Roode Gedicht. door A£KADIJ AWERTSJENKO. STATIG betrad hij het redactielokaal. Uit de hoogte reikte hij mij de hand en sprak op de manier der oude comedian ten: „U hebt gewis reeds mijn eenig-in-zijn-soort' gedicht gelezen?" „Welk? In den loop der vorige week heb ik 644 gedichten ontvangen." „En u hebt m ij n gedicht niet terstond aan mijn manier van zeggen herkend?" Ik laat me villen, als ik hem of zijn kunst ooit herkend zou hebben en daarom zei ik kalm: „Neen!" Hij was zeer gekrenkt, maar niet meer zoo trotsch als toen hij binnenkwam. „Het was een rood gedicht, meester; een rood gedicht op rood geschept Japansch papier". „Een gedicht op rood papier kan ik me wel herinneren". „En u hebt het natuurlijk aangenomen?" „Natuurlij k geweigerd ,Mijn gedicht geweigerd, mijnheer „Excuseer mij, ik heb geen tijdDe hoofd redacteur wacht „Misschien als ik het u voordraag?" En hij be gon: Roode nacht en roode mond. Rood snelvloeiend bloed, Roode haren, roode kus, Roode liefdesmoedl Roode „Genoeg! genoeg! ik heb het immers reeds ge zegd: afgewezen!" „Tot. weerziens dan, gij literatuur-ignorant!.... Maar ik zal mij wreken!" Weg was hijik werkte verder. Bij het doorbla deren kwam mij een papier in de handen. Rood Japansch geschept papier. Ik wist genoeg. In de papiermand Ik beëindigde mijn feuilleton, nam het manus cript en ging er mee naar den hoofdredacteur. Onze uitgever was juist bij hem en wilde mijn werk zien. Ik greep in mijn jaszaak en vond het rood geschept Japansche papier met die idote strofen. Ik smeet het woedend op den grond; de uitgever, die mijn beroep hoogachtte, raapte het op en zei: „O. voortreffelijk gedicht. Dat moet zeker in het feestnummer verschij nen?" Ik schreeuwde: „Dat zal nergens verschijnen en scheurde het papier in duizend stukken. Moe en geërgerd reed ik naar huis. Toen ik den chauffeur wou betalen vond ik in mijn zak in plaats van mijn geldbeurs een opgevouwen rood papier. Ik maakte het open en las: „Roode nacht en roode mond". Ik kon mij niet verklaren, hoe dit blad papier in mijn zak was gekomen. Ik gooide het de straat op en trad mijn huis binnen. Reeds op de trap wachtte het kamermeisje mij op en drukte mij, gewichtig doende, een rol in de hand. „Mijnheer, ik heb een gedicht van u gevonden en het is zoo mooi." „Roode nacht en roode mond, Rood snelvoeiend bloed „Zwijg, of je bent ontslagen!" Ik wierp de rol, zonder haar in te zien, in den kachel. U kunt zich voorstellen, dat ik in een al lesbehalve, prettige stemming was. „Wat heb je toch?" vroeg mijn vrouw, toen ik een derde lepeltje mosterd in de soep deed. Niet dat ik zoo'n bijzondere liefhebber van mos terd ben, maar Joost mag weten wat iemand eet en wat er in hem omgaat, als de woede rhyth- misch door zijn brein dreunt. Daarom gaf ik mijn vrouw het zonderlinge en niet zeer gepaste antwoord „Roode nacht en roode mond, Rood snelvloeiend bloed „Ik geloof, dat je ziek bent. Wil je niet een poosje gaan liggen?" „Ik ben alleen maar een beetje overwerkt en wat vermoeid." Er werd gebeld. De concierge van het huis waarin wij een apartement hadden, verscheen en overhandigde mij met veel strijkages een brief. „Een mooie jongedame heeft dit voor mijnheer afgegeven". Mijn vrouw stortte zich als een havik op den brief. „Aha, een minnebrief! Daar hebben we dus de mosterd in de soep. Ik heb je altijd al verdacht. En minnehandel in verzen nog wel". En zij las voor: „Roode nacht en roode mond, Rood snelvloeiend bloed „Op mijn knieën smeek ik je, houd op! Anders zal ik nog gek worden!" „Nog geen vijf minuten geleden heb je dat vers zelf geciteerd! O, ik rampzalige!" Van eten, zoowel als gezellig thuisblijven was nu geen sprake meer, dus ging ik uit. Op de straat greep ik nog snel een vreemde hand, die een rood papier in mijn zak wou ste ken. Een oorvijg bevrijdde mij van den booswicht. In het park ontmoette ik mijn vierjarige Fed ja met zijn kinderjuffrouw. .Pappi", kraaide hij, „Fedja kent mooi ge dicht. Goeje oom gemaakt. „Roode nacht en roode mond,; Rood snelvloeiend bloed Ik ging weer naar huis. Vol onverholen ver achtig wachtte mijn vrouw. „Er was een heer hier. Een echte dichter. Niet zoo'n rijme laar als jij bent. Hij heeft een gedicht meege bracht. Opgedragen aan mij. En dat moet on voorwaardelijk, hoor je. in het feestnummer ge plaatst worden!" Welk gedicht het was. dat voor mij op de schrijftafel lag, behoef ik zeker niet te zeggen. Dat ook in mijn sigarenkistje, ja zelfs op mijn nachtkastje een rood papier lag, wil ik echter niet onvermeld laten. Ik legde mij ter ruste op dat tergende papier. Onder mijn hoofdkussen lag er een en tusschen de lakens een paar. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1890. Toen ik mij 's morgens wilde aankleeden, vond ik in allebei mijn schoenen het noodlottige roode papier. In mijn werkkamer schreef ik een briefje aan den uitgever, hem om ontslag verzoekende. Ik was toch niet tegen het zooveel inspanning ver gende beroep van redacteur opgewassen. Dien brief moest ik natuurlijk weer overschrijven, want aan de ommezijde stond in het bekende handschrift, het bekende gedicht. In het feestnummer van de krant stond de mededeeling van mijn uittreden uit den staf der redactie en als laatste bijdrage „Uit de pen van den genialen lierdichter en feuilletonschrijver Arkadij Awertsjenko", „De Roode Mond", in plaats van mijn eigen afscheidsartikel. Het ge dicht had men op mijn schrijftafel gevonden. Natuurlijk klaagde de vertoornde auteur mij wegens diefstal van zijn geestelijk eigendom aan en brandmerkte mij als plagiator. En even na tuurlijk werd ik veroordeeld. Ik weet niet, hoe- 10 April TOEN ER NOG GEEN KINDER RECHTER WAS. Wij lezen in Haarlem's Dagblad van 50 jaar geleden, dat een jongen van 14 jaar voor de Haarlemsche Rechtbank terecht stond omdat hij van een huis een stuk zinken pijp liad afgerukt en een winkelier had opgelicht voor twee zeemleeren lappen en twee ons worst. Er wordt bij gezegd: „Het veeibeiovende knaapje is in drie jaar bij 36 bazen geweest omdat hij lust in den zeedienst had naar hij zegt." Als 11-jarige moest het jochie dus al gaan werken! De Officier van Justitie eischte een ge vangenisstraf van drie jaar. De verdediger, Mr. C. G. van Reeken (die later tot rechter te Haarlem benoemd werd) verdedigde den knaap. Hij betoogde dat de diefstallen moesten worden toe geschreven aan zijn ongestadig en onge durig karakter, niet aan doortrapte boos heid. Dit gebeurde in 1890. Er moesten toen nog 30 jaren verloopen voor de Kinder rechter zijn intrede in de rechtszaal deed. Nu kunnen kinderen beneden de 16 jaar wel naar een tuchtschool, maar niet naar de gevangenis gestuurd worden. Slechts in bijzondere gevallen kan iemand van 1618 jaar tot gevangenisstraf veroordeeld wor den. veel jaar tuchthuisstraf (in plaats van een ringe geldboete) ik gekregen zou hebben, als ml geslepen verdediger niet op mijn verstoord geestestoestand gewezen had. Op aandringen mijn bezorgde familie moest ik mij in een san torium doen opnemen en het duurde langer e ik door hen, die mij lief en dierbaar waren, vo volwaardig werd gehouden. OVERDRACHT TEGELTABLEAU STATION HAARLEM. Donderdagmorgen 11 April a.s. te 11 uur zal overdracht plaats hebben van een tegeltable; dat de Nederlandsche stationskruiers ter gelege heid van het eeuwfeest der Spoorwegen aan directie der Nederlandsche Spoorwegen hebb aangeboden. Het tableau is geplaatst in het seinhi op het tweede perron van het station Haarlem. Het tableau werd ontworpen door den heer Giding. in het voorjaar de inwendige organen, bloed en darmen zuiveren. VERSTOPPING, overtollig vet. aambeien, rheumatische pijnen doen ver dwijnen, slakken en giftstoffen uit het lichaam verwijderen door een grondiga kuur met Dr. Schieffer's Stoff- wisselingzout. De weldadige wer king is verrassend. Flacon 11.BS, Dubbele tlacon 11.75 bij apotheker» I en vakdrogisten, (Adv. IngezMed.) (JN/T IN UITERE» SONATEN-AVOND. JAN HOEBEN EN JACOB BIJSTER. De Jaarlijksche Sonatenavond van den violis Jan Hoeben en den pianist Jacob Bijster bracï ditmaal als noviteiten, althans als tot dusver hie niet in 't openbaar gespeelde werken, een Sonat van Talbot-Hodge en een Ballade van Coleridge Taylor, beide dus van Engelschen oorsprong; voor! het Rondo brillant op. 70 van Schubert en de Sc na te van César Franck. Persoonlijke gegevens omtrent den componis Talbot-Hodge heb ik niet kunnen vinden. Zijn So nate voor viool en piano bestaat niet uit een op volging van al of niet thematisch verwante, onder ling gescheiden hoofddeelen en in het onafgebro ken voortloopende geheel is althans bij een eerst auditie ook geen duidelijke verdeeling te herken nen, het schijnt voornamelijk uit het beginthemi ontwikkeld te zijn. Dit thema is op een vijftonigi reeks gebouwd en de ontwikkeling toont veel tech. nische en ook wel muzikale fantasie, maar tevens een bijna voortdurende nerveuze overspanning, dit het luisteren vermoeiend maakt. Voor de uitvoe renden moet dit werk nog oneindig veel ver moeiender zijn, want het stelt aan beiden, vooral echter aan den pianist, enorme technische eischen en de wijze waarop Hoeben en Bijster daaraan vol deden, mag met bijzonderen lof vermeld worden. Heel wat bescheidener zijn de eischen die ds Ballade van Samuel Coleridge-Taylor aan hoor ders en spelers stelt. De?e componist, zoon van een Engelsche vrouw en een in Londen praktizeerenden neger-medicus leefde van 1875 tot 1912 en heef! dus door zijn vroegtijdig overlijden de moderne stroomingen in de toonkunst niet leeren kennen, Maar de stijl jijner Ballade doet denken aan een; periode, die in zijn geboortejaar al tot het verle den gerekend werd. Het is muziek, die hoofdzake lijk op uiterlijk effect speculeert, goed voor de in strumenten geschreven al schijnt de pianopartij het arrangement eener orkestpartij te zijn wel klinkend en hier en daar brillant, doch min of meer rhapsodisch, zonder veel inspiratie of logische ont wikkeling. In Schubert's „Rondo brillant" sluit het „bril- lante" het innerlijke niet uit. De heerlijke melo dieën bewijzen dit. Het was reeds in mijn kinder- iaren een mijner lievelirgsstukken. Maar het schijnt me toe dat de vertolkers van tegenwoordig zich niet den tijd gunnen om die melodieën vol doende tot hun recht te doen komen en dus den hoorder de noodige rustpunten te bieden. De in leiding en het alternatief, dat met de melodie in G gr. t. begint: hoeveel mooier en contrastrijker werken die in een rustiger tempo dan we dezen avond van Hoeben en Bijster, dan we ook een paar iaren geleden var Menuhim.en zijn zuster hoorden! Door het te snelle tempo ging bij Hoeben en Bijster ook de rythmische puntigheid in het alternatief •erloren. Een veelszins voortreffelijke vertolking gaven de beide musici van Franck's Sonate. Alleen had in het tweede hoofddeel een soberder pedalizeering meer klaarheid kunnen geven en domineerde de klank van den grooten concertvleugel soms eenigs- zins, hetgeen mede door de acoustiek der boven zaal veroorzaakt werd. Deze zaal was Dinsdagavond bijna geheel gevuld en men heeft de uitvoerenden vooral na Franck's Sonate langdurig toegejuicht. K. DE JONG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6