„BLOED VAN DE BEZETTING VAN DENEMARKEN EN NOORWEGEN. BOEDDHA" door HAROLD WARD 36 „William Lee stierf" ging York na deze inter ruptie door, „en zijn vrouw, de eigenlijke oorzaak van de oneenigheid tusschen de beide broeders, volgde hem kort daarop, de beide kinderen. Wil liam en Virginia, alleen achter latend. We zullen nu eenige jaren overslaan" York wierr een snellen blik op zijn gastheer, „en ons met den oom bezig houden. Horace Anson Lee had naam gemaakt als ontdekkingsreiziger. Op zijn tochten ontdekte hij het rotshol in Tibet, waar hij het kostbare hals snoer buit maakte, ons allen bekend als de „Bloed druppels van Boeddha". Dit halssnoer is de direc te oorzaak van de in dit huis gepleegde misdaden. De eigenlijke waarde van het snoer is niet zoo groot, maar het is een andere waarde, niet direct in geld uit te drukken, die maakte, dat verschil lende personen het trachtten in hun bezit te krij gen. De natie, die de „Bloeddruppels van Boeddha" in bezit heeft kan zeker zn'n van den steun van een groot deel van de volksstammen van Azië. Lee moest uit Tibet vluchten. Zijn achtervolgers zetten hem tot in Amerika na. en herhaalde malen werden er aanslagen op hem gepleegd. Wanho pig kwam hij tenslotte naar Oakwcod Manor en daar broeide hij een sluw plan rit, een plan. dat niet alleen zijn eigen leven zou redden, maar dat meteen de kinderen zou treffen van den man dien hy haatte. Hij liet een man komen, dien hii op een expeditie in Tibet had opgepikt, een soort zwervende zen deling, Martin Grass genaamd. Deze Grass had den titel van doctor aangenomen, waarop hij ech ter niet de minste rechten had. Hoe het ook zij, Lee sprak met dezen man af hem in Lyndon te ontmoeten. Waarom hij juist Grass als eerste slachtoffer uitzocht weet ik niet. misschien was hij bang, dat Grass hem in de toekomst geld zou willen afpersen. In ieder geval ging Grass naar Lyndon en ont moette Lee aan het station. Lee had van te voren een hypotheek op zijn bezittingen afgesloten, on der het voorwendsel dat h\j geld noodig had voor een nieuwe expeditie. Ook had hij eenige voorwer pen uit zijn verzameling voor een goeden prijs weten te verkoopen. Hij had kip noch kraai op de wereld, het was zijn bedoeling te verdwijnen en onder een anderen naam in een ander deel van de wereld weer op te duiken. De kinderen van zijn broer konden voor de onaangename gevolgen op draaien. daarom liet hij hen alles per testament na". „De schooier!!" barstte Lee uit. „Ik zal niet alle détails vertellen." hernam de kapitein, „om kort te zijn, Grass ontmoette Lee in Lyndon. Lee had er voor gezorgd, dat verschillen de menschen in Arrapahoe hem gezien hadden, in Lyndon kende vrijwel niemand hem. Hij reed terug over de Sinnissippi Heights weg. Deze weg is moei lijk te berijden, hij loopt langs diepe afgronden, en kronkelt sterk Grass, die hier nooit in de buurt geweest is, kon niet weten dat hij niet op den ge wonen weg naar Arrapahoe reed. Waarschijnlijk heeft Lee hem op een gunstig oogenblik een klap op zijn hoofd gegeven. Daarna heeft hij het gezicht van den man verminkt, zoodat herkenning onmo gelijk was, waarna hij den wagen in een afgrond heeft laten rijden. Het lichaam van Grass is er onder terecht gekomen en om zijn werk te vol tooien, heeft hij daarna het wrak in brand gesto ken. Toen het ongeluk ontdekt werd nam iedereen natuurlijk aan, dat Lee de verongelukte man was. De lijkschouwing is dan ook oppervlakkig geschied. Is dit niet zoo, meneer Lukens?" Lukens knikte. „Ik zie nu in, dat we ons ver gist hebben," zei hij, den lijkschouwer aankijkend, die een kleur kreeg. „Lee was dus zijn identiteit kwijt," vervolgde York. „Het was dus eenvoudig genoeg voor hem een anderen naam en een ander uiterlijk aan te nemen. Hij was de laatste jaren vrijwel niet in Arrapahoe geweest, bovendien had hij zich nooit veel met de inwoners bemoeid. Niemand zou trou wens ook moeite doen om in een levend persoon een ander te vermoeden, die door een ongeluk om het leven gekomen was, zooals iedereen dacht". York stopte en haalde zyn pijp voor den dag. Lee klapte in zijn handen en beval den verschijnenden Tim drank te brengen. Toen iedereen voorzien was, vatte York den draad van zijn verhaal weer op. „Lee was niet dom. Hij begreep, dat als er ooit aan zijn identiteit getwijfeld zou worden het eerste wat men doen zou, het lichaam van den zooge- naamden Lee, opgraven. De vingerafdrukken van den doodezr man zouden dan alles verraden. Hy groef dus het lijk op, of liet dit door helpers doen en sneed de vingers af. Daai-na voelde hij zich vol komen veilig." York opende het pak dat voor hem lag en nam er verschillende vellen met vingerafdrukken uit. „Hier heb ik de vingerafdrukken van jullie alle maal," zei hij. „Ik heb ze op verschillende manie ren te pakken gekregen, van glazen, koppen, bor den en zoovoort. Ook heb ik de classificatie van wylen Horace Anson Lee." „Hoe kwam je daar aan?" vroeg Fenton. „Van zijn pas! Myn chef in Washington heeft daar voor gezorgd." Voor een oogenblik zwegen allen, de aanwezigen keken gespannen toe. „Ik begrijp het niet", zei Fenton. „je hebt daar verschillende afdrukken...." Fay bukte zich over de vellen papier, en gaf een uitroep van verbazing. „Datdat zijn de af drukken die je zoo net van het lyk van dokter Grass genomen hebt!" „Juist," stemde York toe. „Wat," schreeuwde Billy Lee, „u wilt toch niet zeggen dat Grass en „De man die wij allen kenden als dokter Grass," viel York hem in de rede, „was niemand anders dan Horace Anson Lee! Hij had den naam aange nomen van den man, dien hij vermoordde... op zijn beurd werd hy gedoodhij heeft zijn zonden met den dood geboet!" HOOFDSTUK XXX. Het Einde van het Spoor. Fenton bracht tenslotte onder woorden, wat iedereen dacht: „Wie vermoordde Lee dan?" En York vervolgde na een korte pauze: „Van het oogenblik af, dat ik het onderzoek hier begon voelde ik dat de dader op een buitenge woon slimme manier ons op het dwaalspoor trachtte te brengen, maar zyn handelwijzen wa ren tè listig! Als ik maar kans zag op een enkele plaats door de sluier te kijken, waarmee hy zyn daden bedekte, dan was ik er zeker van dat ik het heele complot gemakkelijk zou kunnen doorgron den. Dat is me tenslotte gelukt en plotseling zag ik de waarheid duidelijk voor oogen. Er bleven nog enkele kleinere détails na te gaan, maar de stukken van schijnbaar zoo onontwarbare puzzle kwamen zonder eenige verdere moeite op hun plaats." Hij wachtte een oogenblik, toen niemand hem echter iets vroeg vervolgde hy: „Horace An son Lee was heelemaal niet van plan een zoo kostbaar bezit als de „Bloeddruppelen van Boedd ha" aan zijn erfgenamen na te laten! Hij had twee manieren, om zich er van te ontdoen, hij kon de steenen stuk voor stuk verkoopen, of hy kon, door bemiddeling van derden, met een re geering onderhandelen, want als een van die Tibe- taansche priesters er achter kwam, dan was z(jn doodvonnis geteekend. Hy liet dus een imitatie van het snoer maken. Dit zou hem tyd geven te ontsnappen. Daar hij wist, dat het snoer gestolen zou worden, enga geerde hij twee detectives, in zijn vermomming als dokter Grass, teneinde zichzelf te beschermen Ik heb met Blumenthal, het hoofd van het New- Yorksche bureau gepraat en die heeft me een be schrijving van zijn opdrachtgever gegeven. Het laat geen twijfel of het was Lee in de vermom ming als Grass „Maar waarom deed hij dat?" viel Lancaster den kapitein in de rede. „Hij vertelde Blumenthal dat hij van plan was de robijnen op de komende vendutie te koopen en daar hij vermoedde, dat er pogingen gedaan zou den worden om het halssnoer te stelen, wilde hy een paar detectives engageeren, die, in de rol van juweliers,- een oog in het zeil zouden houden. Blu menthal wees hiervoor aan Carol Spencer en...... Hal Lewis!" Uitroepen van verbazing klonken om de tafel. „Jij een detective!" riep Lydia Vaughan uit, „dat had ik nooit vermoed!" „Wie suggereerde u het snoer en de andere voorwerpen te verkoopen?" vroeg York daarna aan Bill Lee. De jonge man dacht een oogenblik na. „Wel... m'n advocaat, Mr. Lukensik herinner het me nu!" „Is dat zoo?" wendde York zich tot dezen. De advocaat stemde dit toe „Was dit uw eigen idee, of heeft een ander u dat voorgesteld?" „Ik ontving op zekeren dag een brief van een onbekende. De onderteekening luidde Grass, een naam die ik op dat oogenblik nooit gehoord had. Hij stelde me voor de verschillende voorwerpen uit Horace Lee's collectie publiek te verkoopen. Ik dacht er toen verder niet over na, ofschoon het me nu vreemd voorkomt dat een onbekende zou weten, dat ik de erfgenamen van Lee vertegen woordigde". „Toen u het voorstel doorgaf aan de erfgena men hebt u niet gezegd, van wien het voorstel af komstig was?" De advocaat schudde zijn hoofd. „Advocaten worden betaald voor hetgeen zij weten, of voorge ven te weten!" .(Wordt vervolgd^. Op den uitkijk. Een der voorposten aan het Westelijk front speurt de vijandelijke linies aan de overzijde van den Rijn af De haven van Oslo, welke thans, evenals vele andere strategisch) punten van de Noorsche kust, in Duitsche handen is Het Engelsche York en Lancaster Regiment hield uitgebreide oefeningen, waarvan het oversteken van een rivier in opvouwbare booten een onderdeel vormde Dr. F. C. Bursch te Oegstgeest, die wordt voorgedragen als buitengewoon hoogleeraar in de prae-historie aan de gem. universiteit te Amsterdam Koning Leopold van België nam Maandag ter gelegenheid van zijn militair jubileum te Brussel een groot troependefilé af In grillige vormen verheft zich de kust van het Deensche eiland Moën, tusschen Seeland en Fünen, dat met de overige deelen van de eilandengroep door de Duitsche troepen is bezet Kroonprins Boudewijn van België en de kleine prins Albert salueeren tijdens het troependefilé te Brussel ter eere van het jubileum van hun vader, koning Leopold De gebeurtenissen in Scandinavië worden in ons land met bijzondere spanning gevolgd. Voor de bureaux der dagbladen verdringen zich velen, om de laatste berichten op de nieuwsbulletins te lezen De werkzaamheden aan de tunnel voor het rijwiel- verkeer aan den Leidschestraatweg te Den Haag, waarvan het eerste gedeelte thans gereed is gekomen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 8