EEN VIOOL
DENEMARKEN ONDER DUITSCH BEWIND. LUCHTBESCHERMINGSOEFENINGEN
VERDWEEN....
Admiraal sir Dudley Pound verlaat het gebouw
der admiraliteit te Londen na de jongste con
ferentie over de vloot-operaties voor de
Noorsche en Deensche kust
Een proclamatie in de Deensche taal met het vermaan, de orde en rust
te bewaren, wordt aangebracht na de bezetting van Denemarken door de
Duitschers
Een der leden van de uit Denemarken
terugkeerende Fransche legatie verlaat
bij aankomst in den Haag voor een kort
oponthoud met zijn echtgenoote en
fi
ffI
m
i i
j oote luchtbescntrm.ngsoeienmgen werden Zaterdagmiddag te Amsterdam gehouden Terstond
na het klinken van het alarmsignaal begaven de brandspuiten zich naar hun posten. De demonstraties
werden bijgewoond door burgemeester dr W. de Vlugt
Voor den derden nationalen veldloop rondom den IJzeren Man te Vught was
de belangstelling uit alle deeten van het land zeer groot. H. Plum werd
winnaar van de 3'/i K.M.
Sport voor de ge-
mobiliseerden. Een
cycle cross voor
militairén werd
Zaterdag onder
groote belang
stelling te Zeist
gehouden. De
.jongens op weg
Toen Koning George van Engeland
een der Britsche havensteden bezocht,
werd juist luchtalarm gemaakt. Voordat
de vorst evenwel een schuilkelder had
kunnen bereiken, werd reeds het sig
naal .alles veilig" gegeven De koning
stapt weer in zijn auto
Het luchtwapen heeft eer) belangrijk aandeel in den feilen strijd aan de Noorsche kust ten luchtfoto, gemaakt tijdens
actie van Britsche vliegers boven het door de Duitschers bezette gebied
Denemarken onder Duitsch bewind. De troepen trekken
een der Deensche steden binnen
door
Paul Schott
1
HOOFDSTUK I
Vallentin Grangg nam in de gang van zijn cabi
ne afscheid van zijn pianiste. Het was na midder
nacht, bij de zijgangen zaten de Maleische djongos.
met over elkaar geslagen naakte voeten. Zij droe
gen witte linnen jakjes en hadden gebatikte hoofd
doeken op de zwarte haren. Hier en daar glipte nog
een late passagier uit de badkamer in zijn kajuit
De electrisclie lampen wierpen hun koud, vaal licht
over de bijna verlaten dekken. Aan niets kon men
bemerken dat bet schip zich voortbewoog, zoo
zachtjes werkte de schroef en zoo gunstig waren
de hutten op de nieuwe Hollandsche „liner" ge
bouwd. De violist Grangg keek door de gang,
schudde dan nochmaals de sportieve harde hand
van het voor hem staande meisje en zelde met zijn
rustige stem: „Ging het goed, Lena? Tenslotte
ker.t men het publiek op een dergelijke boot niet".
Ze begreep dadelijk dat bij het kleine concert
bedoelde, dat hij op het verzoek van den kapitein
en eenige passagiers op dezen avond voor een wel
dadig doel gegeven had.
„Ik geloof, dat U, inplaats van Beethoven beter
Jazz had kunnen spelen." Zjj lachte en Grangg
moest zooals altijd, dadeljjk meelachen. Maar niet
alleen haar ronde roode mond lachte, maar ook de
overmoedige jongemeisjesoogen en zelfs haar han
den met de wjjdgespreide vingers en haar schou
ders drukten vroolijkheid uit.
„Ik heb de mensohen gadegeslagen en wanneer
de kapitein iA de eetzaal niet met zijn stentorstem
de speciale aandacht had gevraagd voor den be
roemden violist Grangg. pas terug van zijn opzien
barende tournée door Egypte, en zijn wereldbe
roemde Stradivariusviool, hadden de menschen
waarschijnlijk rustig doorgepokerd en hun whisky
gedronken. Maar nu deden ze allen hun best om
te luisteren en durfden ondertusschen niet over
hun zaken en liefdesaffaires te praten."
„Ik heb slechts bemerkt, dat ze muisstil waren
en na afloop als wilden applaudisseerden
„Omdat er voor U in de geheele zaal maar één
plaats was, welke Uw aandacht gespannen hield!"
lachte het meisje.
„Wat bedoel je eigenlijk. Lena", vroeg de violist,
en het was een mal gezicht hem als een jongen te
zien blozen.
„Je wordt rood. Val! Wee mij, ongelukkige!" de
clameerde het meisje, „eiken dag worden mijn kan
sen slechter. Die Italiaansche heeft je toch maar
in deze drie korte dagen, die wij smds Alexandrië
aan boord van dit sprookjesschip zjjn, volkomen tot
haar willoozen slaaf gemaakt." Weer lachte ze
doch het nerveuze gebaar van haar handen had
den violist echter kunnen verraden, dat achter de
ze ironische woorden, een zekere angst verborgen
lag. Hij keek echter droomerig in de gang met de
beweginglooze Maleiers op hun matjes en zei ten
slotte: „Ach, onzin Lena. Ik heb nog geen honderd
woorden met haar gesproken."
En halfluid: „Ik geef toe, dat ik haar betoove-
rend en zeer lief vind maar ze schijnt heel an
dere interessen te hebben!"
„Bedoel je soms dien jongen millionair, die er
gens achter uit China komt, die met dat knappe
gezicht? Wel, wereldberoemde violisten met we
reldberoemde Stradivaria zijn toch nog altqd meer
in trek, geloof ik."
„Denk je?" vroeg hq lachend en merkte toen
eerst dat zij hem voor den gek hield.
„Voor mjj in elk geval wel", zei ze zakeljjk en
met een eenigszins bittere trek". „Maar nu ga ik
toch heusch slapen", voegde zjj eraan toe, „en
mocht je me morgen vroeg niet meer in hut 745
vinden, dan heb ik me. wegens een ongelukkige
liefde, met mijn reisstrjjkijzer om mijn hals. in de
Middellandsche Zee gestort. Wil je me dan nog be
zoeken, dan zul je je een duikerpak moeten laten
aanmeten. Ik zie de headlinies in de kranten al:
„Secretaresse van wereldberoemden violist enz.,
Ze drukte hem nogmaals lachend de hand en liep
op haar slanke rechte beenen de gang uil. I-Ia.tr
lach klonk nog in zijn ooren toen Grangg zijn hut
betrad.
Tien minuten later had hij het licht uitgedraaid
en staarde met wijdopen oogen in het halfdonker.
Door een spleet halverwege de deur schemerde
een lichtstreep, een klein gordijntje voor de open
patrijspoort werd af en toe door den warmen zee
wind bewogen, de golven maakten kleine geluidjes
tegen den scheepswand, en uit de hut naast hem
drong flauw het geluid van twee stemmen, die
echter spoedig verflauwden, tot hem door.
„Die Lena toch", dacht G/angg onwillekeurig.
„Altijd vroolijk, altijd prettig; flink, handig als een
man, en toch in alle opzichten een meisje, en niet
eens een leelijk meisje. Een ideale pianiste, een
ideale reisgenoote!" Reeds gedurende drie jaar ver
gezelde zij hem nu op zijn reizen door alle moge
lijke landen, onderhandelde met managers, bestelde
kamers, schreef brieven, voerde telefoongesprekken
en bovendien kon men alles, maar dan ook bijna
werkelijk alles, als met een kameraad met haar be
spreken. Hoe fijngevoelig en humoristisch had ze
nu weer over die Florentijnsche gesproken. Ja, hij
moest toegeven, hij had direct een groote belang
stelling gevoeld voor dit buitengewoon mooie, wat
zwaarmoedige, maar toch zoo levenslustige meisje.
En dat ondanks de bewondering, die hem overal
waar hq kwam van het vrouwelijk geslacht ten deel
viel.
Het gordijntje voor de patrijspoort stond bol. De
wind moest opgestoken zjjn, want ook het schip
begon zich zeer langzaam, nauwelijks merkbaar, te
bewegen. Men scheen de lampen in de gang voor
het grootste gedeelte gedoofd te hebben, want de
lichtstreep door de deur was nauwelijks meer te
zien. Lettergreep voor lettergreep, alsof hij de naam
in de telefoon sprak, vormden zijn lippen twee
woorden: Faustina Lorenzetti Fau sti na
Loren zet ti, fluisterde hij liefkoozend en
sliep tegelijkertijd in, met het lieflijke gezicht
voor oogen.
In zijn droomen veranderde het gezicht voortdu
rend, nam vreemde, grillige vormen aan, steeds
grilliger, tot dat het tenslotte veranderde in het
publiek van een concertzaal, waarvoor hij de nieuw
ste schlager spelen moest: „I am /o glad to kiss
you". Uit de stoelenrijen groeiden bamboewouden.
Apen slingerden zich iangs de takken op het H'ln
me van zijn spel, ergens, ver weg, zei een on
hoorbare stem: „De lampen moeten uit!" en nu
werd het donker in de zaal en de slaper voelde
zich langs een van de bamboestammen naar bene
den glijden, waarmede hjj tegelijkertijd in een diepe
droomlooze slaap verzonk.
Hjj moest een heelen tjjd geslapen hebben, toen
hij, door een licht geruisch ineens klaar wakker
was; zonder de oogen te openen hoorde hjj het
geklapper op staal, dat zich telkens herhaalde:
Dat heeft me wakker gemaakt, speelde het door
zijn hoofd, terwijl hq zich naar den wand van zijn
kooi draaide. Daarna hoorde hq vrjj dichtbij een
gekras. Het hield niet op, herinnerde hem onmid
dellijk aan een bekend geluid, dat bij het optrekken
van jalouzieën ontstaat.
Half doezelend dacht Grangg dat er misschien
aan dek ergens een touw of kabel was losgeraakt
en nu tegen den ijzeren scheepshuid slingerde.
Doch in de volgende seconde zat hij reeds over
eind, balde de vuisten er. staarde in de ijle sche
mering van de hut naar het kleine gordijntje voor
het ronde venster. Ineens ziet hij wat er ge
beurtZijn spieren en zenuwen spannen zich.
Van boven probeert men met een dikken draad
het gordijn op zij te schuiven. Dan verdwijnt de
draad en door het open raam voelt hij den koelen
nachtwind. Grangg trekt zich zoo ver mogelijk
in den schaduw terug en ziet nauwlettend toe: het
raampje is te klein om een mensch door te laten,
hoogstens zou één van de tengere Maleische
jongens er zich met groote moeite doorheen kun
nen wringen. Zou het een grapje zijn? Onzin
wie zou zooiets doen? Diefstal dus. Terwijl hij dit
denkt, zien zijn oogen reeds, hoe een handig ver
vaardigde lus in de kamer wordt geschoven en in
het halfdonker ziet hij dat het een soort lasso is,
vervaardigd van sterke buigzame geweven stof,
waarvan de lus door middel van een kleiner
touwtje, groofer of kleiner gemaakt kan worden.
Steeds vlugger volgen Grangg's gedachten elkaar
nu op: men wil wat stelen Wat? Sieraden? Bij
hem? Waanzin! VioolNatuurlijk, de „wereld
beroemde" viool, waarvan de kapitein ongelukki
gerwijze in het openbaar heeft gesproken, da
Stradivarius, zijn geliefde viool. De dief heeft de
hut onderzocht, weet, dat de viool alle avonden
naast het bed onder het venster staat, wil deza
met de lasso omhoogtrekken enverdwijnen.
Misschien legt men een gewone viool in de kist.
Wat te doen? Zal men werkelijk van boven de
kist met de lasso kunnen omvatten? Wie doet dat?,
Wie op het schip is tot zoo'n daad in staat?
Het 'Ijkt een waanzin! Overmorgen zijn wjj
pas in Genua. Onderzoek van de passagiers.
Schandaal. Wie zou een Stradivarius koopen? Va
lentin Grangg's Stradivarius viool, een van de drie
beste ter wereld Heel langzaam en met een raad
selachtige bewegelijkheid komt de lus dichter bfl
de vioolkist, schuift nader en nader. Zeer voorzich
tig sluipt Grangg naar het raampje. Er is niets ta
zien, het touw schjjnt van boven ergens uit het
niets te komen. Nu is het stil blijven hangen. Zoo
te zien is het onmogelijk om het rond de kist te
krijgen. Opnieuw denkt de violist zeer vlug: direct
moet er iets anders gebeuren, er zal een hoofd ver
schijnen, misschien een hand. Met kloppend hart
staart hjj naar het stukje blauwe lucht in het ven
ster niets. Het touw ligt flauwtjes, verder geen
geluid. Dan plotseling van den bovensten rand van.
het venster, langzaam voortschuivend, als de wq-
zers van eer klok, Jie nn-n gadeslaat,.twee vir.geri
waartusscheu het Louw loopt.
XWordt vervolgd^