Haarlems Dagblad Britsche en Noorsche strijdkrachten in contact Minister de Geer richt zich tot het Nederlandsche Volk Een vreemde herinnering. Amerika wil Japan troeven. Lijdelijk verzet der Britsch-lndiërs. Artikelen- Staat van beleg voor het geheele land 57e Jaargang No. 17434 Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant- Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groote Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro- dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12. Telefoon: Directie 13082. Hoofdred. 15054, Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724, 14825. Soendaplein 1223a Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Directie; P W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM Vrijdag 19 April 1940 Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regelt ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per regel Regelabonnementstarieven op aanvraag. Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer ai5. Groentjes zie rubriek. Ook in deze ontwrichte tijden worden groote fi guren uit het verleden herdacht. Zoo was het on langs met Emile Zola, den grooten schrijver, die de leider was van het naturalisme en nog meer de steever naar verstandelijke waarheid .en de voor vechter van Dreyfus' onschuld. Zoo is het nu weer met Odilon Redon den schilder, wiens droomge dachten velen niet verstaan maar wiens prachtige vormgeving zeer veel bewonderaars is blijven hou den. En als derde in de trits dezer herdenkingen verschijnt, wonderlijker wijzeBeau Brummell. De geschiedenis, grillig in haar keuze van die wei nigen die zij voor vergetelheid behoedt, heeft ne vens groote figuren als Zola en Redon en andei*en de vreemde herinnering doen voortleven aan een Engelschen dandy, den leider van „society" onder" den Prins-Regent van Engeland die later Koning George IV werd. Hij was geen groot Regent en geen groot Koning, hij leidde een wild en onbe- heersoht leven en vervreemdde zich op den duur van zijn volk. En misschien is wel de belangrijk ste gebeurtenis uit zijn loopbaan, dat tijdens zijn bewind (hij was Regent van 1811-1820 en Ko ning van 1820-1830) Napoleon naar St. Helena ver bannen werd. Maar evenals het Fransche hofleven ten tijde van Louis XV een historisch beeld is gaan vormen deed dat ook de Engelsche society tijdens den Prins-Regent. En zoo praalt nog steeds in de schimmige herinnering aan dat weelderige, lichte lijk loszinnige tijdvak de figuur van George Bryan Brummell. Hij was een man van bescheiden af komst, hij stamde niet uit den adel en behoorde er evenmin toe. Maar hij slaagde er door zijn eigen aardige eigenschappen en ambities in, de onbetwis te leider van society en van den goeden smaak te worden. Dit laatste bereikte hij niet alleen in zijn feillooze kleeding, die overigens wars van alle opzich tigheid en aanstellerij was, en in zijn onberispelijke manieren maar ook in zijn conversatie. In dat tijd perk gold conversatie nog als een kunst. Brummell bezat zoowel geest als persoonlijkheid, zoowel tact als fijnen spot. Hij was niet alleen de leider der mannen-mode van de wereld-waarin-men-zich- verveelt, hij was waarlijk een man van bijzondere- intelligentie. Zijn tijdgenooten hebben van hem ge tuigd dat hij met zijn gaven veel had kunnen be reiken op velerlei gebied: als politicus, als littera tor, ook als teekenaar, want zijn potloodschetsen toonden een bijzonder talent. Maar Beau Brummell wilde dat alles niet. Hij wenschte slechts de leider van society en de „arbiter" van den goeden smaak te wezen. Het leidde tot zijn ongeluk en zijn ver val. En gij kunt ongeduldig de schouders ophalen en zoo'n man als een ijdelen nietsnut bestempelen. Gij kunt u er aan ergeren dat hij nu nog herdacht wordt. Maar gij kunt hem ook objectief zien en met belang stelling waarnemen, in dezen gansch anderen tijd, dat zulk een figuur teekenend was voor een periode in Engelands historie en daarin een soort van lei- deide positie kon innemen. Zijn spot werd gevreesd, men hechtte aan zijn woord, hij had invloed. En Lord William Pitt Lennox heeft van hem gezegd: „Van al mijn kennissen was Brummell het eenvou digst en minst opvallend gekleed. Hij vermeed ju- weelen, kleuren en prullen. Zijn kleeding was voor treffelijk en vooral: zij paste bij zijn persoon. Des ondanks streefde hij niet naar effect. In zijn ver schijning was niets gemaakts". Lord Byron, de dich ter, getuigde van hem dat er niets bijzonders aan BrummelTs verschijning was behalve „een zekere exquise gepastheid". En daarom heette hij Beau Brummell. Hij was geen Adonis, geen mooie man, maar het ideaal van den goeden stijl, van de verfijning van een tijd, waarin stijl en verfijning hoog werden aangeslagen. Is het niet belangwekkend daaraan te herinneren in een tijd als deze? Beau Brummell's glorietijd duurde kort. Hij was aanvankelijk de beschermeling van den Prins- Regent. Het was moeilijk dat te blijven bij een zoo grillig man en tenslotte maakte zijn succes hem overmoèdig. Toen waagde hij het den Regent dwars te zitten en Maria Fitzherbert, met wie de vorst een morganatisch huwelijk sloot, te bespotten. Zij en Brummell haatten elkaar. Zijn ironie bracht hem in ongenade, zijn schulden deden het overige en in datzelfde gedenkwaardige jaar 1815, het jaar van Waterloo, was hij genoopt voor zijn crediteuren naar Frankrijk te vluchten. Daar leefde hij eerst nog als een soort held-der-mode in het kleine Calais. Later gaf men hem het baantje van Engelsch con sul in het stadje Caen. Maar hij behartigde het slecht en het werd na twee jaar opgeheven. Toen daagden de schuldeischers weer op en lieten hem in de „schuldgevangenis" (herinnering aan Dickens' Pickwick Papers) werpen. Hij werd daaruit tenslotte bevrijd maar raakte in diepe armoede, kwam ten slotte in een toestand van geeste^verbijstering en belandde in een gesticht waarin hij in 1840 stierf. Dat is nu honderd jaar geleden. Voor Engelsche be zoekers is zijn graf op het kerkhof van Caen nog steeds een bezienswaardigheid.... R. P. Burgerwacht. Benoeming afdeelingscommandanten. Bij de Vrijwillige Burgerwacht te Haarlem zijn drie afdeelingscommandanten benoemd, namelijk van de afdeeling Hulppolitie de heer K. H. R. Mei- nema, inspecteur van politie, tevens plaatsvervan gend commandant: van de afdeeling Technische Dienst ir. H. Hollaar adjunct-directeur van de Haarlemsche Duinwaterleiding: van de afdeeling Economische Dienst de heer J. C. C. Voorvelt, oud-directeur van Openbare Werken in voormalig Schoten. KABELBALLON OVER LEMMER. LEMMER, 19 April. Vanochtend is een groote kabelballon, vermoedelijk een Engelsche, uit zee komend Lemmer gepasseerd. De ballon is in Zuid oostelijke richting verdwenen. Nieuwe Engelsche ontschepingen Britten en Duitschers leveren hun eerste gevecht Het Britsche ministerie van oorlog deelde gisteravond het volgende mede: „De landing van Britsche troepen in Noor wegen gaat voort. Er is contact tot stand ge komen met de Noorsche strijdkrachten en de krijgsverrichtingen gaan voort." Volgens Reuter schijnt het zeker dat Britsche troepen geland zijn te Namsos op ongeveer 80 mijl ten noorden van Drontjhem. Naar het Zweedsche blad ..Dagens Nyheter" meldt wordt in berichten uit het gebied van Dronthjem melding gemaakt van het eerste treffen tusschen de Britsche en Duitsche troepen in Noorwegen. Het treffen vond plaats nabij Namsos en de Duitschers werden teruggeslagen. De Duitsche strijdmacht bestond uit een detachement, dat per vliegtuig van het nabij Dronthjem gele gen vliegveld van Varnes was aangevoerd. De Noorsche regeering heeft een bericht ont vangen van den Noorschen bevelhebber in Noord-Trondelag (provincie Dronthjem). waar in hij bevestigt dat de strijdkrachten ter zee en in de lucht met de geallieerde strijdkrachten in verbinding zijn getreden. Het bericht, dat door het Noorsche Telegraaf Agentschap is uitgegeven, verklaart dat de troepen in Noord-Trondelag en Noord-Noorwegen over het algemeen in staat zijn stand te houden. De toe stand verbetert geleidelijk. Het hoofdkwartier van het Noorsche leger maakt melding van de aankomst der eerste verbindings-officieren in het hoofdkwar tier. Het Noorsche front in het zuidoosten schijnt vol gens de laatst ontvangen berichten te loopen van het zuidelijk deel van het Mjösa-meer, 55 km. ten noorden van Oslo, naar het zuidelijk deel van de Randfjord, op 50 km. ten noordwesten van Oslo, dan buigt het scherp naar het zuidelijk deel van het Sperillen meer op ongeveer 65 km. ten noordwesten van Oslo. Voorts wordt uit Stockholm vernomen dat de Duitschers doorgaan met rond Dronthjem uiterst krachtige verdedigingsmaatregelen te nemen, want de Duitschers beginnen ernstige moeilijkheden te ondervinden bij het vervoer van troepen per vlieg tuig, daar de smeltende sneeuw het landen zeer bemoeilijkt. Volgens „Social Demokraten" dwingen de Duit schers de Noorsche burgerbevolking van 16 tot 50 jaar tot het verrichten van werkzaamheden bij den aanleg van verdedigingswerken. De burgers aldus dit blad, wijken echter liever naar Zweden uit dan het Noorsche vaderland tegen te werken. Men weet niet, waar de regeering zetelt en om trent de verblijfplaats van den Koning wordt het stilzwijgen bewaard. Eveneens uit Zweedsche bron komt het bericht dat Dinsdag tijdens den aanval der Britsche lucht strijdkrachten op Dronthjem zeven Duitsche vlieg tuigen werden vernietigd en dat Woensdag bij den luchtaanval op Stjördal en Varnes 5 Duitsche vlieg tuigen zijn vernietigd. DUITSCHERS VERWACHTEN OFFENSIEF. Volgens een Reuterbericht uit Dronthjem treffen de Duitsche troepen aldaar koortsach tige voorbereidingen in verband met een ver wachten aanval door Britsche en Noorsche strijdkrachten. In de Noorsche grensplaats Norrdli is telefonisch bericht ontvangen, dat, naar men gelooft, Britsche afdeelmgen te Nam sos, 130 Kilometers ten noorden van Dronth jem, geland zijn. Vqlgens berichten uit Midden-Zweden zou een geallieerd offensief binnen enkele uren verwacht kunnen worden. Men verklaart, dat de mobilisatie der Noren in dit gebied thans voltooid is. „Super-slagschepen" van ruim 50.000 ton. De leider der vlootoperaties. admiraal Stark, heeft in de Amerikaansche Senaatscommissie voor marine-aangelegenheden verklaard dat Amerika overweegt „superdreadnoughts" van 52.000 ton op stapel te zetten als antwoord op den door Japan besloten bouw van acht bodems van 43.000 ton, waarover berichten zijn ont vangen. De Amerikaansche senaat heeft een wetsontwerp aangenomen, waarbij 964 millioen dollars worden gevoteerd voor de Amerikaansche marine voor het op 1 Juli a.s. beginnende financieele jaar. Met en kele kleine amendementen is hel ontwerp naar het Huis van Afgevaardigden teruggezonden. Het wetsontwerp stelt o.m. de middelen ter be schikking voor de op stapel zetting van twee slag schepen van 50.000 ton. Acht slagschepen staan reeds op stapel. Ongehoorzaamheidsactie zal worden afgekondigd. WARDHA, 18 April. De werkcommtssie van het Britsch-Indische Congres heeft eer. resolutie aangenomen, waarin de Congres commissies in het. geheele land worden op geroepen de afkondiging van de burger lijke ongehoorzaamheid voor te bereiden. De resolutie ls goedgekeurd, na beraadslagingen van vier dagen, waaraan door Gandhi werd deelgenomen. (Reuter). Duitsche versterkingen worden in groote trans portvliegtuigen in allerijl uit Zuid-Noorwegen ge zonden. Gemeld wordt dat alle bruggen bij Dronth jem ondermijnd zijn. Men heeft gezien dat een groot Duitsch l vrachtschip in de binnenhavens tanks, zwaar geschut cn luchtdoelgeschut ont scheept heeft. Volgens de laatste te Stockholm ont vangen berichten hebben de Duitschers het exer citieterrein en het vliegveld te Stjördal, dertig ki lometer ten oosten van Dronthjem aan de spoorlijn naar Zweden, bezet. DE STRIJD TER ZEE EN IN DE LUCHT. De Britsche admiraliteit maakte Donderdag nog bekend: „Gedurende de laatste twee dagen zijn zeer ge slaagde operaties ten uitvoer gelegd door de vlieg tuigen van de vloot. Dinsdag zijn ter hoogte van Bergen vijandelijke schepen aangevallen: een transportschip werd tot zinken gebracht. Boven dien werd een duikboot, die aan de oppervlakte lag, aangevallen, waarbij een treffer werd ge plaatst. Woensdag hebben onze vliegtuigen herhaal delijk den strijd aangeboden met vijandelijke vlieg tuigen, die onze schepen, welke van het bombar dement van het vliegveld van Stavanger terugkeer den, trachtten aan te vallen. Een Heinkeltoestel en een Dorniervliegboot werden neergeschoten, terwijl twee Heinkels en een Dorniervliegboot werden be schadigd. Al onze vliegtuigen keerden behouden terug. Verder wordt bekend gemaakt, dat de krui ser, waarvan werd medegedeeld, dat hij na een bombardement van een vliegveld bij een luchtaan val beschadigd was, thans zijn basis bereikt heeft". Het opperbevel der Duitsche weermacht heeft thans een communiqué uitgegeven, waarin een uit voerig relaas wordt gegeven van den moedigen strijd, die geleverd is door de Duitsche torpedo- bootjagers bij Narvik. Omtrent den slag van 13 April wordt medegedeeld dat de Engelsche strijd krachten verre in de meerderheid waren en dat Duitsche schepen den strijd hebben volgehouden, tot zij alle munitie hadden verschoten en den vij and zeer zware verliezen hadden toegebracht. „Zij hebben als Duitsche soldaten de eer van de Duit sche marine en de roemrijke traditie van het tor- pedobootwapen in de hoogste mate hooggehouden. De Duitsche weermacht ziet naar hen met vol doening. Het Duitsche volk kan trotsch zijn op zijn zonen. Narvik en zijn omgeving zijn in Duitsche handen". lllllillHlliq R. P.: Een vreemde herinnering. pag. 1 v. H.: Hollywood zorgt voor een ver rassing: „Golden Boy". pag. 4 H. D. Vertelling: De wet en de ci troen. pag. 4 Van onzen Zweedschen correspon dent: De Duitsche inval in Noorwe gen. pag. 5 Voor de Jeugd. pag. 8 K. de Jong: Piano-recital Felix de Nobel. pag. 9 G. J. Kalt: Vrfjz. Luthersch Dames koor. pag. 9 J. B. Schuil: Kennemer Lyceum Re vue. pag. 9 Laatste Berichten op pagina 11 linMitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Mr. dr. F. S. Wit te veen. Gaat 1 Juli a.s. met pensioen. De administrateur der afd. onderwijs, personeels zaken, verkiezingen en militaire zaken ter Prov. Griffie van Noord-Holland, mr. dr. F. S. Witteveen. te Haarlem, heeft met ingang van 1 Juli a.s. ontslag gevraagd, wegens het bereiken van den pensioen gerechtigden leeftijd. Mr. dr. Witteveen werd in 1874 geboren in Oost- Dongeradeel (Fr.) waar zijn vader burgemeester was en promoveerde te Leiden in de rechten in Maart 1896. Daarna werd hij volontair ter gemeen te-secretarie van Leeuwarden, en promoveerde, na voortgezette studie, tot doctor in de staatsweten schappen. In Juni 1900 werd hij gemeente-secre taris te Vlissingen, in 1915 referendaris, chef der afd. Openbare Werken, te 's Gravenhage en vervol gens gemeentesecretaris te Delft. Met ingang van 1 September 1918 werd de heer Witteveen benoemd tot hoofdcommies, chef der afd. onderwijs en verkiezingen, ter prov. griffie van Noord-Holland, die later werd uitgebreid met per soneels- en militaire zaken; sinds eenige jaren heeft hij den rang van administrateur. Hij is ook belast met het samenstellen der notulen van de vergaderingen der Prov. Staten. Mr. dr. Witteveen is voorts secretaris van de Commissie van Advies voor het Buitengewoon Onderwijs en sedert 1 Juli 1929 secretaris der Com missie van Toezicht op het M. O. Als chef van de genoemde afdeeling ter Prov. Griffie is tot opvolger van mr. dr. Witteveen be noemd mr. -P. F. Westerling, thans referendaris. Het woord is aan De Zakenwereld: De tijd. om voorzichtig te zijn is, wan neer gü een hand vol troeven hebt. GEEN VERSTREKKING VAN BRANDSTOF TOESLAG. Met ingang van deze weck is de verstrekking van den brandsloffentoeslag groot een gulden per week stop gezet, zoodat de ondersteunden deze week f 1,05 minder steun ontvangen namelijk de brand- sloftoeslag plus de 5 pet. toeslag vanwege de duurte AANBESTEDING. Hedenmorgen werd door den Rijkswaterstaat te Haarlem aanbesteed het vervangen van een palen- regel langs de oostzijde van het Noord-Hollandsch Kanaal door een beschoeiing, onder de gemeente Den Helder. Het laagst werd ingeschreven door I. C. Kooyman te Harlingen voor 3690. HEDEN: 14 PAGINA'S. Opwekking tot koelbloedigheid en vertrouwen Minister De Geer heeft heden middag half twee de volgende radiorede öitgesproken: Waarde luisteraars in Nederland en in de over- zeesche gebiedsdeelen. Nu de spanningen waarmee hel wereldgebeuren ons sinds September jl. vervult, sedert kort weer zijn toegenomen, wil ik een enkel woord tot u richten. En wel in de voornaamtse plaats om u op te wekken tot koelbloedigheid en vertrouwen. Koelbloedigheid is niet in strijd met de waak zaamheid, die thans van ons wordt geëischt, maar versterkt haar. Een uit zijn evenwicht geslagen volk zal in de ure des gevaars niet zijn volle kracht kunnen in zetten. Bovendien trekt nervositeit het gevaar aan. Wie voortdurend in den afgrond kükt, waarlangs zijn weg voert, wordt gemakkelijk duizelig en stort omlaag. Iets dergelijks geldt hier. Reeds hebben wij gezien hoe overmatige beduchtheid dat onze neutranteit worden geschonden, de neiging deed opkomen haar vrijwillig prijs te geven door het maken van afspraken met belligerenten. Al zulke onrustigheid moeten wij verre van ons houden. Het zal ons het gemakkelijkst vallen, indien wij een juist begrip hebben van onze positie. Ieder volk heeft evenals ieder mensch zijn eigen roeping in deze wereld. De roeping van ons volk is er thans eene van die nende neutraliteit. Wij staan buiten het conflict en wij zi;- ten allen tijde bereid, aan de oorlogvoerende mogendheden, indién zij dit wederzijds wenschen, onze diensten ter beschikking te stellen, tot afwending van de onmetelijke ramp die hen allen bedreigt indien zij tot het bittere eind dezen strijd voeren. De houding van Italië ten opzichte van Engeland vestigt thans de aandacht op de steunpunten der geallieerden in de Middellandsche Zee. Een overzicht van de vlootbasis op Malta. Op den voorgrond Fransche en Engelsche oorlogs bodems. Ons vredespaleis staat voor hen open. En onze vredesgedachte vergezelt hen. En wel allen gelijkelijk. Er is geen sprake van, dat wij met beide, laat staan met een van beide partijen vertrouwelijk zou den gaan spreken over het onderstelde geval dat de andere partij ons aanvalt. Wij steunen, voorzoover het menschen betreft, uit sluitend op onszelf. Bovendien hebben wij van beide zijden de verze kering ontvangen, dat onze neutraliteit zal worden ontzien, zoolang wij haar zelf handhaven. Omtrent dit laatste is iedere twijfel uitgesloten. Reeds daar om hebben wij aan afspraken geen behoefte, en schuwen wij die, daar zij onze neutraliteit zouden te kort doen. De plichten, aan onze neutraliteitspositie verbon den, zijn voor de regeering even heilig als de rechten eruit voortvloeiende. Daarom wijst de regeering af iedere hulp of be scherming van derden, onverschillig of zij van 'ie eene of van de ardere zijde komt, en onverschil lig of zij daadwerkelijk zou worden opgedrongen dan wel in een belofte zou worden neergelegd. Dit geldt ook voor onze overzeesche gebiedsdeelen. De plichten, waarom het hier gaat, zijn velerlei. De regeering begrijpt er ook. en wel in de aller eerste plaats, onder: het tot den hoogsten graad opvoeren, met alle beschikbare middelen, van de weerkracht der natie. Sinds September heeft zij hieraan dagelijks haar krachten gewijd en daarbij niet verzuimd gebruik te maken van de natuur lijke hulpmiddelen, welke de bodemgesteldheid van ons land in zoo rijke mate biedt Het resultaat is hierdoor bereikt, dat geen enkele oorlogvoerende mogendheid vrees behoeft te koes teren. over ons grondgebied onverhoeds te wor den aangevallen. Wie ons land binnenkomt om van hier den achterliggenden vijand te bestoken, zal zich den weg op de meest drastische wijze zien versperd. Dit beveiligt elk der strijdende partijen. En dit geeft ons een recht te meer om te vertrouwen op het wederzijds gegeven woord, dat onze neutra liteit zal worden geëerbiedigd. Ik ben overtuigd, dat ik voor de meesten uwer met het voorafgaande geen nieuws gezegd heb. Maar diegenen, die, onder invloed misschien van in het buitenland verspreide geruchten, mochten vreezep, dat wij ons niet onder alle omstandigheden zouden verweren, of dat onze neutraliteit doorkruist wordt door politieke combinaties, zij het vandaag nog eens stevig gezegd: de gedragslijn der regeering is voor eens en voor altijd bepaald: wij zullen eer lijk en loyaal, volledig cn consequent, onze neutra liteit naar alle zijden handhaven, verlokking noch bedreiging zullen ons hiervan doen afwijken, en preventief-toegedachte hulp hierbij zal met wapen geweld worden gekeerd. Bovendien kan ik in dit verband mee- deelen, dat de regeering, ten einde deze haar gedragslijn nog steviger te verankeren, besloten heeft de afkondiging van den staat van beleg, die tevoren reeds voor tal van streken heeft plaats gehad, tot het geheele land uit te breiden. I)e bevolking in het algemeen zal daarvan even weinig be merken als zij tot dusver bemerkt heeft van het feit, dat de staat van oorlog overal en de staat van beleg in een groot deel van het land gold. En nu moge ik hieraan tenslotte toevoegen den ernstigen raad, alle onnutte cn verslappende onrus tigheid te laten varen. Wie aan zijn plicht getrouw is. behoeft nooit on rustig te zijn. Indien ons land zijn roeping vervult, mag het de uitkomst veilig overlaten aan Hem. die ons lot bestuurt. Het was in een tijd. toen de golven niet minder hoog gingen dan nu, dat de grondlegger van ons volksbestaan het „saevis tranquillus in undis" kalm te midden van de woeste baren tot zijn le ven sdevies koos. Laat ons zijn voorbeeld volgen. Als natie. En ook in ons persoonlijk leven. Wat de toekomst brengen zal, Ls ons onbekend. In Gods kracht, en naar het licht dat Hij ons geeft, willen wij doen wat voor menschen mogelijk is om haar veilig te maken voor ons en onze kinderen. Wij willen dat doen in rustelooze activiteit, de ar men gestrekt en de lendenen omgord Maar om het dan verder alles vertrouwend in handen te stellen van Hem. die weet wat wij noodig hebben en die ook door de diepste duisternis voert naar Zijn wonderbaar licht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 1