Haarlems Dagblad
Britsche en Noorsche
strijdkrachten
in contact
Minister de Geer richt zich
tot het Nederlandsche Volk
Een vreemde
herinnering.
Amerika wil Japan troeven.
Lijdelijk verzet der
Britsch-lndiërs.
Artikelen-
Staat van beleg voor
het geheele land
57e Jaargang No. 17434
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant-
Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groote
Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082. Hoofdred. 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825. Soendaplein 1223a
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie; P W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Vrijdag 19 April 1940
Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10,
per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse
nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regelt
ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per
regel Regelabonnementstarieven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
ai5. Groentjes zie rubriek.
Ook in deze ontwrichte tijden worden groote fi
guren uit het verleden herdacht. Zoo was het on
langs met Emile Zola, den grooten schrijver, die
de leider was van het naturalisme en nog meer de
steever naar verstandelijke waarheid .en de voor
vechter van Dreyfus' onschuld. Zoo is het nu weer
met Odilon Redon den schilder, wiens droomge
dachten velen niet verstaan maar wiens prachtige
vormgeving zeer veel bewonderaars is blijven hou
den. En als derde in de trits dezer herdenkingen
verschijnt, wonderlijker wijzeBeau Brummell.
De geschiedenis, grillig in haar keuze van die wei
nigen die zij voor vergetelheid behoedt, heeft ne
vens groote figuren als Zola en Redon en andei*en
de vreemde herinnering doen voortleven aan een
Engelschen dandy, den leider van „society" onder"
den Prins-Regent van Engeland die later Koning
George IV werd. Hij was geen groot Regent en
geen groot Koning, hij leidde een wild en onbe-
heersoht leven en vervreemdde zich op den duur
van zijn volk. En misschien is wel de belangrijk
ste gebeurtenis uit zijn loopbaan, dat tijdens
zijn bewind (hij was Regent van 1811-1820 en Ko
ning van 1820-1830) Napoleon naar St. Helena ver
bannen werd. Maar evenals het Fransche hofleven
ten tijde van Louis XV een historisch beeld is gaan
vormen deed dat ook de Engelsche society tijdens
den Prins-Regent. En zoo praalt nog steeds in de
schimmige herinnering aan dat weelderige, lichte
lijk loszinnige tijdvak de figuur van George Bryan
Brummell. Hij was een man van bescheiden af
komst, hij stamde niet uit den adel en behoorde er
evenmin toe. Maar hij slaagde er door zijn eigen
aardige eigenschappen en ambities in, de onbetwis
te leider van society en van den goeden smaak te
worden. Dit laatste bereikte hij niet alleen in zijn
feillooze kleeding, die overigens wars van alle opzich
tigheid en aanstellerij was, en in zijn onberispelijke
manieren maar ook in zijn conversatie. In dat tijd
perk gold conversatie nog als een kunst. Brummell
bezat zoowel geest als persoonlijkheid, zoowel tact
als fijnen spot. Hij was niet alleen de leider der
mannen-mode van de wereld-waarin-men-zich-
verveelt, hij was waarlijk een man van bijzondere-
intelligentie. Zijn tijdgenooten hebben van hem ge
tuigd dat hij met zijn gaven veel had kunnen be
reiken op velerlei gebied: als politicus, als littera
tor, ook als teekenaar, want zijn potloodschetsen
toonden een bijzonder talent. Maar Beau Brummell
wilde dat alles niet. Hij wenschte slechts de leider
van society en de „arbiter" van den goeden smaak
te wezen. Het leidde tot zijn ongeluk en zijn ver
val. En gij kunt ongeduldig de schouders ophalen en
zoo'n man als een ijdelen nietsnut bestempelen. Gij
kunt u er aan ergeren dat hij nu nog herdacht wordt.
Maar gij kunt hem ook objectief zien en met belang
stelling waarnemen, in dezen gansch anderen tijd,
dat zulk een figuur teekenend was voor een periode
in Engelands historie en daarin een soort van lei-
deide positie kon innemen. Zijn spot werd gevreesd,
men hechtte aan zijn woord, hij had invloed. En
Lord William Pitt Lennox heeft van hem gezegd:
„Van al mijn kennissen was Brummell het eenvou
digst en minst opvallend gekleed. Hij vermeed ju-
weelen, kleuren en prullen. Zijn kleeding was voor
treffelijk en vooral: zij paste bij zijn persoon. Des
ondanks streefde hij niet naar effect. In zijn ver
schijning was niets gemaakts". Lord Byron, de dich
ter, getuigde van hem dat er niets bijzonders aan
BrummelTs verschijning was behalve „een zekere
exquise gepastheid".
En daarom heette hij Beau Brummell. Hij was
geen Adonis, geen mooie man, maar het ideaal van
den goeden stijl, van de verfijning van een tijd,
waarin stijl en verfijning hoog werden aangeslagen.
Is het niet belangwekkend daaraan te herinneren in
een tijd als deze?
Beau Brummell's glorietijd duurde kort. Hij was
aanvankelijk de beschermeling van den Prins-
Regent. Het was moeilijk dat te blijven bij een zoo
grillig man en tenslotte maakte zijn succes hem
overmoèdig. Toen waagde hij het den Regent dwars
te zitten en Maria Fitzherbert, met wie de vorst een
morganatisch huwelijk sloot, te bespotten. Zij en
Brummell haatten elkaar. Zijn ironie bracht hem in
ongenade, zijn schulden deden het overige en in
datzelfde gedenkwaardige jaar 1815, het jaar van
Waterloo, was hij genoopt voor zijn crediteuren
naar Frankrijk te vluchten. Daar leefde hij eerst
nog als een soort held-der-mode in het kleine Calais.
Later gaf men hem het baantje van Engelsch con
sul in het stadje Caen. Maar hij behartigde het
slecht en het werd na twee jaar opgeheven. Toen
daagden de schuldeischers weer op en lieten hem
in de „schuldgevangenis" (herinnering aan Dickens'
Pickwick Papers) werpen. Hij werd daaruit tenslotte
bevrijd maar raakte in diepe armoede, kwam ten
slotte in een toestand van geeste^verbijstering en
belandde in een gesticht waarin hij in 1840 stierf.
Dat is nu honderd jaar geleden. Voor Engelsche be
zoekers is zijn graf op het kerkhof van Caen nog
steeds een bezienswaardigheid....
R. P.
Burgerwacht.
Benoeming afdeelingscommandanten.
Bij de Vrijwillige Burgerwacht te Haarlem zijn
drie afdeelingscommandanten benoemd, namelijk
van de afdeeling Hulppolitie de heer K. H. R. Mei-
nema, inspecteur van politie, tevens plaatsvervan
gend commandant: van de afdeeling Technische
Dienst ir. H. Hollaar adjunct-directeur van de
Haarlemsche Duinwaterleiding: van de afdeeling
Economische Dienst de heer J. C. C. Voorvelt,
oud-directeur van Openbare Werken in voormalig
Schoten.
KABELBALLON OVER LEMMER.
LEMMER, 19 April. Vanochtend is een groote
kabelballon, vermoedelijk een Engelsche, uit zee
komend Lemmer gepasseerd. De ballon is in Zuid
oostelijke richting verdwenen.
Nieuwe
Engelsche
ontschepingen
Britten en Duitschers leveren hun eerste gevecht
Het Britsche ministerie van oorlog deelde
gisteravond het volgende mede:
„De landing van Britsche troepen in Noor
wegen gaat voort. Er is contact tot stand ge
komen met de Noorsche strijdkrachten en de
krijgsverrichtingen gaan voort."
Volgens Reuter schijnt het zeker dat Britsche
troepen geland zijn te Namsos op ongeveer 80
mijl ten noorden van Drontjhem.
Naar het Zweedsche blad ..Dagens Nyheter"
meldt wordt in berichten uit het gebied van
Dronthjem melding gemaakt van het eerste
treffen tusschen de Britsche en Duitsche
troepen in Noorwegen.
Het treffen vond plaats nabij Namsos en de
Duitschers werden teruggeslagen. De Duitsche
strijdmacht bestond uit een detachement, dat
per vliegtuig van het nabij Dronthjem gele
gen vliegveld van Varnes was aangevoerd.
De Noorsche regeering heeft een bericht ont
vangen van den Noorschen bevelhebber in
Noord-Trondelag (provincie Dronthjem). waar
in hij bevestigt dat de strijdkrachten ter zee en
in de lucht met de geallieerde strijdkrachten in
verbinding zijn getreden.
Het bericht, dat door het Noorsche Telegraaf
Agentschap is uitgegeven, verklaart dat de troepen
in Noord-Trondelag en Noord-Noorwegen over het
algemeen in staat zijn stand te houden. De toe
stand verbetert geleidelijk. Het hoofdkwartier van
het Noorsche leger maakt melding van de aankomst
der eerste verbindings-officieren in het hoofdkwar
tier.
Het Noorsche front in het zuidoosten schijnt vol
gens de laatst ontvangen berichten te loopen van
het zuidelijk deel van het Mjösa-meer, 55 km. ten
noorden van Oslo, naar het zuidelijk deel van de
Randfjord, op 50 km. ten noordwesten van Oslo, dan
buigt het scherp naar het zuidelijk deel van het
Sperillen meer op ongeveer 65 km. ten noordwesten
van Oslo.
Voorts wordt uit Stockholm vernomen dat de
Duitschers doorgaan met rond Dronthjem uiterst
krachtige verdedigingsmaatregelen te nemen, want
de Duitschers beginnen ernstige moeilijkheden te
ondervinden bij het vervoer van troepen per vlieg
tuig, daar de smeltende sneeuw het landen zeer
bemoeilijkt.
Volgens „Social Demokraten" dwingen de Duit
schers de Noorsche burgerbevolking van 16 tot 50
jaar tot het verrichten van werkzaamheden bij den
aanleg van verdedigingswerken. De burgers aldus
dit blad, wijken echter liever naar Zweden uit dan
het Noorsche vaderland tegen te werken.
Men weet niet, waar de regeering zetelt en om
trent de verblijfplaats van den Koning wordt het
stilzwijgen bewaard.
Eveneens uit Zweedsche bron komt het bericht
dat Dinsdag tijdens den aanval der Britsche lucht
strijdkrachten op Dronthjem zeven Duitsche vlieg
tuigen werden vernietigd en dat Woensdag bij den
luchtaanval op Stjördal en Varnes 5 Duitsche vlieg
tuigen zijn vernietigd.
DUITSCHERS VERWACHTEN
OFFENSIEF.
Volgens een Reuterbericht uit Dronthjem
treffen de Duitsche troepen aldaar koortsach
tige voorbereidingen in verband met een ver
wachten aanval door Britsche en Noorsche
strijdkrachten. In de Noorsche grensplaats
Norrdli is telefonisch bericht ontvangen, dat,
naar men gelooft, Britsche afdeelmgen te Nam
sos, 130 Kilometers ten noorden van Dronth
jem, geland zijn.
Vqlgens berichten uit Midden-Zweden zou
een geallieerd offensief binnen enkele uren
verwacht kunnen worden. Men verklaart, dat
de mobilisatie der Noren in dit gebied thans
voltooid is.
„Super-slagschepen" van ruim
50.000 ton.
De leider der vlootoperaties. admiraal Stark,
heeft in de Amerikaansche Senaatscommissie
voor marine-aangelegenheden verklaard dat
Amerika overweegt „superdreadnoughts" van
52.000 ton op stapel te zetten als antwoord op
den door Japan besloten bouw van acht bodems
van 43.000 ton, waarover berichten zijn ont
vangen.
De Amerikaansche senaat heeft een wetsontwerp
aangenomen, waarbij 964 millioen dollars worden
gevoteerd voor de Amerikaansche marine voor het
op 1 Juli a.s. beginnende financieele jaar. Met en
kele kleine amendementen is hel ontwerp naar het
Huis van Afgevaardigden teruggezonden.
Het wetsontwerp stelt o.m. de middelen ter be
schikking voor de op stapel zetting van twee slag
schepen van 50.000 ton. Acht slagschepen staan reeds
op stapel.
Ongehoorzaamheidsactie zal worden
afgekondigd.
WARDHA, 18 April. De werkcommtssie
van het Britsch-Indische Congres heeft eer.
resolutie aangenomen, waarin de Congres
commissies in het. geheele land worden op
geroepen de afkondiging van de burger
lijke ongehoorzaamheid voor te bereiden. De
resolutie ls goedgekeurd, na beraadslagingen
van vier dagen, waaraan door Gandhi
werd deelgenomen. (Reuter).
Duitsche versterkingen worden in groote trans
portvliegtuigen in allerijl uit Zuid-Noorwegen ge
zonden. Gemeld wordt dat alle bruggen bij Dronth
jem ondermijnd zijn. Men heeft gezien dat een
groot Duitsch l vrachtschip in de binnenhavens
tanks, zwaar geschut cn luchtdoelgeschut ont
scheept heeft. Volgens de laatste te Stockholm ont
vangen berichten hebben de Duitschers het exer
citieterrein en het vliegveld te Stjördal, dertig ki
lometer ten oosten van Dronthjem aan de spoorlijn
naar Zweden, bezet.
DE STRIJD TER ZEE EN IN
DE LUCHT.
De Britsche admiraliteit maakte Donderdag nog
bekend:
„Gedurende de laatste twee dagen zijn zeer ge
slaagde operaties ten uitvoer gelegd door de vlieg
tuigen van de vloot. Dinsdag zijn ter hoogte van
Bergen vijandelijke schepen aangevallen: een
transportschip werd tot zinken gebracht. Boven
dien werd een duikboot, die aan de oppervlakte
lag, aangevallen, waarbij een treffer werd ge
plaatst. Woensdag hebben onze vliegtuigen herhaal
delijk den strijd aangeboden met vijandelijke vlieg
tuigen, die onze schepen, welke van het bombar
dement van het vliegveld van Stavanger terugkeer
den, trachtten aan te vallen. Een Heinkeltoestel en
een Dorniervliegboot werden neergeschoten, terwijl
twee Heinkels en een Dorniervliegboot werden be
schadigd. Al onze vliegtuigen keerden behouden
terug. Verder wordt bekend gemaakt, dat de krui
ser, waarvan werd medegedeeld, dat hij na een
bombardement van een vliegveld bij een luchtaan
val beschadigd was, thans zijn basis bereikt heeft".
Het opperbevel der Duitsche weermacht heeft
thans een communiqué uitgegeven, waarin een uit
voerig relaas wordt gegeven van den moedigen
strijd, die geleverd is door de Duitsche torpedo-
bootjagers bij Narvik. Omtrent den slag van 13
April wordt medegedeeld dat de Engelsche strijd
krachten verre in de meerderheid waren en dat
Duitsche schepen den strijd hebben volgehouden,
tot zij alle munitie hadden verschoten en den vij
and zeer zware verliezen hadden toegebracht. „Zij
hebben als Duitsche soldaten de eer van de Duit
sche marine en de roemrijke traditie van het tor-
pedobootwapen in de hoogste mate hooggehouden.
De Duitsche weermacht ziet naar hen met vol
doening. Het Duitsche volk kan trotsch zijn op zijn
zonen. Narvik en zijn omgeving zijn in Duitsche
handen".
lllllillHlliq
R. P.: Een vreemde herinnering.
pag. 1
v. H.: Hollywood zorgt voor een ver
rassing: „Golden Boy". pag. 4
H. D. Vertelling: De wet en de ci
troen. pag. 4
Van onzen Zweedschen correspon
dent: De Duitsche inval in Noorwe
gen. pag. 5
Voor de Jeugd. pag. 8
K. de Jong: Piano-recital Felix de
Nobel. pag. 9
G. J. Kalt: Vrfjz. Luthersch Dames
koor. pag. 9
J. B. Schuil: Kennemer Lyceum Re
vue. pag. 9
Laatste Berichten op pagina 11
linMitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Mr. dr. F. S. Wit te veen.
Gaat 1 Juli a.s. met pensioen.
De administrateur der afd. onderwijs, personeels
zaken, verkiezingen en militaire zaken ter Prov.
Griffie van Noord-Holland, mr. dr. F. S. Witteveen.
te Haarlem, heeft met ingang van 1 Juli a.s. ontslag
gevraagd, wegens het bereiken van den pensioen
gerechtigden leeftijd.
Mr. dr. Witteveen werd in 1874 geboren in Oost-
Dongeradeel (Fr.) waar zijn vader burgemeester
was en promoveerde te Leiden in de rechten in
Maart 1896. Daarna werd hij volontair ter gemeen
te-secretarie van Leeuwarden, en promoveerde, na
voortgezette studie, tot doctor in de staatsweten
schappen. In Juni 1900 werd hij gemeente-secre
taris te Vlissingen, in 1915 referendaris, chef der
afd. Openbare Werken, te 's Gravenhage en vervol
gens gemeentesecretaris te Delft.
Met ingang van 1 September 1918 werd de heer
Witteveen benoemd tot hoofdcommies, chef der afd.
onderwijs en verkiezingen, ter prov. griffie van
Noord-Holland, die later werd uitgebreid met per
soneels- en militaire zaken; sinds eenige jaren
heeft hij den rang van administrateur. Hij is ook
belast met het samenstellen der notulen van de
vergaderingen der Prov. Staten.
Mr. dr. Witteveen is voorts secretaris van de
Commissie van Advies voor het Buitengewoon
Onderwijs en sedert 1 Juli 1929 secretaris der Com
missie van Toezicht op het M. O.
Als chef van de genoemde afdeeling ter Prov.
Griffie is tot opvolger van mr. dr. Witteveen be
noemd mr. -P. F. Westerling, thans referendaris.
Het woord is aan
De Zakenwereld:
De tijd. om voorzichtig te zijn is, wan
neer gü een hand vol troeven hebt.
GEEN VERSTREKKING VAN BRANDSTOF
TOESLAG.
Met ingang van deze weck is de verstrekking van
den brandsloffentoeslag groot een gulden per week
stop gezet, zoodat de ondersteunden deze week
f 1,05 minder steun ontvangen namelijk de brand-
sloftoeslag plus de 5 pet. toeslag vanwege de
duurte
AANBESTEDING.
Hedenmorgen werd door den Rijkswaterstaat te
Haarlem aanbesteed het vervangen van een palen-
regel langs de oostzijde van het Noord-Hollandsch
Kanaal door een beschoeiing, onder de gemeente
Den Helder. Het laagst werd ingeschreven door I.
C. Kooyman te Harlingen voor 3690.
HEDEN: 14 PAGINA'S.
Opwekking tot koelbloedigheid
en vertrouwen
Minister De Geer heeft heden middag half twee
de volgende radiorede öitgesproken:
Waarde luisteraars in Nederland en in de over-
zeesche gebiedsdeelen.
Nu de spanningen waarmee hel wereldgebeuren
ons sinds September jl. vervult, sedert kort weer
zijn toegenomen, wil ik een enkel woord tot u
richten.
En wel in de voornaamtse plaats om u op te
wekken tot koelbloedigheid en vertrouwen.
Koelbloedigheid is niet in strijd met de waak
zaamheid, die thans van ons wordt geëischt, maar
versterkt haar.
Een uit zijn evenwicht geslagen volk zal in de
ure des gevaars niet zijn volle kracht kunnen in
zetten.
Bovendien trekt nervositeit het gevaar aan. Wie
voortdurend in den afgrond kükt, waarlangs zijn
weg voert, wordt gemakkelijk duizelig en stort
omlaag. Iets dergelijks geldt hier. Reeds hebben
wij gezien hoe overmatige beduchtheid dat onze
neutranteit worden geschonden, de neiging deed
opkomen haar vrijwillig prijs te geven door het
maken van afspraken met belligerenten.
Al zulke onrustigheid moeten wij verre van ons
houden.
Het zal ons het gemakkelijkst vallen, indien wij
een juist begrip hebben van onze positie.
Ieder volk heeft evenals ieder mensch zijn
eigen roeping in deze wereld.
De roeping van ons volk is er thans eene van die
nende neutraliteit.
Wij staan buiten het conflict en wij zi;- ten allen
tijde bereid, aan de oorlogvoerende mogendheden,
indién zij dit wederzijds wenschen, onze diensten
ter beschikking te stellen, tot afwending van de
onmetelijke ramp die hen allen bedreigt indien zij
tot het bittere eind dezen strijd voeren.
De houding van Italië ten opzichte van Engeland vestigt thans de aandacht op
de steunpunten der geallieerden in de Middellandsche Zee. Een overzicht van
de vlootbasis op Malta. Op den voorgrond Fransche en Engelsche oorlogs
bodems.
Ons vredespaleis staat voor hen open.
En onze vredesgedachte vergezelt hen.
En wel allen gelijkelijk.
Er is geen sprake van, dat wij met beide, laat
staan met een van beide partijen vertrouwelijk zou
den gaan spreken over het onderstelde geval dat
de andere partij ons aanvalt.
Wij steunen, voorzoover het menschen betreft, uit
sluitend op onszelf.
Bovendien hebben wij van beide zijden de verze
kering ontvangen, dat onze neutraliteit zal worden
ontzien, zoolang wij haar zelf handhaven. Omtrent
dit laatste is iedere twijfel uitgesloten. Reeds daar
om hebben wij aan afspraken geen behoefte, en
schuwen wij die, daar zij onze neutraliteit zouden te
kort doen.
De plichten, aan onze neutraliteitspositie verbon
den, zijn voor de regeering even heilig als de rechten
eruit voortvloeiende.
Daarom wijst de regeering af iedere hulp of be
scherming van derden, onverschillig of zij van 'ie
eene of van de ardere zijde komt, en onverschil
lig of zij daadwerkelijk zou worden opgedrongen
dan wel in een belofte zou worden neergelegd. Dit
geldt ook voor onze overzeesche gebiedsdeelen.
De plichten, waarom het hier gaat, zijn velerlei.
De regeering begrijpt er ook. en wel in de aller
eerste plaats, onder: het tot den hoogsten graad
opvoeren, met alle beschikbare middelen, van de
weerkracht der natie. Sinds September heeft zij
hieraan dagelijks haar krachten gewijd en daarbij
niet verzuimd gebruik te maken van de natuur
lijke hulpmiddelen, welke de bodemgesteldheid van
ons land in zoo rijke mate biedt
Het resultaat is hierdoor bereikt, dat geen enkele
oorlogvoerende mogendheid vrees behoeft te koes
teren. over ons grondgebied onverhoeds te wor
den aangevallen. Wie ons land binnenkomt om van
hier den achterliggenden vijand te bestoken, zal
zich den weg op de meest drastische wijze zien
versperd.
Dit beveiligt elk der strijdende partijen. En dit
geeft ons een recht te meer om te vertrouwen
op het wederzijds gegeven woord, dat onze neutra
liteit zal worden geëerbiedigd.
Ik ben overtuigd, dat ik voor de meesten uwer
met het voorafgaande geen nieuws gezegd heb.
Maar diegenen, die, onder invloed misschien van
in het buitenland verspreide geruchten, mochten
vreezep, dat wij ons niet onder alle omstandigheden
zouden verweren, of dat onze neutraliteit doorkruist
wordt door politieke combinaties, zij het vandaag
nog eens stevig gezegd: de gedragslijn der regeering
is voor eens en voor altijd bepaald: wij zullen eer
lijk en loyaal, volledig cn consequent, onze neutra
liteit naar alle zijden handhaven, verlokking noch
bedreiging zullen ons hiervan doen afwijken, en
preventief-toegedachte hulp hierbij zal met wapen
geweld worden gekeerd.
Bovendien kan ik in dit verband mee-
deelen, dat de regeering, ten einde deze
haar gedragslijn nog steviger te verankeren,
besloten heeft de afkondiging van den staat
van beleg, die tevoren reeds voor tal van
streken heeft plaats gehad, tot het geheele
land uit te breiden. I)e bevolking in het
algemeen zal daarvan even weinig be
merken als zij tot dusver bemerkt heeft van
het feit, dat de staat van oorlog overal en de
staat van beleg in een groot deel van het
land gold.
En nu moge ik hieraan tenslotte toevoegen den
ernstigen raad, alle onnutte cn verslappende onrus
tigheid te laten varen.
Wie aan zijn plicht getrouw is. behoeft nooit on
rustig te zijn. Indien ons land zijn roeping vervult,
mag het de uitkomst veilig overlaten aan Hem. die
ons lot bestuurt.
Het was in een tijd. toen de golven niet minder
hoog gingen dan nu, dat de grondlegger van ons
volksbestaan het „saevis tranquillus in undis"
kalm te midden van de woeste baren tot zijn le
ven sdevies koos.
Laat ons zijn voorbeeld volgen.
Als natie.
En ook in ons persoonlijk leven.
Wat de toekomst brengen zal, Ls ons onbekend.
In Gods kracht, en naar het licht dat Hij ons geeft,
willen wij doen wat voor menschen mogelijk is om
haar veilig te maken voor ons en onze kinderen.
Wij willen dat doen in rustelooze activiteit, de ar
men gestrekt en de lendenen omgord Maar om
het dan verder alles vertrouwend in handen te
stellen van Hem. die weet wat wij noodig hebben en
die ook door de diepste duisternis voert naar Zijn
wonderbaar licht.