Haarlem's Dagblad
Steinkjar aan de
Drontheimfjord in
Duitsche handen
fBütten en (DuitscPiexs
BAROMETERS
Wat doet Den Haag?
vechten op oec&cheidette
plaatsen 'ut Tioocioe^en
100.000
Actikeieiv-
57e Jaargang No. 17438
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant-
Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groote
Houtstraat 93, bijkantoor Soendapleln 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825. Soendapleln 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Woensdag 24 April 1940
Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10,
per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse
nummers 6 cent per ex. Advertentlën: 1-5 regels
ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per
regel. Regelabonnementstarleven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
ƒ0.15. Groentjes zie rubriek.
Er is al vaak de aandacht op gevestigd dat er in
ons land gebrek aan centrale overheidsleiding is
betreffende de luchtbescherming der burgerbevol
king. „Den Haag" heeft deze aangelegenheid onder
gebracht bij het departement van Binnenlandsche
Zaken en dit is er niet in geslaagd de voortvarend
heid van het departement van Defensie, in het be
hartigen der landsverdediging, ook maar in de verte
te evenaren. Het heeft veel te weinig leiding gege
ven, en is tenslotte in een niet bepaald verheffend
conflict verzeild met de Ned. Vereeniging voor
Luchtbescherming, die wel haar best gedaan had.
En dat sinds jaar en dag, allang vóór de oorlog be
gon. Het bestuur van die vereeniging moge niet feil
loos geweest zijn in zijn optreden jegens het depar
tement, maar de voornaamste vraag is en blijft:
waarom geeft Den Haag geen betere leiding aan de
zaak en wanneer komt die eindelijk? De oorlog
duurt nu al bijna acht maanden en de ervaringen in
Finland, waar de burgerbevolking inderdaad mee-
doogenloos door de Kussen gebombardeerd werd,
hebben wel bewezen hoeveel onheil men voorko
men kan, hoeveel menschenlevens men kan behoe
den door een doeltreffende organisatie. Uit een me-
dedeeling van een thans in Finland vertoevenden
medewerker van het Alg. Handelsblad is boven
dien gebleken hoe groot het verschil in de gevolgen
was als die organisatie te kort schoot. Wij hebben
dat bericht Maandag geciteerd maar ik zal het hier
nog eens herhalen:
„In een héél groote provincieplaats, aanvan
kelijk zonder luchtverdediging, vonden 58 bom
bardementen plaats. Meestal vlogen 16 machi
nes boven het centrum van de stad, soms zelfs
24. Zij lieten zeker meer dan 6000 bommen val
len. Men was voorbereid en telde 48 dooden en
88 gewonden.
De doeltreffendheid van de organisatie der
passieve beschei-ming begrijpe men uit het vol
gende:
Boven een heel groote plaats vlogen onver
wacht op twee achtereenvolgende dagen 6 ma
chines. Door bommen werden den eersten dag
88 menschen gedood en ruim 300 gewond! Bij
latere bombardementen vielen in totaal slechts
3 dooden en 5 gewonden.
De burgerbevolking van Nederland moge
hieraan denken".
Nu kan men hoopvol veronderstellen dat het met
de strijdmethoden der Westersche mogendheden
niet zoo'n vaart zal loopen als met het optreden dei-
Russen in Finland. Wij hopen dat allen maar zeker
weten we het niet, evenmin als we zeker weten of
ons land ooit aangevallen zal worden. Tegen dit
laatste zijn de uiterste voorzorgen ter verdediging
genomen. Waarom dan niet ten aanzien van de be
scherming der burgerbevolking?
Het gebrek aan leiding van hoogerhand heeft zich
niet alleen gewroken in het verschillend optreden
van gemeentebesturen ten aanzien van den bouw
van schuilplaatsen e. d. en in het uitblijven van
sommige maatregelen omdat de gemeenten niet over
het geld konden of durfden beschikken. Het ergste
was en is de lauwheid bij de bevolking in het uit
voeren van voorzorgen ter zelfbescherming. De ver
klaring van die lauwheid is heel eenvoudig dat de
menschen dachten: Als Den Haag ér zoo vaag over
doet vindt het dit blijkbaar niet erg noodig. Waarom
zouden wij ons dan druk maken? De tegenstelling
met de groote energie, door Den Haag ten aanzien
van de landsverdediging getoond, moest dien indruk
veeleer versterken.
Er is blijkbaar bij sommigen een zekere neiging
om de bevolking ongerustheid te besparen. Ja, daar
ben ik ook voor en ik heb er herhaaldelijk mijn best
voor'gedaan als het ongerechtvaardigde zwartgallig
heid betrof en de verspreiding van zoovele onzinnige
geruchten, die dan ook nooit bewaarheid zijn. Maal
ais het noodzakelijke voorzorgen betreft voel ik
er niet het geringste voor. Integendeel. Daarom heb
ben wij in dit blad ook zooveel aandacht geschon
ken aan de voorbereidingen voor eventueele evacua
tie en voor de inrichting van nood-ziekenhuizen.
Over zulke dingen angstvallig te zwijgen is tegen
het openbaar belang. En de menschen die het naar
vinden erover te hooren handelen in hun eigen
belang als zij zich pogen aan te passen aan de fei
telijke maatregelen van een harden tijd en hun
moed zooveel mogelijk pogen te stalen. Dit is geen
tijd meer waarin men zich wel op den moed van
anderen verlaten kan. Men moet zorgen hem zelf
te bezitten. „Moed is overwonnen angst", heeft een
scherp-denkende Franschman eens gezegd. Welnu,
om te kunnen overwinnen, op het sportterrein of in
het zakenleven of in welke levensomstandigheden
ook, is training noodig. Laat ons trouwens erkennen
dat de meestën dat wel toonen te beseffen en dat
de algemeene volksstemming in den lande nu veel
koeler, rustiger en vaster beraden is dan in de eer
ste oorlogsmaanden. De meeste menschen schrikken
niet gauw meer en kunnen een stootje hebben. Des
te meer reden, des te gunstiger omstandigheden om
de luchtbescherming der burgerbevolking met
kracht door te zetten. Velen hebben terecht bewon
dering voor het organisatie-vermogen van den Duit-
scher. Welnu dan. Doet het hem na ook op dit ge
bied!
De burgemeester van Haarlem heeft het initiatief
genomen tot een alarm-oefening voor de geheele be
volking, die morgen zal plaats hebben. Ik heb
dien maatregel toegejuicht en de hoop uitgesproken
dat er herhalingen, ook 's nachts, op zullen volgen.
Sindsdien heb ik gemerkt dat het Haavlemsche ge
val uitzondering is. Men heeft het al aan andere
steden ten. voorbeeld gesteld. Jahoe hebben wij
het nu eigenlijk in Nederland met deze zaak? Van
morgen komt het bericht dat het gemeentebestuur
van Den Haag let wel: van Den Haag, dat dan
toch het dichtst bij het „vuur" der regeering zit
éénentwintig brandspuiten voor de luchtbescherming
zal koopen. B. en W. hebben er een voordracht voor
ingediend. Die 21 spuiten ontbraken nog; B. en W.
achten het onder de huidige omstandigheden niet
verantwoord langer op het Rijk te blijven wachten
hun geduld is dus op en zeggen dat zij wel
pogen zullen, het geld geheel of gedeeltelijk van het
Rijk terug te krijgen. Dat is optreden, dat niet be
paald gebruikelijk maar gerechtvaardigd is en ze
ker andere gemeentebesturen tot dergelijk handelen
zal aansporen. Maar zullen we er zoo komen? Neen.
Het Rijk moet zelf handelen en snel! En de leiding
gaan geven die ontbreekt. Als het departement van
Binnenlandsche Zaken daar niet voor geschikt is,
laat een ander het dan doen, al is het misschien niet
gewenscht dat dit Defensie is, dat al zoo zwaar be
last is met arbeid.
De Haagsche Post heeft Zaterdag het volgende
betoog gehouden:
„Vier problemen trekken in het bijzonder
de aandacht:
Het zijn: 1. het vrijwilligersvraagstuk voor
de luchtbeschermingsdiensten; 2. het vraag
stuk van het verstrekken van bindende voor
schriften voor de zelfbescherming; 3. het ma-
terialen-keuringsvraagstuk; 4. het gasmasker-
vraagstuk.
Het is beschamend, dat in óns land nog geen
enkel dier genoemde vraagstukken ook maar
op eenigszins bevredigende wijze is opgelost.
Ten aanzien van het personeelsvraagstuk kan
thans worden gezegd, dat het door middel van
een vrijwilligerssysteem niet valt op te lossen.
Invoering van een luchtbeschermingsdienst-
plicht is een gebiedende eisch.
Waarom dit niet eerder is geschied, zal voor
ons altijd een raadsel blijven. Het militaire
dienstplichtsysteem in ons land is zoodanig,
dat slechts een gedeelte der weerbare man
nen thans aan onze grenzen staat. Het is bil
lijk, dat de anderen een deel van hun tijd ge
ven aan de luchtbescherming en dit moet dan
ook onverwijld geschieden. De positie van deze
dienstplichtigen moet natuurlijk wettelijk wor
den geregeld.
Bindende voorschriften voor de zelfbe
scherming ontbreken op het oogenblik tenzij
zij betrekicing hebben op lichtdooving, e.d.,
waar het dus gaat om maatregelen, die moeten
worden genomen in verband met luchtbescher
mingsoefeningen, die door de overheid wor
den georganiseerd. Niemand weet echter, of
hij nu een brandbom met zand of met water
moet blusschen. Niemand kan nog worden
verplicht in eigen huis zelfbeschermingsmaat
regelen te nemen. Vooral dit laatste is van be
lang. Dat het Rijk zal moeten bijspringen, waar
het de financiering van genoemde maatrege
len ten behoeve van on- en minvermogenden
betreft, spreekt wel vanzelf. De te geven voor
schriften moeten zoo eenvoudig mogelijk zijn.
Een controledienst kan van gemeentewege
worden ingesteld: hier ligt een mooie taak
voor de luchtbeschermingsdienstplichtigen.
Het gasmaskervraagstuk dient dan ook on
verwijld te worden aangevat en opgelost. De
productie van gasmaskers moet in een snel
tempo worden opgevoerd; voor zoover de in
dustrie op eigen bodem daarvoor niet kan
zorgen, moet men in het buitenland koopen,
waar verschillende types goede maskers te
verkrijgen zijn. Het spreekt vanzelf, dat een
financieele regeling voor de distributie van
gasmaskers moet worden getroffen".
Men kan een dergelijk programma wat besnoeien,
maar het geeft in hoofdzaken zeer zeker aan waar
het hapert. En dat is niet gering. Het belangrijkste
is: regeer, geef leiding ook hierin! Er moet een eind
komen aan een toestand, waarin Haarlem in zijn
eentje een alarmoefening voor de heele bevolking
vaststelt en de gemeente Den Haag zelf materiaal
gaat koopen, dat het Rijk heeft toegezegd, omdat
haar geduld op is en zij de verantwoording voor
verder uitstel niet meer wil dragen.
R. P.
HERSTELLEN van Antieke
W. KUIPERS ZN.
GEDIPLOMEERDE OPTICIENS
ZIJLSTRAAT no. 97
(Adv. Ingez. Med.)
HEDEN: 12 PAGINA'S.
Een hevige
veldslag om de
„poort naar Oslo"
Plet Engelsche ministerie van oorlog deelt
mede: „De operaties in Noorwegen worden
voortgezet in samenwerking met de Noorsche
troepen. In het zuiden bieden onze troepen te
zamen met de Noorsche strijdkrachten weer
stand aan den druk van den vijand. Ten noor
den van Drontheim hebben onze troepen een
tegenaanval ondernomen. Er werd een levendig
gevecht geleverd."
Zweedsche berichten maken melding vaneen
verwoeden veldslag in het hart van Noorwegen
om het bezit van de „poort van Oslo", waar het
groote Gudbrandsdal uitkomt in de zuidelijke
vlakte nabij Lillehammer. Een Zweedsch pers
telegram uit Röros meldt dat Engelsche en Noor
sche troepen aanvallen in de richting van
Hamar, op 50 K.M. ten zuiden van Lilleham
mer. Zij hebben volgens dit telegram Mölv be
reikt ondanks den krachtigen Duitschen tegen
stand. Plet telegram voegt hieraan toe, dat de
Noorsche troepen thans door de geallieerden
worden uitgerust met moderne wapens. Verder
naar het oosten, zoo verluidt bij geruchte, trek
ken de Duitsche troepen, die noordwaarts opge
rukt zijn van Elverum naar Rona, thans terug
onder den Britsch-Noorschen druk.
In het gisteravond door het opperbevel van het
Noorsche leger uitgegeven communiqué wordt
verklaard: De Duitsche aanvallen zijn Dinsdag aan
beide zijden van het Mjösa-meer voortgezet met
steun van artillerie, tanks en vliegtuigen. De Duit-
schers hebben ook de Noorsche troepen in het
Osterdal aangevallen.
De Noren hebben vorderingen gemaakt bij Val-
dres en 100 gevangenen gemaakt. Duitsche vlieg
tuigen hebben op verscheiden plaatsen verbindings
lijnen aangevallen.
STRIJD IN MINSTENS VIER SECTOREN.
Reuter meldt dat de Britsche troepen in Noor
wegen in minstens vier sectoren van het Noor
sche front in actie zijn.
In het noorden is de strijd, naar gemeld wordt,
bij Steinkjar, een kleine stad aan de fjord ten
noorden van Drontheim, waar de Noren in de laat
ste paar weken een versterkte linie hebben aan
gelegd, ernstig begonnen.
Op sommige punten staan de Britten en de Duit-
schers op minder dan 200 M. van elkander, aldus
een bericht van de „Allehanda" van de Noorsch-
Zweedsche grens. Verklaard wordt dat Britsche
troepen stellingen hebben betrokken en met de
Noren gegroepeerd zijn over een diepte van onge
veer 20 K.M.
Aan deze berichten wordt toegevoegd dat al het
geen te Stockholm vernomen kan worden over de
getalsterkte der Britsche en Fransche troepen is
dat de Britten, Franschen en Noren in aantal onge
veer even sterk zijn als de Duitschers. Verder wordt
nog gezegd dat hoewel de Britsche troepen perfect
zijn uitgerust, zij niet van meening waren dat tanks
en gemechaniseerde eenheden in dit gebied ver-
ei scht worden.
Het bericht zegt verder dat de Duitschers voor
het oogenblik meester in de lucht zijn, daar de ge
allieerden naar het schijnt een tekort hebben aan
luchtdoelgeschut en gevechtsvliegtuigen. Er wordt
evenwel beweerd dat ondanks de voortdurende
luchtaanvallen der Duitschers geen schade is aan
gericht aan de Britsche verdedigingsstellingen, hoe
wel, naar gemeld werd, het hoofdkwartier twee
malen moest worden verplaatst. De snelheid, waar
mede de Duitsche luchtmacht de plaats van het
Britsche hoofdkwartier had vastgesteld, geeft naar
verklaard wordt, aanleiding tot de verdenking dat
er een goed ontwikkeld spionnenstelsel bestaat. Ook
wordt gemeld dat de Duitsche torpedojagers in de
fjord van Drontheim aan de operaties deelnemen.
NOORSCHE DIVISIE LIJDT VERLIEZEN.
In het bergland ten zuidoosten van Stavan-
ger, aldus het D.N.B. hebben de deelen van
een Noorsche divisie na een hevigen strijd met
de Duitsche troepen de wapens neergelegd. Het
aantal gevangenen en de gemaakte buit zijn nog
niet te overzien.
Het DNB bericht voorts dat op 23 April de Duit
sche luchtmacht bij haar actie boven Noorwegen zich
wederom voornamelijk gekeerd heeft tegen de Brit
sche landingstroepen. De landingspogingen werden
sterk gehinderd.
Behalve de reeds gemelde beschadiging van een
torpedojager zijn nog twee Britsche troepentrans-
portschepen door bommen van zwaar kaliber ge
troffen. Vermoedelijk hebben zij hun lading niet op
de vastgestelde plaats aan land kunnen brengen.
De vernieling van de wegen en spoorlijnen tus-
schen Andalsnes en Dombaas werd voortgezet en de
door de Engelschen bezette plaatsen in dit gebied
zijn met bommen bestookt. De spoorwegstations van
Lesja en Dovre zijn ernstig beschadigd, het station
van Dombaas, dat Zondag werd gebombardeerd,
staat in brand.
Verkenningsvliegtuigen hebben telkens weer vast
gesteld dat de Britsche troepen zich in de bosschen
terugtrekken en vermijden zich op de wegen en in
de plaatsen bloot te stellen aan de Duitsche bom
bardementen.
AANVAL OP LUCHTHAVEN BIJ
OSLO EN AALBORG.
De Britsche luchtstrijdkrachten, hebben Maan
dagavond, naar Reuter in gezaghebbende Lon-
densche kringen verneemt, hun eersten lucht
aanval ondernomen op de Duitsche luchtbases
nabij Oslo. De bommenwerpers vielen Fornebo
en Kjeller, de twee vliegvelden aan den rand
van Oslo, aan en terzelfdertijd het Deensche
vliegveld te Aalborg, dat voor de derde maal
des nachts met succes werd gebombardeerd.
Zwaar explosieve bommen en brandbommen wer
den op Fornebo en Kjeller neergeworpen. Gezien
werd dat een groote brand woedde tegenover een
hangar op Fornebo. De toestellen, die Aalborg aan
vielen, ontmoetten een hevig luchtafweervuur, dat
versterkt was sedert de vorige nachtelijke aanvallen
maar ondanks het hevige verzet werden alle aan
vallen doorgedreven en werd waargenomen dat een
groot aantal zware bommen ontplofte op de opper
vlakte van het vliegveld en op de startbanen. Een
vliegtuig keerde niet terug. Een tweede vliegtuig
werd getroffen door een kleine granaat, waardoor
een motor werd beschadigd. Het slaagde er echter in
veilig naar zijn basis terug te keeren.
Duitsch
opperbevel
meldt;
BERLIJN 24 April (D. N. B.) Het opperbe
vel van de weermacht maakt bekend:
De vijandelijke zee- en landstrijdkrachten
in de zóne van Narvik zijn verder versterkt
zonder tot dusver tot den aanval over te gaan.
Noordoostwaats van Drontheim namen Duitsche
troepen na een korten strijd het belangrijke
Steinkjör gelegen aan de uiterste noordoost
punt van de Drontheimfjord. Er werden tachtig
gevangenen gemaakt.
Ten oosten van Bergen duurt de aanval op de bij
Voss aanwezige Noorsche troepen voort. De gevech
ten in het gebied van Stavanger zijn geëindigd.
Twee Noorsche regimenten werden daar in samen
werking met het luchtwapen aangevallen en na een
korten doch hardnekkigen strijd ontwapend. De van
Oslo naar het noorden en noordwesten oprukken
de Duitsche hoofdtroepen hebben, gesteund door
pantsertroepen en het luchtwapen, den vijandelij
ken tegenstand overal gebroken en trekken vlot
verder. Dagelijks komen nieuwe versterkingen te
Oslo aan. Een aanvalspoging van Engelsche vlieg
tuigen op de omgeving der vliegvelden van Oslo
had geen succes. Eenige particuliere huizen werden
beschadigd.
De luchtverkenningen van gisteren strekten zich
weer uit tot de geheele Noordzee, in het bijzonder
tot de Orkaden en het zeegebied voor de Noorsche
Bij de firma S. I. de Vries in de Warmoesstraat te Amsterdam heeft hedenmorgen
een felle brand gewoed. Een foto tijdens het blusschingswerk. (Men zie pag. 11.).
Radiotelefoongesprekken.
(Het 100.000ste radio telefoonge
sprek met Indië is Dinsdag gehou
den en wel door Houthandel Jon-
geneel te Utrecht. Voor dit jubi
leum,gesprek werden geen kosten
berekend.)
Er is honderdduizend keeren
Zoo maar draadloos door de sferen,
Met den verren Oost gepraat;
Wat een lange reeks van woorden,
Die men hier en ginder hoorde,
In betoogen zonder draad.
Het valt zwaar je voor te stellen,
Laat nog staan om na te tellen,
Wat die honderdduizend maal,
In een aethergolf beweging
Al niet over land en zee ging,
Maar 't is zeker kolossaal.
Jonge-jonge Jongenelen,
Gij kreegt een faveur uit velen,
Bij dit machtig jubilé;
Zoo kunt gij, op stuk van zaken,
Een bijzonder zaakje maken,
Aardig volk, die P. T. T.
Of het nu ging over zaken,
Dan wel ouders kindren spraken,
Ambtlijk of in zoeten min;
Of de sprekers rustig zaten,
Dan wel uitgelaten praatten,
Oppervlakkig of vol zin;
Al die honderdduizend keeren,
Kon men 't wonder apprecieeren,
Dat de radio bereidt;
Als zij, de ondenkbaar vlugge,
D'afstand weet te overbruggen,
Die ons land van 't Oosten scheidt.
Nog veel honderdduizend malen,
Zal men grif de cijns betalen,
Die er eenmaal nu op staat.
Om de zeer bijzondre waarde
Van een band rond half de aarde,
Die een band is zonder draad.
P. GASUS.
westkust. De aanvallen der Duitsche gevechtsvlie
gers richten zich in hoofdzaak tegen de landingen
der Engelschen op de Noorsche kust alsmede tegen
de naar het binnenland leidende wegen en spoorlij
nen. In de Namsos-fjord werd weer een torpedojager
zwaar beschadigd. Voor Andalsnes werd een andere
torpedojager en een transportschip zoo zwaar ge
troffen dat op beide vaartuigen brand uitbrak. Aan
den ingang van de Molde-fjord kreeg een ander
transportschip twee voltreffers, waardoor het vaar
tuig onbestuurbaar werd. Op een andere plek werd
een vijandelijk vrachtschip met verscheidene bom
men bestookt. Het vaartuig maakte kort daarop
zwaar slagzij. Op de naar het binnenland leidende
spoorlijnen werden de rails op verscheidene plaat
sen door bomtreffers opengescheurd, werden sta
tions vernield en werd brand gesticht in depóts. Een
vijandelijk transportschip kreeg een voltreffer en
brandde uit. Plaatsen en kwartieren waarin zich
vijandelijke troepen bevonden, werden vernield.
In het westen geen gebeurtenissen van betcekenis.
Tijdns een nachtelijken inval in de Duitsche Bocht
werd een Britsch vliegtuig boven Sylt door lucht
doelgeschut neergehaald. Tijdens een luchtgevecht
ten zuiden van Diedenhof en schoten Duitsche jagers
twee Hurricane toestellen neer.
Het Duitsche Nieuwsbureau teekent bij de opera
ties in Noorwegen nog aan:
Het stelselmatige succesvolle voortschrijden der
Duitsche troepenbewegingen in Noorwegen wordt
door een nieuw aanzienlijk succes bevestigd.
In samenwerking tusschen zeestrijdkrachten en
legerdeclen gelukte het de plaats Steinkjar na strijd
te bezetten.
Steinkjar heeft door zijn ligging aan het noord
einde van de diep ingesneden Drontheim-fjord bij
zondere betcekenis. De hier ingenomen Duitsche po
sitie verspert de van Namsos via Grong naar Dront
heim voerende spoorlijn en verkeersweg. De Duit
sche troepen in Drontheim hebben daarmede de
door hen bezette zóne aanzienlijk uitgebreid en een
groote vrijheid van beweging gekregen. Elke poging
van Namsos uit langs de spoorlijn door te dringen
naar Zweden ontmoet thans reeds honderd kilometer
ten noorden van Drontheim Duitschen tegenstand,
welke door de bodemgesteldheid bijzonder begun
stigd wordt.
WEER EEN AARDBEVING IN ANATOLIë.
ISTANBOEL, 24 April. Men vreest dat vele
menschen zijn omgekomen bij een heftige aard
beving, welke Dinsdagavond een aantal hulzen
te Erzindjan vernielde. (United Press.)
Het woord is aan
Cicero:
Een geleerde of een kunstenaar draagt
al zijn rijkdom steeds bij zich.
R. P.: Wat doet Den Haag? pag. 1 j§
Mr. E. Elias: Mexicaansche indruk-
ken. pag. 3 1
J. H. de Bois: Litteraire Kantteeke- 1
ningen. pag. 3 jj
Melis Stoke: Dooreen-geschudde
menschheid. pag. 3 §t
Van onzen Londenschen correspon- j!
dent: Engeland's verhouding tot
Italië. pag. 6 g
De vloten der kleine neutralen, pag. 5 jj
K. de Jong: „Een uur muziek" en J
40ste leerlingenuitvoering Haarlem's
Muziek Instituut. pag. 2
J. B. Schuil: Cabaret-avond in een jj
cantine. pag. 2 1
Laatste Berichten pag. 7 S