Haarlem's Dagblad Steinkjar aan de Drontheimfjord in Duitsche handen fBütten en (DuitscPiexs BAROMETERS Wat doet Den Haag? vechten op oec&cheidette plaatsen 'ut Tioocioe^en 100.000 Actikeieiv- 57e Jaargang No. 17438 Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant- Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V. Bureaux: Groote Houtstraat 93, bijkantoor Soendapleln 37. Postgiro- dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12. Telefoon: Directie 13082, Hoofdred 15054, Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724, 14825. Soendapleln 12230. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM Woensdag 24 April 1940 Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse nummers 6 cent per ex. Advertentlën: 1-5 regels ƒ1.75, elke regel meer ƒ0.35. Reclames ƒ0.60 per regel. Regelabonnementstarleven op aanvraag. Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer ƒ0.15. Groentjes zie rubriek. Er is al vaak de aandacht op gevestigd dat er in ons land gebrek aan centrale overheidsleiding is betreffende de luchtbescherming der burgerbevol king. „Den Haag" heeft deze aangelegenheid onder gebracht bij het departement van Binnenlandsche Zaken en dit is er niet in geslaagd de voortvarend heid van het departement van Defensie, in het be hartigen der landsverdediging, ook maar in de verte te evenaren. Het heeft veel te weinig leiding gege ven, en is tenslotte in een niet bepaald verheffend conflict verzeild met de Ned. Vereeniging voor Luchtbescherming, die wel haar best gedaan had. En dat sinds jaar en dag, allang vóór de oorlog be gon. Het bestuur van die vereeniging moge niet feil loos geweest zijn in zijn optreden jegens het depar tement, maar de voornaamste vraag is en blijft: waarom geeft Den Haag geen betere leiding aan de zaak en wanneer komt die eindelijk? De oorlog duurt nu al bijna acht maanden en de ervaringen in Finland, waar de burgerbevolking inderdaad mee- doogenloos door de Kussen gebombardeerd werd, hebben wel bewezen hoeveel onheil men voorko men kan, hoeveel menschenlevens men kan behoe den door een doeltreffende organisatie. Uit een me- dedeeling van een thans in Finland vertoevenden medewerker van het Alg. Handelsblad is boven dien gebleken hoe groot het verschil in de gevolgen was als die organisatie te kort schoot. Wij hebben dat bericht Maandag geciteerd maar ik zal het hier nog eens herhalen: „In een héél groote provincieplaats, aanvan kelijk zonder luchtverdediging, vonden 58 bom bardementen plaats. Meestal vlogen 16 machi nes boven het centrum van de stad, soms zelfs 24. Zij lieten zeker meer dan 6000 bommen val len. Men was voorbereid en telde 48 dooden en 88 gewonden. De doeltreffendheid van de organisatie der passieve beschei-ming begrijpe men uit het vol gende: Boven een heel groote plaats vlogen onver wacht op twee achtereenvolgende dagen 6 ma chines. Door bommen werden den eersten dag 88 menschen gedood en ruim 300 gewond! Bij latere bombardementen vielen in totaal slechts 3 dooden en 5 gewonden. De burgerbevolking van Nederland moge hieraan denken". Nu kan men hoopvol veronderstellen dat het met de strijdmethoden der Westersche mogendheden niet zoo'n vaart zal loopen als met het optreden dei- Russen in Finland. Wij hopen dat allen maar zeker weten we het niet, evenmin als we zeker weten of ons land ooit aangevallen zal worden. Tegen dit laatste zijn de uiterste voorzorgen ter verdediging genomen. Waarom dan niet ten aanzien van de be scherming der burgerbevolking? Het gebrek aan leiding van hoogerhand heeft zich niet alleen gewroken in het verschillend optreden van gemeentebesturen ten aanzien van den bouw van schuilplaatsen e. d. en in het uitblijven van sommige maatregelen omdat de gemeenten niet over het geld konden of durfden beschikken. Het ergste was en is de lauwheid bij de bevolking in het uit voeren van voorzorgen ter zelfbescherming. De ver klaring van die lauwheid is heel eenvoudig dat de menschen dachten: Als Den Haag ér zoo vaag over doet vindt het dit blijkbaar niet erg noodig. Waarom zouden wij ons dan druk maken? De tegenstelling met de groote energie, door Den Haag ten aanzien van de landsverdediging getoond, moest dien indruk veeleer versterken. Er is blijkbaar bij sommigen een zekere neiging om de bevolking ongerustheid te besparen. Ja, daar ben ik ook voor en ik heb er herhaaldelijk mijn best voor'gedaan als het ongerechtvaardigde zwartgallig heid betrof en de verspreiding van zoovele onzinnige geruchten, die dan ook nooit bewaarheid zijn. Maal ais het noodzakelijke voorzorgen betreft voel ik er niet het geringste voor. Integendeel. Daarom heb ben wij in dit blad ook zooveel aandacht geschon ken aan de voorbereidingen voor eventueele evacua tie en voor de inrichting van nood-ziekenhuizen. Over zulke dingen angstvallig te zwijgen is tegen het openbaar belang. En de menschen die het naar vinden erover te hooren handelen in hun eigen belang als zij zich pogen aan te passen aan de fei telijke maatregelen van een harden tijd en hun moed zooveel mogelijk pogen te stalen. Dit is geen tijd meer waarin men zich wel op den moed van anderen verlaten kan. Men moet zorgen hem zelf te bezitten. „Moed is overwonnen angst", heeft een scherp-denkende Franschman eens gezegd. Welnu, om te kunnen overwinnen, op het sportterrein of in het zakenleven of in welke levensomstandigheden ook, is training noodig. Laat ons trouwens erkennen dat de meestën dat wel toonen te beseffen en dat de algemeene volksstemming in den lande nu veel koeler, rustiger en vaster beraden is dan in de eer ste oorlogsmaanden. De meeste menschen schrikken niet gauw meer en kunnen een stootje hebben. Des te meer reden, des te gunstiger omstandigheden om de luchtbescherming der burgerbevolking met kracht door te zetten. Velen hebben terecht bewon dering voor het organisatie-vermogen van den Duit- scher. Welnu dan. Doet het hem na ook op dit ge bied! De burgemeester van Haarlem heeft het initiatief genomen tot een alarm-oefening voor de geheele be volking, die morgen zal plaats hebben. Ik heb dien maatregel toegejuicht en de hoop uitgesproken dat er herhalingen, ook 's nachts, op zullen volgen. Sindsdien heb ik gemerkt dat het Haavlemsche ge val uitzondering is. Men heeft het al aan andere steden ten. voorbeeld gesteld. Jahoe hebben wij het nu eigenlijk in Nederland met deze zaak? Van morgen komt het bericht dat het gemeentebestuur van Den Haag let wel: van Den Haag, dat dan toch het dichtst bij het „vuur" der regeering zit éénentwintig brandspuiten voor de luchtbescherming zal koopen. B. en W. hebben er een voordracht voor ingediend. Die 21 spuiten ontbraken nog; B. en W. achten het onder de huidige omstandigheden niet verantwoord langer op het Rijk te blijven wachten hun geduld is dus op en zeggen dat zij wel pogen zullen, het geld geheel of gedeeltelijk van het Rijk terug te krijgen. Dat is optreden, dat niet be paald gebruikelijk maar gerechtvaardigd is en ze ker andere gemeentebesturen tot dergelijk handelen zal aansporen. Maar zullen we er zoo komen? Neen. Het Rijk moet zelf handelen en snel! En de leiding gaan geven die ontbreekt. Als het departement van Binnenlandsche Zaken daar niet voor geschikt is, laat een ander het dan doen, al is het misschien niet gewenscht dat dit Defensie is, dat al zoo zwaar be last is met arbeid. De Haagsche Post heeft Zaterdag het volgende betoog gehouden: „Vier problemen trekken in het bijzonder de aandacht: Het zijn: 1. het vrijwilligersvraagstuk voor de luchtbeschermingsdiensten; 2. het vraag stuk van het verstrekken van bindende voor schriften voor de zelfbescherming; 3. het ma- terialen-keuringsvraagstuk; 4. het gasmasker- vraagstuk. Het is beschamend, dat in óns land nog geen enkel dier genoemde vraagstukken ook maar op eenigszins bevredigende wijze is opgelost. Ten aanzien van het personeelsvraagstuk kan thans worden gezegd, dat het door middel van een vrijwilligerssysteem niet valt op te lossen. Invoering van een luchtbeschermingsdienst- plicht is een gebiedende eisch. Waarom dit niet eerder is geschied, zal voor ons altijd een raadsel blijven. Het militaire dienstplichtsysteem in ons land is zoodanig, dat slechts een gedeelte der weerbare man nen thans aan onze grenzen staat. Het is bil lijk, dat de anderen een deel van hun tijd ge ven aan de luchtbescherming en dit moet dan ook onverwijld geschieden. De positie van deze dienstplichtigen moet natuurlijk wettelijk wor den geregeld. Bindende voorschriften voor de zelfbe scherming ontbreken op het oogenblik tenzij zij betrekicing hebben op lichtdooving, e.d., waar het dus gaat om maatregelen, die moeten worden genomen in verband met luchtbescher mingsoefeningen, die door de overheid wor den georganiseerd. Niemand weet echter, of hij nu een brandbom met zand of met water moet blusschen. Niemand kan nog worden verplicht in eigen huis zelfbeschermingsmaat regelen te nemen. Vooral dit laatste is van be lang. Dat het Rijk zal moeten bijspringen, waar het de financiering van genoemde maatrege len ten behoeve van on- en minvermogenden betreft, spreekt wel vanzelf. De te geven voor schriften moeten zoo eenvoudig mogelijk zijn. Een controledienst kan van gemeentewege worden ingesteld: hier ligt een mooie taak voor de luchtbeschermingsdienstplichtigen. Het gasmaskervraagstuk dient dan ook on verwijld te worden aangevat en opgelost. De productie van gasmaskers moet in een snel tempo worden opgevoerd; voor zoover de in dustrie op eigen bodem daarvoor niet kan zorgen, moet men in het buitenland koopen, waar verschillende types goede maskers te verkrijgen zijn. Het spreekt vanzelf, dat een financieele regeling voor de distributie van gasmaskers moet worden getroffen". Men kan een dergelijk programma wat besnoeien, maar het geeft in hoofdzaken zeer zeker aan waar het hapert. En dat is niet gering. Het belangrijkste is: regeer, geef leiding ook hierin! Er moet een eind komen aan een toestand, waarin Haarlem in zijn eentje een alarmoefening voor de heele bevolking vaststelt en de gemeente Den Haag zelf materiaal gaat koopen, dat het Rijk heeft toegezegd, omdat haar geduld op is en zij de verantwoording voor verder uitstel niet meer wil dragen. R. P. HERSTELLEN van Antieke W. KUIPERS ZN. GEDIPLOMEERDE OPTICIENS ZIJLSTRAAT no. 97 (Adv. Ingez. Med.) HEDEN: 12 PAGINA'S. Een hevige veldslag om de „poort naar Oslo" Plet Engelsche ministerie van oorlog deelt mede: „De operaties in Noorwegen worden voortgezet in samenwerking met de Noorsche troepen. In het zuiden bieden onze troepen te zamen met de Noorsche strijdkrachten weer stand aan den druk van den vijand. Ten noor den van Drontheim hebben onze troepen een tegenaanval ondernomen. Er werd een levendig gevecht geleverd." Zweedsche berichten maken melding vaneen verwoeden veldslag in het hart van Noorwegen om het bezit van de „poort van Oslo", waar het groote Gudbrandsdal uitkomt in de zuidelijke vlakte nabij Lillehammer. Een Zweedsch pers telegram uit Röros meldt dat Engelsche en Noor sche troepen aanvallen in de richting van Hamar, op 50 K.M. ten zuiden van Lilleham mer. Zij hebben volgens dit telegram Mölv be reikt ondanks den krachtigen Duitschen tegen stand. Plet telegram voegt hieraan toe, dat de Noorsche troepen thans door de geallieerden worden uitgerust met moderne wapens. Verder naar het oosten, zoo verluidt bij geruchte, trek ken de Duitsche troepen, die noordwaarts opge rukt zijn van Elverum naar Rona, thans terug onder den Britsch-Noorschen druk. In het gisteravond door het opperbevel van het Noorsche leger uitgegeven communiqué wordt verklaard: De Duitsche aanvallen zijn Dinsdag aan beide zijden van het Mjösa-meer voortgezet met steun van artillerie, tanks en vliegtuigen. De Duit- schers hebben ook de Noorsche troepen in het Osterdal aangevallen. De Noren hebben vorderingen gemaakt bij Val- dres en 100 gevangenen gemaakt. Duitsche vlieg tuigen hebben op verscheiden plaatsen verbindings lijnen aangevallen. STRIJD IN MINSTENS VIER SECTOREN. Reuter meldt dat de Britsche troepen in Noor wegen in minstens vier sectoren van het Noor sche front in actie zijn. In het noorden is de strijd, naar gemeld wordt, bij Steinkjar, een kleine stad aan de fjord ten noorden van Drontheim, waar de Noren in de laat ste paar weken een versterkte linie hebben aan gelegd, ernstig begonnen. Op sommige punten staan de Britten en de Duit- schers op minder dan 200 M. van elkander, aldus een bericht van de „Allehanda" van de Noorsch- Zweedsche grens. Verklaard wordt dat Britsche troepen stellingen hebben betrokken en met de Noren gegroepeerd zijn over een diepte van onge veer 20 K.M. Aan deze berichten wordt toegevoegd dat al het geen te Stockholm vernomen kan worden over de getalsterkte der Britsche en Fransche troepen is dat de Britten, Franschen en Noren in aantal onge veer even sterk zijn als de Duitschers. Verder wordt nog gezegd dat hoewel de Britsche troepen perfect zijn uitgerust, zij niet van meening waren dat tanks en gemechaniseerde eenheden in dit gebied ver- ei scht worden. Het bericht zegt verder dat de Duitschers voor het oogenblik meester in de lucht zijn, daar de ge allieerden naar het schijnt een tekort hebben aan luchtdoelgeschut en gevechtsvliegtuigen. Er wordt evenwel beweerd dat ondanks de voortdurende luchtaanvallen der Duitschers geen schade is aan gericht aan de Britsche verdedigingsstellingen, hoe wel, naar gemeld werd, het hoofdkwartier twee malen moest worden verplaatst. De snelheid, waar mede de Duitsche luchtmacht de plaats van het Britsche hoofdkwartier had vastgesteld, geeft naar verklaard wordt, aanleiding tot de verdenking dat er een goed ontwikkeld spionnenstelsel bestaat. Ook wordt gemeld dat de Duitsche torpedojagers in de fjord van Drontheim aan de operaties deelnemen. NOORSCHE DIVISIE LIJDT VERLIEZEN. In het bergland ten zuidoosten van Stavan- ger, aldus het D.N.B. hebben de deelen van een Noorsche divisie na een hevigen strijd met de Duitsche troepen de wapens neergelegd. Het aantal gevangenen en de gemaakte buit zijn nog niet te overzien. Het DNB bericht voorts dat op 23 April de Duit sche luchtmacht bij haar actie boven Noorwegen zich wederom voornamelijk gekeerd heeft tegen de Brit sche landingstroepen. De landingspogingen werden sterk gehinderd. Behalve de reeds gemelde beschadiging van een torpedojager zijn nog twee Britsche troepentrans- portschepen door bommen van zwaar kaliber ge troffen. Vermoedelijk hebben zij hun lading niet op de vastgestelde plaats aan land kunnen brengen. De vernieling van de wegen en spoorlijnen tus- schen Andalsnes en Dombaas werd voortgezet en de door de Engelschen bezette plaatsen in dit gebied zijn met bommen bestookt. De spoorwegstations van Lesja en Dovre zijn ernstig beschadigd, het station van Dombaas, dat Zondag werd gebombardeerd, staat in brand. Verkenningsvliegtuigen hebben telkens weer vast gesteld dat de Britsche troepen zich in de bosschen terugtrekken en vermijden zich op de wegen en in de plaatsen bloot te stellen aan de Duitsche bom bardementen. AANVAL OP LUCHTHAVEN BIJ OSLO EN AALBORG. De Britsche luchtstrijdkrachten, hebben Maan dagavond, naar Reuter in gezaghebbende Lon- densche kringen verneemt, hun eersten lucht aanval ondernomen op de Duitsche luchtbases nabij Oslo. De bommenwerpers vielen Fornebo en Kjeller, de twee vliegvelden aan den rand van Oslo, aan en terzelfdertijd het Deensche vliegveld te Aalborg, dat voor de derde maal des nachts met succes werd gebombardeerd. Zwaar explosieve bommen en brandbommen wer den op Fornebo en Kjeller neergeworpen. Gezien werd dat een groote brand woedde tegenover een hangar op Fornebo. De toestellen, die Aalborg aan vielen, ontmoetten een hevig luchtafweervuur, dat versterkt was sedert de vorige nachtelijke aanvallen maar ondanks het hevige verzet werden alle aan vallen doorgedreven en werd waargenomen dat een groot aantal zware bommen ontplofte op de opper vlakte van het vliegveld en op de startbanen. Een vliegtuig keerde niet terug. Een tweede vliegtuig werd getroffen door een kleine granaat, waardoor een motor werd beschadigd. Het slaagde er echter in veilig naar zijn basis terug te keeren. Duitsch opperbevel meldt; BERLIJN 24 April (D. N. B.) Het opperbe vel van de weermacht maakt bekend: De vijandelijke zee- en landstrijdkrachten in de zóne van Narvik zijn verder versterkt zonder tot dusver tot den aanval over te gaan. Noordoostwaats van Drontheim namen Duitsche troepen na een korten strijd het belangrijke Steinkjör gelegen aan de uiterste noordoost punt van de Drontheimfjord. Er werden tachtig gevangenen gemaakt. Ten oosten van Bergen duurt de aanval op de bij Voss aanwezige Noorsche troepen voort. De gevech ten in het gebied van Stavanger zijn geëindigd. Twee Noorsche regimenten werden daar in samen werking met het luchtwapen aangevallen en na een korten doch hardnekkigen strijd ontwapend. De van Oslo naar het noorden en noordwesten oprukken de Duitsche hoofdtroepen hebben, gesteund door pantsertroepen en het luchtwapen, den vijandelij ken tegenstand overal gebroken en trekken vlot verder. Dagelijks komen nieuwe versterkingen te Oslo aan. Een aanvalspoging van Engelsche vlieg tuigen op de omgeving der vliegvelden van Oslo had geen succes. Eenige particuliere huizen werden beschadigd. De luchtverkenningen van gisteren strekten zich weer uit tot de geheele Noordzee, in het bijzonder tot de Orkaden en het zeegebied voor de Noorsche Bij de firma S. I. de Vries in de Warmoesstraat te Amsterdam heeft hedenmorgen een felle brand gewoed. Een foto tijdens het blusschingswerk. (Men zie pag. 11.). Radiotelefoongesprekken. (Het 100.000ste radio telefoonge sprek met Indië is Dinsdag gehou den en wel door Houthandel Jon- geneel te Utrecht. Voor dit jubi leum,gesprek werden geen kosten berekend.) Er is honderdduizend keeren Zoo maar draadloos door de sferen, Met den verren Oost gepraat; Wat een lange reeks van woorden, Die men hier en ginder hoorde, In betoogen zonder draad. Het valt zwaar je voor te stellen, Laat nog staan om na te tellen, Wat die honderdduizend maal, In een aethergolf beweging Al niet over land en zee ging, Maar 't is zeker kolossaal. Jonge-jonge Jongenelen, Gij kreegt een faveur uit velen, Bij dit machtig jubilé; Zoo kunt gij, op stuk van zaken, Een bijzonder zaakje maken, Aardig volk, die P. T. T. Of het nu ging over zaken, Dan wel ouders kindren spraken, Ambtlijk of in zoeten min; Of de sprekers rustig zaten, Dan wel uitgelaten praatten, Oppervlakkig of vol zin; Al die honderdduizend keeren, Kon men 't wonder apprecieeren, Dat de radio bereidt; Als zij, de ondenkbaar vlugge, D'afstand weet te overbruggen, Die ons land van 't Oosten scheidt. Nog veel honderdduizend malen, Zal men grif de cijns betalen, Die er eenmaal nu op staat. Om de zeer bijzondre waarde Van een band rond half de aarde, Die een band is zonder draad. P. GASUS. westkust. De aanvallen der Duitsche gevechtsvlie gers richten zich in hoofdzaak tegen de landingen der Engelschen op de Noorsche kust alsmede tegen de naar het binnenland leidende wegen en spoorlij nen. In de Namsos-fjord werd weer een torpedojager zwaar beschadigd. Voor Andalsnes werd een andere torpedojager en een transportschip zoo zwaar ge troffen dat op beide vaartuigen brand uitbrak. Aan den ingang van de Molde-fjord kreeg een ander transportschip twee voltreffers, waardoor het vaar tuig onbestuurbaar werd. Op een andere plek werd een vijandelijk vrachtschip met verscheidene bom men bestookt. Het vaartuig maakte kort daarop zwaar slagzij. Op de naar het binnenland leidende spoorlijnen werden de rails op verscheidene plaat sen door bomtreffers opengescheurd, werden sta tions vernield en werd brand gesticht in depóts. Een vijandelijk transportschip kreeg een voltreffer en brandde uit. Plaatsen en kwartieren waarin zich vijandelijke troepen bevonden, werden vernield. In het westen geen gebeurtenissen van betcekenis. Tijdns een nachtelijken inval in de Duitsche Bocht werd een Britsch vliegtuig boven Sylt door lucht doelgeschut neergehaald. Tijdens een luchtgevecht ten zuiden van Diedenhof en schoten Duitsche jagers twee Hurricane toestellen neer. Het Duitsche Nieuwsbureau teekent bij de opera ties in Noorwegen nog aan: Het stelselmatige succesvolle voortschrijden der Duitsche troepenbewegingen in Noorwegen wordt door een nieuw aanzienlijk succes bevestigd. In samenwerking tusschen zeestrijdkrachten en legerdeclen gelukte het de plaats Steinkjar na strijd te bezetten. Steinkjar heeft door zijn ligging aan het noord einde van de diep ingesneden Drontheim-fjord bij zondere betcekenis. De hier ingenomen Duitsche po sitie verspert de van Namsos via Grong naar Dront heim voerende spoorlijn en verkeersweg. De Duit sche troepen in Drontheim hebben daarmede de door hen bezette zóne aanzienlijk uitgebreid en een groote vrijheid van beweging gekregen. Elke poging van Namsos uit langs de spoorlijn door te dringen naar Zweden ontmoet thans reeds honderd kilometer ten noorden van Drontheim Duitschen tegenstand, welke door de bodemgesteldheid bijzonder begun stigd wordt. WEER EEN AARDBEVING IN ANATOLIë. ISTANBOEL, 24 April. Men vreest dat vele menschen zijn omgekomen bij een heftige aard beving, welke Dinsdagavond een aantal hulzen te Erzindjan vernielde. (United Press.) Het woord is aan Cicero: Een geleerde of een kunstenaar draagt al zijn rijkdom steeds bij zich. R. P.: Wat doet Den Haag? pag. 1 j§ Mr. E. Elias: Mexicaansche indruk- ken. pag. 3 1 J. H. de Bois: Litteraire Kantteeke- 1 ningen. pag. 3 jj Melis Stoke: Dooreen-geschudde menschheid. pag. 3 §t Van onzen Londenschen correspon- j! dent: Engeland's verhouding tot Italië. pag. 6 g De vloten der kleine neutralen, pag. 5 jj K. de Jong: „Een uur muziek" en J 40ste leerlingenuitvoering Haarlem's Muziek Instituut. pag. 2 J. B. Schuil: Cabaret-avond in een jj cantine. pag. 2 1 Laatste Berichten pag. 7 S

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 1