Persverordening uitgevaardigd. DONDERDAG 25 APR IE 1940 HAARtEM'S DAG BEST) 3 Bekendmaking van den opperbevelhebber van land- en zeemacht. AI/S algemeene bekendmaking- no. 30 van den opperbevelhebber van land- en zeemacht bevat de Staatscourant van Woensdag 24 April 1940 een verordening voor de pers, geldende in het gehcele grondgebied des Rijks. De verordening luidt: Artikel 1. Het is- verboden een dagblad, periodiek, vlug- chrift of eenigerlei drukwerk, geschrift, of teeke- ling te drukken, uit te geven of voorzoover zij in e Nederlandsche taal zijn gesteld dan wel in het [ijk zijn gedrukt of uitgegeven te verspreiden, an te plakken of in den handel te brengen. Artikel 2. Het in deze verordening bepaalde blijft van toe- lassing op de in artikel 1 bedoelde drukwerken, ge- chriften en teekeningen, ook al zijn die door den nilitairen censuurdienst indien deze is ingesteld - vrijgelaten. Artikel 3. Van het in artikel 1 gestelde verbod kan door het nilitair gezag ontheffing worden verleend. Aan een intheffing kan het militair gezag algemeene of bij- ondere voorwaarden verbinden, terwijl eenmaal astgestelde voorwaarden door dat gezag kunnen /orden ingetrokken, gewijzigd of aangevuld. Artikel 4. Verleende ontheffingen kunnen door het militair ;ezag te allen tijde en zonder opgave van redenen /orden ingetrokken. Artikel 5. Ontheffing van het in artikel 1 gestelde verbod 'ordt van rechtswege geacht te zijn verleend ten anzien van alle in artikel 1 bedoelde drukwerken, eschriften en teekeningén, voor zoover er in deze lgemeene bekendmaking niet anders is bepaald, an wel door het militair gezag of den militarnen ensuurdienst indien deze is ingesteld bij al- emeene bekendmaking niet anders is bepaald, dan /el door het militair gezag of den militairen cen- uurdienst indien deze is ingesteld - bij alge- neene bekendmaking of bijzondere aanzegging niet nders zal worden bepaald. Artikel 6. Een algemeene bekendmaking of bijzondere aan- egging, als in het vorige artikel bedoeld, kan mede letreffen het drukken, uitgeven, verspreiden, aan bakken of in den handel brengen van alle in arti- el 1 bedoelde drukwerken, geschriften of teekenin- en. van een bepaalden natuurlijken dan wel rechts- of lichaam, het zij door dien natuurlijken of echtspersoon of door dat lichaam zelf, hetzij door lerden. Artikel 7. 1. Geen ontheffing, als bedoeld in artikel 5, wordt eacht te zijn verleend voor zooverre het drukwerk, eschrift of de teekening naar inhoud en (of) strek ing dan wel naar den uiterlijken vorm: a. in geval van een oorlog, waarin Nederland niet ls oorlogvoerende mogendheid betrokken is, uiting eeft aan gevoelens van vijandschap, haat of min- chting tegenover eenige oorlogvoerende mogend- eid, haar overheid of een harer overheidsorganen f leidende figuren als beleedigend of noodeloos renkend moeten worden beschouwd: b. een afbeelding, beschrijving of eenige bïjzonder- eid inhoudt met betrekking tot 's lands defensie in et algemeen, dan wel bijzonderlijk met betrekking )t. functies en standplaatsen van militairen, eenig hilitair werk, militairen bij de uitoefening van den jienst, militair- materiaal, bij, althans ten behoeve /an de weermacht in gebruik, gebouwen en getim- lerten, waarin militairen zijn ondergebracht voor 'elk doeleinde ook, of waarin zich militaire buree- :n, staf kwartieren of commandoposten bevinden, f waarin militaire paarden of militair materieel zijn ndergebracht, militaire vliegvelden, vliegparken en indingsterreinen met hun x-oerend en onroerend toe- ehooren, bivaks, militaire auto- en wagenparken, n in het algemeen alle dergelijke of andere gege- rens omtrent land- en zeemacht, haar taak, bevoor- (ading, uitrusting en verrichtingen: I c) mededeelingen inhoudt in zake maatregelen, Se evacuatie betreffende of de voorbereiding daar- !an door het militair en (of) burgerlijk gezag 'aaronder te dezen wordt verstaan het noemen an namen van gemeenten, buurten of streken, 'elke voor afvoer der bevolking in aanmerking omen, van namen van vluchtoorden, het vermel en van de wijze, waarop en de land- en water egen, waarlangs de eventueele afvoer der be- rolking zal geschieden, het vermelden van gedrags- igels voor de bevolking bij evacuatie, tenzij de [egevens daartoe zijn verstrekt door den minister 'an defensie, den minister van binnenlandsche .ken, den opperbevelhebber van land- en zee- acht of de commissie burgerbevolking: d) bestemd en (of) geschikt is om de krijgs- icht bij- en het zelfvertrouwen in de weermacht bf eenigp onder- of bestanddeel daarvan te onder mijnen, en in het algemeen moet worden geacht gevaar op te leveren voor den geest van de weer- nacht of voor de veiligheid des lands; e) beleedigend, dan wel noodeloos krenkend noet worden geacht voor het openbaar gezag, lenig openbaar lichaam of eenige openbare in- itelling: j f) afbreuk kan doen aan de weerbaarheid en liet zelfvertrouwen van de bevolking; I g) blijkens mededeeling van de regeering of van Hen opperbevelhebber van land- en zeemacht op feenigeslei andere wijze afbreuk doet aan de be lang en (of) de veiligheid van den Staat. 2. Onder de uitdrukking „naar den uiterlijken gebezigd in lid 1 van dit artikel, worden verstaan: a) het gebruik van sensationeele koppen en itioneele slagzinnen, welke geen voldoende ver- itwoording vinden in- den inhoud van de berïch- waarop ze betrekking hebben; b) het zoodanig weergeven van officieele be lten, dat de oorspronkelijke s,trekking niet tot recht komt; e) het opnemen van gruwel-prdpaganda-be- fichten; d) het door letterkeuze, opmaak of plaatsing in fie pagina verleenen van extra waarde en aandacht ban berichten, uitgaande van een oorlogvoerende (nogendheid. Artikel 8. 1. Geen ontheffing, als bedogld in artikel 5, Wordt geacht te zijn verleend voor zooverre het drukwerk, geschrift of de teekening hetzij naar Inhoud en (of) strekking, dan wel naar den uiter lijken vorm: le. aandringt en (of) aanstuurt op het verlaten door Nederland van het beginsel en (of) het stand punt der neutraliteit: l 2e. eenige mededeeling bevat zonder toe- E' temming van de bevoegde militaire autoriteit iet betrekking tot het eventueele bedreigen, in evaar brengen of schenden van de Nederlandsche neutraliteit door eenige oorlogvoerende mogend heid, dan wel met betrekking tot eenige poging daartoe; 3e. twijfel kan doen wekken aangaande, dan Wel betwist de neutrale houding der Nederlandsche tegeering, het Nederlandsche volk, of de Neder landsche Pers in haar geheel; 4e. de neutrale houding van eenig Nederlandsch persorgaan, dagblad of periodiek zonder ernstige, jaan het landsbelang ontleende redenen verdacht Laakt, betwist of in twijfel stelt; 5e. blijkens mededeeling van de regeering of van den opperbevelhebber van land en zeemacht op eenigerlei andere wijze afbreuk doet aan de be langen en (of) de veiligheid van den Staat. 2. Het bepaalde in alinea 2 van artikel 7 is met betrekking tot den inhoud van lid 1 van dit artikel op overeenkomstige wijze van toepassing. Artikel 9. 1. Drukkers en uitgevers van nader door of vanwege het militair gezag aan te geven druk werken, geschriften en teekeningen zijn verplicht om op vordering van dat gezag van elke uitgave of herdruk den titel, den naam van den auteur en (of) den strafrechtelijk aansprakelijken redacteur alsmede de korte inhoudsopgave, dan wel het druk werk, geschrift of de teekening zelf, schriftelijk ter kennis van dat gezag te brengen. 2. Het militair gezag is voorts bevoegd indien daartoe naar zijn oordeel aanleiding bestaat na kennisneming van de korte inhoudsopgave alsnog een exemplaar van het drukwerk, geschrift of de teekening ter inzage te vragen, teneinde van den volledigen inhoud te kunnen kennis nemen. Art. 10. Overtreding van eenige bepaling dezer veror dening wordt overeenkomstig het bepaalde in art. 47 van de wet van 23 Mei 1899 (Staatsblad no. 128) gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste duizend gulden. Art. 11. Met de handhaving en met de zorg voor de na leving van deze verordening, alsmede met de op sporing van krachtens eenige bepaling van deze verordening strafbare feiten zijn belast, naast en behalve de door het militair gezag met het toezicht op de pers belaste officieren: (Adv. Ingez. Med.) De huiszoekingen bij de N. S. B. Justitie kent geen discriminatie. Op de Dinsdag ingezonden schriftelijke vragen van het lid der Tweede Kamer den heer de Marchant et d'Ansembourg aan den voorzitter van den minis terraad in vei'band met huiszoekingen bij leden van de N. S. B., heeft minister de Geer geantwoord, dat het den minister is gebleken, dat inderdaad op last van den procureur-generaal bij het gerechtshof te 's Hertogenbosch huiszoekingen hebben plaats ge had bij leden van de NSB. waaronder steller der vragen. De vraag of de minister zich er rekenschap van heeft gegeven, dat de bedoelde huiszoekingen wijzen op een discriminatie van de NSB, die niet in over eenstemming kan worden geacht met de door den minister in September jl. en ook later nog herhaal delijk aangegeven richtlijnen voor het algemeen re- geeringsbeleid, beantwoordt de minister ontken nend, wijl de justitie geen discriminatie kent. le. de ambtenaren, bedoeld in art. 141 van het wetboek van strafvordering. 2e. het personeel der Koninklijke marechaussee. 3e. het personeel der militaire politie. Art. 12. 1. Deze verordening zal worden afgekondigd door plaatsing in de Nederlandsche Staatscourant. 2. Zij treedt in werking op den derden dag na hare afkondiging. 3. Zij kan worden aangehaald onder de bena ming „Persverordenig van den O.L.Z." Gelast en beveelt een ieder, wien zulks aangaat, zich overeenkomstig het vorenstaande, en bijzon derlijk overeenkomstig eenige krachtens deze ver ordening gegeven verbodsbepaling te gedragen. Gegeven te 's-Gravenhage den 23en April 1940. De Generaal, Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht. w.g. H. G. WINKELMAN. VEREENIGING VOOR DEN EFFECTENHANDEL CONTRA DE MESSAGERIES MARITIMES Naar ons van de zijde van de Vereeniging voor den effectenhandel te Amsterdam wordt medege deeld, is Woensdag in hooger beroep arrest gewe zen in het goudclausule-proces, dat deze vereeniging te Parijs voerde tegen de Messageries Maritimes. De Vereeniging voor den Effectenhandel heeft dit pro ces gewonnen. OMGEKOMEN DUITSCHE VLIEGER TE MAASTRICHT BEGRAVEN Woensdagmiddag is met Nederlandsch militair eerbetoon op de algemeene begraafplaats te Maas tricht in het Duitsche Ehrengrab ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den Duitschen luitenant vlieger-waarnemer Fritz Stern. Deze was tijdens een luchtgevecht boven Fransch grondgebied gewond en is, na de noodlanding van den Duitschen bommenwerper Zaterdagmorgen on der Geulle, ovei'leden. Bollenkweekers bekijken hun producten. Arnhem, dat indertijd door de zorgen van de kweekers een millioen bloembollen ten geschenke kreeg, ontving deze week bezoek van de gevers, die de resultaten van hun werk in oogenschouw kwamen nemen. Er was veel belangstelling voor de perken, die op het oogenblik in Sonsbeek en Zijpendaal in volle kleurenpracht staan. MEXICAANSCHE INDRUKKEN. Tlaquepaque. (Van onzen reizend en medewerker)' Door de straten van Guadalajara rommelt een rommelige tram. Een electrische tram, ongeverfd als veel wat van de Mexicaansche gemeenschap is en met groote reclamedoeken voor fietsen, sigaret ten en bioscopen aan den buitenkant, voor de vensters. Daarom is het altijd schemerachtig in de tram van Guadalajara en zij schokt erg en er han gen rare luchtjes in. Maar zij gaat naar Tlaquepaque en dat is prettig want Tlaquepaque (zegt u maar gewoon: Tlakkepakke) is een bijzonder plaatsje met veel ezeltjes en slordige straten en donkere mannen op nog-donkerder bloote voeten en hon derdduizend maal zooveel vliegen als ezeltjes. Er is een aardig plein in het midden, natuurlijk met een galerij eromheen en natuurlijk met een coquet en verveloos muziektent]in het midden en een paar prachtige kerken en een paar won dermooie witte campanula's, waarin de klokken dagwerk hebben. Maar het bijzondere van Tlaquepaque dat zijn z'n aardewerkfabrieken, waar zwijgende mannen op den grond zitten met gekruiste beenen om de klei te beschilderen met de oeroude sier-motieven van dit land. Dezelfde die ge ziet op de pyramide-van- de-zon, die duizend jaar geleden is gebouwd: bloe men, slangen en vogels in heldere kleuren vooral blauw op geel en groen op rood. Het is aardig en interessant de tientallen werkplaatsen te 'zien en daar, op de koele patio's tusschen olmen, palmen en bloemen, de zwijgende mannen van Tlaquepaque aan het werk. Maar Tlaquepaque heeft de oude volkskunst ver waarloosd. De mannen, geschoold in het oer-oude handwerk en verfijnd in de duizendjarige decoratie kunst, maken nu wat de jonge boeren van Mexico mooi vinden en dat is heel leelijk. Zij maken om- mogelijke steenen poezen met dwaze krulstaarten en groene spaarvarkens en witte bustes van Mexico's bevrijders en presidenten en aschbakjes in den vorm van een sombrero en leelijke poppetjes en vogels en kunstvoorwerpen voor de étagère en hel buffet van tante Juanita. En voor de Ameri kanen. De toeristen uit de Vereenigde Staten komen in zwermen naar Tlaquepaque en zij doen de vliegen concurrentie aan. Zij zijn luid en druk en fotogra feeren links en rechts en koopen links en rechts de leelijkste katten en aschbakjes van Tlaquepaque. Wanneer die grijze, uitgedroogde mannen en de met uw permissie leelijkste en tanigste nog in leven zijnde vrouwen van Noord-Amerika belast en beladen met steenen rommel de koele werk plaatsen van Tlaquepaque hebben verlaten gaan zij fotografeeren. Ma bij de campanilla en tante op de treden van zoo'n schuimteere kerk en oom bij een echten ezel en pa met een zoo juist gekochte som brero op, opdat alle goede lieden up North in our home-town zullen weten dat pa en ma en oom en tante in Mexico geweest zijn. Want dat is veelal het doel van die „toeristen": te kunnen zeggen: „ik ben er geweest, kijk maar, daar sta ik voor de kerk van Tlaquepaque'. En die zwarte mannen van Tlaquepaque zouden- al heel onmenschelijke idealisten moeten zijn, wan neer zij niet zouden trachten de dure dollars van de Amerikanen in de wacht te sleepen. Want een dollar is zestien pesos waard en van zestien pesos kan een rechtgeaarde TIaquepaquer met zijn vrouw, zijn vele kinderen en zijn ezeltjes een heele week leven. Daarom maken ze in Tlaquepaque leelijke hon den en katten en sombrero's van steen bij honder den per dag en dezelfde leelijkers die pa en ma up-North in de 5 en 10 cents winkels van hun home town voor drie stuivers kunnen koopen, die koopen ze in Tlaquepaque voor een dollar. En er staan fotografen, waar tante en oom een heusch Mexi- caansch costuum kunnen aantrekken en zich daarin laten vereeuwigen. En in de stoffige cafés met de vele, vele vliegen staat de coca-cola klaar. Ja, pa en ma uit Noord-Amerika hebben Tlaque paque tot in den grond en tot in de klei van zijn aardewerkfabriekjes bedorven. Maar 's avonds, wanneer zij in de halls van hun hotel in Guadalajara zitten te bridgen, brengt de rammelende tram mij in twintig minuten in Tlaque paque. Dan drinken de mannen van Tlaquepaque voor een halve Amerikaansche dollar vijf gif groene tequila's en luisteren ze, zwijgend en roo kt nd, naar de muziek van de marimba. Dan is Tlaquepaque weer Tlaquepaque. En dan is het heerlijk op het groene plein. Mr. E. ELIAS. (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehouden). Nationale Vrouwenraad. Te Zwolle wordt vandaag en morgen de 41ste al gemeene vergadering van den Nationalen "Vrouwen raad gehouden. De presidente, mej. Joh. Westerman. heette in haar openingswoord allen hartelijk welkom, in het bijzonder baronesse van Voorst tot Voorst, echtge- noote van den Commissaris der Koningin in Over- ijsel en mevrouw van Walsum, echtgenoote van den burgemeester van Zwolle. Hierna gaf mej. Wester man 'n uiteenzetting van 't doel van den Nationalen Vrouwenraad. Op de door vrouwen in veertig jaar veroverde rechten werd in de laatste jaren talrijke malen in breuk gemaakt, zoowel door de overheid, als door particulieren en door het terugdringen van de vrouw van eenmaal ingenomen plaatsen wordt het de vrou wen onmogelijk gemaakt haar invloed te doen gel den, wanneer maatregelen werden genomen, die haar bestaan ten nauwste raken. Daarom moeten wij vrouwen, aldus spr„ waak zaam blijven en Nederland toonen, hoeveel krach ten ongebruikt worden gelaten, wanneer vereenigin- gen en overheid niet aan vrouwen, zoowel als aan mannen, de kans geven plaatsen te bezetten door de meest geschikte persoon. De eerste secretaresse voor het binnenland, mej. A. C. Schippers, constateerde in haar jaarverslag, dat er het afgeloopen jaar hard gewerkt is, doch dat de toekomst weinig aanleiding tot bespiegeling en plannen geeft. Thans geldt niet mede te doen aan den zenuwoorlog en paraat geschaard staan om onze regeering, indachtig het woord van H.M. de Konin gin: „Wij willen ons zelf zijn en blijven!'" Herdenking van den geboortedag van Willem van Oranje. Op eenvoudige maar niettemin indrukwekkende wijze is Woensdagavond in de Nieuwe Kerk te Delft de, geboortedag van Prins Willem I her dacht. Het initiatief tot deze plechtigheid was uitgegaan van een herdenkingscomité, gevormd op uitnoodi- ging van het hoofdbestuur van het Algemeen Ne derlandsch Verbond en bestaande uit vertegen woordigers van een groot aantal vereenigingen met nationalen inslag. De herdenking opende met orgelspel van den heer J. H. Storm, waarna onder het spelen van de onderscheidene volkslieden de Zuid-Afrikaansche, de Vlaamsche cn twee Nederlandsche vlaggen wer den binnengedragen. Daarna zong het volkszangkoor uit 's-Gravenhage één van Valerius' liederen, waarna de heer P. J. de Kanter, vooi'zitter van het herdenkingscomité allen welkom heette. De heer De Kanter verzocht allen de indrukken, die zij hier zouden verzamelen, uit te dragen en hij sprak den wensch uit, dat allen door dezen avond bemoedigd en versterkt zullen worden. Na dit woord speelde het „Residentie-koper- kwartet" koraalmuziek, waarna generaal majoor K E. Oudendijk de herdenkingsrede hield. Op deze rede volgde weer zang van het Haagsche volkszangkoor dat weer één van Valerius' liederen zong. Na dit lied schaarden de dragers van vaandels en vlaggen zich om de graftombe van Willem de Zwijger en de overige aanwezigen volgden dit voorbeeld. Tijdens orgelspel legden de vertegen woordigers van zeven vereenigingen bloemen bij het graf. Daarna zegden allen de belofte na, die generaal Oudendijk voorlas en die in 1933 in een van de muren van de kerk is aangebracht. Zij luidt: „Wij heffen hart en handen Voor 't heil der Nederlanden En zweren vast den eed Tot doodsbeproefde trouwe, Wilhelmus van Nassouwe, Met u te staan gereed". Hierop volgde koraalmuziek van het ..Residentie koperkwartet". De heer De Kanter sprak een slotwoord, nadat een prachtige krans voor het praalgraf was neerge legd zongen allen, begeleid door het orgel, het eerste en zesde couplet van ons volkslied en hier mede was deze herdenking ten einde. Kon. Ned. Academie van W etenschappen. De Koningin heeft bekrachtigd de navolgende benoemingen der Koninklijke Nederlandsche Aca demie van wetenschappen, afdeeling letterkunde: a. tot gewoon lid van de heeren: prof. dr. G. Brom te Nijmegen en prof. dr. W. E. J. Kuiper te Amsterdam; b. tot correspondent van de heeren: prof. dr. J. Ph. Duyvendak te Batavia en prof. mr. F. D. Hol leman te Stellenbosch (Zuid-Afrika). Nederland's koopvaardijvloot mat op 1 Januari j.l. 2.890.000 ton. De jaarlijksche vergadering der reedersvereeniging gehouden. De Nederlandsche Reedersvereeniging heeft Woensdag te 's Gravenhage haar jaarlijksche alge meene vergadering gehouden. De voorzitter, de heer E. G. Wesselink. directeur ,an de N.V. Hollandsche Stoombootmaatschappij te Amsterdam, herinnerde in zijn openingsrede aan het vele. dat in het afgeloopen jaar is gebeurd. Spr. herdacht in de eerste plaats de opvarenden der schepen, die als gevolg van den oorlog bij de uitoefening van hun plicht ontijdig den dood von den. Daarna bracht spr. een woord van hulde aan allen, die ongeacht de gevaren hun taak aan boord rerv uilen. De resultaten over het afgeloopen naar noemde spr. over het algemeen niet onbevredigend, De geografische ligging van ons land tusschen de belligerenten, gelegen aan de zee waar de strijd het felste woedt, houdt vele gevaren in zoo ging hij verder De vervangingswaarde van verloren gegane schepen is reeds zeer hoog en zal waarschijn lijk nog hooger worden. De tijd, benoodigd voor den bouw van een schip, is reeds belangrijk verlengd en het laat zich aanzien, dat straks de oplevering nog langer zal duren, terwijl de reeds sterk gestegen kosten, afgescheiden nog van de langere reisduren, over de geheele linie steeds meer stijgen. Aan den anderen kant is te verwachten, dat bij een voortdu ren van den oorlog het volume van den handel teeds verder zal inkrimpen, waarbij komt, dat vele factoren de noodige vrachtverhoogingen belemme ren. Eerst na den oorlog zal men zijn positie met juistheid kunnen beoordeelen. Zoolang de strijd voortduurt is groote voorzichtigheid geboden. Verscheidene schepen vielen ten offer aan den mijnenoorlog en het optreden van duikbooten. Naarmate de strijd voortduurde nam de oorlogvoe ring ter zee steeds scherpere vormen aan, vooral magnetische mijnen, gelegd in vaarroutes, waarvan ook de neutrale scheepvaart gebruik moet maken, verhoogden de gevaren en deden het aantal slacht offers toenemen, terwijl in een later stadium ver scheidene Nederlandsche schepen door vliegtuigen werden beschoten. Van begin September tot eind Maart gingen ten gevolge van den oorlog 23 schepen met een totaal inhoud van 88109 b.r.t. ten onder. 237 menschen verloren daarbij het leven. Een dergelijke wijze van oorlogvoeren aldus spr. waarbij de neutralen niet worden ontzien, erdient scherpe afkeuring. Dat ondanks deze scheepsrampen de Nederland sche zeelieden met kalme vastberadenheid de steeds toenemende gevaren der zee trotseeren en met inzet van hun leven hun taak vervullen, dient allen, die beseffen hoezeer het algemeen nationaal belang in de huidige omstandigheden bij de vaart onzer koop vaardij betrokken is, tot groote erkentelijkheid te stemmen. Een z.g. „vrije vaargeul", ingesteld in overleg met de belligerenten, waardoor, indien aan bepaalde eischen omtrent de lading wordt voldaan, onze schepen veilig en ongehinderd hun weg naar en van onze havens zullen kunnen volgen, zou de gevaren, waaraan onze scheepvaart thans is blootgesteld, be langrijk verminderen en het blijven varen onzer schepen verzekeren. De voedselvoorziening voor mensch en dier en de instandhouding der economi sche uitrusting van ons land zouden daarmede te vens verzekerd zijn. De aandacht der regeering is hierop gevestigd. In verband met de buitengewone tijdsomstandig heden, welke de continuiteit in de behandeling van zaken wenschelijk maken, besloot de vergadering geen wijziging te brengen in de samenstelling van het bestuur en evenmin in het voorzitterschap en on dervoorzitterschap. Gedurende het nieuwe verecni- gingsjaar zal dus de heer E. G. Wesselink voorzitter en de heer F. C. Bouman, directeur van de N.V. Hol land-Am. Lijn te Rotterdam, ondervoorzitter blij ven. Met oog op de tijdsomstandigheden werd tot uitbreiding van het bestuur overgegaan door de be noeming als buitengewoon bestuurslid van den heer W. N. H. v. d. Vorm, directeur van de N.V. Scheep vaart en Steenkolen Mij. te Rotterdam. De vergadering keurde voorts het jaarverslag over 1939 goed. Volgens dit jaarverslag bestond de totale Neder landsche koopvaardijvloot op 1 Januari 1940 uit: aantal b.r.t. Stoomschepen met Ned. zeebrieven 2(15 1.151.257 Motorschepen met Ned. Zeebrieven 547 1.167.089 Stoomsch. met Ned. Ind. zeebrieven 99 309.797 Motorsch. met Ned. Ind. zeebrieven 58 142.560 Stoomschepen met Curac. zeebrieven 37 100.734 Motorsch. met Curac. Zeebrieven 10 3.850 Motorsch. met Surin. zeebrieven 2 1.102 Zeilsch. m. en zonder hulpvermogen 115 13.864 Totaal 1133 2.890.253 De tonnage onder Nederlandsche vlag vermeer derde met 132.118 b.r.t. Volgens deze cijfers, ont leend aan gegevens van de scheepvaartinspectie, die eenigszins afwijken van de tevoren vermelde cijfers van Lloyd's register, is de vloot nog 2 pet. kleiner dan in 1931. De tankvloot bestaat uit 121 schepen, metende 550.329 b.r.t. of 19 pet. van de totale vloot. Zonder deze tanktonnage is het percentage van den achter stand vergeleken met 1931: 13 pet. Toegenomen is eveneens de topnage der kleine mo torschepen, die in de kust en korte vaart een belang rijke rol spelen. In 1939 werden 52 schepen aan de vloot der leden toegevoegd. Op 31 December 1939 waren in aanbouw: .voor de lijnreederijen in de groote vaart een passagierschip, 4 gemengde vracht- en passagiersschepen, 7 groote en vier kleine vrachtschepen; voor de trampreede- rijen: 5 schepen. Voorts stonden op stapel 5 kleine schepen voor de korte vaart, benevens een aantal tankschepen, waarvan echter nog niet vaststond on der welke vlag zij in de vaart zouden worden ge bracht. Met bestemming om aan de Nederlandsch-Indische vloot te worden toegevoegd, waren 5 schepen in aanbouw. „Johan van 01 denbarnevelt'door Engelschen kruiser aangehouden. SEMARANG 24 April (Aneta/A. N. P.) De „Locomotief" verneemt van de zijde van passagiers van de „Johan van Oldenbarnevelt", dat dit schip van Soerabaja komend, Maandag j.l. om zeven uur 's avonds bij Oedjong Pangkah, buiten het Wester vaarwater, op 4 mijl uit de kust, door een Engel- schen kruiser is aangehouden. Opvai enden van den kruiser kwamen aan boord, waar zij een onderzoek instelden naar de scheepspapieren, terwijl voorts werd gecontroleerd of er Duitsche passagiers aan boord waren. Nadat alles in orde was bevonden ver lieten de Engelschen het schip. BEKEND REDDER OVERLEDEN. TERSCHELLING 24 ApriL Gisteren overleed op Terschelling op 63-jarigen leeftijd Simon Wieg man. Sinds 1903 was hij een zeer verdienstelijk lid van de bemanning van de roeireddingboot van West- Terschelling en daarna van de motorreddingboot „Brandaris". Hij heeft 62 reddingtochten meege maakt, waarbij in totaal 110 mensehenlevens wer den gered. Zijn dood is een groot verlies voor de Noord en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5