Wie haakt e» mee?
Menu aan de taeek
Paarlen... vrouwendroom
en vrouwenvlijt.
DONDERDAG 25 APRIt 1940
HAARDE M'S DAGBfAD
10
Als wij een nieuwtje vertellen.
DE dochter van meneer Y. gaat scheiden, maar
het echtpaar Z., dat hen toevallig ontmoet,
weet daar niets van. En omdat mevrouw
Z. die dochter altijd een aardig vrouwtje heeft ge-,
vonden, informeert zij nadrukkelijk naar het ge
zin, hoe de jongelui het maken en hoe het met de
kinderen gaat.
Daar meneer en mevrouw Y. vlotte menschen
zijn, duurt de ijzige stilte die op deze vragen volgt
slechts een oogenblikje, maar in dat moment
weet het echtpaar Z. al dat er iets niet in orde is.
Nu, dat blijkt dan ook prompt, de ouders van de
jonge vrouw vertellen het slechte nieuws zoo so
ber mogelijk nee, natuurlijk nemen zij het
meneer en mevrouw Z. niet kwalijk, ze wisten er
immers niets van. Men gaat van elkaar als dezelfde
goede, welmeenende kennissen, maar een naar, kat
terig gevoel blijft bij beiden hangen en het echt
paar verzucht: had iemand ons dat ook maar ver
teld.
Er wordt anders al genoeg gekletst over zulke
nieuwtjes, zult u waarschijnlijk zeggen, en dat is
het nu juist: er wordt teveel over gepraat met de
hoofden bij elkaar, zooals men schandaaltjes be
handelt, maar te weinig zijn wij er dikwijls op
bedacht, om anderen in te lichten, zoodat zij voor
een gek figuur gespaard blijven. Dat betreft dan
ook niet alleen een echtscheiding, waarbij altijd het
venijnige kletspraatje graag om den hoek komt
kijken, maar eveneens bij een verbroken verloving,
bij een sterfgeval, of ook bij vroolijke nieuwtjes
als een geboorte, een huwelijk, een verloving, een
goede betrekking en dergelijke familieomstandig
heden die voor den kennissenkring van belang
zijn.
Nu is het waar: verlovingen en dergelijke worden
aangekondigd, maar er zijn ook prettige nieuwtjes
genoeg, die niet wereldkundig worden gemaakt,
en toch is het dan voor de kennissen niet aange
naam om er buiten te blijven en zoo dus schijnbaar
een tekort aan belangstelling te toonen.
Er bestaat dus zeker een verschil tusschen het
vertellen van een nieuwtje, om dat men het beter
oordeelt dat iedereen er maar zoo spoedig moge
lijk mee op de hoogte is. en het vertellen van een
nieuwtje om er eens fijn over te kunnen roddelen:
heb je al gehoord, bij de familie B. is er dit en
dat aan de hand de hoofden buigen naar elkaar
toe, en de pikante bijzonderheden, al of niet ver
zonnen (en dat laatste meestal helaas wèl) gaan
over en weer, terwijl er onder de bedrijven door
nog een en ander aan franje bij wordt gefanta
seerd, om het toch vooral maar belangwekkend te
maken.
Iets heel anders wordt het, wanneer iemand in
een kleinen kring vertelt: bij de familie B. is er
dit of dat gebeurd, ik wou het maar even zeggen,
dan zijn jullie tenminste op de hoogte. Is het
gezelschap, goedwillend dan zal er misschien
iemand zijn, die vraagt hoe dat nu wel gekomen
is, en men vertelt enkele bijzonderheden die vast
staan, en die niemand van de afwezigen kwaad
doet.
Er zijn mannen, die van meening zijn, dat vrou
wen die bij elkaar op bezoek zijn, altijd kwebbe
len: dus protesteert meneer K. als hij toevallig
bijwoont dat zijn vrouw iets dergelijks aan enkele
vriendinnen vertelt, die bij haar op bezoek zijn.
Waarop zijn echtvriendin hevig verbolgen haar op
merking verdedigt door te zeggen dat dit met
kletspraatjes niets te maken heeft, maar dat het
goed is, dat zooiets bekend wordt, opdat pijnlijke
vragen of opmerkingen tegen de betreffende men
schen achterwege kunnen blijven.
Nu zijn er natuurlijk kwebbelende menschen ge
noeg, die ervan overtuigd zijn, dat zij niets ergers
doen dan een nieuwtje verspreiden op een ge
oorloofde manier, en nu ja, dat kleine beetje
franje is toch zoo erg niet. Voor hen moeten wij
ons toch echter in acht nemen, zij roddelen zooge
naamd met goede bedoelingen en dat is meer ach-
terbaksch gedoe, dan anderen die er rond voor uit
komen dat zij graag hun medemenschen bekletsen,
omdat de eersten nog een schijn van waarheid op
houden.
Vertel elk nieuwtje daarom zoo sober mogelijk,
houdt u stipt aan wat vaststaat, betrek er geen
buitenstaander in en weiger om er lange ver-
toogen over te houden, want dan wordt het gevaar
dat de fantasie er aan te pas komt direct veel groo-
ter. En wie zich in dat opzicht onzeker voelt, kan
er beter over zwijgen, een reputatie kan maar
al te gauw een kras krijgen, die heel moeilijk
weer is weg te polijsten.
E. E. J.—P.
STROOMLIJN UW FIGUUR.
Onder bovenstaanden titel gaf A. G. Schoon-
derbeek in Laren een boekje uit, geschreven door
Sylvia van Hollywood en in het Nederlandsch be
werkt door J. H. LansonHendriks. De titel
zegt al genoeg namelijk dat hier een serie raad
gevingen betreffende het figuur worden gelan
ceerd. die tot doel hebben het figuur te verbe
teren en daarmee de schoonheid te verhoogen.
Met duidelijke foto's worden de verschillende
oefeningen aangegeven in de hoofdstukken, die
titels hebben, als:
Weg met die heupen!
En nu de armen!
Uw gelaat in stroomlijn, en dergelijke.
Toch gaat het bij zulke boékjes niet alleen om
de uiterlijke schoonheid maar bovendien om
twee andere en m.i. belangrijker factoren: het
gevoel van eigenwaarde en zekerheid dat een be
hoorlijk figuur en wat daarmee samenhangt als
een goede gang en houding geven, en boven
dien de volharding die noodig is om dit resul
taat te bereiken en die meestal niet gering is.
Een dergelijk lesje in volharding kan een prikkel
zijn om ook tot grooter prestaties in het leven te
komen dan tot nu toe het geval was.
Jammer alleen, dat de omslag weer een juf
frouw met een aanminnige glimlach vertoont,
waarom je, na het boek een dag op je tafel te
hebben laten liggen, het vast en zeker om
keert!
't IS MAAR EEN WEET!
Met een kennis sprak ik laatst over het door
alle moeders diep gevoelde euvel, dat de gebreide
broekjes van nog niet geheel zindelijke baby's zoo
gauw hard worden in het kruis en daardoor, on
danks zorgvuldig wasschen, betrekkelijk spoedig
onbruikbaar zijn. Ze deed me een aardige tip aan
de hand die ik u hierbij doorgeef.
„Als ik een broekje brei. naai ik altijd direct
een sous-bras in het kruisje", zei ze. „Je hebt dan
minder slijtage en 't houdt tegen, als er eens een
ongelukje gebeurt".
Me dunkt, dit is een tip, die waard is om eens
te worden geprobeerd! De sous-bras wordt natuur
lijk gewoon met 't broekje meegewasschen en be
hoeft niet telkens uitgetornd.
Elegant, daar valt niet over te twisten, wanneer
wij het charmante geheel op de foto critisch be
kijken. Maar weinig kostbaardat zal wel over
dreven zijn, veronderstelt u! Over het eerste zijn
wij het dus eens, het tweede punt kan meteen aan
de orde komen.
Weinig kostbaar is het complet van de foto, om
dat aldus een oude zomermantel uit een vorige
mode, welke wij juist af wilden danken, thans dooi
de zeer bijzondere en elegante groote kraag als het
ware nieuw leven ingeblazen wordt. En deze kraag
is het nu, die wij met weinig kosten zelf kunnen
maken. Niet van bont, dat zou te wintersch zijn,
neen, wij haken de kraag en hebbpn wij lust, dan
maken wij er meteen ook nog het kwieke modieuze
„hoed-mutsje" bij; dit laatste in dezelfde kleur als
de mantel.. De kleur hiervan maakt tevens uit in
welke donkerder of lichter tint wij de kraag zullen
maken. Bij heel licht beige staat zoowel zwart,
donkerblauw als donkerbruin, kleuren welke het
ook bijzonder goed doen bij lichtblauw en gebroken
wit. Doch hoe bijzonder mooi staat deze laatste
kleur bij zwart, donkerblauw of bleu! Er zijn dus
mogelijkheden genoeg!
En thans het „recept" voor den kraag. Wij
moeten deze eigenlijk onderscheiden in twee deelen:
van de schouders tot in de taille en van de taille
tot onderaan den zoom van den mantel. Deze
lengte zal voor ieder verschillend zijn en moet
daarom zelf geregeld worden.
Noodig hebben wij ongeveer 400 gram crêpe- of
peau de pêchewol en een haaknaald no. 2. Geheel
onderaan wordt begonnen: 50 lossen zetten wij
op en haken in heen en weergaande toeren vasten,
waarvoor beide bovenlussen van de vasten dei-
vorige toer opgenomen worden. Het haakwerk moet
dan glad worden. Bij elke 4e toer worden de nopjes
ingehaakt, welke zoozeer den indruk maken van
astrakan; steeds moet de averechte zijde van het
werk glad blijven. Elke 5e vaste in dezen toer nu
wordt voor een nopje als volgt gehaakt: de draad
2 maal om de naald slaan, insteken en doorhalen
tusschen dezelfde vasten, welke loodrecht naar be
neden gevonden worden in de le toer, dan verder
afhaken als een zoogenaamd dubbel stokje, echter
op de laatste phase na. De laatste steek moet n.l.
op de naald blijven staan, zoodat daar nu 2 st. op
overblijven. In hetzelfde gaatje van de le toer
herhalen wij deze handeling nog 3 keer, waarna
bij de laatste keer alle aldus vex-kregen steken, in
totaal 5, in één keer afgehaakt worden. Een nopje
is dan gevormd op de plaats van één vaste, wij
haken gewoon verder, nauwkeurig oplettend, dat
wij onmiddellijk naast de eigenlijke vaste insteken,
daar wij anders een onoogelijk haakwerk zouden
krijgen. In elke 4e toer dus en bij elke 5e vaste,
echter.de nopjes moeten verspringen, zooals een
gerstekorrel dat doet bij het breien. Dus vallen de
nopjes van de volgende 4e toer precies tusschen de
vorigen in. Hebben wij aldus een lengte verkregen
van 18 cM. beneden de taille, dan moet nu aan de
rechterzijde van het werk (gerekend metgde goede
kant naar ons toe) één vaste gemindei^ worden
Minderén geschiedt door eenvoudig de betr. vaste
te laten liggen, meei-dei-en van een vaste beteekent
inplaats van één dan 2 vasten op de betr. vaste der
vorige toer te haken. Moeten er mer vasten ge-
vorige toer te haken. Moeten wij voor de overigen
een benoodigd aantal lossen bij, die in de volgen
de toer als vasten gehaakt kunnen worden. Thans
moeten wij dus één vaste minderen en wel bij de
komende toeren: le, 4e, 8e, 12e, 15e, 17e, 18e, 19e,
20e 21e 22e 23e 25e 27e 29e en 33e toer. Wij hebben
dan de taille bereikt en krijgen nu aan weerszijden
een speciale bewerking te verzorgen. Hierbij onder
scheiden wij voorloopig een meerderingszijde rechts,
dus aan den kant, waarbij eerst geminderd werd en
een minderïngszijde links, boven de x-echtsgebleven
zelfkant van het werk. Voor een beter overzicht
op ons werk beginnen wij met een nieuwe toeren-
telling: prettig is het even een merkje aan te bren
gen in den vorm van een kleurig di-aadje of een
veiligheidsspeld. Aan het eind van de 11e, 13e,
15e, 19e, 21e, 25e en 29e toer wordt één vaste
gemeerderd, terwijl aan het eind van de 30e toer
één vaste geminderd wordt. Voorts a n het eind
vn de 37e, 39e, 41e en 45e toer één vaste meerderen,
aan het eind van de 46e toer één vaste minderen.
Aan hei eind van de 51e, 55e en 59e toer één vaste
meerderen, aan het einde van de 60e toer één
vaste weer minderen. De rollen gaan daarna om
draaien en wel als volgt: aan het eind van de 75e
toer één vaste minderen en aan het eind van de
76e, 82e, 90e, 98e, JlOOe en 104e toer één vaste
minderen. Aan het einde der 105e toer een vaste
DEZE KRAAG IS ELEGANT
EN WEINIG KOSTBAAR.
minderen, aan het einde der 108e toer een vaste
meerdei-en, aan het einde der 109e toer één vaste
mindei-en, aan het einde der 110e toer twee vasten
meerderen, der 112e toer drie vasten meei-deren,
der 114e toer vier vasten, der 116e en 118e toer
eveneens vier vasten ieder, der 120e toer drie vas
ten terwijl aan het einde van de 121e toer één
vaste geminderd wordt. Vervolgens meerderen wij
aan het eind van de 122e toer nog twee vasten
om daarna bij alle even toeren tot en met de 162e
toer één vaste te blijven meerderen, terwijl tot en
met de 143e toer aan het eind van iedere on
even toer één vaste geminderd wordt. Aan het
einde van de 147e en 148e toer minderen wij twee
vasten en voorts van de 151e drie vasten, 153e
155e, 157e, 159e en 161e vier vasten. Aan het begin
van de 163e toer laten wij zeven vasten liggen vóór
wij met nieuwe vasten beginnen, terwijl wij aan
het eind twee vasten minderen. Aan het begin der
164e toer laten wij tien vasten liggen, haken de
volgende zeven vasten en eindigen met wat halve
vasten. De draad kan nu afgebroken worden, de
rechterhelft is klaar. De linkerhelft is precies hier
aan gelijk, zij het dan in spiegelbeeld. Daartoe tel
len wij bij alle toeren één toer op om het werk
programma te kunnen volgen. Na het in elkaar
zetten vouwen wij voor een halven centimeter alle
buitenkantjes naar de achterzijde om en zetten dit
met fijn garen in de kleur onzichtbaar vast. Bezitten
wij niet beslist een restje van dezelfde stof als die
der mantel om de kraag mee tegen te voeren, dan
staat het veel mooier deze ongevoerd te laten. Na
het oppersen aan den achterkant wordt ons kunst
stuk met een los steekje op den mantel aange
bracht.
Voor het leuke hoed-mutsje zetten wij zooveel
lossen op als onze hoofdwijdte vereischt. Tot een
ring gesloten haken wij hierop gewone stokjes,
waarvoor beide bovenlussen van de stokjes dei-
vorige toer opgenomen worden. Daar het mutsje
naar boven toe iets wijder uitloopt, meerderen wij
om de andere toer en op elke 12 stokjes één stokje.
Hebben wij aldus 8 toeren, dan staken wij het
meei-deren en haken nog 4 toeren verder, om daar
na te eindigen. Deze laatste 4 toeren worden naar
binnen tegengevouwen en losjes vastgezet, terwijl
voor exti-a stevigte langs het opzetsel nog een
toertje vaste gehakt wordt.
NORA HANA.
Zondag:
Koninginnesoep
Biefstuk
Aardappelen
Doperwtjes
Pruimenpudding
met room of
vanillesaus.
Maandag:
Varkenshaas
Aardappelen
Spercieboontjes
(uitblik)
Rijst met boter
en suiker
Dinsdag:
Koud varkensvleesch
Witte kool
Aardappelen
Havermoutpap
Woensdag:
Stamppot van uien
met kaas
Vermicellischoteltje
Donderdag:
Lamscotelelten
Aardappelen
Zoete appeltjes
(gedroogde)
Yoghurt
(d.g.w, met room).
Vrijdag:
Pikante havervlok
ken of gebakken visch
Kropsla.
Gebakken aardappelen
Beschuit met
appeltjes (restje van
den vorigen dag.)
Zaterdag:
Aardappelsoep.
Wentelteefjes.
ROTTERDAMSCHE DAMES
willen ook genoemd worden als verbruiksters
van JOZO en NEZO voor alle spijzen. Zui
verder zout bestaat er volgens deze dames
niet.
(Adv. Ingez. Med.)
(Recepten
Pruimenpudding met room.
Benoodigdheden (4 personen)300 gram ge
droogde pruimen, het sap van één citroen, suiker
naar smaak, 21/- d.l. water, 15 gram gelatine.
Bereiding: Wasch de pruimen en week ze een
nacht in ruim water. Breng de pruimen den vol
genden dag met 212 d.l. weekwater aan de kook
en laat ze zachtjes gaar koken. Schep de gare
pruimen uit het vocht. Ontdoe ze van de pitten
en hak ze fijn. Week de gelatine. Doe bij het prui-
mennat de suiker en het citroensap. Breng het
vocht nu weer aan de kook en los er de gelatine
in op. Voeg daarna ook de gehakte pruimen toe.
Laat de massa bekoelen in de pan tot ze een
weinig gelei-achtig begint'te worden. Giet ze dan
vlug in een omgespoelden puddingvorm en laat ze
koud en stijf worden. Stort de pudding op een
vochtig gemaakten schotel en garneer ze met stijf
geklopte room of geef er een vanillesaus bij.
Stamppot van uien met kaas.
Benoodigdheden (4 personen)1 K.G. uien, 2
K.G. aardappelen, 200 gram kaas, 40 gram vet
of boter, zout, peper, nootmuskaat.
Bereiding: Schil de aardappelen, snijd ze in
vieren, wasch ze en leg ze in een pan met zoo
veel water, dat ze half onder staan. Strooi het
zout er op. Maak de uien schoon, snijd ze in
plakken en leg ze op de aardappelen. Laat het
geheel op een kleine pit een half uur koken dan
zijn de aardappelen en de uien gaar. Stamp de
massa dooreen, voeg het vet en de geraspte kaas
toe en maak de stamppot op smaak af met peper
en nootmuskaat.
Pikante havcrvlokplakjes.
Benoodigdheden: 150 gram havervlokken, 2
d.l. kokend water, 1V2 lepel bloem, 25 gram ge
smolten boter, 3 eieren, peper, zout, gehakte pe
terselie, 100 gram gekookte ham, vet om in te
bakken.
Bereiding: Week de havervlokken 2 uur in het
water. Hak de peterselie en de ham fijn. Klop
de eieren los en voeg hierbij de ham, peterselie,
havervlokken, gesmolten boter, peper en zout.
Maak er een stevig beslag van door nog wat
bloem toe te voegen. Hiervan worden koekjes ge
bakken in de koekepan.
Geven we gekookte aardappelen er bij inplaats
van gebakken aardappelen, dan nemen we er een
tomatensaus bij. Hiervoor is noodig \2 1.
water. 2 bouillonblokjes, 1 klein uitje \2 blikje to
matenpuree, 30 gram bloem, 30 gram boter.
Bereiding: Fruit het uitje in de boter, voeg de
tomatenpuree toe en de bloem, daarna langza
merhand onder goed roeren het water en de 2
bouillonblokjes. Laat de saus 8 minuten doorko
ken.
Het wondereiland van den ouden
Mikimoto.
Klinkt het niet als een sprookje? Toch is dit
sprookje van de Japansche parelvisscherij de
meest nuchtere werkelijkheid, die men zich den
ken kan.
Paarlen.hoeveel mooie, rijke vrouwen droomen
ervan, hoeveel oude sprookjes vertellen er over en....
hoeveel vlijtige meisjeshanden vinden werk bij het
kweeken!
Om dit enorme, hoogst interessante bedrijf met
eigen oogen te zien, zult u onverwijld naar Japan
moeten gaan. Met een lokaaltrein rijdt u dan door
tochtige rijstvelden naar de kustplaats Toba, in een
der oudste gedeelten van het oude Japan. Van
het station Toba behoeft u slechts enkele stappen
te doen en u staat aan den oever van de Japan
sche binnenzee. En daar ligt een boot klaar om u
over te zetten naar het beroemde paarlenland.
Opeens is er een vreemd gefluit in de lucht,
't Klinkt alsof vogels elkander waarschuwen voor
dreigend gevaar. In 't blauwgroene, heldere water
zwemmen sierlijke Japansche meisjes in witte
kleedjes met witte maskers voor 't gezicht. In de
linkerhand houden ze een korf, met de rechter
reiken ze in de diepte. En terwijl ze snel op en
neer duiken, stooten ze vreemde klanken uit.
Ja, dit lijkt op waarschuwingskreten en1 dat
waren het vroeger ook, in oude tijden, toen het
duiken in de binnenzee groot gevaar opleverde
vanwege de haaien. Dit gevaar bestaat thans niet
meer, maar de fluittoon is gebleven, een vroolijke
beroepski-eet, die tusschen de oesterduiksters wordt
gewisseld.
Want al deze sierlijke meisjes duiken naar de
oesters, die bij millioenen geteeld worden op den
rotsachtigen bodem van de binnenzee. Uit de korfjes
van de duiksters gaan dan de oesters voor enkele
uren naar de „fabriek" waar ze een voor hun leven
beslissende verandering ondergaan om dan weer
in het water te belanden, waar ze verder kunnen
groeien.
Het begin van de parel is „ingeplant".
Om het begrip „parel" zweeft de sfeer van het
bijzonder zeldzame. Van het kostbare door een be-
tooverend „toeval". In de oester heeft zich een klein
vreemd lichaam, een miniem steentje of iets der
gelijks, vastgezet. En dit steentje moet op een zeer
bepaalde plaats tusschen oesterlichaam en schelp
liggen om de werkzaamheid van bepaalde klieren
zoodanig te prikkelen, dat de parel een zieke
lijke woekering ontstaat.
Vrouwen uit vroeger eeuwen wisten niets van
deze dor-wetenschappelijke bijzonderheden en kon
den dus nog met een gerust hart gelooven, dat
paarlen gestolde tranen zijn.
De man, die ons van dien romantischen waan
heeft bevrijd (of beroofd als u liever wilt!) heet
Mikimoto. Hij behoorde reeds vele jaren geleden
tot de acht groote Japansche uitvinders,.die ieder
jaar aan de tafel van den Keizer worden ge-
noodigd.
Japan heeft aan Mikimoto zeer veel te danken.
Hij zorgde er voor, dat duizenden Japansche parels
op de wereldmarkt kwamer. en dat de zeldzame
bekoring van het parelsnoer, vroeger uitsluitend
weggelegd voor koninginnen van den bloede of van
het kapitaal, thans ook het deel van andere lieflijke
vrouwen kan zijn.
Mikimoto is thans twee en tachtig jaar oud. Als
een waardig patriarch woont hij op een klein
eilandje midden in zijn paarlenzee. Een korte ge
drongen gestalte, gehuld in een zwartzijden man
tel en steunend op een stok met zilveren knop:
zoo kennen hem de vele buitenlandsche bezoekers,
die Mikimoto gedurende de lange jaren van zijr,
leven zijn „geheim' heeft laten zien.
Daar, in zijn fabrieken, zitten honderden jonge
meisjes aan lange tafels. Ze nemen uit de korfjes
de levende oesters, openen met een speciaal werk
tuig voorzichtig de schelpen en brengen met een
pincetje op een bepaalde plaats tusschen de dikke
vleeschplooien een klein wit korreltje en.... een
stukje huid van een duizendpoot aan. Dan klapt
de oester weer dicht en het wonder, dat anders
slechts bij „toeval" ontstaat, is begonnen. De al
dus geopereerde, levende oesters worden in korven
van ijzerdraad gepakt cn deze korven worden weer
door duiksters in lange rijen neergelegd op de
oesterbanken op den bodem der zee. Deze voor
zorg is noodig, opdat de oesters niet bij storm en
onweer worden weggespoeld. Ieder jaar laat Miki
moto op deze manier vijf millioen oesters in zee
brengen. En dan wordt zeven jaren gewacht, voor
dat men kan zien of de oester zijn „plicht" ge
daan heeft.
In een andere fabriek worden de rijpe oesters
van hun kostbaren last ontdaan. Grauwbruin en
onooglijk liggen ze in de korven en niets wijst
er op, dat de zeldzame kostbaarheid in deze schel
pen verborgen zit.
Toch is het althans voor de bezoekers tel
kens nog een spannend moment, als de meisjes de
schelpen openbreken en met een mesje in de weeke
deelen van het diertje omprikken. Als een wonder
van schoonheid komt dan een zilvergrijze, ronde
parel te voorschijn en valt met helderen klank op
een schotel. Alle paarlen, die door dit volkomen
mechanische proces gekweekt worden, zijn merk-
waai-dig genoeg niet gelijk. De eene is niet geheel
rond, een andere te bleek, een derde echter in de
kennersóogen van Mikimoto en zijn ervaren hel
pers, „bijna volmaakt".
Zoo bnjkt dus, dat Mikimoto de natuur slechts
een deel van haar geheimen heeft ontfutseld. Hij
moest het aan haar, die de meesteresse der kunst
is, overlaten, het essentieele te doen, dat de eene
parel tot een „gewone" de andere tot een „buiten
gewone" kostbaarheid maakt.
Aan andere tafels weer worden de paarlen ge
sorteerd. want de waarde van een paarlensnoei
ligt in de gelijke grootte en glans. Draaiende naal
den doorboren dan de kern en ze worden aan zijder:
draden geregen om zoo het sieraad te vormen, da-
in vrouwenoogen toch nog altiid het meest be-
geerenswaard is.
Een aardigheidje van Mikimoto, als hij gasten
heeft, bestaat nierin. dat hij een schotel met ge
bakken oesters laat ronddienen. De gasten snijden
dan heel voorzichtig met het mes het oestcrvleesch
weg, totdat het geschenk van den gastheer, 't kost
bare parelwonder, in het midden van het bord
blijft liggen.
Een charmante geste, die herinnert aan de feest
malen in oude tijden, toen een geëerde gast soms
ook plotseling 'n edelsteen vond op den bodem var
zijn wijnkelk.
't Is ongetwijfeld verkwikkend tt ontdekken, 3a'
zelfs in Mikimoto, den „parelkoning", die millioenen
gestolde tranen maakte, de romanticus nog niet ge
heel is gestorven!
DAAR WERD OP GEWACHT!
Een zeer handig boekje met practische
raadgevingen in mobilisatietij.d
Uitgave: Nationale Vrouwenraad.
Dezer dagen werd ons een boekje toegezonden,
waar we eigenlijk al lang naar hadden uitgezien:
een goede, betrouwbare gids voor vrouwen in
mobilisatietijd.
Veel angstige vragen over „Wat moet ik nu
toch eigenlijk doen in deze vreemde tijden?" zul
len hierdoor worden weggenomen, vele gemoe
deren gekalmeerd en dat wil ons voorkomen van
groote waarde te zijn!
In dit boekje, dat werd uitgegeven op initiatief
van den Nationalen Vrouwenraad van Neder
land, werd de stof als volgt ingedeeld: I. Juridi
sche raadgevingen; II. Raadgevingen aan werk
zoekende vrouwen en meisjes; III. Raadgevingen
aan moeders; IV. Raadgevingen aan opvoed
sters; V. Raadgevingen aan de huisvrouwen; VI.
Luchtbescherming; VII. Hulp aan vreemdelin
gen; VIII. Vrijwillige burgerlijke dienst.
En in deze hoofdstukken komt dan zoo onge
veer alles aan de orde wat wij moeten en
kunnen doen om het rustige gevoel te heb
ben, dat we voor ons en de onzen zoo goed moge
lijk hebben gezorgd. Zoo lean b.v. de vrouw, wier
man gemobiliseerd is, precies te weten komen
wat zij moet doen om voor verschillende hande
lingen zijn machtiging te verkrijgen, hoe zij
moet optreden ingeval zij buiten haar schuld
sommige financieele verplichtingen niet kan
nakomen, enz. enz.
Adressen, waar vrouwen en meisjes zich kun
nen vervoegen voor bezoldigd of onbezoldigd
werk vullen een ander hoofdstuk en zeer sym
pathiek en kalmcerend werkt de waarschuwing:
„Moeders, vóórdat gij iets onderneemt, denkt aan
uw kinderen. Uw eerste plicht is voor hen te zor
gen". Bravo! Bijzonder practisch is ook het
hoofdstukje, dat de „raad aan moeders" bevat.
Duidelijk en zakelijk wordt uiteengezet de
heusch zeer eenvoudige en weinig tijdroovende!
maatregelen, die men reeds n u kan nemen
om ingeval van evacuatie niet verlegen te staan.
Wanneer alle moeders dit boekje koopen en dan
ook werkelijk nu dadelijk dezen raad op
volgen, zullen er heel wat „zenuwtoestanden"
minder zijn!
Ook de „raadgevingen aan opvoedsters" die
den moreelen kant van de zaak belichten, zijn
het overdenken en in de praktijk brengen ten
volle waard: er spreekt een ernstige en be
schaafde geest uit.
Volgen dan nog: een hoofdstuk over het goed
beheeren van den eventueelen levensmiddelen-
voorraad. over het vitaminen-vraagstuk en over
luchtbescherming. Ook de laatste wenken ver
dienen direct in praktijk te worden gebracht,
door al die vrouwen, die ingeval van ooi-log in
haar huizen blijven. Een goede voorbereiding
verhoogt de veiligheid van het gezin ten zeer
ste en 'tzij nog eens gezegd geeft het gemoed
van de huisvrouw rust.
Een lijst van adressen, die ons te pas kunnen
komen als wij vreemdelingen van dienst willen
zijn en een warme aanbeveling om zich aan te
sluiten bij den vrijwilligen burgerlijken dienst, be
sluiten dit practische boekje.
Laat iedere vrouw het zich vlug aanschaffen,
't Kost slechts 15 cent; per 25 stuks f3; bij
500 stuks 10 cent per stuk. Toezending volgt na
storting van het bedrag op postgiro 186655 van
Mej. A. C. Schippers, Deurloostraat 129, Am
sterdam-Zuid.
Volkshoogeschool voor meisjes.
Thans een cursus van drie maanden
uitgeschreven.
Ieder jaar worden op de Volkshoogeschool „Al-
lardsoog" bij Bakkeveen twee veertiendaagsche
Volkshoogeschoolcursussen voor meisjes gehouden
en regelmatig nemen daaraan dertig tot veertig
meisjes deel, die meest van het platteland afkom
stig zijn. Ook op de Volkshoogeschool „Diepen-
daal" bij Markelo zijn reeds enkele dezer korte
meisjescursussen met veel succes gehouden.
Deze korte cursussen blijken een groote opwek
kende kracht te bezitten. Vaak komt echter aan
het eind van den cursus de wensch: was de cursus
maar langer, zoodat we nog eens dieper op al die
vragen welke we thans ontdekt en besproken heb
ben zouden kunnen ingaan en zoodat we elkander
nog beter zouden kunnen leeren kennen. En inder
daad, het is het ideaal der Volkshoogeschool om
langere cursussen te houden. In Denemarken en
in de overige Scandinavische landen, waar de Volks-
hoogeseholen hun oorsprong en hun groote ont
wikkeling hebben gevonden, duren de cursussen
voor jonge mannen steeds vijf maanden in den
winter, die voor de meisjes drie maanden in den
zomer. Het zijn deze langere cursussen, welke zulk
een grooten invloed op het geheele Deensche en
Scandinavische leven hebben uitgeoefend. Drie
maanden samen te werken en te leven met meisjes
uit alle deelen van het land afkomstig, samen te
streven naar de allerbeste samenwerking, te spre
ken over de vragen voor welke men als jonge
vrouw in het leven gesteld wordt en over die, welke
in het bijzonder met de eigen tijdsomstandigheden
samenhangen, en een dieper inzicht te krijgen in
wat er om ons heen gebeurt dat is een prachtig
stuk levensverrijking.
Daarom is thans ook op de Volkshoogeschool te
Bakkeveen voor het eerst een meisjescursus voor
drie maanden uitgeschreven en wel van 22 April
tot 13 Juli. Deze cursus staat onder leiding
van mej. H. v. d. Heide, mevr. Th. v. d. Wielen
Swierstra en mej. A. N. Tijdens, terwijl voor de
lessen o.a. medewerken mej. C. C. Wilbren-
ninck, en de heeren dr. H. G. W. v. d. Wielen, ds.
A. Burger, mr. H. W. Bloemers en mr, O. V. L.
Guermonprez.
WENKEN VOOR DE ZUINIGE HUISVROUW
Wollen broekjes.
Wollen broekjes van het nog niet zindelijke kind
woi-den zoo gauw leelijk in het kruisje. Door het
vele waschen verslijt het bloekje al te gauw. Dit
kunnen we voorkomen door in het broekje een
gi-oot los kruis van badstof te knoopen of te spel
den. Het broekje behoeft dan niet zoo vaak ge-
wasschen. maar alleen van een droog kruisje te
worden voorzien en gaat nu veel langer mee.
Stamppot.
Nu het zoo lang koud blijft, eten we nogal eens
een keertje stamppot, liefst natuurlijk van versche
groente, maar voor de afwisseling toch ook wel eens
van groente uit het zout. Weet u, dat we deze
pekelgroente het vlugste gaar krijgen door ze gaar
te koken ip het pekelwater? Daarna gieten we ze
af en zetten ze in schoon water een tijdje weg.
Petroleumstellen.
Bij het koken op petroleumstellen hebben we ook
te maken met het onderhoud van deze stellen en
voornamelijk de kousen vragen onze aandacht,
lederen dag na het gebruik wrijven we de pitten
af met een kurk: komen er punten aan dan moeten
we ze bijknippen, maar hier moeten we niet te vlug
mee zijn. Worden de kousen te kort. zoodat ze
niet meer in de petroleum hangen, dan kunnen we
ze tijdelijk verlengen door er katoenen draden aan
te knoopen. Bij het inzetten van nieuwe kousen
knippen we de hoekjes rond bij, dan hebben we
minder last van punten.