JUmsdiauw in een historische rol. Avonturen van Parijs tot Rio. Sterren gaan naar Hollywood. „Variété" variatie. Een Militaire Feestavond naftiï cJCaadem Selma Lagerlöf 43e Leerlingen-uitvoering Z A F.RD G 27 'APRIE '194(5 HAAREEM'S DAGBE'AD 8 BETTE DAVIS In „Elizabeth en Essex" herleeft het Engelsche hofleven der zestiende eeuw in zijn volle glorie voor onze oogen. De film verplaatst ons naar de monumentale statigheid der paleisvertrekken, .waar geharnaste wachters onbeweeglijk op hun plaats staan en schoone hofdames haar vorstin ge- ruischloos op haar schreden volgen. Wij bevinden ons ook temidden van plechtige raadslieden, die de Koningin over het wel en wee van het vader land advisecren en daar is het dat een tipje wordt opgelicht van hetgeeen zich achter de coulissen van het plechtige schouwspel afspeelt. Want de intrige viert hoogtij aan het hof en is er de oorzaak van dat de Koningin zich een eenzame voelt en maar een heel enkele haar vertrouwen schenkt. Queen Elizabeth wordt ons hier geteekend als de vrouw, die een onstuimige liefde heeft opgevat voor een dier weinigen; Lord Essex, den populairen aanvoerder van haar, legerscharen. Het is moeilijk anders te verwachten dan dat deze liefde den in triganten aan het hof, die hun invloed zien taner tot nieuwe conspiratie aanzet. Het onsympathieke gezelschap poogt met di meest minderwaardige wapens een verwijdering tusschen de vorstin en den krijgsman te bewerken. Vermoedelijk wat dit door lum toekoden alleen niet gelukt, ware het niet dat Elisabeth's hooge opvatting van haar taak als vorstin tenslotte het onover komelijke conflict tusschen beide menschen te voorschijn roept. Er is geen „happy ending" aan deze tragischen historischen roman, maar wel brengt het ons twee karakters tegenover elkaar, die het wederzijdsche standpunt begrijpen en billijken. Er zijn wellicht historische onjuistheden in den loop der gebeurtenissen aan te wijzen, doch voor alles mag wel geconstateerd worden dat Bette Davis het merkwaardige karakter van Koningin Elizabetn met groot talent weergegeven heeft. Het befaamde temperament van deze vrouw, haar fel tyranniek optreden, dat soms on middellijk in de uiterste vcrtecdering kon over gaan, haar innige aan hankelijkheid, aan den man, dien zij liefhad en dien zij toch naar het schavot kon sturen, heel dat wonderlijke complex wordt door Bette Davis met groote begaafdheid vertolkt.' Enol Flyn staat als Lord Essex min of meer op het tweede plan, maar ook zijn spel boeit sterk, zoowel in zijn ..rol" van minnaar als die van onverschrokken veldheer. De fraaie kleuren verhoogen de charmante en tourage van het stuk in niet geringe mate. In het voorprogramma beleven wij de alarm oefening te Haarlem in een goedgeslaagde re portage. Als intermezzo treedt Tom Jersey met geestige schaduwbeelden op. Basil Rathbone speelt in deze film de rol van Paul Reynard, een zwendelaar, die zich als het ver haal begint, in Londen bevindt om te trachten een leening te sluiten. Dit mislukt en hij keert terug naar Parijs om daar tc trachten bij de Bank van Lamartine een crediet van 100 millio°n francs te krijgen. Door eerlijk tc bekennen dat h.j de effecten vervalscht heeft, tracht hij een uitweg te vinden. Maar hij wordt door de politic gegrepen en veroordeeld tot tien jaar verblijf in een straf kolonie. Irene Reynard (Sigrid Curie) gaat met Paul's handlanger Dirk (Victor Mc Laglen) naar Rio de Janeiro om dicht in Paul's buurt te zijn. Zij is zangeres en treedt daar op in een café. Daar leert ze William Gregory kennen en hoewel ze haar man beloofd heeft op hem te wachten, gaat ze van William houden en wanneer Paul met heel veel moeite uit de straf kolonie ontvlucht is en bij haar terugkeert, merkt hij dat Irene hem niet meer liefheeft. Hij wil Irene en haar minnaar dan dooden, maar Dirk komt juist bijtijds om dit te verhinderen. Paul wordt dan te zamen met Dirk door de politie, die het café om singeld heeft, doodgeschoten. Basil Rathbone en Victor Mc Laglen geven beiden sterk spel te zien. Sigrid Curie is een knappe, charmante zangeres. De bijrollen worden vervuld door Leo Carillo en Robert Cummins. De regie van deze film werd gevoerd door John Brahm. Een film vol spanning en gehuld in een romantische sfeer. In het voorprogramma werd het alleraardigste teekenfilmpje in kleuren van Max Fleischer „Alad din en de wonderlamp" geprolongeerd. Rembrandt De hoofdschotel van deze film ..Sterren gaan naar Hollywood" wordt gevormd door fantasti sche ijsballetten, eerst in zwart en wit, later in kleuren. Wat hier op het ijs gepresteerd wordt grenst aan het ongelooflijke. De meisjes bewe gen zich over het ijs met een gemak en gratie, welke een lust voor elk oog zijn. Bij deze ijsdan- sen is de humor zeker niet vergeten. Ge ziet een paar humoristen, die phenomenale effecten op het gladde vlak bereiken; zij zijn zoo vol komen meester op de schaats dat zij de moeilijk ste toeren uitvoeren met een gezicht als of het zoo gemakkelijk is dat iedereen het kan. In kleuren zien we een ietwat geparodieerd en knap uitgevoerd. Asschepoesballet. Het is werkelijk moeilijk om met woorden de kwaliteit van deze balletten en solodansen op het ijs te omschrij ven; zij zijn schitterend, prachtig en wat u maar meer wilt, en wie van zulke ijsballetten houdt mag deze film niet overslaan. De hoofd schotel „IJs" prijkt niet Luxor alleen zooals op een gewoon menschen- menue aan het eind doch komt ook in het midden van dc film voor. En wat de rest van het filmmenu betreft. Ge krijgt een paar liflafjes van sentimentaliteit te slikken, eenige prachtig opgesmaakte schotels van Illusies, en dat alles een beetje voorzien van het zout der teleurstel ling en het zoet van het geluk. James Stewart, de jongeman met het verschrikkelijke Ameri- kaansche accent, speelt de rol van een ijsartist, tezamen met Lew Aires, zijn partner. Zij ont dekken een meisje, botsen tegen de auto van een filmmagnaat, raken hun engagement kwijt, eh maken hun carrière na teleurstellingen over wonnen te hebben - - als Ijsballctregisscur op datJames zijn vrouw, die via de autobot sing met de fiimmagnaat en de cheque voor de schadevergoeding tot filmster in Hollywood ge bombardeerd wordt., weer gelijkwaardig kan worden, en niet meer het potje behoeft te ko ken van de filmster, die na gedanen arbeid thuis manlief vindt. Lew Stone zien we als den film producent en Joan Crawford is de ster. die naar Hollywood gaat. Het geheel is een amu sante film, en nogmaals, wat de ijsballetten be treft, brengt dit werk ons iets zeer bijzonders. Voor hen. die graag in de filmkeukwen kijken, zij nog de merkwaardige omstandigheid opgemerkt dat deze film geregiseerd werd door den old-ti mer Reinhol Schünzel: waar zoo'n regisseur al niet toe komen kan' Een aardig program met een avontuur van ..Our gang" een stuk ge- illustreerde geschiedenis van het ruige Westen, en een amusante teekenfilm gaat vooraf. De film „Variété met in de hoofdrollen Anna- bella, Jean Gabin en en Fern Gravey is de'Fran- sche versie van de eenige jaren geleden ver toonde Duitsche film „Variété", waarin ook An- nabella. verder Hans Albers en Atilla Hörbiger speelden. Hetzelfde thema is ook eens verfilmd - Jannings. algemeen niet met de liefde in zijn filmleven. Indien er geen mede- wel eens een kansje, maar zoodra er con currentie is. legt hij het meestal af. En eerlijk gezegd, jé kunt de meisjes geen on gelijk geven. Er is iets terugstootends in zijn masker en wanneer de tegenslag komt, ook in zijn houding. Het lijkt of hij steeds op den rand van den afgrond leeft. Het is een goede, hard werkende, trouwe, maar weinig soepele kerel, zoo lang alles zijn geregelde gangetje gaat. Maat gaat het even mis, dan is hij zijn even wicht kwijt en tot de ellendigste dingen in staat. In „Variété" hebben „Les trois Maxims" het na heel lang zwoegen en tobben eindelijk zoo ver gebracht, dat ze als nummer aangenomen zijn in het Apollo Theater. Deze drie vormen een trapeze-nummer, waar, zools men weet, ieder van Cinemna V.l.n.r. dc Hollanders Willy Castcllo en Roland Varno met de in Holland opgevoede Hongaar»che actrice Ilona Masscy in Metro-Goldwyn-Mayer's komende flim „Balalaika". Nu zich het unieke feit voordoet dat van de drie in Hollywood gevestigde Nederlandsclie filmspe lers, Charles Judels, Willy Castello en Roland Vamo alle drie bij Metro-Goldwyn-Mayer on der contract er niet minder dan twee in belang rijke rollen in één film samenspelen, hebben wij gemeend hieraan speciale aandacht te moeten geven, Deze twee jonge Hollanders zijn Willy Castello en Roland Varno, die naast Nelson Eddy optreden in de groote Russische muziek-operette Balalaika, waarin ook de in Holland opgevoede Hongaarsche zangeres Ilona Massey debuteert. Willy Castello, uit Amsterdam, was een der drie „Jantjes" en speelde bij Metro-Goldwyn-Mayer reeds in „Kermis der Dwaasheid" met Norma Shearer en Clark Gable, Roland Varno, geboren te Utrecht, doch als H.B.S.-er uit Den Haag naar Hollywood gegaan, speelde tegenover Garbo in „Zooals Gij Mij Begeert" en nogmaals in „Marie Walewska" als de officier, die een aanslag op het leven van Napoleon pleegt. Hij trad voorts op in „Arsène Lupin" en in een serie „shorts" van M. G. M. onder den titel „Misdaad brengt geen voor deel", waarin deze maatschappij juist aan jongere krachten hun kans geeft. Willy Castello, eertijds ccn der drie „Jantjes" met Nelson Eddy in Metro-Goldwyn-Mayer's Balalaika. hen zoo absoluut op elkaar afgestemd moet zijn, dat ze als het ware één zijn. Een greep, die een onderdeel van een seconde te vroeg of te laat komt. kan de noodlottigste gevolgen hebben. In öe volste harmonie samenwerkend is hun num mer feilloos. Maar nu komt de tegenslag waar ik straks op doelde. George (Jean Gabin) heeft zes jaar gewacht, om het meisje ten huwelijk te vragen, omdat eerst nu hun bestaan verzekerd is. Maar de neiging van het meisje gaat uit naar den anderen partner (Fernand Gravey), die haar echter alleen als een goede kameraad be schouwt. Van af het moment dat George's liefde gewei gerd wordt is hij, gezien zijn karakter, verloren voor het trio. Hij is volkomen de zwakkeling, die zich niet boven zijn teleurstelling kan verhef fen, hij mokt, is ongenaakbaar, bedrinkt zich, gaat vechten en steekt zijn partner zelfs met een mes in zijn arm. 's Morgens bij de oefening laat hij hem vallen. Gelukkig brengt het net redding. Wij, het publiek, weten nu natuurlijk al, wat er dien avond bij de voorstelling zal gebeuren. Met angstige spanning zien we het dan ook al te gemoet en herademen wanneer er afgekondigd wordt, dat de voorstelling niet door gaat. Maar de voorstelling gaat wèl door en de catastrophe heeft plaats, al verloopt die eenigs- zins anders dan we voorzagen. Samenwerking van de drie is natuurlijk verder onmogelijk, veel te gevaarlijk met een heerschap als George. De aftocht van George is dan ook de beste oplossing en de „De drie Maxims" zul len voortaan zijn „De twee Maxims". Het is een film met spanning en veel aardige vlotte tafereeltjes. „HELDEN OP EEN LOCOMOTIEF". In Moviac wordt de spannende film „Helden op een locomotief" vertoond. In de hoofdrollen spelen Ruth Hall en Charles Starett. Het ver haal gaat over een machinist en een stoker, die het slachtoffer worden van verrassende om standigheden, doch die toch hun plicht blijven doen. Een goed verzorgd voorprogram gaat aan de hoofdfilm vooraf. FILMS OP ZONDAGOCHTEND. Luxor geeft Zondag een reprise van „Marie Antoinette". Palace vertoont nogmaals „Op Hoop van Zegen". Terwijl in Rembrandt nog de gelegenheid wordt geboden om „Perpetuum mobile" van onzen stadgenoot Christiaan Pointl te gaan zien. Liefheb bers van kleurenfotografie en van natuurtafreelen mogen deze film niet verzuimen. Assant en Variété Een Depot-Bataljon, dat bekend is om zijn feestavonden, had gisteren een groote plaats in het programma voor het militaire element ingeruimd. Voor de pauze kregen we een „assaut" en dat her innerde mij geheel aan mijn cadettentijd, toen ook ik nog medewerkte aan zoo'n „colonne geweer" en een partij sabel schermde. Reeds dadelijk het eerste nummer was geheel in den stijl van het militair assaut. Op den achter grond het Nederlandsche wapen, maar nu als mid den stuk de Koninklijke Familie; H.M. de Koningin, Prinses Juliana, Prins Bernhard en de prinsesjes Beatrix en Irene. Daarvoor een wieg met de Ne derlandsche kleuren en die beschermd door een vare mitrailleur en een stuk Pantserafweerge- schut. En dit alles geflankeerd door twee Infanterie- groepen met gepresenteerd geweer. Staande bracht heel de zaal haar hulde met het zingen van het Wilhelmus bij dit symbolische tableau. Oorspronkelijk was het de bedoeling van den Bataljonscommandant,, majoor Duyne, geweest om dezen feestavond te geven op 30 April ter gelegen heid van den verjaardag van HJC. Hoogheid Prin ses Juliana, doch omdat het Concertgebouw op dien dag niet vrij was, is de avond eenige dagen ver vroegd moeten worden. Maar het feest stond toch geheel „in het teeken van den Oranjedag", zooals het eerste tableau en feitelijk heel het assaut bewees. Want ook de kranige en zeer vlug ge schermde partijen degen, sabel en geweer en het gevecht van sabel tegen geweer door onder officierenbehooren daartoe. En bovenal de co lonne geweer, door 16 man korporaals en sol daten uitgevoerd. Ik heb in mijn militaire loopbaan, zoowel in Indië als in Nederland, heel wat „colonnes geweer" gezien en dus meen ik al ligt dit allerminst op het terrein van een tooneelcriticus eenigszins tot oordeelen bevoegd te zijn. Het verrassende voor mij was, dat deze colonne geweer met haar ver schillende moeilijke figuren, zoo correct en met zoo'n zekerheid werd uitgevoerd door jonge man schappen en korporaals. Dat is werkelijk een uit zondering en ik kon mij de groote voldoening van overste de Zonneville over de verrichtingen van deze jonge manschappen, welke hij na afloop uit sprak, volkomen begrijpen. Na de pauze volgde er een variété-program, dat bestond uit enkel „eerste klas" nummers, zooals Fred. Hoeben met zijn muzikale experimenten, het clowneske nummer „De vroolijke boerderij" door Niotina en zijn partner, de bekende dansers de Rettichinis, "Seyton en Ruth, rijwielacrobaten en de 3 Lederers, jongleurs. Omdat ik edhter ook nog een deel van de opvoering van „Het Geheim van de Cottage" in den Stadsschouwburg moest zien, kon ik het tweede deel. van dit programma niet bijwonen. Maar ik mag dit verslag niet eindigen zonder melding te maken van de openingsrede van majoor Duyne, die in warme bewoordingen hulde bracht aan het Koninklijke Gezin en als zijn overtuiging uitsprak, dat de manschappen van zijn bataljon, wanneer 't ooit noodig mocht zijn, pal zouden staan voor de verdediging van het vaderland, omdat allen eensgezind waren, waar het gold het bewa ren der onafhankelijkheid en de eenheid van het land. Een der onderofficieren bracht evenals later overste Zonneville majoor Duyne in hartelijke bewoordingen hulde voor alles, wat hij deed voor de manschappen van zijn Bataljon. Een luid hoera van de zaal bezegelde deze woorden. J. B. SCHUIL. EXAMENS. Bevorderd aan de Gem. Universiteit te Am sterdam tot doctor in de geneeskunde op proef schrift getiteld „Over pityriasis rubra pilaris lichen ruber acuminatus en enkele vormen van keratose" de heer H. B. van Haren, geb. te Alk maar. Geslaagd voor het doctoraal examen sociogra fie fvrije studierichting) cum laude: de heer J. Goöefroy; voor het candidaatsexamen socio grafie mej. G. M. Key en voor het doctoraal examen rechten mej. C. W. Stadlander. Rotterdam zeshonderd jaar stad. Op 7 Juni zal Rotterdam zeshonderd jaar stad zijn. Den zevenden Juni 1340 gelukte het Rotter dam stadsrechten te verkrijgen. Op dien datum toch verleende Willem IV, graaf van Henegouwen, aan haar poorters verschillende voorrechten, waaronder ook eigen rechtspleging, zoodat zij zich van dat tijdstip af als gelijke onder de reeds bestaande Hol- landsche steden mocht rekenen. Na overleg met het college van B. en W. heeft een voorloopig comité het initiatief genomen tot de viering van dit feit. Ook in de nabijheid van Haarlem zijn mooie bollenvelden te bewonderen. Hier boven geven we allereerst een kiekje tusschen Houtvaart en Marcelisvaart, nabij Elswout. Daar trekken in het bijzonder hyacinten de aandacht. Maar in de nabijheid staan ook nog fraaie narcissen, zooals de daaronderstaande foto bewijst. In de nabijheid kleuren ook de tulpenvelden al. En het land, waar zij leefde en werkte. Een tentoonstelling in onze Tijdingzaal Wie Maandagmiddag en volgende dagen onze tijdingzaal bezoekt zal daar kennis kunnen nemen van een zeer bijzondere tentoonstelling die daar door de Commissie van Moeders en Opvoedsters uit de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede afd. Haai-lem en Omstreken is gearrangeerd. Het is een tentoonstelling, die ten deele gewijd is aan leven en werk van de onlangs verscheiden Zweedsche schrijfster Selma Lagerlöf met een daar aan verbonden expositie van afbeeldingen en voor werpen uit Zweden, het land, dat in deze dagen in het brandpunt der internationale staatkunde staat. De tentoonstelling is dus een posthume hulde aan de figuur van de begaafde schrijfster en daarnaast een expositie van afbeeldingen, costumes en ge bruiksvoorwerpen, op zichzelf zeer interessant en in dezen tijd actueel bovendien. De Commissie heeft het .voorrecht gehad, de voox-bereiding van deze tentoonstelling te mogen toevertrouwen aan mevrouw N. BasenauGoemans, die van een groot aantal Zweedsche werken de Hollandsche vertaling verzorgde en door haar lang durig verblijf in Zweden een diepgaande kennis van land en volk van Zweden vergaarde. Aldus zal men op de tentoonstelling behalve een aantal portretten en boeken van Selma Lagerlöf veel vinden, dat ons de schrijfster en haar werk nader brengt: haar huis Marbacka, plaatwerken met teeke- ningen van de hoofdpersonen uit Gösta Berling, foto's uit verschillende perioden van haar leven en ten slotte een serie reproducties van foto's, bij haar uitvaart gemaakt. Dat haar boeken aanwezig zullen zijn spreekt vanzelf. Vormt dit gedeelte den expositie dus een bron van stil genot voor den lezer van Selma Lagerlöf's werken, land en volk van Zweden worden ons nader gebracht door de tweede afdeeling. Voor de meesten onzer is Zweden een van die koude, Skandinavische landen, waar in een soort pool- klimaat een stugge bevolking een moeilijk be staan leidt en slechts de korte zomer tot eenig toeristenverkeer aanleiding geeft. Hoezeer het tegendeel waar is, leert de tentoonstelling De schoonheid van het Zweed sche landschap met zijn schitterende tinten, zijn machtige bosschen die de meren omzoomen, de karakteristieke dorpen en de onvergelijkelijke bergtafereelen, dit alles is op de tentoonstelling te zien. Maar er is meer. Er zijn heel wat costuums uit de gebieden, waar veel folkloristische schoon heid nog in eere wordt gehouden. Varmland en Dalekarlie, veel handwerken, die een voornaam denkbeeld geven van de Zweedsche huisvlijt, weef werk zoogoed als bergsteenen vazen en een houten drinkkroes, die den Kerstdisch siert, Zweedsch glaswerk, fraai bewerkte doosjes, messen, koper werk en houten candelabres. En dan is er een en ander uit Lapland, het Noordelijk deel van Zweden, waar de Lap hetzij de vischvangst, hetzij den rendierteelt beoefent. Moeder Lap is er behalve door haar jurken gerepresenteerd door de voorwerpen, die een rechtgeaarde Lappendame nimmer verlaten: haar eet- en drinkensnapje, haar mes en haar pijpje. En dan lette men op het model van de akja, de ren dierslede, waar in men met riemen vastgebonden pleegt te worden, omdat de trekkracht wel eens kuren wil vertoonen en er zich niet om bekom mert, dat de slede een kwart slag om maakt. En het mes met de berkenscheede van vader Lap is er mitsgaders zijn tabakstasch en wat er al meer tot zijn uitrusting behoort. We zullen het bij deze grepen laten. Men kome en zie. Maandagmiddag dne uur zal de ten toonstelling voor het publiek geopend worden en met onderbreking van 5 tot 3 uur tot 's avonds half tien geopend blijven. Dinsdag en Woensdag daar aanvolgend kan men van 10 tot 5 uur terecht. Er zal traditiegetrouw jong berkenloof zijn, dat op dit oogenblilc in hel Zweedsche huis een lente illusie brengt en het Zweedsche costuum zal ge dragen worden.... het zal, naar we vertrouwen, dubbel de moeite loonen, de volgende week een uurtje voor deze tentoonstelling te reserveeren! Haarlem's Muziek-Instituut Evenals bij de vorige vormden ook bij de uit voering van Vrijdagavond in de Tuinzaal de pianovoordrachten een numerieke meerderheid, waarin echter nu de elementaire trap slechts sporadisch vertegenwoordigd was. nl. door twee stukjes van Ruygrok. Daarentegen zagen we de namen van klassieke meesters, als Bach, Han del, Wagenscil, Scarlatti en Mozart op het pro gramma, voorts die van een paar epigonen uit verschillende periodes der romantische richting als Heller en Chaminade en ook die van tijd- genooten geen „modernen" van wie Car roll, Carse en Mario Terenghi in het bijzonder genoemd mogen worden wegens de artistieke en pianistische kwaliteiten die hun werkjes bezit ten, en Jac Bonset's „Albumblatt" mag in dit verband ook niet onvermeld blijven. In de vertolkingen der pianowerkjes was een op en neer gaande, maar over het geheel geno men stijgende lijn aanwezig. De eerste lieten wel zeer de moeilijkheid van werkelijk goed pe daal gebruik ondei'kennen; eerst met het optre den van een leerlinge van den heer Jan Beider kwam dit. De leeraar Dirk v. d. Stam liet tref fende programmamuziek in miniatuur van Söchting spelen; er kwamen leerlingen van Jac. Bonset, die méér gaven dan de noten: een, die door nuanceering wist op te bouwen of een die een melodische lijn uit een linkerhandcomplex naar voren wist te brengen, en er kwamen ook nog enkele meergevorderde pupillen van den heer Hoogerwerf, die goede dingen verrichtten. Daartusschenin enkele vioolleerlingen van de heeren Wulff en Vierveyzer en men maakte den groei mede uit de begrenzing 'der eerste positie en der streng-metrische stokbehandeling naar de vrijere vlucht van vingers en strijk stok en kwam zelfs tot aan een tonaal en muzi kaal zuivere interprestatie van een Concerto van Vivaldi. Trouwens de zuiverheid der intonaties was in alle voordrachten te prijzen. Het accordeon-terzet „Weaner'Madln" kon niet op eenige kunstwaarde aanspraak maken. Twee aer drie jeugdige spelers hadden we de vorige keer afzonderlijk gehoord, maar het samenspel vermocht niet een stijging in het effect der pres taties te brengen. Veel beter samenspel werd in het eerste Trio van Hayan gegeven. Tempo en karakter der drie hoofddeelen kwamen tot hun recht en, al kon in het Presto a l'Ongarese een absoluut ge lijke uitvoering der aan het klavier en aan de viool toebedeelde snelle figuren nog niet ver kregen worden, toch vormde dit verdienstelijke musiceeren een prettig slot van den avond. K. DE JONG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 14