EEN VIOOL
l'N/T INttTÏEEl
Het Geheim van de Cottage
Koren en kwartetten
Onderwijs aan de orde.
DODGE Sédan 1939
MEIJER'S
AUTOMOBIELBEDRIJF
VERDWEEN....
ZATERDAG 27 SPRIG 194Ö
HXAREE M'S D A G B G A D
10
Vrijdagmiddag had in dc Ravelingsteeg te Haarlem een luchtbeschermings
oefening plaats, waarbij een veronderstelde brand gebluscht moest worden.
Een „gewonde man" wordt uit het perceel gedragen.
In den goeden, ouden tijd van onze grootouders,
toen de tooneelspelen nog twee titels droegen, zou
het stuk, dat het gezelschap Saalborn-Parser gis
teren in dan Stadsschouwburg voor de leden van
„Geloof en Wetenschap" gaf. waarschijnlijk heb
ben geheeten: „Het geheim van het Boschhuis of
Kleine Oorzaken groote Gevolgen". Getrouwde
mannen kunnen er uit leeren, dat zij niet voorzich
tig genoeg kunnen zijn en geen clandestiene uit
stapjes moeten maken naar eenzame cottages, dan
alleen met hun eigen, wettige vrouw. Want voor
Dr. David Lavering. den zenuwspecialist, zou het
in gewone omstandigheden al heel onaangenaam
zijn geweest een man al was het dan ook een
misdadige zwerver te hebben overreden, maar
het wordt voor hem veel cornpromïttanter, omdat
in zijin auto ook zijn patiente, de schoone Ann
Mordaunt is gezeten. Hoe zal hij er zich uitredden,
wanneer de justitie hem. Ann Mordaunt en een
lijk in de cottage vindt?
Dat geval hebben de schrijvers Gilbert Lennox
en Gisela Ashley voor ons uitgewerkt. Er gebeurt
heel wat met Dr. Lavering, de schoone Ann Mor
daunt en het lijk Ln die cottage, zoodat wij, toe
schouwers "n paar uur van hevige spanning be
leven. Wanneer wij aan het slot denken, dat het
met den dokter geheel mis zal gaan en wij hem
achter de tralies zullen zien verdwijnen, krijgen
de schrijvers medelijden met hem en redden Lave-
rimg op ingenieuse wijze uit de handen der justi
tie, tot ons aller vreugde, omdat de dokter werke
lijk zoo'n kwade kerel niet is en allerminst ver
dient voor zoo'n bagatel achter slot en grendel te
gaan.
Al duurt het wat lang, voordat er gang in dit
stuk kopit in de eerste twee tafereelén gebeurt
er zoo goed als niets wanneer wij eenmaal op
de cottage zijn aangeland, halen de auteurs hun
schade in en komen wij niets te kort. Wij krijgen
alles, wat wij in een „Scotland Yard geschiedenis"
mogen verwachten: spanning, geheimzinnige sfeer,
griezeling en een happy ending. Het stuk zit handig
in elkaar, het is in zijn soort lang niet slecht en
het geeft den leden van het gezelschap Saalborn-
Parser vooral Saalbom en Carla de Raet, als
Dr. Lavering en Ann Mordaunt gelegenheid tot
spel. Saalborn toont zich als de zenuwspecialist,
die in zulke moeilijke perikelen komt, weer een
sterk speler en Carla de Raet, die voor de rol van
de schoone patiente de noodige charme meebrengt,
doet in dit stuk niet voor hem onder.
Julia Cuypers speelt geestig dc wantrouwende
moeder, Jët van Dijk-Riekcr is de 'nerveuse en met
reden jaloersche vrouw en Cor Dommelshuizen
zorgt als de kalme, bedaarde schoonvader, op
amusante wijze voor het contrast. Gerard Hart
kamp, die Ko van Dijk verving, typeerde geestig
Sijd, den boef.
Wij hebben doordat onze aanwezigheid gisteren
ook ergens anders gevraagd werd slechts een
gedeelte van de« opvoering gezien, maar genoeg om
te kunnen constateeren. dat Het Geheim van de
Cottage hier evenals te Amsterdam veel suc
ces had.
J. B. SCHUIL.
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
Westernland 25 v. Antwerpen te New-York.
KON. PAKETVAART MIJ.
Van der CapeUen 26 v. Rotterdam te Ba
tavia.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Bengalen 26 v. Rott. te Batavia.
Garoet 25 van Rotterdam te Batavia.
Indrapoera, Batavia naar Genua 26 te Suez.
MUZIEK
onder Joh. van 't Vlie.
De vier zangensembles, die Vrijdagavond achter
eenvolgens op het podium verschenen in de zaal
van Hotel „De Leeuwerik", zijn zonder uitzondering
samengesteld uit welklinkende stemmen waaronder
er verscheidene zijn van goede scholing en vooral
van bijzonder mooi timbre. Men trof ze inzonder
heid aan bij de alten bij de bassen, en de
polyfone muziek, die dezen avond in ruime mate
werd gegeven, trok daarvan de voordeelen. Het
mannenkwartet „Eyterpe" voerde o.m. van Hans
Leo Haszler een technisch veeleischend Danslied
uit, terwijl het later kwam met Diepenbrock's
prachtige „Veni Creator Spiritus". Van 't Vlie is
zeer bekwaam in 't geven van de structuur der oude
meesters. Ik kom daar straks wel op terug, maar
reeds bij Diepenbrock, vooral in 't glorieus be
sluitend Amen met de onafhankelijk van elkaar
loopende zangpartijen kon men zich wanen in de
Sixtina. Het is ook zeer juist gezien om dit lied
op te vatten als gen blijden jubel; immers niet
alleen de tekst, maar vooral ook de structuur der
muziek rechtvaardigd deze opvatting alleszins.
In de muziek voor Gemengd koor uitte zich de
zin van den dirigent, de muziek der oude mees
ters weer te geven in het vrije rythme, waarin zij
is gedacht, op nog treffender wijze dan bij de
mannenkoren. Het gemengd kwartet „Haarlem"
voerde o.m. van Orlando di Lasso diens beroemd
motet ;,Nos qui sumus in hoe mündo" uit. Te
voren had dit dubbel bezet kwartet eenige oud-
Nederlandsche liederen voorgedragen in de be
werking van Julius Röntgen. Men was hierin niet
bijster fortuinlijk: het ensemble wilde niet recht
komen, uitgezonderd dan in de tweede strofe van
„Verlangen". Maar bij Lassus, dat toch veel en veel
moeilijker is uit te voeren, kwam opeens de gloed
en de calore van de Italiaansche zangmanier ons
verrassen, en was overal de polyfonjp zeer duide
lijk; de inzetten (canonisch) verrasten door tref
zekerheid, en het harmonisch gebonden middendeel
„Gloriose Nicolae" had den klank van altviolen
en cello's.
Een wonderbaar werk, dit lied van den heiligen
Nicolaas, dat ongetwijfeld het oudste, maar ook 't
meest beroemde Sinterklaaslied is. Onder de twaalf
honderd motetten van Lassus is het een van de
meest evenwichtig geschreven stukken. Zestig mis
sen voorts en honderd „Magnificats", daarbij zijn
zeer schoone Boetpsalmen: waarlijk een schat van
muziek die bewondering vraagt. En hoe verblijdend
was 't nu, dat de aanwezigen deze muziek op zoo
hoogen prijs stelden. Ook bij het prachtige werk
van Ingegneri (In Monte Oliveti), dat door het
gemengd koor „Palestrina" zoo opmerkelijk tref
zeker werd uitgevoerd, toonde het publiek, dat het
smaak heeft voor wat werkelijk kunstwaarde bezit.
Slechts zou men wenschen, dat de te groote con
trasten tusschen de verzen iets milder werden ge
houden, opdat er toch vooral niets martiaals klinke
in het opzetten der onderscheiden motieven. Men
moet voorzichtig zijn met de accent-beteekening,
die onartistieke uitgevers daaraan toevoegden,
omdat zij in conflict kwamen met de maatstreep,
die gelukkig toen nog niet bekend was in den zin,
dien men daaraan heden geeft. En juist omdat de
oude meesters het rythme aanvoelden als iets ge
heel natuurlijks, schiepen zij zulke kunstwerken,
die wij nu weer ontdekken.
Het dameskwartet „Noi otto" (wij met z'n ach
ten), dat in de onderstemmen even solide is samen
gesteld als het Mannenkwartet „Euterpe", legt zich
meer toe op het weergeven van vlotte muziek,
waarin het dansrythme hoogtij viert. Maar ik moet
opmerken, dat zoowel „Frühling" van Waldemar
Bargich, als „Briillopsmarsch" van Södermann
méér dynamische schakeering verdragen. De
klankproductie was bijzonder volumineus, maar zij
zal een nog mooiere uitwerking hebben, wanneer
ook de halftinten verzorgd worden. De dirigent
toonde zich aan den vleugel een vaardig bege
leider.
Een groep jongedames voerde verschillende
dansgroepen uit, waarin mijn leekenoog een over
maat van smachtende gebaren ontdekte. Elk der
deelneemsters ontving een bloemstuk.
Laat ik dit verslag beëindigen met den dirigent
Joh. van 't Vlie nadrukkelijk te verzekeren, dat
zijn streven, de muziek van de meester
zijn streven, de muziek van de beste mees
ters der vocale kunst te geven, hoog wordt ge-
daardeerd en ffcil hij daarmee een arbeid verricht
van blijvende waarde.
G. J. KALT.
Ver. tot bestrijding der Tuberculose.
De Haarlemsche vereeniging tot bestrijding der
Tuberculose hield Vrijdag haar j aarlijksche al-
gemeene ledenvergadering; het jaarverslag en
het financieel verslag over 1939 werden goedge
keurd.
De aftredende leden van het bestuur: mevr.
G. M. C. Strick van LinschotenRas en de hee-
ren dr. L. C. Kersbergen, Jhr. F. Teding van
Berkhout Jr en dr. J. G. Hoge werden herko
zen. Als nieuw lid van het bestuur werd gekozen
Dr. O. H. Dijkstra.
Aan het jaarverslag ontleenen we het volgen
de:
De 12e jaarlijksche verloting bracht f 8681,12
op, de Emmabloemcollecte f 2948,03, de Lighal-
uitvoerinig f 1652,72.
Het aantal donateurs, leden en begunstigers
der vereeniging bedroeg 2879, dat van het Lig-
halfonds 673.
Verschillende factoren hebben in 1939 de
winst- en verliesrekening onzer vereeniging be-
invloed. Waren eenerzijds de bijdragen van der
den, o.a. contributiën, verkoop Emmabloem en
opbrengst verloting, gezamenlijk tengevolge van
de tijdsomstandigheden pl.m. f 1300 minder dan
verleden jaar, anderzijds konden wij boeken de
opbrengst van den hoofdprijs onzer verloting,
welke op één der onverkochte loten viel, waar
door bovengenoemde teruggang ruimschoots
werd goedgemaakt.
Tegenover de aanzienlijke verhooging van
de verpleegkosten in onze Lighal Brederodeduin
met ruim f 3200. stond een ruimere ontvangst
van verpleeggelden, welke in steeds toenemende
mate door de patiënten zelf of door derden ge
dragen worden, van pl.m. f 5200.
Het Lighalfonds kon een bijna 'f 700 hoogere
bate aan onze vereenigig afgedragen door de
mooie resultaten, welke door de bekende Lighal
uitvoeringen werden bereikt.
Het resultaat van een en ander is dat wij de
winst- en verliesrekening kunnen sluiten met
een verliespost van slechts f 155,65. Brederode
duin staat thans te boek voor f 50500, het Con
sultatiebureau c.a. voor f 3000.
Aan het jaarverslag van den directeur van het
consultatiebureau wordt het volgende ont
leend:
,,Op 25 Augustus werd de directeur als reserve
officier van gezondheid gemobiliseerd. Toch is
het voor hem mogelijk gebleken, zijn werkzaam
heden voor het consultatiebureau en voor Brede
rodeduin te blijven verrichten.
Op het consultatiebureau werd veel ongemak
ondervonden van de mobilisatie. Deze bracht
voor den administrateur een groote vermeerde
ring van werkzaamheden met zich mede.
Ook de huisbezoeksters zagen zich voor een
groote vermeerdering van haar werkzaamheden
geplaatst.
Naar mijn meening is het aantal gezinnen te
groot geworden, om het huisbezoek in voldoende
intensiteit te kunnen verrichten, zoodat ik meen
dat deze toestand niet bestendigd kan worden,
wil een goede tubercylose,bestrijding, die voor
vrij wel het grootste deel op het deskundig huis
bezoek berust, niet in het gedrang komen.
Er blijken te Haarlem in 1939 overleden te
zijn aan longtuberculose 37 personen, aan her-
sentuberculose 3 personen en aan andere vor
men van tuberculose 9 personen, totaal dus 49
personen, van wie 39 op het consultatiebureau
bekend waren.
Het sterftecijfer voor tuberculose daalde der
halve van 4.26 in 1938 tot 3,52 in 1939.
Het aantal personen, in het consultatiebureau
onderzocht, bedroeg 3346 (3480)er werden 5181
(5382) consulten verstrekt.
In totaal waren op 1 Januari 1940 op het con
sultatiebureau bekend 856 (868) lijders aan
tuberculose. Sputum-onderzoek geschiedde 649
(639) maal. In 150 (105) gevallen werden tu-
bercelbacillen aangetoond. Het aantal afgelegde
huisbezoeken bedroeg 13.228 (13.645).
Totaal werden op Brederodeduin verpleegd
165 (161) patiënten gedurende 16.802 (16.993)
verpleegdagen.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K.B. is met'ingang van 1 Mei 1940:
Aan den gepensionneerden luitenant-generaal
der artillerie H. A. F. G. van Ermel Scherer, op
het daartoe door hem gedaan verzoek, eervol ont
slag verleend uit zijn betrekking van corruaxandant
van den luchtverdedigingskring Amsterdam;
is den gepensionneerden luitenant-generaal der
artillerie van Ermel Scherer, voornoemd, Hr.Ms.
dank betuigd voor de belangrijke diensten door hem
in deze betrekking aan den lande bewezen.
Is benoemd tot commandant van den luchtver
dedigingskring Amsterdam, gepensionneerd gene-
raal-majoor J. H. Carstens, van het wapen der ar
tillerie, wien sedert de titulaire rang van luitenant-
generaal is verleend.
EERSTE KAMER
Incident over rechercheurs.
DEN HAAG Vrijdag.
Het begon zoo sympathiek, Voorzitter de V o s
van S t e e n w ij k sprak namens de Kamer harte
lijke woorden tot den Minister van Onderwijs in
verband met diens herstel, wat hem thans mogelijk
maakte zijn begrooting te verdedigen.
Maar nog voor het koffie-uur aanbrak, was tie
goede stemming heelemaal bedorven, tengevolge
van een onverkwikkelijke ruzie over de vraag, die
eens tot titel van een stuk van de Musset heeft ge
diend: il faut qu' une porte soit ouverte ou l'ermée
(een deur moet open of dicht zijn).
Terwijl Mr. de Rijke (nat. soc.) het woord
voerde vooral ten einde het op te nemen voor de
oude Germanen, die z.i. in sommige schoolleesboek-
jes onbillijk behandeld worden als het van hen
heet, dat zij zich aan drank, spel en jacht al te zeer
overgaven, riep zijn partijgenoot Mr. v. V e s s e m
plots uit: „Mijnheer de Voorzitter, daar staan twee
mannen achter die deur. Het betx-of hier een deur,
die uitkomt op de vergaderzaal, doch die steeds
dicht pleegt te zijn. Nu had zijn mede-nat. soc. Mr.
v. Bönninghausen haar geopend, waardoor het
aanwezig zijn van die twee mannen door Mr. v.
Vessem kon worden vastgesteld. De President gaf
bevel de deur dicht te doen en te laten, hetgeen in
het bijzonder Mr. v. Bönninghausen kennelijk onwel
gevallig was. Zoo ging de ruzie nog een tijdje door,
totdat de oudste bode als schildwacht voor de deur
in kwestie werd opgesteld, waaraan o.m. vooraf was
gegaan een openrukken van de deur door Mr. v.
Bönninghausen, die vervolgens, toen het voorzit-
tevlijk bevel van sluiten duidelijk herhaald was, een
schop tegen de deur had gegeven.
Na de koffie deden de nat. socialistische senatoren
of zij onder allerlei banken en in den turfkist zoch
ten naar personen, die daar wellicht verscholen
mochten zijn. Dit alles uit boosheid over het feit,
dat twee rechercheurs, die eerst op de gereserveer
de tribune hadden gezeten, tijdens het betoog van
Mr. de Rijke buiten de vergaderzaal achter de
deur geposteerd stonden. Tot goed begrip van de
lezers zij er op gewezen, dat de voorzitter net recht
heeft om in het Kamergebouw die maatregelen in
het belang van de orde te treffen, welke hij ge-
wenscht acht. Wanneer hij de beschikking-wil heb
ben over rechercheurs om zoo noodig, in geval van
verwijdering van een afgevaardigde met den
sterken arm, te helpen zorgen voor naleving van
c!en uitgevaardigden ordemaatregel, dan is hij vol
komen vrij voor de aanwezigheid van zulke orde
bewaarders zorg te (doen)_ dragen.
En nu weer het debat óver de begrooting van
Onderwijs. Dit bewees opnieuw, dat men ook pro
fessoren in soorten heeft. Daar hadt ge b.v. den
Leidschen hooglëeraar Barge (R.K.) naar wien
te luisteren een waar genot was, terwijl zijn anti
revolutionaire collega van de Vrije Universiteit
Prof. W o 11 j e r er in slaagde heel het gehoor weg
te praten. Laatstgenoemde is in onderwijszaken
ter dege thuis, maar hij is veel te lang van stof en
had na zijn uiteenzetting over de boventallige on
derwijzers aanmerkelijk beknopter kunnen betoo-
gen, dat en waarom hij in individualisatie op de
school veel minder goeds vindt dan met Prof.
Barge het geval was. Vond Prof. Barge de klacht
omtrent overlading met huiswerk in het algemeen
overdreven „natuurlijk moet dit weer niet te veel
worden, want te is nooit goed behalve in tehuis,
tevreden en te bed!" Prof. Woltjer meende, dat
overlading aan vakken vooral voorkomt door be
vordering van het verband tusschen verschillende
vakken. We hoorden dezen afgevaardigde verder
o.m. pleiten tegen Grieks,ch in de B-afdeeling van
het gymnasium, voor meer lichamelijke oefening,
voor het maken van een wettelijke regeling op het
stuk van het voorbereidend onderwijs, terwijl hij
tenslotte zijn bekende visie over het openbaar on
derwijs ten beste gaf.
Behoorlijke betaling van kweekelingen met acte,
die zelfstandige werkzaamheden verrichten kwam
op het verlanglijstje van den heer De Jong (R.K.)
voor, die overigens de hoop koesterde, dat we het
volgend jaar verbetering van de leerlingenschaal
zouden krijgen. De heer Sikkes (s.d.) kondigde
aan, dat zijn fractie ten aanzien van die .twee punten
zoo weinig geestdriftig gestemd is over wat er niet
gebeurt, dat het haar zeer moeilijk zal vallen voor
deze begrooting te stemmen.
Professor Barge hield zich voornamelijk op het
terrein waar hij zelf werkt, dat van het hooget
onderwijs. Hij wees er op, 'hoe bij ons het volgen van
Hooger Onderwijs (college-gelden-regeling) kost
baarder is dan bijkans overal elders en drong er op
aan nu eindelijk te Leiden een lector in het Nota-
riaatsrecht te benoemen. Spr. wijdde voorts de noo
dige aandacht aan het teere vx'aagstuk van bijzon-
dei'e leerstoelen, dat zijn c.h. mede-Leidenaar de
Zwaan insgelijks behandelde. Daarbij sprak deze
o.m. de vrees uit, dat we na een bijzonder hoog-
leeraarschap in Vondel en nog wat, straks een nog
meer bijzondex-e leerstoel in Bilderdijk en nog wat
en vervolgens een allerbijzonderste leerstoel in v.
Eeden en nog wat zullen krijgen. Zeer terecht acht
te hij het, dat de Minister het oogenblik aangebro
ken vindt om heel de figuur van de bijzondere leer
stoelen grondig te gaan herzien. Maandag zullen we
den bewindsman hooren. Ofschoon de Kamer als
regel Maandaghoudster is, zal zij dit keer op dien
dag wel bijeenkomen, ten einde de begrooting tijdig
voor den fatalen datum van 1 Mei als wet vast
gesteld te krijgen.
E. v. R.
UIT ZEE TERUGGEKEERD.
De Amstelstroom IJM 91 die Vrijdag voor zijn
eerste x-eis naar zee was vertrokken,' is teruggekeerd
wegens machineschade en een defect aan de licht-
leiding.
SPECIALE AANBIEDING
Custom-uitvoering, als nieuw
met volle garantie
Leidschevaart 10
Telef. 17187 en 20120
(Adv. Ingez. Med.)
„Polyantha" opende heden haar
deuren.
Bloemententoonstelling van uniek karakter.
De nationale vollegronds-bloemententoonstelling
„Polyantha" 1940 te Schiedam, welke gedurende
dezen zomer in het volkspark aldaar gehouden zal
worden, is hedenmorgen officieel geopend door den
commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Hol
land, jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek.
Het eerste hoofdterrein van de tentoonstellings
ruimte heeft den vorm van een grooten driehoek,
met hier en daar verspreide boomgroepen, dat aan
de eene zijde begrensd wordt door een terras, waar
aan gedurende dezen zomer rozen zullen bloeien,
en aan de beide andere zijden door het geboomte
van het volkspark. Het terrein omvat een aantal
buiten-inzendingen van kweekers uit Boskoop,
Aalsmeer, Oegstgeest, Oudenbosch, Dedemsvaart,
enz. en van vei'scheidene dezer inzendingen bloeien
reeds de eerste bloemen. Een ronde vijver ligt aan
den voet van het terras en uit dezen vijver ont
springt een kunstmatig beekje, dat evenwel in
het geheel geen kunstmatig uiterlijk heeft en dit
beekje voert naar een prachtige rotsgroep, waarin
zich een waterval bevindt.
Aan de andere zijde van het terrein liggen ver
scheidene tuinen, vijf modeltuincn met ploeven van
tuinarchitectuur, een kruidentuin, een z.g. puzzle-
tuin en de kindertuin, waar zich een werkelijk
sprookjesachtig en veelkleurig huisje bevindt, het
„Kookhuisje" uit het sprookje van Hans en Grietje.
In dezen hoek bevindt zich ook het gebouw van de
populair wetenschappelijke afdeeling, waar een
fraaie collectie is bijeengebracht door den planten-
ziektenkundigen dienst, in samenwerking met het
bloembollenlaboratorium te Lisse, betrekking heb
bende op het leven der planten en bloemen, plan
tenziekten, de bestrijding daax'van enz.
Tusschen het eerste en tweede hoofdterrein ligt
de gx-oote hal, waarin gedurende den zomer tien
periodieke tentoonstellingen zullen worden ge
houden en welke nu gevuld wordt door inzendingen
van Boskoopsche kweekers.
In een ex-ker van de hal bevindt zich de be
kende plattegrond van Nedexdand, welke is ten
toongesteld in het Nederlandsche paviljoen op de
wereldtentoonstelling te New-York, verleden jaar.
Het tweede hoofd tex-rein is nu geheel bezet met
tulpen en narcissen, welke Voor het grootste ge
deelte i'eeds in bloei staan, omdat ditterrein tus
schen het geboomte zeer luw ligt. Hier bevinden
zich voorts werken Van Rotterdamsche beeld
houwers en straks komen er de zomei'bloemen en
tenslotte de dahlia's. Ais vierde belangrijkste on
derdeel van de „Polyantha" noemen wij tenslotte
nog het „Boerendox-p" gelegen achter in het bosch,
geheel omsloten door licht geboomte. Het bestaat
uit een aantal boerenhuisjes rond een marktplein,
waarbij zich z.g. lunchweide aansluit. Er is een
taverne en een herberg, welke den origineelen
naam „De Koe op Zolder" draagt en het geheel
maakt een zeer schilderachtigen indruk.
De „Polyantha" zal tot eind September geopend
blijven.
NED. BOND VAN ZWEM
ONDERWIJZERS (ESSEN).
Op het te Amsterdam gehouden congres van
Zwemonderwijzers (essen) in Nederland is besloten
tot de oprichting van een Bond voor Zwemonder-
wijzex's(essen).
Ter gelegenheid van deze oprichtingsvergade
ring is duidelijk gebleken, dat er groote behoefte
was aan meer onderling contact en dat men het
ten zeerste op prijs zou stellen, dat ook de nog
niet aangesloten collega's zich bij deze bond aan
sloten. Er is n.l. besloten tot stichting van een
bibliotheek en tot "uitgave van een periodiek.
Het bestuur werd als volgt samengesteld: Theunis-
sen, Amersfoortvoorzitter; G. v. d. Tweel, Utrecht,
secretaris; Mulder, Utrecht, penningmeester; leden:
mej. Klein, Utrecht; Jacobszoon, Amsterdam;
Schoonhoven, Leeuwarden en G. Frost, Haarlem.
Zwemondex-wijzers(essen), die nadex-e inlichtingen
aangaande doel en streven van dezen bond wen
schen, kunnen zich wenden tot den heer G. Frost,
lepenstx-aat 13, Haarlem.
door
Paul Schott
12
Nog voor Apt kon antwoorden, kwamen de
achtervolgden het straatje weer uit, en zij moes
ten vlug voor een étalage gaan staan, om niet
gezien te worden. Weer staken zij het pleintje
over en liepen direct het andere straatje in
Vicolo Santa Croce, las Lena, waar zij na eenig
zoeken in het winkeltje van Annlbale Modena
verdwenen.
„Daar zullen wjj helaas straks ook binnen moe
ten gaan", zei Apt, „hoe zullen wat dat aan
leggen?"
„We zullen ieder onzen eigen weg moeten gaan.
Ui zal met mijnheer Modena gaan praten, en U
zoudt het „mondaine danspaar" kunnen volgen,
wat denkt U daarvan? Mij kent Zubiaurre!"
Ditmaal moesten zij veel langer wachten. Na on
geveer twintig minuten kwam de Spanjaard
lachend naar buiten Lena pakte haar buurman
opgewonden bjj den arm maakte nog een op
merking naai- binnen en had toen reeds afscheid
genomen, zoodat ze onmiddellijk een beslissing
moesten nemen. Apt volgde Zubiaurre, die in de
richting van het centrum der stad liep, Lena ging
naar den heer Modena, terwijl men het meisje
noodgedwongen aan haar lót over moest laten.
Lena betrad het winkeltje met een xiitgewerkt
veldtochtplan in haar hoofd, dat gewaagd moest
worden. Zij had de twintig minuten die zij moest
wachten niet ongebruikt laten voorbijgaan. In de
halfdonkere, nauwe, naar katten en kaas ruikend
ruimte, kwam haar een jongeman tegen met een
rood, opgewonden gezicht.
Lena vroeg hem direct op vertrouwelijken toon:
„Was er niet zoojuist een „groot heer'' hier? Mijn
verloofde? Ik heb hem hier uit het straatje zien
komen. Heeft hij met U over de viool gesproken?"
Volkomen overrompeld knikte de jongere chef
van het Huis Modena.
„Ja, die mijnheer was hier. Maar wij hebben de
viool direct verder verkocht. Ik heb mijnheer ge
zegd, dat wij de viool volkomen te goeder trouwe
gekocht hebben". Lena ging iets achteruit om de
vochtigheid te ontwijken:
„Dat zal mijn verloofde me direct wel vertellen.
De hoofdzaak is dat we uitgevonden hebben, aan
wien de dief het instrument verkocht heeft. Na
tuurlijk heeft U heelemaal geen schuld, Uw koo-
per zal de viool nog wel in zijn bezit hebben. Wij
koopen haar eenvoudig terug heeft IT mijn
verloofde den naam genoemd?"
„Ja, maar ik wil toch niets met de politie te
maken hebben Myn vader is een uur geleden
naar Piemont vertrokken het zou verschrikke
lijk zyn, ais wy zijn nog nooit met de politie
in... ik ben er zeker van dat Bozzi de viool direct
terug zal geven wanneer hij hoort dat zij gesto
len is". En terwijl hy met zijn belde handen in het
roode haar woelde: „Had ik ooit kunnen vermoe
den, dat die gemoedelijke dikke man een dief zou
zyn!" Lena slikte een paar keer om zich niet te
verraden: dus toch Gomez! En welke rol speelde
Zubiaurx-e? Onbegrijpelijk! Jaagde lxy echter eigen
wild? Of werkelijk alleen maar om de Florentijn-
sche te imponeeren?
„Een domkop!" Lena lachte den jongeman be
minnelijk toe, zoodat hij tot achter zijn ooren
kleurde. „Binnen twaalf uur zullen wy hem te
pakken hebben. Heeft myn verloofde verteld, wie
de dief is9"
„Neen, daar hoeft mijnheer niets van gezegd".
„Een vroegere knecht, van ons", lachte Lena.
„Myn verloofde is de Hertog van Brabant". En
nog voor de jongen van zyn sprakelooze verbazing
was bekomen vroeg Leya: „En boe koj» ik naar
Bozzi?" Daar is de hertog toch naar toe gegaan,
nietwaar?"
Modena verklaarde den weg, door xniddel van
een schetsje dat hy op een oude tafel maakte.
Toen vroeg hij nog of het mogelijk was om aan
gifte te vermijden, maar Lena was reeds op
straat en vond met behulp van het schetsje ta
melijk vlug de winkel van den antiquiteitenhan
delaar, waar de vertegenwoordiger van de „Vic
toria" juist naar binnen wilde gaan, toen Lena
hem riep. Hij fluisterde haar in het oor: „Ga zoo
vlug mogelijk naar de fruitmarkt, daar is de
Spanjaard heengegaan. Ik kom dan later wel in
het Grand hotel".
„Die Bozzi heeft de viool van een klein prutser-
tje gekocht", zei Lena even vlug en zachtjes.
Gomez heeft haar gestolen. Had Zufciaure de
viool bij zich? Neen? Dan heeft Bozzi haar .waar
schijnlijk niet meer. U moet er achter zien te ko
men aan wien hy haar verkocht heeft". Met deze
woorden was zij reeds verdwenen, den Spanjaard
achterna. Apt betrad den winkel, waar hij niemand
vond, maar uit de achterkamer hoorde hij twee
woedende stemmen, die van een man, luid, ruw
en opgewonden en de zachte ondex-worpen stem
van een vrouw.
„Wat heb je hem gezegd? Je hebt zoo maar
toegegeven dat wij haar gekocht hebben? Oh
Jy verschrikkelijke ezelin' Suffert! brulde de
man. „Waarom? Waarom?"
„Maar ik kon het toch niet ontkennen, toen hij
het mij zonder omwegen„Natuurlijk'
Ontkennen, wij weten nergens van, wy hebben
geen enkel vermoeden! Het mankeert er nog
maar aan, dat je hem verteld hebt, dat wy haar
aan Cavalcanti verkocht hebben, porco di dio, die
vrouw helpt mij het graf in!"
„Maar ik steunde en jammerde de vrouw,
„ik heb toch alleen maar gezegd, dat een onbe
kende haar gekocht heeft, een volkomen onbeken
de". De mannenstem tierde: „Dat lieg je! Je be
driegt me! Salimbeni valt toch direct door den
mandl Och, waarom was ik toch niet zelf in den
winkel!" Pp dit oogenblik ecjieen Bozzi dsn kl$ot
op te merken .stortte zich in den winkel en vroeg,
terwijl hij met moeite zijn waardige houding te
rugvond. waarmee hy Mijnheer van dienst kon
zijn.
„Ik wilde U vragen", zei Apt," of U misschien
hy kuchte even, en vervolgde toen lachend:
„ik wou een cadeautje voor een dame koopen,
voor een jonge dame, een kleinigheid, wat kan
men in zoo'n gevalik heb niet het minste
verstand van zooicts."
Tien minuten later verliet hij met een afschuwe
lijke ouderwetsche ketting den winkel, Cavalcan
ti dus wie was Cavalcanti? Zonder twijfel had
de vrouw den Spanaard den naam verraden, dat
had hij aan haar stem kunnen hooren. De Span-
jaai'd wist dus waarschijnlijk ook reeds den laat-
sten kooper. Abt schudde het ronde hoofd, wat een
onzekerheid! Binnen zes uur was de viool half Ge
nua rondgegaan. Eigenlijk niets dan een stuk hout,
hout en kattendarmen belachelijke overdrijving!
Toen inet een plotselinge gedachtensprong: „Zou
Lena den violist lief hebben?" Een flink meisje,
flink en vroolrjk. Paste eigenlijk heelemaal niet
bij die muzikanten, handelaars in oude kunst en
dergelyken. Cavalcanti hoe kon hy Hy trad
een hem bekend café binnen en liet zich het tele
foonboek brengen, waarin hij direct den naam van
den grooten. kunsthandelaar vond. Daar stond het:
Commendatore Achile Cavalcanti, consul-genex-aa'
van Bulgarije. En weer schudde Apt het hoofd: een
commendatore. een consul-generaal, hield zich be
zig met het in- en verlcoopen van gestolen kost
baarheden! Och, hoeveel eerlijker en vertrouwde)
was dan het verzekeringsvak Met gefronst voor
hoofd slenterde de jonge Zwitser naar het Grand
Hotel terug, terwijl het door zijn gedachten spook
te: en wie was Salimbeni? Salimbeni, die direc'
door de mand viel?
HOOFDSTUK VI.
In een balconloge van de groote concertzaal,
waarvan de laatste leege plaatsen na het tweede
belletje bezet werden, zat op de eerste ry Zubiaurre
en keek zeer nauwlettend naar iedere beweging
van Faustina, die zoojuist met juffrouw Francis,
slechts eenige meters van hem verwijderd, haar
parketplaats had opgezocht en nu strak naar het
podium staarde, waar de orkestleden him instru
menten stemden. Op dezelfde rij aan den anderen
kant zat de begeleidster van den violist met een
jongen man, die in het programma bladerde.
Tevergeefs trachtte de Spanjaard eenigen tijd de
aandacht van de Florentijnsche te trekken en toen
hem dit juist toen Grangg, onder aanzwellend
applaus het podium betrad eindelyk gelukte,
was haar glimlach van herkenning zoo zwaarmoe
dig, zoo vluchtig en bijna afwijzend, dat Zubiaurre
schrok. Wat was er gebeurd in die paar uren, dat
hij haar niet gezien had?
Reeds had de dirigent het teeken gegeven, reeds
klonken de eerste volle toonen van de viool (waar
zou Grangg haar geleend hebben?) door de zaaL
De oom van Faustina was er niet, stelde Zubiaurre
vast. Waarom zou hij goed gevonden hebben, dat
zyn nichtje op den. dag van aankomst naar het
concert ging. ZJubiaurre moest even lachen. Zijn
gedachten zwierven voor een kort poosje weg,
keerden dan weer terug. Wat speelde de man daar
beneden? Zubiaurre keek in het progx-amma:
Beethoven het klonk werkelijk buitengewoon
mooi er was geen twyfel aan, zijn „concurrent"
kon inderdaad vioolspelen! Opnieuw keerden de
gedachten van den Spanjaard naar zyn plannen
terug. Hij moest nog eenige dagen in Genua bly'ven
om met de groote handelaars te spreken, wanneer
er geen aangifte bij de politie gedaan werd, wat
niet aan te nemen was: de man moest een vermo
gen met de viool verdiend hebben, daar deed men
niet zoo licht afstand van. Hy had geluk gehad, dat
die dikke signorina Bozzi hem uit angst den naam
genoemd had! Wie weet of haar echtgenoot zich
zoo bang had laten maken Ja alles liep uit
stekend. Nog voor haar vertrek moest hij een zeer
ernstig gesprek met Faustina hebben, waarbij hij
alle troeven ln het spel zou gooien Grangg? Be
lachelijk! Öroomerig, verlegen! En den ouden heer
zou hjj wel op den een of anderen manier gxen te
üjtoSA ^(Werdt vervolgd)1