EEN VIOOL l'N/T INttTÏEEl Het Geheim van de Cottage Koren en kwartetten Onderwijs aan de orde. DODGE Sédan 1939 MEIJER'S AUTOMOBIELBEDRIJF VERDWEEN.... ZATERDAG 27 SPRIG 194Ö HXAREE M'S D A G B G A D 10 Vrijdagmiddag had in dc Ravelingsteeg te Haarlem een luchtbeschermings oefening plaats, waarbij een veronderstelde brand gebluscht moest worden. Een „gewonde man" wordt uit het perceel gedragen. In den goeden, ouden tijd van onze grootouders, toen de tooneelspelen nog twee titels droegen, zou het stuk, dat het gezelschap Saalborn-Parser gis teren in dan Stadsschouwburg voor de leden van „Geloof en Wetenschap" gaf. waarschijnlijk heb ben geheeten: „Het geheim van het Boschhuis of Kleine Oorzaken groote Gevolgen". Getrouwde mannen kunnen er uit leeren, dat zij niet voorzich tig genoeg kunnen zijn en geen clandestiene uit stapjes moeten maken naar eenzame cottages, dan alleen met hun eigen, wettige vrouw. Want voor Dr. David Lavering. den zenuwspecialist, zou het in gewone omstandigheden al heel onaangenaam zijn geweest een man al was het dan ook een misdadige zwerver te hebben overreden, maar het wordt voor hem veel cornpromïttanter, omdat in zijin auto ook zijn patiente, de schoone Ann Mordaunt is gezeten. Hoe zal hij er zich uitredden, wanneer de justitie hem. Ann Mordaunt en een lijk in de cottage vindt? Dat geval hebben de schrijvers Gilbert Lennox en Gisela Ashley voor ons uitgewerkt. Er gebeurt heel wat met Dr. Lavering, de schoone Ann Mor daunt en het lijk Ln die cottage, zoodat wij, toe schouwers "n paar uur van hevige spanning be leven. Wanneer wij aan het slot denken, dat het met den dokter geheel mis zal gaan en wij hem achter de tralies zullen zien verdwijnen, krijgen de schrijvers medelijden met hem en redden Lave- rimg op ingenieuse wijze uit de handen der justi tie, tot ons aller vreugde, omdat de dokter werke lijk zoo'n kwade kerel niet is en allerminst ver dient voor zoo'n bagatel achter slot en grendel te gaan. Al duurt het wat lang, voordat er gang in dit stuk kopit in de eerste twee tafereelén gebeurt er zoo goed als niets wanneer wij eenmaal op de cottage zijn aangeland, halen de auteurs hun schade in en komen wij niets te kort. Wij krijgen alles, wat wij in een „Scotland Yard geschiedenis" mogen verwachten: spanning, geheimzinnige sfeer, griezeling en een happy ending. Het stuk zit handig in elkaar, het is in zijn soort lang niet slecht en het geeft den leden van het gezelschap Saalborn- Parser vooral Saalbom en Carla de Raet, als Dr. Lavering en Ann Mordaunt gelegenheid tot spel. Saalborn toont zich als de zenuwspecialist, die in zulke moeilijke perikelen komt, weer een sterk speler en Carla de Raet, die voor de rol van de schoone patiente de noodige charme meebrengt, doet in dit stuk niet voor hem onder. Julia Cuypers speelt geestig dc wantrouwende moeder, Jët van Dijk-Riekcr is de 'nerveuse en met reden jaloersche vrouw en Cor Dommelshuizen zorgt als de kalme, bedaarde schoonvader, op amusante wijze voor het contrast. Gerard Hart kamp, die Ko van Dijk verving, typeerde geestig Sijd, den boef. Wij hebben doordat onze aanwezigheid gisteren ook ergens anders gevraagd werd slechts een gedeelte van de« opvoering gezien, maar genoeg om te kunnen constateeren. dat Het Geheim van de Cottage hier evenals te Amsterdam veel suc ces had. J. B. SCHUIL. HOLLAND—AMERIKA LIJN. Westernland 25 v. Antwerpen te New-York. KON. PAKETVAART MIJ. Van der CapeUen 26 v. Rotterdam te Ba tavia. ROTTERDAMSCHE LLOYD. Bengalen 26 v. Rott. te Batavia. Garoet 25 van Rotterdam te Batavia. Indrapoera, Batavia naar Genua 26 te Suez. MUZIEK onder Joh. van 't Vlie. De vier zangensembles, die Vrijdagavond achter eenvolgens op het podium verschenen in de zaal van Hotel „De Leeuwerik", zijn zonder uitzondering samengesteld uit welklinkende stemmen waaronder er verscheidene zijn van goede scholing en vooral van bijzonder mooi timbre. Men trof ze inzonder heid aan bij de alten bij de bassen, en de polyfone muziek, die dezen avond in ruime mate werd gegeven, trok daarvan de voordeelen. Het mannenkwartet „Eyterpe" voerde o.m. van Hans Leo Haszler een technisch veeleischend Danslied uit, terwijl het later kwam met Diepenbrock's prachtige „Veni Creator Spiritus". Van 't Vlie is zeer bekwaam in 't geven van de structuur der oude meesters. Ik kom daar straks wel op terug, maar reeds bij Diepenbrock, vooral in 't glorieus be sluitend Amen met de onafhankelijk van elkaar loopende zangpartijen kon men zich wanen in de Sixtina. Het is ook zeer juist gezien om dit lied op te vatten als gen blijden jubel; immers niet alleen de tekst, maar vooral ook de structuur der muziek rechtvaardigd deze opvatting alleszins. In de muziek voor Gemengd koor uitte zich de zin van den dirigent, de muziek der oude mees ters weer te geven in het vrije rythme, waarin zij is gedacht, op nog treffender wijze dan bij de mannenkoren. Het gemengd kwartet „Haarlem" voerde o.m. van Orlando di Lasso diens beroemd motet ;,Nos qui sumus in hoe mündo" uit. Te voren had dit dubbel bezet kwartet eenige oud- Nederlandsche liederen voorgedragen in de be werking van Julius Röntgen. Men was hierin niet bijster fortuinlijk: het ensemble wilde niet recht komen, uitgezonderd dan in de tweede strofe van „Verlangen". Maar bij Lassus, dat toch veel en veel moeilijker is uit te voeren, kwam opeens de gloed en de calore van de Italiaansche zangmanier ons verrassen, en was overal de polyfonjp zeer duide lijk; de inzetten (canonisch) verrasten door tref zekerheid, en het harmonisch gebonden middendeel „Gloriose Nicolae" had den klank van altviolen en cello's. Een wonderbaar werk, dit lied van den heiligen Nicolaas, dat ongetwijfeld het oudste, maar ook 't meest beroemde Sinterklaaslied is. Onder de twaalf honderd motetten van Lassus is het een van de meest evenwichtig geschreven stukken. Zestig mis sen voorts en honderd „Magnificats", daarbij zijn zeer schoone Boetpsalmen: waarlijk een schat van muziek die bewondering vraagt. En hoe verblijdend was 't nu, dat de aanwezigen deze muziek op zoo hoogen prijs stelden. Ook bij het prachtige werk van Ingegneri (In Monte Oliveti), dat door het gemengd koor „Palestrina" zoo opmerkelijk tref zeker werd uitgevoerd, toonde het publiek, dat het smaak heeft voor wat werkelijk kunstwaarde bezit. Slechts zou men wenschen, dat de te groote con trasten tusschen de verzen iets milder werden ge houden, opdat er toch vooral niets martiaals klinke in het opzetten der onderscheiden motieven. Men moet voorzichtig zijn met de accent-beteekening, die onartistieke uitgevers daaraan toevoegden, omdat zij in conflict kwamen met de maatstreep, die gelukkig toen nog niet bekend was in den zin, dien men daaraan heden geeft. En juist omdat de oude meesters het rythme aanvoelden als iets ge heel natuurlijks, schiepen zij zulke kunstwerken, die wij nu weer ontdekken. Het dameskwartet „Noi otto" (wij met z'n ach ten), dat in de onderstemmen even solide is samen gesteld als het Mannenkwartet „Euterpe", legt zich meer toe op het weergeven van vlotte muziek, waarin het dansrythme hoogtij viert. Maar ik moet opmerken, dat zoowel „Frühling" van Waldemar Bargich, als „Briillopsmarsch" van Södermann méér dynamische schakeering verdragen. De klankproductie was bijzonder volumineus, maar zij zal een nog mooiere uitwerking hebben, wanneer ook de halftinten verzorgd worden. De dirigent toonde zich aan den vleugel een vaardig bege leider. Een groep jongedames voerde verschillende dansgroepen uit, waarin mijn leekenoog een over maat van smachtende gebaren ontdekte. Elk der deelneemsters ontving een bloemstuk. Laat ik dit verslag beëindigen met den dirigent Joh. van 't Vlie nadrukkelijk te verzekeren, dat zijn streven, de muziek van de meester zijn streven, de muziek van de beste mees ters der vocale kunst te geven, hoog wordt ge- daardeerd en ffcil hij daarmee een arbeid verricht van blijvende waarde. G. J. KALT. Ver. tot bestrijding der Tuberculose. De Haarlemsche vereeniging tot bestrijding der Tuberculose hield Vrijdag haar j aarlijksche al- gemeene ledenvergadering; het jaarverslag en het financieel verslag over 1939 werden goedge keurd. De aftredende leden van het bestuur: mevr. G. M. C. Strick van LinschotenRas en de hee- ren dr. L. C. Kersbergen, Jhr. F. Teding van Berkhout Jr en dr. J. G. Hoge werden herko zen. Als nieuw lid van het bestuur werd gekozen Dr. O. H. Dijkstra. Aan het jaarverslag ontleenen we het volgen de: De 12e jaarlijksche verloting bracht f 8681,12 op, de Emmabloemcollecte f 2948,03, de Lighal- uitvoerinig f 1652,72. Het aantal donateurs, leden en begunstigers der vereeniging bedroeg 2879, dat van het Lig- halfonds 673. Verschillende factoren hebben in 1939 de winst- en verliesrekening onzer vereeniging be- invloed. Waren eenerzijds de bijdragen van der den, o.a. contributiën, verkoop Emmabloem en opbrengst verloting, gezamenlijk tengevolge van de tijdsomstandigheden pl.m. f 1300 minder dan verleden jaar, anderzijds konden wij boeken de opbrengst van den hoofdprijs onzer verloting, welke op één der onverkochte loten viel, waar door bovengenoemde teruggang ruimschoots werd goedgemaakt. Tegenover de aanzienlijke verhooging van de verpleegkosten in onze Lighal Brederodeduin met ruim f 3200. stond een ruimere ontvangst van verpleeggelden, welke in steeds toenemende mate door de patiënten zelf of door derden ge dragen worden, van pl.m. f 5200. Het Lighalfonds kon een bijna 'f 700 hoogere bate aan onze vereenigig afgedragen door de mooie resultaten, welke door de bekende Lighal uitvoeringen werden bereikt. Het resultaat van een en ander is dat wij de winst- en verliesrekening kunnen sluiten met een verliespost van slechts f 155,65. Brederode duin staat thans te boek voor f 50500, het Con sultatiebureau c.a. voor f 3000. Aan het jaarverslag van den directeur van het consultatiebureau wordt het volgende ont leend: ,,Op 25 Augustus werd de directeur als reserve officier van gezondheid gemobiliseerd. Toch is het voor hem mogelijk gebleken, zijn werkzaam heden voor het consultatiebureau en voor Brede rodeduin te blijven verrichten. Op het consultatiebureau werd veel ongemak ondervonden van de mobilisatie. Deze bracht voor den administrateur een groote vermeerde ring van werkzaamheden met zich mede. Ook de huisbezoeksters zagen zich voor een groote vermeerdering van haar werkzaamheden geplaatst. Naar mijn meening is het aantal gezinnen te groot geworden, om het huisbezoek in voldoende intensiteit te kunnen verrichten, zoodat ik meen dat deze toestand niet bestendigd kan worden, wil een goede tubercylose,bestrijding, die voor vrij wel het grootste deel op het deskundig huis bezoek berust, niet in het gedrang komen. Er blijken te Haarlem in 1939 overleden te zijn aan longtuberculose 37 personen, aan her- sentuberculose 3 personen en aan andere vor men van tuberculose 9 personen, totaal dus 49 personen, van wie 39 op het consultatiebureau bekend waren. Het sterftecijfer voor tuberculose daalde der halve van 4.26 in 1938 tot 3,52 in 1939. Het aantal personen, in het consultatiebureau onderzocht, bedroeg 3346 (3480)er werden 5181 (5382) consulten verstrekt. In totaal waren op 1 Januari 1940 op het con sultatiebureau bekend 856 (868) lijders aan tuberculose. Sputum-onderzoek geschiedde 649 (639) maal. In 150 (105) gevallen werden tu- bercelbacillen aangetoond. Het aantal afgelegde huisbezoeken bedroeg 13.228 (13.645). Totaal werden op Brederodeduin verpleegd 165 (161) patiënten gedurende 16.802 (16.993) verpleegdagen. UIT DE STAATSCOURANT. Bij K.B. is met'ingang van 1 Mei 1940: Aan den gepensionneerden luitenant-generaal der artillerie H. A. F. G. van Ermel Scherer, op het daartoe door hem gedaan verzoek, eervol ont slag verleend uit zijn betrekking van corruaxandant van den luchtverdedigingskring Amsterdam; is den gepensionneerden luitenant-generaal der artillerie van Ermel Scherer, voornoemd, Hr.Ms. dank betuigd voor de belangrijke diensten door hem in deze betrekking aan den lande bewezen. Is benoemd tot commandant van den luchtver dedigingskring Amsterdam, gepensionneerd gene- raal-majoor J. H. Carstens, van het wapen der ar tillerie, wien sedert de titulaire rang van luitenant- generaal is verleend. EERSTE KAMER Incident over rechercheurs. DEN HAAG Vrijdag. Het begon zoo sympathiek, Voorzitter de V o s van S t e e n w ij k sprak namens de Kamer harte lijke woorden tot den Minister van Onderwijs in verband met diens herstel, wat hem thans mogelijk maakte zijn begrooting te verdedigen. Maar nog voor het koffie-uur aanbrak, was tie goede stemming heelemaal bedorven, tengevolge van een onverkwikkelijke ruzie over de vraag, die eens tot titel van een stuk van de Musset heeft ge diend: il faut qu' une porte soit ouverte ou l'ermée (een deur moet open of dicht zijn). Terwijl Mr. de Rijke (nat. soc.) het woord voerde vooral ten einde het op te nemen voor de oude Germanen, die z.i. in sommige schoolleesboek- jes onbillijk behandeld worden als het van hen heet, dat zij zich aan drank, spel en jacht al te zeer overgaven, riep zijn partijgenoot Mr. v. V e s s e m plots uit: „Mijnheer de Voorzitter, daar staan twee mannen achter die deur. Het betx-of hier een deur, die uitkomt op de vergaderzaal, doch die steeds dicht pleegt te zijn. Nu had zijn mede-nat. soc. Mr. v. Bönninghausen haar geopend, waardoor het aanwezig zijn van die twee mannen door Mr. v. Vessem kon worden vastgesteld. De President gaf bevel de deur dicht te doen en te laten, hetgeen in het bijzonder Mr. v. Bönninghausen kennelijk onwel gevallig was. Zoo ging de ruzie nog een tijdje door, totdat de oudste bode als schildwacht voor de deur in kwestie werd opgesteld, waaraan o.m. vooraf was gegaan een openrukken van de deur door Mr. v. Bönninghausen, die vervolgens, toen het voorzit- tevlijk bevel van sluiten duidelijk herhaald was, een schop tegen de deur had gegeven. Na de koffie deden de nat. socialistische senatoren of zij onder allerlei banken en in den turfkist zoch ten naar personen, die daar wellicht verscholen mochten zijn. Dit alles uit boosheid over het feit, dat twee rechercheurs, die eerst op de gereserveer de tribune hadden gezeten, tijdens het betoog van Mr. de Rijke buiten de vergaderzaal achter de deur geposteerd stonden. Tot goed begrip van de lezers zij er op gewezen, dat de voorzitter net recht heeft om in het Kamergebouw die maatregelen in het belang van de orde te treffen, welke hij ge- wenscht acht. Wanneer hij de beschikking-wil heb ben over rechercheurs om zoo noodig, in geval van verwijdering van een afgevaardigde met den sterken arm, te helpen zorgen voor naleving van c!en uitgevaardigden ordemaatregel, dan is hij vol komen vrij voor de aanwezigheid van zulke orde bewaarders zorg te (doen)_ dragen. En nu weer het debat óver de begrooting van Onderwijs. Dit bewees opnieuw, dat men ook pro fessoren in soorten heeft. Daar hadt ge b.v. den Leidschen hooglëeraar Barge (R.K.) naar wien te luisteren een waar genot was, terwijl zijn anti revolutionaire collega van de Vrije Universiteit Prof. W o 11 j e r er in slaagde heel het gehoor weg te praten. Laatstgenoemde is in onderwijszaken ter dege thuis, maar hij is veel te lang van stof en had na zijn uiteenzetting over de boventallige on derwijzers aanmerkelijk beknopter kunnen betoo- gen, dat en waarom hij in individualisatie op de school veel minder goeds vindt dan met Prof. Barge het geval was. Vond Prof. Barge de klacht omtrent overlading met huiswerk in het algemeen overdreven „natuurlijk moet dit weer niet te veel worden, want te is nooit goed behalve in tehuis, tevreden en te bed!" Prof. Woltjer meende, dat overlading aan vakken vooral voorkomt door be vordering van het verband tusschen verschillende vakken. We hoorden dezen afgevaardigde verder o.m. pleiten tegen Grieks,ch in de B-afdeeling van het gymnasium, voor meer lichamelijke oefening, voor het maken van een wettelijke regeling op het stuk van het voorbereidend onderwijs, terwijl hij tenslotte zijn bekende visie over het openbaar on derwijs ten beste gaf. Behoorlijke betaling van kweekelingen met acte, die zelfstandige werkzaamheden verrichten kwam op het verlanglijstje van den heer De Jong (R.K.) voor, die overigens de hoop koesterde, dat we het volgend jaar verbetering van de leerlingenschaal zouden krijgen. De heer Sikkes (s.d.) kondigde aan, dat zijn fractie ten aanzien van die .twee punten zoo weinig geestdriftig gestemd is over wat er niet gebeurt, dat het haar zeer moeilijk zal vallen voor deze begrooting te stemmen. Professor Barge hield zich voornamelijk op het terrein waar hij zelf werkt, dat van het hooget onderwijs. Hij wees er op, 'hoe bij ons het volgen van Hooger Onderwijs (college-gelden-regeling) kost baarder is dan bijkans overal elders en drong er op aan nu eindelijk te Leiden een lector in het Nota- riaatsrecht te benoemen. Spr. wijdde voorts de noo dige aandacht aan het teere vx'aagstuk van bijzon- dei'e leerstoelen, dat zijn c.h. mede-Leidenaar de Zwaan insgelijks behandelde. Daarbij sprak deze o.m. de vrees uit, dat we na een bijzonder hoog- leeraarschap in Vondel en nog wat, straks een nog meer bijzondex-e leerstoel in Bilderdijk en nog wat en vervolgens een allerbijzonderste leerstoel in v. Eeden en nog wat zullen krijgen. Zeer terecht acht te hij het, dat de Minister het oogenblik aangebro ken vindt om heel de figuur van de bijzondere leer stoelen grondig te gaan herzien. Maandag zullen we den bewindsman hooren. Ofschoon de Kamer als regel Maandaghoudster is, zal zij dit keer op dien dag wel bijeenkomen, ten einde de begrooting tijdig voor den fatalen datum van 1 Mei als wet vast gesteld te krijgen. E. v. R. UIT ZEE TERUGGEKEERD. De Amstelstroom IJM 91 die Vrijdag voor zijn eerste x-eis naar zee was vertrokken,' is teruggekeerd wegens machineschade en een defect aan de licht- leiding. SPECIALE AANBIEDING Custom-uitvoering, als nieuw met volle garantie Leidschevaart 10 Telef. 17187 en 20120 (Adv. Ingez. Med.) „Polyantha" opende heden haar deuren. Bloemententoonstelling van uniek karakter. De nationale vollegronds-bloemententoonstelling „Polyantha" 1940 te Schiedam, welke gedurende dezen zomer in het volkspark aldaar gehouden zal worden, is hedenmorgen officieel geopend door den commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Hol land, jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek. Het eerste hoofdterrein van de tentoonstellings ruimte heeft den vorm van een grooten driehoek, met hier en daar verspreide boomgroepen, dat aan de eene zijde begrensd wordt door een terras, waar aan gedurende dezen zomer rozen zullen bloeien, en aan de beide andere zijden door het geboomte van het volkspark. Het terrein omvat een aantal buiten-inzendingen van kweekers uit Boskoop, Aalsmeer, Oegstgeest, Oudenbosch, Dedemsvaart, enz. en van vei'scheidene dezer inzendingen bloeien reeds de eerste bloemen. Een ronde vijver ligt aan den voet van het terras en uit dezen vijver ont springt een kunstmatig beekje, dat evenwel in het geheel geen kunstmatig uiterlijk heeft en dit beekje voert naar een prachtige rotsgroep, waarin zich een waterval bevindt. Aan de andere zijde van het terrein liggen ver scheidene tuinen, vijf modeltuincn met ploeven van tuinarchitectuur, een kruidentuin, een z.g. puzzle- tuin en de kindertuin, waar zich een werkelijk sprookjesachtig en veelkleurig huisje bevindt, het „Kookhuisje" uit het sprookje van Hans en Grietje. In dezen hoek bevindt zich ook het gebouw van de populair wetenschappelijke afdeeling, waar een fraaie collectie is bijeengebracht door den planten- ziektenkundigen dienst, in samenwerking met het bloembollenlaboratorium te Lisse, betrekking heb bende op het leven der planten en bloemen, plan tenziekten, de bestrijding daax'van enz. Tusschen het eerste en tweede hoofdterrein ligt de gx-oote hal, waarin gedurende den zomer tien periodieke tentoonstellingen zullen worden ge houden en welke nu gevuld wordt door inzendingen van Boskoopsche kweekers. In een ex-ker van de hal bevindt zich de be kende plattegrond van Nedexdand, welke is ten toongesteld in het Nederlandsche paviljoen op de wereldtentoonstelling te New-York, verleden jaar. Het tweede hoofd tex-rein is nu geheel bezet met tulpen en narcissen, welke Voor het grootste ge deelte i'eeds in bloei staan, omdat ditterrein tus schen het geboomte zeer luw ligt. Hier bevinden zich voorts werken Van Rotterdamsche beeld houwers en straks komen er de zomei'bloemen en tenslotte de dahlia's. Ais vierde belangrijkste on derdeel van de „Polyantha" noemen wij tenslotte nog het „Boerendox-p" gelegen achter in het bosch, geheel omsloten door licht geboomte. Het bestaat uit een aantal boerenhuisjes rond een marktplein, waarbij zich z.g. lunchweide aansluit. Er is een taverne en een herberg, welke den origineelen naam „De Koe op Zolder" draagt en het geheel maakt een zeer schilderachtigen indruk. De „Polyantha" zal tot eind September geopend blijven. NED. BOND VAN ZWEM ONDERWIJZERS (ESSEN). Op het te Amsterdam gehouden congres van Zwemonderwijzers (essen) in Nederland is besloten tot de oprichting van een Bond voor Zwemonder- wijzex's(essen). Ter gelegenheid van deze oprichtingsvergade ring is duidelijk gebleken, dat er groote behoefte was aan meer onderling contact en dat men het ten zeerste op prijs zou stellen, dat ook de nog niet aangesloten collega's zich bij deze bond aan sloten. Er is n.l. besloten tot stichting van een bibliotheek en tot "uitgave van een periodiek. Het bestuur werd als volgt samengesteld: Theunis- sen, Amersfoortvoorzitter; G. v. d. Tweel, Utrecht, secretaris; Mulder, Utrecht, penningmeester; leden: mej. Klein, Utrecht; Jacobszoon, Amsterdam; Schoonhoven, Leeuwarden en G. Frost, Haarlem. Zwemondex-wijzers(essen), die nadex-e inlichtingen aangaande doel en streven van dezen bond wen schen, kunnen zich wenden tot den heer G. Frost, lepenstx-aat 13, Haarlem. door Paul Schott 12 Nog voor Apt kon antwoorden, kwamen de achtervolgden het straatje weer uit, en zij moes ten vlug voor een étalage gaan staan, om niet gezien te worden. Weer staken zij het pleintje over en liepen direct het andere straatje in Vicolo Santa Croce, las Lena, waar zij na eenig zoeken in het winkeltje van Annlbale Modena verdwenen. „Daar zullen wjj helaas straks ook binnen moe ten gaan", zei Apt, „hoe zullen wat dat aan leggen?" „We zullen ieder onzen eigen weg moeten gaan. Ui zal met mijnheer Modena gaan praten, en U zoudt het „mondaine danspaar" kunnen volgen, wat denkt U daarvan? Mij kent Zubiaurre!" Ditmaal moesten zij veel langer wachten. Na on geveer twintig minuten kwam de Spanjaard lachend naar buiten Lena pakte haar buurman opgewonden bjj den arm maakte nog een op merking naai- binnen en had toen reeds afscheid genomen, zoodat ze onmiddellijk een beslissing moesten nemen. Apt volgde Zubiaurre, die in de richting van het centrum der stad liep, Lena ging naar den heer Modena, terwijl men het meisje noodgedwongen aan haar lót over moest laten. Lena betrad het winkeltje met een xiitgewerkt veldtochtplan in haar hoofd, dat gewaagd moest worden. Zij had de twintig minuten die zij moest wachten niet ongebruikt laten voorbijgaan. In de halfdonkere, nauwe, naar katten en kaas ruikend ruimte, kwam haar een jongeman tegen met een rood, opgewonden gezicht. Lena vroeg hem direct op vertrouwelijken toon: „Was er niet zoojuist een „groot heer'' hier? Mijn verloofde? Ik heb hem hier uit het straatje zien komen. Heeft hij met U over de viool gesproken?" Volkomen overrompeld knikte de jongere chef van het Huis Modena. „Ja, die mijnheer was hier. Maar wij hebben de viool direct verder verkocht. Ik heb mijnheer ge zegd, dat wij de viool volkomen te goeder trouwe gekocht hebben". Lena ging iets achteruit om de vochtigheid te ontwijken: „Dat zal mijn verloofde me direct wel vertellen. De hoofdzaak is dat we uitgevonden hebben, aan wien de dief het instrument verkocht heeft. Na tuurlijk heeft U heelemaal geen schuld, Uw koo- per zal de viool nog wel in zijn bezit hebben. Wij koopen haar eenvoudig terug heeft IT mijn verloofde den naam genoemd?" „Ja, maar ik wil toch niets met de politie te maken hebben Myn vader is een uur geleden naar Piemont vertrokken het zou verschrikke lijk zyn, ais wy zijn nog nooit met de politie in... ik ben er zeker van dat Bozzi de viool direct terug zal geven wanneer hij hoort dat zij gesto len is". En terwijl hy met zijn belde handen in het roode haar woelde: „Had ik ooit kunnen vermoe den, dat die gemoedelijke dikke man een dief zou zyn!" Lena slikte een paar keer om zich niet te verraden: dus toch Gomez! En welke rol speelde Zubiaurx-e? Onbegrijpelijk! Jaagde lxy echter eigen wild? Of werkelijk alleen maar om de Florentijn- sche te imponeeren? „Een domkop!" Lena lachte den jongeman be minnelijk toe, zoodat hij tot achter zijn ooren kleurde. „Binnen twaalf uur zullen wy hem te pakken hebben. Heeft myn verloofde verteld, wie de dief is9" „Neen, daar hoeft mijnheer niets van gezegd". „Een vroegere knecht, van ons", lachte Lena. „Myn verloofde is de Hertog van Brabant". En nog voor de jongen van zyn sprakelooze verbazing was bekomen vroeg Leya: „En boe koj» ik naar Bozzi?" Daar is de hertog toch naar toe gegaan, nietwaar?" Modena verklaarde den weg, door xniddel van een schetsje dat hy op een oude tafel maakte. Toen vroeg hij nog of het mogelijk was om aan gifte te vermijden, maar Lena was reeds op straat en vond met behulp van het schetsje ta melijk vlug de winkel van den antiquiteitenhan delaar, waar de vertegenwoordiger van de „Vic toria" juist naar binnen wilde gaan, toen Lena hem riep. Hij fluisterde haar in het oor: „Ga zoo vlug mogelijk naar de fruitmarkt, daar is de Spanjaard heengegaan. Ik kom dan later wel in het Grand hotel". „Die Bozzi heeft de viool van een klein prutser- tje gekocht", zei Lena even vlug en zachtjes. Gomez heeft haar gestolen. Had Zufciaure de viool bij zich? Neen? Dan heeft Bozzi haar .waar schijnlijk niet meer. U moet er achter zien te ko men aan wien hy haar verkocht heeft". Met deze woorden was zij reeds verdwenen, den Spanjaard achterna. Apt betrad den winkel, waar hij niemand vond, maar uit de achterkamer hoorde hij twee woedende stemmen, die van een man, luid, ruw en opgewonden en de zachte ondex-worpen stem van een vrouw. „Wat heb je hem gezegd? Je hebt zoo maar toegegeven dat wij haar gekocht hebben? Oh Jy verschrikkelijke ezelin' Suffert! brulde de man. „Waarom? Waarom?" „Maar ik kon het toch niet ontkennen, toen hij het mij zonder omwegen„Natuurlijk' Ontkennen, wij weten nergens van, wy hebben geen enkel vermoeden! Het mankeert er nog maar aan, dat je hem verteld hebt, dat wy haar aan Cavalcanti verkocht hebben, porco di dio, die vrouw helpt mij het graf in!" „Maar ik steunde en jammerde de vrouw, „ik heb toch alleen maar gezegd, dat een onbe kende haar gekocht heeft, een volkomen onbeken de". De mannenstem tierde: „Dat lieg je! Je be driegt me! Salimbeni valt toch direct door den mandl Och, waarom was ik toch niet zelf in den winkel!" Pp dit oogenblik ecjieen Bozzi dsn kl$ot op te merken .stortte zich in den winkel en vroeg, terwijl hij met moeite zijn waardige houding te rugvond. waarmee hy Mijnheer van dienst kon zijn. „Ik wilde U vragen", zei Apt," of U misschien hy kuchte even, en vervolgde toen lachend: „ik wou een cadeautje voor een dame koopen, voor een jonge dame, een kleinigheid, wat kan men in zoo'n gevalik heb niet het minste verstand van zooicts." Tien minuten later verliet hij met een afschuwe lijke ouderwetsche ketting den winkel, Cavalcan ti dus wie was Cavalcanti? Zonder twijfel had de vrouw den Spanaard den naam verraden, dat had hij aan haar stem kunnen hooren. De Span- jaai'd wist dus waarschijnlijk ook reeds den laat- sten kooper. Abt schudde het ronde hoofd, wat een onzekerheid! Binnen zes uur was de viool half Ge nua rondgegaan. Eigenlijk niets dan een stuk hout, hout en kattendarmen belachelijke overdrijving! Toen inet een plotselinge gedachtensprong: „Zou Lena den violist lief hebben?" Een flink meisje, flink en vroolrjk. Paste eigenlijk heelemaal niet bij die muzikanten, handelaars in oude kunst en dergelyken. Cavalcanti hoe kon hy Hy trad een hem bekend café binnen en liet zich het tele foonboek brengen, waarin hij direct den naam van den grooten. kunsthandelaar vond. Daar stond het: Commendatore Achile Cavalcanti, consul-genex-aa' van Bulgarije. En weer schudde Apt het hoofd: een commendatore. een consul-generaal, hield zich be zig met het in- en verlcoopen van gestolen kost baarheden! Och, hoeveel eerlijker en vertrouwde) was dan het verzekeringsvak Met gefronst voor hoofd slenterde de jonge Zwitser naar het Grand Hotel terug, terwijl het door zijn gedachten spook te: en wie was Salimbeni? Salimbeni, die direc' door de mand viel? HOOFDSTUK VI. In een balconloge van de groote concertzaal, waarvan de laatste leege plaatsen na het tweede belletje bezet werden, zat op de eerste ry Zubiaurre en keek zeer nauwlettend naar iedere beweging van Faustina, die zoojuist met juffrouw Francis, slechts eenige meters van hem verwijderd, haar parketplaats had opgezocht en nu strak naar het podium staarde, waar de orkestleden him instru menten stemden. Op dezelfde rij aan den anderen kant zat de begeleidster van den violist met een jongen man, die in het programma bladerde. Tevergeefs trachtte de Spanjaard eenigen tijd de aandacht van de Florentijnsche te trekken en toen hem dit juist toen Grangg, onder aanzwellend applaus het podium betrad eindelyk gelukte, was haar glimlach van herkenning zoo zwaarmoe dig, zoo vluchtig en bijna afwijzend, dat Zubiaurre schrok. Wat was er gebeurd in die paar uren, dat hij haar niet gezien had? Reeds had de dirigent het teeken gegeven, reeds klonken de eerste volle toonen van de viool (waar zou Grangg haar geleend hebben?) door de zaaL De oom van Faustina was er niet, stelde Zubiaurre vast. Waarom zou hij goed gevonden hebben, dat zyn nichtje op den. dag van aankomst naar het concert ging. ZJubiaurre moest even lachen. Zijn gedachten zwierven voor een kort poosje weg, keerden dan weer terug. Wat speelde de man daar beneden? Zubiaurre keek in het progx-amma: Beethoven het klonk werkelijk buitengewoon mooi er was geen twyfel aan, zijn „concurrent" kon inderdaad vioolspelen! Opnieuw keerden de gedachten van den Spanjaard naar zyn plannen terug. Hij moest nog eenige dagen in Genua bly'ven om met de groote handelaars te spreken, wanneer er geen aangifte bij de politie gedaan werd, wat niet aan te nemen was: de man moest een vermo gen met de viool verdiend hebben, daar deed men niet zoo licht afstand van. Hy had geluk gehad, dat die dikke signorina Bozzi hem uit angst den naam genoemd had! Wie weet of haar echtgenoot zich zoo bang had laten maken Ja alles liep uit stekend. Nog voor haar vertrek moest hij een zeer ernstig gesprek met Faustina hebben, waarbij hij alle troeven ln het spel zou gooien Grangg? Be lachelijk! Öroomerig, verlegen! En den ouden heer zou hjj wel op den een of anderen manier gxen te üjtoSA ^(Werdt vervolgd)1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 16