EEN VIOOL EEN DEFILE VAN DE WEERMACHT. VERDWEEN.... De muziek passeert tijdens het défilé van de weermacht voor de Ridders der Militaire Willemsorde te den Haag Grondige inspectie van een mitrailleur aan boord van een der Britsche trawlers, die thans bijna allen tegen luchtaanvallen beveiligd zijn Activiteit van patrouilles aan het Westelijk front. Na een treffen tusschen vijandelijke afdeelingen aan het Wes telijk front doet de ambulance haar droeven arbeid Het Prinselijk Gezin met de prinsesjes maakte Dinsdagmiddag in een open hofauto een rijtoer door den Haag ter gelegenheid van den verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana. - Minzaam groet de Prinses de jubelende menigte Op de peristyle van den Stadsschouwburg te A'dam gaf het Waterlandsch Fanfarecorps Dinsdag een uitvoering ter gelegenheid van den verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana Waar eveneens voor 's lands veiligheid wordt gewaakt. De groote bedrijvigheid in het Britsche censuur-bureau, waar alle uitgaande post door een bekwame staf aan een zeer grondig en nauw gezet onderzoek wordt onderworpen Een gedeelte van de Nederlandsche Weermacht defileerde Dinsdag op de van Alkemadelaan te den Haag voor de Ridders der Militaire Willemsorde. Een der afdeelingen trekt voorbij Lente op de Kagerplassen. De ranke zeilbooten geven weer cachet aan de watersport, die haar enthousiaste beoefenaars heeft Het tweede regiment Huzaren Motorrijder viert zijn tweeden verjaardag. Het .muziekcorps per motor' in W -formatie ter eere van den feestdag, .ergens in Nederland" door Paul Schott 15 De Markies maakte een trotsch gebaar, alsof hg zeggen wilde, ziet U wel, ik behoef maar te bel len en er komt al hulp! Toen stond hg op, werd nog langer en smaller, dan hij achter het bureau leek en legde de beambten het geval uit. „Voor morgen vroeg, moet het heele schip nauwkeurig onderzocht worden. Een volmacht daarvoor zal ik U direct geven." „Na iederen zin", fluisterde Lena Apt in het oor, „gebruikt hij zichzelf als uitroepteeken. „Allo hutten de kwartieren van de man schappen. Neem twintig menschen mee, Vanetta! Morgen vroeg, tegeljjk met het verschijnen van de kranten moeten alle antiquiteitenhandelaars en andere schai'relaars ondervraagd worden!" Dan tot Grangg: „Wilt U een beloomng uitloven, Maestro? Wfl zgn bereid ook iets bij te dragen het is een eerezaak voor Italië!" „Hoeveel dacht U?" vroeg Grangg zenuwachtig. „Twintigduizend lire? Wij doen er dan tiendui zend by." Grangg knikte. De markies wendde zich tot Lena: ..Hoe zag de man eruit, die U bedwelmd heeft? Het is toch wonderlijk, dat U mets van hem gezien heeft!" Hg maakte een boosaardige grimas en woelde als een razende met alle tien vingers door zijn baardje. Lena lachte: „Ah, U houdt mij voor de dievegge! Ik heb dc viool verstopt, verkoop haar naar Amerika, aan Hearst of Morgan, verpakt en aan gegeven als baby!" De mai-kies staarde haar aan. Zooiets had hij nog nooit gehoord. Maar de over moedige blauwe oogen lachten hem nog steeds te gemoet en de lachende stem ging verder: „Gelooft U misschien ook, dat het mjjn been en teenen waren die het patrijspoortje van mijn heer Grangg binnenkwamen misschien alleen maar uit romantiek, om in een echte detective roman mee te spelen?" Eindelijk scheen de markies den humor van Lena's woorden te begrijpen en hij lachte voor de eerste maal! „Signorina ik heb U geen oogenblik verdacht! Maar U was toch de laatste, nietwaar, diemen moet als detective aan alle mogelijkheden denken." „Ik heb overmorgen een concert in Milaan", be gon Grangg, die tijdens dit alles meermalen ner veus met de handen door het haar had gestrekeen. „Gelukkig Milaan", onderbrak de markies hem. „Ik vertrek dus. Maar mijn pianiste en mynheer Apt blyven een paar dagen hier dat hebben wfl zoo afgesproken.. Als u dus nog iets wilt weten, of eenig resultaat heeft bereikt, verzoek ik U bericht te willen zen den naar het Grand Hotel." Grangg maakte aan stalten om te vertrekken, evenals de andere twee. De markies wilde hen terughouden: „Dadelijk kunt U twee van onze nieuwste poli tieauto's naar de haven zien vertrekken, zoodra ik toestemming van het Nederlandsche gezantschap heb gekregen. Wilt TJ niet zoo lang wachten, Maestro?" vroeg Fillipepi nog, maar de violist zeide, dat hg moe was en naar huis wilde gaan. Met een nieuwen woordenstroom liet de markies de beambten dus vertrekken, en met trippelende pasjes, die zijn lengte nog beter deden uitkomen, begeleidde hy zijn bezoekers tot op den gang, waar hij hen aan een van de agenten overgaf, die de woordenrijke opdracht kreeg, hen uit te laten. „Ik geloof niet. dat die knaap er veel van te recht zal brengen" zei Lena nadenkend. „Ik ben big dat we buiten zgn. Ik dacht niet dat ik me een oogenblik langer goed kon houden, toen U hem zoo zonder eenig respect toesprak," antwoordde Apt. „In mijn heele leven heb ik nog nooit zoo'n amusant persoontje leeren kennen als U, juffrouw Plischmuth. Is U wel ooit ernstig?" „Nooit", schudde Lena met een treurig gezicht en blikte even verscholen naar den violist, die ech ter afwezig naar het asfalt staarde. „Nietwaar mijnheer? De reden is, dat ik een verterende en onbeantwoorde liefde voor mijnheer Grangg heb opgevat, begrijpt U?" Grangg en Apt keken haar beide aan. Haar toon was zoo oprecht, dat het moeilyk was om aan een grapje te gelooven. Grangg zweeg en scheen weer tot zijn gedachten terug te keeren, terwijl de verzekeringsman zacht jes zeide: „Ik weet niet, of U dat als scherts of ernst bedoelt?" Daarbij keek hy haar recht in de oogen. „Ik ook niet. Zij lachte alweer en knikte hem vriendelijk toe. „U is even geheimzinnig als de Egyptische sphinx", zei hg. Zg lachte. HOOFDSTUK VIL Grangg ontwaakte uit een zeer prettigen droom. Hij had geen tijd om over den inhoud ervan na te denken, daar een piccolo van het hotel hem een briefje binnenbracht. Hij had denzelfden jongen gisteravond, na het concert, opdracht gegeven, juffrouw Lorenzetti eenige regels te overhandigen, waarin hij haar vroeg, of het haar mogelijk was, hem voor haar vertrek nog eenmaal te ontmoe ten, al was het dan ook maar voor een paar mi nuten. En nu bracht de page hem dan een briefje, dat hem, vreerad genoeg door de Engelsche dame was gegeven. De violist las de weinige regels ln het regelmatige krachtige handschrift, blijkbaar met groote haast met potlood geschreven: „Ik kan U niet meer zien, nooit meer! Wy vertrekken niet om elf uur, zooals wy van plan waren, maar om half tien. Direct toen mijn oom het bericht van den diefstal in de krant las, zei hij, dat hij geen seconde rust meer had als hij niet bij zyn verzameling was. En het Is beter zoo. Ik heb het U gezegd het heeft geen zin. Waarschijnlijk zal ik trouwen. Ik moet. Addio! Addio!" En heel klein, onder aan den rand van het papier in het Duitsch: „Lebe wohl, lieber Mensch!" Grangg liep de gang op en riep den jongen terug: „Senti, wie heeft je dat voor me gegeven?" Plotseling was alle moeheid bij hem verdwenen. Zijn gedrukte stemming was voorbij. „Lebe wohl. lieber Mensch", zei hij zachtjes voor zich heen en lachte, zoodat hij het antwoord van den jongen eerst niet verstond, Wat viool! Wat bestaan! Wat beroemdheid! Hier ging het om iets heel anders. Er waren meer Stradivari op de wereld. Men kon ze koopen evenals piano's of kaas. Roem? Hij was jong en kon wachten. Maar dit hier, dat kwam toch slechts eenmaal.. Zoo'n meiske, even mooi van lichaam als van geest! Faustina! Eindelijk, nadat de jongen het eenige malen herhaald had, drong zijn antwoord tot hem door: „Die Engelsche die dame met die uitgezakte wangen, de Ing- lesa!" Grangg lachte nog steeds. „Juffrouw Francis? Werkelijk? Deze brief?" Hy keek den jongen aan, drukte hem een paar Lire in de hand, en belde via de huistelefoon den portier op." Welke kamer heeft Juffrouw Francis, de ge zelschapsdame van juffrouw Lorenzetti?" Nauw- lyks had de man het nummer, zeven-en-dertig ge noemd, of de violist, het horloge in de hand, sloeg een sjaal om, schoot een jas aan en rende de trap af. Het was nu kwart over negen. Om half tien zou Faustina met de wagen vertrekken. De En gelsche had voor den brief gezorgd? Grangg klop te.. „Binnen!" zei een krakende stem en Grangg ging de kamer in. Juffrouw Francis was juist bezig met het sluiten van een ouderwetsche, maar degelijke bagagerol, waartegen zij haar knie gezet had, terwijl zij met alle macht de riemen aantrok... „U vertrekt binnen eenige minuten ik kan Faustina niet meer zien. Juffrouw Francis, waar om heeft U dien brief laten bezorgen?" Het was grappig het donkere gezicht van de Engelsche nog rooder te zien worden, hoewel men dat nauwlyks voor mogelijk zou hebben gehouden. De zin ,met bloed overgoten' schoot Grangg te binnen. Zg knipperde eenige malen met de oogen en raffelde toen zeer vlug: „Het zou niet fair zijn als U mij zoudt verraden, mijnheer Grangg. Maar ik heb ook een beetje Schotsch bloed, weet U? En wij Schotten zijn niet alleen spaarzaam, maar ook een beetje muzikaal. Ik houd heel veel van Faustina. Zij heeft er mg dringend om gesmeekt en ik kan haar in zulke be langrijke dingen niets weigeren". Grangg knikte: deze vriendelijke vrouw zou zeker spreken, wan neer zij iets wist. Ademloos besloot zg: „Overigens weet ik niet, wat er in dien brief staat". „Ik zal even eerlijk zgn als U, juffrouw Fran cis", zei Grangg en wenschte zichzelf geluk dat hij, gedurende zijn tournee door Amerika zoo goed Engelsch had leeren spreken. „Juffrouw Faustina schrijft mij, dat zij mij nooit meer kan terugzien." „Oh", was alles wat de Engelsche met gespitsts lippen zei. Anders niets. „Maar ik weet, dat zij anders voelt." „Oh, denkt U?" meende juffrouw Francis en keek een anderen kant op. „Ik begryp het niet. Er moet iets zijn, dat haar verdriet bezorgt. Weet U wat het is? Ik wilde zoo graag dat het mg duidelijk werd." Juffrouw Fran cis snoof eenige malen, doch bracht overigens geen geluid voort. „Juffrouw Francis, U houdt van Faustina, luistert U naar hetgeen ik nu zeg: Ik laat mijn Stradivarius en daarmee het middel voor mijn jacht naar roem in den steek en zal Faustina volgen. Ik ben van meening, dat mijn geliefde viool een speelgoedding is, vergeleken bij hetgeen mij hier ontstolen kan worden." Vervolgens, na een pauze, waarin hg adem haalde en een paar maal met zijn handen door het haar haalde: „Men kan mg alleen iets ontstelen, als ik er niets van af weet, maar niet voor mgn oogeniets van mij afnemen." En veel ver- vertrouwelijker, terwijl hg even de hand op de dikke arm van juffrouw Francis legde: „Juffrouw Francis, waarom is Faustina zoo bedroefd? Waar om moet ze trouwen? Waarom?" iWordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 14