BRIEVENBUS V R TT D A G 3 MET 1940 HAARLEM'S DA GEL AD ZUSJE GAAT SLAPEN door W. B. Z. Moeder rijdt de wagen Nu wel alle dagen Buitenlucht doet zusje goed Buiten is ze altijd zoet Gaat ons zusje gapen, Dan zal ze gauw slapen. Moeder zet de wagen neer, 't Is zulk heerlijk lenteweer. 't Duurt maar een klein poosje, Dan ontwaakt zus Toosje Moeder rijdt haar dan naar huis En dan kom ik ook. gauw thuis. JOECHHEISA, JOECHHEl door W. B.—Z. Joechheisa, joechhei. Nu is 't heus Mei De kinderen zingen 'k Zie broertjes, die springen Zo maar in de wei Joechheisa, joechhei. Joechheisa, joechhei. Ze zijn ook zo blij De vogeltjes fluiten 't Is heerlijk nu buiten, 't Is mooi in de wei Joechheisa, joechhei, Joechheisa, joechhei. Wie is nu niet blij? De koetjes, die loeien De lammetjes .stoeien Joechheisa, joechhei. Wie is nu niet blij? Deze raadsels zijn ingezonden door Jongens en Meisjes die Onze Jeugd lezen. Iedere maand worden onder de beste oplossers vier boeken verloot. AFDELING I. (Leeftijd 10 jaar en ouder.) 1. (Ingez. door den kleinen Chauffeur.) Mijn geheel is een Rubriekertjesnaam, die uit 16 letters bestaat. 1 2 3 is een metaal. 6 8 4 is een knaagdier. 10 5 11 13 is een deel van de voet. 12 7 is een lengtemaat. 14 8 8 7 is een schoolvak. 7 11 10 16 is een meisjesnaam. 15 8 9 is een jongensnaam. 2. (Ingez. door Lentefee.) Kamraadsel. 12 3 4 5 1 is een boom 2 is een soort hert 3 is een telwoord. 4 is een soort kom 5 is een ander woord voor iedereen. Langs de rug van de kam lees je de naam van een Griekse godin, die vrede betekent. 3. (Ingez. door Kindermeisje.) Verborgen Neder landse plaatsen. Waar wonen? LENA EURWDER KA MARAL NOOR DREM HEIN LARNG 4. (Ingez. door den kleinen Rekenbaas) In dit bassin zwemmen 7 vissen. Welke? K S a P r 1 i b t a n n g e O w a r b O e t P u b t O e s k a r 1 O h c 1 i k a 5. (Ingez. door Okkie.) Verborgen plaatsen in Ne derland. a. Heeft u soms oesters gegeten? b. De repetitie viel niet mee. c. Mies, luister je wel? d. Wat had Koen met 't vinden van de schat te maken? 6. (Ingez. door den kleinen Bootsman.) Strikvra gen. a. Welke boog wordt dagelijks gebruikt? b. Welke gaten staan niet slordig? c. Wat is de overeenkomst tussen de letter a en 12 uur 's middags? AFDELING II (Leeftijd 9 jaar en jonger.) 1. (Ingez. door Kraaloogje.) Neem uit iedere zin één woord, dan krijg je een spreuk die op ons pijpenrekje staat. Het huis is afgebrand. Er is nu een lege plek Geen stukje meubel is meer over. Een man staat er bij. Die man houdt de wacht. Je mag er niet spelen. Hij staat te roken.- Dat kan je wel zien. 2. (Ingez. door Tamboer.) Verborgen Rubrieker- tjesnamen. Wie zijn? KOR ZWAPT BAS KWAURL JET MOMAR AGAAT GRAPR 3. (Ingez. door Blauwoogje.) Mijn geheel is een schuilnaam van 10 letters. 2 6 7 1 komt uit de schoorsteen 3 4 1 vaart op den Rijn. 10 5 is een maat 9 6 is een' jongens- of meisjesnaam. 6 7 8 is een lichaamsdeel. 4. (Ingez. door den kleinen Rekenbaas.) Strik vragen. a. Welke slag horen wij altijd van boven komen? b. Welke steden bezocht men. vroeger 't meest? c. Op welke tocht gaat men niet voorwaarts? d. Welke hond loopt nooit? 5. (Ingez. door den kleinen Fransman.) Verborgen' bomen. Is de trommel in de kast? De nachten zijn nog koud. Plons! pardoes tuimelt hij in 't water. 6. (Ingez. door Lelietje van dalen.) Vul de puntjes in met klinkers, zodat er een be kend spreekwoord ontstaat. H.t .s n..t 1. g..d w.t .r blnkt. RAADSELOPLOSSINGEN De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDELING I. I. Buenos Aires, Haiderabad, Amsterdam, Alice Springs en Kimberley. 2. Bolke de Beer. 3. Roosje, Mimosa, Joice. 4. Matroos, Koevoet Oogappel. 5. Iepenburg, Waalhaven, Schiphol. 6. Blaffende honden bijten niet. AFDELING II 1. Generaal Snijders. 2. Kraaloogje. 3. Schaap, paard, koe, varken. 4. Aan de vruchten kent men de boom. 5. Egmond. 6. a. Ons woord. b. Vuurwerk, c. In Februari. Goede raadseloplossingen ontvangen van: De kleine Spitter 5 Zonnestraaltje 6 Mimosa 5 Praatgraag 5 Gijsje Goochem 6 Beertje 6 Bolke de Beer 5 Willy Weetal 6 Prinses Engelientje 6 Made liefje 6 Moeders Huisknechtje 6 De kleine Reken baas 6 Machtenld 6 Sneeuwkoninginnetje 5 Strijk- stertje 5 Mosplantje 6 Mimosa 6 De kleine Spitter 5 Marmotje 5 De kleine Chauffeur 6 Lelietje van dalen 5 Goudhaar tje 5 Blauwkras 6 Prins Arn 6 Marjolijntje 6 Gym nast 6 Boerinnetje 4 De kleine Kapster 5 De kleine Timmerman 6 Piet Krent 6 Pinkellichtje 6 Jan Olie bol 6 Goudprinsesje 6 KETTINGWOORDEN-WEDSTRIJD Inzendingen ontvangen van: De kleine Rekenbaas oud 8 jaar, Kerkje oud 9 jaar, Strijkstertje oud 12 jaar, De kleine Spitter oud 12 jaar, Mimosa oud 9 jaar, Joice oud 11 jaar, De kleine Chauffeur oud 8 jaar, Blauwkras oud 9 jaar Prins Arn oud 9 jaar, Annie Zwiers oud 14 jaar, Anjertje oud 11 jaar, Croceledocus .oud 11 jaar; Gym nast oud 15 jaar, Roosje oud 14 jam-, CóridÜcteurtje, oud 12 jaar, Theeroosje oud 14 jaar, Iwan oud 16 jaar, Piet Krent oud? WAARSCHUWING De bekende schrijver Mark Twain je kent hem natuurlijk wel door zijn jongensboeken Tom Sawyer en Huckleberry Finn! was een gees tig man. Hij kwam eens bp zijn reizen in een klein hotel in West-Amerika aan en vond in zijn kamer een bordje met de woorden: „Voorzichtig! Niet roken! Denk aan de brand van het Astoria-hotel in New-York!" Direct trok Mark Twain zijn potlood en schreef eronder: „Voorzichtig! Niet spuwen! Denk aan de overstroming van de Missisippi!" HIJ WIST HET! Tante: „Waar zit je hartje, Frits?" Fritsje: „Weet ik niet, Tante". Tante (op zijn hart wijzend): „Als ik daar in prik waar kom ik dan?" Fritsje: „In de gevangenis, Tante." VANG DE BAL door W. B. Z. Vang de bal, Jan heeft hem al. Nu volgt Christientje En dan Engelientje Kom Woutertje nu niet getreurd, Jij krijgt natuurlijk ook je beurt Omdat die Anton zich nooit haast, Is hij met ballen steeds er naast. Wat gaat die bal toch reuze-hoog! Net of hij naar de wolken vloog. Vang gauw de bal, Stien heeft hem al. Wie of hem daarna vangen zal. O, Anton roept: „Ik heb hem al." AANSTAANDE Maandag 6 Mei is het 100 jaar geleden dat de eerste postzegel, zoals wij die kennen zijn intrede in de wereld deed. De postzegel viert dus zijn 100-jarig jubileum. Vóór die tijd schreef men- natuurlijk ook wel brieven, al was het dan niet zo vaak en zo veel als tegenwoordig. Het brieven schrijven of liever het brieven ontvangen was vaak een kostbare geschie denis, want de ontvanger van de brief, de geadres seerde, moest de vracht, de port, betalen. Geen won der dan ook, dat het in 't begin der vorige eeuw tot de grote bijzonderheden behoorde als iemand meer dan 6 a 7 brieven per jaar ontving. Ook gebeurde het vaak, dat iemand een brief, die voor hem be stemd was, niet kon of wilde optvangen omdat de vracht, de port, zeggen we tegenwoordig, te hoog was. Het verzenden van brievenwas toen geen staatszaak, ?oals tegenwoordig, maar het recht om brieven te vervoeren werd verpacht. We weten uit de dagen van Stadhouder Willem IV, dat de op brengst van deze verpachting alleen te Amsterdam f 200.000 opbracht. De pachters van de posteryen moesten dus heel wat port binnen krijgen, voor ze konden zeggen, dat ze wat verdienden. Een brief van Amsterdam naar Groningen kostte aan port toen dan ook niet zoals nu 5 cent, maar meer dan een gulden. Zo was het niet alleen in ons land, maar in ieder land van Europa. In Engeland b.v. werd de port be rekend naar het aantal velletjes papier men ge bruikte hiervoor een z.g. doorlichtlamp en naar de afstand die de brief moest vervoerd worden. Een half velletje kostte per 100 km. 30 cent. Zat er een heel velletje in de brief, dan werd de port verdub beld. Zo kon het gebeuren dat voor het verzenden van een zware brief van ongeveer 1 kilo van Ply mouth naar Londen ongeveer f 72 moest betaald worden. Van een Schot, die door Schotland reisde, wordt verteld, dat hij van elke plaats, waar hij ver toefde, zijn familie een brief stuurde, die echter steeds geweigerd werd. De familie zag aan 't stem pel, waar de reiziger vertoefde en dit te weten was hun genoeg. Iets dergelijks wordt verteld van een meisje, dat in een dorpscafé bediende en wier ver loofde in Londen woonde. Deze stuurde op geregelde tijden 'n brief met enkele krabbels op de enveloppé." Als 't meisje de krabbelsontcijferd had, dat was blijkbaar in een ommezien gedaan, weigerde ze de brief met de mededeeling dat haar de vracht te duur was. Dit bracht de Engelsman Rowland Hill, een wiskundeleraar, die getuige was van de weigering van bovengenoemd meisje, op de gedachte te gaan ijveren voor portverlaging, vooral in 't binnenlands verkeer en voor de betaling van de port door de afzender. Hij stelde voor enveloppen beschikbaar te stellen voor één penny (5 cent) voor binnenlands verkeer. Het bestuur der posterijen ging op zijn voorstel in, maar 't publiek wilde er aanvankelijk niet van weten. Toen kwam een drukker uit Dundee een zekere James Chalmer met het voorstel een klein stukje papier, juist groot genoeg om er een stempel op te drukken en dat aan de achterzijde van een kleefstof moest voorzien zijn. als vergoeding voor de portkosten te verkopen. Het bestuur der poste rijen ging ook hierop in en 17 Augustus 1839 werd dit in een postwet vastgelegd en in 't Engelse Lager huis aangenomen, en hiermede was de postzegel ge boren, die 6 Mei 1840 voor 't eerst aan de Engelse postkantóren verkrijgbaar was en wel in 2 prijzen van 1 en 2 penny (5 en 10 cent). Het brievenvervoer nam tengevolge van deze portverlaging verbazend toe en in andere landen volgde men weldra het En gelse voorbeeld. In ons land werd de postzegel inge voerd bij de postwet van 1850 en in 1852 werden de eerste portzegels uitgegeven en wel van 5, 10 en 15 cent. 3 prijzen omdat men 3 postkringen onder scheidde, die in 1855 werden teruggebracht tot 2. De verzending van een brief tot 30 km. kostte toen 5 cent, voor grotere afstand 10 cent. Ook dit. verschil is later vervallen en thans brengt de post voor 5 cent een brief van 't ene uiterste van ons land naar 't andere. W. B.—Z. EVENTJES GEDULD Daar de kopij vroeger naar de drukkerij moest van wege de Hemelvaartsdag, kunnen niet alle raadsel oplossingen vermeld worden en zullen alle briefjes niet beantwoord kunnen worden. Allen krijgen'een beurt, maar eventjes geduld. W. B.—Z. WAT ZOU DAT ZIJN? door W. B. Z. Hé, wat ligt daar tussen 't riet? Pierewiet, 'Pierewiet. Zou 't zijn die valse kat? Die wel vogeltjes opat? Pierewiet, Pierewiet. Hoe of toch dat beest wel hiet? Pierewiet, Pierewiet. Zou 't hondje Fik soms zijn? Hè zijn tanden doen ook pijn. Pierewiet, Pierewiet. Musje, als jij heel goed ziet, Pierewiet, Pierewiet. Is 't geen kat en is 't geen hond, Is 't een hoedje hoog en rond. Pierewiet, Pierewiet. Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afde- ling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOM BERG—ZEEMAN. Delftlaan 75. BOLKE DE BEER. Welke film heb je Dinsdag gezien? Was het 's middags gezellig op de kermis"" Dat is een kort schnolweekje geweest hè? DE KLEINE SPITTER. Antwoord krijg je altijd of je briefje vroeg of jaat komt. Hoe is de propagan- da-avond geweest? Jullie mogen wel beiden je naam onder het werk zetten, maar komt 't in aanmerking voor een prijs, dan geldt het natuurlijk voor één in zending. Als ieder voor zich instuurt^ geldt 't voor twee. GIJSJE GOOCHEM. Vader mag je altijd hel pen met de raadsels. Wat ben je nu gauw jarig. Leuk, dat het op Zaterdag valt. WILLY WEETAL. Je hebt gelijk, dat je pop nu geen dasje meer omdoet. Laat haar halsje nu maar bruin worden. Worden de armen weer ge maakt? Wat scheelt een van de tweelingen? Ik dacht, dat Willy Weetal alles wist. BEERTJE. Hoeveel konijntjes hebben jullie nu? Reusachtig, dat jij op school commandant van luchtbescherming bent,-Waar'braght je die 4 kin deren-naai" .toé? BLAUWOOGJE. Je raadsels zijn goed. Wat prettig voor je, dat je een prijsje kreeg op de Drie hoek-avond. Wie kreeg toen Roodkapje? Is 't toneel stukje goed van stapel gelopen? Leuk, dat je Loes heette. Wat hebben jullie in Vogelenzang gedaan? Hoe gaat het nu met de pijnlijke nek. Zoek de zonzij maar op. GENERAAL SNIJDERS. Hartelijk dank voor die prachtige blonde duinen, 'k Vond het gezellig, dat jij Donderdagmiddag ook aanwezig was. Prettig, dat je 'l goed kon verstaan. Weet je al, of je zwemmen mag in de Delft? SJOELSTERTJE. Ja, dat is snoezig postpapier. Wie heeft Aslaks Marga geschreven? 't Vervolg van Langs een Omweg heet 't Gelukskind. Heb je zelf ook mooie boeken? DE KLEINE REKENBAAS, Je raadsels zijn goed. Ben je op de kermis geweest op Juliana-dag? MACHTELD. Selma Lagerlöf is zeer zeker een grote vrow geweest. Ik denk, dat je Nils Holgerda best begrijpen kunt. Dat boek werd door de Zweedse kinderen als Aardrijkskunde-boek gebruikt. Dat was en is misschien ook nog een heel plezierig leer boek. GYMNAST en BOERINNETJE. Ik bedank Boerinnetje nog heel hartelijk voor die prachtige tul pen. Ze zijn nog zo fris, maar ik zorg er ook goed voor. Hebben jullie een gezellige dag gehad op de verjaardag van prinses Juliana? MARJOLIJNTJE. Voor wie wordt dat blauwe schortje? Heb jij ook prettig kermis gevierd? Heb je ook in een draaimolen gezeten? Wat waren er veel. PRINS ARN. Jij zult zeker van 't jaar je zwem diploma nog halen. Hoe lang leer je het nu? Wat spijt het me, dat je de kettingwedstrijd niet hebt be grepen. De keting bestond juist hierin, dat de laatste letter van een woord de beginletter van een volgend woord was. Toen je albatros zette, moest daar b.v. sering opvolgen toen weer geit, thee, egel, linde enz. Snap je 't nu? BLAUWKRAS. Dat is een kort schoolweekje, hè. Leer die twee provincies nu maar extra góed. Op welk veld ballen jullie? Wat is vader nu gauw jarig. Dat wordt nog een extra feestdag bij de Pink sterdagen. GOUDHAARTJE Te jong is een kwaal, die alle dagen betert. Is 't niet zo? .-Heb je met Marmotje kermis gehoudén? Ik dacht, dat er geen marmotjes vertoond mochten worden. LELIETJE VAN DALEN. Is moeder al op orde? Prettig, dat het huis zo licht is. Nu lijkt alles zeker veel vrolijker. Hoe was 't feest in de concertzaal? MARMOTJE. Mooi waren de velden, hè. Mis schien zijn ze Zondag nog mooier, vooral als de zon eens extra schijnen wil. Wat gezellig, dat je er nog al eens met Lelietje van dalen op uitgaat. MEVR. S. Zoals U zult bemerken, heb ik de klip omzeild. Uw postzegel blijft dus ongebruikt.. Ja. kleine potjes hebben grote oren. Dat is dikwijls las tig. Gelukkig kon de fout hersteld worden. GOUDPRINSESJE. Wat zal *t nu lekker ruiken bij jullie in 't dorp. Heb je in je tuintje ook veel bloemen? Vader is maar goed op je, dat je nieuw postpapier krijgt, als dit op is. Dat varkentje met die pet op was weer geestig. PIET KREÏT. Al heb je maar één raadsel stuur het toclr maar in: alle beetjes helpen. Ben jij niet naar de film geweest? Maar dan heb je het ze ker nog te goed. JAN OLIEBOL. Waren er meer oliebollen op de kermis? Je hebt natuurlijk ook in de draaimolen gezeten. Kom je nog wel eens in Zwanenburg? Daar is het zomers toch nog mooier dan in de stad. PINKELLICHTJE. 't Was maar goed, dat zusje eerst een slaapje deed voor ze met jullie uitging En is ze toen mee geweest naar de kermis? Jammer voor je, dat je vriendin zo ver uit je buurt gaat wonen. W. BLOMBERG-ZEEMAN, Delftlaan 75. Haarlem, 3 Mei 1940. 17 HEMELVA ARTSDA G Als jullie dit lezen, is het pas Hemelvaartsdag ge weest. Misschien zijn jullie die dag 's morgens vroeg opgestaan om een prachtige morgenwandeling te doen. 't Kan ook zijn dat je deze dag hebt doorge bracht als een gewone Zondag. Hoe heel anders de den dat onze of liever jullie grootouders.In mijn jeugd haastte zich ieder om op dezen dag naar buiten te gaan. Dauwtrappcn of dauwtreden noemde men dat. Ook onze heidense voorouders gingen reeds in de vroege morgenstond naar hun heilige wouden of bronnen om daar te gaan liggen in het bedauwde gras om een dauwbad te nemen want de dauw nam ook al in die lang vervlogen dagen een grote plaats in in het volksgeloof. Dit zal vooral zijn oorzaak ge vonden hebben in het feit, dat de dauw voor hen een onverklaarbaar verschijnsel was, dat het iets geheimzinnigs was. Men beschouwde de dauw als een goede gave van de hemel. Vooral in het verre Oosten was de dauw van grote betekenis; geen won der, want in de zomertijd, waarin weinig of geen regen viel, verving ze immers de regen. Men schreef aan de dauw genezende kracht toe; vooral heette het een uitstekend middel voor allerlei oogkwaaltjes te zijn. Men ving dan ook vaak de dauw in doeken op en bewaarde het uitgewrongen water in flessen. Men gebruikte dit water ook tegen huiduitslag. Bij de Engelse meisjes van het platteland' bestaat nog het geloof, dat er geen beter schoonheidsmiddel is, aan de dauw van de eerste Meimorgen. Vroeger heette het zelfs dat de dauwdruppels van dezê eerste Mei- morgen op de takken van de Meidoorn als tover middel konden gebruikt worden. Vee, dat in de dauw gelopen had, gaf meer melk dan anders het geval was. Nu wc dit allemaal weten is het geen wonder dat men in vroeger dagen zich 's morgens vroeg opmaakte om van de dauw te kunnen profi leren. Met het verdwijnen van dit bijgeloof is ook de gewoonte van dauwtrappen verdwenen. Niet alle oude gebruiken, die aan de Hemelvaartsdag gebon den zijn, zijn echter verdwenen. Zo houdt men in het Gelderse dorp Zelhem de brooduitdeling nog al- lijd in ere. In verschillende Engelse dorpjes houdt men zo de versiering der bronnen in ere. Vooral in 't dorpje Tissington wordt aan het versieren van die bronnen grote waarde gehecht. Het is een soort uiting van dankbaarheid. Je moet n.l. weten dat in de jaren 1348 en 49 alle dorpen daar in de buurt ge teisterd werden door de pest. Alleen het dorpje Tis sington bleef gespaard. Men schreef dit toe aan de zuiverheid van 't water uit de plaatselijke bronnen. Ook bij een andere belegenheid maakten de bronnen van Tissington een uitzondering op de regel. In de lc helft der 17e eeuw heerste er overal in Engeland grote droogte, vooral in de streek waarin het dorp Tissington ligt. 't Vee kwam hier cn daar van dorst om, de oogst verschroeide op het land. Overal had men gebrek aan water, alleen in het dorpje Tissing ton niet. Hier gaven de bronnen overvloedig water. Men had niet alleen genoeg voor eigen gebruik, maar kon ook aan de omgeving voldoende afstaan. Van alle kanten uit de omgeving dreef men het vee naar Tissington. Het eigenaardige was, dat hoeveel water men ook aan de bronnen onttrok, steeds had men volop water. Het scheen wel dat hoe groter de mensenstroom was, die water kwam halen, hoe voller de bron werd. Het water bleef in onvermin derde kracht toestromen. In September begon het te regenen en herleefde de hele omgeving. Geen wonder, dat men sinds dat'jaar elke Hemelvaartsdag zich beijvert om de bronnen te versieren. Na de kerkdienst gaan de kerkgangers een tocht maken naar de verschillende bronnen, waar gebeden en gezongen wordt en tenslotte oen zegen over de bron uitgesproken. W. B.Z. 32714 WOORDEN OP EEN BRIEFKAART Een jonge Oostenrijksche boer, Franz Wielach genaamd, heeft een wonderwerk in miniatuurschrift volbracht. Hij heeft n.l. in zijn vrije winteravonden het heelc Oude Testatment welgeteld 32714 woor den, op-een gewone briefkaart geschreven. Als men deze kaart oppervlakkig bekijkt, lijkt het geschre vene één. grijze massa. Kijkt men echter beter of neemt men er een vergrootglas bij, dan blijkt dit grijs te bestaan uit een oneindig aantal fijne lijntjes. Met een nog sterkere loupe gaat men dan de woor den onderscheiden. Franz Wielach heeft dit reuzenwerk dat overi gens meer dwaas dan nuttig is! uit eerzucht vol bracht. Hij had eens gelezen, dat een Spanjaard 4760 woorden op 'n briefkaart schreef en een Duitscher het zelfs tot 5413 had gebracht. Toen hij nu ook nog las, dat een Belg dit aantal nog vergroot had tot 17000, was zijn besluit genomen. I-Iij deed er bijna een heelen winter over, maar eindelijk was de „mi niatuurbijbel" klaar! POSTZEGELRUBRIEK 1936 Vliegpost 10 20 3 b. b. L. Aanvulling DL Vliegzegels verschenen in 1936 in het type van de aviateurszegels van 1932 met onderschrift Fundal Aviaticul. Dc waarden zijn 10 b. (bruinolijf) 20 b. (violet) 3 L. (groen). Grootte 24 x 28 mm. Met den kop van een aviateur naar links kijkend en een gestyleerde vleugel van een vliegtuig naast hem, verschenen 50 b. (blauwgroen) 1 L. (bruin- lila) 2 L. (ultram.) Grootte 28 x 24 mm. i Ter gelegenheid van de 16e verjaardag van d Petite Entente (Kleine Entente) verschenen twee zegels met opdruk „Cehoslovacia-Yugoslavia 1920- 1930" op de frankeerzegels van Koning Karol van 1935. Het zijn de waarden 7 L. 50 (blauwviolet) 10 L. (blauw) Grootte 35 x 40 mm. Bij de herdenking van den lOOsten sterfdag van den Roemeensen schrijver Joan Creanga verscheen een serie zegels met afbeelding op de laagste waar de van de woning van den schrijver en op de an dere zijn beeltenis. De waarden van de zegels zijn 2 L. (groen) 3 L. (rosekarmijn) 4 L. (violet) 6 L. (bruinrood) Grootte 50 x 30 mm. Zie het schetsje. Nieuwe deelnemer: 100. G. Habes, Rollandstraat 48. Rustenbur^erlaan 23.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 19