BRIEVENBUS
V R TT D A G 3 MET 1940
HAARLEM'S DA GEL AD
ZUSJE GAAT SLAPEN
door W. B. Z.
Moeder rijdt de wagen
Nu wel alle dagen
Buitenlucht doet zusje goed
Buiten is ze altijd zoet
Gaat ons zusje gapen,
Dan zal ze gauw slapen.
Moeder zet de wagen neer,
't Is zulk heerlijk lenteweer.
't Duurt maar een klein poosje,
Dan ontwaakt zus Toosje
Moeder rijdt haar dan naar huis
En dan kom ik ook. gauw thuis.
JOECHHEISA, JOECHHEl
door W. B.—Z.
Joechheisa, joechhei.
Nu is 't heus Mei
De kinderen zingen
'k Zie broertjes, die springen
Zo maar in de wei
Joechheisa, joechhei.
Joechheisa, joechhei.
Ze zijn ook zo blij
De vogeltjes fluiten
't Is heerlijk nu buiten,
't Is mooi in de wei
Joechheisa, joechhei,
Joechheisa, joechhei.
Wie is nu niet blij?
De koetjes, die loeien
De lammetjes .stoeien
Joechheisa, joechhei.
Wie is nu niet blij?
Deze raadsels zijn ingezonden door Jongens en
Meisjes die Onze Jeugd lezen.
Iedere maand worden onder de beste oplossers vier
boeken verloot.
AFDELING I.
(Leeftijd 10 jaar en ouder.)
1. (Ingez. door den kleinen Chauffeur.)
Mijn geheel is een Rubriekertjesnaam, die uit 16
letters bestaat.
1 2 3 is een metaal.
6 8 4 is een knaagdier.
10 5 11 13 is een deel van de voet.
12 7 is een lengtemaat.
14 8 8 7 is een schoolvak.
7 11 10 16 is een meisjesnaam.
15 8 9 is een jongensnaam.
2. (Ingez. door Lentefee.) Kamraadsel.
12 3 4 5
1 is een boom
2 is een soort hert
3 is een telwoord.
4 is een soort kom
5 is een ander woord voor iedereen.
Langs de rug van de kam lees je de naam van een
Griekse godin, die vrede betekent.
3. (Ingez. door Kindermeisje.) Verborgen Neder
landse plaatsen.
Waar wonen?
LENA EURWDER KA MARAL NOOR DREM
HEIN LARNG
4. (Ingez. door den kleinen Rekenbaas)
In dit bassin zwemmen 7 vissen. Welke?
K
S
a
P
r
1
i
b
t
a
n
n
g
e
O
w
a
r
b
O
e
t
P
u
b
t
O
e
s
k
a
r
1
O
h
c
1
i
k
a
5. (Ingez. door Okkie.) Verborgen plaatsen in Ne
derland.
a. Heeft u soms oesters gegeten?
b. De repetitie viel niet mee.
c. Mies, luister je wel?
d. Wat had Koen met 't vinden van de schat te
maken?
6. (Ingez. door den kleinen Bootsman.) Strikvra
gen.
a. Welke boog wordt dagelijks gebruikt?
b. Welke gaten staan niet slordig?
c. Wat is de overeenkomst tussen de letter a en
12 uur 's middags?
AFDELING II
(Leeftijd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door Kraaloogje.)
Neem uit iedere zin één woord, dan krijg je een
spreuk die op ons pijpenrekje staat.
Het huis is afgebrand.
Er is nu een lege plek
Geen stukje meubel is meer over.
Een man staat er bij.
Die man houdt de wacht.
Je mag er niet spelen.
Hij staat te roken.-
Dat kan je wel zien.
2. (Ingez. door Tamboer.) Verborgen Rubrieker-
tjesnamen. Wie zijn?
KOR ZWAPT BAS KWAURL JET MOMAR
AGAAT GRAPR
3. (Ingez. door Blauwoogje.)
Mijn geheel is een schuilnaam van 10 letters.
2 6 7 1 komt uit de schoorsteen
3 4 1 vaart op den Rijn.
10 5 is een maat
9 6 is een' jongens- of meisjesnaam.
6 7 8 is een lichaamsdeel.
4. (Ingez. door den kleinen Rekenbaas.) Strik
vragen.
a. Welke slag horen wij altijd van boven komen?
b. Welke steden bezocht men. vroeger 't meest?
c. Op welke tocht gaat men niet voorwaarts?
d. Welke hond loopt nooit?
5. (Ingez. door den kleinen Fransman.) Verborgen'
bomen.
Is de trommel in de kast?
De nachten zijn nog koud.
Plons! pardoes tuimelt hij in 't water.
6. (Ingez. door Lelietje van dalen.)
Vul de puntjes in met klinkers, zodat er een be
kend spreekwoord ontstaat.
H.t .s n..t 1. g..d w.t .r blnkt.
RAADSELOPLOSSINGEN
De raadseloplossingen der vorige week zijn:
AFDELING I.
I. Buenos Aires, Haiderabad, Amsterdam, Alice
Springs en Kimberley.
2. Bolke de Beer.
3. Roosje, Mimosa, Joice.
4. Matroos, Koevoet Oogappel.
5. Iepenburg, Waalhaven, Schiphol.
6. Blaffende honden bijten niet.
AFDELING II
1. Generaal Snijders.
2. Kraaloogje.
3. Schaap, paard, koe, varken.
4. Aan de vruchten kent men de boom.
5. Egmond.
6. a. Ons woord. b. Vuurwerk, c. In Februari.
Goede raadseloplossingen ontvangen van:
De kleine Spitter 5 Zonnestraaltje 6 Mimosa 5
Praatgraag 5 Gijsje Goochem 6 Beertje 6 Bolke de
Beer 5 Willy Weetal 6 Prinses Engelientje 6 Made
liefje 6 Moeders Huisknechtje 6 De kleine Reken
baas 6 Machtenld 6 Sneeuwkoninginnetje 5 Strijk-
stertje 5 Mosplantje 6
Mimosa 6 De kleine Spitter 5 Marmotje 5 De
kleine Chauffeur 6 Lelietje van dalen 5 Goudhaar
tje 5 Blauwkras 6 Prins Arn 6 Marjolijntje 6 Gym
nast 6 Boerinnetje 4 De kleine Kapster 5 De kleine
Timmerman 6 Piet Krent 6 Pinkellichtje 6 Jan Olie
bol 6 Goudprinsesje 6
KETTINGWOORDEN-WEDSTRIJD
Inzendingen ontvangen van:
De kleine Rekenbaas oud 8 jaar, Kerkje oud 9
jaar, Strijkstertje oud 12 jaar, De kleine Spitter oud
12 jaar, Mimosa oud 9 jaar, Joice oud 11 jaar, De
kleine Chauffeur oud 8 jaar, Blauwkras oud 9 jaar
Prins Arn oud 9 jaar, Annie Zwiers oud 14 jaar,
Anjertje oud 11 jaar, Croceledocus .oud 11 jaar; Gym
nast oud 15 jaar, Roosje oud 14 jam-, CóridÜcteurtje,
oud 12 jaar, Theeroosje oud 14 jaar, Iwan oud 16
jaar, Piet Krent oud?
WAARSCHUWING
De bekende schrijver Mark Twain je
kent hem natuurlijk wel door zijn jongensboeken
Tom Sawyer en Huckleberry Finn! was een gees
tig man.
Hij kwam eens bp zijn reizen in een klein hotel in
West-Amerika aan en vond in zijn kamer een bordje
met de woorden: „Voorzichtig! Niet roken! Denk aan
de brand van het Astoria-hotel in New-York!"
Direct trok Mark Twain zijn potlood en schreef
eronder: „Voorzichtig! Niet spuwen! Denk aan de
overstroming van de Missisippi!"
HIJ WIST HET!
Tante: „Waar zit je hartje, Frits?"
Fritsje: „Weet ik niet, Tante".
Tante (op zijn hart wijzend): „Als ik daar in prik
waar kom ik dan?"
Fritsje: „In de gevangenis, Tante."
VANG DE BAL
door
W. B. Z.
Vang de bal,
Jan heeft hem al.
Nu volgt Christientje
En dan Engelientje
Kom Woutertje nu niet getreurd,
Jij krijgt natuurlijk ook je beurt
Omdat die Anton zich nooit haast,
Is hij met ballen steeds er naast.
Wat gaat die bal toch reuze-hoog!
Net of hij naar de wolken vloog.
Vang gauw de bal,
Stien heeft hem al.
Wie of hem daarna vangen zal.
O, Anton roept: „Ik heb hem al."
AANSTAANDE Maandag 6 Mei is het 100
jaar geleden dat de eerste postzegel, zoals
wij die kennen zijn intrede in de wereld
deed. De postzegel viert dus zijn 100-jarig
jubileum. Vóór die tijd schreef men- natuurlijk ook
wel brieven, al was het dan niet zo vaak en zo veel
als tegenwoordig. Het brieven schrijven of liever het
brieven ontvangen was vaak een kostbare geschie
denis, want de ontvanger van de brief, de geadres
seerde, moest de vracht, de port, betalen. Geen won
der dan ook, dat het in 't begin der vorige eeuw tot
de grote bijzonderheden behoorde als iemand meer
dan 6 a 7 brieven per jaar ontving. Ook gebeurde
het vaak, dat iemand een brief, die voor hem be
stemd was, niet kon of wilde optvangen omdat de
vracht, de port, zeggen we tegenwoordig, te hoog
was. Het verzenden van brievenwas toen geen
staatszaak, ?oals tegenwoordig, maar het recht om
brieven te vervoeren werd verpacht. We weten uit
de dagen van Stadhouder Willem IV, dat de op
brengst van deze verpachting alleen te Amsterdam
f 200.000 opbracht. De pachters van de posteryen
moesten dus heel wat port binnen krijgen, voor ze
konden zeggen, dat ze wat verdienden. Een brief van
Amsterdam naar Groningen kostte aan port toen dan
ook niet zoals nu 5 cent, maar meer dan een gulden.
Zo was het niet alleen in ons land, maar in ieder
land van Europa. In Engeland b.v. werd de port be
rekend naar het aantal velletjes papier men ge
bruikte hiervoor een z.g. doorlichtlamp en naar
de afstand die de brief moest vervoerd worden. Een
half velletje kostte per 100 km. 30 cent. Zat er een
heel velletje in de brief, dan werd de port verdub
beld. Zo kon het gebeuren dat voor het verzenden
van een zware brief van ongeveer 1 kilo van Ply
mouth naar Londen ongeveer f 72 moest betaald
worden. Van een Schot, die door Schotland reisde,
wordt verteld, dat hij van elke plaats, waar hij ver
toefde, zijn familie een brief stuurde, die echter
steeds geweigerd werd. De familie zag aan 't stem
pel, waar de reiziger vertoefde en dit te weten was
hun genoeg. Iets dergelijks wordt verteld van een
meisje, dat in een dorpscafé bediende en wier ver
loofde in Londen woonde. Deze stuurde op geregelde
tijden 'n brief met enkele krabbels op de enveloppé."
Als 't meisje de krabbelsontcijferd had, dat was
blijkbaar in een ommezien gedaan, weigerde ze de
brief met de mededeeling dat haar de vracht te duur
was. Dit bracht de Engelsman Rowland Hill, een
wiskundeleraar, die getuige was van de weigering
van bovengenoemd meisje, op de gedachte te gaan
ijveren voor portverlaging, vooral in 't binnenlands
verkeer en voor de betaling van de port door de
afzender. Hij stelde voor enveloppen beschikbaar te
stellen voor één penny (5 cent) voor binnenlands
verkeer. Het bestuur der posterijen ging op zijn
voorstel in, maar 't publiek wilde er aanvankelijk
niet van weten. Toen kwam een drukker uit Dundee
een zekere James Chalmer met het voorstel een
klein stukje papier, juist groot genoeg om er een
stempel op te drukken en dat aan de achterzijde van
een kleefstof moest voorzien zijn. als vergoeding voor
de portkosten te verkopen. Het bestuur der poste
rijen ging ook hierop in en 17 Augustus 1839 werd
dit in een postwet vastgelegd en in 't Engelse Lager
huis aangenomen, en hiermede was de postzegel ge
boren, die 6 Mei 1840 voor 't eerst aan de Engelse
postkantóren verkrijgbaar was en wel in 2 prijzen
van 1 en 2 penny (5 en 10 cent). Het brievenvervoer
nam tengevolge van deze portverlaging verbazend
toe en in andere landen volgde men weldra het En
gelse voorbeeld. In ons land werd de postzegel inge
voerd bij de postwet van 1850 en in 1852 werden de
eerste portzegels uitgegeven en wel van 5, 10 en 15
cent. 3 prijzen omdat men 3 postkringen onder
scheidde, die in 1855 werden teruggebracht tot 2. De
verzending van een brief tot 30 km. kostte toen 5
cent, voor grotere afstand 10 cent. Ook dit. verschil
is later vervallen en thans brengt de post voor 5
cent een brief van 't ene uiterste van ons land naar
't andere.
W. B.—Z.
EVENTJES GEDULD
Daar de kopij vroeger naar de drukkerij moest van
wege de Hemelvaartsdag, kunnen niet alle raadsel
oplossingen vermeld worden en zullen alle briefjes
niet beantwoord kunnen worden. Allen krijgen'een
beurt, maar eventjes geduld.
W. B.—Z.
WAT ZOU DAT ZIJN?
door W. B. Z.
Hé, wat ligt daar tussen 't riet?
Pierewiet, 'Pierewiet.
Zou 't zijn die valse kat?
Die wel vogeltjes opat?
Pierewiet, Pierewiet.
Hoe of toch dat beest wel hiet?
Pierewiet, Pierewiet.
Zou 't hondje Fik soms zijn?
Hè zijn tanden doen ook pijn.
Pierewiet, Pierewiet.
Musje, als jij heel goed ziet,
Pierewiet, Pierewiet.
Is 't geen kat en is 't geen hond,
Is 't een hoedje hoog en rond.
Pierewiet, Pierewiet.
Brieven aan de Redactie van de Kinder-Afde-
ling moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOM
BERG—ZEEMAN. Delftlaan 75.
BOLKE DE BEER. Welke film heb je Dinsdag
gezien? Was het 's middags gezellig op de kermis""
Dat is een kort schnolweekje geweest hè?
DE KLEINE SPITTER. Antwoord krijg je altijd
of je briefje vroeg of jaat komt. Hoe is de propagan-
da-avond geweest? Jullie mogen wel beiden je naam
onder het werk zetten, maar komt 't in aanmerking
voor een prijs, dan geldt het natuurlijk voor één in
zending. Als ieder voor zich instuurt^ geldt 't voor
twee.
GIJSJE GOOCHEM. Vader mag je altijd hel
pen met de raadsels. Wat ben je nu gauw jarig.
Leuk, dat het op Zaterdag valt.
WILLY WEETAL. Je hebt gelijk, dat je pop
nu geen dasje meer omdoet. Laat haar halsje nu
maar bruin worden. Worden de armen weer ge
maakt? Wat scheelt een van de tweelingen? Ik dacht,
dat Willy Weetal alles wist.
BEERTJE. Hoeveel konijntjes hebben jullie
nu? Reusachtig, dat jij op school commandant van
luchtbescherming bent,-Waar'braght je die 4 kin
deren-naai" .toé?
BLAUWOOGJE. Je raadsels zijn goed. Wat
prettig voor je, dat je een prijsje kreeg op de Drie
hoek-avond. Wie kreeg toen Roodkapje? Is 't toneel
stukje goed van stapel gelopen? Leuk, dat je Loes
heette. Wat hebben jullie in Vogelenzang gedaan?
Hoe gaat het nu met de pijnlijke nek. Zoek de zonzij
maar op.
GENERAAL SNIJDERS. Hartelijk dank voor die
prachtige blonde duinen, 'k Vond het gezellig, dat jij
Donderdagmiddag ook aanwezig was. Prettig, dat je
'l goed kon verstaan. Weet je al, of je zwemmen
mag in de Delft?
SJOELSTERTJE. Ja, dat is snoezig postpapier.
Wie heeft Aslaks Marga geschreven? 't Vervolg van
Langs een Omweg heet 't Gelukskind. Heb je zelf
ook mooie boeken?
DE KLEINE REKENBAAS, Je raadsels zijn
goed. Ben je op de kermis geweest op Juliana-dag?
MACHTELD. Selma Lagerlöf is zeer zeker een
grote vrow geweest. Ik denk, dat je Nils Holgerda
best begrijpen kunt. Dat boek werd door de Zweedse
kinderen als Aardrijkskunde-boek gebruikt. Dat
was en is misschien ook nog een heel plezierig leer
boek.
GYMNAST en BOERINNETJE. Ik bedank
Boerinnetje nog heel hartelijk voor die prachtige tul
pen. Ze zijn nog zo fris, maar ik zorg er ook goed
voor. Hebben jullie een gezellige dag gehad op de
verjaardag van prinses Juliana?
MARJOLIJNTJE. Voor wie wordt dat blauwe
schortje? Heb jij ook prettig kermis gevierd? Heb je
ook in een draaimolen gezeten? Wat waren er veel.
PRINS ARN. Jij zult zeker van 't jaar je zwem
diploma nog halen. Hoe lang leer je het nu? Wat
spijt het me, dat je de kettingwedstrijd niet hebt be
grepen. De keting bestond juist hierin, dat de laatste
letter van een woord de beginletter van een volgend
woord was. Toen je albatros zette, moest daar b.v.
sering opvolgen toen weer geit, thee, egel, linde enz.
Snap je 't nu?
BLAUWKRAS. Dat is een kort schoolweekje,
hè. Leer die twee provincies nu maar extra góed.
Op welk veld ballen jullie? Wat is vader nu gauw
jarig. Dat wordt nog een extra feestdag bij de Pink
sterdagen.
GOUDHAARTJE Te jong is een kwaal, die alle
dagen betert. Is 't niet zo? .-Heb je met Marmotje
kermis gehoudén? Ik dacht, dat er geen marmotjes
vertoond mochten worden.
LELIETJE VAN DALEN. Is moeder al op orde?
Prettig, dat het huis zo licht is. Nu lijkt alles zeker
veel vrolijker. Hoe was 't feest in de concertzaal?
MARMOTJE. Mooi waren de velden, hè. Mis
schien zijn ze Zondag nog mooier, vooral als de zon
eens extra schijnen wil. Wat gezellig, dat je er nog
al eens met Lelietje van dalen op uitgaat.
MEVR. S. Zoals U zult bemerken, heb ik de
klip omzeild. Uw postzegel blijft dus ongebruikt.. Ja.
kleine potjes hebben grote oren. Dat is dikwijls las
tig. Gelukkig kon de fout hersteld worden.
GOUDPRINSESJE. Wat zal *t nu lekker ruiken
bij jullie in 't dorp. Heb je in je tuintje ook veel
bloemen? Vader is maar goed op je, dat je nieuw
postpapier krijgt, als dit op is. Dat varkentje met die
pet op was weer geestig.
PIET KREÏT. Al heb je maar één raadsel
stuur het toclr maar in: alle beetjes helpen. Ben jij
niet naar de film geweest? Maar dan heb je het ze
ker nog te goed.
JAN OLIEBOL. Waren er meer oliebollen op
de kermis? Je hebt natuurlijk ook in de draaimolen
gezeten. Kom je nog wel eens in Zwanenburg? Daar
is het zomers toch nog mooier dan in de stad.
PINKELLICHTJE. 't Was maar goed, dat zusje
eerst een slaapje deed voor ze met jullie uitging
En is ze toen mee geweest naar de kermis? Jammer
voor je, dat je vriendin zo ver uit je buurt gaat
wonen.
W. BLOMBERG-ZEEMAN,
Delftlaan 75.
Haarlem, 3 Mei 1940.
17
HEMELVA ARTSDA G
Als jullie dit lezen, is het pas Hemelvaartsdag ge
weest. Misschien zijn jullie die dag 's morgens vroeg
opgestaan om een prachtige morgenwandeling te
doen. 't Kan ook zijn dat je deze dag hebt doorge
bracht als een gewone Zondag. Hoe heel anders de
den dat onze of liever jullie grootouders.In mijn jeugd
haastte zich ieder om op dezen dag naar buiten te
gaan. Dauwtrappcn of dauwtreden noemde men dat.
Ook onze heidense voorouders gingen reeds in de
vroege morgenstond naar hun heilige wouden of
bronnen om daar te gaan liggen in het bedauwde
gras om een dauwbad te nemen want de dauw nam
ook al in die lang vervlogen dagen een grote plaats
in in het volksgeloof. Dit zal vooral zijn oorzaak ge
vonden hebben in het feit, dat de dauw voor hen
een onverklaarbaar verschijnsel was, dat het iets
geheimzinnigs was. Men beschouwde de dauw als
een goede gave van de hemel. Vooral in het verre
Oosten was de dauw van grote betekenis; geen won
der, want in de zomertijd, waarin weinig of geen
regen viel, verving ze immers de regen. Men schreef
aan de dauw genezende kracht toe; vooral heette het
een uitstekend middel voor allerlei oogkwaaltjes te
zijn. Men ving dan ook vaak de dauw in doeken op
en bewaarde het uitgewrongen water in flessen. Men
gebruikte dit water ook tegen huiduitslag. Bij de
Engelse meisjes van het platteland' bestaat nog het
geloof, dat er geen beter schoonheidsmiddel is, aan
de dauw van de eerste Meimorgen. Vroeger heette
het zelfs dat de dauwdruppels van dezê eerste Mei-
morgen op de takken van de Meidoorn als tover
middel konden gebruikt worden. Vee, dat in de
dauw gelopen had, gaf meer melk dan anders het
geval was. Nu wc dit allemaal weten is het geen
wonder dat men in vroeger dagen zich 's morgens
vroeg opmaakte om van de dauw te kunnen profi
leren. Met het verdwijnen van dit bijgeloof is ook de
gewoonte van dauwtrappen verdwenen. Niet alle
oude gebruiken, die aan de Hemelvaartsdag gebon
den zijn, zijn echter verdwenen. Zo houdt men in
het Gelderse dorp Zelhem de brooduitdeling nog al-
lijd in ere. In verschillende Engelse dorpjes houdt
men zo de versiering der bronnen in ere. Vooral in
't dorpje Tissington wordt aan het versieren van die
bronnen grote waarde gehecht. Het is een soort
uiting van dankbaarheid. Je moet n.l. weten dat in
de jaren 1348 en 49 alle dorpen daar in de buurt ge
teisterd werden door de pest. Alleen het dorpje Tis
sington bleef gespaard. Men schreef dit toe aan de
zuiverheid van 't water uit de plaatselijke bronnen.
Ook bij een andere belegenheid maakten de bronnen
van Tissington een uitzondering op de regel. In de
lc helft der 17e eeuw heerste er overal in Engeland
grote droogte, vooral in de streek waarin het dorp
Tissington ligt. 't Vee kwam hier cn daar van dorst
om, de oogst verschroeide op het land. Overal had
men gebrek aan water, alleen in het dorpje Tissing
ton niet. Hier gaven de bronnen overvloedig water.
Men had niet alleen genoeg voor eigen gebruik,
maar kon ook aan de omgeving voldoende afstaan.
Van alle kanten uit de omgeving dreef men het vee
naar Tissington. Het eigenaardige was, dat hoeveel
water men ook aan de bronnen onttrok, steeds had
men volop water. Het scheen wel dat hoe groter de
mensenstroom was, die water kwam halen, hoe
voller de bron werd. Het water bleef in onvermin
derde kracht toestromen. In September begon het
te regenen en herleefde de hele omgeving. Geen
wonder, dat men sinds dat'jaar elke Hemelvaartsdag
zich beijvert om de bronnen te versieren. Na de
kerkdienst gaan de kerkgangers een tocht maken
naar de verschillende bronnen, waar gebeden en
gezongen wordt en tenslotte oen zegen over de bron
uitgesproken.
W. B.Z.
32714 WOORDEN OP EEN BRIEFKAART
Een jonge Oostenrijksche boer, Franz Wielach
genaamd, heeft een wonderwerk in miniatuurschrift
volbracht. Hij heeft n.l. in zijn vrije winteravonden
het heelc Oude Testatment welgeteld 32714 woor
den, op-een gewone briefkaart geschreven. Als men
deze kaart oppervlakkig bekijkt, lijkt het geschre
vene één. grijze massa. Kijkt men echter beter of
neemt men er een vergrootglas bij, dan blijkt dit
grijs te bestaan uit een oneindig aantal fijne lijntjes.
Met een nog sterkere loupe gaat men dan de woor
den onderscheiden.
Franz Wielach heeft dit reuzenwerk dat overi
gens meer dwaas dan nuttig is! uit eerzucht vol
bracht. Hij had eens gelezen, dat een Spanjaard 4760
woorden op 'n briefkaart schreef en een Duitscher
het zelfs tot 5413 had gebracht. Toen hij nu ook nog
las, dat een Belg dit aantal nog vergroot had tot
17000, was zijn besluit genomen. I-Iij deed er bijna
een heelen winter over, maar eindelijk was de „mi
niatuurbijbel" klaar!
POSTZEGELRUBRIEK
1936 Vliegpost
10
20
3
b.
b.
L.
Aanvulling DL
Vliegzegels verschenen in 1936 in het type van de
aviateurszegels van 1932 met onderschrift Fundal
Aviaticul. Dc waarden zijn 10 b. (bruinolijf) 20 b.
(violet) 3 L. (groen). Grootte 24 x 28 mm.
Met den kop van een aviateur naar links kijkend
en een gestyleerde vleugel van een vliegtuig naast
hem, verschenen 50 b. (blauwgroen) 1 L. (bruin-
lila) 2 L. (ultram.) Grootte 28 x 24 mm. i
Ter gelegenheid van de 16e verjaardag van d
Petite Entente (Kleine Entente) verschenen twee
zegels met opdruk „Cehoslovacia-Yugoslavia 1920-
1930" op de frankeerzegels van Koning Karol van
1935. Het zijn de waarden 7 L. 50 (blauwviolet) 10
L. (blauw) Grootte 35 x 40 mm.
Bij de herdenking van den lOOsten sterfdag van
den Roemeensen schrijver Joan Creanga verscheen
een serie zegels met afbeelding op de laagste waar
de van de woning van den schrijver en op de an
dere zijn beeltenis. De waarden van de zegels zijn
2 L. (groen) 3 L. (rosekarmijn) 4 L. (violet) 6 L.
(bruinrood) Grootte 50 x 30 mm. Zie het schetsje.
Nieuwe deelnemer:
100. G. Habes, Rollandstraat 48.
Rustenbur^erlaan 23.