Haarlem's Dagblad
1C (Haan
Noorsch opperbevel spreekt
verlies van steden
benoorden Drontheim tegen
Storm in Westminster.
Eet-, Zit- en
Slaapkamer
ameublementen
Karpetten
Gordijnstoffen
Kersenoogst.
Chamberlain verdedigt
het Engelsche
oorlogsbeleid
De positie van Chamberlain.
Economische Zaken
gesplitst
Twee vijandelijke
kruisers bij Narvik
getroffen
57c Jaargang No. 17449
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant-
Uitgaven en Algem Drukkerij N.V Bureaux: Groote
Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082. Hoofdred 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724,
14825 Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Woensdag 8 Hei 1940
Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10,
per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse
nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels
1.75, elke regel meer ƒ0.35 Reclames 0.60 per
regel Regelabonnementstarieven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
ƒ0.15. Groentjes zie rubriek.
In Westminster, het Londensche district waar de
Houses of Parliament en de gebouwen der regee-
ringsdepartementen gelegen zijn, heeft het gisteren
gestormd tegen het beleid van het kabinet-Cham-
berlain. Het Lagerhuis heeft den geheelen middag
en avond vergaderd. De premier heeft het ten aan
zien van Noorwegen gevoerde beleid verdedigd cn
is daarna scherp aangevallen door een reeks spre
kers. Het begon met de oppositieleiders: majoor
Attlee, aanvoerder van de Labour-fractie en Sir
Archibald Sinclair, den voorman van de liberale
oppositie. Daarna nam de conservatief Page Croft
het voor de regeering op, in het licht stellend dat de
Nooi'sche campagne den Duitschers op verlies van
een groot deel van hun oorlogs- en hun handelsvloot
is komen te staan en daartegenover den Engelschen
terugtocht-te-land voorstellend als „een kleine tac
tische tegenslag". Maar dit optimistische geluid
werd weer te niet gedaan door den aanval dien de
oude admiraal Sir Roger Keyes, de vermaardste der
nog levende vlootaanvoerders uit den wereldoorlog,
op het beleid van de marinestaf richtte. En daarna
werd zij door den conservatieven oud-minister
Amery aangevallen in een stijl, die gekenmerkt werd
door een citaat van Oliver Cromwell: „Voor hetgeen
gij aan goeds gedaan hebt, hebt gij hier lang genoeg
gezeten. Gaat heen, zeg ik en laten wij van u af zijn.
In 's hemelsnaam, gaat heen!" Dat was dus nogal
direct. De minister van Oorlog, Stanley, was de laat
ste woordvoerder van den avond en vanmiddag, als
het debat wordt voortgezet, zullen Churchill, minis
ter van Marine en Sir Samuel Hoare, minister van
Luchtvaart, aan het woord komen. Het is nog on
zeker of de regeering dit debat zal overleven. Het is
zelfs nog onzeker, op het oogenblik van schrijven,
of een motie van wantrouwen door de Labour Party
zal worden voorgesteld. Het is mogelijk dat de re
geering dezen aanval nog overleeft. Maar uit een
debat als dat van gisteren moet men wel opmaken
dat zij in haar huidige samenstelling geen lang
leven meer kan hebben. Dezer dagen schreef ik „Er
zijn groote veranderingen in Engeland op til". En
die indruk blijft gehandhaafd ook al mocht vandaag
het kabinet-Chamberlain niet ten val gebracht wor
den. De Engelsche politieke molens hebben hun
eigen wijze van malen: niet erg snel, maar grondig.
Het is te begrijpen dat men van regeeringszijde
aangevoerd heeft dat de terugtocht uit Zuid Noor
wegen geen militairen tegenslag van beslissende be-
teekenis meebrengt. Maar de aanvallen der oppositie
golden andere zijden van de zaak. Wie het verslag
van het Lagerhuisdebat leest zal ze ontwaren. De
oppositie en een deel van de conservatieve partij
zijn van meening dat er gebrek aan initiatief is, dat
integendeel het initiatief telkens weer aan Duitsche
zijde blijkt te zijn en dat de regëering daar telkens
weer door overrompeld is, al sinds den aanval op
Tsjecho-Slowakije. Zij zijn er verder van over
tuigd, dat Engeland door den afloop van het avon
tuur een verlies aan prestige in alle landen dei-
wereld heeft geleden, hetgeen Chamberlain zelf in
zijn rede moest erkennen. En tenslotte achten zij de
werking van het oorlogsbeleid te traag, te weinig
doordacht en te slordig. Verscheidene gemaakte fou
ten werden der regeering verweten. Die betroffen
de vertraging in de uitzending van het expeditie-
leger naar Noorwegen en ook de uitrusting van de
expeditie. Sinclair gaf bijzonderheden omtrent een
transportschip dat zoowel in instrumenten als in af
weermiddelen te kort kwam en slechts voedsel aan
boord had voor de helft der opvarenden. Admiraal
Keyes, wiens critiek diepen indruk maakte, ver
klaarde dat hij Churchill had voorgesteld Drontheim
aan te vallen van de zeezijde. Hem was geantwoord
dat het niet moeilijk was de Drontheimfjord binnen
te komen, maar dat men het niet noodig achtte, om
dat het leger goede vorderingen maakte en de toe
stand in de Middellandsche Zee het onwenschelijk
maakte er schepen aan te wagen. (Dit werd met ge
roep van Shame!" door de oppositie ontvangen).
Er is dus een heele lijst van ernstige grieven tegen
de Engelsche regeering tot uiting gekomen en de
hoofdzaken tellen zwaar. Wie als buitenlander
Chamberlain's rede leest zal niet den indruk van
een sterk betoog krijgen. En inderdaad is buiten
Engeland, ook in ons land, de indruk gewekt dat het
initiatief telkens weer aan Duitsche zijde is, dat
men daar beter en grondiger is voorbereid en dat
eenig klein land dat door de Duitschers wordt aan
gevallen op zichzelf moet vertrouwen en niet reke
nen op eenige snelle hulp van de andere zijde. Het
neutrale buitenland herinnert zich ook den wereld
oorlog en zegt: „De Engelschen zijn weer net zoo
langzaam als toen. Er werden reeksen fouten en
nalatigheden begaan eer ze toen wakker waren". In
zooverre kloppen dus de verwijten, door de oppo
sitie tot de regeering gericht, "heel goed met hetgeen
men in andere landen denkt en zegt.
Chamberlain zelf voelt blijkbaar heel goed dat
zijn bewind versterking behoeft. Hij wil die ver
werven door deelneming der oppositie-partijen aan
zijn regeering. Hij wil een Nationaal Kabinet in
de volle beteekenis des woords, onder zijn eigen
leiding. Ook gisteren heeft hij daar weer naar ge-
vischt. Maar tot dusver hebben de oppositiepar
tijen niet gewild. Zij willen wel mee-regeeren,
maar niet onder deze leiding. Dit legt hun zelf
natuurlijk verantwoording op voor de ontwikke
ling der gebeurtenissen. Terwijl ik dit schrijf komt
nu het bericht binnen dat de Labour Partij van
morgen toch besloten heeft, aan het slot van dit
debat een stemming te vragen. Dat beteekent dus
een motie. De vraag is nu maar hoe groot het ge
deelte der regeeringsmeerderheid, dat met de oppo
sitie mee zal gaan, zal wezen.
Sommigen zullen zich als nuchtere Hollanders de
vraag stellen of het er veel op aankomt wie de poli
tici zijn die de leidende regeeringsposten in Enge
land bezetten en de meening uitspreken dat de
eigenlijke oorlog toch door anderen gevoerd wordt.
Maar zulke nuchterheid onderschat de ware betee
kenis van de leiders van een volk-in-oorlog, dat in
den modernen oorlogszin in zijn geheel daarbij be
trokken is. Men kan het het best vergelijken met een
reusachtig bedrijf. Ieder die het bedrijfsleven kent
HET STRIJDTOONEEL IN NOORWEGEN
Geallieerde troepen bij
Narvik ontscheept?
Het Noorsche telegraaf agentschap meldt uit
„ergens in Noorwegen", dat het Noorsche mili
taire hoofdkwartier in het noorden van Noor
wegen, categorisch tegenspreekt, dat de Duit
schers steden bezet hebben ten noorden van
Drontheim, zooals van Duitsche zijde is ver
klaard. Het agentschap verklaart dat geen
Duitsch soldaat nog de grens gepasseerd is
tusschen Noord-Trondelag en de provincie
Norland. De grens loopt ten zuiden van Maja-
vann in het Namdal ten noord-oosten van
Namsos.
In een door het Noorsche opperbevel uitge
geven verklaring, waarin een overzicht wordt
gegeven van de jongste gebeurtenissen in
Noorwegen wordt gezegd:
„Wij zullen niet toegeven. De strijd zal door
gaan. De geheele wereld zal weten dat Noor
wegen niet zal sterven, doch zijn pogingen zal
versterken tot behoud van zijn onafhankelijk
heid. Het recht is aan onze zijde".
Het communiqué vermeldt verder: „Vlieg
tuigen, artillerie en infanterie hebben gister
avond met onze troepen samengewerkt en den
vijand uit de bergen bij Leigastind en uit het
dal van Gresdalen verjaagd".
BARTELJORISSTR. 39-41
TEL. 10250, OPGER. 1833
in alle stijlen
Bezoekt onze Permanente
Meubeltentoonstelling
Barteljorisstraat 34
Grootste Speciaalzaak voor compl.
Meubileering voor Haarlem en Omstr.
(Adv. Ingez. Med.)
weet, dat in elk bedrijf de karaktereigenschappen
van den directeur of de directeuren hun invloed
doen gelden op de werkwijze en het persoonlijk op
treden van het personeel. Initiatief, geestdrift,
ijver, volharding, nauwkeurigheid, plichtsgevoel, ja
zelfs opgewektheid en welwillendheid van de leiding
komen evenzeer tot uiting in den ganschen bedrijfs-
gang in het algemeene optreden van het perso
neel als minder goede eigenschappen of zelfs de
tegendeelen van de genoemde. Daarom is het altijd
zoo belangrijk wie de leiding heeft of wie haar heb
ben: niet alleen wegens persoonlijke bekwaamheden
maar ook en zelfs het meest wegens karaktereigen
schappen. En daaraan ten nauwste verbonden is de
vraag van het vertrouwen, die het personeel zelf in
de leiding stelt.
Als dus in het reusachtige bedrijf Groot-Brit-
tannië geschokt vertrouwen in de directie bij velen
aan den dag treedt duidt dat op spoedige verande
ringen en ook op het feit, dat er inderdaad veel moet
haperen. En als onderhebbenden in tempo, zorg bij
voorbereiding van nieuwe ondernemingen en initia
tief tekort schieten moet men daaruit wel afleiden
dat er in deze opzichten ook bij de opperste
leiding een tekort is.
2 2
Tenslotte nog iets anders. De oud-minister
Amery gaf in het debat als zijn meening te ken
nen dat „de volgende slag elk oogenblik kon val
len" en dat men niet wist waar dat zou zijn. Dit
teekent den onzekeren toestand in de huidige oor
logsontwikkeling. Die onzekerheid bestaat in alle
landen. Het kan dan ook geen verwondering wek
ken dat men (voor de vierde maal sinds het begin
van den oorlog) in Den Haag besloten heeft tot het
nemen van voorzorgsmaatregelen die zich ditmaal
hebben uitgestrekt tot de intrekking van vrijwel
alle militaire verloven.
In een onzekeren toestand nemen zij, die in ons
land met de zeer zware verantwoordelijkheid be
last zijn, geen risico's op zich. En dat kunnen wij als
secure Hollanders volkomen waardeeren.
R. P.
Noorsche legatie verlaat Denemarken
LONDEN, 8 Mei (Reuter). Dc Zweedsche radio
heeft vandaag medegedeeld dat de Noorsche legatie
in Kopenhagen bevel gekregen heeft Denemarken
te verlaten. De legatie zal morgen vertrekken. De
Zweedsche legatie in Kopenhagen zal de belangen
van Noorwegen in Denemarken behartigen.
y De operaties tot omsingeling van de Duitsche
troepen door de geallieerden worden voortgezet iri
het gebied van Narvik, waar de Duitsche posten
herhaalde malen zijn aangevallen, zoo heeft ae B.
B. Cgisteravond gemeld. In Midden-Noorwegen
blijven de Noorsche contingenten weerstand bieden.
Gisteravond om half negen meldde de B.B.C. nog
dat in de laatste dagen geallieerde troepen ontsche
pingen ten noorden van Narvik ten uitvoer zijn
gelegd. Uit Namsos afkomstige detachementen
Noren zouden op weg zijn naar het noorden om zich
bij de geallieerden te voegen. In Midden-Noorwegen
wordt de guerrilla voortgezet.
DUITSCHE VERLIEZEN.
De verliezen, die door de Duitschers in Noor
wegen worden geleden, moeten vrij belangrijk zijn,
zoo wordt uit Oslo aan de Zweedsche dagbladen ge
meld. ÏVIen constateert, dat dagelijks vrachtwagens,
beladen met dooden en gewonden, in Oslo aankomen.
De dooden worden begraven in gemeenschappelijke
graven en in groepen van vijftig. Er zijn weer ver
scheidene scholen in Oslo gerequireerd door de be
zettingsautoriteiten. Men gelooft dat dit geschiedt
ten behoeve van het onderbrengen van Noorsche
gevangenen.
De toestand der levensmiddelenvoorziening wordt
in Noorwegen steeds verontrustender en de Noor
sche minister van landbouw heeft een oproep ge
richt tot de bevolking, waarin hij zegt, dat het
Noorsche volk zich nooit in een zoo ernstigen toe
stand heeft bevonden van een standpunt van levens
middelenvoorziening. In den oproep wordt gezegd
„ieder moet zich ten zeerste inspannen om zich voor
te bereiden op den komenden winter1".
NOORSCH PASSAGIERSBOOTJE
AANGEVALLEN.
Het Noorsche passagiersbootje „Folden" werd
met bommen en machinegeweervuur aangevallen
door een Duitsch vliegtuig, aldus wordt volgens
Havas in welingelichte Londensche kringen verno
men. Aan boord werden zes personen gedood en
verscheiden gewond. Van de boot is niets dan een
wrak over. De aanval was zonder waarschuwing
geschied.
PROCLAMATIE VAN
KONING HAAKON.
Koning Haakon heeft, naar Reuter meldt,
een proclamatie uitgevaardigd aan het Noor
sche volk, waarin hjj verklaart: „In het
noorden van Noorwegen bezetten wij nog
krachtige posities en vandaar uit zullen wij er
in slagen om met de hulp, wartoe thans plan
nen worden beraamd, de rest van het land te
heroveren.
De superioriteit van den vijand, zoowel in aantal
als in techniek, op den grond en in het bijzonder
in de lucht, heeft ons gedwongen terug te trek
ken. Wij hebben reden om te gelooven dat dit
spoedig veranderd zai worden. Het was geen oorlog,
maar moord en brandstichting, welke de Duitschers
pleegden in Noorwegen.
Zooals de eerste Duitsche aanval misdadig en
bruut was zoo is de Duitsche oorlogvoering der af-
geloopen vier weken meedoogenloos en barbaarsch
geweest. Open steden, weerlooze landelijke ge
meenten, visschers in hun kleine visschersbooten en
hospitaalschepen met groote, gemakkelijk te on
derscheiden Roode Kruisteekens, zijn gebombar
deerd en met machinegeweervuur bestookt".
In verband met de gevechten zegt Koning
Haakon: „In ongeveer gelijke omstandigheden
zijn onze soldaten volkomen gelijk aan de Duitsche
en meer dan dat. De Duitsche verhezen ter zee
en te land zijn tot dusverre vele malen grooter ge
weest dan de onze".
De koning voegt hier nog aan toe: „Ieder huis,
dat vernield wordt, iedere moord op weerlooze bur
gers heeft slechts de krachtige vastberadenheid
van het volk versterkt om de aanvallers uit het
land te drijven. Wij zijn er zeker van dat de be
volking in de bezette districten zal optreden met
de waardigheid, die door de omstandigheden wordt
vereischt. Ik en de regeering zijn vastbesloten vol
te houden tot het land bevrijd is".
Niets eenvoudiger dan het plaatsen van een
Groentje in Haarlem's Dagblad.
Niets goedkooper.
Niets zekerder van succes.
Vergeet het bij voorkomende gelegenheid
niet.
Noorwegen zwaar getroffen door de
bombardementen.
Het toeristenoord Molde volkomen afgebrand.
ERGENS IN NOORWEGEN, 8 Mei (Reuter)
Het Noorsche Telegraaf Agentschap meldt: De
Duitsche bombardementen op Aalesund hebben
schade aangericht tot een bedrag van verschei
dene millioenen kronen. Vele particuliere huizen
werden door bommen van sterk explosieve kracht
tot puinhoopen gemaakt. Het prachtige toeristen
centrum Molde is volkomen afgebrand. Eenige da
gen geleden werd van zee uit waargenomen hoe
Christiansund het bekende vischexportcentrum, er
uitzag als een groote vuurgloed. De brandbommen
hebben hier zulk een ontzettende schade kunnen
aanrichten omdat er zeer vele oude houten huizen
staan. Toen de luchtaanvallen begonnen, verliet
de bevolking de stad. De brand heeft vier dager
geduurd.
Inzake een bericht van de Duitsche radio, vol
gens hetwelk een enkel Duitsch vliegtuig een groot
Britsch transportschip nabij Myken tot zinken
heeft gebracht, merkt het Noorsche Telegraaf
I Agentschap op dat de door de Duitsche radio ge
noemde tijd en plaats bewijzen dat deze aanval be
trekking heeft op het bombardement van het
kleine weerlooze Noorsche passagiersschip „Fol
den".
(Speciaal uit het Zuiden des lands
komen berichten, dat dit jaar een
bijzonder rijke kersenoogst wordt
verwacht.)
Het is helaas in deze dagen
Voor kranten zelden weggelegd,
Van schoon vooruitzicht te gewagen
En dat is, dunkt mij, zacht gezegd.
Daarom temeer mag ik het achten
Een waarlijk heugelijke plicht,
Om u niet lang te laten wachten
Op zulk een kersversch kersbericht.
De kersenoogst zal prachtig worden,
Zoo wordt met zekerheid voorspeld,
Dat 's pittig, rood en dik in orde,
Naast al het zorglijks dat men meldt.
De nachtvorst kan ze niet meer schaden,
Daarvoor zijn ze te ver reeds heen
En aan de boomen, volgeladen,
Vreest men de spreeuwenplaag alleen.
Men kan er in de lage landen,
Hoezeer de zorg bij -tijden nijp',
Bij voorbaat al van watertanden,
Al zijn dan tijd noch kers reeds lijp.
Wij zullen volop kersen smullen
Met vrouw en kroost in het verschiet,
Maar, waar wij wel voor waken zullen,
Vanouds met groote heeren niet.
I
Het woord is aan
Jack London.*
Een hond een been toe te werpen is geen
liefdadigheid. Liefdadigheid is: het been te
deelen met den hond als men even honge
rig is als de hond.
Lagerhuisleden
oefenen critiek
op den veldtocht
in Noorwegen
Chamberlain heeft gisteren in het Lagerhuis
het woord gevoerd over het optreden der ge
allieerden in Noorwegen. Hij zeide o.a. dat
de beteekenis van de terugtrekking uit Zuid-
Noorwegen niet overdreven moet worden en gaf
te kennen dat het op Noorschen aandrang was
geweest dat een poging was gedaan om Dront
heim te veroveren. Chamberlain wees de vor
ming van een oorlogskabinet opnieuw van de
hand, kondigde aan dat Churchill in het vervolg
belast is met het oppertoezicht op de dagelijk-
sche oorlogvoering. Bij de debatten werd
ernstige critiek op het beleid der regeering uit
geoefend.
Reuter zegt in een commentaar dat ofschoon
de leden van alle partijen critisch staan tegen
over den geheelen toestand, de zaken nog geen
punt schijnen te hebben bereikt, waarop een
sterk deel der regeeringsaanhangers om een
wijzging zou vragen.
(Men zie voor het uitvoerige verslag van de La
gerhuiszitting elders in dit nummer).
In het Europeesche en Amerikaansche commen
taar op Chamberlain's verdediging van de Britsche
actie in Noorwegen valt een sterk gereserveerde
houding te bespeuren, zoo meldde Reuter vanmor
gen. In sommige landen heeft de redevoering van
Chamberlain evenwel veel critiek uitgelokt. In
verscheidene hoofdsteden wordt de aankondiging,
dat grootere bevoegdheden zullen worden ver
strekt aan Churchill, begroet.
De verwijzing van Chamberlain naar de houding
van de Zweedsche pers is in Stockholm als een ver
rassing gekomen. (Chamberlain verlangde strikte
neutraliteit van dit land).
In Washington heerscht de meening dat Cham
berlain in staat zal zijn den storm te overwinnen.
In de reactie van Canada valt vertrouwen waar
te nemen dat de Britsche regeering alles in het
werk zal stellen' om de Britsche oorlogvoering te
bevorderen.
Italiaansche politieke kringen te Rome gaven als
hun meening te kennen, dat Chamberlain den dag
goed had doorgemaakt.
In Zixrich meent men dat vele vragen, welke de
Zwitsersche pers en het Zwitsersche publiek zich
de laatste dagen gesteld hebben, onbeantwoord zijn
gebleven.
In Parijs worden de openhartigheid en moed
waarmede de Britsche premier gesproken heeft be
wonderd en wordt zijn beroep op een nauwer aan
eensluiten van de gelederen warm toegejuicht.
De parlementsfractie van de Labourpartij, die
vanmorgen vergaderde, heeft besloten stemming
te eischen over het beleid in Noorwegen.
Weinig kans op
onmiddellijke crisis?
Reuter meldde gisteravond dat het standpunt
der Labourfractie ten opzichte der Britsche regee
ring vanochtend in een bijeenkomst zou worden
vastgesteld. Voor het oogenblik, aldus Reuter, is
de reactie op de verklaring van Chamberlain zoo,
dat er geen onmiddellijke politieke crisis zal ont
staan. De leden van alle partijen staan critisch
tegenover den geheelen toestand, maar de zaken
schijnen nog geen punt te hebben bereikt, waarop
een sterk deel der regeeringsaanhangers om een
wijziging zou vragen. Vele regeeringsaanhangers
achtten de rede van Chamberlain teleurstellend,
anderen noemden haar de rede van een vermoeid
man, maar desalniettemin zal bij uitblijven van
onverwachte ontwikkelingen de groote massa der
regeeringsaanhangers voor de regeering stemmen
ingeval de oppositie haar zou trachten inbevoegd
te verklaren om den oorlog voort te zetten tets
dergelijks is een van de mogelijke resultaten van
de bijeenkomsten der Labourparty van heden
Nader meldde Reuter dat op een vergadering van
regeeringsaanhangers, die eenigen tijd geleden cri
tiek op de regeering hadden, gisteravond de moge
lijkheid van het indienen van een motie van af
keuring op de oorlogsvoering der regeering be
sproken is. Men besloot daartoe op het oogenblik
niet over te gaan,
Mr. Van Rhijn minister
van Landbouw en Visscherij
Mr. Steenberghe blijft minister van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart
s'-GRAVENHAGE, 8 Mei. De Regeeringspers-
dienst meldt:
Reeds sedert eenigen tijd is gebleken, dat ten
gevolge van den oorlogstoestand de bemoeiingen
van het huidige departement van economische za
ken in die mate in omvang toenemen, dat het nau
welijks mogelijk is, dat het beheer van dit departe
ment door één verantwoordelijk bewindsman blijft
gevoerd.
Hoewel de fungeerende minister van economische
zaken in beginsel een voorstander is van den toe
stand zooals die thans bestaat en dan ook bij zijn
optreden in 1937 de leiding van het vereenigd
departement op zich genomen heeft, nadat dit in
de onmiddellijk voorafgaande jaren gesplitst was
geweest in een departement van handel, nijverheid
en scheepvaart en een departement van landbouw
en visscherij is hij van oordeel een meening
welke door het kabinet wordt gedeeld dat op
dit oogenblik die toestand niet kan worden ge
handhaafd en dat, om alle betrokken belangen ook
in de toekomst behoorlijk tot hun recht te doen
komen, 'n splitsing van de werkzaamheden als onver
mijdelijk moet worden beschouwd.
Bij Koninklijk Besluit van heden is daarom
opnieuw ingesteld een ministerie van land
bouw en visscherij, terwijl tegelijkertijd voor
het bestaande departement de naam wordt
hersteld van ministerie van handel, nijverheid
en scheepvaart.
Tot minister van landbouw en visscherij is be
noemd de heer mr. dr. A. A. van Rhijn, thans
secretaris-generaal van het departement van
economische zaken. De nieuwe minister heeft
in zijn voornoemde functie cn als voorzitter
van het college van regceringscommissarissen
voor landbouwcrisis-aangelegenheden reeds
eenige jaren den huidigen bewindsman ge
adviseerd, zoodat eenheid van behandeling der
economische vraagstukken mag worden ver
wacht.
Omtrent het terrein, dat ieder der beide
departementen zal omvatten, zullen dezer
dagen nadere mededcelingcn worden gedaan.
Duitsch legerbericht
BERLIJN, 8 Mei. (DNB) Het opperbevel van (Je
weermacht maakt bekend:
Het luchtwapen heeft opnieuw vijandelijke zce-
strijdkrachten bij Narvik aangevallen. Twee krui
sers werden getroffen. Vijandelijke stellingen en
marschcolonnes werden doeltreffend gebombardeerd.
In een luchtgevecht werd ten oosten van Narvik een
Britsch jachtvliegtuig omlaag geschoten.
Te Narvik zelf is de toestand onveranderd.
Onder den omvangrijken buit, welke tot nu toe in
het gebied van Andalsnes in bezit kon worden geno
men, b«vinden zich 460 Engelsche tankbuksen met
munitie, 49 vuurmonden, waaronder veertig Engel
sche luchtdoelkanonnen, zestig granaatwerpers, 355
machinegeweren, 5300 geweren, 4 1/2 millioen in-
fanterie-patronen en een munitietrein met 300 ton
munitie.
De laatste resten van den Noorschen tegenstand
in Zuid- en. Midden-Noorwegen zijn thans ter zijde
gesteld.
Bij Vinje hebben zich gedeelten van een Noorsch
infanterie-regiment overgegeven.
Groote hoeveelheden oorlogstuig, wapens en voor
raden ontplofbare stoffen zijn daarbij buit gemaakt.
Aan het Westelijk front werd ten zuiden van
Saarlautern de aanval van een vijandelijken stoot
troep met sterke verliezen voor den vijand afge
slagen.
HEDEN: 12 PAGINA'S.
Adikelen-
R. P.: Storm in Westminster, pag. 1 g
J. H. de Bois: Kunst in Haarlem en jf
daarbuiten pag. 3 g
Jhr. dr. J. C. Mollerus: Tuinbouwex-
port in 1939 pag. 4 g
Van onzen Parijschen correspondent: H
Het werk der Fransche vrouwen. g
pag. 6 g
Sport in 't Kort. pag. 6 g
B. K.: In tram en trein pag. 3 j§
J. H. de Bois: Haarlemsche heden- g
daagsche kunst in het Frans Hals- B
Museum. pag. 2 g
K. de Jong: Leerlingenuitvoering Cor M
Teves. pag. 4 M
1 Laatste Berichten op pagina 7 1=
V