Haarlem's Dagblad 1C (Haan Noorsch opperbevel spreekt verlies van steden benoorden Drontheim tegen Storm in Westminster. Eet-, Zit- en Slaapkamer ameublementen Karpetten Gordijnstoffen Kersenoogst. Chamberlain verdedigt het Engelsche oorlogsbeleid De positie van Chamberlain. Economische Zaken gesplitst Twee vijandelijke kruisers bij Narvik getroffen 57c Jaargang No. 17449 Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant- Uitgaven en Algem Drukkerij N.V Bureaux: Groote Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro- dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12. Telefoon: Directie 13082. Hoofdred 15054, Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724, 14825 Soendaplein 12230. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM Woensdag 8 Hei 1940 Abonnementen per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels 1.75, elke regel meer ƒ0.35 Reclames 0.60 per regel Regelabonnementstarieven op aanvraag. Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer ƒ0.15. Groentjes zie rubriek. In Westminster, het Londensche district waar de Houses of Parliament en de gebouwen der regee- ringsdepartementen gelegen zijn, heeft het gisteren gestormd tegen het beleid van het kabinet-Cham- berlain. Het Lagerhuis heeft den geheelen middag en avond vergaderd. De premier heeft het ten aan zien van Noorwegen gevoerde beleid verdedigd cn is daarna scherp aangevallen door een reeks spre kers. Het begon met de oppositieleiders: majoor Attlee, aanvoerder van de Labour-fractie en Sir Archibald Sinclair, den voorman van de liberale oppositie. Daarna nam de conservatief Page Croft het voor de regeering op, in het licht stellend dat de Nooi'sche campagne den Duitschers op verlies van een groot deel van hun oorlogs- en hun handelsvloot is komen te staan en daartegenover den Engelschen terugtocht-te-land voorstellend als „een kleine tac tische tegenslag". Maar dit optimistische geluid werd weer te niet gedaan door den aanval dien de oude admiraal Sir Roger Keyes, de vermaardste der nog levende vlootaanvoerders uit den wereldoorlog, op het beleid van de marinestaf richtte. En daarna werd zij door den conservatieven oud-minister Amery aangevallen in een stijl, die gekenmerkt werd door een citaat van Oliver Cromwell: „Voor hetgeen gij aan goeds gedaan hebt, hebt gij hier lang genoeg gezeten. Gaat heen, zeg ik en laten wij van u af zijn. In 's hemelsnaam, gaat heen!" Dat was dus nogal direct. De minister van Oorlog, Stanley, was de laat ste woordvoerder van den avond en vanmiddag, als het debat wordt voortgezet, zullen Churchill, minis ter van Marine en Sir Samuel Hoare, minister van Luchtvaart, aan het woord komen. Het is nog on zeker of de regeering dit debat zal overleven. Het is zelfs nog onzeker, op het oogenblik van schrijven, of een motie van wantrouwen door de Labour Party zal worden voorgesteld. Het is mogelijk dat de re geering dezen aanval nog overleeft. Maar uit een debat als dat van gisteren moet men wel opmaken dat zij in haar huidige samenstelling geen lang leven meer kan hebben. Dezer dagen schreef ik „Er zijn groote veranderingen in Engeland op til". En die indruk blijft gehandhaafd ook al mocht vandaag het kabinet-Chamberlain niet ten val gebracht wor den. De Engelsche politieke molens hebben hun eigen wijze van malen: niet erg snel, maar grondig. Het is te begrijpen dat men van regeeringszijde aangevoerd heeft dat de terugtocht uit Zuid Noor wegen geen militairen tegenslag van beslissende be- teekenis meebrengt. Maar de aanvallen der oppositie golden andere zijden van de zaak. Wie het verslag van het Lagerhuisdebat leest zal ze ontwaren. De oppositie en een deel van de conservatieve partij zijn van meening dat er gebrek aan initiatief is, dat integendeel het initiatief telkens weer aan Duitsche zijde blijkt te zijn en dat de regëering daar telkens weer door overrompeld is, al sinds den aanval op Tsjecho-Slowakije. Zij zijn er verder van over tuigd, dat Engeland door den afloop van het avon tuur een verlies aan prestige in alle landen dei- wereld heeft geleden, hetgeen Chamberlain zelf in zijn rede moest erkennen. En tenslotte achten zij de werking van het oorlogsbeleid te traag, te weinig doordacht en te slordig. Verscheidene gemaakte fou ten werden der regeering verweten. Die betroffen de vertraging in de uitzending van het expeditie- leger naar Noorwegen en ook de uitrusting van de expeditie. Sinclair gaf bijzonderheden omtrent een transportschip dat zoowel in instrumenten als in af weermiddelen te kort kwam en slechts voedsel aan boord had voor de helft der opvarenden. Admiraal Keyes, wiens critiek diepen indruk maakte, ver klaarde dat hij Churchill had voorgesteld Drontheim aan te vallen van de zeezijde. Hem was geantwoord dat het niet moeilijk was de Drontheimfjord binnen te komen, maar dat men het niet noodig achtte, om dat het leger goede vorderingen maakte en de toe stand in de Middellandsche Zee het onwenschelijk maakte er schepen aan te wagen. (Dit werd met ge roep van Shame!" door de oppositie ontvangen). Er is dus een heele lijst van ernstige grieven tegen de Engelsche regeering tot uiting gekomen en de hoofdzaken tellen zwaar. Wie als buitenlander Chamberlain's rede leest zal niet den indruk van een sterk betoog krijgen. En inderdaad is buiten Engeland, ook in ons land, de indruk gewekt dat het initiatief telkens weer aan Duitsche zijde is, dat men daar beter en grondiger is voorbereid en dat eenig klein land dat door de Duitschers wordt aan gevallen op zichzelf moet vertrouwen en niet reke nen op eenige snelle hulp van de andere zijde. Het neutrale buitenland herinnert zich ook den wereld oorlog en zegt: „De Engelschen zijn weer net zoo langzaam als toen. Er werden reeksen fouten en nalatigheden begaan eer ze toen wakker waren". In zooverre kloppen dus de verwijten, door de oppo sitie tot de regeering gericht, "heel goed met hetgeen men in andere landen denkt en zegt. Chamberlain zelf voelt blijkbaar heel goed dat zijn bewind versterking behoeft. Hij wil die ver werven door deelneming der oppositie-partijen aan zijn regeering. Hij wil een Nationaal Kabinet in de volle beteekenis des woords, onder zijn eigen leiding. Ook gisteren heeft hij daar weer naar ge- vischt. Maar tot dusver hebben de oppositiepar tijen niet gewild. Zij willen wel mee-regeeren, maar niet onder deze leiding. Dit legt hun zelf natuurlijk verantwoording op voor de ontwikke ling der gebeurtenissen. Terwijl ik dit schrijf komt nu het bericht binnen dat de Labour Partij van morgen toch besloten heeft, aan het slot van dit debat een stemming te vragen. Dat beteekent dus een motie. De vraag is nu maar hoe groot het ge deelte der regeeringsmeerderheid, dat met de oppo sitie mee zal gaan, zal wezen. Sommigen zullen zich als nuchtere Hollanders de vraag stellen of het er veel op aankomt wie de poli tici zijn die de leidende regeeringsposten in Enge land bezetten en de meening uitspreken dat de eigenlijke oorlog toch door anderen gevoerd wordt. Maar zulke nuchterheid onderschat de ware betee kenis van de leiders van een volk-in-oorlog, dat in den modernen oorlogszin in zijn geheel daarbij be trokken is. Men kan het het best vergelijken met een reusachtig bedrijf. Ieder die het bedrijfsleven kent HET STRIJDTOONEEL IN NOORWEGEN Geallieerde troepen bij Narvik ontscheept? Het Noorsche telegraaf agentschap meldt uit „ergens in Noorwegen", dat het Noorsche mili taire hoofdkwartier in het noorden van Noor wegen, categorisch tegenspreekt, dat de Duit schers steden bezet hebben ten noorden van Drontheim, zooals van Duitsche zijde is ver klaard. Het agentschap verklaart dat geen Duitsch soldaat nog de grens gepasseerd is tusschen Noord-Trondelag en de provincie Norland. De grens loopt ten zuiden van Maja- vann in het Namdal ten noord-oosten van Namsos. In een door het Noorsche opperbevel uitge geven verklaring, waarin een overzicht wordt gegeven van de jongste gebeurtenissen in Noorwegen wordt gezegd: „Wij zullen niet toegeven. De strijd zal door gaan. De geheele wereld zal weten dat Noor wegen niet zal sterven, doch zijn pogingen zal versterken tot behoud van zijn onafhankelijk heid. Het recht is aan onze zijde". Het communiqué vermeldt verder: „Vlieg tuigen, artillerie en infanterie hebben gister avond met onze troepen samengewerkt en den vijand uit de bergen bij Leigastind en uit het dal van Gresdalen verjaagd". BARTELJORISSTR. 39-41 TEL. 10250, OPGER. 1833 in alle stijlen Bezoekt onze Permanente Meubeltentoonstelling Barteljorisstraat 34 Grootste Speciaalzaak voor compl. Meubileering voor Haarlem en Omstr. (Adv. Ingez. Med.) weet, dat in elk bedrijf de karaktereigenschappen van den directeur of de directeuren hun invloed doen gelden op de werkwijze en het persoonlijk op treden van het personeel. Initiatief, geestdrift, ijver, volharding, nauwkeurigheid, plichtsgevoel, ja zelfs opgewektheid en welwillendheid van de leiding komen evenzeer tot uiting in den ganschen bedrijfs- gang in het algemeene optreden van het perso neel als minder goede eigenschappen of zelfs de tegendeelen van de genoemde. Daarom is het altijd zoo belangrijk wie de leiding heeft of wie haar heb ben: niet alleen wegens persoonlijke bekwaamheden maar ook en zelfs het meest wegens karaktereigen schappen. En daaraan ten nauwste verbonden is de vraag van het vertrouwen, die het personeel zelf in de leiding stelt. Als dus in het reusachtige bedrijf Groot-Brit- tannië geschokt vertrouwen in de directie bij velen aan den dag treedt duidt dat op spoedige verande ringen en ook op het feit, dat er inderdaad veel moet haperen. En als onderhebbenden in tempo, zorg bij voorbereiding van nieuwe ondernemingen en initia tief tekort schieten moet men daaruit wel afleiden dat er in deze opzichten ook bij de opperste leiding een tekort is. 2 2 Tenslotte nog iets anders. De oud-minister Amery gaf in het debat als zijn meening te ken nen dat „de volgende slag elk oogenblik kon val len" en dat men niet wist waar dat zou zijn. Dit teekent den onzekeren toestand in de huidige oor logsontwikkeling. Die onzekerheid bestaat in alle landen. Het kan dan ook geen verwondering wek ken dat men (voor de vierde maal sinds het begin van den oorlog) in Den Haag besloten heeft tot het nemen van voorzorgsmaatregelen die zich ditmaal hebben uitgestrekt tot de intrekking van vrijwel alle militaire verloven. In een onzekeren toestand nemen zij, die in ons land met de zeer zware verantwoordelijkheid be last zijn, geen risico's op zich. En dat kunnen wij als secure Hollanders volkomen waardeeren. R. P. Noorsche legatie verlaat Denemarken LONDEN, 8 Mei (Reuter). Dc Zweedsche radio heeft vandaag medegedeeld dat de Noorsche legatie in Kopenhagen bevel gekregen heeft Denemarken te verlaten. De legatie zal morgen vertrekken. De Zweedsche legatie in Kopenhagen zal de belangen van Noorwegen in Denemarken behartigen. y De operaties tot omsingeling van de Duitsche troepen door de geallieerden worden voortgezet iri het gebied van Narvik, waar de Duitsche posten herhaalde malen zijn aangevallen, zoo heeft ae B. B. Cgisteravond gemeld. In Midden-Noorwegen blijven de Noorsche contingenten weerstand bieden. Gisteravond om half negen meldde de B.B.C. nog dat in de laatste dagen geallieerde troepen ontsche pingen ten noorden van Narvik ten uitvoer zijn gelegd. Uit Namsos afkomstige detachementen Noren zouden op weg zijn naar het noorden om zich bij de geallieerden te voegen. In Midden-Noorwegen wordt de guerrilla voortgezet. DUITSCHE VERLIEZEN. De verliezen, die door de Duitschers in Noor wegen worden geleden, moeten vrij belangrijk zijn, zoo wordt uit Oslo aan de Zweedsche dagbladen ge meld. ÏVIen constateert, dat dagelijks vrachtwagens, beladen met dooden en gewonden, in Oslo aankomen. De dooden worden begraven in gemeenschappelijke graven en in groepen van vijftig. Er zijn weer ver scheidene scholen in Oslo gerequireerd door de be zettingsautoriteiten. Men gelooft dat dit geschiedt ten behoeve van het onderbrengen van Noorsche gevangenen. De toestand der levensmiddelenvoorziening wordt in Noorwegen steeds verontrustender en de Noor sche minister van landbouw heeft een oproep ge richt tot de bevolking, waarin hij zegt, dat het Noorsche volk zich nooit in een zoo ernstigen toe stand heeft bevonden van een standpunt van levens middelenvoorziening. In den oproep wordt gezegd „ieder moet zich ten zeerste inspannen om zich voor te bereiden op den komenden winter1". NOORSCH PASSAGIERSBOOTJE AANGEVALLEN. Het Noorsche passagiersbootje „Folden" werd met bommen en machinegeweervuur aangevallen door een Duitsch vliegtuig, aldus wordt volgens Havas in welingelichte Londensche kringen verno men. Aan boord werden zes personen gedood en verscheiden gewond. Van de boot is niets dan een wrak over. De aanval was zonder waarschuwing geschied. PROCLAMATIE VAN KONING HAAKON. Koning Haakon heeft, naar Reuter meldt, een proclamatie uitgevaardigd aan het Noor sche volk, waarin hjj verklaart: „In het noorden van Noorwegen bezetten wij nog krachtige posities en vandaar uit zullen wij er in slagen om met de hulp, wartoe thans plan nen worden beraamd, de rest van het land te heroveren. De superioriteit van den vijand, zoowel in aantal als in techniek, op den grond en in het bijzonder in de lucht, heeft ons gedwongen terug te trek ken. Wij hebben reden om te gelooven dat dit spoedig veranderd zai worden. Het was geen oorlog, maar moord en brandstichting, welke de Duitschers pleegden in Noorwegen. Zooals de eerste Duitsche aanval misdadig en bruut was zoo is de Duitsche oorlogvoering der af- geloopen vier weken meedoogenloos en barbaarsch geweest. Open steden, weerlooze landelijke ge meenten, visschers in hun kleine visschersbooten en hospitaalschepen met groote, gemakkelijk te on derscheiden Roode Kruisteekens, zijn gebombar deerd en met machinegeweervuur bestookt". In verband met de gevechten zegt Koning Haakon: „In ongeveer gelijke omstandigheden zijn onze soldaten volkomen gelijk aan de Duitsche en meer dan dat. De Duitsche verhezen ter zee en te land zijn tot dusverre vele malen grooter ge weest dan de onze". De koning voegt hier nog aan toe: „Ieder huis, dat vernield wordt, iedere moord op weerlooze bur gers heeft slechts de krachtige vastberadenheid van het volk versterkt om de aanvallers uit het land te drijven. Wij zijn er zeker van dat de be volking in de bezette districten zal optreden met de waardigheid, die door de omstandigheden wordt vereischt. Ik en de regeering zijn vastbesloten vol te houden tot het land bevrijd is". Niets eenvoudiger dan het plaatsen van een Groentje in Haarlem's Dagblad. Niets goedkooper. Niets zekerder van succes. Vergeet het bij voorkomende gelegenheid niet. Noorwegen zwaar getroffen door de bombardementen. Het toeristenoord Molde volkomen afgebrand. ERGENS IN NOORWEGEN, 8 Mei (Reuter) Het Noorsche Telegraaf Agentschap meldt: De Duitsche bombardementen op Aalesund hebben schade aangericht tot een bedrag van verschei dene millioenen kronen. Vele particuliere huizen werden door bommen van sterk explosieve kracht tot puinhoopen gemaakt. Het prachtige toeristen centrum Molde is volkomen afgebrand. Eenige da gen geleden werd van zee uit waargenomen hoe Christiansund het bekende vischexportcentrum, er uitzag als een groote vuurgloed. De brandbommen hebben hier zulk een ontzettende schade kunnen aanrichten omdat er zeer vele oude houten huizen staan. Toen de luchtaanvallen begonnen, verliet de bevolking de stad. De brand heeft vier dager geduurd. Inzake een bericht van de Duitsche radio, vol gens hetwelk een enkel Duitsch vliegtuig een groot Britsch transportschip nabij Myken tot zinken heeft gebracht, merkt het Noorsche Telegraaf I Agentschap op dat de door de Duitsche radio ge noemde tijd en plaats bewijzen dat deze aanval be trekking heeft op het bombardement van het kleine weerlooze Noorsche passagiersschip „Fol den". (Speciaal uit het Zuiden des lands komen berichten, dat dit jaar een bijzonder rijke kersenoogst wordt verwacht.) Het is helaas in deze dagen Voor kranten zelden weggelegd, Van schoon vooruitzicht te gewagen En dat is, dunkt mij, zacht gezegd. Daarom temeer mag ik het achten Een waarlijk heugelijke plicht, Om u niet lang te laten wachten Op zulk een kersversch kersbericht. De kersenoogst zal prachtig worden, Zoo wordt met zekerheid voorspeld, Dat 's pittig, rood en dik in orde, Naast al het zorglijks dat men meldt. De nachtvorst kan ze niet meer schaden, Daarvoor zijn ze te ver reeds heen En aan de boomen, volgeladen, Vreest men de spreeuwenplaag alleen. Men kan er in de lage landen, Hoezeer de zorg bij -tijden nijp', Bij voorbaat al van watertanden, Al zijn dan tijd noch kers reeds lijp. Wij zullen volop kersen smullen Met vrouw en kroost in het verschiet, Maar, waar wij wel voor waken zullen, Vanouds met groote heeren niet. I Het woord is aan Jack London.* Een hond een been toe te werpen is geen liefdadigheid. Liefdadigheid is: het been te deelen met den hond als men even honge rig is als de hond. Lagerhuisleden oefenen critiek op den veldtocht in Noorwegen Chamberlain heeft gisteren in het Lagerhuis het woord gevoerd over het optreden der ge allieerden in Noorwegen. Hij zeide o.a. dat de beteekenis van de terugtrekking uit Zuid- Noorwegen niet overdreven moet worden en gaf te kennen dat het op Noorschen aandrang was geweest dat een poging was gedaan om Dront heim te veroveren. Chamberlain wees de vor ming van een oorlogskabinet opnieuw van de hand, kondigde aan dat Churchill in het vervolg belast is met het oppertoezicht op de dagelijk- sche oorlogvoering. Bij de debatten werd ernstige critiek op het beleid der regeering uit geoefend. Reuter zegt in een commentaar dat ofschoon de leden van alle partijen critisch staan tegen over den geheelen toestand, de zaken nog geen punt schijnen te hebben bereikt, waarop een sterk deel der regeeringsaanhangers om een wijzging zou vragen. (Men zie voor het uitvoerige verslag van de La gerhuiszitting elders in dit nummer). In het Europeesche en Amerikaansche commen taar op Chamberlain's verdediging van de Britsche actie in Noorwegen valt een sterk gereserveerde houding te bespeuren, zoo meldde Reuter vanmor gen. In sommige landen heeft de redevoering van Chamberlain evenwel veel critiek uitgelokt. In verscheidene hoofdsteden wordt de aankondiging, dat grootere bevoegdheden zullen worden ver strekt aan Churchill, begroet. De verwijzing van Chamberlain naar de houding van de Zweedsche pers is in Stockholm als een ver rassing gekomen. (Chamberlain verlangde strikte neutraliteit van dit land). In Washington heerscht de meening dat Cham berlain in staat zal zijn den storm te overwinnen. In de reactie van Canada valt vertrouwen waar te nemen dat de Britsche regeering alles in het werk zal stellen' om de Britsche oorlogvoering te bevorderen. Italiaansche politieke kringen te Rome gaven als hun meening te kennen, dat Chamberlain den dag goed had doorgemaakt. In Zixrich meent men dat vele vragen, welke de Zwitsersche pers en het Zwitsersche publiek zich de laatste dagen gesteld hebben, onbeantwoord zijn gebleven. In Parijs worden de openhartigheid en moed waarmede de Britsche premier gesproken heeft be wonderd en wordt zijn beroep op een nauwer aan eensluiten van de gelederen warm toegejuicht. De parlementsfractie van de Labourpartij, die vanmorgen vergaderde, heeft besloten stemming te eischen over het beleid in Noorwegen. Weinig kans op onmiddellijke crisis? Reuter meldde gisteravond dat het standpunt der Labourfractie ten opzichte der Britsche regee ring vanochtend in een bijeenkomst zou worden vastgesteld. Voor het oogenblik, aldus Reuter, is de reactie op de verklaring van Chamberlain zoo, dat er geen onmiddellijke politieke crisis zal ont staan. De leden van alle partijen staan critisch tegenover den geheelen toestand, maar de zaken schijnen nog geen punt te hebben bereikt, waarop een sterk deel der regeeringsaanhangers om een wijziging zou vragen. Vele regeeringsaanhangers achtten de rede van Chamberlain teleurstellend, anderen noemden haar de rede van een vermoeid man, maar desalniettemin zal bij uitblijven van onverwachte ontwikkelingen de groote massa der regeeringsaanhangers voor de regeering stemmen ingeval de oppositie haar zou trachten inbevoegd te verklaren om den oorlog voort te zetten tets dergelijks is een van de mogelijke resultaten van de bijeenkomsten der Labourparty van heden Nader meldde Reuter dat op een vergadering van regeeringsaanhangers, die eenigen tijd geleden cri tiek op de regeering hadden, gisteravond de moge lijkheid van het indienen van een motie van af keuring op de oorlogsvoering der regeering be sproken is. Men besloot daartoe op het oogenblik niet over te gaan, Mr. Van Rhijn minister van Landbouw en Visscherij Mr. Steenberghe blijft minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart s'-GRAVENHAGE, 8 Mei. De Regeeringspers- dienst meldt: Reeds sedert eenigen tijd is gebleken, dat ten gevolge van den oorlogstoestand de bemoeiingen van het huidige departement van economische za ken in die mate in omvang toenemen, dat het nau welijks mogelijk is, dat het beheer van dit departe ment door één verantwoordelijk bewindsman blijft gevoerd. Hoewel de fungeerende minister van economische zaken in beginsel een voorstander is van den toe stand zooals die thans bestaat en dan ook bij zijn optreden in 1937 de leiding van het vereenigd departement op zich genomen heeft, nadat dit in de onmiddellijk voorafgaande jaren gesplitst was geweest in een departement van handel, nijverheid en scheepvaart en een departement van landbouw en visscherij is hij van oordeel een meening welke door het kabinet wordt gedeeld dat op dit oogenblik die toestand niet kan worden ge handhaafd en dat, om alle betrokken belangen ook in de toekomst behoorlijk tot hun recht te doen komen, 'n splitsing van de werkzaamheden als onver mijdelijk moet worden beschouwd. Bij Koninklijk Besluit van heden is daarom opnieuw ingesteld een ministerie van land bouw en visscherij, terwijl tegelijkertijd voor het bestaande departement de naam wordt hersteld van ministerie van handel, nijverheid en scheepvaart. Tot minister van landbouw en visscherij is be noemd de heer mr. dr. A. A. van Rhijn, thans secretaris-generaal van het departement van economische zaken. De nieuwe minister heeft in zijn voornoemde functie cn als voorzitter van het college van regceringscommissarissen voor landbouwcrisis-aangelegenheden reeds eenige jaren den huidigen bewindsman ge adviseerd, zoodat eenheid van behandeling der economische vraagstukken mag worden ver wacht. Omtrent het terrein, dat ieder der beide departementen zal omvatten, zullen dezer dagen nadere mededcelingcn worden gedaan. Duitsch legerbericht BERLIJN, 8 Mei. (DNB) Het opperbevel van (Je weermacht maakt bekend: Het luchtwapen heeft opnieuw vijandelijke zce- strijdkrachten bij Narvik aangevallen. Twee krui sers werden getroffen. Vijandelijke stellingen en marschcolonnes werden doeltreffend gebombardeerd. In een luchtgevecht werd ten oosten van Narvik een Britsch jachtvliegtuig omlaag geschoten. Te Narvik zelf is de toestand onveranderd. Onder den omvangrijken buit, welke tot nu toe in het gebied van Andalsnes in bezit kon worden geno men, b«vinden zich 460 Engelsche tankbuksen met munitie, 49 vuurmonden, waaronder veertig Engel sche luchtdoelkanonnen, zestig granaatwerpers, 355 machinegeweren, 5300 geweren, 4 1/2 millioen in- fanterie-patronen en een munitietrein met 300 ton munitie. De laatste resten van den Noorschen tegenstand in Zuid- en. Midden-Noorwegen zijn thans ter zijde gesteld. Bij Vinje hebben zich gedeelten van een Noorsch infanterie-regiment overgegeven. Groote hoeveelheden oorlogstuig, wapens en voor raden ontplofbare stoffen zijn daarbij buit gemaakt. Aan het Westelijk front werd ten zuiden van Saarlautern de aanval van een vijandelijken stoot troep met sterke verliezen voor den vijand afge slagen. HEDEN: 12 PAGINA'S. Adikelen- R. P.: Storm in Westminster, pag. 1 g J. H. de Bois: Kunst in Haarlem en jf daarbuiten pag. 3 g Jhr. dr. J. C. Mollerus: Tuinbouwex- port in 1939 pag. 4 g Van onzen Parijschen correspondent: H Het werk der Fransche vrouwen. g pag. 6 g Sport in 't Kort. pag. 6 g B. K.: In tram en trein pag. 3 j§ J. H. de Bois: Haarlemsche heden- g daagsche kunst in het Frans Hals- B Museum. pag. 2 g K. de Jong: Leerlingenuitvoering Cor M Teves. pag. 4 M 1 Laatste Berichten op pagina 7 1= V

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 1