Bewogen zitting
van het Engelsche Lagerhuis
George Lansbury
overleden.
WOENSDAG 8 MEI 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
Cop Chamberlain's rede volgde ernstige critiek der oppositiej
Reeds vroeg kwamen Dinsdagmiddag de leden!
I van het Lagerhuis bijeen en onmiddellijk na het
openen van de deuren werden ook de plaatsen op
j de diplomatenloge bezet. Minister-president Cham
berlain werd op zijn weg van Downingstreet naar
I het parlement door een groote menigte toegejuicht.
Kort na het begin van het vragenuur betrad mi
nister-president Chamberlain het parlement. Hij
werd van de regeeringsbanken luide toegejuicht.
Een aantal leden van het parlement was in uni
form gekleed. Onder de buitenlandsche gasten werd
ook de Noorsche minister van buitenlandsche zaken
j Koht opgemerkt.
In de diplomatenloge zaten de ambassadeurs van
België, de Vereenigde Staten, Argentinië, Chili,
Brazilië, Frankrijk China, de Sovjet Unie, Egypte
en Japan, alsmede de gezanten van Nederland,
Roemenië, Zweden, Noorwegen, Bulgarije en
Letland.
Voor het begin van de debatten werden talrijke
vragen gesteld en de minister van oorlog, Stanley,
antwoordde dat het nieuws van den Duitschen In
val in Denemarken door den chef van den gene-
ralen staf omstreeks 03.30 uur op 9 April werd ont
vangen. Verder deelde de minister mede, dat som
mige Britsche afdeelingen van het expeditiecorps
in Noorwegen waren voorzien van sneeuwbrillen.
Bij het einde van het vragenuur waren alle ban
ken bezet. Zelfs plaatsen, welke meestal leg blij
ven, waren ingenomen.
Toen minister-president Chamberlain opstond om
zijn rede te beginnen, kwam de minister van
Marine, Churchill binnen en nam naast Chamber
lain in de regeeringsbank plaats.
HET VERTREK UIT ANDALSNES
EN NAMSOS.
Minister-president Chamberlain zeide: „Toen ik
Donderdag j.l. sprak, zeide ik dat ik slechts een
onvolledig verslag kon geven van de operaties.
Ik was genoodzaakt mijzelf beperkingen op te leg
gen, teneinde te voorkomen dat ik iets zou zeg
gen- waardoor onze troepen risico zouden loopen.
Het was op dat oogenblik bekend dat onze troepen
uit Andalsnes waren teruggetrokken, doch we
moesten de troepen uit Namsos nog terug
trekken en ik moest bijzonder oppassen
niets te zeggen over de operaties welke
nog gevaarlijker waren dan het terugtrekken uit
Andalsnes, zoowel wegens het aantal manschappen
Onvermoeid strijder voor den vrede.
George Lansbury de vroegere leider van de
Britsche Labour Party, is Dinsdagavond op 81-
jarigen leef tijd. te Londen overleden. Met Lans
bury, die om zijn hoogstaand karakter alge-
meene achting genoot, is een zeer militant
strijder voor den vrede heengegaan.
Lansbury was op 21 Februari 1859 in Suffolk ge
boren. Hij begon zijn loopbaan als employé bij een
spoorwegmaatschappij in Engeland. Op 25-jarïgen
leeftijd vertrok hij naar Queensland, waar hij een
jaar vertoefde. Hij vestigde zich daarop als houthan
delaar in Londen. Lansbury behoorde aanvankelijk
tot de liberale partij, doch aan het einde van de
vorige eeuw sloot hij zich aan bij de sociaal demo
craten, die hij sindsdien trouw is gebleven.
In 1910 koos Bow hem tot lid van het Lagerhuis.
In Juni 1912 leidden zijn heftige aanvallen op Asquith
tot zijn schorsing en later tot zijn uittreden uit de
Labourparty. Wel werd hij hetzelfde jaar weer dooi
de Arbeiderspartij candidaat gesteld, maar hij werd
niet gekozen.
Naar aanleiding van een in 1913 in de Albert
Hall gehouden rede werd hij gevangen gezet; door
voedselweigering wist hij hieraan spoedig een ein
de te maken. Doch eerst in 1922 werd hij na ver
scheidene verkiezingsnederlagen opnieuw in het
Lagerhuis gekozen.
Van 1919 tot 1920 was hij burgemeester van
Poplar.
George Lansbury.
In 1921 behoorde hij tot de 30 Londensche ge
meenteraadsleden, die wegens hun weigering, de
vastgestelde schaal voor de armenzorg te erkennen,
gevangenisstraf kregen.
Gedurende verscheidene jaren vervulde Lansbury
de functie van hoofdredacteur van de Daily Herald,
welk blad in 1922 door de Arbeiderspartij werd
overgenomen, waarna Lansbury zich uit de leiding
terugtrok.
Ditzelfde jaar keerde hij in het Lagerhuis terug.
Eenige jaren later bezocht hij de Sovjet Unie en
Zijn ervaringen aldaar beschreef hij in zijn boek
I „Wat ik in Rusland gezien heb".
Gedurende 1927/'28 was Lansbury voorzitter der
Labourparty en van 1'929 tot 1931 maakte hij als
minister van arbeid deel uit van de Labourregee-
ring van Mac Donald.
Op den leeftijd van 72 jaar, na algemeene ver-,
kiezingen, waarin hij als eenige van de Labour
ministers herkozen werd, nam hij de leiding over de
Labourfractie in het Lagerhuis op zich. Vier jaar
later bracht hij zijn leiderschap ten offer aan zijn
beginselen. Hij kon n.l. de sanctie-politiek tegen
I Italië, welke door zijn partij werd gesteund, niet
aanvaarden. Lansbury ondernam toen een kruistocht
i van drie jaar door de Vereenigde Staten en Europa,
I welke bekroond werd in 1937 door een onderhoud
j met Hitler en Mussolini, met wie hij de vraag be-
j sprak hoe de oorzaken van oorlogen konden worden
weggenomen.
I Dictatoren, presidenten en koningen kenden hem
dan ook als de onvermoeide „ambassadeur voor den
yrede",
dat verscheept moest worden, als wegens de moge
lijkheid dat de Duitschers hun geheele beschikbare
luchtmacht in zouden zetten.
Vei*volgens bracht de minister-president hulde
aan leger en vloot over de wijze, waarop het ont
ruimen in zijn werk is gegaan, zonder dat verlie
zen werden geleden.
Toen de Duitschers den volgenden ochtend
merkten dat de troepen waren teruggetrokken
zonden zij ongeveer 50 bommenwerpers achter
het convooi aan. Aangezien het convooi buiten
de actieradius van de eigen jachtvliegtuigen
lag en voor de verdediging slechts was aan
gewezen op het luchtdoelgeschut van de
schepen kan men zich gelukkig prijzen dat niet
meer dan een Britsche en een Fransche tor
pedojager verloren zijn gegaan.
Op het oogenblik zijn de manschappen uit An
dalsnes en Namsos teruggekeerd en de veldtocht in
Zuid-Noorwegen is ten einde. Iedereen zal het er
mede eens zijn dat de troepen, welke aan dezen
tocht hebben deelgenomen hun taak met groote
dapperheid hebben vervuld. Zij hebben dit gedaan
op een wijze, welke de groote traditie nog heeft
versterkt.
Spreker zeide verder dat de Britsche troepen
tegen een sterker en beter uitgerusten vijand heb
ben gestreden. De minister-president verklaarde
geen overzicht van de militaire operaties te willen
geven, doch den toestand te willen schilderen en
te antwoorden op critiek, welke is uitgeoefend. Het
bericht van het terugtrekken der troepen uit het
zuiden van Noorwegen heeft een diepen indruk
gemaakt. De berichten uit Stockholm, die misschien
door den vijand werden verspreid, hebben verwach
tingen gewekt, welke niet gerechtvaardigd waren.
De Speaker, (de voorzitter van het Huis),
verhief zich in verband met interrupties van
zijn zetel en zeide, dat hij deze voortdurende
interruptie niet kon toelaten.
PRESTIGEVERLIES.
De minister-president vervolgde daarna zijn rede
en zeide dat de regeering zorg moest dragen den
vijand geen inlichtingen te verstrekken. Het terug
trekken van de troepen uit het zuiden van Noor
wegen is evenwel niet te vergelijken met het terug
trekken uit Galipoli in den grooten oorlog. Er waren
geen groote troepenmachten bij betrokken,
niet veel meer dan een divisie. De verliezen zijn
dan ook niet groot en er werd niet veel materiaal
achtergelaten. De Duitsche verliezen aan oorlogs
bodems, vliegtuigen, transportschepen en' men-
schen, zijn grooter dan de Britsche. Engeland heeft
evenwel een prestige-verlies geleden en aan het
sprookje van de Duitsche onoverwinlijkheid te land
is voedsel gegeven. Dit heeft de Engelsche vrien
den eenigszins ontmoedigd, doch op het oogenblik
moet men dit aanvaarden.
Betreffende de actie van het buitenland
zeide de minister-president, dat Frankrijk op
merkelijk vastberaden is,terwijl Turkije on
wrikbaar blijft. Egypte versterkt zijn verde
diging en in het nabije en midden-oosten is de
toestand gekalmeerd door het herstel van de
normale vlootsterkte in de Middellandsche
Zee.
„ZWEDEN ZIJ STRIKT
ONPARTIJDIG"
Zooals verwacht werd was de reactie in Zweden
erger dan elders. De minister-president betreurde
dat in de Zweedsche pers commentaar van pole
misch karakter is verschenen. Hoewel de Zweedsche
teleurstelling te begrijpen is helpt dit noch Zweden
noch de geallieerden. Indien 't Zweedsche volk en de
Zweedsche regeering besluiten neutraal te blijven,
dan hoopt de minister-president dat deze neutrali
teit een strikte onpartijdigheid jegens beide oorlog
voerenden zal zijn.
Uit het feit dat geen critiek is uitgeoefend op
het zenden van troepen naar Narvik maakt Cham
berlain op dat dit algemeen wordt goedgekeurd
Men was zich ervan bewust, dat de expeditie moei
lijk zou zijn en vol risico. Het zou moeilijk zijn
Drontheim in te nemen en bezet te houden, tenzij
men in staat zou zijn te voorkomen dat de Duit
schers versterking kregen. Men wist, dat de vlieg-
veld-accomodaties bij Drontheim onvoldoende wa
ren. Aan de andere zijde moest men rekening hou
den met de gevolgen voor de Noorsche regeering
en het Noorsche volk, indien geen poging werd ge
daan in Centraal Noorwegen.
De Noorsche opperbevelhebber verzocht drin
gend koste wat het kost Drontheim aan te val
len, aangezien de plaats van essentieel belang
was als haven en als zetel van de regeering.
Indien geen aanval zou worden gedaan op
Drontheim zouden de Noren 't gevoel hebben dat zij
geen weerstand zouden kunnen bieden en zou het
geheele land in Duitsche hander» zijn gevallen.
Daarom moest men het risico loopen en pogen het
dappere volk te helpen. Indien men had geweigerd,
dan zou men met recht hebben kunnen verwijten
dat Engeland zich niets aantrok van de vrijheid der
kleine staten en dat zijn eenig doel in Scandinavië
het Zweedsche ijzererts was.
De minister-president zeide verder dat men En
geland heeft verweten dat de Fransch-Britsche
strijdmacht, welke bestemd was Finland te helpen,
werd versnipperd. Indien deze "macht in stand was
gehouden, dan had men het bezetten van de Noor
sche havens door Duitschland kunnen voorkomen
of anders had men eerder versterking kunnen
zenden.. Hij antwoordde hierop dat men nooit
de Duitschers voor had kunnen zijn, wanneer de
Noren niet om hulp zouden hebben gevraagd en
niemand kan willen dat Engeland voor Duitsch
land Noorwegen zou zijn binnengevallen. Ook is
het niet waar dat men door het handhaven van
de strijdmacht eerder versterking zou kunnen
hebben gezonden. Het tempo van het zenden van
troepen was afhankelijk van de landingsmogelijk
heid en slechts enkele kleinere havens stonden
ter beschikking.
TWEE FACTOREN OORZAAK
DER TERUGTREKKING.
Spreker is ervan overtuigd dat juist gehandeld
is toen men poogde Drontheim te veroveren en
de troepen -terugtrok, toen bleek, dat dit niet
mogelijk was. Het mislukken van het plan ligt
aan twee factoren. Ten eerste was het niet mo
gelijk zich meester te maken van de vliegvel
den en ten tweede kregen de Duitschers snel
versterking. Het was duidelijk, dat de geallieer
de strijdmacht zich alleen in Drontheim zou
kunnen handhaven door een concentratie van
manschappen en materiaal, welke niet in ver
houding tot de totale middelen was.
Chamberlain vroeg den leden van het Huis zich
niet overijld een denkbeeld te vormen van de tot nu
toe bereikte resultaten. Het is duidelijk dat de Duit
schers winsten hebben behaald, doch het is ook dui
delijk dat zij een hoogen prijs hebben betaald en het
is nog te vroeg om te zeggen naar welke zijde de
weegschaal zal doorslaan. De veldtocht is nog niet
ten einde en een groot deel van Noorwegen is nog
niet door de Duitschers bezet. De koning en de re-
jeering bevinden zich nog op Noorschen bodem en
zij zullen de resten van de Noorsche strijdmacht
ond zich verzamelen om te strijden tegen den in
valler, waarbij Engeland aan hun zijde zal staan.
Duitschland met zijn groote en wel uitgeruste le
gers ligt zoo dat het op elk oogenblik op verschil
lende punten kan aanvallen. Wij wenschen gereed
te zijn om een aanval te weerstaan, waar deze ook
moge komen. Spreker is overtuigd dat de gevolgen
van den Noorschen veldtocht overdreven worden en
hij vertrouwt vast op de uiteindelijke overwinning
van de geallieerden. Hij voegde hieraan toe, dat hij
niet denkt dat het Britsche volk zich niet de gevaren,
welke het land bedreigen, voor oogen houdt.
De minister-president wil niets zeggen over de
toekomstige strategische plannen, doch Noorwegen
toont hoe snel het oorlogstooneel kan wisselen en
men moet er voor waken de krijgsmacht niet te ver
snipperen, hetgeen de plannen van den vijand ten
goede zou kunnen komen. Ook moet men oppassen
voor onderlinge verdeeldheid. Het is mogelijk dat
men het hoofd zal moeten bieden aan een oorlog
tegen Engeland in al zijn kracht, in de hoop den
moed en den wil van het land te breken. Dan is het
geen tijd voor onderlinge twisten, doch moet men
de rijen aaneensluiten.
De militaire adviseurs hebben aangeraden in
het geheel geen debatten in het parlement te
houden, doch de regeering heeft dit standpunt
niet kunnen aanvaarden. In een democratisch
land moet critiek mogelijk zijn en degenen,
waarop critiek wordt uitgeoefend, moeten zich
kunnen verdedigen, welke gevaren ook bestaan.
Men heeft gepoogd de ministers van elkaar te ver
wijderen. Dergelijk optreden is onwaardig. Er is
geen oneenigheid in het kabinet en er zijn geen on
derlinge intriges. Vervolgens zeide de minister-pre
sident dat sommige menschen met langdurige ka-
binets-ervaring het erover eens zijn dat men niet
vlugger zou kunnen werken, wanneer het kabinet
zou bestaan uit ministers, die vrij staan van kabinet-
werk. Dit beteekent niet, dat hij zich verzet tegen
CHURCHILL'S TAAK UITGEBREID.
Verder zeide de minister-president dat Chur
chill leiding moet geven aan de commissie van
de chefs der generale staven. Hij zal bijzondere
verantwoordelijkheid dragen voor de dagelijk-
sche oorlogvoering. Hij zal minister van marine
blijven.
De minister-president vertrouwt dat Churchill zal
laten weten, indien de taak te zwaar voor hem
wordt. Dit is geen gevolg van de operaties in Noor
wegen, het zou in ieder geval zijn geschied en Chur
chill heeft daarom een staf onder leiding van gene
aal Ismay onder zich gekregen. Generaal Ismay is
tevens lid van de commissie van de chefs der staven.
De minister-president zeide vervolgens dat de
leden van het Huis overtuigd moeten zijn dat het
in deze spannende dagen het best is de oorlogsin
dustrie op te voeren en vliegtuigen, tanks, kanonnen
en munitie te fabriceeren. De regeering doet alles
om de voorsprong, welke Duitschland in de jaren
van voorbereiding heeft behaald, in te halen en zij
krijgt de volledige medewerking van werknemers en
werkgevers en zij hoopt ook op de medewerking van
alle afgevaardigden van alle partijen.
,Wij achten onszelf niet feilloos en boven de hulp
van anderen, die ons willen helpen verheven. Laten
wij, voor de eerste beproevingen komen, ons met
alle kracht aan het werk zetten en steeds onze macht
vergrooten, tot wijzelf in staat zijn toe te slaan, waar
en wanneer wij dat willen."
Na de eerste minuten van de rede van Chamber
lain bleek dat de leden van de regeeringspartij hem
zouden steunen. De oppositie daarentegen oefende
critiek, stelde vragen en plaatste interrupties. On
middellijk na de rede nam Attlee het woord.
CRITIEK VAN LABOUR.
Evenals de minister-president, bracht de leider
van de Labour-Oppositie, Attlee hulde aan het ex.
peditiecorps in Noorwegen. Ook gaf hij uiting aan
zijn sympathie voor het Noorsche volk. Het terug
trekken van de troepen is evenwel een terugtrekken
en een achteruitgang. De rede van den minister
president op Donderdag j.l. was meer dan optimis
tisch en de rede van Churchill was veel te optimis
tisch. Door deze redevoeringen was hoop ontstaan
en na de groote verwachting is thans een groote
teleurstelling gekomen. Er zijn geen aanduidingen
geweest dat het een expeditie op kleine schaal was.
Het land beschouwde deze als van groot belang en
ook de pers stelde het als zoodanig voor. Algemeen
was men van oordeel dat de vijand, die zich tot nu
toe achter zijn muren had gehouden, zijn hoofd hier
buiten had gestoken. Er is geen initiatief aan Brit
sche zijde geweest.
Toen de regeering besloot mijnen te leggen om den
weg van Narvik te versperren had zij rekening
moeten houden met de groote mogelijkheid, dat
Duitschland tegenmaatregelen zou nemen. Op 18
Maart werd medegedeeld, dat een troepenmacht van
100.000 man gereed stond om naar Finland te gaan.
Spreker kon niet begrijpen dat deze macht zoo snel
uiteen was geraakt. Hij had gedacht dat deze ge
reed werd gehouden om een Duitsche tegenactie te
keeren na het leggen van de mijnen. Hij wil thans
weten of het expeditiecorps groot genoeg was, of het
over de voldoende uitrusting beschikte, of er vol
doende vliegtuigen en schepen waren en of het de
goede soort troepen waren. Ook wenschte hij te we
ten, welke inlichtingen ontvangen waren van den
geheimen dienst. Men heeft gesproken over troe
perconcentraties en troepen, welke oefenden in het
landen.
Ook in Noorwegen bestond deze geheime dienst
en spreker verlangde te weten of de inlichtingen
van den dienst op de juiste wijze waren gebruikt.
Hij heeft den indruk dat de regeering zich teveel
heeft geconcentreerd op Narvik en niet op den alge-
meenen toestand. Hij kan begrijpen dat een lucht
basis in Noorwegen een werkelijk levensbelang was,
indien men zich geen vliegveld kon verzekeren,
was men genoodzaakt zich terug te trekken. Het is
duidelijk dat snelheid van handelen hier noodzake
lijk was en Attlee wenschte te weten of de actie
wel tijdig genoeg werd ondernomen. Tien dagen na
de Duitsche landing te Drontheim landden de Brit
sche troepen te Andalsnes en Namsos. Hij wil geen
critiek uitoefenen op het terugtrekken van de troe
pen, doch dit verandert niets aan het feit, dat de
veldtocht in het zuiden van Noorwegen een mis
lukking was. Zijn verwijt aan de regeering is dat
blijkbaar te voren geen plannen waren uitgewerkt.
Hij is niet voldaan over de verklaring van den
minister-president dat het huidige oorlogskabinet
voldoende is om den oorlog te voeren, hij heeft
herhaaldelijk critiek uit moeten oefenen.
Ten aanzien van de benoeming van Churchill
zeide Attlee dat het niet eerlijk is hem op dezen post
te benoemen, aangezien hij thans twee soorten be
langen heeft, de engere in zijn functie van minister
van marine en meer uitgebreide als lid van het
oorlogskabinet.
De regeering is doof en blind, wanneer zij
niet merkt, dat het volk angstig is en niet over
tuigd dat de oorlog met voldoende kracht wordt
gevoerd en dit niet alleen in Noorwegen. De
veldtocht in Noorwegen is slechts het hoogte-
punt van de ontstemming. Men zegt dat zij die
de verantwoording dragen mannen zijn, die een
bijna onafgebroken loopbaan van mislukkingen
hebben. Noorwegen volgt op Tsjecho Slowakije
en Polen.
Attlee haalde hier de „Times" aan, welke heeft
geschreven, dat de zwakheid van den minister
president steeds is geweest zijn toewijding tot zijn
collega's die ofwel mislukkelingen zijn ofwel rust
noodig hebben. Attlee voegde hieraan toe dat men
het lot van het land niet in handen kan leggen van
dergelijke mislukkelingen.
Attlee verweet de aanhangers van de regee
ring ministers te steunen, die naar zij weten
mislukkelingen zijn. Het parlement moet zich be
wust zijn van zijn verantwoordelijkheid. In
het land is het gevoelen algemeen verspreid dat
Engeland den oorlog niet zal verliezen, doch
winnen. Doch om den oorlog te winnen, moeten
andere menschen aan het roer staan dan zij, die
thans de leiding hebben.
SINCLAIR: VEZWAKTE
DIPLOMATIEKE TOSITIE.
Sinclair (Liberale oppositie) verklaarde tijdens
de debatten dat hij geen critiek wilde leveren
op het besluit der regeering Zuid-Noorwegen te
ontruimen, nadat haar was medegedeeld dat het
onmogelijk was de operaties voor de herovering
van Drontheim tot een goed einde te brengen.
Onze critiek, aldus Sinclair moet gericht zijn op de
vraag waarom wij ons ooit gebracht hebben in een
situatie, waarin wij de nederlaag in Noorwegen
moesten aanvaarden. Want een nederlaag is het.
Ons vertrouwen in den moed en de stootkracht van
onze strijdkrachten wordt dor niets geschokt en
er is niets, dat onze vastbeslotenheid, dezen oorlog
te winnen, aantast of verzwakt.
Wel komt echter de noodzakelijkheid naai" voren
van grootere soepelheid en 'n meedoogenloozer wil
om te overwinnen bij de hoogste leiding der oor
logsinspanning. Spreker verwees naar de Britsche
economische verliezen tengevolge van de bezetting
van Noorwegen. Diplomatiek, zoo zeide hij, is onze
positie verzwakt in ieder land ter wereld. Het is
de plicht van het parlement om de diepste oor
zaken te peilen van de omstandigheid dat onze
oorlogs-inspanning niet ondersteund wordt met 'n
krachtige energie.
Het is allemaal heel mooi, zoo vervolgde Sin
clair, om de kleine neutrale naties te waarschuwen
dat zij risico's moeten loopen om grootere gevaren
te vermijden, maar welke maatregelen hebben de
ministers genomen om onze strijdkrachten er op
voor te bereiden aan deze gevaren het hoofd te
bieden? Wij hebben een strijdmacht uiteen laten
gaan, die bestemd was voor Finland. De premier
heeft gezegd, dat wij niet alles konden voorzien,
maar een groot aantal Lagerhuisleden voorzag dat
de Duitsche aanval met bliksemsnelheid zou wor
den ondernomen en met meedoogenlooze energie.
Onze strijdkrachten hadden moeten oefenen zooals
de Duitschers oefenden. Wanneer wij gereed
waren geweest hadden wij Noorwegen eerder kun
nen bereiken dan tien dagen later en voordat de
Duitschers zich konden hebben genesteld en ge
reed waren om te opereeren met volledige doel
treffendheid.
Terwijl Sinclair zijn rede voortzette, wekte hij
aldus het verslag van Reuter, toejuichingen zoowel
van ministerieele ontevredenen als van den kant der
oppositie. Tienduizend manschappen, zoo vervolgde
spreker, moet stellig een overdrijving zijn van de
Duitsche verliezen in het Skagerrak, maar het was
geen groote prijs voor een groote moderne over
winning, laat staan voor een campagne.
Spreker oefende critiek uit op verschillende
tekortkomingen in de uitrusting der troepen en ook
op het uitzenden van territoriale troepen, in plaats
van geharde manschappen.
Een transportschip was zelfs uitgevaren zon
der chronometer, zonder barometer of inter
nationaal codeboek, zelfs zonder bescherming
tegen geweerkogels of splinters en met slechts
voldoende levensmiddelen voor de helft der
aan boord zijnde menschen, afgezien van be
weerde andere tekorten. Churchill vroeg
hierop den naam van het schip. Sinclair zeide,
dat hij dien onder vier oogen ter kennis zou
brengen.
Zweden, zoo vervolgde spreker, is thans omsin
geld en de Duitsche druk zal toenemen. Kunnen
wij dit land helpen tegenstand te bieden en zoo ja,
zijn wij thans voorbereid om het militairen steun
en steun in de lucht te geven? De Zweden willen
weten of, wanneer wij hen helpen, wij alleen
Zweedsche steden zullen bombardeeren, die tijdelijk
bezet zijn door Duitsche troepen en niet de Duit
sche steden, vanwaar deze troepen scheep gingen.
Een ultimatum aan Zweden in een der eerstvol
gende paar weken zou geen verrassing zijn.
Sinclair besloot: „De tijd staat niet altijd aan
onzen kant. Hitier heeft ditmaal den ouden heer
Tijd bij zijn baard te pakken gekregen. Wij moeten
een even groote snelheid en kracht in optreden
toonen, wanneer wij den oorlog willen winnen.
Het moet uit zijn met halve maatregelen. Wij moe
ten ons vereenigen voor een politiek tot een krach
tiger voeren van den oorlog.
Nadat Page Croft lof gesproken had over de
verrichtingen van de Britsche duikbooten in het
Skagerrak en gewezen had op de verliezen van de
Duitsche vloot, benevens op de uitbreiding van
een Duitsche rechterflank met duizend mijlen,
waardoor Duitschland minstens 100.000 man tot
het eind van den oorlog in Noorwegen zal moeten
houden, voerde het onafhankelijk lid Wedgwood het
woord.
Hij zeide dat de eerste les was dat met een lucht
macht, zooals die thans tot ontwikkeling is gekomen,
een leger, dat niet over een luchtwapen beschikte,
zich overdag niet kan bewegen. De tweede les is, dat
alle neutralen, die aan Duitschland grenzen,
Duitschland moeten gehoorzamen. Het dient ner
gens toe te trachten den neutx-alen concessies te
doen, daar zij klaarblijkelijk beheerscht moeten
worden door vrees. Niets is van de neutralen te
verkrijgen behalve door vrees vrees voor ons,
aldus spreker, zoo niet vrees voor Duitschland. De
derde les is dat de vloot Engeland kan redden van
uithongering, maar niet van een invasie. Klaarblij
kelijk heeft de egeering geen plannen voorbereid
tot bestrijding van een inval in Engeland. De su
perioriteit der Engelsche vloot was niet in staat
om te verhinderen, dat troepen zich naar Noor
wegen begaven en het feit, dat zij dit niet ver
hinderde, maakt het buitengeewoon gemakkelijk
zich voor te stellen dat iets dergelijks zou gebeuren
aan de zuidkust van Lincolnshire of in de Wash-
baai. De vierde les is dat ook Engeland voorbereid
moet zijn om gebruik te maken van den bliksem
snellen slag, waarvan de essentie is het doen van
iets onwettigs, dat daarom onverwacht is.
SIR ROGER KEYES: DRONTHEIM
WAS TE VEROVEREN GEWEEST.
Admiraal Sir Roger Keyes, die in uniform
was, zeide, zijn uniform te hebben aangetrok
ken, omdat hij wilde spreken namens officie
ren en manschappen van de vloot. Hij zeide dat
wanneer een paar schepen de fjord van Dront
heim terstond waren binnengevaren, het leger
bereid was geweest om samen te werken en de
verovering van Drontheim spoedig tot stand zou
zijn gebracht.
De gevaren voor de vloot zouden gering zijn ge
weest, vergeleken met die, welke bij andere opera
ties zijn voorgekomen. Spreker had voorstellen van
dien aard bij de admiraliteit ingediend, maar hem
was gezegd, dat het niet noodig werd geoordeeld
naar Drontheim op te varen, aangezien het leger
goede vorderingen maakte en de toestand in de
Middellandsche Zee het onwenschelijk maakte om
schepen te riskeeren.
Toen spreker deze woorden had uitgesproken,
werd er geroepen „Schande".
(Adv. Ingez. Med.)
De conservatieve oud-minister Amery verklaar
de dat de geheele leiding van den oorlog, zooals die
tot dusverre is gevoerd een diepgaand onderzoek
eischt. Spreker verklaarde dat het duidelijk was dat
er geen plan was opgesteld om het hoofd te bieden
aan de eventualiteit van een bezetting der westelijke
Noorsche havens door Duitschland.
Spreker oefende critiek uit op het feit dat men er
niet in is geslaagd een van de havens in te nemen,
die de Duitschers met een handvol mannen genomen
hebben. Hij vroeg, op wiens gezag de onmisbare ha
merslag van de vloot op Drontheim afgelast was. Er
moet een verandering komen (geroep der oppositie:
„eerst moet er een verandering in de regeeringsma-
chinerie komen"). De volgende slag kan elk oogen
blik vallen. Zoolang de huidige methoden heerschen
zal de tijd niet aan onzen kant zijn, aldus spreker,
omdat het methoden zijn, die onvermijdelijk tijd ver
knoeien en besluiten verzwakken. De eenige manier
is de instelling van een hoogste oorlogsdirectoraat,
d.w.z. precies het type van een oorlogskabinet, zoo
als Lloyd George dat invoerde in den vorigen oorlog
en zooals de overweldigende meerderheid van het
Lagerhuis en het publiek dat eischen.
De redevoeringen van Keyes en Amery werden
ook toegejuicht door een aantal regeeringsaanhan-
gers.
MINISTER STANLEY ANTWOORDT.
Minister Stanley beantwoordde namens de regee
ring de verschillende sprekers. Hij zeide dat of
schoon het Lagerhuis de critiek niet gespaard had,
de sprekers er in geslaagd waren te vermijden in
lichtingen, die gevaarlijk zouden kunnen zijn, open
baar te maken. De indruk van het terugtrekken der
troepen op het land, was erger geworden door het
feit dat het volk er toe gebracht was te gelooven,
door de verhalen in de dagbladen en de radio, dat
successen bereikt werden, waarvan ieder, die de
landkaart bestudeerde, wist dat zij onmogelijk waar
konden zijn. De communiqués van het departement
an oorlog waren zorgvuldig opgesteld om het volk
niet optimistisch te maken, of het te doen denken,
dat successen verkregen werden, welke in feite niet
bestonden.
Sprekende over de critiek, die was uitgeoefend
op het feit; dat een deel van de Finsche expeditie
naar Frankrijk was overgebracht zeide Stanley dat
Noorwegen niet de eenige plaats was, waar korte
lings gevaar heeft gedreigd. De troepen in Frank
rijk zouden van veel meer waarde geweest zijn dan
in Engeland, terwijl zij bijna even gemakkelijk
naar het noorden konden worden getransporteerd.
De schepen, die bijeengebracht waren voor de Fin
sche expeditie, konden niet worden vastgehouden,
zonder belemmering van de oorlogsinspanning. Zoo
moest ook het skibataljon, dat hoofdzakelijk uit
officieren bestond, verspeid worden, aangezien de
officieren noodig waren als leiders en instructeurs.
Ik geef openlijk toe dat de waarschijnlijkheid, ja
bijna de zekerheid bestond, dat de Duitsche aanval
op Noorwegen gericht zou worden op de zuidelijke,
niet de westelijke havens, zeide Stanley, Drontheim,
Bergen en Narvik, liggen aan den top van nauwe
fjorden en Drontheim en Bergen worden beschermd
door batterijen zwaar gschut.
De combinatie van den toegang, de batterijen en
de mijnen, welke men kon verwachten, dat de No
ren zouden uitleggen, beteekent dat een binnentrek
ken dezer havens niet geforceerd kon worden
tegen een verzet in, zonder eenige vertraging in
welken tijd de aanvallende strijdkrachten blootge
steld zouden zijn aan het gevaar van optreden der
Engelsche vloot. Ik geloof niet dat de Duitschers
een zoodanige gevaarlijke operatie zouden hebben
ondernomen, wanneer zij hadden geloofd dat er
eenig risico bestond, dat die havens zouden worden
verdedigd.
Stanley voegde hieraan toe dat de bezetting van
Bergen uitgevoerd was door twee lichte kruisers
en die van Drontheim door een paar torpedojagers,
ofschoon later een zwaardere kruiser arriveerde.
Dergelijke strijdkrachten zouden de batterijen niet
hebben kunnen forceeren, wanneer deze waren gaan
vuren. Men moest slechts kijken, naar wat te Oslo
gebeurde, waar een batterij en een schip ontkwamen
aan het verraderlijke bevel, dat gezonden was aan
de andere batterijen en schepen, om te zien, welk
een vertraging en schade zou zijn veroorzaakt. De
Lagerhuisleden moeten zich afvragen of een hunner
had verwacht dat Noorwegen of een deel van het
Noorsche volk, zoo aangetast zou zijn door de
Duitsche propaganda, dat geen weerstand zou zijn
geboden, In politiek opzicht is gezegd, dat wij pres
tige hebben verloren, door ons gebrek aan succes.
Wij zouden echter nog meer prestige hebben verlo
ren, als wij nooit ook maar een poging hadden ge
daan. In militair opzicht kan het waar zijn dat wij
niet zijn geslaagd in Midden-Noorwegen. Maar wij
hebben de Duitschers een prijs laten betalen en de
bezetting, waarvan de Duitschers zouden hebben
kunnen verwachten dat zij een dag of twee zou
kosten, heeft weken gekost.
Stanley zeide verder: In Noorwegen duurt
de strijd voort, doch zou dat ook het geval
zijn, wanneer wij nooit een landing beproefd
hadden? Van het begin af was het duidelijk*
dat slechts twee punten van strategisch belang
waren n.l. Drontheim en Narvik.
Narvik is de toegangsweg naar Zweden. Een
van de belangrijkste dingen was dus het zoo moge
lijk herstellen van de verbindingen met Zweden.
Als haven sbij Drontheim ontdekten wij Namsos
en Andalsnes, doch wij hadden geen outillage voor
het lossen van zwaar materiaal. Te Andalsnes
landden twee bataljons, die Dombaas moesten be
zetten. Zij kregen van den Noorschen opperbevel
hebber een dringend verzoek hem te hulp to
komen omdat zijn leger anders zou bezwijken.
De Noren waren na gevechten van 14 dagen uit
geput en de twee bataljons stonden tegen den
hevigen Duitschen druk vrijwel alleen met soms
onbeschermde vleugels. Zij vochten met den groot
sten moed en redden zich uit een zeer gevaarlijke
positie. Na korten tijd voegde zich een brigade
bij hen, die den Duitschen opmarsch ernstig be
lemmerde en den Duitschers zware verliezen toe
bracht: verscheidene tanks werden vernield. Deze
brigade volbracht haar terugtocht van de eene
voorbereide positie op de andere. Het is boven
eiken twijfel verheven, dat deze troepen hun po
sities hadden kunnen handhaven, indien de lucht-
factor er niet was geweest. Het bleek onmbgelijk
in de lucht steun te verleenen. Hoewel de verliezen
met het oog op den omvang en het belang der
operaties aanzienlijk waren, waren zij niet onge
woon groot.
De debatten werden vervolgens verdaagd tot
Woensdag. Het Huis had vrijwel zwijgend naar
Stenley gehoord.
België neemt geen bijzondere
maatregelen.
De Belgische bladen publiceeren zonder com
mentaar de berichten over de door Nederland
genomen veiligheidsmaatregelen.
Bevoegde Belgische kringen verklaren dat op
het oogenblik geen enkele soortgelijke maatregel
onder oogen wordt gezien.