Sfeer in het Lagerhuis bleef gespannen. Ernstige verwijten van Lloyd George, Duff Cooper en Morrison tot de regeering Watura Formal SCHOENEN ii: dALflLcuj Tö-cecw. DONDERDAG' 9 MEI 1940 HAARLEM'S DAGBLAD CHURCHILL EN HOARE AAN HET WOORD. De eerste spreker bij de Woensdagmiddag in het Lagerhuis hervatte debatten over Noorwegen was Herbert Morrison. Dezë zeide dat hoewel de Labour- party ontevreden was over de politiek van de regee ring, zij toch niet handelde onder druk van partij of persoonlijke overwegingen. Morrison leverde crïtiek op het feit, dat Churchill als laatste in het debat zal spreken, Churchill is de voornaamste getuige en de oppositie heeft geen ge legenheid om commentaar te leveren op zijn ver klaring. Verder critiseerde spreker het versnipperen van de strijdmacht, welke gereed stond naar Fin land te gaan. In het verdere verloop van zijn rede oefende Mor rison in bijzonderheden critiek uit op de politiek van de regeering inzake Noorwegen. De Britsche di plomatie in Scandinavië voor den oorlog moet zwak heden hebben getoond, zeide hij. Ook vroeg hij of de geheime dienst heeft gefaald of dat de desbetretien- de ministers niet voldoende gebruik hebben gemaakt van de ontvangen inlichtingen. Tenslotte verweet Morrison de regeering niet voldoende kijk te heb ben gehad op het resultaat van het leggen der mij nen in de Noorsche wateren. Een dezer dagen zal men werkelijk tot het inzicht komen te strijden te gen een vijand, die zich niet te veel aantrekt van de neutraliteit. Morrison vroeg of de menschen, die het bevel voerden over de vloot voor Noorwegen, wenschten aan te vallen en of zij door Whitehall werden te gengehouden. Een oude of vermoeide minister kan zonder het te willen een gevaar voor het land worden. Voor en tijdens den oorlog is het geestelijk tempo van sommige ministers niet voldoende ge weest en spreker verklaarde hierbij te doelen op den minister-president, den minister van fi nanciën en den minister van luchtvaart, Cham berlain, Simon en Hoare. Het belang van het winnen van den oorlog is te groot, dan dat men gevaar mag loopen te verliezen door mannen aan het bewind te laten, die daar langen tijd zijn geweest en niet getoond hebben geheel voor hun taak berekend te zijn. Tenslotte kondigde hij aan, dat de Labour-party aan het eind van de debatten een stemming zou vragen. Minister-president Chamberlain antwoordde dat hij de uitdaging van Morrison aannam. Als hoofd van de regeering aanvaardt hij de verantwoorde lijkheid voor alle daden van de regeering en zijn collega's zullen evenmin aarzelen hun verantwoor delijkheid te dragen. Niemand wenscht langer zijn post te behouden, wanneer hij niet het vertrouwen van het Huis heeft. Hij herhaalde evenwel zijn waar schuwing van den vorigen dag dat dit een tijd van nationaal gevaar is. Het land staat tegenover een vijand, welke door eenheid van actie moet worden verslagen. Onder toejuichingen van de regeerings- partijen in het Huis zeide Chamberlain tot zijn vrienden dat geen regeering een oorlog doeltreffend kan voeren, wanneer zij niet den steun heeft van volk en parlement. Chamberlain zeide de uitdaging te aanvaarden en te verwelkomen, aangezien hij dan kon zien, wie voor hem en wie tegen hem zijn. Hij spoorde zijn vrienden aan de regeering te steunen. HOARE OVER HET OPTREDEN DER LUCHTMACHT Vervolgens sprak minister Sir Samuel Hoare over het optreden van de luchtmacht. De luchtmacht werd in haar werk gehinderd doordat de toestellen heen en terug over zee moesten vliegen, de vijand had daarentegen zijn bases ter plaatse. Terwijl pogingen in het werk werden gesteld om vasten voet te krijgen verzette men zich verder met alle kracht tegen aan vallen uit de lucht op de Britsche bases aan de kust. Onmiddellijk na den Duitschen inval maakte de luchtmacht verkenningsvluchten en binnen enkele uren werden Noorsche vliegvelden gebombardeerd, evenals een belangrijk vliegveld in Denemarken en in Duitschland. Dag aan dag en nacht aan nacht werden onder de moeilijkste weersomstandigheden deze bombardementen voortgezet. Hierbij werden aan de Duitsche luchtmacht drie keer zooveel verliezen toegebracht als de Britsche zelf heeft geleden. Uit persoonlijke ge sprekken met de Britsche vliegers is gebleken dat het Britsche materiaal niet onder doet voor het Duitsche. De Britsche luchtmacht beschikte in Noorwegen slechts over de bevroren meren als vliegvelden en door de invallende dooi was het niet mogelijk te zeggen hoe lang dit nog mogelijk zou zijn. Alleen in het nauwe Romsdal werd een vliegveld aangelegd en een escadrille Gladiatorgevechtsvlieg tuigen werd hier gestationeerd. De toestellen kwa men aan in een sneeuwstorm na te zijn opgestegen van een vliegtuigmoederschip. Den volgenden dag werden de Britsche toestellen aangevallen door 80 bommenwerpers en bij de hierop volgende ge vechten werden verscheidene Duitsche toestellen vernield. De leider van het Britsche escadrille is van meening dat dertig Duitsche vliegtuigen buiten ge vecht werden gesteld. Luchtdoelartillerie stond niet opgesteld aangezien dit onmogelijk was gemaakt door het tot zinken brengen van schepen, De regee ring besloot meer Gladiatorvliegtuigen te zenden. Het grootste deel van de vliegtuigen werd vernield op de vliegvelden, geen enkel toestel werd tijdens actie neergeschoten. In Noorwegen is duidelijk ge bleken dat zonder bases voor de luchtmacht de operatie niet mogelijk waren. Wanneer men even wel terugblikt op de afgeloopen drie weken, dan komt met tot de slotsom, dat niets, wat gedaan kon worden, werd nagelaten. TWEE LESSEN. "Twee lessen kunnen worden getrokken en wel in de eerste plaats, dat de Duitsche luchtmacht niet onoverwinnelijk is, aldus Hoare. De laatste acht maanden hebben aangetoond dat de Britsche ge vechtsvliegtuigen superieur zijn aan de Duitsche bombardementsvliegtuigen. Dit bewijst dat een ster ke luchtmacht een nog sterker luchtmacht tegenover zich moet vinden. De tweede les is dat de kracht van de Britsche luchtmacht zeer groot is. De kwa liteit en de kwantiteit van de Britsche luchtmacht is onovertroffen. De productie voor de luchtmacht moet than nogmeer worden opgevoerd. De produc tie is reeds zeer groot en men moet in het buiten land niet gering hierover denken, doch de produc tie moet nog verder worden opgevoerd. De Labour-afgevaax-digde Dalton vroeg of het waar is dat de Duitschers thans gebruik maken van een vliegveld bij Narvik, waarop de minister zeide dat van een dergelijk veld niets bekend is en dat hy het onwaarschijnlijk acht. LLOYD GEORGE: „GEALLIEERDEN LN SLECHTE STRATEGISCHE POSITIE." Vervolgens nam Lloyd George het woord en zei de dat hij nooit heeft gepoogd een ramp te verklei nen. Men moet de feiten onder de oogen zien om zijn positie te herstellen. Er is geen reden voor een paniek, doch wel is er reden om zich hecht aaneen te sluiten. Thans is een werkelijke actie noodig en het heeft geen nut de verliezen aan beiden zijden af ta wegen. Lloyd George. Strategisch bevinden de geallieerden zich in een slechter positie dan tevoren. De grootste triomf van dien buïtengewonen man, Hitler; is, dat hij Engeland in grooter gevaar heeft ge bracht, dan zijn voorgangers in 1914. Tsjecho Slowakije, deze speerpunt, gericht op het hart van Duitschland, met een leger van een mil- lioen van de beste troepen van Europa, is niet meer. Dat is een. stategisch voordeel, dat Engeland heeft uitgeleverd. Een tweede strategisch voordeel, dat te niet werd gedaan is het Fransch-Russisch verbond, waarbij Rusland Tsjecho Slowakije te hulp zou zijn gekomen, zoodat een nieuw front tegen Duitsch land zou zijn gekeerd. Bovendien bestaat nog Roemenië, dat practisch in Duitsche handen was. Noorwegen was een van de groote strategische mogelijkheden van den oorlog en thans is het even eens in Duitsche handen. Het is nutteloos om critiek uit te oefenen op Noor wegen en bovendien: met welk recht mogen we cri- tiseeren? Wij hebben beloofd te redden en te be schermen. Wij hebben geen vliegtuigen naar Polen gezonden en in Noorwegen kwamen wij te laat. De Duitsche bezetting van Noorwegen brengt de Duit sche vliegtuigen en onderzeeërs 200 mijl dichter bij onze kust. Was er iemand in het Huis tevreden over de snelheid en de doeltreffendheid van de voorbe reiding van een luchtmacht of een vloot? De i nister-president moet den toestand bezien uit het standpunt van het volk en niet als een persoonlijke aangelegenheid. De minister-president is evenwel niet in staat zijn persoon los te maken van de be langen van het land. Chamberlain vroeg wat de bedoeling van deze woorden van Lloyd George was. Lloyd George zeide hierop dat de minister president zich moet herinneren, dat hij dezen grooten vijand in oorlog en vrede heeft ontmoet en dat hij steeds heeft verloren. Chamberlain heeft het land gevraagd offers te brengen. Het land is hiertoe bereid. De minister-president kan het voorbeeld geven, niets kan meer bij dragen voor de overwinning, dan dat hij de zetels van zijn departement offert. (Luide toe juichingen van Laboui-. De regeeringspartijen protesteeren). DUFF COOPER VERSUS CHAMBERLAIN De volgende spreker, Duff Cooper, de vroegere Eerste Lord der Admiraliteit en minister van oorlog, zeide dat velen gehoopt hadden op een zuiver na tionale regeering, niet sinds het uitbreken van den oorlog, maar sedert de nederlaag van München. Spreker betreurde het dat Labour een stemming wenschte. Hij had gehoopt dat de regeering vol doende onder den indruk zou zijn gekomen van deze twee dagen debatten om drastische stappen tot hei- vorming te nemen. Spreker betreurde het dat Cham berlain een beroep had gedaan op de aanhankelijk heid van zijn vrienden. Met de grootste schoorvoe tendheid zou spreker stemmen tegen een door Cham berlain geleide regeering. Er is geen reden om te looven dat er iets verkeerd is in de perfectie der uit rusting. Evenmin bestaat er eenig tekort aan voor raden. Alexander, vroeger Eerste Lord der Admiraliteit, vertegenwoordiger van Labour, zeide dat het land vastbesloten is deze groote worsteling te winnen. Weinigen beseften enkele maanden geleden dat wij onze levensmiddelenbronnen der Scandinavische landen en Denemarken zouden verliezen of dat wij spoedig zouden kunnen komen te staan voor een ver lies der levensmiddelen levering uit Nederland. Wij moeten het volk de werkelijke feiten vertellen en het ertoe brengen zich te organiseeren op een grondslag van werkelijke oorlogseconomie. Spreker verklaarde niet voldaan te zijn over de verklaringen van Chamberlain, den minister van luchtvaart en den minister van oorlog. CHURCHILL AAN HET WOORD Churchill antwoordde de verschillende spre kers. Hij zeide o.m.: In dezen oorlog wordt ons vaak gevraagd waarom wij het initiatief niet nemen. De reden voor dit ernstige nadeel, dat wij het initiatief niet hebben, kan niet spoedig worden weggenomen. Dit ligt in ons gebreke blijven in de laatste vijf jaren om pariteit in de lucht met Duitschland te handhaven of te her krijgen. Dat is een oude geschiedenis en dat is een lange geschiedenis. In de laatste twee jaar kwamen de op positiepartijen over de brug en gaven groote, waar devolle hulp. Maar het feit blijft dat wij in gebreke Duff Cooper. Er is niets verkeerd in de kwaliteit der troe pen en spreker is derhalve genoopt te concludee- ren dat wat er verkeerd was het instrument der regeering zelve was. Het voorstel tot invoering van een klein oorlogskabinet is luchtig van de hand gewezen door Chamberlain, maar naar de ervaring van allen heeft het bewezen volkomen succes te hebben gehad in den vorigen oorlog. Duff Cooper voegde hieraan toe dat de Balkan thans de laatste buitenpost vormt der neutraliteit. Kon geen staatsman van het eerste kaliber, behoor lijk uitgerust, uitgezonden worden om bezoeken te brengen aan de hoofdsteden van die landen en daar mede te deelen dat er slechts twee alternatieven wa ren, n.l. slavernij onder Duitschland of samenwer king met Frankrijk en Engeland voor eigen onaf hankelijkheid en redding? Kan dezen landen niet gezegd worden, aldus spreker, dat wij een Balkan- blok vormen en dat wanneer zij niet komen, het zeer onprettig voor hen zou zijn? zijn door hun speciale leestvormen, snitten en bouw, uit muntend geschikt om losse Steunzolen in te dragen. Voor ieders voet de juiste schoen Forma Natura SPECIAALZAAK - HAARLEK KRUISWEG 42 VLAK BIJ HET STATION (Adv. Ingez. Med.) Winston Churchill. bleven om pariteit in de lucht tot stand te brengen, welke vitaal geacht werd voor onze veiligheid. Onze numerieke achterstand in de lucht, ondanks onze superioriteit, zoowel wat manschappen als materiaal betreft, heeft ons veroordeeld en zal ons eenigen tijd lang veroordeelen om tot heel wat moeilijkheden en leed en gevaar te geraken, dat wij krachtig moeten dragen tot gunstiger omstan digheden bereikt kunnen worden, zooals dit zeker zal geschieden. Het zou een wijs man zijn, die alles wist van dezen oorlog. Het dient nergens toe over dezen oorlog te spreken in bewoordingen van den vorigen oorlog. De luchtmacht heeft daarvoor te veel invloed uitgeoefend op de .bewegingen van vloten en legers. Wij moeten dezen nieuwen factor niet overdrijven, maar evenmin moeten wij wei geren om hem op zijn doodelijke waarde te schat ten. Alexander heeft gevraagd waarom wij de vij andelijke verbindingen in het Skagerrak niet heb ben aangetast, omdat vloot overwicht het uitvoer baar behoorde te maken voor ons om het Skager rak te beheerschen en aldus de verbindingen met Oslo van het eerste oogenblik af voortdurend af te snijden. De ontzaglijke vijandelijke sterkte in de lucht echter, die gericht kan worden op onze pa- trouilleerende strijdkrachten, heeft deze methode veel te kostbaar gemaakt. Belangrijke strijdkrach ten zouden hebben moeten worden gebruikt om een gestadige patrouille aan de oppervlakte te hand haven en de verliezen, die uit de lucht aan die patrouilles zouden worden toegebracht, zouden ongetwijfeld zeer spoedig een vlootramp vormen. Wij ondernamen daarom een duikbootblokkade als de eenige tot onze beschikking staande methode en daarmede volgde ik de opinie der vlootautoriteiten. Er is een groot verschil tusschen verantwoordelijk zijn voor een bevel, dat verscheidene waardevolle schepen verloren kan doen gaan, en het uitspreken van een meening, zonder een dergelijke verant woordelijkheid. Ik werd geleid bij het advies dat ik het kabinet gaf door de meening der verant woordelijke vlootdeskundigen. Daarom beperkten wij onze operaties in het Skagerrak tot duikbooten. Om de blokkade zoo doeltreffend mogelijk te maken werden de gebruikelijke restricties, die wij onzen onderzeeërs hadden opgelegd, losser ge maakt. Alle Duitsche schepen overdag en alle schepen des nachts moesten tot zinken worden gebracht, wanneer de gelegenheid zich voor deed. Dit is een kostbaar succes geweest. Zeven of achtduizend man zijn verdronken. Duizen den lijken zijn aangespoeld op de rotsen bij den toegang naar Oslo. Aan den voet van den vuurtoren zijn vreeselijke tooneelen gezien. Maar wat beteeken t het verlies van zeven of achtduizend man'voor een totalitairen staat en een regeering zooals wij bestrijden? Churchill zette uit een, dat de admiraliteit zeer opgelucht was, toen de „Warspite" bij Narvik naar binnen voer en ont dekte dat geen onder controle staande mijnenvel den waren gelegd en geen torpedojager lag te loeren in een nauwen hoek om een bundel torpedo's af vuren. Ons is de vraag gesteld waarom wij Ber gen, Drontheim en andere havens in de eerste paar uur niet binnenvoeren. Het doel van het binnen varen in fjorden zou zijn geweest daar liggende vij andelijke torpedoboot jagers te vernielen. Deze tor- pedobootjagers - werden voor een groot deel ver nield uit de lucht door het luchtwapen van de vloot. Er bestaat geen verschil, onze plicht was de Noren te helpen zoo goed wij konden. De inneming, van Drontheim was de beste manier. ,Mijn gedachten waren voortdurend gevestigd geweest op Narvik. Het schijnt dat daar de weg ligt, die kan leiden naar een of ander beslissend resultaat in den oorlog. Een plan. werd voorbereid voor de landing van twee divisies te Namsos en Andalsnes en voor een directe landing in de fjord van Drontheim, waar vijande lijke strijdkrachten zich van de haven hadden mees ter gemaakt. Dit was ongetwijfeld een gewaagde operatie. Het was een feit, dat een zeer groot aantal waarde volle schepen voortdurend zouden hebben moeten worden blootgesteld gedurende vele uren aan aan vallen uit de lucht en mogelijk aan ernstige verlie zen. Niettemin was de marine volkomen bereid om troepen naar binnen te brengen. Er werd geen twij fel gevoeld over de bekwaamheid der marine, om dit te doen. Waarom werd dit plan, dat op 25 April uitgevoerd zou worden, dan opgegeven? Het werd opgegeven omdat op 17 April de twee gelande divi sies goede vorderingen hadden gemaakt en het ge makkelijker leek Drontheim door defce methode in te nemen dan de zware hosten van een directen aanval te aanvaarden. De Admiraliteit heeft haar aanbod nooit teruggetrokken of de operatie van een marinestandpunt onuitvoerbaar geacht. Ernstige twijfel werd door de militairen gevoed ten aanzien van de mogelijkheid eener landing onder de oogen van een vijandelijke superioriteit in de lucht. Onder die omstandigheden gaven de chefs der staven en de vice-chefs zonder het geringste verschil van mee- ning den raad dat het minder kostbaar en gemak kelijker zoii zijn om de gelande divisies den hoofd aanval te doen Uitvoeren. Ik neem de meest volle dige verantwoordelijkheid op mij, tezamen met den eersten minister en de andere ministers voor het feit, dat wij eensgezind de opvatting hebben aan vaard van onze deskundige adviseurs. Op grond van de inlichtingen, die wij bezaten, dacht ik dat zij gelijk hadden. Ik zie geen reden om mijn opvatting te wijzigen in het licht van wat wij sindsdien hebben vernomen. De toestand verergerde echter snel. De Duitsche op- marsch naar het noorden uit Oslo ontwikkelde zich in een enorm tempo. De Noren waren niet in staat de bergpassen te houden en zij vernielden wegen en spoorwegen niet. Tegen 25 of 26 April moest de mogelijkheid onder oogen gezien worden van -aan komst in de streken ten zuiden van Drontheim van zeer groote Duitsche strijdkrachten. Tezelfden tijd verhinderden voortdurende intensieve bombarde menten op de bases te Namsos en Andalsnes het aan land brengen in die kleine visschershavens van groote versterkingen en zelfs van artillerie en voor raden voor de troepen. Het was derhalve noodza kelijk de troepen terug te trekken of ze daar te la ten of te worden vernietigd door een overweldigende meerderheid. Het besluit tot terugtrekken was ongetwijfeld gezond. De terugtrekking van deze 12.000 man, minder dan een divisie, werd met zeer groote bekwaamheid uitgevoerd, en dat moet ik er aan toevoegen, met veel geluk. Alle verantwoordelijke autoriteiten van marine, leger en luchtmacht, tezamen met de hoofdzakelijk' betrökken ministers van het oorlogskabinet, waren in ieder stadium eensgezind. De resultaten waren zeer slecht en teleurstellend. De vraag doet zich voor of wij, wanneer wij ons gehouden hadden aan een directen vlootaanval, de gebeurtenissen een beter resultaat zouden hebben gehad. Ik heb altijd geloofd dat de vloot troepen in de fjord van Dront heim kon brengen en ze aan land zetten om den strijd met den vijand aan te binden. Ik zou zeer gaarne alle mogelijke verantwoordelijkheid hebben genomen voor de poging, mits deze gesteund was door de meening der deskundigen. Maar zelfs wan neer wij meenen, dat deze opvatting juist is en dat wij tegen 25 April meester hadden kunnen zijn van Drontheim of de puinhoopen daarvan, zouden wij dan een voldoende leger ten zuiden van Drontheim hebben kunnen brengen om den aanvaller terug te slaan? Maar wanneer wij op dit oogenblik 25 of 30.000 man geallieerde troepen in actie zouden hebben aan dat front, hetgeen met het oog op de superioriteit van den vijand in de lucht hoogelijk twijfelachtig is, dan zouden die troepen nog niet op tijd zijn gekomen of tijdig uitgerust zijn met geschut en steun in de' lucht. Ik geloof niet dat het mogelijk zou zijn geweest den ontzaglijken druk te weerstaan van een aanval der Duitschers uit hun schitterende posities. Er is geen twijfel aan dat de Duitsche basis in Oslo en de verbindingen naar het noorden onver gelijkelijk beter waren dan alles, wat wij hadden kunnen krijgen in Drontheim en de hulplandings plaatsen in die streek. Er waren reeds meer dan 120.000 man Duitsche troepen, aldus vervolgde Churchill, die in Zuid. en Midden-Noorwegen opereerden. Ofschoon wij voort durend versterkingen hadden kunnen zenden, kan ik niet gelooven dat er ook maar de geringste l^ns op een uiteindelijk succes bestond in een strijd tusschen een leger met basis te Drontheim en het Duitsche legér, dat zijn basis te Oslo heeft. Ik kan in het geheel niet terugkomen van mijn veel gecritiseerde verklaring, dat de Duitsche in val in Noorwegen een belangrijke politieke en strategische vergissing was. De Duitschers bewe ren, dat zij elf slagschepen tot zinken gebracht of beschadigd hebben. In werkelijkheid zijn er twee licht beschadigd en geen enkel slagschip is voor een dag uit den dienst genomen. Het eenige punt, waarop de Duitschers niet overdreven hebben, is dat van de trawlers. Helaas hebben wij er daar van 11 verloren. Het besluit tot het verlaten van Zuid-Noorwegen is om geheel andere dan de ge noemde redenen genomen. Wij moeten er voor oppassen onze luchtcnacht niet uit te putten, met het oog op andere gevaren van ernstiger aax*d, die ons zouden kunnen bedreigen. Indien Zweden Noorwegen te hulp was gekomen en zijn luchtbasis ter beschikking van de Britsche luchtmacht gesteld had, zou wellicht een andere toestand ontstaan zijn. Het optreden van Zweden is beperkt gebleven, evenals dat van vele andere volken, tot een critiseeren der Britsche regeering. Ten aanzien van Narvik zal ik geen inlichtingen verstrekken. De voorwaarden zijn daar echter veel meer gelijk, evenals de mogelijkheid van het zen den van versterkingen. Op een vraag van Alexander antwoordde Churchill dat de geallieerden te Narvik over een vliegveld beschikken. De Duitschers heb ben, aldus vervolgde hij. beweerd 28 kruisers tot zinken gebracht of beschadigd te hebben. In werkelijkheid hebben een kruiser en een Iuchtafweex'schip schade opgeloöpen. De Duitschei*s hebben tien levens verloren voor ieder door ons verloi-en leven. Wij zien geen reden, waax-om onze controle niet doeltreffender zou woi-den, nu de Noorsche corridor niet langer be staat. De Engelsch-Fransche koopvaardij kan thans vertrouwen op de Noorsche vloot, die de vierde plaats op de wereldlijst inneemt. Wij hebben de contx-ole over een zeer groot deel der Deensche scheepvaart. Hoewel de geallieerden 800.000 ton aan scheepsruimte hebben verloren, is driekwart daarvan reeds weer gecompenseerd door verover de schepen en nieuwen aanbouw. Churchill besloot met de woorden: „Geen enkel oogenblik in den wereldoorlog zijn wij in grooter gevaar geweest dan thans en ik dring er ten sterk ste bij het Huis op aan deze dingen niet overhaast te behandelen, doch op ernstige wijze, op het juiste oogenblik en in overeenstemming met de waardigheid van het parlement". Het Huis ging daarna over tot stemming over de motie tot verdaging, waarop het debat ge bouwd was geweest. Na de stemming werd de ver gadering verdaagd. De ondergang van de „Afridi'" en de „Bittern". Opvarenden te Portsmouth- aangekomen. De overlevenden van den Engelschen torpedo jager „Afridi" en van den sloep „Bittern" zijn gisteren te Portsmouth aangekomen. Het waren 450 man. Eenige matrozen verklaarden, dat de Duitschers minstens 500 bommen hadden laten vallen, alvorens de „Afridi" tot zinken werd ge bracht. Achtervolging boven Belgisch gebied. Luchtafweer kwam in actie. De persdienst van het Belgische ministerie van defensie deelt mede: op 7 Mei, tegen 18 uur, hebben twee buitenlandse he vliegtuigen, wel ker nationaliteit niet werd herkend en waarvan het eene jacht maakte op het andere, op zeer groote hoogte gevlogen over de provincie Luxem burg en het zuiden der provincie Namen. Het luchtafweergeschut opende het vuur. d>uLa^t Thücon kij <Wa^tlb£c<jw unj dAjOuyvYifaJlcov^ cy(Xrtccft^tTaXccTv tVfATMCAPAOOA (Adv. Ingez. Med.) PROGRAMMA VRIJDAG 10 MEI HILVERSUM 1, 1875 en 414.4 M. Algemeen programma, verzorgd door den KRO. 8.— Berichten ANP 8.05—9.15 en 10.— Gramo- foonmuziek 11.30 Bijbelsche causerie 12.Berich ten. 12.15 Roeoco-octet 12.45 Berichten ANP, gram. muziek. 1.15 KRO-orkest 2.— Orgelconcert en gra- mofoonmuziek 3.Viool en piano (3.253.40 Gra- mofoonmuziek). 4.Gramofoonmuziek 5.Decla- foonmuziek 6.20 Musiquette en solist 7 Berichten foonmuziek 6.20 Musiquette en soist 7.Berichten 7.15 Luchtvaartpraatje 7.30 Reportage 8.Berich ten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek 8.35 R.K. Haar- lemsche Oratoriumvereeniging, Utrechtsch Stede lijk Oi'kest en solisten (9.159.30 „Folkloristische feesten in België", causerie). 10.50 Berichten ANP. 11.Paul Steffan's Nederlandsch ork. 11.2012.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM II, 301,5 M. 8.00 VARA, 10.— VPRO, 10.20 VARA 12.— AVRO, 4.— VARA, 7.30 VPRO. 9.— VARA 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA. 8.Berichten ANP, gramofoonmuziek 10.Mor genwijding 10.20 Declamatie. 10.40 Fragmenten uit de operette „Die geschiedene Frau" (opn.) 11.45 Gramofoonmuziek. 12.De Palladians 12.45 Berich ten ANP. gram. muziek. 1.AVRO-Amusements- orkesl. 2,Voor de huisvrouw 2.10 Discocauserie 3.Declamatie. 3.30 AVRO-Dansoi'k. 4.Gr.muz. m. toelichting. 4.30 Rosian-Ladies 5.Voor de kin deren 5.30 Orgelspel 6.De Ramblers 6.30 Decla matie 6.506.55 Gramofoonmuziek 7.Cyclus „Het beginselprogramma der S. D. A. P." 7.18 Berichten ANP. 7.30 Berichten 7.35 Jeugdhalfuur 8.Viool met pianobegeleiding 8.30 Lezing „Marnix van St. Aldegonde". 9.Esmeralda. 9.30 VARA-oi-kest 10,15 Vroolijke voordracht en liedjes. 10.40 AvoncTwijding 11.Berichten ANP 11.10 Jazzmuziek (gr.pl.) 11.40 12.00 Gramofoonmuziek. ENGELAND, 391 en 449 M. Na 10.20 n.m. ook 342 M. 11.50 Zang en pianoduetten. 12.20 Berichten 12.35 „Country walks and thoughts", causerie 12.501.20 Orgelspel 2.Welsch programma. 2.20 Eddie Car roll's dansorkest 2.50 Causei'ie 3.05 Variété 3.35 BBC-ox'kest 4.20 Berichten en causerie (Welsch) 4.40 Kinderuurtje. 5.20 Bex-ichten 5.35 Zang 5.50 Berich ten (Noorsch) 6.05 Progr., gewijd aan het Fransche volk. 6.35 Mededeelingen 6.50 Gramofoonmuziek 7. ,.A Christian looks at the world", causerie 7.20 Ra- diotooneel 7.50 Beschrijving van het werk van de Britsche koopvaardij in oorlogstijd. 8.20 Berichten. 8.40 „Once a week", causerie. 8.55 Kampconcert 9.20 Cabaretprogramma 9.50 BBC-Schotsch orkest 10.20 Eddie Carroll's dansox-kest 10.50 Cello en piano 11.20 Bei'ichten. 11.4011.50 Berichten (Nooi'sch). RADIO-PARIS, 1648 M. 11.10 Cembalovoordx'acht 11.20 Gevarieex'd concert 12.05 Zang. 12.35 Pianovoordracht 1.05 en 1.30 Viool voox:dracht 2.20 Oi-gelconcert 3.50 Zang 4.20 Radio- tooneel 4.35 Cello, piano en zang 5.35 Piano en viool 6.20 R. Legrand's Jazzorkest 6.50 en 8.20 Radiotoo- neel. 9.05 Parijs' instrumentaal kwintet en soliste. 10.05 en 11.0511.50 Symphonieconcert. KEULEN, 456 M. 4.50 Vliegeniersorkest 6.40—7.05 Gramofoonmu ziek 8.308.50 Koorconcert 9.50 Gramofoonmuziek 10.20 Fabrieksorkest 11.20 Gramofoonmuz. 12.50 Po pulair concert 1.45 Omroepkoor en -orkest en solis ten, 2.20 Gramofoonmuziek 3.30 Omroepblaasver- eeniging en solist 4.25 en 6.05 Gramofoonmuziek 6.35 Leo Eysoldt's orkest en solist. 7.45 Muzikaal tussen-, spel 8.05 Gramofoonmuziek. 8.50 tot sluiting: Zie Deutschlandsender. BRUSSEL, 322 M. 11.20 Gramofoonmuziek 11.50 en 12.30 Omroep- dansoi-kest 12.50—1.20 Gramofoonmuz. 4.20 Het Bel gische saxofoonkwartet-en solisten. 5.55 Gramofoon muziek 6.20 Omroepsymphonie-orkest. Omroepkoor, acteurs en solisten. 9.3010.20 Omroepdansorkest. BRUSSEL, 484 M. 11.20 Gramofoonmuziek 11.50 en 12.30 Radio-or kest 12.50—1.20 en 4.55 Gramofoonmuz. 5.35 Piano voordracht 6.05 en 6.30 Koninklijke Fanfare „Les Blancs" 7.20 Voor soldaten. 7.50 en 8.35 Radio-orkest en solist 9.3010.20 Gramofoonmuziek. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 6.35 Voor soldaten 7.20 Omroepkleinorkest 8.20 Berichten, hoorberichten 8,50 Populair concert 10.20 Berichten. Hierna: Nachtconcert 11.20—12.15 Be richten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 9