ChwtchM aan het haofd
dei föütsche
W
ROODE STER
Bankenmoratorium en deviezen-
noodmaatregel
Oppositie treedt tot het
nieuwe kabinet toe.
Besluiten van de
Nederlandsche regeering.
Bombardeeren van
burgerbevolkingen.
ZATERDAG 11 MEI 1940
HÏÏECEM'S DAGBEAD
Chamberlain is Vrijdag afgetreden als minister
president van Engeland. Churchill volgt hem op. In
het nieuwe oorlogskabinet, waarvan de voltooiing
gedurende dit weekeinde wordt verwacht, zullen ook
de Labourparty en de Liberalen zitting hebben.
Chamberlain blijft deel uitmaken van de regeering.
Omtrent het aftreden van Chamberlain is de
volgende mededeeling uit Downingstreet 10
uitgegeven:
De Right Honourable Neville Chamberlain is
afgetreden als minister-president. De Right
Honourable Winston Churchill heeft de uitnoo-
diging van Z.M. om den post te bezetten aan
vaard. De premier wenscht dat alle ministers op
hun posten blijven en hun functies vervullen
met volledige vrijheid en verantwoordelijkheid
terwijl de noodzakelijke regelingen worden ge
troffen voor de vorming van een nieuwe re
geering."
De lobby-correspondent van Reuter schrijft:
Churchill zal waarschijnlijk het oorlogskabinet
voltooien gedurende het weekend, mogelijk reeds
Zaterdag. Algemeen neemt men aan dat van Labour
in de regeering zitting zullen krijgen Attlee, Green
wood, Bevin, en mogelijk ook Alexander. De eerste
twee zouden dan zitting krijgen in het oorlogskabi
net. De liberalen verwachten dat Sinclair zal wor
den opgenomen, terwijl het altijd mogelijk is dat
Lloyd George lid van de regeering wordt. Ook zal
een vertegenwoordiger worden opgenomen van de
in opstand gekomen conservatieven onder leiding
van Amery. Wijzigingen worden verwacht in de
departementen van oorlog, luchtvaart en bevoor
rading.
CHAMBERLAINS LAATSTE REDE
ALS PREMIER.
Chamberlain heeft gisteravond over zijn aftre
den een radioredevoering uitgesproken. Hij zeide:
„Hedenochtend vroeg heeft Hitier zonder waar
schuwing of verontschuldiging een nieuwe misdaad
gevoegd bij de afschuwelijke wandaden, die zijn
naam reeds hebben geschandvlekt door zijn plot-
selingen aanval op Nederland en België. In de ge
heele geschiedenis is geen enkel ander man verant
woordelijk geweest voor zoo'n afzichtelijk totaal
van menschelijlc leed en menschelijke ellende als
Hitier. Wanneer hij gerekend heeft op onze binnen-
landsche geschillen als hulp voor hem, dan heeft hij
den geest van dit volk verkeerd berekend. Het was
duidelijk op dit critieke oogenblik in dezen oorlog
dat hetgeen noodig was, de vorming was van een
regeering, welke leden omvatte van de Liberale en
Labour opposities en aldus een vereenigd front
bood. Ik heb mij gistermiddag gewijd aan het vast
stellen van de voorwaarden voor de vorming van
een vereenigde regeering. Tegen dien middag was
het duidelijk dat wezenlijke eenheid slechts kon
worden verkregen onder een anderen eersten mi
nister
Mijn plicht was duidelijk en ik diende mijn ont
slag in bij den koning. Z.M. heeft thans mijn vriend
Churchill de taak toevertrouwd een nieuwe regee
ring op nationale basis te vormen. Mijn andere
collega's zullen hun ontslag in handen leggen van
Churchill, maar zullen hun huidige functies behou
den, hangende het aanstellen van een nieuwe re
geering.
Churchill heeft tegenover mij zijn krachtigen
wensch tot uitdrukking gebracht, dat ik lid
zou zijn van het oorlogskabinet en ik hem hem
gezegd, dat ik gaarne iederen bijstand, die in
mijn vermogen ligt, in die capaciteit wilde
geven."
Sprekende over de drie jaar van zijn premier
schap zeide Chamberlain: „Zoolang ik geloofde dat
er een kans was om den vrede op eerbare wijze te
Indrukken in Italië over de nieuwe
Duitsclie actie.
Scherpe veroordeeling door de
„Osservatore Romano".
De nieuwe inval van Duitschland wordt door
de „Osservatore Romano", het Pauselijk orgaan,
krachtig veroordeeld. De directeur van het blad
geeft uiting aan de verontwaardiging en droefenis
op het Vaticaan over dezen nieuwen nationaal-socia-
listischen aanval. Deze aanval heeft geen enkele
rechtvaardiging en ze is verschrikkelijk. De aan
gevallen landen hebben hun neutraliteit nauwkeurig
in acht genomen.
De directeur van het blad wijst er op hoe in
tegenspraak met de beginselen van het positieve
recht en van het natuurrecht de Duitsche aanval
is. alsmede met de regelen der menschheid.
Ook wijst hij er op hoe dit optreden in strijd
ls met de leerstellingen van den Paus over de
organisatie van een rechtvaardigen vrede en het
recht van bestaan en onafhankelijkheid van alle
landen, zoowel groote als kleine.
Reuter meldt dat millioenen Italianen in hun ziel
getroffen zijn door een onderdrukte doch hartstoch
telijke woede over het optreden van Duitschland,
dat wederom de ontzetting van den oorlog over
België brengt. Men gelooft dat de Italiaansche re
geering niet in kennis werd gesteld van de nieuwe
ontwikkeling tot een oogenblik, waarop de gebeurte
nis zich reeds voltrokken had.
De Duitsche ambassadeur bracht toen een
bezoek aan Ciano, om hem op de hoogte te
brengen. Ontmoetingen met menschen, die in
rechtstreeksch contact staan met de regeering
doen blijken, dat zelfs bij hen een gevoel van
geschoktheid niet geheel afwezig was.
De omgeving van de zeer populaire Belgische
prinses, die eens op den Italiaanschen troon zal zete
len, bewaart het stilzwijgen. Duizenden van haar
toekomstige onderdanen begrijpen en deelen echter
haar leéd.
Het schijnt overigens dat in het grootste deel
der Italiaansche pers de nieuwe actie der Duitschers
in het Westen wordt goedgepraat.
Aanwijzingen voor de groote
scheepvaart.
LONDEN, 10 Mei (Reuter), Er zijn aanwij
zingen uitgegeven aan alle Belgische en Neder-
landsche schepen, die naar België of Nederland of
Duitschland onderweg zijn, om terstond op te
stoomen naar de naast bijzijnde Engelsche of Fran-
sche haven voor het ontvangen van instructies. De
Belgische en Nederlandsche schepen niet andere
bestemmingen moeten hun reis voortzetten.
behouden, heb ik er naar gestreefd, die kans te
nemen. Toen de laatste hoop verdwenen was en
oorlog niet langer kon worden vermeden, heb ik er
even hard naar gestreeld dien oorlog te voeren met
heel mijn vermogen. Het uur is gekomen, dat wij op
de proef moeten worden gesteld. Reeds worden zoo
onschuldige volken als die van Nederland, België
en Frankrijk op de proef gesteld, en gij en ik moeten
ons aaneen sluiten achter onzen nieuwen leider en
met onze vereenigde kracht, En met onzen onwan-
kelbaren moed vechten en arbeiden, tot dit wilde
beest dat ons besprongen heeft, ten slotte ontwa
pend en terneer geworpen is".
Roosevelt symphatiseert volledig met
de proclamatie van de Koningin.
Verklaring tot persvertegenwoordigers.
Havas deelt mede dat Roosevelt gisteren in het
Witte Huis geconfereerd heeft met Gordel] Huil
den minister van Justitie Jackson, Sumner Welles,
generaal Marshall, den chef van den generalen
vlootstaf, Admiraal Stark, leider der vlootoperaties,
over de maatregelen, die genomen moeten worden
in verband met den Duitschen aanval op Neder
land en België.
Roosevelt heeft tegenover de persvertegenwoor
digers o.a. verklaard dat hij vol sympathie is
met de proclamatie van H. M. Koningin Wil
helm in a
In antwoord op nadere vragen zeide de presi
dent, dat de Duitsche belofte, die gegeven
is bij het uitbreken van den oorlog, om
geen open. nïet-versterkte steden te bombar
deeren, bestudeerd wordt in het licht van de ge
melde aanvallen op open steden.
Roosevelt heeft den vertegenwoordigers van
de pers verder te verstaan gegeven dat de mo
gelijkheden voor de Vereenigde Staten om
buiten den oorlog te blijven niet gewijzigd wa
ren .ondanks de laatste gebeurtenissen in
Europa.
PRESIDENT ROOSEVELT
SPREEKT MET DEN NEDER-
LANDSCHEN GEZANT.
De Nederlandsche gezant Loudon, heeft gisteren
op het Witte Huis een onderhoud met president
Roosevelt gehad
Proclamatie van
Koning Leopold
De Belgische zaak is recht
vaardig en met God's hulp
zal zij overwinnen.
De Belgische omroep heeft Vrijdagmorgen een
proclamatie van den Koning uitgezonden, waarin
o.a. gezegd wordt. „Belgen, voor de tweede maal
in een kwart eeuw wordt het loyale en neutrale
België door het Duitsche Rijk aangevallen met
verachting voor de plechtigste verbintenissen.
Tot op het- laatste oogenblik hebben wij onzen
neutraliteitsplicht vervult. Tot het dappere Bel
gische leger en onze moedige soldaten zend ik
mijn broederlijken groet. Zij strijden om iede
ren duim gronds. om den vijandelijken inval
door onze provincies tot staan te brengen. Dank
zij de inspanning, die de geheele natie zich ge
troost heeft, is de macht van ons land thans on
eindig veel grooter dan in 1914. Reeds hebben
Frankrijk en Engeland beloofd ons te zullen
steunen en de eersté troepen zijn reeds op weg
om de onze te ontmoeten. De strijd zal hard zijn,
doch niemand kan aan het eindresultaat twijfe
len. Zooals mijn vader in 1914 heb ik mij aan
het hoofd van het leger gesteld in hetzelfde
geloof en met hetzelfde vertrouwen. De Belgi
sche zaak is rechtvaardig en met Gods hulp zal
zij overjvinnen
Er was eens een looier in Lopik.
„Roode Ster Tabak", riep hij „Die koop ik".
Dit voortreff'lijke merk
Rook ik onder m'n werk
Als ik honderd word nóg - en dat hoop ik".
Zeldzaam zacht en
licht in de pijp!
(Adv. Ingez Med.)
Radiorede van Reynaud.
„Frankrijk trekt den degen".
De Fransche minister-president Paul Reynaud
zeide gisteravond in een radio-rede:
„Drie vrije landen: Nederland, België en
Luxemburg, zijn vannacht door het Duitsche le
ger aangevallen. Zij hebben hulp gevraagd aan
de geallieerde legers. Vanochtend tusschen 7 en
8 uur zijn onze soldaten der vrijheid de grens
overgetrokken. Ons volk kent zeer goed het
eeuwenoude slagveld van Vlaanderen. Tegen
over ons rukt ook een eeuwenoude vijand naar
ons op. Overal ter wereld houdt- iedere vrije man
en iedere vrije vrouw de adem in voor het drama,
dat zich hier afspeelt. Zal het beestachtig ge
weld gaan zegevieren? Hitier verkondigt dit. Se
dert jaren speculeert hij op onzen vredeswil om
den oorlog voor te bereiden. Hij heeft zijn meest
bedreigde buren willen doen gelooven dat het
slechts van hen afhing en van hun zwakte, om in
goede overeenstemming met hem te leven. Zelfs
na het verklaren van den oorlog, wilde hij
gelooven in onze verdeeldheid en onze zwak
heid. Hij hoopte op het verraad van het commu
nisme om Frankrijk inwendig te verscheuren.
Ook poogde hij de bondgenooten van elkaar te
scheiden, doch dit is niet gelukt- Thans is het
masker afgeworpen.
Frankrijk, kalm en sterk, staat rechtop. Het is
thans het oogenblik zich aaneen te sluiten. Gij
weet reeds dat alle partijen zich in de regeering
hebben gevonden. Op het oogenblik, waarop de
bloem van ons volk. alles wat het heeft aan zijn
beste jeugd, zijn leven en kracht, het leven gaat
wagen in een heiligen strijd, rust een ernstige
gedachte in ieder huis. In iedere stulp van onze
dorpen en in ieder kantonnement van onze troe
pen verheft dezelfde gedachte ons boven ons
zelf. Ieder maakt zich op zijn plicht te doen. Het
Fransche leger trekt den degen. Frankrijk be
zint zich.
Staf de Clercq en Degrelle
gearresteerd.
Uit Brussel wordt vernomen dat de leiders van
de Vlaamsch-Nationale Partij en van de Rexisten,
Staf de Clercq en Degrelle, gearresteerd zijn.
Ook verluidt dat de Vlaamsch-Nationalistische
Kamerleden Tollenaere en Grammen zijn gearres
teerd, doch hiervan heeft men nog geen bevesti
ging
Dagorder van
generaal Gamelin:
Moed, energie en
vertrouwen het
wachtwoord.
Generaal Gamelin heeft Vrijdag een dag
order gericht tot de troepen. Deze luidt als
volgt:
„De aanval, welke wij sedert October j.l.
hebben verwacht, is vanochtend gekomen.
Duitschland bindt tegen ons den strijd op
leven en dood aan. Voor Frankrijk en zijn
bondgenooten is het wachtwoord thans:
moed, energie, vertrouwen."
W. G. GAMELIN.
O. open bail bckcndmak.iiB -joircueude luchtbe
scherming in oorlogstijd is in alle gemeenten van
Nederland aangeplakt.
Een uitkijkpost aan de Nederlandsche Westkust.
In aansluiting aan het bericht, waarin gemeld is,
dat bij K.B. van 10 Mei 1940 een deviezennoodmaat-
regel is afgekondigd en het „besluit bankenmorato
rium" kan nog het volgende worden medegedeeld.
Vrijdagavond is verschenen staatsblad no. 484 be
sluit van 10 Mei 1940 tot het heffen van een de-
viezennoodmaalregel voor het rijk in Europa.
Dit besluit is genomen op grond van de overwe
ging dat het in verband met de doelmatige voor
ziening in de behoefte aan deviezen noodzakelijk is,
eenige conservatoire maatregelen te treffen.
De voornaamste artikelen van dit staatsblad zijn
de volgende:
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt
verstaan onder:
1. Ingezetenen: a. de binnen het koninkrijk wo
nende of kantoorhoudende natuurlijke personen; 2.
de binnen het koninkrijk gevestigde of kantoorhou
dende rechtspersonen;
2. nïet-ingezetenen: de natuurlijke en rechtsper
sonen niet vallende onder de omschrijving van inge
zetenen;
3. goud: gouden munten, gouden muntmateriaal en
onbewerkt goud:
4. betaalmiddelen: metaal- en papiergeld, bank
biljetten en soortgelijke betaalmiddelen met uitzon
dering van gouden munten;
5. geldswaardige papieren- cheques, wisselbrieven,
promessen en soortgelijke geldswaardige papieren
met uitzondering van betaalbaar gestelde
dividendbewijzen en effecten;
6. effecten: inschrijvingen in schuld- en aam'
lenregisters, obligaties, pandbrieven, aandeelen,
winstbewijzen en soortgelijke waardepapieren met
de daarbij behoorende talons, coupons en dividend
bewijzen;
7. vorderingen: dadelijk en niet dadelijk opeisch-
bare deposito's, saldi in rekening-courant en soort
gelijke vorderingen zoomede in schulden;
8. uitvoer: alle uitvoer, anders dan wederuitvoer
in doorvoer, benevens: a. het ten uitvoer aangeven
aan ambtenaren van den betrokken belastingdienst;
b. het ten uitvoer naar het buitenland aan een on
dernemer van vervoer aanbieden van de desbetref
fende zaken; c. het opnemen, aanbrengen of aan
wezig hebben van de desbetreffende zaken, waarvan
het niet aannemelijk is dat zij bestemd zijn om bin
nenslands te blijven in, aan of op eenig vervoer
middel, terwijl het zich bevindt op of buitenwaarts
van de plaats waar het, alvorens naar het buitenland
te vertrekken, door ambtenaren van den betrokken
belastingdienst moet worden uitgeklaard; d. het op
nemen, aanbrengen of aanwezig hebben van de
desbetreffende zaken, waarvan het niet aannemelijk
is, dat zij bestemd zijn om binnenslands te blijven,
in, aan of op een tot opstijging gereed luchtvaar
tuig of een kennelijk tot vertrek naar het buiten
land bestemd ander vervoermiddel.
Artikel 2.
1. Voor de toepassing van dit besluit worden als
hinnenlandsch aangemerkt:
1) betaalmiddelen, voorzoover zij in het geheele
koninkrijk of in een der gebiedsdeelen de hoedanig
heid van wettig betaalmiddel bezitten;
2). geldswaardige papieren, effecten en vorde
ringen, voorzoover zij uitsluitend betaalbaar zijn
binnen het koninkrijk en de schuldenaar ingeze
tene is;
3) andere onlichamelijke zaken, voor zoover de
daaruit voortvloeiende rechten op betaling uitslui
tend jegens ingezetenen kunnen worden geldend
gemaakt,
2. Alle andere betaalmiddelen, geldswaardige pa
pieren, effecten, vorderingen en andere onlichame
lijke zaken worden voor de toepassing van dit be
sluit als buitenlandsch aangemerkt.
Artikel 3.
Aan ingezetenen wordt tijdelijk verboden te be
schikken over, te bezwaren en te vervreemdena.
goud, b. buitenlandsche betaalmiddelen, c. buiten-
landsche geldswaardige papieren, d. buiten het ko
ninkrijk berustende effecten, e. buitenlandsche vor
deringen, f. andere buitenlandsche onlichamelijke
zaken, g. buiten het koninkrijk berustende of gelegen
roerende en onroerende goederen, h. binnen het
koninkrijk berustende niet in het vrije verkeer in
gevoerde roerende goederen.
Artikel 4.
1. Voorzoover zulks geschiedt ten gunste van niet-
ingezetenen of ten gunste van ingezetenen voor re
kening van nïet-ingezetenen wordt aan ingezetenen
tijdelijk verboden:
le. te beschikken over. te bezwaren en te ver
vreemden: a. binnenlandsche betaalmiddelen, b. bin-
nenlandsche geldswaardige papieren, c. binnen het
koninkrijk berustende effecten, d. binnenlandsche
vorderingen, e. andere binnenlandsche onlichamelij
ke zaken, f. binnen het koninkrijk berustende of
gelegen roerende en onroerende goederen: 2e aval
te geven en borgtocht of andere persoonlijke zeker
heid te stellen.
2. het bepaalde in het vorige lid is niet van toe
passing ten aanzien van het beschikken over bin
nenlandsche betaalmiddelen tot ten hoog'ste honderd
gulden per dag en over binnen het koninkrijk berus
tende roerende goederen, een waarde van honderd
gulden niet te boven gaande, ten gunste van binnen
het koninkrijk vertoevende niet-ingezetenen.
Artikel 5.
1. Aan niet-ingezetenen wordt tijdelijk verboden
te verkrijgen, te beschikken over, te bewaren en te
vervreemden:
1) a. goud, b. betaalmiddelen, c. geldswaardige pa
pieren, d. effecten, e. vorderingen, f. andere onlicha
melijke zaken, alle voor zoover zij of de documen
ten, waarin zij zijn belichaamd, binnen het ko
ninkrijk berusten.
2) binnen het koninkrijk berustende of gelegen
roerende en onroerende goederen.
2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toe
passing ten aanzien van binnen het koninkrijk ver
toevende niet-ingezetenen voor zoover betreft het
verkrijgen van en het beschikken over binnenland
sche betaalmiddelen tot ten hoogste honderd gulden
per dag. het beschikken over buitenlandsche betaal
middelen, buitenlandsche geldswaardige papieren en
buitenlandsche vorderingen, een waarde van hon
derd gulden per dag niet te boven gaande, en het
verkrijgen van en beschikken over binnen het ko
ninkrijk berustende roerende goederen, een waarde
van honderd gulden niet te boven gaande.
3. Aan ingezetenen wordt tijdelijk verboden mede
te werken aan bij dit artikel verboden handelingen
van niet-ingezetenen.
Artikel 6.
1. De uitvoer van: a goud, b. betaalmiddelen, c.
geldswaardige papieren, d. effecten e. andere do
cumenten, waarin vorderingen zijn belichaamd, is
tijdelijk verboden,
2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toe
passing:
1) ten aanzien van ingezetenen, die het koninkrijk
verlaten voor zoover betreft betaalmiddelen een
waarde van vijf honderd gulden niet te boven
gaande:
2) ten aanzien van niet-ingezetenen, die het ko
ninkrijk verlaten voor zoover betreft: a. betaalmid
delen en geldswaardige papieren, een waarde van
duizend gulden niet te boven gaande, b. den weder
uitvoer van in het reizigersverkeer gebruikelijke
documenten, waarin vorderingen zijn belichaamd.
Artikel 7.
De bepalingen van de artikelen 3 en 6 zijn niet
van toepassing op de Nederlandsche Bank N.V., de
Javasehe Bank, de Surinaamsche Bank N.V. en de
Curagaosche Bank voor zoover betreft in die arti
kelen bedoelde waarden, welke zij bezitten voor
eigen of elkanders rekening dan wel voor rekening
van het rijk of van een der rechtspersonen Neder-
landsch-Indië, Suriname of Curagao.
Artikel 8.
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip zijner
afkondiging.
Verder is verschenen Staatsblad no. 483 besluit
van 10 Mei 1940. tot het nemen van een besluit
bankenmoratorium.
Dit besluit is gegrond op de overweging, dat het
noodzakelijk is in de tegenwoordige buitengewone
omstandigheden de vrije beschikking over de bij
banken en soortgelijke instellingen uitstaande gelden
voorloopig aan zekere, aan het algemeen belang
ontleende beperkingen te onderwerpen;
De voornaamste bepalingen van dit besluit zijn:
Artikel 1.
De bepalingen van dit besluit zijn, voor zoover
niet uitdrukkelijk anders is bepaald, van toepas
sing op:
a. Alle ondernemingen en instellingen, tot wier
bedrijf behoort het ter beschikking houden van gel
den ten behoeve en ten name van rekeninghouders,
onverschillig of al dan niet het woord „bank" in
den naam der onderneming of instelling voorkomt.
In geval van twijfel of een bedrijf al dan niet een
onderneming is als bedoeld in de voorafgaande zin
snede beslist onze minister van financiën;
b. diensten als bedoeld in de Girowet (Staatsblad
1923 no. 307).
Artikel 2.
1. Over de met ingang van 10 Mei 1940 uitstaande
gelden bij ondernemingen, instellingen, diensten,
als bedoeld in artikel 1, zal door rechthebbenden
slechts vrijelijk kunnen worden beschikt in de male
en op de wijze, als door onzen minister van finan
ciën, met inachtneming van het in de volgende leden
van dit artikel bepaalde, zal worden vastgesteld.
2. Rechthebbenden behouden steeds de vrije be
schikking over ten minste 3 pCt. per maand van hel
totaal van hun met ingang van 10 Mei 1940 opeisch-
baar tegoed of over tenminste 50 per week.
3. Eveneens blijft de vrije beschikking voor recTO
hebbenden over de hun toekomende gelden bestaan,
voorzoover deze benoodigd zijn voor:
a. betaling van loonen, salarissen en dergelijk*
aan personen: in dienst van rechthebbenden, al»
mede voor betaling van huren en pachten: b. beta
ling van belastingen, accijnzen en dergelijke en in
het algemeen voor andere betalingen aan den staat
en aan andere publiekrechtelijke lichamen; c. vol
doening aan verplichtingen uit hoofde van de so
ciale wetgeving, alsmede voor betaling van pen
sioenen; d. betaling van verzekeringspremies; e. vol
doening aan verplichtingen door een gerechtelijk
vonnis aan rechthebbende opgelegd, alsmede ter
betaling van gerechtelijke kosten,enz., f. betaling van
noodzakelijke kosten tot handhaving van een recht
hebbende toekomende rechten e. d.
4. De in artikel 1 bedoelde ondernemingen, instel
lingen en diensten zullen kunnen verlangen, dat
de noodige bewijsstukken worden overgelegd, waar
uit blijkt, dat de aangevraagde bedragen noodig
zijn voor de doeleinden, als bedoeld in lid 3, sub a
tot en met f van dit artikel. Zoo mogelijk zien zij
toe, dat deze bedragen ook metterdaad voor genoem
de doeleinden worden besteed.
5. In geval van twijfel bij de uitvoering van het
onderhavige artikel beslist onze minister van finan
ciën, met recht voor dezen de beslissing in handen
te geven van een door hem in het leven te roepen
instantie.
Artikel 3.
Een ieder is verplicht tot geheimhouding van al
hetgeen hem in verband met de uitvoering van deze
wet is bekend geworden.
Artikel 4.
1. Hij, die opzettelijk de bij artikel 3 opgelegde
geheimhouding schendt, wordt gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geld
boete van ten hoogste zes honderd gulden.
2. Hij, aan wiens schuld schending van de bij ar
tikel 3 opgelegde geheimhouding te wijten is, wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maan
den of geldboeten van ten hoogste driehonderd gul
den.
Artikel 5.
Dit besluit kan worden aangehaald als „besluit
bankenmoratorium".
Krachtige Engelsche
waarschuwing.
Het Britsche departement van buitenlandsche
zaken publiceert het volgende communiqué:
Hr. Ms. regeering in het Vereenigd Koninkrijk
die in haar antwoord van 1 September op de
oproeping van den president der Vereenigde
Staten de verzekering gaf dat haar luchtstrijd
krachten Bevelen hadden ontvangen, welke een
verbod inhielden van het bombardeeren van
burgerbevolkingen en die het bombardeeren
streng beperkten tot militaire doelen, spreekt
thans openlijk uit dat zij zich het recht voor
behoudt om over te gaan tot iedere actie, welke
zij als gepast beschouwd in het geval van een
bombardement door den vijand van de burger
bevolkingen, hetzij in het Vereenigd Koninkrijk,
in Frankrijk of in de landen, die bijgestaan wor
den door het Vereenigde Koninkrijk".
Labour bereid zitting te nemen in
Engelscli kabinet.
Onder nieuwen premier.
De executieve der Labour-partij heeft be
kend gemaakt dat met algemeene stemmen be
sloten is om deel te nemen aan de verantwoor
delijkheid als volledig deelgenoot in een
nieuwe regeering onder een nieuwen premier,
die het vertrouwen der natie zou hebben.
De leider der liberale oppositie in het Lagerhuis,
Sinclair, heeft in een verklaring uit naam van zijn
partij gezegd: „de recente gebeurtenissen hebben
de noodzakelijkheid bewezen van een snelle en
radicale reconstructie van de Britsche regeering.
De aanvang echter van den eersten critieken veld
slag in het Westen is daarvoor niet het oogenblik
Intusschen, laat ons allen onze krachtsinspanningen
verdubbelen om den vijand der vrijheid te ver
slaan".