ChwtchM aan het haofd dei föütsche W ROODE STER Bankenmoratorium en deviezen- noodmaatregel Oppositie treedt tot het nieuwe kabinet toe. Besluiten van de Nederlandsche regeering. Bombardeeren van burgerbevolkingen. ZATERDAG 11 MEI 1940 HÏÏECEM'S DAGBEAD Chamberlain is Vrijdag afgetreden als minister president van Engeland. Churchill volgt hem op. In het nieuwe oorlogskabinet, waarvan de voltooiing gedurende dit weekeinde wordt verwacht, zullen ook de Labourparty en de Liberalen zitting hebben. Chamberlain blijft deel uitmaken van de regeering. Omtrent het aftreden van Chamberlain is de volgende mededeeling uit Downingstreet 10 uitgegeven: De Right Honourable Neville Chamberlain is afgetreden als minister-president. De Right Honourable Winston Churchill heeft de uitnoo- diging van Z.M. om den post te bezetten aan vaard. De premier wenscht dat alle ministers op hun posten blijven en hun functies vervullen met volledige vrijheid en verantwoordelijkheid terwijl de noodzakelijke regelingen worden ge troffen voor de vorming van een nieuwe re geering." De lobby-correspondent van Reuter schrijft: Churchill zal waarschijnlijk het oorlogskabinet voltooien gedurende het weekend, mogelijk reeds Zaterdag. Algemeen neemt men aan dat van Labour in de regeering zitting zullen krijgen Attlee, Green wood, Bevin, en mogelijk ook Alexander. De eerste twee zouden dan zitting krijgen in het oorlogskabi net. De liberalen verwachten dat Sinclair zal wor den opgenomen, terwijl het altijd mogelijk is dat Lloyd George lid van de regeering wordt. Ook zal een vertegenwoordiger worden opgenomen van de in opstand gekomen conservatieven onder leiding van Amery. Wijzigingen worden verwacht in de departementen van oorlog, luchtvaart en bevoor rading. CHAMBERLAINS LAATSTE REDE ALS PREMIER. Chamberlain heeft gisteravond over zijn aftre den een radioredevoering uitgesproken. Hij zeide: „Hedenochtend vroeg heeft Hitier zonder waar schuwing of verontschuldiging een nieuwe misdaad gevoegd bij de afschuwelijke wandaden, die zijn naam reeds hebben geschandvlekt door zijn plot- selingen aanval op Nederland en België. In de ge heele geschiedenis is geen enkel ander man verant woordelijk geweest voor zoo'n afzichtelijk totaal van menschelijlc leed en menschelijke ellende als Hitier. Wanneer hij gerekend heeft op onze binnen- landsche geschillen als hulp voor hem, dan heeft hij den geest van dit volk verkeerd berekend. Het was duidelijk op dit critieke oogenblik in dezen oorlog dat hetgeen noodig was, de vorming was van een regeering, welke leden omvatte van de Liberale en Labour opposities en aldus een vereenigd front bood. Ik heb mij gistermiddag gewijd aan het vast stellen van de voorwaarden voor de vorming van een vereenigde regeering. Tegen dien middag was het duidelijk dat wezenlijke eenheid slechts kon worden verkregen onder een anderen eersten mi nister Mijn plicht was duidelijk en ik diende mijn ont slag in bij den koning. Z.M. heeft thans mijn vriend Churchill de taak toevertrouwd een nieuwe regee ring op nationale basis te vormen. Mijn andere collega's zullen hun ontslag in handen leggen van Churchill, maar zullen hun huidige functies behou den, hangende het aanstellen van een nieuwe re geering. Churchill heeft tegenover mij zijn krachtigen wensch tot uitdrukking gebracht, dat ik lid zou zijn van het oorlogskabinet en ik hem hem gezegd, dat ik gaarne iederen bijstand, die in mijn vermogen ligt, in die capaciteit wilde geven." Sprekende over de drie jaar van zijn premier schap zeide Chamberlain: „Zoolang ik geloofde dat er een kans was om den vrede op eerbare wijze te Indrukken in Italië over de nieuwe Duitsclie actie. Scherpe veroordeeling door de „Osservatore Romano". De nieuwe inval van Duitschland wordt door de „Osservatore Romano", het Pauselijk orgaan, krachtig veroordeeld. De directeur van het blad geeft uiting aan de verontwaardiging en droefenis op het Vaticaan over dezen nieuwen nationaal-socia- listischen aanval. Deze aanval heeft geen enkele rechtvaardiging en ze is verschrikkelijk. De aan gevallen landen hebben hun neutraliteit nauwkeurig in acht genomen. De directeur van het blad wijst er op hoe in tegenspraak met de beginselen van het positieve recht en van het natuurrecht de Duitsche aanval is. alsmede met de regelen der menschheid. Ook wijst hij er op hoe dit optreden in strijd ls met de leerstellingen van den Paus over de organisatie van een rechtvaardigen vrede en het recht van bestaan en onafhankelijkheid van alle landen, zoowel groote als kleine. Reuter meldt dat millioenen Italianen in hun ziel getroffen zijn door een onderdrukte doch hartstoch telijke woede over het optreden van Duitschland, dat wederom de ontzetting van den oorlog over België brengt. Men gelooft dat de Italiaansche re geering niet in kennis werd gesteld van de nieuwe ontwikkeling tot een oogenblik, waarop de gebeurte nis zich reeds voltrokken had. De Duitsche ambassadeur bracht toen een bezoek aan Ciano, om hem op de hoogte te brengen. Ontmoetingen met menschen, die in rechtstreeksch contact staan met de regeering doen blijken, dat zelfs bij hen een gevoel van geschoktheid niet geheel afwezig was. De omgeving van de zeer populaire Belgische prinses, die eens op den Italiaanschen troon zal zete len, bewaart het stilzwijgen. Duizenden van haar toekomstige onderdanen begrijpen en deelen echter haar leéd. Het schijnt overigens dat in het grootste deel der Italiaansche pers de nieuwe actie der Duitschers in het Westen wordt goedgepraat. Aanwijzingen voor de groote scheepvaart. LONDEN, 10 Mei (Reuter), Er zijn aanwij zingen uitgegeven aan alle Belgische en Neder- landsche schepen, die naar België of Nederland of Duitschland onderweg zijn, om terstond op te stoomen naar de naast bijzijnde Engelsche of Fran- sche haven voor het ontvangen van instructies. De Belgische en Nederlandsche schepen niet andere bestemmingen moeten hun reis voortzetten. behouden, heb ik er naar gestreefd, die kans te nemen. Toen de laatste hoop verdwenen was en oorlog niet langer kon worden vermeden, heb ik er even hard naar gestreeld dien oorlog te voeren met heel mijn vermogen. Het uur is gekomen, dat wij op de proef moeten worden gesteld. Reeds worden zoo onschuldige volken als die van Nederland, België en Frankrijk op de proef gesteld, en gij en ik moeten ons aaneen sluiten achter onzen nieuwen leider en met onze vereenigde kracht, En met onzen onwan- kelbaren moed vechten en arbeiden, tot dit wilde beest dat ons besprongen heeft, ten slotte ontwa pend en terneer geworpen is". Roosevelt symphatiseert volledig met de proclamatie van de Koningin. Verklaring tot persvertegenwoordigers. Havas deelt mede dat Roosevelt gisteren in het Witte Huis geconfereerd heeft met Gordel] Huil den minister van Justitie Jackson, Sumner Welles, generaal Marshall, den chef van den generalen vlootstaf, Admiraal Stark, leider der vlootoperaties, over de maatregelen, die genomen moeten worden in verband met den Duitschen aanval op Neder land en België. Roosevelt heeft tegenover de persvertegenwoor digers o.a. verklaard dat hij vol sympathie is met de proclamatie van H. M. Koningin Wil helm in a In antwoord op nadere vragen zeide de presi dent, dat de Duitsche belofte, die gegeven is bij het uitbreken van den oorlog, om geen open. nïet-versterkte steden te bombar deeren, bestudeerd wordt in het licht van de ge melde aanvallen op open steden. Roosevelt heeft den vertegenwoordigers van de pers verder te verstaan gegeven dat de mo gelijkheden voor de Vereenigde Staten om buiten den oorlog te blijven niet gewijzigd wa ren .ondanks de laatste gebeurtenissen in Europa. PRESIDENT ROOSEVELT SPREEKT MET DEN NEDER- LANDSCHEN GEZANT. De Nederlandsche gezant Loudon, heeft gisteren op het Witte Huis een onderhoud met president Roosevelt gehad Proclamatie van Koning Leopold De Belgische zaak is recht vaardig en met God's hulp zal zij overwinnen. De Belgische omroep heeft Vrijdagmorgen een proclamatie van den Koning uitgezonden, waarin o.a. gezegd wordt. „Belgen, voor de tweede maal in een kwart eeuw wordt het loyale en neutrale België door het Duitsche Rijk aangevallen met verachting voor de plechtigste verbintenissen. Tot op het- laatste oogenblik hebben wij onzen neutraliteitsplicht vervult. Tot het dappere Bel gische leger en onze moedige soldaten zend ik mijn broederlijken groet. Zij strijden om iede ren duim gronds. om den vijandelijken inval door onze provincies tot staan te brengen. Dank zij de inspanning, die de geheele natie zich ge troost heeft, is de macht van ons land thans on eindig veel grooter dan in 1914. Reeds hebben Frankrijk en Engeland beloofd ons te zullen steunen en de eersté troepen zijn reeds op weg om de onze te ontmoeten. De strijd zal hard zijn, doch niemand kan aan het eindresultaat twijfe len. Zooals mijn vader in 1914 heb ik mij aan het hoofd van het leger gesteld in hetzelfde geloof en met hetzelfde vertrouwen. De Belgi sche zaak is rechtvaardig en met Gods hulp zal zij overjvinnen Er was eens een looier in Lopik. „Roode Ster Tabak", riep hij „Die koop ik". Dit voortreff'lijke merk Rook ik onder m'n werk Als ik honderd word nóg - en dat hoop ik". Zeldzaam zacht en licht in de pijp! (Adv. Ingez Med.) Radiorede van Reynaud. „Frankrijk trekt den degen". De Fransche minister-president Paul Reynaud zeide gisteravond in een radio-rede: „Drie vrije landen: Nederland, België en Luxemburg, zijn vannacht door het Duitsche le ger aangevallen. Zij hebben hulp gevraagd aan de geallieerde legers. Vanochtend tusschen 7 en 8 uur zijn onze soldaten der vrijheid de grens overgetrokken. Ons volk kent zeer goed het eeuwenoude slagveld van Vlaanderen. Tegen over ons rukt ook een eeuwenoude vijand naar ons op. Overal ter wereld houdt- iedere vrije man en iedere vrije vrouw de adem in voor het drama, dat zich hier afspeelt. Zal het beestachtig ge weld gaan zegevieren? Hitier verkondigt dit. Se dert jaren speculeert hij op onzen vredeswil om den oorlog voor te bereiden. Hij heeft zijn meest bedreigde buren willen doen gelooven dat het slechts van hen afhing en van hun zwakte, om in goede overeenstemming met hem te leven. Zelfs na het verklaren van den oorlog, wilde hij gelooven in onze verdeeldheid en onze zwak heid. Hij hoopte op het verraad van het commu nisme om Frankrijk inwendig te verscheuren. Ook poogde hij de bondgenooten van elkaar te scheiden, doch dit is niet gelukt- Thans is het masker afgeworpen. Frankrijk, kalm en sterk, staat rechtop. Het is thans het oogenblik zich aaneen te sluiten. Gij weet reeds dat alle partijen zich in de regeering hebben gevonden. Op het oogenblik, waarop de bloem van ons volk. alles wat het heeft aan zijn beste jeugd, zijn leven en kracht, het leven gaat wagen in een heiligen strijd, rust een ernstige gedachte in ieder huis. In iedere stulp van onze dorpen en in ieder kantonnement van onze troe pen verheft dezelfde gedachte ons boven ons zelf. Ieder maakt zich op zijn plicht te doen. Het Fransche leger trekt den degen. Frankrijk be zint zich. Staf de Clercq en Degrelle gearresteerd. Uit Brussel wordt vernomen dat de leiders van de Vlaamsch-Nationale Partij en van de Rexisten, Staf de Clercq en Degrelle, gearresteerd zijn. Ook verluidt dat de Vlaamsch-Nationalistische Kamerleden Tollenaere en Grammen zijn gearres teerd, doch hiervan heeft men nog geen bevesti ging Dagorder van generaal Gamelin: Moed, energie en vertrouwen het wachtwoord. Generaal Gamelin heeft Vrijdag een dag order gericht tot de troepen. Deze luidt als volgt: „De aanval, welke wij sedert October j.l. hebben verwacht, is vanochtend gekomen. Duitschland bindt tegen ons den strijd op leven en dood aan. Voor Frankrijk en zijn bondgenooten is het wachtwoord thans: moed, energie, vertrouwen." W. G. GAMELIN. O. open bail bckcndmak.iiB -joircueude luchtbe scherming in oorlogstijd is in alle gemeenten van Nederland aangeplakt. Een uitkijkpost aan de Nederlandsche Westkust. In aansluiting aan het bericht, waarin gemeld is, dat bij K.B. van 10 Mei 1940 een deviezennoodmaat- regel is afgekondigd en het „besluit bankenmorato rium" kan nog het volgende worden medegedeeld. Vrijdagavond is verschenen staatsblad no. 484 be sluit van 10 Mei 1940 tot het heffen van een de- viezennoodmaalregel voor het rijk in Europa. Dit besluit is genomen op grond van de overwe ging dat het in verband met de doelmatige voor ziening in de behoefte aan deviezen noodzakelijk is, eenige conservatoire maatregelen te treffen. De voornaamste artikelen van dit staatsblad zijn de volgende: Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1. Ingezetenen: a. de binnen het koninkrijk wo nende of kantoorhoudende natuurlijke personen; 2. de binnen het koninkrijk gevestigde of kantoorhou dende rechtspersonen; 2. nïet-ingezetenen: de natuurlijke en rechtsper sonen niet vallende onder de omschrijving van inge zetenen; 3. goud: gouden munten, gouden muntmateriaal en onbewerkt goud: 4. betaalmiddelen: metaal- en papiergeld, bank biljetten en soortgelijke betaalmiddelen met uitzon dering van gouden munten; 5. geldswaardige papieren- cheques, wisselbrieven, promessen en soortgelijke geldswaardige papieren met uitzondering van betaalbaar gestelde dividendbewijzen en effecten; 6. effecten: inschrijvingen in schuld- en aam' lenregisters, obligaties, pandbrieven, aandeelen, winstbewijzen en soortgelijke waardepapieren met de daarbij behoorende talons, coupons en dividend bewijzen; 7. vorderingen: dadelijk en niet dadelijk opeisch- bare deposito's, saldi in rekening-courant en soort gelijke vorderingen zoomede in schulden; 8. uitvoer: alle uitvoer, anders dan wederuitvoer in doorvoer, benevens: a. het ten uitvoer aangeven aan ambtenaren van den betrokken belastingdienst; b. het ten uitvoer naar het buitenland aan een on dernemer van vervoer aanbieden van de desbetref fende zaken; c. het opnemen, aanbrengen of aan wezig hebben van de desbetreffende zaken, waarvan het niet aannemelijk is dat zij bestemd zijn om bin nenslands te blijven in, aan of op eenig vervoer middel, terwijl het zich bevindt op of buitenwaarts van de plaats waar het, alvorens naar het buitenland te vertrekken, door ambtenaren van den betrokken belastingdienst moet worden uitgeklaard; d. het op nemen, aanbrengen of aanwezig hebben van de desbetreffende zaken, waarvan het niet aannemelijk is, dat zij bestemd zijn om binnenslands te blijven, in, aan of op een tot opstijging gereed luchtvaar tuig of een kennelijk tot vertrek naar het buiten land bestemd ander vervoermiddel. Artikel 2. 1. Voor de toepassing van dit besluit worden als hinnenlandsch aangemerkt: 1) betaalmiddelen, voorzoover zij in het geheele koninkrijk of in een der gebiedsdeelen de hoedanig heid van wettig betaalmiddel bezitten; 2). geldswaardige papieren, effecten en vorde ringen, voorzoover zij uitsluitend betaalbaar zijn binnen het koninkrijk en de schuldenaar ingeze tene is; 3) andere onlichamelijke zaken, voor zoover de daaruit voortvloeiende rechten op betaling uitslui tend jegens ingezetenen kunnen worden geldend gemaakt, 2. Alle andere betaalmiddelen, geldswaardige pa pieren, effecten, vorderingen en andere onlichame lijke zaken worden voor de toepassing van dit be sluit als buitenlandsch aangemerkt. Artikel 3. Aan ingezetenen wordt tijdelijk verboden te be schikken over, te bezwaren en te vervreemdena. goud, b. buitenlandsche betaalmiddelen, c. buiten- landsche geldswaardige papieren, d. buiten het ko ninkrijk berustende effecten, e. buitenlandsche vor deringen, f. andere buitenlandsche onlichamelijke zaken, g. buiten het koninkrijk berustende of gelegen roerende en onroerende goederen, h. binnen het koninkrijk berustende niet in het vrije verkeer in gevoerde roerende goederen. Artikel 4. 1. Voorzoover zulks geschiedt ten gunste van niet- ingezetenen of ten gunste van ingezetenen voor re kening van nïet-ingezetenen wordt aan ingezetenen tijdelijk verboden: le. te beschikken over. te bezwaren en te ver vreemden: a. binnenlandsche betaalmiddelen, b. bin- nenlandsche geldswaardige papieren, c. binnen het koninkrijk berustende effecten, d. binnenlandsche vorderingen, e. andere binnenlandsche onlichamelij ke zaken, f. binnen het koninkrijk berustende of gelegen roerende en onroerende goederen: 2e aval te geven en borgtocht of andere persoonlijke zeker heid te stellen. 2. het bepaalde in het vorige lid is niet van toe passing ten aanzien van het beschikken over bin nenlandsche betaalmiddelen tot ten hoog'ste honderd gulden per dag en over binnen het koninkrijk berus tende roerende goederen, een waarde van honderd gulden niet te boven gaande, ten gunste van binnen het koninkrijk vertoevende niet-ingezetenen. Artikel 5. 1. Aan niet-ingezetenen wordt tijdelijk verboden te verkrijgen, te beschikken over, te bewaren en te vervreemden: 1) a. goud, b. betaalmiddelen, c. geldswaardige pa pieren, d. effecten, e. vorderingen, f. andere onlicha melijke zaken, alle voor zoover zij of de documen ten, waarin zij zijn belichaamd, binnen het ko ninkrijk berusten. 2) binnen het koninkrijk berustende of gelegen roerende en onroerende goederen. 2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toe passing ten aanzien van binnen het koninkrijk ver toevende niet-ingezetenen voor zoover betreft het verkrijgen van en het beschikken over binnenland sche betaalmiddelen tot ten hoogste honderd gulden per dag. het beschikken over buitenlandsche betaal middelen, buitenlandsche geldswaardige papieren en buitenlandsche vorderingen, een waarde van hon derd gulden per dag niet te boven gaande, en het verkrijgen van en beschikken over binnen het ko ninkrijk berustende roerende goederen, een waarde van honderd gulden niet te boven gaande. 3. Aan ingezetenen wordt tijdelijk verboden mede te werken aan bij dit artikel verboden handelingen van niet-ingezetenen. Artikel 6. 1. De uitvoer van: a goud, b. betaalmiddelen, c. geldswaardige papieren, d. effecten e. andere do cumenten, waarin vorderingen zijn belichaamd, is tijdelijk verboden, 2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toe passing: 1) ten aanzien van ingezetenen, die het koninkrijk verlaten voor zoover betreft betaalmiddelen een waarde van vijf honderd gulden niet te boven gaande: 2) ten aanzien van niet-ingezetenen, die het ko ninkrijk verlaten voor zoover betreft: a. betaalmid delen en geldswaardige papieren, een waarde van duizend gulden niet te boven gaande, b. den weder uitvoer van in het reizigersverkeer gebruikelijke documenten, waarin vorderingen zijn belichaamd. Artikel 7. De bepalingen van de artikelen 3 en 6 zijn niet van toepassing op de Nederlandsche Bank N.V., de Javasehe Bank, de Surinaamsche Bank N.V. en de Curagaosche Bank voor zoover betreft in die arti kelen bedoelde waarden, welke zij bezitten voor eigen of elkanders rekening dan wel voor rekening van het rijk of van een der rechtspersonen Neder- landsch-Indië, Suriname of Curagao. Artikel 8. Dit besluit treedt in werking op het tijdstip zijner afkondiging. Verder is verschenen Staatsblad no. 483 besluit van 10 Mei 1940. tot het nemen van een besluit bankenmoratorium. Dit besluit is gegrond op de overweging, dat het noodzakelijk is in de tegenwoordige buitengewone omstandigheden de vrije beschikking over de bij banken en soortgelijke instellingen uitstaande gelden voorloopig aan zekere, aan het algemeen belang ontleende beperkingen te onderwerpen; De voornaamste bepalingen van dit besluit zijn: Artikel 1. De bepalingen van dit besluit zijn, voor zoover niet uitdrukkelijk anders is bepaald, van toepas sing op: a. Alle ondernemingen en instellingen, tot wier bedrijf behoort het ter beschikking houden van gel den ten behoeve en ten name van rekeninghouders, onverschillig of al dan niet het woord „bank" in den naam der onderneming of instelling voorkomt. In geval van twijfel of een bedrijf al dan niet een onderneming is als bedoeld in de voorafgaande zin snede beslist onze minister van financiën; b. diensten als bedoeld in de Girowet (Staatsblad 1923 no. 307). Artikel 2. 1. Over de met ingang van 10 Mei 1940 uitstaande gelden bij ondernemingen, instellingen, diensten, als bedoeld in artikel 1, zal door rechthebbenden slechts vrijelijk kunnen worden beschikt in de male en op de wijze, als door onzen minister van finan ciën, met inachtneming van het in de volgende leden van dit artikel bepaalde, zal worden vastgesteld. 2. Rechthebbenden behouden steeds de vrije be schikking over ten minste 3 pCt. per maand van hel totaal van hun met ingang van 10 Mei 1940 opeisch- baar tegoed of over tenminste 50 per week. 3. Eveneens blijft de vrije beschikking voor recTO hebbenden over de hun toekomende gelden bestaan, voorzoover deze benoodigd zijn voor: a. betaling van loonen, salarissen en dergelijk* aan personen: in dienst van rechthebbenden, al» mede voor betaling van huren en pachten: b. beta ling van belastingen, accijnzen en dergelijke en in het algemeen voor andere betalingen aan den staat en aan andere publiekrechtelijke lichamen; c. vol doening aan verplichtingen uit hoofde van de so ciale wetgeving, alsmede voor betaling van pen sioenen; d. betaling van verzekeringspremies; e. vol doening aan verplichtingen door een gerechtelijk vonnis aan rechthebbende opgelegd, alsmede ter betaling van gerechtelijke kosten,enz., f. betaling van noodzakelijke kosten tot handhaving van een recht hebbende toekomende rechten e. d. 4. De in artikel 1 bedoelde ondernemingen, instel lingen en diensten zullen kunnen verlangen, dat de noodige bewijsstukken worden overgelegd, waar uit blijkt, dat de aangevraagde bedragen noodig zijn voor de doeleinden, als bedoeld in lid 3, sub a tot en met f van dit artikel. Zoo mogelijk zien zij toe, dat deze bedragen ook metterdaad voor genoem de doeleinden worden besteed. 5. In geval van twijfel bij de uitvoering van het onderhavige artikel beslist onze minister van finan ciën, met recht voor dezen de beslissing in handen te geven van een door hem in het leven te roepen instantie. Artikel 3. Een ieder is verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hem in verband met de uitvoering van deze wet is bekend geworden. Artikel 4. 1. Hij, die opzettelijk de bij artikel 3 opgelegde geheimhouding schendt, wordt gestraft met ge vangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geld boete van ten hoogste zes honderd gulden. 2. Hij, aan wiens schuld schending van de bij ar tikel 3 opgelegde geheimhouding te wijten is, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maan den of geldboeten van ten hoogste driehonderd gul den. Artikel 5. Dit besluit kan worden aangehaald als „besluit bankenmoratorium". Krachtige Engelsche waarschuwing. Het Britsche departement van buitenlandsche zaken publiceert het volgende communiqué: Hr. Ms. regeering in het Vereenigd Koninkrijk die in haar antwoord van 1 September op de oproeping van den president der Vereenigde Staten de verzekering gaf dat haar luchtstrijd krachten Bevelen hadden ontvangen, welke een verbod inhielden van het bombardeeren van burgerbevolkingen en die het bombardeeren streng beperkten tot militaire doelen, spreekt thans openlijk uit dat zij zich het recht voor behoudt om over te gaan tot iedere actie, welke zij als gepast beschouwd in het geval van een bombardement door den vijand van de burger bevolkingen, hetzij in het Vereenigd Koninkrijk, in Frankrijk of in de landen, die bijgestaan wor den door het Vereenigde Koninkrijk". Labour bereid zitting te nemen in Engelscli kabinet. Onder nieuwen premier. De executieve der Labour-partij heeft be kend gemaakt dat met algemeene stemmen be sloten is om deel te nemen aan de verantwoor delijkheid als volledig deelgenoot in een nieuwe regeering onder een nieuwen premier, die het vertrouwen der natie zou hebben. De leider der liberale oppositie in het Lagerhuis, Sinclair, heeft in een verklaring uit naam van zijn partij gezegd: „de recente gebeurtenissen hebben de noodzakelijkheid bewezen van een snelle en radicale reconstructie van de Britsche regeering. De aanvang echter van den eersten critieken veld slag in het Westen is daarvoor niet het oogenblik Intusschen, laat ons allen onze krachtsinspanningen verdubbelen om den vijand der vrijheid te ver slaan".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5