"8ÈSSÊ Een raadselachtige steen Persconferentie met Duitsche autoriteiten. Om te watertanden... Groote slag aan de Dyle op komst. V R IJ DAG 17 M E I 1940 HX AR ITEM'S DKGBEAD - 3 Herinnering aan het grijze verleden. Komt men in Duitschland en maakt men een reisje langs den Rijn, tien tegen één, koopt men een boekje met de verzamelde sagen en legenden van den Rijn. Een der eerste dier oude romantische verhalen betreft dan Ridder Teufel van de reufe1 stein, welk slot gelegen was geheel aan der. boven loop der rivier en welks eigenaar een wereldbe roemdheid verwierf door zijn avonturen. Bezoeken wij Frankrijk en interesseeren wij ons voor de oude geschiedkundige verhalen, zeker is het, dat wij ons ook onledig houden met het lezen van de schermutselingen van Robert le Diable, die met zijn slagzwaard, zijn heerhamer, zijn lans of zijn speer wonderen op het slagveld verrichtte. Stap pen wij over naar onze Zuidelijke buren, ook dan vinden wij bijv. in Gent een machtig oud gebouw geheel van steen opgetrokken, dat voorheen tot woning diende aan Ridder Gerard den Duivel en welks woning nog steeds officieel den naam van de Duivelsteen draagt. Nog altijd trekt dit oude riddergebouw de aandacht van burger en vreem deling, vooral wel om de legendarische verhalen waarmede het als het ware omkranst is. Op deze wijze zouden wij voort kunnen gaan. Des te meer treft het ons dan echter dat Nederland dergelijke sagen ten eene male mist en dat wij Hollanders ons zoo nuchter gedragen hebben, tegenover onze vroegere geschiedenis en de dappere daden in meer romantische tijden op het oorlogsveld ver richt. Waar zijn onze sagen? Waar zijn onze legenden? Zonder twijfel hebben ook wij, bewoners van de Lage Landen, dergelijke „mannetjes put ters" gehad. Ook bij ons hebben voorvechters de naam van „Duivel" verdiend, zooals bijv. Kap. tein Dirk Duivel tijdens het beleg van Alkmaar. Behalve dezen Dirk Duivel uit meer recenten da tum hebben wij in oude tijden een Duivelstein gehad en hebben wij nog steeds een Duivelshoek en Duivelssteen, maar sagen en verhalen daarover Zijn jammerlijk verloren gegaan. Dat, wat wij er nu nog van weten, willen wij u hier mededeelen. DE DUIVELSTEIN. In lang vervlogen tijden stond op een hoog duin een oud en sterk gebouw, dat den naam van „Duivel stein" droeg. Gezien den naam was het van steen opgetrokken en als sterkte bedoeld. Wij mogen dus .veronderstellen, dat de extra zware muren aan alle zijden van schietgaten waren voorzien, dat ter hoogte van goten de muren gekanteeld waren aangebracht. Vast staat dat boven op den top van den voorgevel juist boven de zware verdedigings poort een hoog gebeeldhouwd hardsteenen beeld stond, dat met zware stangen bevestigd was met de noklijn van het hooge zadeldak. Op den steen was aangebracht een primitieve afbeelding van den Griekschen God Pan met zijn bok- pooten. Het voetstuk van het beeld droeg een pi- ratenkop, gedekt door een muts van stof die met twee zware knoopen rechts en links haar nauw sluitend om het hoofd bevestigden. Ten westen van het hooge duin lag ongeveer 20 meter lager de traagstroomende rivier die juist het oude kasteel van Bloemendaal had gepasseerd om direct daarna de fundeeringen van het Huis Brederode te om spoelen. Aan de drie andere zijden, eveneens een 20 me ter lager bevonden zich de moerassen van den te- genwoordigen Schoterveenpolder. Uit de plaats keuze en bouworde kon worden opgemaakt dat de eerste bewoner leefde in zeer, rumoerige tijden, zoo dat hij elk oogenblik gereed moest zijn om leven en eigendommen te beschermen. Als stellig mogen wij aannemen, dat de bezitter van deze sterkte een dap per krijgsman was, „zonder vrees of blaam", die zich in het gevecht weerde als een „duivel" en tel kens op het meest onverwachte oogenblik een „panische schrik" onder zijn vijanden wist te ver oorzaken, weshalve hij de naam van ,,Govard(?) de Duivel" aannam en zijn huis versierde met de af beelding van den wilden herdersgod, wiens daden zoo'n groote overeenkomst met zijn eigen leven ver toonde. Nog steeds is de geheele omgeving van dit hooge duin bekend onder den naam van „Duivels hoek", terwijl de weg, die recht op het voorfront van het tegenwoordige station afloopt, bij de oudere bewoners van de Jan Gij zen vaart onder den naam van Duïvelsweg bekend staat. Mogelijk mogen wij hieruit besluiten dat in vroegere tijden dit pad toe gang verleende tot de versterkte woning van Go- vard den Duivel, zoodat het geen verwondering be hoeft te baren, dat nog niet lang geleden de kleine kinderen aan de „Vaart" werden bang gemaakt, zoodra ze al te ondeugend waren, met de bedreiging dat de man van den Duivelssteen ze zou komen halen. Bekend is, dat in het begin van 1700 het oude huis reeds was gesloopt en op een lager gedeelte van het terrein een hofstede was gebouwd. Wij lezen name lijk in een authentieke acte gedateerd 10 Juni 1720. dat door het overlijden van Govard Windhuysen. „een seeckere hofstede genaamt „Düyvelsstein" in de Zandpoort" verkocht is geworden aan Jacob Trip. Volgens oude gewoonten zijn de belendingen van het pand nauwkeurig aangegeven en wel als volgt: „ten Oosten de Heerenwegh, ten Westen „de Bleek" die toen bewoond werd door Samuel v. d. Swaard, ten Zuiden de voornoemde Bleek en ten Noorden de Brederodelaan". Nader kunnen wij hierover mededeelen, dat de Jan Gijzenvaart in 1700 en eerder „Heerenwegh" werd geheeten. De fami lie Trip was eigenaresse van verschillende gedeel ten van het bleekerijgebied en van boschrijke ter reinen in het tegenwoordige Duinlustpark. Hoe in die jaren de Brederodelaan heeft geloopen en waar ze op de Heerenwegh kwam is nog niet bekend. Vermoedelijk mogen wij aannemen dat de Düyvels stein ongeveer ter plaatse van het tegenwoordige postkantoor heeft gestaan en de gronden zich heb ben uitgestrekt tot aan de spoorlijn. Na het sloopen van het huis is de hooge gevel steen uit de sloop gered en vermoedelijk verplaatst naar de voormol'ge brug in de Jan Gijzenvaart ongeveer voor de kegelbaan van het Stationskoffie huis van den heer Klauwers, zooals te zien is op een ets uit den bekenden pruikentijd geteekend door den heer C. van Noorde. Jaren later kreeg de steen Hulde gebracht aan de Nederlandsche weermacht. Hulp van geallieerden was zeer gering. De Duitsche gezant en buiter gewoon gevolmach tigd minister ter beschikking Z.E. Gottfried Asch mann heeft Donderdagmiddag voor den eersten keer een conferentie belegd met vertegenwoordi gers der Haagsche pers, waarin hij allereerst het een en ander heeft verteld over de bekend gewor den cijfers betreffende de hulp der geallieerden aan Nederland. Wij ontleenen aan de Haagsche Crt. het volgende van de mededeelingen van den gezant: De Nederlanders hebben geweten, dat zij, in oor log met Duitschland, zouden komen te staan te genover een niet te vergelijken overmacht Zij zijn er zich volkomen bewust van geweest, dat zij dezen oorlog niet zouden volhouden, maar zij heb ben den strijd, toen deze hun bevolen werd, aan gebonden met 't vaste geloof en de diepe overtui ging, dat Engeland en Frankrijk hen te hulp zou den snellen, omdat zij, de Nederlanders, meege sleept werden in een conflict, dat niet het hunne was en waarbij vooral Engeland direct betrokken was. Van deze gevoelens in het Nederlandsche volk bleek de heer Aschmann volkomen op de hoogte toen hij zijn mededeeling begon en direct getallen ter beschikking stelde inzake den omvang der ge allieerde hulp aan het Koninkrijk der Nederlan den. Engeland heeft na het uitbreken van den oorlog in totaal naar Nederland gezonden een afdeeling van 700 man, onder dit landingsleger bevonden zich 60 man pioniertroepen, die de speciale op dracht hadden olietanks enz. te Rotterdam en te Amsterdam in de lucht te doen vliegen, alleen dus vernietigingsarbeid uit te voeren. Engelsche vliegtuigen zijn op Nederlandschen bodem niet gedaald. Afweergeschut is niet aan land gebracht. En dit niettegenstaande de zeer dringende hulp- roep der Nederlandsche regeering om vóór alles vliegtuigen en luchtdoelgeschut ter beschikking te willen stellen. Zoo heeft ook de Nederlandsche Regeering een dringend verzoek tot Londen gericht, waarin de dringende noodzakelijkheid betoogd werd om zoo snel en zooveel mogelijk troepen te Rotterdam te ■illen ontschepen. De Engelsche hebben dit verzoek niet ingewil ligd. Hun eenige reactie was een pertinente wei gering onder motiveering dat Rotterdam hen te ver lag en hun oorlogs- en transportschepen op weg naar Hoek van Holland een veel te gemakke lijk object voor de Duitsche luchtmacht zouden vormen. Wat de Nederlandsche luchtmacht betreft: er zijn den eersten dag wel Nederlandsche jagers in de lucht geweest, maar de Nederlandsche bom menwerpers werden alle teruggetrokken op En geland. Het spreekt vanzelf, zei'de Z.Exc., dat wij dan ook uit breede kringen der bevolking, maar ook uit het leger zelf, van soldaten, van officieren en hoofdofficieren bewijzen te over kregen van hun teleurstelling over de hulp der geallieerden, een teleurstelling die, in den loop der worsteling tot een diepe verontwaardiging steeg. DE FRANSCHEN TE GILZE RIJEN. Wat Frankrijk betreft, dit heeft slechts een ge motoriseerde afdeeling gezonden naar Gilze Rijen en wat deze soldaten c.aar hebben aangericht heeft de eigen, Nederlandsche bevolking tot groote woe de gebracht. Als journalisten willen, kunnen zij in de gelegenheid worden gesteld zich met eigen oogen ter plaatse te overtuigen en daar met de Brabantsche families uit Gilze Rijen spreken. WIJ STAAN NU VOOR EEN NIEUWE TAAK. Het is zeer te betreuren, dat de Nederlandsche Regeering, juist onder, voor het volk zoo kommer volle omstandigheden, het land heeft verlaten. Want er moet nu snel, grondig en energiek met het opbouwend werk worden begonnen. De Duit- che overheid wil hier zoo snel mogelijk vreed zame en rustige toestanden scheppen. Dit werk van opbouw, ons aller taak, is reeds aangevangen. Zoo worden door Nederlandsche deskundigen b.v. reeds de inundatiewerken weer drooggelegd. PARACHUTISTEN ALLEEN IN DUITSCH UNIFORM. Na de verrassende verschijning der Duitsche parachutisten heeft in Nederland verluid, dat de zen o.m. in Nederlandsche uniformen en byrger- kleeding waren gehuld. Spr. verklaarde ons op de meest positieve wijze, dat in Nederland en België alleen parachutisten zijn omlaag gekomen in de Duitsche parachutisten-uniform. Dit valt te be wijzen: de parachutist heeft als consigne: zich zoo snel mogelijk met andere parachutisten saam te voegen tot een militaire eenheid. Het is onmoge lijk dat zij dit zouden kunnen doen als zij hier te lande rondliepen in allerlei vermommingen en dus elkaar niet zouden herkennen! Zoo'n versch broodje uit Van der Linden's Bakke rijen om te watertan den, zóó geurig, zóó sma kelijk zóó goudbruin BAKENESSERGRACHT 71 Telef. 13832 HAARLEM. (Adv. Ingez. Med.) wederom een nieuwe plaats, waar ze nu nog staat, n.l. bij den spoorwegovergang aan de Wüstelaan. Tot zooverre onze Duivelssteen. Wie verschaft ons nu nog de bijpassende sage? Santpoort. J. S. VISSER. HULDE AAN ONS LEGER. Met zeer sterken nadruk bracht Z.Exc. hulde aan den moed, de dapperheid en de houding van het Nederlandsche leger. Er is met grooten moed gevochten* ook de hoogste Duitsche legerleiding verklaart dit onomwonden. Zoo is b.v. de militaire terugtocht van de Grebbe-linie op de Waterlinie, oen strategisch werkelijk niet licht stuk, voortref felijk uitgevoerd. De Hollandsche soldaten hebben ten volle ge daan wat zij doen konden, maar zij zijn in den steek gelaten door de geallieerden. Tenslotte vestigde spr. de aandacht op de enor me kapitaalsvlucht uit ons land. Zoo is er een ver mogen van ruim drie milliard naar Amerika ver dwenen. Italiaansch commentaar op den toestand. „Londen voor het eerst rechtstreeks bedreigd." Het D. N. B. meldt: De geheele Italiaansche pers noemt de militaire situatie voor Frankrijk en vooral voor Engeland ernstig. In Londen heerscht groote verontrusting, zooals ook blijkt uit verschillende Engelsche perscommentaren. De laatste berichten uit Frankrijk over de ontwikkeling van het Duit sche offensief hebben een harden slag toegebracht aan het optimisme van de geallieerden. De toestand wordt ernstig genoemd. De „Gazetta del Popoio" meldt uit Londen dat de Engelsche hoofdstad vol komen onder den indruk staat van het bericht der capitulatie van Nederland, dat de grootste ontstel tenis. heeft verwekt. De Britsche kringen zouden zwaar getroffen zijn door de verklaring van den Nederlandschen opperbevelhebber dat de Nederlan ders prachtisch van niemand hulp gekregen hebben en alleen op hun eigen strijdkrachten waren aange wezen. Wanneer ook Antwerpen na de bezetting van Nederland in Duitsche handen zal zijn gevallen, zouden België en Nederland ophouden de groote leveranciers van Engeland te zijn. Door dit verlies aan levensmiddelen en grondstoffen en na het uit vallen van Denemarken, Zweden en Noorwegen, komt Engeland uit de positie van belegeraar in die van een belegerde. Deze verliezen staan voor Enge land gelijk met een grooten verloren veldtocht. De Turijnsche „Stampa" schrijft dat de capitulatie van Nederland een element van het grootste voordeel vormt voor Duitschland met het oog op de verdere operaties tegen Engeland. Londen voelt zich voor de eerste maal in de geschiedenis rechtstreeks bedreigd. DIVIDEND STOOMVAART-MIJ. „NEDERLAND" WORDT UITBETAALD. Op de Donderdag in het Scheepvaarthuis te Am sterdam gehouden jaarlijksche algemeene vergade ring van aandeelhouders der N. V. Stoomvaart maatschappij Nederland werden de jaarstukken over het boekjaar 1939 goedgekeurd. Het dividend wordt op een nader te bepalen tijdstip betaalbaar gesteld. Groetplicht tusschen Duitsche en Nederlandsche weermacht. „Donderdagavond is tusschen generaal Winkel man en den Duitschen militairen bevelhebber in Nederland volgens de Tel. overeengekomen, dat met ingang van dienzelfden avond een groetplicht tusschen de Duitsche en Nederlandsche weermacht zou worden ingevoerd. Sterke militaire macht der geallieerden maakt zich gereed voor den strijd. Terugtrekking van troepen uit Nederland. In het frontbericht van het Duitsche Nieuws bureau wordt gezegd dat door het binnenrukken van de Duitsche troepen in Den Haag en Am sterdam de capitulatie van Nederland een feit is geworden. Nu zal spoedig wederom orde en rust in het land weerkeeren en aangezien de bevol king zich loyaal gedraagt en vreedzaam aan den arbeid gaat, zullen in de eerst komende dagen Duitsche troepen uit Nederland worden terugge trokken. Deze komen dan vrij voor den grooten slag, welke reeds is ontbrand aan de Dyle- stelling in het gebied tusschen Antwerpen en Namen en waarvan het hoogtepunt in de ko mende dagen wordt verwacht. Belgen, Engelschen en Franschen hebben zich hier met sterke krachten voor den strijd gereed gemaakt en hier zullen millioenen van de best uit geruste soldaten der wereld op elkaar stooten. Het verdere lot van België hangt af van den uitslag van dezen strijd. De Franschen en vooral de Engelschen heb ben de terugtrekkende Belgen bewogen de Dyle- stelling te houden, omdat zij willen verhinderen, dat door een snellen, krachtigen stoot naar de Bel gische kust de vooruitzichten voor den strijd tegen Engeland nog beter worden. Tot nu toe is de opmarsch van de Duitsche troe pen volgens de plannen verloopen en na afloop van den vijfdaagschen veldtocht in Nederland kan wor den gezegd dat nauwelijks rekening was gehouden met een zoo snelle ontlasting van den rechtervleugel. Op Antwerpen en Leuven kan derhalve reeds voor het begin van den grooten slag aan de Dyle een krachtigen druk uit het noordoosten worden uitge oefend. AAN DE FRANSCH-BELGISCHE GRENS. Ook aan de Fransch-Belgische grens ten zuiden van Givet is de opmarsch langzaam maar zeker voorwaarts gegaan. Aan den linkervleugel van deze troepen valt de taak ten deel te verhinderen, dat dc Franschen een krachtigen flankaanval doen op de Duitsche troepen, welke bij de Dyle en Namen aan vallen. Op talrijke plaatsen hebben de Franschen getracht de Duitsche linies te doorbreken en hierbij werden voor het eerst de allerzwaarste Fransche tanks ingezet. De troepen te land en in de lucht heb ben tezamen dezen stoot opgevangen en de rijdende Fransche vestingen teruggeslagen. Gebleken is dat deze zeer groote tanks een goed doel bieden aan de luchtmacht, talrijke vijandelijke tanks werden door voltreffers buiten gevecht gesteld. Hieruit kan men opmaken dat in vergelijking met den wereldoorlog wijzigingen in de beoordeeling van de slagkracht van bepaalde wapenen is ingetreden. Eerst heeft de Duitsche luchtmacht getoond krachtiger te zijn dan de Engelsche vloot, vervolgens bezweken de mo dernste vestingwerken onder de geweldige slagen van de Duitsche escadrilles en thans worden de voor onkwestbaar gehouden zware Fransche tanks even eens in elkaar geschoten. Uit de berichten van de luchtmacht blijkt verder aldus het D. N. B. dat de meeste luchtge vechten zich boven vijandelijk gebied hebben af gespeeld. De vijandelijke luchtmacht heeft hierbij zware slagen in ontvangst moeten nemen. Verder wordt gemeld dat thans ook Duitsche duik- booten voor de Nederlandsche en Belgische kust zijn verschenen. Duitseh legerberieht: De doortocht van de Duitsche gemotoriseerde troepen door Amsterdam. Een kijkje in de Raadhuisstraat. Op den achtergrond de Westertoren. Fransche pantsertroeperi ten zuidwesten van Namen verslagen. Verliezen der geallieerden ter zeö. Het opperbevel van het Duitsche leger deeldfl Donderdag mede: In Nederland zijn de Duitsche troepen, na het afsluiten van de capitulatiebesprekingen, in Den Haag en Amsterdam binnengerukt. In België heeft de vijand zich in de vesting Ant werpen, in de Dyle-stelling en in de vesting Namen tot den strijd gereedgemaakt. Ten Zuidwesten van Namen hebben onze divisies haar successen op den Westelijken oever van de Maas uitgebreid en hierbij opnieuw Fransche pantsertroepen verslagen. Ten Zuiden van Sedan werden Fransche tegenaanvallen, welke door de zwaarste pantserwagens werden uitgevoerd, afgeslagen, verscheidene van de zwaarste tanks werden vernield. Tusschen Moezel en Rijn konden onze stellingen ten Westen van Saarlautem en bij Lauterburg naar voren worden gelegd. Het lucntwapen heeft ook op 15 Mei krachtig in den strijd ingegrepen en vijandelijke troepen en hun verbindingswegen aangevallen. Marcheerende af- deelingen en troepenconcentraties werden vernie tigd, talrijke vijandelijke pantserwagens werden door voltreffers vernield. Boven het strydtooneel van het leger werden 46 vijandelijke vliegtuigen by luchtgevechten omlaag gehaald, twee andere werden door de luchtdoelartil- lerie neergeschoten. Bij aanvallen op vijandelijke vliegvelden zijn talrijke toestellen op den grond vernield. Volgens vaststaande gegevens zijn op 15 Mei 98 vliegtuigen van den vijand vernietigd, ter wijl achttien eigen toestellen verloren zijn gegaan. OORLOGSBODEM TOT ZINKEN GEBRACHT. Op zee voor de Nederlandsche en Belgische kust zijn door bommen twee torpedojagers en drie koopvaardijschepen, waaronder een van 12.000 ton, tot zinken gebracht. Twee torpedo jagers en vier koopvaardijschepen werden ernstig getroffen. Door een van onze duikbooten werd een tankschip en een bewapend koopvaardijschip getorpedeerd. Ook in den afgeloopen nacht hebben vijandelijke vliegtuigen vluchten gemaakt boven West-Duitsch- land. Zij hebben hierbij zonder bepaald plan een aantal bommen omlaag geworpen, welke geringe materieele schade aanrichtten en waardoor een aan tal burgers werden gedood of gewond. Militaire doe len werden niet aangevallen noch getroffen. By Narvik heeft de Duitsche bezetting opnieuw aanvallen met zware verliezen voor den vijand af slagen. Zij heeft overeenkomstig de bevelen de er-vooruitgeschoven beveiliging in het gebied ten Noorden van Narvik krachtiger samengetrokken. (D. N. B.) Het D.NR. meldde gisteravond: Later ontvangen berichten bevestigen dat de scheepsverliezen van de vijandelijke mogendheden nog aanzienlijk grootcr waren dan in het legericht van Donderdag bekend is gemaakt. Volgens een mededeeling van welingelichte zijde worden tot dusverre opgegeven: als tot zin ken gebracht twee torpedobootjagers en drie koopvaardijschepen, als zwaar beschadigd twee torpedobootjagers en vier koopvaardijsche pen. Onder de tot zinken gebrachte drie koop vaardijschepen bevond zich een vol troepen transportschip van 10.000 bruto-registerton. Bo vendien werden den tegenstander door de aan vallen van het luchtwapen nog de volgende ver liezen toegebracht: op de Noordzee een duikboot tot zinken gebracht, in 't kustgebied van Neder land, resp. den Noordelijken uitgang van het Kanaal een transportschip van 5000 bruto-regis terton in den grond geboord, een kruiser, een torpedobootjager en een koopvaardijschip van 5400 bruto-registerton door voltreffers van ge middeld en zwaar kaliber zwaar beschadigd. In het zeegebied van Narvik een transportschip van 18.000 bruto registerton en een hulpschip van 1500 bruto registerton in brand gebombardeerd. Daarmede beloopen de totale verliezen van den tegenstander op 15 Me: 90 000 tot 100.000 ton oorlogs- en koopvaardljscheepsruimte. waarvan rond 55.000 ton volkomen vernietigd is. Roosevelt wenscht sterker bewapening. Nieuwe credicten aangevraagd. Het D.N.B. meldt: In zijn speciale boodschap aa* het Congres heeft President Roosevelt verklaard dat het beslist noodzakelijk is de bewapening van. de Vereenigde Staten op passende hoogte en kwa liteit te brengen. Dit mag niet geschieden ten koste van de vliegtuigenleveranties aan vreemde naties, maar moet door grootsche uitbreiding van de vliegtuigfabricatie der Vereenigde Staten tot minstens 50.000 vliegtuigen per jaar, benevens door vier-en-twintig-uursploegen bij alle leveran ties voor het leger en de marine worden bereikt. De President vroeg derhalve onmiddellijke inwilliging van een crediet van 896 millioen dollar, waarvan 546 millioen voor het leger, 250 millioen voor de vloot en marine-infante- rie, benevens nog 100 millioen tot zijn per soonlijke beschikking. Bovendien wenscht Roosevelt nog 286 mil lioen dollar voor het afsluiten van leveranties in het begrootingsjaar na het volgende, waar van 186 millioen tot eigen beschikking. De tweehonderd millioen dollar tot eigen be schikking van den president zouden hoofdzakelijk voor bemoeiingen tot verhoogirg van de vliegtuig productie, voor de vervaardiging van luchtafweer geschut en voor de opleiding van aanvullend per soneel voor deze beide wapens gebruikt worden. Tenslotte zette Roosevelt uiteen dat de Ver eenigde Staten onkwetsbaar moeten zijn, wat zij thans niet zijn. Het ideaal en doel der Vereenigde Staten is nog steeds de vrede. Zal Amerika bij den oorlog betrokken worden? net strijdtooneel nadert het Amerikaansche continent. Het D. N. B. meldt: De „New York Herald Tri bune" spreekt voor de eerste maal de vrees uit dat de Vereenigde §taten in den oorlog zullen gaan deelnemen, waarbij het blad zijn lezers de moge lijkheid voor oogen tracht te stellen van een mili taire bedreiging der Ver. Staten. De Westelijke mo gendheden, aldus het blad, zijn weliswaar nog lang niet verslagen, maar een Duitsche overwinning is tastbaar in de nabijheid gekomen. De trefkracht van de Duitsche weermacht kan niet hoog genoeg op waarde geschat worden. Het blad besluit met de woorden dat het intusschen misschien reeds te laat is om de Duitsche overwinning af te wenden en daarom moeten de Vereenigde Staten hun militaire positie op het Amerikaansche continent zoodanig versterken dat Duitschland geen kansen heeft mili tair of „ideologisch" daar vasten voet te krijgen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5