EEN VIOOL 'liet JOient m Jxm Oiie&ol. Na de doorbraak van de Dyle-stelling. Mededeelingen van troepenafdeelingen. VERDWEEN.... ZATERDAG 18 MEI '194Ö HAAREEM'S DAGBEAD 4 Geallieerde strijdkrachten zullen zich op de linie Antwerpen—Gent—Rijsel moeten terugtrekken. De operaties sinds 10 Mei. BERLIJN. 17 Mei. Van deskundige mili taire zijde heeft het D.N.B. het volgende overzicht ontvangen over de eerste acht da gen der militaire operaties aan het Westelijke front. De berichtgever trekt hoogst opmer kenswaardige conclusies uit het verloop dat de gevechten tot nu toe genomen hebben. Op het oogenblik kan nog niet overzien worden wat in militair opzicht van de doorbraak door de Dyle-stelling voor de operaties in België het gevolg zal zijn. In ieder geval moet men er rekening mee houden dat het Britsch-Fransche stootleger, dat op de Dyle-stelling was samenge trokken. aanzienlijk geleden heeft. Wanneer men bedenkt dat Engeland den doorslag geeft in de vijandelijke oorlogvoering moet men aannemen, dat de geallieerde krachten, naar het zich laat aanzien naar het Noordwesten naar de kust moeten terugwijken, waar voor haar in de alge- meene linie AntwerpenGentRijsel nieuwe steunpunten liggen. De groote verrassing van den huldigen dag ligt evenwel op Fransch terrein. Daar werd de Maginot-linie ten Zuiden van Maubeuge over circa 100 K.M. doorbroken. De hier ontstane situatie wordt volgens uitingen uit Fransche militaire kringen zoodanig beoordeeld, dat zij vol komen gelijkt op die van Maart 1918 toen het den Duitschers gelukt was. het geallieerde front aan de Somme in te drukken. De commentaar, dien Reuter gisteren op deze voor de geallieerden zoo catastrophale gebeurtenissen gaf, zegt: „In hun huidige stemming zijn de Duitschers vol komen in staat hun uitval zonder eenige conside ratie voort te zetten. Op den Zuidelijken vleugel van onze groote voorwaartsche beweging in het Westen, dus in het gebied ten Zuidoosten van Sedan, hebben onze eigen sterke krachten de vijandelijke aanvallen, die ondernomen werden om den druk te verminderen, met succes afge weerd en konden zij bij den nastoot nog meer terrein winnen". Tusschen de regels van dit bericht kan men lezen dat klaarblijkelijk deze Duitsche Zuidelijke vleugel uitermate sterk moet zijn. Dat wordt reeds verklaard uit de hem op grond van de geheele situatie toegewezen taak. de Zuidelijke flank van de geheele Duitsche beweging tegen verrassing en risico's te beschermen. Als totaal resultaat van gisteren blijft thans vast te stellen, dat de hoofdmacht van den tegenstander, die in haar eerste hoofdlinie in België en Frankrijk was opgesteld, door de doorbraak van de Dyle-stelling in het Noorden en de ineenstorting van het Fransche Maasfront in het Zuiden opnieuw de zwaarste slagen heeft geleden. Onze troepen ondernemen een snelle achtervolging van den vijand diep naar Noord- Frankrijk. Élk der laatste berichten van de Duitsche weermacht geeft duidelijk te kennen, in welke mate het naar voren schuiven van het Duitsche luchtwapen naar de Nederlandsche en Belgische vliegvelden ook zijn uitwerking heeft op de vijandelijke zeestrijdkrachten. Steeds dui delijker breidt ons luchtwapen zijn levendige ac tiviteit aan de Nederlandsch-Belgisch-Noord- Fransche kusten uit en komt daarmede dagelijks dichter bij de Engelsche Zuidoostkust aan de overzijde. De resultaten van het Duitsche offensief in het Westen sinds den tienden Mei, dat is sinds een week, kan men als volgt samenvatten: 1. Luxemburg werd in één enkelen dag door de Duitsche weermacht gepasseerd en bezet. 2. Nederland kon ondanks hardnekkig ver zet in vijf dagen onder den voet geloopen en tot capitulatie gedwongen worden. 3. In België werden in de eerste zeven dagen de sterkste Belgische grensversterkingen snel ge nomen en werd vervolgens de doorbraak door het Belgisch-Fransche hoofdfront aan de Dyle-linie geforceerd. 4. In Frankrijk werd aan het einde van de eerste week de verlenging van de Fransche Magi not-linie aan de versterkte Maas op een zeer breed front doorbreken. De terugtrekkende vij and wordt aldaar door onze troepen scherp achtervolgd. 5. Het massale gebruik van onze lucht macht heeft reeds in de eerste dagen sterke onderdeelen van het vijandelijke luchtwapen, in totaal ruim 1500 vliegtuigen, vernield en de bodemorganisatie van den vijand vernie tigend getroffen. De Duitsche superoriteit in de lucht blijkt daarenboven uit de grondige vernieling van vijandelijke wegen en spoor lijnen, alsmede uit het opblazen van marsch- colonnes, troepenconcentraties en troepen transporten van den vijand. 6. De oorlog werd gebracht tot vlak voor de deur van Engeland. De vijandelijke zeestrijd krachten, vooral de Engelsche, liepen daarbij de zwaarste slagen op. Hieruit blijkt automatisch de moeilijke situatie van de geallieerde oorlogvoering. De belangen der geallieerden zijn niet meer dezelfde. Het voorterrein Nederland-België was een Engelsch, geen Fransch terrein. Nederland heeft den strijd gestaakt. België heeft geen belang meer bij de rol van een voorpost voor Engeland. Na de door braak in de Dyle-stelling kan België nog slechts wenschen, Brussel en het achterland voor ver woesting te sparen. Ook voor Frankrijk is de kwestie der bescher ming van Parijs en van het Fransche land drin gender geworden dan een strijd om de Belgische kust. Alleen Engeland heeft de kust aan het Ka naal dringend noodig en zal vermoedelijk het uiterste doen, om zijn bondgenooten te houden op dit slagveld voor zijn bescherming. België zal binnenkort net lot deelen van Polen, Noorwegen en Nederland. Het volgende slachtoffer van En geland zal Frankrijk zijn. Denemarken en de Faröer. Uit Kopenhagen: De kranten, welke uit Torhavn Kopenhagen hebben bereikt, berichten dat na de Duit?che bezetting van Denemarken een kleine politieke groep op de Faröer propaganda heeft ge voerd om de eilanden los te maken van Denemar ken. De Volkspartij heeft een petitie aan het parle ment georganiseerd, doch de groote meerderheid heeft zich tegen afscheiding van Denemarken verklaard. (D. N. B.) DUITSCH PRIJSHOF BIJEEN. Het op 28 Augustus 1939 opgerichte Opperste Prijshof, heeft, naar het D. N. B. uit Berlijn mede deelt, voor den eersten keer vergaderd. De zaak van het Zweedsche schip „Britt" dat in September met een lading houtpulp werd opge bracht, werd behandeld. Duitsch legerbericht: Torpedojager in de haven van Duinkerken tot zinken gebracht. Het opperbevel van het Duitsche leger deelde Vrijdag mede: De Duitsche luchtmacht heeft reeds in de ochtend uren van 17 Mei een reeks opmerkelijke successen behaald. Aan het Belgische front heeft een escadril le van zes Messerschmidt jachtvliegtuigen dertien Britsche gevechtsvliegtuigen van het type Blenheim omlaag geschoten, zonder zelf verliezen te lijden. In de haven van Duinkerken werd een torpedo jager door twee voltreffers van zwaar kaliber in enkele minuten tot zinken gebracht. Bovendien werden een kruiser en een koopvaardijschip voor Duinkerken door bommen zwaar beschadigd. (D. N. B.) Britten deden landingspoging bij Narvik. Door Duitsche Alpenjagers verhinderd. De Engelsohen hebben Donderdag, naar van betrouwbare zijde aan het D.N.B. wordt medegedeeld, een poging gedaan om in de di recte nabijheid van Narvik te landen. Met talrijke vischkotters trachtten de vijande lijke troepen, gedekt door den nacht, de Duitsche Alpenjagers te verrassen. Met zware verliezen voor den vijand werd de aanvaLspoginig afgeslagen. De emigranten te Parijs. Op last van den militairen gouverneur gearresteerd. Franseh-Zwitsersche grens. 17 Mei (D. N. B.) Te Parijs zijn eergisteren op last van den militairen gouverneur plotseling de Duitsche emigranten ge arresteerd en overgebracht naar het Buffalo-stadion. De „Journal" noemt dit optreden van de politie een eenigszins ruwen, doch noodzakelijken maatregel. Het blad verklaart verder niet bedroefd te zijn over het lot van de emigranten. Zij zijn te arrogant en te talrijk geworden. Hun onderhandsche zaken schijnen succes te hebben gehad, want men heeft vluchtelin gen gezien, die zonder een cent van de oevers van de Spree zijn gekomen en thans vorstelijk gekleed met vriendinnen in luxe auto's reden. Het blad eischt vervolgens dat de naturalisaties van den laatsten tijd gecontroleerd worden, aange zien nog 12 Mei de staatscourant 22 pagina's met, namen van genaturaliseerden behelsde. Generaal Gameiin spreekt tot zijn troepen. Acht de Fransche legerleiding den toestand kritiek? Generaal Gameiin heeft een radiotoespraak tot de Ftansche troepen gericht, die aan Duitsche zijde is opgevangen. Het D.N.B. is in staat deze radiorede van den Franschen generalissimus woordelijk weer te geven. Zij luidde als volgt: ,De stroom der gemechaniseerde en gemotori seerde Duitsche divisies moet tot staan worden gebracht en niemand heeft het recht terug te wijken". De buitengewone inhoud van de radio toespraak leidt volgens welingelichte kringen al hier tot de conclusie dat de militaire toestand door de FYansche legerleiding ernstig wordt ge acht. In een dagorder zegt de generaal: „Het lot van Frankrijk en zijn bondgenooten hangt af van den slag die thans aan den gang is. Engel sche. Belgische en Nederlandsche soldaten, vrij willigers uit andere landen, iedere troep, die niet vooruit kan komen, moet zich eerder laten dooden dan een stuik grond prijs te geven. Zooals steeds in het ernstige uur der Fransche geschie denis, is ook thans de leuze: Overwinnen of ster ven". VOOR DE KINDEREN Weet U wat? zei ze. ik zal het afknippen. En nadat ze een stuk papier over Krent's schouders had gelegd, begon ze ijverig het hoofd van het slachtoffer met een schaar te bewerken. Toen ze klaar was, haalde ze een spiegel. Kijkt U nu maar eens hoe het afgeknipt is, zei ze voldaan. Maar, juffrouw, huilde Krent, toen hij zich in den spiegel bekeek. Ik kan toch niet met dat afgegeten stompje in mijn hals blijven loopen. Ik heb mijn uiterste best gedaan, dan moet U maar naar een kapper gaan, zei ze nijdig. In goeden welstand. Commandanten van onderdeelen, die zich in Den Haag bevinden en zich nog niet in verbinding hebben gesteld met het commando 's-Gravenhage, Parkstraat 24a, moeten onverwijld hun officier be velsontvanger zenden naar Parkstraat 24a. Dit geldt ook voor onderdeelen, welke onderweg zijn naar 's-Gravenhage. Reeds zijn vele berichten van Nederlandsche troepenon derdeelen binnengekomen. Verzocht wordt dergelijke mededeelingen niet toe te zenden aan een der omroepvereenigingen, doch uitsluitend aan het Algemeen Nederlandsch Persbureau, dat inmiddels reeds van de volgende onderdeelen be richt ontving, dat allen in goeden welstand waren: INFANTERIE: III-1R.I. te Amsterdam; l-II-l R.I. en 3-II-1 R.I. beide te Rotterdam: 2-II-3 R.I. cn 3—II—3 R.I. beide te Schoonrewoerd: 1-1-5 R.I. te Maarsen; geheel 7 R.I., M.C. III-9 R.I.: Staf 12 R.I. te Warmond; 3-1-12 R I. te Haarlem: 111-12 R.I. te Zoetermeer (hierbij bevindt zich ook de twaalfde batterij te velde, ingedeeld bij 12 R.I.); 1-13 R I. te Haarlem; 1-14 R.I. (op enkele vermis ten na) te Bunnik; Staf 1, 2, 3 en M.C. van 11-14 R.I. in fort De Bilt te Utrecht; 111-15 R.I. te Jut- phaas; geheel 18 R.I. met mitr. peloton in Vossen hol te Utrecht: 11-19 R.I. te Vleuten. M.C. 111-19 R.I. (waarbij Stampsniider, Boers. Dogt. Eshuis, Kienhuis en Heuver; 111-20 R.I. te Vleuten; 11-21 R.I. te Utrecht; Staf 111-23 R.I.; 3-II-23 R.I.; 111-23 R.I. te Asperen, 3-1-25 R.I. te Badhoevedorp; ge heel 111-25 R.I. (waarbij ar. Hartsuiker uit Balk brug) te Jutphaas; M.C. 111-28 R.I. te Abbenbroek; 1-31 R.I. te Amsterdam; 2-IIT-32 R.I. en 3-III-32 R.I. beide te Schoonrewoerd; 111-33 R.I. te Vianen; M.C. 111-34 R.I. (behoudens enkele lichtgewonden), 111-36 R.I. te Gorinchem en Gouda; Staf IIÏ-42 R.I. (waarbij sectie P.A.G.) en Staf 42 R.I. te IJmui- den: M.C. 1-44 R.I. te Hagestein: 2-III-46 R.I.; 11e óep.-bat. te Enkhuizen en Medemblik: 5e comp. 13e depotbat. te 's-Gravenhage; le. 3e, 4e en 5e comp. le bat. bewakingstroepen in de Oranje-Nas- saukazerne te Amsterdam: Stafkwartier groep Haarlem Westfront Vesting Holland van de 34e res. grenscomp.: 7e comp. pionniers te Abcoude (Zaterdag vermoedelijk naar Soestdijk): l-III P. A G. en III M.C. te Zoetenvoude: I B.A.G. te Lex- mond; 8ste grensbat. te Lent bij Nijmegen; 46ste comp. mortieren te Vianen: 2e comp. 15e depotbat. te Leiden: 7e depotbat. te Haarlem: 15e mitr. comp. te Hillegom: 13e comp. pioniers te Piershil; 8e depot comp. grenadiers (incl.) 13e depotbat. te 's-Gravenhage: 6e comp. 17e depot-bat. te 's-Gra venhage: 13e comp. pioniers te Gorkum: 5e depot- comp. depotbataljon grenadiers (een lichtgewon de): 2e comp. grensbataljon grenadiers; 13e comp. P.A.G. te Wateringen. ARTILLERIE: geheel 1-1 R.A. te Baambrugge; staf 1 R.A. te Diemerbrug: II-l R.A. te Weesp; III- 1 R A.: Staf 5 R.A.: II-5 R.A.: III-6 R.A. te Drie huizen; Staf 1-14 R.A. en Staf 11-14 R.A. te Abben broek; geheel 18 R.A. te Diemen en Weesm 1-19 R.A. te Utrecht; 11-19 R.A. te Vleuten. 1-22 R.A. LUCHTDOELARTILLERIE: 152e batterij te Wijk aan-Zee; 12e bat. te Loenen; staf luchtverdedigings kring Amsterdam; 14e batterij te Gorkum; 106e batt. te Amsterdam (waarbij ook Beckers uit Lut- terade en Laurens uit Hoensbroek, afk. Alkmaar); 6e afd. 24ste batt.; 14e afd. 7e batt. te Weesper- karspel; 6e batt. te 's-Gravenhage. 10e batt. te Vleuten; 22e batt. te Noordwijker- hout. LUCHTDOELMITRAILLEURS: 11e comp.: le comp.: 151ste batterij: 12e peloton (waarbij ook de dien.^lichtigen Drielman, De Visser, Blaay, De Poter. Raets en De Rijke, uit depot Alkmaar; 11e peloton 10e comp.: 62ste peloton 14e comp. te Sche- veningen. ZOEKLICHTAFDEELINGFN: 2e afd. 4e sectie te Hagestein: le afd., afd. Vesting-Holland deta chement Scheveningen: 6e afd.; 4e afd. te Am sterdam. Voorts zijn berichten van goeden welstand ont vangen van: de eerste en tweede afdeeling varen de pontontrein te Ameiae. evenals de eerste, twee de. derde, vierde, vijfde en zesde schipbrug; de veren la. lb. lc, ld. 2a en 2b te Vreeswijk: het verrielingsdetachement Scheveningen; 6e escadron 3e reg. huzaren (vroeger 10e esc. wielrijders) le verkennersafd. te 's-Gravenhage L. v. Meerder- voort 207: geneeskundig en verplegend personeel 3e. 6e en 14e depot bat. te Delft (waarbij ook ds. Peeters); persnoeel veldpostkantoren te 's-Graven hage: hoofdexpeditie veldpost B. veldpost 1, 6, 7 en 12: le comp. 5e bat. P. A. G. te Zoetermeer; 164ste batt. L.U.A. (met aöht lichtgewonden) te 's-Gravenhage; bewakïngsdetachement Staatsspoor 3e reg.; personeel alg. paaröendepot te 's-Graven hage: personeel groep I mil. bloedgroepeerings- dienst 9e depotcomp. geneeskundige troepen te Am sterdam; personeel indeelingsdistrict Zwolle (met korp. H. v. d, Bosch, Zwolle) te Haarlem; bewa kingstroep radio Noordwijk; manschappen motor rijschool te Nieuwkoop; sectie 3A en verbindings- afd. hoofdkwartier vesting-Holland te 's-Graven hage: pers. radiostation alg. hoofdkwartier en ra- diost. comm. luchtverdediging te 's-Gravenhage; manschappen verbindingsafd. le divisie te 's-Gra venhage; III M. C. 3e div.: personeel 3e weerstat. te 's-Gravenhage; troependeel stafkwartier Naar- den (met de dienstplichtigen J. Langejans, Sy- brings uit Groningen. Rijpkema uit Sneek, Lode- wijks uit Franeker en bedieningsmanschappen van de kar.onkazemat der Hakkelaarsorug te Mui den; verbindingsafd. 4e legercorps; personeel ma rechaussee Zwolle; verbindingsafd. 8ste div. te Montfoort (twee soldaten vermist). Stafkwartier 3e div. met troependetachement en detaohement politietroepen (waarbij de luit. Tromp luit. Seines en vaandrig Muller); 2e depot comp. geneesk. troepen te Amsterdam; brug 3 spoorweg troepen te Amsterdam; le comp. aan- en afvoer- troepen te Den Haag en Bodegraven; Stafkwartier en stafwacht territoriaal bevelhebber in Friesland (T.B.S.) te Den Haag (met serg. P. H. Schut); leer lingen le 2e en 3e jaar K.M.A. te Haarlem en Bloe- mendaal; Stafkwartier 6e divisie en troependeta- i chement 6e divisie te Lexmond; triangulatie-af- deeling stelling Den Helder; stafkwartier groep Leiden Vesting Holland: personeel tijdelijk mili tair hospitaal te Amsterdam; spoorwegtroepen 4e wegcompagnie le en 2e sectie plus lijngroep te Amsterdam. Zeeburgerdijk 25, 3e sectie te Haarlem station; verbindirgsafd. Alg. Hoofdkwartier en post duivensectie: 4e sectie, 3e Roode Kruis comp. te Amsterdam; stafkwartier troependetachement, ver bindingsafd. en artilleriecommando 1ste legercorps, verbindingsafd. 7e divisie te Amsterdam (met de vier leden centralen post te Dieren): stafkwartier tweede legercorps, met troependetachement en ar tilleriecommando. alsmede stafkwartier tweede di visie: personeel afvoerstation te Vught, te Am sterdam: manschapper vrijw. landstormcorps, lucht afweerdienst, afd. Zaanstreek: verbindingsafd. 2e legercorps (behalve drie militairen, die zich bij het uitbreken van den oorlog niet bij het onderdeel be vonden, nl. korporaal W. J. van Zanten, korp. H. D. Mayer en sold. H. P. Gerretsen); personeel mil. 1 hospitaal te Utrecht; Vickers Compagnie M.C. 17. Nachtelijke vliegeraanval op Duisburg. Drie dooden. ESSEN 17 Mei. De bladen berichten dat bij een aanval van vijandelijke vliegers op Duis burg in den nacht van 15 op 16 Mei drie per sonen zijn gedood. (D. N. B.) „Geweldigste strijd der wereld geschiedenis". Duitsche pers over den strijd in België. BERLIJN. 17 Mei. Met vette letters brengen de Duitsche bladen het legerbericht van het Duit-sche opperbevel van heden over den veldslag in België en Frankrijk, waarmede de sluier wordt opgelicht van de geweldige gebeurtenis tusschen Antwerpen en Sedan, en waaruit reeds valt op te maken, in welken geest hier de beslissing tusschen de strijdende partijen valt. In het bijzonder wordt gewezen op het belang der mededee- ling van heden, dat de Maginot-linie over een breedte van 100 kilometer doorbroken is. Ten aanzien van deze successen herinneren de bladen er nogmaals aan dat deze oorlog niet door Duitschland is uitgelokt, doch door zijn tegenstanders. Engeland, zoo schrijft de „Berli ner Lokalanzeiger", heeft dezen oorlog uitgelokt. Toen de Führer na den veldtocht in Polen zeide, dat Engeland nu zijn oorlog zou hebben, welken het wilde, heeft men daarbuiten gelachen en Duitschland een spoedige ineenstorting voor speld. Nu is de oorlog er. Hij zal de vij'anden met alle kracht treffen en in de eerste week van den totalen oorlog komt dit reeds tot uiting. De „Deutsche Allgemeine Zeitung" schrijft, dat de gevechten op de Zeeuwsche eilanden spoedig zullen zijn afgeloopen. Het blad vermoedt, dat de militaire inzichten van Engeland eenerzijds en België en Frankrijk anderzijds thans uiteen- loopen. daar Engeland andere strategische doeleinden najaagt dan België en Frankrijk. Den Franschen ligt de bescherming van hun hoofdstad uiteraard meer aan het hart dan de verdediging van kusten in het belang van En geland. De „Berdiner Börsenzeitung" ziet in de door braak van de Dyle-stelling een nieuw geweldig bewijs voor de onweerstaanbare stootkracht van den Duitschen aanval. Wat zich echter verder Zuidwaarts afspeelt, aldus het blad, is werkelijk adembenemend. De doorbraak van de Maginot-linie op het machtige front tusschen Meubeuge en Se dan is een gebeurtenis van de grootste stra tegische beteekenis. Engeland en Frankrijk sidderen onder de machtige Duitsche schok ken. Te land, in de lucht en op zee vormt het geheele enorme Slagveld het beslissende schouwspel van den geweldigsten strijd in de wereldgeschiedenis. „Hamburger Fremdenblatt" schrijft, dat na het verlies van de essentieele posities in België en Nederland, het kritieke tijdstip in de politiek- militaire oorlogvoering der Westelijke mogend heden gekomen is. België en Frankrijk moeten zich thans vertrouwd maken met de verschrik kelijke waarheid, dat hun lijden en offers, ja de geheele onzekerheid over hun verdere toekomst slechts het uitvloeisel zijn van hun al te snelle bereidwilligheid waarmede zij zich ter beschik king gesteld hebben van de niet te remmen eerzucht eener eilandenmogendheid buiten Europa. (D.N.B.) door Paul Schott 27 Grangg voelde zich geladen met energie, direct naar Grassi, den boekhandelaar! In den winkel, die in een zijstraat van de Corso, de Via Zanella, gelegen was, vond hij een ouden man met lang grijs haar, die juist de deur open sloot na de middagrust, Grangg vroeg, of hij den eigenaar, signor Grassi kon spreken, en de oude man zei. dat deze ieder oogenblik komen kon. „Ik wilde slechts eenige inlichtingen hebben over de familie Lorenzetti. Ik ben toevallig in Vicenza, het zijn oude bekenden van mij." „Van de Lorenzetli's zult u niemand meer hier vinden." antwoordde de oude man slaperig. ,,Na het proces,, waarvan u wel gehoord zult hebbent komen ze maar zelden in de stad. De oude leeft op zijn villamaar waarom komt u juist om in lichtingen bij Grassi?" „Omdat men mij verteld heeft, dat Grassi de Lo- renzetti's goed kende, en dat hy een belangrijke rol bij het proces gespeeld heeft." „Ja, hij werd als expert geraadpleegd. Het is een raar zaakje geweest. Ik vond het een schan daal. neemt u me niet kwalijk, de Lorenzetti's zijn Immers kennissen van u." „Waarom een schandaal? Bedoelt u, dat een familie als de Lorenzetti's „Ugo Lorenzetti was verwant aan de meeste vooraanstaande personen in de stad. den burge meester, den rechter, den chef van de politie." HDan zal het hem gemakkelijk gevallen zön. „Om zijn stoep schoon te vegen." vulde de oude man aan. „Wel, ik heb hem nooit vertrouwd, hij was een „pescecana" (haai, ïtaliaansche term voor O.W.'er. Noot v. d. vert „Maar hij zorgt toch goej vopr zijn nicht," zei Grangg. „Wie weet, wat hij daar mee voor heeft," brom de de oude. fluisterend ging hij voort: „Dit is mijn meening, begrijpt u, meneer Grassi heeft wellicht een andere", en omkijkend voegde hij er aan toe: „Daar komt hy." Vijf minuten later zat Grangg tegenover den boekhandelaar in zijn privé-kantoor. „Ach, kent u mijn ouden vriend Ugo! Hebt u zijn verzameling gezien? Neen Dan had u heel wat bijzonderheden kun nen vinden, die hij aan mij te danken heeft. Een „Divina Comedia" van 1500, met miniaturen, een zeldzaamheid!" Grassi geleek merkwaardig veel op den ouden bediende, misschien waren zjj in den loop van vele jaren op elkaar gaan gelyken, zooals dat ook wel met echtparen gebeurt, naar men zegt. Ook Grassi had een vollen witten haar dos, en dezelfde lichte blauwe oogen. Hij was alleen niet zoo slaperig, en gesticuleerde onophou delijk, volgens Italiaansche gewoonte. Hij sprak zeer luid, en trok allerhande gezichten erbij, zoo dat Grangg zich kon voorstellen, een tooneelstuk bij te wonen. Na de eerste woorden van den boek handelaar verloor hij zijn geduld, hij wilde opschie ten, recht op het doel af! „Wat denkt u van Ugo Lorenzetti's houding in het bekende proces? Er gaan zooveel praatjes daarover in de stad." „Laat u niets wysmaken, meneerHoe was uw naam ook weer?" „Grangg, Valentin Grangg, ik ben violist, mis schien hebt u den naam wel eens gehoord." „O, jaGrangg. Natuurlijk ken ik uw naam! Hebt u een paar jaar geleden niet een concert gegeven in Venezia? Het is mij een eer met u kennis te maken. Wel. u moet met alles geloo- ver.. wat de lui hier in de s'.-.d vertellen. Ugo Lorenzetti is een man van eer maar zyn broer Girolamo is een dief, een misdadiger, een gek.' De beide broers verschillen hemelsbreed, zooals dat zoo dikwijls gebeurt. De menschen hebben al tijd wat te kletsen over hun meerderen. Ugo, mijn vriend, is niet meer zoo rijk, als hij geweest is. Hij heeft verliezen geleden, van zijn verzameling trekt hij geen rente, het is dood kapitaal, niet waar? En hij wil helaas niets verkoopen." „Hoe is die broer op de gedachte gekomen, boeken te stelen?" Het is Faustina's vader, waar je nu over spreekt, dacht Grangg huiverend. „Ik k3n u dit eene woord zeggen: Opium. Hij heeft in het Oosten geleefd, Mantsjoerije, weet u, daar heeft hij zich die gewoonte aangewend." Grassi maakte een beweging van rooken, en blies een onzichtbare rookwolk uit. „Hier at hij opium, geloof ik, omdat hij ze niet rooken kon. Toen hij geen geld meer had, om zich opium te verschaffen, stal hy die boeken. Fiik zeg: Fi! Hoe kan men boeken stelen uit een openbare bibliotheek! Fi!'." Grangg dwong zich rustig te vragen: „En heeft men die boeken nooit kunnen achterhalen?" De boekhandelaar sprong op, met uitgestrekte ar men, en riep: „Geen enkele! Hij sneed er de banden af, en legde ér waardelooze boeken voor in de plaats. Men bemerkte het eerst na maanden. Een dief, een gewone, gemeene dief! Incunabelen, meneer, een half millioen waard! De grootste kost baarheden van onze bibliotheek. „Het is een merkwaardig geval", zei Grang na denkend. „Ik zou het interessant vinden, den man te leeren kennen. Zou dat mogelijk zijn?" „Zeker! Wendt u zich tot den advocaat, die hem verdedigd heeft. Ik zal u een aanbeveling meegeven", en reeds schreef hij eenige woorden op een stuk papier. „Dottore Baston woont op den Corao, bij het Teatro Olimpico, mijn loopjon gen zal u er heen brengen". Grangg bedankte voor het geleide, nam haas tig afscheid, en zat een paar minuten later op de tram, die hem tot voor het afschuwelijk leeljjke nieuwe huis voerde, waar de advocaat woonde. Faustina's vader was een dief. een misdadiger, herhaalde hy steeds hij zichzelf, maar kan men iemand, die verslaafd is aan opium verantwoor delijk stellen voor zijn daden? Wie weet, welke omstandigheden den man tot die daad gebracht hadden! Boeken stelen is niet zoo als het behoort, die arme Faustina wist het, en leed er onder. Hoe goedig van der. oom. om zich het lot van het ver laten kind aan te trekken. Cesare uit het yspa leis was weliswaar van een andere meening ge weest. maar dergelijke lui hebben altyd iets te gen rijke, vooraanstaande menschen. de advocaat ontving hem direct. Grangg vertelde hem, dat hij zich om persoonlijke redenen interesseerde voor het proces Lorenzetti. Hij had toevallig aan boord kennis gemaakt met de familie, en daar hij nu op doorreis in Vicenza was, wilde hy er graag meer van weten. „Bent u psychiater? Criminalist: vroeg de advocaat achterdochtig. De man zag er uit als een kleermakertje uit een sprookje, een dunne grijze baard, lange, afge dragen gekleede jas, zwarte das, een bril met dikke glazen in stalen montuur. Neen, vertelde Grangg hem, hy was violist, hy had persoonlyke redenen om zich hiervoor te in teresseeren. „Ik zou u met Girolamo Lorenzetti in verbin ding kunnen brengen", zei de advocaat, „maar dat kost mij een telefoon. Ik kan het u echter niet aanraden, men wordt uit den man niet wijs. Ik heb met hem, nu vier jaar geleden, niet eens, maar honderden malen met hem gesproken, zon der iets verder te komen. Het was schijnbaar een duidelijk geval, hy had de boeken gestolen om zich geld te verschaffen, om opium te koopen". „Schijnbaar?" vroeg Grangg nerveus. „Er waren verschillende onduidelijkheden, die men niet verklaren kon. Ik kan het u moeilijk uitleggen, u zult het begrijpen, als u den man ge sproken hebt. Hij is geen geboren misdadiger, ik houd hem eerder voor zielsziek, maar daar heb ik het liever niet over, het is zoo'n mode uitdruk king geworden. Ik vind het onzin, iederen mis dadiger als een zielszieke te behandelen. Hy maakt een heel gewonen indruk, vooral, nu h» dat vergif niet meer gebruikt. Het was een moei lijk geval, ik heb het niet gemakkelijk gehad als zyn advocaat. „Baston veegde zijn baardje om hoog, zoodat hij er nog kleerraakerachtiger uit zag. „Wilt u daarmee zeggen, dat u zelf van zyn schuld overtuigd was?" „Neen. Maar de geheele stad bemoeide zich met het proces. Ugo Lorenzetti was toen nog een macht, bij speelde kaart met den rechter, bij den president kwam hy geregeld aan huis, dat ;s een verzamelaar van Majolica, begrijpt u?... Het was geen prettige toestand, waarin ik mij bevond". „Wat bedoelde u met te zeggen, dat Ugo toen tertijd nog een macht was?" „Hij ging voor zeer rijk door, ofschoon ik, ea nog een paar anderen wisten, dat hij zeer zwars verliezen aan de beurs geleden had „Zeer interressant", onderbrak Grangg hem ongeduldig. „Welke rol speelt de nicht?" „Geen enkele. Dadelijk na het ontdekken van de misdaad van haar vader werd zij naar een Engelsche kostschool gezonden, waar zij jaren bleef. Misschien is zij er nog wel". „Neen, zij woont bij haar oom in de villa aan het Iseo meer." Grangg sloot eenige seconden de oogen. Hij zag het fijne ovaal van haar gezichtje duidelijk voor zich. „Nog een vraag, dottore: Wat weet u van het leven van dien man in China?" „Hy is jaren in Charbin geweest, als groothan delaar. Zyn zaken zijn achteruit gegaan, en op een dag dook hjj hier op, met een klein meisje, dat was een paar jaar voor den oorlog. Ugo nam hen beiden op, en men sprak niets dan goeds over hem in de stad. De broer scheen toen aan de opium verslaafd te zijn, hy was geen aangename huis genoot." Grangg had dit alles opmerkzaam toegehoord. Nu stond hy op, en bedankte den advocaat voor zyn inlichtingen. „Ik zou den broer graag spoedig mogelijk willen spreken Zou het var.daag nog kunnen, dankt ui" £$>rdt varvoigdj.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6