EEN VIOOL
DE STRIJD IN BELGIË.
VERDWEEN....
1
Wat er overbleef van een der bruggen, die door de Belgische genietroepen tijdens
den strijd werd opgeblazen. - Een locomotief kon nog juist passeeren
Een Duitsch anti-tank kanon in stelling
tijdens de gevechten bij een Belgisch
grensplaatsje
Trouwen per tram. Een trouwlustig
paartje te Amsterdam, dat zooals thans
veel gebeurt, den tocht naar het stad
huis met het gemeentelijk vervoermiddel
maakt
Uit het Westland. Onmiddellijk nadat de groenten zijn geveild zijn rappe handen bezig met het inpakken
der producten voor de verzending
De apenrots in Artis te Amsterdam is in gebruik
genomen. Het publiek toont veel belangstelling voor
de zomerverblijfplaats der kwieke dieren
De Rotterdamsche dakloozen, die in
verschillende plaatsen van ons land zijn
ondergebracht, krijgen een liefderijke
verzorging. De Vereeniging Hulp voor
Onbehuisden in Amsterdam doet haar
naam eer aan
Een jeugdig drietal trotseerde moedig
de koude douche in het zwembad
Crailoo te Hilversum, dat weer geopend
is
Een tafreeltje met een typisch Neder-
landsch kenmerk. Wegens het benzine
verbod worden de schuiten, die de
producten vervoeren, geboomd
Huiswaarts na bange dagen. Geëvacueerde inwoners uit Wageningen keeren per
Rijnaak naar hun woonplaats terug
door
Paul Schott
32
„Waarde miss Francis. Ut moet onmiddellijk
algnorina Faustina spreken, wilt u zoo goed zijn,
dit voor mij in orde te maken, het zal Faustina's
leven volkomen veranderen. Ik woon In Sensole.
Bij voorbaat hartelijk dank. Grangg".
Grangg begeleidde het meisje naar het dorp, en
idrukte haar op het hart, het briefje aan de En-
gelscbe te geven, wanneer zy alleen was. Zoo
mogelijk moest zy op antwoord wachten. Grangg
wachtte den heelen middag in de grootste opwin
ding. Was het niet beter geweest, den briel' met
de post te zenden Maar dat had een dag geduurd,
en was het niet verdachter geweest, als miss
Francis een brief gekregen had, van het eiland
afkomstig? Het was beter geweest, haar direct
uit Vicenza te schrijven, maar daar was nu niets
meer aan te veranderen.
Het kind kwam maar niet terug. Eindelijk kon
hij het niet langer uithouden, hjj Informeerde,
waar het kind woonde, en ging op weg. Hy vroeg
naar de kleine Pacifica, en blozend en verlegen
kwarr. het meisje te voorschijn.
„Heb je de brief aan de Engelsche dame ge
geven?" Geen antwoord.
„Ben je niet naar de villa gegaan?"
„Tot het hek."
„Waarom?" Wederom geen antwoord. „Was Je
bang?.. Waar is de brief? Heb je die niet meer?
Heb je hem dan toch afgegeven?"
„Si. signor, een heer zou hem aan de signorina
Inglese geven."
„Len bediende? Of signor Lorenzetti zelf? Je
kent Signor Lorenzetti toch?" Waarom had hij
den brièf ook niet per post gestuurd? Plotseling
scheen het kinrd haar tong terug te vinden. „Voor
het hek stond een heer, die ik niet ken. Ik wilde
juist naar binnen gaan, toen hij me vroeg, of ik
misschien een bericht voor de signorina bracht.
Neen, zei ik, niet voor signorina Lorenzetti, maar
voor de andere, voor de Engelsche. Daar moest hij
juist naar toe, zei hij. hij zou den brief wel mee
nemen. Natuurlijk heb ik hem toen aan dien heer
gegeven. Misschien was dat niet goed, maar het
was zoo'n vriendelijke- heer, en zoo knap en ele
gant, zeker een vriend van signor Lorenzetti......
Grangg staarde het babbelende kind verslagen
aan. Daar had men zyn brief onderschept. Wie?
Een vriend van Lorenzetti Wie kon dat zijn Hij
verzocht het meisje, den man te beschrijven.
„Een knappe signor, in een prachtig wit pak,
een bruine snor, hij was heel jong," het kind was
enthousiast, al9 een dorpsschoone, die haar aan
bidder beschrijft. De violist keerde haastig naar
Sensole terug. Er was geen twy'fel aan het moest
Zubiaure zijn. Waar woonde hy? Er was nog
slechts een andere albergo op het eiland, in
Peschiera. De juwelier-herbergier werkte in zijn
boomgaard. „Signor Gioanetti, weet u of er in de
albergo in Pechiera gasten zijn?"
„Ja, een echtpaar, en een heer. Het echtpaar
komt uit Bellume, het is een dokter, over drie da
gen komen hun kinderen ook
„En die meneer, kent u die ook?"
De waard ontkende dit echter, en Grangg liep
door. Voor de albergo trok hjj den hoed nog die
per in zijn oogen, en stapte toen onder de galerij,
waar een dikke vrouw hem vroeg, of hy een
kamer wenschte.
Neen, hij logeerde in Sensole, maar was er hier
misschienIn de deur verscheen de elegante
gestalte, bruin gebrand, en in het wit gekleed, met
een Engelschen vilthoed, van senor Zubiaure, die.
zonder Grangg gezien te hebben, de trap naar de
eerste verdieping opging.
„Woont hier geen dokter?" vroeg Grangg, met
groote tegenwoordigheid van geest. „Ik heb
erge keelpijn, en wilde een gorgeldrank hebben."
Zubiaurre had reeds dagen verwacht, Grangg te
zullen zien verschijnen. Hij had drie boerenjongens
een fooi beloofd, wanneer ze de verschijning van
den violist direct aan hem zouden mededeelen.
Sedert gisteren slopen deze drie detectives nu om
Sensole. en hielden elke beweging van den gast in
de gaten. Zoo was het geschied, dat Grangg's op
dracht aan de kleine Pacifica onmiddellijk door
gegeven werd, waardoor de Spanjaard in staat
geweest was, de bode voor te zijn, en den brief te
onderscheppen.
Zubiaure zat op zijn kamer met den bewusten
brief voor zich, en dacht na. Grangg wilde Faustina
spreken, dat was te begrijpen, maar dat zou niet
gebeuren! Maar wat zou hij ontdekt hebben? Dat
die oude schurk de viool gekocht had? Vicenza?
Onbegrijpelijk! Of had Cavalcanti den koop door
een strooman in Vicenza laten maken? Lorenzetti
had een huis in Vicenza, stond dat ermee in ver
band? Maar dat waren allemaal byzaken, het
ging hier om Faustina, en al liep die idioot met
zijn stroohoed en blauwen bril hier nu ook maan
den rond, bereiken zou hij niets. Zubiaure grijns
de. Hy sprak het meisje vrijwel iederen dag.
Ze was koud en op een afstand, dat viel niet
te ontkennen, maar het was duidelijk, dat die
houding haar moeite kostte. Vandaag of morgen
zou zij haar toestemming geven om met dien
ouden bedrieger te spreken, en dan zou alles van
een leien dakje gaan. Met een kleine toespeling
op de „instrumentenkamer" zou Lorenzetti zeker
gemakkelijk te stemmen zijn! Als hij nu maar
wist, of Grangg ln Vicenza te weten gekomen
was, dat Lorenzetti in het bezit van de viool was.
Wat zou hij bedoelen met die ontdekking? Hij
was tot over de ooren op het meisje verliefd, mis
schien weet hij, dat Lorenzetti de viool heeft, en
zeker is het hem beleend, dat het kleine meisje
zijn brief niet aan de Engelsche in handen ge
geven heeft. Wat zal hjj nu dus doen? Een brief
per post sturen. Kan hij den brievenbesteller om-
koopen? Niet zoo gemakkelijk. En als de violist
persoonlijk naar de villa gaat? En datgene doet,
wat hij, Zubiaure, van plan is te doen, namelijk
den oom door bedreiging te dwingen zijn toe
stemming te geven? Neen. dat zal hij niet doen,
daarvoor is hij te fatsoenlijk. Vanavond moet de
knoop doorgehakt worden. Langer wachten zou
gevaarlijk kunnen worden; morgen ziet hij mis
schien kans, de Engelsche een brief in handen te
spelen, en dan zou het onderhoud toch nog plaats
kunnen hebben. Vanavond zal de beslissing val
len, ik kan onmogelijk langer Wachten.
Dienzelfden avond zat Faustina op het terras
en keek naar de zonsondergang, die een bonte
kleurenpracht over het meer en de omringende
bergen tooverde. Lichte wolkjes werden vuurrood,
oranje en daarna diep violet, de hemel was van
een ongelooflijk groene kleur, het water geleek
het zeldzame emaille van oude Japansche cloi-
sonné vazen. Maar Faustina had geen oog voor
al die pracht, afwezig gaf zy de Engelsche ant
woord, die met vele „Marvellous" en „isn't it
delicious" aan haar bewondering uiting gaf.
Waar was Grangg? In Vicenza? Zubiaure was
verliefder dan ooit, hij scheen niet meer zoo zeker
van zichzelf als vroeger, hij was ongetwijfeld tot
over de ooren verliefd op haar. en hij verzekerde
het haar dagelijks in woorden, waar een klank
van waarheid in school.
Waarop wachtte ze eigenljjk? Natuurlijk had
Grangg ln Vicenza de waarheid gehoord, hjj ver
achtte haar nu, omdat zij de dochter van een dief
was. Wellicht had hij familie, die bezwaar maak
te, dat hij met een dochter van een misdadiger
zou trouwen. Zij, als Italiaansche, kon zich dat
goed voorstellen. Zubiaure was een Spanjaard,
een Zuiderling, tenslotte kwam hij beter bij haar,
dan de andere. Ja, gaf zij verstrooid ten antwoord
op een vraag van miss Francis, het scheen wel,
dat er onweer op komst was. Ja, de kleuren wa
ren vanavond „absolutely marvellous".
De dief van de viool was op de vlucht neerge
schoten, natuurlyk had Grangg al zijn tijd be
steed om op het spocr van zijn „houten geliefde"
te komen, aan haar had hij misschien niet eens
meer gedacht. En dat was begrijpelijk, hij be
hoorde aan de kunst, aan het publiek.
„Het wordt kil, vind je niet?" vroeg miss
Francis. „Zullen we naar binnen gaan? Zie, daar
komt de post met een brief."
De brievenbesteller kwam op hen toe, en gaf
miss Francis een brief. Deze las het adres, en gaf
hem aan Faustina, met de woorden: „Voor jou,
uit Parijs."
„Uit Parijs?O ja, van mijn vriendin Pau
line, daar heb ik in langen tijd niets van gehoord."
Ze opende het couvert, en las de lila, zwaar ge
parfumeerde velletjes.
„Signorina, Hjalmar Zubiaure, die met u trou
wen wil, is een bedrieger en afperser. Ik was vier
jaar zijn geliefde, hij heeft mij met een klein be
drag afgescheept, daarom schrijf ik u nu, om u
te waarschuwen. Hij heeft Cavalcanti, die ds
Stradivarius gekocht heeft, voor 50.000 lire af
gezet, en dat is nog maar een kleinigheid bij ds
vele vuile zaakjes, die hij in de tropen opgeknapt
heeft. Wanneer u mij niet gelooft, informeert
dan maar eens bij O-Connor en Hauserraann in
Singapore, die hy voor eenige duizenden ponden
heeft opgelicht, of vraagt u naar hem bij den
gouverneur van Malakka. Hij is daar bekend
onder de namen van baron d'Avrocourt, en van
Montallegre. Hij speculeert op uw geld, of liever
op dat van uw oom. Ik waarschuw u.!
Marguerite Lesueur."
Faustina frommelde den brief in baar vuist in
een, de hemel scheen plotseling nog donkerder
geworden te zyn, toen zag ze niets meer, bewus
teloos zakte ze in elkaar. De kille avondwind deed
haar spoedig weer bijkomen. Ze hoorde mï.<a«
Francis' stem: „Faustina, wat heb je, wat heeft
je vriendin je geschreven?"
„Nothingniets bijzondershet is al
weer over", en zonder verder iets te zeggen ging
zij het huis in.
iWordt vervolgd).