De demobilisatie in Nederland. FLITSEN Mr. Rost van Tonningen weer thuis. MAANDAG 3 JUNI 1940 HAARLEM'S DAGBEAÖ 3 Eerbied voor elkanders militaire prestaties. Waarschuwing tegen fluistercampagnes. 's GRAVENHAGE. 1 Juni. Het ANP meldt: Terstond na de capitulatie van de Nederlandsche weermacht hebben de Duitsche autoriteiten blijk gegeven van eerbied voor de militaire prestaties van den Nederlandschen soldaat. Bij verschillende gelegenheden, zooals kransleggingen op de graven van gevallenen, is daarvan blijk gegeven. Van Ne derlandsche zijde, vooral door onze weermacht, zijn deze eerbewijzen aan den tegenstander op prijs ge steld. Toch zijn er nog veilen, die in hun houding niet voldoende tot uiting laten komen, dat ook de Ne derlanders van hun kant alle eer willen geven aan hetgeen het Duitsche leger te velde heeft verricht. Het slagwoord „verraad" heeft een dergelijke ver spreiding gevonden, dat in sommige kringen de in druk is ontstaan alsof het Duitsche leger zijn suc ces slechts aan eerlooze handelingen van verraders en niet aan .militair overwicht zou hebben te dan ken. Degenen, die in dezen tendentieuzen zin over verraad spreken, beschuldigen daarbij bedekt of meer openlijk een geheele groep Van Nederlandsch standpunt uit is het goed, dat tegen die fluistercampagne gewaarschuwd wordt. Zij berust op matelooze overdrijving. De voorstelling, dat nu alles waarin onze Nederlandsche soldaten te genslag hebben gehad aan verraad in eigen kring te wijten zou zijn, is kwalijk in overeenstemming met den ridderlijken eerbied voor de militaire prestaties van den tegenstander en moet aan Duitsche zijde on genoegen wekken. Bovendien zou er, zou men alle tegenslag zonder meer op rekening van het verraad willen schrijven, zooveel in het Nederlandsche le ger corrupt zijn geweest en zouden er, als alle ge fluisterde verhalen juist waren, zooveel onbetrouw bare landgenooten in ons midden hebben geleefd, dat wij nauwelijks meer van een Nederlandsche na tie zouden kunnen spreken. Daarom zou het in over eenstemming zijn met den eerbied voor degenen, te gen wie ons leger in een strijd van eerlijke soldaten tegen eerlijke soldaten heeft gevochten en zou het tevens in overeenstemming zijn met ons zelfrespect als natie, indien wij allen nuchter wilden blijven en onze landgenooten niet zwart wilden maken, zonder wij uit de eerste hand bewijzen daarvoor heb ben. Met praatjes van hooren zeggen wordt de waarheid meestal niet gediend. Men rhag verwachten, dat de Duitsche militaire autoriteiten, het op prijs stellende dat de eer der Duitsche wapenen onbezoedeld blijft, ermede zullen instemmen, dat de Nederlandsche instanties, daar toe aangewezen, de aanwijzingen van verraad, die teharer kennis zijn gebracht, grondig en onbelem merd zullen kunnen onderzoeken. Naar ons is mede gedeeld heeft dit onderzoek reeds plaats, zoodat te zijner tijd eventueele bewezen gevallen vanzelf aan het licht zullen komen. De Nederlandsche bevol king zal dan omtrent den omvang van het verraad in eigen kring haar conclusies kunnen trekken. Tot lang doet zij goed aan losse geruchten slechts die waarde te hechten, die losse geruchten, ontstaan onder een zenuwachtige bevolking, verdienen en zeker niet een groote volksgroep aansprakelijk te stellen voor hetgeen slechts enkelingen, gesteld het geval, zouden hebben kunnen gedaan LANGS DE STRAAT Het gesprek van den dag. Langs de straat gaan meneer en mevrouw en de kleine. De kleine is een jongen van een jaar of vier. Hij heet Jantje, zooals uit het gesprek van den dag blijkt. Mevrouw trekt Jantje, die wat achterblijverig doet, met haar linkerhand voort en met haar rechterhand torst zij een groote boodschappen- tasch, zoo vol dat er zelfs eenige pakjes uitpuilen. Meneer toont dezelfde neigingen als zijn zoontje. Hij blijft ook een beetje achter. Ge behoeft het niet ver te hebben gebracht in de gelaatkunde om te ontdekken, dat meneer's humeur nu niet be paald zonnig is. Misschien heeft een geweldig groot pak, in een bruin papier gewikkeld en dat hij telkens met moeizame bewegingen verstouwt, hier wel iets mee te maken. Ook Jantje draagt een pakje, maar dat is slechts klein. ,Die heb ik daar nog net mooi op den kop kunnen tikken", zegt mevrouw triomfantelijk, haar hoofd naar schuins-rechtsachter wendend, waar zij haar echtvriend vermoedt. ',,t Was de tlaatste die zij hadden. Als ik jou zin had ge daan en tot morgen had gewacht, was-ie wèg geweest!" ,.Nou ja, we hadden al zoo veel bij ons", bromt meneer. „Goed. maar als je niet dadelijk van de ge legenheid gebruik maakt is het mis. Dat zie je nou. de laatste! Jantje hou je pakje vast, jon gen, als het valt is je mooie beker stuk!" „Er zijn toch nog meer winkels", merkt me neer op en sjort zijn pak wat hooger. „Zeker, nog meer winkels. Weer echt iets voor een man. Die andere winkels hadden er mis schien heelemaal geen een meer. Weefr j ij dat?" „Hm", bromt meneer, aan zijn wederhelft overlatend te raden wat hij bedoelt. Mevrouw doet hier intusschen niet de minste moeite voor en vervolgt: „Marie vertelde me gisteren nog, dat zij de halve stad had plat geloopen om een overhemd voor haar man te koopen. Nou je kent hem. hé: een min mannetje. En laat ze nou zijn kleine maat toch maar niet kunnen krijgen. Ein delijk in den tienden winkel, daar hadden ze er nog een. Nog net één! Jantje, ga eens aan den anderen kant, dan neenjt moeder die groote tasch eens links. Nee, hier blijven, niet van moeder wegloopen in die drukteZeg, man, weet je wat ik nou eigenlijk nog broodnoodig heb: een tasch." .Die heb je toch", zegt meneer en kijkt naar het groote, zwarte ding dat nu links van me vrouw hangt. ..Och nee dat bedoel ik natuurlijk niet. Ik bedoel een mooie tasch om mee uit te gaan". „O", antwoordt meneer op meer dan neutralen toon. „Ja, o. Weet je dan niet hoe leelijk die oude tasch van mij is? Dat blauwe ding? Wie zal zeggen hoe duur ze over een paar maanden zijn! „Mag niet", merkt meneer wijs op. „Geen prijs opdrijving!" „Ja, dat weet jij! Er mag zooveel niet. Marie heeft verleden week twee tasschen gekocht. Niet dat ik ze nou zoo mooi vind. maar ze heeft ze tenminste!" „Die tasch kan wachten", zegt meneer na drukkelijk. Mevrouw keert zich af en loopt recht door. Eenigen tijd stilzwijgen. Dan, plotseling, staat mevrouw met een ruk stil voor een winkel. „Man. kijk eens", zegt ze. verheerlijkt. „Wat een droom'van een tasch!" Meneer kijkt ongeïnteresseerd in de étalage. „Welke?" zegt hij ..die gele?" ,Nee, natuurlijk niet, die zwarte!" antwoordt mevrouw snibbig. „Die ga ik koopen". voegt ze er vast besloten aan toe. En ze verdwijnt met Jantje in den winkel. Meneer blijft buiten staan. Hij zucht diep. En verplaatst zijn pak naar rechts. J. C. E. Op bevel van den Fiihrer geschied. HOOFDKWARTIER van den Fiihrer 1 Juni (D.N.B.) Aan een voor den opperbevelhebber van de Duit sche troepen in Nederland bestemde verordening van den Fiihrer wordt het volgende ontleend: Het Duitsche aanbod, Nederland in bescherming te nemen tegen het bewezen voornemen der weste lijke mogendheden Nederland tot opmarschbasis te gen het Roergebied te maken, is bij de Nederland sche regeering in verband met haar geheime ver standhouding met de Westelijke mogendheden op een welbewuste weigering gestuit. Zij leverde daar mede volk en land over aan de verschrikking van een oorlog, bracht echter zichzelf buitenslands in veiligheid. De Duitsche weermacht heeft in den hierdoor noodzakelijk geworden strijd met het Ne derlandsche leger al het mogelijke gedaan om de bevolking en het land te sparen. Dit standpunt van Duitsche zijde kwam in hooge mate tegemoet aan de houding zoowel van den Nederlandschen militair als van de Nederlandsche burgerbevolking. Het was in overeenstemming met het cultureele en moreele peil van het met het Duitsche stamverwante Neder landsche volk. De verantwoordelijke enkelingen, die Duitsche valschermjagers in gevangenissen gewor pen, als misdadigers behandeld en daarop aan de Engelschen uitgeleverd hebben, zullen ter verant woording worden geroepen. De Nederlandsche soldaat heeft echter overal met open vizier en eerlijk gestreden en onze gewonden on gevangenen dienovereenkomstig goed behandeld. De burgerbevolking heeft niet aan den strijd deelge nomen en zich tegenover onze gewonden eveneens naar de wetten der menschelijkheid gedragen. Ik heb derhalve ook voor Nederland besloten, toestem ming tot vrijlating der gevangen Nederlandsche sol daten te verleenen De verordening geeft verder voor deze vrijlating nadere richtlijnen aan. OUDERCOMMISSIES EN GEMEENTELIJKE OUDERRADEN AMSTERDAM, 1 Juni. Het bestuur van den Ne derlandschen ouderraad voor het openbaar L. O. doet een dringend beroep op alle oudercommissies en op de gemeentelijke ouderraden om ook ten aan zien van de werking van dit wettelijk instituut zoo veel mogelijk te streven naar herstel van het nor male openbare leven in ons land. Het geeft den oudercommissies en den hoofden van scholen in over weging ten spoedigste een ouderavond te beleggen ter bespreking van de vraag wat thans kan en moet worden gedaan om den goeden gang van het onder wijs te bevorderen, meer speciaal in verband met het bepaalde in artikel 2 van het Kon. Besluit van 24 October 1938, Staatsblad no. 374. Het secretariaat van den N. O. R. O. L. O. is ge vestigd Antonie Duyckstraat 5 te 's Gravenhage; het geeft gaarne inlichtingen in zaken betreffende het bovengenoemde Kon Besluit. (A. N. P.) De koffie- en theedistributie. 's-GRAVENHAGE, 2 Juni. Het A.N.P. meldt: Het rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd brengt in verband met de distributie van koffie en thee aan belanghebbenden het vol gende ter kennis: 1. Het branden van koffie is verboden zonder vergunning van de Meelcentrale. 2. Het vervoeren en afleveren van ruwe (on gebrande) koffie is verboden zonder vergunning van de Meelcentrale. 3. Het verpakken van thee in eenheden kleiner dan 10 K.G. is verboden zonder vergunning van de meelcentrale. 4. Het vervoeren van thee in verpakkingseen heden van 10 KG of meer is verboden zonder ver gunning van de Meelcentrale. 5. Het bereiden van koffie-extract en/of pro ducten, waarin koffie is verwerkt, is verboden zon der vergunning van de Meelcentrale. Al degenen, die nog niet in het bezit zijn van zoodanige vergunningen, moeten zich onverwijld schriftelijk bij de Nederlandsche Meelcentrale. Riouwstraat 186, 's-Gravenhage, aanmelden, onder vermelding hunner voorraden koffie en thee. Termijnmarkt in rubber gesloten. 's-GRAVENHAGE, 2 Juni Het departement van handel, nijverheid en scheepvaart maakt het volgende bekend: Met nadruk worden alle belanghebbenden eraan herinnerd, dat het volgens art. 12, eerste lid. der rubberbeschikking 1939 no. 2 verboden is rubber af te leveren zonder schriftelijke vergunning van den directeur van het rijksbureau voor rubber. Loopen- de contracten van koop en verkoop van rubber op termijn zullen niet kunnen worden afgewikkeld zon der deze vergunning, welke slechts bij hooge uit zondering zal worden verleend. De termijnmarkt in rubber is derhalve mat ingang van heden gesloten. Het afsluiten van nieuwe over eenkomsten van koop- en verkoop op termijn is ver boden. Maatregelen tot verrekening der loopende con tracten worden thans overwogen. (A.N.P.) Oud pluimvee moet nu worden opgeruimd. Deel ervan wordt in vriesinrichtingen opgeslagen. 's-GRAVENHAGE. 2 Juni. Het A. N. P. meldt: In verband met de veevoederpositie is het niet mogelijk den geheelen pluimveestapel intact te houden. Zoo als algemeen bekend, worden in de maanden Augus tus, September en October elk jaar veel oude kip pen opgeruimd; de in het voorjaar geboren kuikens zijn dan inmiddels uitgegroeid tot volwassen kippen en nemen dan de plaats in van de opgeruimde hen nen. De voedertoewijzingen voor legkippen zijn op het oogenblik kleiner geworden; de regeling van de voedertoewijzingen voor het in 1940 geboren pluim vee is dezelfde gebleven. Een en ander komt op het oogenblik dus hierop neer, dat de dieren, welke anders tot het najaar worden gehouden, reeds thans een paar maanden vroeger voor een goed deel van de hand moeten worden gedaan en dat de in 1940 geboren dieren op normale wijze kunnen worden gehouden. Of nader hand nog andere maatregelen noodig zullen blijken is thans nog niet te bepalen. Ten einde een regel- matigen afzet van slachtpluimvee zooveel mogelijk te bevorderen zal de N. C. E. P. in vriesinrichtingen geplaatste geslachte kippen op bepaalde voorwaar den koopen. De prijs per kg. geslacht gewicht wordt voorloopig vastgesteld voor le soort op 0.68 per kg., voor 2e soort op 0.53. De inkoopsprijs, dien de gevogelte- handelaar bij dezen verkoopsprijs kan betalen is minstens 0.40 per kg. levend gewicht. Tusschen- handelaren die de kippen veelal bij de boeren op- koopen en aan de gevogeltehandelaren afleveren, kunnen bij een verkoopsprijs van 0.40 minstens een prijs van 0.35 per kg. levend gewicht besteden bij inkoop van de pluimveehouders. Regeling voor verschillende zaden. 's-GRAVENHAGE, 2 Juni (A.N.P.) Het rijks bureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd maakt bekend: Zij, die de hieronder genoemde producten in voor raad hebben, anders dan met het doel deze in eigen bedrijf uit te zaaien, zijn verplicht daarvan vóór 8 Juni 1940 in tweevoud opgave te doen aan den pro vincialen voedselcommissaris hunner provincie met vermelding van hoeveelheid, soort en herkomst. Deze regeling betreft de volgende producten: Suikerbietenzaad, voeder- en mangelwortelzaad; alle gras- en klaverzaden (waaronder bv. lucerne- zaad, Westerwoldsch raaigraszaad); alle wikkenzaden, lupinezaad, spurriezaad, knol zaad; alle wortelzaden voor landbouwdoeleinden; serradellazaad, boterzaad, mergkoolzaad en zaden van andere voederkoolsoorten, koolraapzaad; het afleveren, doen afleveren, vervoeren, doen vervoeren van deze zaden is verboden. Van dit verbod kan door of namens den provin cialen voedselcommissaris ontheffing verleend wor den voor zaaizaaddoeleinden in de hoeveelheden, als hieronder voor ieder product is vermeld en onder door hem te stellen voorwaarden: suikerbietenzaad 15 kg. per h.a.; voeder en mangelwortelzaad 15 kg. per h.a.; mengsel van gras- en klaverzaden (voor den uitzaai van blijvend weiland en kunstweiden) totaal 50 kg. per h.a.; Westerwoldsch raaigraszaad 60 k.g. per h.a.; zaad van klaver of klavermengsels 15 kg. per h.a.; lucernezaad 20 kg. per h.a., alle soorten wikkenzaad 125 kg. per h.a.; lupinezaad 150 kg. per h.a.; spurriezaad 40 k.g. per h.a.; knolzaad 3 k.g. per h.a.; alle wortelzaden voor landbouwdoel einden 5 kg. per h.a.; serradellazaad 40 k.g. per h.a.; boterzaad 12 kg. per h.a., mergkoolzaad en zaden voor andere voederkoolsoorten 1 kg. per h.a.: kool raapzaad 4 kg. per h.a. Het vervoederen en doen vervoederen van de hierbedoelde producten is verboden, behoudens ont heffing door of vanwege den provincialen voedsel commissaris, onder de voorwaarden, door hem te stellen. Verkoop en vervoer van vertind blik aan banden. 's-GRAVENHAGE. 2 Juni (A.N.P.) Het departe ment van handel, nijverheid en scheepvaart maakt bekend, dat onder gedeeltelijke intrekking van de algemeene dispensatie, zooals deze 29 Mei j.l. in de pers is gepubliceerd, het verwerken, bewerken, gebruiken, verbruiken, doen verwerken, doen be werken, doen gebruiken of doen verbruiken, koo pen, verkoopen, afleveren of vervoeren van ver tind blik in bladen en handvorm, is verboden. Voor alle transacties als bovengenoemd kan aan het rijksbureau voor non-ferro-metalen, Prinsessegracht 21, 's-Gravenhage, een vergunning worden aange vraagd. Voorshands komen uitsluitend, en slechts voor zoover de voorraads positie zulks toelaat, de melk en conservenindustrie voor vergunning tot boven genoemde handelingen in aanmerking. Aanvraagformulieren worden door bovenge noemd bureau tegen betaling van 0.10 per stel verkrijgbaar gesteld. De kosten voor een eventueele vergunning be dragen 1 procent van de waarde van het materiaal welk bedrag na ontvangst van het bericht van toe wijzing moet worden gestort op de girorekening 387152 van dit bureau. Dit verbod treedt onmiddellijk in werking. GRASLAND WORDT BOUWLAND. Aan den oproep der regeering tot intense bodemproductie wordt allerwege gevolg gegeven. De ploeger aan den arbeid. NIEUWE SERIE No. 12 Warme Soep 1. Brengt soep binnen. vroolijk haar man toeroe pend, dat het eten opgedaan is. 2. Schikt wat bloemen tijdens de wachtperiode. 3. Vraagt waar om hij niet komt en krijgt ten ant woord. dat hij er dadelijk zal zijn. 4. Hy voegt er twee minuten la ter aan toe dat zU maar moet be ginnen, hij maakt even een brief af. 5. Gaat zitten, waarschuwt dat de soep koud wordt en krUgt ten antwoord: een oogenblikje nog. Hoort ge mompel en ge stommel ten be wijze dat hij de postzegels niet kan vinden. 7. Onderzoekt en ontdekt dat hij zün handen is gaan wasschen, omdat er inkt aan zit. 8. Hij verschünt eindelijk en ver onderstelt vroo- lijk, dat hij haar toch niet heeft laten wachten, wel? Een verhaal van ervaringen. njn I&t ANP meldt ons omtrent de aankomst van mr. M. M. Rost van Tonningen in den Haag o.m.: Het bericht, dat mr. M. M. Rost van Tonningen, hoofdopsteller van het Nationale Dagblad en lid van de Tweede Kamer, die behoorde tot de 21 Ne derlanders, die voor het uitbreken van den oorlog waren gearresteerd en naar een interneeringskamp te Ooltgensplaat waren overgebracht en later via België naar Calais werden ontvoerd, waar zij door de Duitsche troepen zijn bevrijd. Zondagochtend per auto aan zijn woning te 's Gravenhage zou terug- keeren, had reeds lang voor elf uur het tijdstip, waarop men hem ongeveer kon verwachten een duizendtal nationaal-socialisten en geestverwanten naar de omgeving van zijn woonhuis aan de Groot Hertoginnelaan no. 215 doen komen, welke menigte tot half twaalf, toen de heer Rost met drie lotgenoo- ten daar inderdaad aankwam, nog aanmerkelijk aan groeide. Een enthousiast „hou zee", dat vele malen werd herhaald weerklonk op het moment van de aan komst der beide auto's, waarin de heer Rost en zijn mede-bevrijde lotgenooten Kröller, Feldmeyer en van den Oord de reis van Breda naar hier hadden gemaakt. Vroolijk lachend beantwoordden mr. Rost van Tonningen c.s. deze begroeting en onmiddellijk daarop trad hij even naar binnen om zijn moeder te omhelzen. Daarna direct weer naar buiten komend, werd de heer Rost op de schouders van zijn vrienden gedra gen en op deze wijze was het de omringende me nigte mogelijk zich te overtuigen van zijn besten welstand. Wederom klonk een herhaald „hou zee' uit duizenden kelen.Mevrouw Rost werd afzonderlijk toegejuicht; zij nam met vreugdetranen deze hulde in ontvangst. Nadat mr. Rost van Tonningen en de drie lotge nooten zich nog even op het dak en de motorkap van den auto hadden begeven om de menigte te zien en door deze gezien te worden, gingen zy naar binnen om even later op het met de N. S. B.-vlag versierde balcon van de tweede verdieping te verschijnen. De heer Rost van Tonningen hield van daar af een aandachtig aangehoorde korte toespraak. Spr. zeide o.a.: „Kameraden! Gij en wij allen hebben gevochten voor ons volk. Wij zijn het geweest, die dezen oor log niet hebb engewild. Als het aan ons had gele gen waren de offers niet gevallen en waren de vele wonden in ons volk niet geslagen. Thans is het onze plicht den blik vooruit te werpen. Wat thans gebo ren wordt is een bond van de rassen van het Noor den en daarin zullen wij onze nieuwe taak met over tuiging en vertrouwen hebben te vervullen." De heer Feldmeyer zeide daarna nog, dat het of fer, door mr. Rost van Tonningen en de andere ge- interneerden gebracht, niet kan worden vergeleken met dat van degenen, die daadwerkelijk in het ge vecht zijn geweest. Er is echter wel een sterke drang ontstaan naar vergelding van het aangedane leed ten opzichte van hen, die de verantwoordelijkheid daar voor hebben gedragen. Zondagnamiddag heeft een redacteur van het Alg. Ned. Persbureau een onderhoud met mr. Rost van Tonningen ten huize van laatstgenoemde gehad, waarin deze aan de hand van in een zakagenda ge maakte aanteekeningen een verhaal van zijn weder varen heeft gegeven. Wij ontleenen aan dit uitvoerige verslag van het A. N. P. o.m. het volgende: „De heer Rost van Tonningen stelde op den voor grond dat men niets heeft kunnen aanvoeren, waar door zijn arrestatie en interneering gemotiveerd kon den worden en dat men hem nooit heeft medege deeld waarom hij gearresteerd is. Vrijdag 3 Mei. zoo vertelde mr. Rost, keerde it: te gen 6 uur 's avonds thuis terug uit Haarlem, waar ik een bespreking met het Kamerlid Woudenberg had gehouden. Nauwelijks was ik thuis of mijn aanhou ding en overbrenging naar het commissariaat van politie aan de Javastraat volgde. De hoofdcommis saris. de heer van der Mey, vertelde, dat mijn ar restatie geschiedde op last van den Opperbevelheb ber van Land- en Zeemacht en dat met mij een aantal personen naar een interneeringskamp zouden worden overgebracht. De heer Van der Mey stelde mijn moeder op de hoogte van het feit. dat ik den nacht op het politiebureau zou moeten doorbrengen Te Ooltgensplaat bleken met mij bijeen te zijn vier nationaal-socialisten, twee communisten en voor de rest een aantal menschen die, naar men indruk, hin derlijk voor de politie of voor den Britschen gehei men dienst werden geoordeeld. Geen hunner was tegen de Duitschers. In de eerste dagen was de behandeling der ge- interneerden te Ooltgensplaat nog goed; we moch ten dammen, schaken e.d. Vrijdag 10 Mei te kwart over drie in den nacht werden we wakker door het geluid van zware bom inslagen uit Noordelijke richting. We zagen, dat Waalhaven in zware rookwolken was gehuld. Toch kon nog niemand ons inlichten over de vraag of er oorlog dan wel een groote manoeuvre aan den gang was. Intusschen werd de politiebewaking verscherpt. We mochten in de vochtige, muffe ruimte van het oude fort vrijwel niets meer verrichten. Den volgenden ochtend namen de koks een be paald vijandige houding tegenoven mij aan. Het eten werd slechter en de porties werden kleiner. Het vuren van het geschut werd steeds meer hoorbaar en het gesnor van de vliegtuigen verdween niet van de lucht. Aan het feit, dat de oorlog was uitgebro ken behoefde niet meer te worden getwijfeld. We zagen Waalhaven in brand staan en ontwaarden ook op andere plaatsen in de omgeving van Rotterdam eenige branden. Om elf uur Maandagavond kregen we het bevel zoo spoedig mogelijk mee te gaan. Eenige auto's brachten ons naar een kleine haven waar we in een dekschuit werden opgenomen. Aan het uiterlijk was dit schip niet te onderscheiden van een gewone motorvrachtboot, doch daarbinnen werden wjj angstvallig verborgen gehouden. Achttien uren lang hebben we daarin gevaren en in al dien tijd eten noch drinken gehad. Donderdag 16 Mei bleek onze laatste dag op Ne derlandsch grondgebied te zijn. Wederrechtelijk werden we den 17den 's morgens te zes uur weggevoerd naar Belgisch terrein, teza men, met andere N. S. B.'ers en met Joodsch© emigranten, welke laatsten een bevoorrechte behan deling genoten en door de gevangenisdirectie met goede zorgen werden bedacht. In Duinkerken kwam het tot een demonstratie van de opgehitste bevolking tegen onze autobussen. Tenslotte bereikten we Béthune, ten Zuid-Oosten van Boulogne. Van Béthune af ontspande zich verder de houding van de militaire politie, die zich blijkbaar gedrukt gevoelde. Een welwillend sergeant zorgde dat we wat te drinken kregen. Den geheelen -nacht werd doorgereden en Za terdag 18 Mei des ochtens kwamen we te Amble- teuse, twaalf kilometer ten Noorden van Boulogne aan. Daar werden we in een Fransch interneerings kamp ondergebracht, waar tevens een aantal Jood- sche emigranten vertoefde, onder leiding van een Franschen kapitein, die ons kortaf, maar wel be hoorlijk behandelde. Na een voetreis van 40 kilometer bereikten we in den nacht van 23 op 24 Mei Calais. Eenige Stuka's voerden luchtaanvallen op Engelsche kruisers uit. Telkens moesten we plat op den grond gaan liggen om ons zooveel mogelijk te dekken tegen rondvlie gende scherven. De heer Rost van Tonningen heeft nog verteld hoe zij eindelijk vrij zijn gekomen en zelf voor inkwar tiering, 600 meter voorbij het front, konden gaan zorgen. „Groepsgewijze, aldus besloot mr. Rost van Ton ningen zijn mededeelingen, zijn we langzamerhand, na overwinning van nog vele hindernissen, langs Samer, Arras, Cambrai en Bergen naar Brussel ge komen. Een groot deel van deze reis kon per auto worden afgelegd. Te Brussel konden we echter nog niet onze aankomst telegrafeeren. Zaterdag zijn we in particuliere auto's uit Brussel naar Breda gere den. van waar naar huis kon worden getelegrafeerd." Of igave van handelsvoorraden walsproducten. 's-GRAVENHAGE, 2 Juni. (A.N.P.) Het departement van handel, nijverheid en scheepvaart maakt bekend, dat een sectie van het Rijksbureau voor ijzer en staal is ingesteld, genaamd sectie han delsvoorraden en walsproducten, gevestigd tc Am sterdam, Warmoesstraat 197. Als directeur van deze sectie zal optreden dc heer mr. Chr. P. van Wijngaarden. Deze sectie, welke belast zal worden met de uitvoering van distributieregelingen met betrekking tot de handelsvoorraden van walsproducten, waar omtrent nog nadere mededeelingen zullen volgen, zal zich in eerste instantie bezighouden met het enqueteeren van de hier te lande aanwezige voor raden walsproducten bij ae handelaren. Onder handelaar wordt verstaan de natuurlijke of rechts persoon, die van het koopen en weder verkoopen van walsproducten zijn normaal bedrijf maakt, met uitzondering van den niet voorraadhoudenden £a- brieksvertegenwoordiger of agent in walsproducten. Iedere handelaar in walsproducten is verplicht aan den directeur van de sectie handelsvoorraden van walsproducten opgave te verstrekken van den voorraad walsproducten per 1 Juni 1940, desver- langd onder overlegging van de daarop betrekking hebbende bescheiden. De opgaven moeten geschie den op door den directeur voornoemd vast te stel len formulieren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5