Het bestuur over
Nederland geregeld.
FLITSEN
Verordening van den Rijkscommissaris
over de uitoefening der regeerings-
bevoegdheden.
De Juick.
DONDERDAG 6 JUNI 1940
HAARLE M'S D X G B E A D
3
4
COMMISSARISSEiü-CENERAAl.
Bij de Rijksuitgeverij te 's-Gravenhage is
verschenen No. 1 van het Verordeningenblad
voor het bezette Nederlandsche gebied. Dit blad
bevat het decreet van den Führer over de uit
oefening van de regeeringsbevoegdheden in Ne
derland van 18 Mei 1940. Bii dit decreet is de
benoeming geschied van Rijksminister Seyss-
Jnquart tot Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied. De considerans van dit
decreet luidt: „Om de openbare orde en het
openbare leven in het onder de bescherming
van de Duitsche troepen staande Nederlandsche
gebied te handhaven, bepaal ik". Aan dit de
creet ontleenen wij de volgende bepalingen.
DE RIJKSCOMMISSARIS
I. „Het bezette Nederlandsche gebied komt on-
den „Rijkscommissaris voor het bezette Neder-
adsche gebied" te staan. Zijn verblijfplaats is
-Gravenhage. De Rijkscommissaris is beschermer
de Rijksbelangen en oefent in het civiele ressort
opperste regeeringsgezag uit. Hij staat recht
reeks onder mij en ontvangt van mij richtlijnen en
Etructies".
DE MILITAIRE BEVELHEBBERS.
J 2. „De Duitsche weermachtsbevelhebber in Ne-
eland oefent de militaire souvereïne rechten uit;
cjn vorderingen worden in het civiele ressort door
a Rijkscommissaris uitgevoerd. Hij heeft het recht,
be maatregelen voor te schrijven, die voor de uit-
oering van zijn militaire taak en de militaire be-
eiliging noodzakelijk zijn. Hetzelfde recht hebben
ie opperbevelhebbers van de weermaehtsdeelen".
DUITSCHE POLIT1E-ORGANEN.
3. „Voor de uitvoering van zijn instructies kan
Is Rijkscommissaris zich van Duitsche politie-orga-
bedienen. De Duitsche politie-organen staan ter
schikking van den Duitschen weermachtbevelheb-
«r in Nederland, voor zoover het militaire behoef-
a vereischen en de taak van den Rijkscommissaris
iet toelaat".
HET NEDERLANDSCHE BESTUUR.
4. „De Rijkscommissaris kan zich voor de uit
tering van zijn instructies en voor het uitoefenen
in de administratie, van het Nedex-landsehe be-
[uur bedienen".
HET RECHT.
5. „(1) Het tot nu toe geldende recht blijft van
racht, voor zoover het met de bezetting te vereeni-
•n is.
„(2) De Rijkscommissaris kan veroi'deningen uit-
aardigen, die kracht van wet hebben. De verorde-
ingen worden in het „Verordeningsblad voor het
ezette Nederlandsche gebied" afgekondigd".
BENOEMING RIJKSCOMMISSARIS
6. „Tot Rijkscommissaris voor het bezette Ne-
landsche gebied benoem ik Rijksminister dr. Ar-
bur Seyss-Inquart".
DE UITVOERING VAN HET DECREET.
5 7. „Voorschriften voor de uitvoering en uitwer-
ing van dit decreet gaan uit van mijn richtlijnen
nor het civiele ressort van den Rijksminister en
hef van de Rijkskanselarij, voor het militaire res-
Kt van den Chef van het Oppercommando van de
rtermacht".
INWERKINGTREDING.
j 8. „Dit decreet treedt in werking zoodra en
:or zoover ik de order voor de uitoefening van de
ivoerende macht, welke ik den opperbevelhebber
in het leger gegeven heb, intrek".
Het besluit is geteekend door den Führer, door
3i voorzitter van den ministerieelen raad voor de
bjksverdediging, generaal-veldmaarschalk Göring,
ka rijksminister en chef van de Rijkskanselarij, dr.
anmers, den chef van het oppercommando van de
itermacht, Keitel, den Rijksminister van Buiten-
mdsche Zaken, von Ribbentrop en den Rijksminis-
van binnenlandsche zaken, Frick.
De verordening van den Rijkscommissaris.
Aan de verordening van den Rijkscommis
saris voor het bezette Nederlandsche gebied
tot uitoefening van de regeeringsbevoegdhe-
den in Nederland van 29 Mei geldende voor
den duur der bezetting van het Nederland
sche gebied door de Duitsche troepen, ontlee-
nen wij het volgende:
1. (1) „De Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied heeft voor zoover noodig ter
ilvoering van zijn taak alle bevoegdheden, welke
eigens de grondwet en de wetten aan den
oning en de regeering toekwamen".
2) „Maken de belangen van het Groot-Duitsche
lijk of de openbare orde of het openbare leven in
Nederland het noodzakelijk, dan neemt de Rijks-
Jmmissarïs de noodige maatregelen, ook die van
'etgevenden aard. Deze verordeningen van den
kikscnmmissaris bezitten kracht van wet".
§2. (1) „Het tot nu toe geldende Nederlandsche
echt blijft van kracht, voor zoover het vereenig-
iar is met de bezetting en niet in stri.id is met de
«palingen var het decreet van den Führer betref
inde de uitoefening van de regeeringsbevoegdhe-
«n in Nederland (Duitsch rijkswetblad, deel I, blz,
"8). De voor het bezette Nederlandsche gebied
«Mende verordeningen van den opperbevelhebber
an het leger blijven voorloopig in kracht.
(2) „Alle rechtsvoorschriften moeten vóór de be-
todmaking aan den rijkscommissaris worden
•rgelegd. De bekendmaking moet worden ge-
tilorst wanneer de rijkscommissaris dit wenscht.
(3) „De rijkscommissaris behoudt zich het recht
om aan de hem ondergeschikte Duitsche or-
isnen de bevoegdheden volgens alinea 2 over te
igen".
5 3. (1) „De rijkscommissaris bedient zich voor
fc uitvoering van zijn voorschriften van de Ne-
rlandsche autoriteiten, voor zoover de aan hem
«iergeschikte Duitsche diensten niet direct in
irking treden.
(2) „De secretarissen-generaal van de Neder-
aidsche departementen van algemeen bestuur zijn
En den rijkscommissaris binnen het kader hunner
bevoegdheden verantwoording verschuldigd voor
•et behoorlijk leiden van hun ambtsaangelegen-
feden. Zij kunnen, onverminderd de voorschriften
8 2. alinea 2 en 3. uitvoeringsvoorschriftèn ge-
voor de geldende Nederlandsche wetten en
tor de verordeningen van den Rijkscommissaris".
DUITSCHE COMMISSARISSEN-
GENERAAL.
4. (1) „De Rijkscommissai'is oefent zijn be
voegdheden uit door middel van op zijn bui-eau
werkzame Commissarissen-generaal.
„(2) De Rijkscommissaris benoemt Gevolmach
tigden voor de afzonderlijke provinciën. Voor zoo
ver noodig benoemt hij Bijzondere Gevolmachtig
den voor afzonderlijke gebieden of voor speciale
wei-kzaamheden.
5. „(1) Het bewaren van de openbare rust,
orde en veiligheid wordt, voor zoover zich de
Rijkscommissaris voor het doen uitvoeren van zijn
vex'ordeningen niet van Duitsche S.S.- en politie-
troepen bedient, opgedragen aan de Nedeidandsche
politie. De Nedex-landsehe politie staat onder toe
zicht van de Duitsche politie en is aan haar aan
wijzingen gebonden.
„(2) Het opsporen en bestrijden van alle han
delingen, die Rijks- en Duitsch-vijandïg zijn, be
hoort tot de taak van de Duitsche politie.
DE RECHTSPRAAK.
6. „(1). De rechtspleging is onafhankelijk.
„(2) De uitspraken worden indennaamvan
het Recht gedaan.
„(3) De Rijkscommissaris bepaalt, welke von
nissen hem vóór hun uitvoering ter bekrachtiging
moeten worden voorgelegd.
„(4) De Rijkscommissaris bepaalt bij verorde
ning, welke strafbare feiten aan het oordeel van
de Bijzondere Rechtbank moeten worden onder
worpen en in welke gevallen personen van Neder
landsche nationaliteit voor den Krijgsraad of voor
den Duitschen politierechter moeten vex-schijnen.
7. „Binnen een termijn, die door den Rijkscom
missaris bepaald wordt, moeten de in actieven
dienst zijnde rechters, openbare ambtenaren en
beambten, alsmede alle leeraren aan openbare en
particuliere onderwijsinrichtingen onder eede een
verklaring afleggen, dat zij de verordeningen en
andere bepalingen van den Rijkscommissaris en
van de hem ondergeschikte Duitsche organen stipt
zullen nakomen en dat zij zich zullen onthouden
van elke handeling, gericht tegen het Duitsche
Rijk of de Duitsche weermacht".
8. „Alle in het bezette Nedex-landsche gebied
werkzame Duitsche autoriteiten, diensten en orga
nen, met uitzondering van die van de Weermacht,
zijn ondergeschikt aan den Rijkscommissaris."
9. „De algemeene rechtsverbindende verorde
ningen worden bekend gemaakt in hei „Verordenin
genblad voor het bezette Nedex-landsche gebied", dat
in de Duitsche en in de Nederlandsche taal ver
schijnt. De Duitsche tekst is authentiek".
10. „Deze verordening treedt in werking op den
dag van haar afkondiging." (29 Mei)
Decreet van den Rijkscommissaris.
Aan het decreet van den Rijkscommissai-is betref
fende den organisatorischen opbouw van zijn dienst-
bureaux ontleenen wij:
I. „(1) De Rijkscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied bedient zich voor uitvoering
van zijn taak van de in zijn bureau werkzame Com
missarissen-generaal, en wel:
1) voor Bestuur en Justitie;
2) voor de Openbare Veiligheid (Hoogere SS- en
politieleider);
3) voor Financiën en Economische Zaken;
4) voor bijzondere gevallen.
„(2) De Vertegenwoordiger van het Departe
ment van Buitenlandsche Zaken en de Gevolmach
tigde voor de Nederlandsche Bank staan onmiddel
lijk onder den Rijkscommissaris.
„(3) De Rijkscommissax'is benoemt voor de afzon
derlijke provincies gevolmachtigden; voor zoover
noodig benoemt hij bijzondere gevolmachtigden voor
afzonderlijke gebieden of bijzondere werkzaam
heden."
2. „(1) Alle aangelegenheden, welke de rijks
commissaris zich uitdrukkelijk voorbehoudt voor
een onmiddellijke beslissing, worden bewerkt door
de hoofdafdeeling op het bureau van den rijkscom
missaris.
(2) De hoofdafdeeling bewerkt in het bijzonder
alle zaken betreffende het personeel van de geza
menlijke bixreaux en ox-ganen van den x-ijkscom-
missaris, alsmede betreffende het toezicht over deze,
alle aangelegenheden betreffende begrooting van
deze bureaux, alsmede de aangelegenheden van het
kabinet (uitgifte van akten, protocol en dergelijke).
By de hoofdafdeeling zijn verder aangesloten de
centrale kas en het hoofdbureau.
3. „(1) De commissarissen-generaal hebben
binnen het kader van hun zakelijke bevoegdheid
het recht van alle Nederlandsche autoriteiten,
bureau's en inrichtingen, zoowel openbare als
particuliere, inlichtingen van eiken aard te eischen
en aan dezen de noodige bevelen te geven.
„(2) Zij hebben in het bijzonder tot taak de
beslissingen van den Rijkscommissaris overeen
komstig 2, alinea 2, van de Vei-ordening over de
uitoefening van de Regeeringsbevoegdheden in
de Nederlanden van 29 Mei 1949 (Verordeningen-
blad voor het bezette Nedeiiandsche gebied No. 3)
voor te bereiden".
4. ,Tot de taak van den Commissaris-generaal
voor Bestuur en Justitie behooren:
1. de aangelegenheden beti-effende de wetgeving;
betreffende het Staatsrecht alsmede die betref
fende hel verordeningenblad voor het bezette Ne
derlandsche gebied;
2). de aangelegenheden betreffende de orde
ning van de werkobjecten;
3) de aangelegenheden van binnenlandsch be
stuur, in het bijzonder ook de aangelegenheden
van het toezicht op de Gemeenten, met uitsluiting
echter van de aangelegenheden der gemeente
politie;
4) alle aangelegenheden der Justitie, met uit
sluiting van die der Rijkspolitie;
5) alle aangelegenheden betreffende cultuur
(Kunst, monumentenzorg, wetenschap, volksopvoe
ding, enz.), het onderwijs en de kerken
6) alle aangelegenheden betreffende de volksge
zondheid, alsmede die betreffende cultureele en
sociale zorg aan de jeugd".
POLITIE.
§5. ..De Hoogere SS- en Politieleider:
1) heeft het bevel over de in het bezette Neder
landsche gebied ingezette eenheden: de Gewapende
SS en de Duitsche politie-eenheden en .orga
nen;
2) heeft 't toezicht over de Nederlandsche rijks,
en gemeentepolitie en geeft haar de noodige be
velen.
6 ..Tot de taak van den Commissaris-generaal
nor Financiën en Economische Zaken behooren
1) alle aangelegenheden van het Departement
van Financiën;
2) alle aangelegenheden van het Departement
/an Economische Zaken; 4
3) alle aangelegenheden van het Departement
van Waterstaat;
4) alle aangelegenheden van de Nederlandsche
Posterijen;
5. alle aangelegenheden van het Departement
van Sociale Zaken, met uitsluiting van de in 4
onder no. 6, bedoelde aangelegenheden".
COMMISSARIS-GENERAAL VOOR
BIJZONDERE GEVALLEN.
7 „Tot de taak van den Commissax'is-generaal
voor bijzondere gevallen behooren:
1) alle vraagstukken betreffende de vorming
van de openbare meening en niet-èconomische
vereenigingen;
2) die opdrachten, welke de Rijkscommissaris
hem op grond van een bijzondere beslissing geeft".
8 1) „Tot de taak van de Gevolmachtigden
van den Rijkscommissaris voor de afzonderlijke
provincies behoort met uitzondering van de
openbare Veiligheid alle aangelegenheden van
Openbaar bestuur, van economie en van de vor
ming van de openbare meening in het aan hen
toegewezen gebied. Hij kan zich voor de uitoefe
ning van zijn taak volgens de richtlijnen van den
Hoogeren S.S.- en Politieleider van de Duitsche
politieorganen bedienen.
(2). „De Nederlandsche autoriteiten, bureau's
en inrichtingen, zoowel openbare als particuliere,
benevens al haar organen, zijn op grond van een
bijzondere bepaling verplicht den Gevolmachtigden
van den Rijkscommissaris over bepaalde aan
gelegenheden uit eigen beweging bericht te geven
en hun bepaalde bestuursmaatregelen vóór de
vaststelling ervan mede te deelen. Het vaststellen
moet worden uitgesteld wanneer Gevolmachtigde
zulks verlangt".
9. „De bevoegdheden voor de door den Rijks
commissaris vor plaatselijke of zakelijke aange
legenheden benoemde Bijzondere Gevolmachtigden
richten zich naar de gegeven opdracht".
10. „(1). De Gevolmachtigden van den Rijks
commissaris voor de provincies hébben hun zetel
in dezelfde plaats, als de Commïssai-issen volgens
art. 141 van de Grondwet.
..(2) De zetel van den Bijzonder Gevolmachtigde
wordt door den Rijkscommissaris bepaald".
11. „De oprichting en de opheffing van bur
gerlijke Duitsche bureau's, alsmede de vaststelling
van hun bevoegdheden wat betreft plaats en onder
werp, geschiedt uitsluitend door den Rijkscom
missaris".
«5 12. „Dit decreet treedt in werking op den
dag van zijn afkondiging. (3 Jixni).
(Voor een toelichting, welke dr. Rabl. juridisch
adviseur bij den staf van den Rijkscommissaris
op deze verordening heeft gegeven, zie men
pag. 4, 4'de en 5de kolom).
BRANDK AST MET TUWEELEN
GEPLUNDERD.
Bij opruimingswerk te Rotterdam.
TEGEN VERDACHTEN TWEE JAAR
GEVANGENISSTRAF GEëlSCHT-
ROTTERDAM, 5 Juni. (A.N.P.) Op 19 Mei
was een twaalftal mannen tewerk gesteld bij het
puinruimen aan de Schiekade, waar pand 126 had
gestaan. Bij het ruimen waren de mannen op een
brandkast gestuit. Ze kwamen onderling ovei'een
om deze open te breken en, zoo het de moeite
loonde, zich den inhoud toe te eigenen. De eigenaar
had reeds te bevoegder plaatse mededeeling ge
daan, dat zich in de brandkast waax'devolle sie-
raden van goud en juweelen bevonden tot een
waarde van 16.000. Toen de rechercheux-s op het
terrein verschenen, was de brandkast echter x-eeds
geopend en een belangrijk deel van den inhoud
verdwenen. Drie mannen, de 28-jarige loswerk-
man A. K., de 36-jarige grondwerker P. van G. en
de 44-jarige expeditieknecht H. v. d. L. wei-den
daarna gearresteerd en in bewaring gesteld als
verdacht zich aan diefstal van een deel dezer sie
raden te hebben schuldig gemaakt.
De officier eischte tegen alle drie verdachten
twee jaai- gevangenisstraf.
Bepalingen voor oliën en vetten
blijven van kracht.
's-GRAVENHAGE. 5 Juni (A.N.P.) Het
Rijksbureau voor de voedselvoorziening in oor
logstijd deelt mede, dat alle bepalingen betref
fende banderolles en geleidebiljetten voor mar
garine, vetten en oliën onverkort van kracht ge
bleven zijn.
Gedurende de oorlogsdagen is exikele malen in
het belang van de voedselvoorziening aan fa
brieken, wier banderollevoorraad uitgeput was
en door de vervoersstagnatte niet kon worden
aangevuld, toestemming gegeven om vetten zon
der banderolles af te leveren mits de heffing
werd voldaan. Vermoedelijk zijn deze voorraden
inmiddels reeds opgebruikt. Voor zoover dit niet
het geval mocht zijn. kunnen degenen, die nog
dergelijke ongebanderolleerde vetten in voor
raad hebben zich omgaande tot de Ned. Zuivel-
centrale, afdeeling margarine, vetten en oliën te
'sGravenhage, Nassaulaan 6, wenden, ten einde
dien voorraad alsnog gebanderolleerd te krijgen.
Men geve daarbij de juiste kwantiteit en verpak
king op. dus bijv. 50 pakjes van K.G. vet en 10
pakjes van li T".G. reuzel, den naam van den le
verancier, den datum van ontvangst en sluite de
factuur ter inzage bij.
NIEUWE SERIE No. 15
Het cadeau
1. Krijgt een cadeautje van tan
te Toos, die bij moeder op visite is.
2. Zwaait met het pakje maar
loont geen belangstelling voor wat
cr in zit.
3. Moeder haalt het papier er af
in een poging om hem op weg te
helpen.
4. Beseft dat er iets van hem
verwacht wordt en haalt deksel
van doosje af.
5. Haalt vloeipapier, stukje speel
goed en nog meer vloeipapier er uit
6. Probeert, terwijl moeder met
het speelgoed zwaait, het doosje
als hoed te gebruiken, waardoor de
stemming van tante Toos bedor
ven is.
Verordeningenblad voor het
bezette Ned. gebied.
Besluiten van den Rijkscommissaris
gepubliceerd.
Bij de Rijksuitgeverij te 's-Gravenhage is
verschenen No. 1 van het Verordeningenblad
voor het bezette Nederlandsche gebied.
In deze nieuwe uitgave worden de door den
Rijkscommissaris voor het bezette Neder
landsche gebied afgekondigde algemeene
rechtsverbindende verordeningen bekend
gemaakt. Deze bekendmakingen zullen
gelijktijdig in de Duitsche en in de Neder
landsche taal plaats hebben.
Deze uitgave zal niet regelmatig verschij
nen.
Het eerste nummer van dit Verordenin
genblad bevat:
1. Decreet van den Führer over de uitoefe
ningsbevoegdheden in Nedex-land van 18 Mei.
2. De oproep van den Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied aan het Ne
derlandsche Volk van 25 Mei.
3. Verordening van den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied tot uit
oefening van de regeeringsbevoegdheden in Ne
derland van 29 Mei.
4. Decreet van den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied betreffende den
organisatorischen opbouw van de dienstbureaux
van den Rijkscommissaris van 3 Juni.
SCHEEPVAARTINSPECTIE.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van
van het departement van Waterstaat heeft
goedgevonden met ingang van 1 Juli 1940.
Ie. Aan den inspecteur voor de scheepvaart L.
Korstanje op te dragen de leiding van het Ilde
district van de scheepvaartinspectie, onder ge
lijktijdige ontheffing van de leiding van het
lilde district en hem Rotterdam als standplaats
aan te wijzen.
2e. Aan den adjunct-inspecteur voor de
scheepvaart A. C. van Brakel op te dragen de
leiding van het lilde district van de Scheep
vaartinspectie en hem Groningen als standplaats
aan te wijzen. (A.N.P.)
Hel .-.aui.ais san Leiden begint de voltooiing te naderen en zal binnen afzien-
baren tijd in gebruik worden genomen. Een overzicht van het stadsgedeelte
waarvan dit fraaie bouwwerk het middelpunt vormt.
Die kop van dien Turk, die wil me maar niet uit
de gedachten. D'r zijn menschen, die er voorbij
komen, en die bij zichzelf denken: „Is dat nou een
Turk?" maar wanneer ze op het papiertje dat er
bij hangt hebben gezien dat Rembrandt hem ge
schilderd heeft, tillen ze wysgeerig één ooglid op,
zetten een kronkel in dc- wenkbrauw en beamen
diepzinnig: „Ja, zoo is nou een Turk". Er komen
helaas niet veel. bezoekers op de tentoonstelling
van aanwinsten in het Rijksmuseum te Amsterdam,
maar van die, welke er komen, moet ik één een
kruisje met krijt op zijn jasje geven; Hij kwam ér
misschien per ongeluk, wellicht omdat hij nu ein
delijk eens ging zien wat of er waar is van dat
eeuwige gezanik over de eeuwigheid der kunst,
maar in ieder geval was het een feit dat hij het
over dien Txirk niet eens kon worden. En dat zij
tot 's mans eer gezegd, want zooiets is wat je
noemt houding. Rembrandt kon honderdmaal be
roemd en eeuwig en onaantastbaar zijn, zijn
„Nachtwacht" vindt ie enorm, vooral dat goud is
geweldig, alleen al omdat niemand na hem 't ooit
met zoo'n kleurtje heeft weten te lappen, maar die
Turk, neen. zóó had ie nog nooit een Turk gezien.
Toen de karaktervolle bezoeker bij zichzelf te rade
ging hoe of een Turk er dan wèl uit moet zien. ge
raakte fiy tot de conclusie dat hij er eigenlijk nooit
één gezien had. Tóch. bij Sarrasani in het circus, of
waren dat Indiërs of bosjesmenschen? Op een
plaatje dan in een boek, neen niet in een boek, op
een pakje sigaretten, als merk Zie je wel, die Turk
van Rembrandt leek niets op dien Turk van de si
garetten. en op de film had hij ook wel van die
snuiters uit Turkije gezien, en dat waren ook van
die kroeskoppen, of ze hadden van die ongekeerde
bloempotten op, en die oogen waren beslist genie
piger, en snorretjes, die hadden ze ook. Neen,
Rembrandt, je bent een reuze schilder, maar in
jouw tijd waren er geen films en ook nog geen si
garettenpakjes. en je had beter inplaats van zoo'n
Turk een mooien Amsteröamschen seigneur kun
nen schilderen of nog zoo'n nachtwaker erbij, zoo
dacht de bezoeker en hij ging verder langs andere
schilderijen.
Zoo'n ronde Amsterdammer heb ik liever dan
eentje, die een ooglid optilt (zie boven); voor bei
den geldt echter dat ze nooit een Turk gezien heb
ben Wanneer ze in een museum in Istanboel een
schilderij ophingen van dezen Amsterdammer-met
houding, dan zouden de Turksche bezoekers hun
schouders ophalen en zeggen: „Dat is geen Hollan
der, die ziet er anders uit, met een pofbroek en
met klompen, zooals ze op de pakjes tabak staan
en op de blikjes chocola". Die Amsterdamsche mu
seumbezoekers zullen daar hartelijk om lachen, en
zeggen: „Jullie weten er niets van, jullie denken
dat wij allemaal op klompen loopen en er als boe
ren uitzien, maar dan hebben jullie het lekker
mis", en ze zullen wellicht nooit weten dat ze het
even mis hebben als de Turken, waarover ze zich
ook maar wat ingeprent hebben, dat hun werd
voorgezet door filmmakers en sigarettenfabrikanten.
Het kan zijn, dat die Amsterdammer-met-een-
meening gelijk heeft, en dat die Turk van Rem
brandt niet op een echten Turk lijkt. Misschien
ook is er vroeger eens één Turk geweest, die wel
zoo er uil zag, en dien had Rembrandt dan juist op
het oog. Wie zal het zeggen? We kunnen daar over
gaan debatteeren, en dat zou dan geen Turksch
bad maar een Turksch debat worden. In ieder ge
val is die Amsterdammer, die dien Turk geen Turk
vond en daar recht voor uit kwam ook, mij sym
pathieker dan die man, die dien Turk ook geen
Turk vond totdat hij zag dat Rembrandt hem had
geschilderd en toen zei: „Wat een sprekend gelij
kende Turk!" En dat is het eigenlijk wat ik u zeg
gen wou.
v. H.
RAAD VAN TOEZICHT PROV. BEDRIJVEN.
Door het bedanken van den heer Klaas de Vries
te Amsterdam, lid eer Provinciale Staten, is een
vacature ontstaan in den Raad van Toezicht op
de Provinciale Bedrijven van Noord-Holland.
Ged Staten van Noord-Holland bieden Prov.
Staten ter vervulling van deze vacature de volgen
de voordracht aan:
1. A. Sietsma. lid der Prov. Staten van Noord-
Holland.
2. A. J. van Leusen, lid der Prov. Staten vaa
Noord-Holland.