Het bestuur over Nederland geregeld. FLITSEN Verordening van den Rijkscommissaris over de uitoefening der regeerings- bevoegdheden. De Juick. DONDERDAG 6 JUNI 1940 HAARLE M'S D X G B E A D 3 4 COMMISSARISSEiü-CENERAAl. Bij de Rijksuitgeverij te 's-Gravenhage is verschenen No. 1 van het Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied. Dit blad bevat het decreet van den Führer over de uit oefening van de regeeringsbevoegdheden in Ne derland van 18 Mei 1940. Bii dit decreet is de benoeming geschied van Rijksminister Seyss- Jnquart tot Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied. De considerans van dit decreet luidt: „Om de openbare orde en het openbare leven in het onder de bescherming van de Duitsche troepen staande Nederlandsche gebied te handhaven, bepaal ik". Aan dit de creet ontleenen wij de volgende bepalingen. DE RIJKSCOMMISSARIS I. „Het bezette Nederlandsche gebied komt on- den „Rijkscommissaris voor het bezette Neder- adsche gebied" te staan. Zijn verblijfplaats is -Gravenhage. De Rijkscommissaris is beschermer de Rijksbelangen en oefent in het civiele ressort opperste regeeringsgezag uit. Hij staat recht reeks onder mij en ontvangt van mij richtlijnen en Etructies". DE MILITAIRE BEVELHEBBERS. J 2. „De Duitsche weermachtsbevelhebber in Ne- eland oefent de militaire souvereïne rechten uit; cjn vorderingen worden in het civiele ressort door a Rijkscommissaris uitgevoerd. Hij heeft het recht, be maatregelen voor te schrijven, die voor de uit- oering van zijn militaire taak en de militaire be- eiliging noodzakelijk zijn. Hetzelfde recht hebben ie opperbevelhebbers van de weermaehtsdeelen". DUITSCHE POLIT1E-ORGANEN. 3. „Voor de uitvoering van zijn instructies kan Is Rijkscommissaris zich van Duitsche politie-orga- bedienen. De Duitsche politie-organen staan ter schikking van den Duitschen weermachtbevelheb- «r in Nederland, voor zoover het militaire behoef- a vereischen en de taak van den Rijkscommissaris iet toelaat". HET NEDERLANDSCHE BESTUUR. 4. „De Rijkscommissaris kan zich voor de uit tering van zijn instructies en voor het uitoefenen in de administratie, van het Nedex-landsehe be- [uur bedienen". HET RECHT. 5. „(1) Het tot nu toe geldende recht blijft van racht, voor zoover het met de bezetting te vereeni- •n is. „(2) De Rijkscommissaris kan veroi'deningen uit- aardigen, die kracht van wet hebben. De verorde- ingen worden in het „Verordeningsblad voor het ezette Nederlandsche gebied" afgekondigd". BENOEMING RIJKSCOMMISSARIS 6. „Tot Rijkscommissaris voor het bezette Ne- landsche gebied benoem ik Rijksminister dr. Ar- bur Seyss-Inquart". DE UITVOERING VAN HET DECREET. 5 7. „Voorschriften voor de uitvoering en uitwer- ing van dit decreet gaan uit van mijn richtlijnen nor het civiele ressort van den Rijksminister en hef van de Rijkskanselarij, voor het militaire res- Kt van den Chef van het Oppercommando van de rtermacht". INWERKINGTREDING. j 8. „Dit decreet treedt in werking zoodra en :or zoover ik de order voor de uitoefening van de ivoerende macht, welke ik den opperbevelhebber in het leger gegeven heb, intrek". Het besluit is geteekend door den Führer, door 3i voorzitter van den ministerieelen raad voor de bjksverdediging, generaal-veldmaarschalk Göring, ka rijksminister en chef van de Rijkskanselarij, dr. anmers, den chef van het oppercommando van de itermacht, Keitel, den Rijksminister van Buiten- mdsche Zaken, von Ribbentrop en den Rijksminis- van binnenlandsche zaken, Frick. De verordening van den Rijkscommissaris. Aan de verordening van den Rijkscommis saris voor het bezette Nederlandsche gebied tot uitoefening van de regeeringsbevoegdhe- den in Nederland van 29 Mei geldende voor den duur der bezetting van het Nederland sche gebied door de Duitsche troepen, ontlee- nen wij het volgende: 1. (1) „De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied heeft voor zoover noodig ter ilvoering van zijn taak alle bevoegdheden, welke eigens de grondwet en de wetten aan den oning en de regeering toekwamen". 2) „Maken de belangen van het Groot-Duitsche lijk of de openbare orde of het openbare leven in Nederland het noodzakelijk, dan neemt de Rijks- Jmmissarïs de noodige maatregelen, ook die van 'etgevenden aard. Deze verordeningen van den kikscnmmissaris bezitten kracht van wet". §2. (1) „Het tot nu toe geldende Nederlandsche echt blijft van kracht, voor zoover het vereenig- iar is met de bezetting en niet in stri.id is met de «palingen var het decreet van den Führer betref inde de uitoefening van de regeeringsbevoegdhe- «n in Nederland (Duitsch rijkswetblad, deel I, blz, "8). De voor het bezette Nederlandsche gebied «Mende verordeningen van den opperbevelhebber an het leger blijven voorloopig in kracht. (2) „Alle rechtsvoorschriften moeten vóór de be- todmaking aan den rijkscommissaris worden •rgelegd. De bekendmaking moet worden ge- tilorst wanneer de rijkscommissaris dit wenscht. (3) „De rijkscommissaris behoudt zich het recht om aan de hem ondergeschikte Duitsche or- isnen de bevoegdheden volgens alinea 2 over te igen". 5 3. (1) „De rijkscommissaris bedient zich voor fc uitvoering van zijn voorschriften van de Ne- rlandsche autoriteiten, voor zoover de aan hem «iergeschikte Duitsche diensten niet direct in irking treden. (2) „De secretarissen-generaal van de Neder- aidsche departementen van algemeen bestuur zijn En den rijkscommissaris binnen het kader hunner bevoegdheden verantwoording verschuldigd voor •et behoorlijk leiden van hun ambtsaangelegen- feden. Zij kunnen, onverminderd de voorschriften 8 2. alinea 2 en 3. uitvoeringsvoorschriftèn ge- voor de geldende Nederlandsche wetten en tor de verordeningen van den Rijkscommissaris". DUITSCHE COMMISSARISSEN- GENERAAL. 4. (1) „De Rijkscommissai'is oefent zijn be voegdheden uit door middel van op zijn bui-eau werkzame Commissarissen-generaal. „(2) De Rijkscommissaris benoemt Gevolmach tigden voor de afzonderlijke provinciën. Voor zoo ver noodig benoemt hij Bijzondere Gevolmachtig den voor afzonderlijke gebieden of voor speciale wei-kzaamheden. 5. „(1) Het bewaren van de openbare rust, orde en veiligheid wordt, voor zoover zich de Rijkscommissaris voor het doen uitvoeren van zijn vex'ordeningen niet van Duitsche S.S.- en politie- troepen bedient, opgedragen aan de Nedeidandsche politie. De Nedex-landsehe politie staat onder toe zicht van de Duitsche politie en is aan haar aan wijzingen gebonden. „(2) Het opsporen en bestrijden van alle han delingen, die Rijks- en Duitsch-vijandïg zijn, be hoort tot de taak van de Duitsche politie. DE RECHTSPRAAK. 6. „(1). De rechtspleging is onafhankelijk. „(2) De uitspraken worden indennaamvan het Recht gedaan. „(3) De Rijkscommissaris bepaalt, welke von nissen hem vóór hun uitvoering ter bekrachtiging moeten worden voorgelegd. „(4) De Rijkscommissaris bepaalt bij verorde ning, welke strafbare feiten aan het oordeel van de Bijzondere Rechtbank moeten worden onder worpen en in welke gevallen personen van Neder landsche nationaliteit voor den Krijgsraad of voor den Duitschen politierechter moeten vex-schijnen. 7. „Binnen een termijn, die door den Rijkscom missaris bepaald wordt, moeten de in actieven dienst zijnde rechters, openbare ambtenaren en beambten, alsmede alle leeraren aan openbare en particuliere onderwijsinrichtingen onder eede een verklaring afleggen, dat zij de verordeningen en andere bepalingen van den Rijkscommissaris en van de hem ondergeschikte Duitsche organen stipt zullen nakomen en dat zij zich zullen onthouden van elke handeling, gericht tegen het Duitsche Rijk of de Duitsche weermacht". 8. „Alle in het bezette Nedex-landsche gebied werkzame Duitsche autoriteiten, diensten en orga nen, met uitzondering van die van de Weermacht, zijn ondergeschikt aan den Rijkscommissaris." 9. „De algemeene rechtsverbindende verorde ningen worden bekend gemaakt in hei „Verordenin genblad voor het bezette Nedex-landsche gebied", dat in de Duitsche en in de Nederlandsche taal ver schijnt. De Duitsche tekst is authentiek". 10. „Deze verordening treedt in werking op den dag van haar afkondiging." (29 Mei) Decreet van den Rijkscommissaris. Aan het decreet van den Rijkscommissai-is betref fende den organisatorischen opbouw van zijn dienst- bureaux ontleenen wij: I. „(1) De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied bedient zich voor uitvoering van zijn taak van de in zijn bureau werkzame Com missarissen-generaal, en wel: 1) voor Bestuur en Justitie; 2) voor de Openbare Veiligheid (Hoogere SS- en politieleider); 3) voor Financiën en Economische Zaken; 4) voor bijzondere gevallen. „(2) De Vertegenwoordiger van het Departe ment van Buitenlandsche Zaken en de Gevolmach tigde voor de Nederlandsche Bank staan onmiddel lijk onder den Rijkscommissaris. „(3) De Rijkscommissax'is benoemt voor de afzon derlijke provincies gevolmachtigden; voor zoover noodig benoemt hij bijzondere gevolmachtigden voor afzonderlijke gebieden of bijzondere werkzaam heden." 2. „(1) Alle aangelegenheden, welke de rijks commissaris zich uitdrukkelijk voorbehoudt voor een onmiddellijke beslissing, worden bewerkt door de hoofdafdeeling op het bureau van den rijkscom missaris. (2) De hoofdafdeeling bewerkt in het bijzonder alle zaken betreffende het personeel van de geza menlijke bixreaux en ox-ganen van den x-ijkscom- missaris, alsmede betreffende het toezicht over deze, alle aangelegenheden betreffende begrooting van deze bureaux, alsmede de aangelegenheden van het kabinet (uitgifte van akten, protocol en dergelijke). By de hoofdafdeeling zijn verder aangesloten de centrale kas en het hoofdbureau. 3. „(1) De commissarissen-generaal hebben binnen het kader van hun zakelijke bevoegdheid het recht van alle Nederlandsche autoriteiten, bureau's en inrichtingen, zoowel openbare als particuliere, inlichtingen van eiken aard te eischen en aan dezen de noodige bevelen te geven. „(2) Zij hebben in het bijzonder tot taak de beslissingen van den Rijkscommissaris overeen komstig 2, alinea 2, van de Vei-ordening over de uitoefening van de Regeeringsbevoegdheden in de Nederlanden van 29 Mei 1949 (Verordeningen- blad voor het bezette Nedeiiandsche gebied No. 3) voor te bereiden". 4. ,Tot de taak van den Commissaris-generaal voor Bestuur en Justitie behooren: 1. de aangelegenheden beti-effende de wetgeving; betreffende het Staatsrecht alsmede die betref fende hel verordeningenblad voor het bezette Ne derlandsche gebied; 2). de aangelegenheden betreffende de orde ning van de werkobjecten; 3) de aangelegenheden van binnenlandsch be stuur, in het bijzonder ook de aangelegenheden van het toezicht op de Gemeenten, met uitsluiting echter van de aangelegenheden der gemeente politie; 4) alle aangelegenheden der Justitie, met uit sluiting van die der Rijkspolitie; 5) alle aangelegenheden betreffende cultuur (Kunst, monumentenzorg, wetenschap, volksopvoe ding, enz.), het onderwijs en de kerken 6) alle aangelegenheden betreffende de volksge zondheid, alsmede die betreffende cultureele en sociale zorg aan de jeugd". POLITIE. §5. ..De Hoogere SS- en Politieleider: 1) heeft het bevel over de in het bezette Neder landsche gebied ingezette eenheden: de Gewapende SS en de Duitsche politie-eenheden en .orga nen; 2) heeft 't toezicht over de Nederlandsche rijks, en gemeentepolitie en geeft haar de noodige be velen. 6 ..Tot de taak van den Commissaris-generaal nor Financiën en Economische Zaken behooren 1) alle aangelegenheden van het Departement van Financiën; 2) alle aangelegenheden van het Departement /an Economische Zaken; 4 3) alle aangelegenheden van het Departement van Waterstaat; 4) alle aangelegenheden van de Nederlandsche Posterijen; 5. alle aangelegenheden van het Departement van Sociale Zaken, met uitsluiting van de in 4 onder no. 6, bedoelde aangelegenheden". COMMISSARIS-GENERAAL VOOR BIJZONDERE GEVALLEN. 7 „Tot de taak van den Commissax'is-generaal voor bijzondere gevallen behooren: 1) alle vraagstukken betreffende de vorming van de openbare meening en niet-èconomische vereenigingen; 2) die opdrachten, welke de Rijkscommissaris hem op grond van een bijzondere beslissing geeft". 8 1) „Tot de taak van de Gevolmachtigden van den Rijkscommissaris voor de afzonderlijke provincies behoort met uitzondering van de openbare Veiligheid alle aangelegenheden van Openbaar bestuur, van economie en van de vor ming van de openbare meening in het aan hen toegewezen gebied. Hij kan zich voor de uitoefe ning van zijn taak volgens de richtlijnen van den Hoogeren S.S.- en Politieleider van de Duitsche politieorganen bedienen. (2). „De Nederlandsche autoriteiten, bureau's en inrichtingen, zoowel openbare als particuliere, benevens al haar organen, zijn op grond van een bijzondere bepaling verplicht den Gevolmachtigden van den Rijkscommissaris over bepaalde aan gelegenheden uit eigen beweging bericht te geven en hun bepaalde bestuursmaatregelen vóór de vaststelling ervan mede te deelen. Het vaststellen moet worden uitgesteld wanneer Gevolmachtigde zulks verlangt". 9. „De bevoegdheden voor de door den Rijks commissaris vor plaatselijke of zakelijke aange legenheden benoemde Bijzondere Gevolmachtigden richten zich naar de gegeven opdracht". 10. „(1). De Gevolmachtigden van den Rijks commissaris voor de provincies hébben hun zetel in dezelfde plaats, als de Commïssai-issen volgens art. 141 van de Grondwet. ..(2) De zetel van den Bijzonder Gevolmachtigde wordt door den Rijkscommissaris bepaald". 11. „De oprichting en de opheffing van bur gerlijke Duitsche bureau's, alsmede de vaststelling van hun bevoegdheden wat betreft plaats en onder werp, geschiedt uitsluitend door den Rijkscom missaris". «5 12. „Dit decreet treedt in werking op den dag van zijn afkondiging. (3 Jixni). (Voor een toelichting, welke dr. Rabl. juridisch adviseur bij den staf van den Rijkscommissaris op deze verordening heeft gegeven, zie men pag. 4, 4'de en 5de kolom). BRANDK AST MET TUWEELEN GEPLUNDERD. Bij opruimingswerk te Rotterdam. TEGEN VERDACHTEN TWEE JAAR GEVANGENISSTRAF GEëlSCHT- ROTTERDAM, 5 Juni. (A.N.P.) Op 19 Mei was een twaalftal mannen tewerk gesteld bij het puinruimen aan de Schiekade, waar pand 126 had gestaan. Bij het ruimen waren de mannen op een brandkast gestuit. Ze kwamen onderling ovei'een om deze open te breken en, zoo het de moeite loonde, zich den inhoud toe te eigenen. De eigenaar had reeds te bevoegder plaatse mededeeling ge daan, dat zich in de brandkast waax'devolle sie- raden van goud en juweelen bevonden tot een waarde van 16.000. Toen de rechercheux-s op het terrein verschenen, was de brandkast echter x-eeds geopend en een belangrijk deel van den inhoud verdwenen. Drie mannen, de 28-jarige loswerk- man A. K., de 36-jarige grondwerker P. van G. en de 44-jarige expeditieknecht H. v. d. L. wei-den daarna gearresteerd en in bewaring gesteld als verdacht zich aan diefstal van een deel dezer sie raden te hebben schuldig gemaakt. De officier eischte tegen alle drie verdachten twee jaai- gevangenisstraf. Bepalingen voor oliën en vetten blijven van kracht. 's-GRAVENHAGE. 5 Juni (A.N.P.) Het Rijksbureau voor de voedselvoorziening in oor logstijd deelt mede, dat alle bepalingen betref fende banderolles en geleidebiljetten voor mar garine, vetten en oliën onverkort van kracht ge bleven zijn. Gedurende de oorlogsdagen is exikele malen in het belang van de voedselvoorziening aan fa brieken, wier banderollevoorraad uitgeput was en door de vervoersstagnatte niet kon worden aangevuld, toestemming gegeven om vetten zon der banderolles af te leveren mits de heffing werd voldaan. Vermoedelijk zijn deze voorraden inmiddels reeds opgebruikt. Voor zoover dit niet het geval mocht zijn. kunnen degenen, die nog dergelijke ongebanderolleerde vetten in voor raad hebben zich omgaande tot de Ned. Zuivel- centrale, afdeeling margarine, vetten en oliën te 'sGravenhage, Nassaulaan 6, wenden, ten einde dien voorraad alsnog gebanderolleerd te krijgen. Men geve daarbij de juiste kwantiteit en verpak king op. dus bijv. 50 pakjes van K.G. vet en 10 pakjes van li T".G. reuzel, den naam van den le verancier, den datum van ontvangst en sluite de factuur ter inzage bij. NIEUWE SERIE No. 15 Het cadeau 1. Krijgt een cadeautje van tan te Toos, die bij moeder op visite is. 2. Zwaait met het pakje maar loont geen belangstelling voor wat cr in zit. 3. Moeder haalt het papier er af in een poging om hem op weg te helpen. 4. Beseft dat er iets van hem verwacht wordt en haalt deksel van doosje af. 5. Haalt vloeipapier, stukje speel goed en nog meer vloeipapier er uit 6. Probeert, terwijl moeder met het speelgoed zwaait, het doosje als hoed te gebruiken, waardoor de stemming van tante Toos bedor ven is. Verordeningenblad voor het bezette Ned. gebied. Besluiten van den Rijkscommissaris gepubliceerd. Bij de Rijksuitgeverij te 's-Gravenhage is verschenen No. 1 van het Verordeningenblad voor het bezette Nederlandsche gebied. In deze nieuwe uitgave worden de door den Rijkscommissaris voor het bezette Neder landsche gebied afgekondigde algemeene rechtsverbindende verordeningen bekend gemaakt. Deze bekendmakingen zullen gelijktijdig in de Duitsche en in de Neder landsche taal plaats hebben. Deze uitgave zal niet regelmatig verschij nen. Het eerste nummer van dit Verordenin genblad bevat: 1. Decreet van den Führer over de uitoefe ningsbevoegdheden in Nedex-land van 18 Mei. 2. De oproep van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied aan het Ne derlandsche Volk van 25 Mei. 3. Verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied tot uit oefening van de regeeringsbevoegdheden in Ne derland van 29 Mei. 4. Decreet van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende den organisatorischen opbouw van de dienstbureaux van den Rijkscommissaris van 3 Juni. SCHEEPVAARTINSPECTIE. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van van het departement van Waterstaat heeft goedgevonden met ingang van 1 Juli 1940. Ie. Aan den inspecteur voor de scheepvaart L. Korstanje op te dragen de leiding van het Ilde district van de scheepvaartinspectie, onder ge lijktijdige ontheffing van de leiding van het lilde district en hem Rotterdam als standplaats aan te wijzen. 2e. Aan den adjunct-inspecteur voor de scheepvaart A. C. van Brakel op te dragen de leiding van het lilde district van de Scheep vaartinspectie en hem Groningen als standplaats aan te wijzen. (A.N.P.) Hel .-.aui.ais san Leiden begint de voltooiing te naderen en zal binnen afzien- baren tijd in gebruik worden genomen. Een overzicht van het stadsgedeelte waarvan dit fraaie bouwwerk het middelpunt vormt. Die kop van dien Turk, die wil me maar niet uit de gedachten. D'r zijn menschen, die er voorbij komen, en die bij zichzelf denken: „Is dat nou een Turk?" maar wanneer ze op het papiertje dat er bij hangt hebben gezien dat Rembrandt hem ge schilderd heeft, tillen ze wysgeerig één ooglid op, zetten een kronkel in dc- wenkbrauw en beamen diepzinnig: „Ja, zoo is nou een Turk". Er komen helaas niet veel. bezoekers op de tentoonstelling van aanwinsten in het Rijksmuseum te Amsterdam, maar van die, welke er komen, moet ik één een kruisje met krijt op zijn jasje geven; Hij kwam ér misschien per ongeluk, wellicht omdat hij nu ein delijk eens ging zien wat of er waar is van dat eeuwige gezanik over de eeuwigheid der kunst, maar in ieder geval was het een feit dat hij het over dien Txirk niet eens kon worden. En dat zij tot 's mans eer gezegd, want zooiets is wat je noemt houding. Rembrandt kon honderdmaal be roemd en eeuwig en onaantastbaar zijn, zijn „Nachtwacht" vindt ie enorm, vooral dat goud is geweldig, alleen al omdat niemand na hem 't ooit met zoo'n kleurtje heeft weten te lappen, maar die Turk, neen. zóó had ie nog nooit een Turk gezien. Toen de karaktervolle bezoeker bij zichzelf te rade ging hoe of een Turk er dan wèl uit moet zien. ge raakte fiy tot de conclusie dat hij er eigenlijk nooit één gezien had. Tóch. bij Sarrasani in het circus, of waren dat Indiërs of bosjesmenschen? Op een plaatje dan in een boek, neen niet in een boek, op een pakje sigaretten, als merk Zie je wel, die Turk van Rembrandt leek niets op dien Turk van de si garetten. en op de film had hij ook wel van die snuiters uit Turkije gezien, en dat waren ook van die kroeskoppen, of ze hadden van die ongekeerde bloempotten op, en die oogen waren beslist genie piger, en snorretjes, die hadden ze ook. Neen, Rembrandt, je bent een reuze schilder, maar in jouw tijd waren er geen films en ook nog geen si garettenpakjes. en je had beter inplaats van zoo'n Turk een mooien Amsteröamschen seigneur kun nen schilderen of nog zoo'n nachtwaker erbij, zoo dacht de bezoeker en hij ging verder langs andere schilderijen. Zoo'n ronde Amsterdammer heb ik liever dan eentje, die een ooglid optilt (zie boven); voor bei den geldt echter dat ze nooit een Turk gezien heb ben Wanneer ze in een museum in Istanboel een schilderij ophingen van dezen Amsterdammer-met houding, dan zouden de Turksche bezoekers hun schouders ophalen en zeggen: „Dat is geen Hollan der, die ziet er anders uit, met een pofbroek en met klompen, zooals ze op de pakjes tabak staan en op de blikjes chocola". Die Amsterdamsche mu seumbezoekers zullen daar hartelijk om lachen, en zeggen: „Jullie weten er niets van, jullie denken dat wij allemaal op klompen loopen en er als boe ren uitzien, maar dan hebben jullie het lekker mis", en ze zullen wellicht nooit weten dat ze het even mis hebben als de Turken, waarover ze zich ook maar wat ingeprent hebben, dat hun werd voorgezet door filmmakers en sigarettenfabrikanten. Het kan zijn, dat die Amsterdammer-met-een- meening gelijk heeft, en dat die Turk van Rem brandt niet op een echten Turk lijkt. Misschien ook is er vroeger eens één Turk geweest, die wel zoo er uil zag, en dien had Rembrandt dan juist op het oog. Wie zal het zeggen? We kunnen daar over gaan debatteeren, en dat zou dan geen Turksch bad maar een Turksch debat worden. In ieder ge val is die Amsterdammer, die dien Turk geen Turk vond en daar recht voor uit kwam ook, mij sym pathieker dan die man, die dien Turk ook geen Turk vond totdat hij zag dat Rembrandt hem had geschilderd en toen zei: „Wat een sprekend gelij kende Turk!" En dat is het eigenlijk wat ik u zeg gen wou. v. H. RAAD VAN TOEZICHT PROV. BEDRIJVEN. Door het bedanken van den heer Klaas de Vries te Amsterdam, lid eer Provinciale Staten, is een vacature ontstaan in den Raad van Toezicht op de Provinciale Bedrijven van Noord-Holland. Ged Staten van Noord-Holland bieden Prov. Staten ter vervulling van deze vacature de volgen de voordracht aan: 1. A. Sietsma. lid der Prov. Staten van Noord- Holland. 2. A. J. van Leusen, lid der Prov. Staten vaa Noord-Holland.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5