jiet JOtent en Jxut Otie&ol. Wie voor groot verlof in aanmerking komen. Verordeningen van den Rijkscommissarii toegelicht. Huwelijk met modern Comfort. DONDERDAG 6 JUNI 1940 HAARDE M'S DAGBEAD Aanwijzingen van den Opperbevelhebber. 's-GRAVENHAGE, 5 Juni. De Opperbevel hebber van Land- en Zeemacht heeft de volgende aanwijzingen gegeven voor hel verleenen van groot verlof aan reserve- en dienstplichtig perso neel. Met ingang van 5 Juni 1940 kan rekening houdende met de hieronder volgende aanwijzingen door den commandant van elk enkelvoudig oorlogsonderdeel (compagnie enz.) groot verlof worden verleend aan het nog in wer- kelijken dienst zijnde reserve- en dienstplichtig personeel. 1. Het groot verlof wordt alleen dan verleend, indien de belanghebbende aan den commandant van het betrokken oorlogsonderdeel een verkla ring van werkgever, familie of anderen kan over leggen, waaruit blijkt, dat hij door loongevenden arbeid, dan wel op andere wijze in eigen onder houd kan voorzien, althans niet ten laste van de gemeenschap zal komen. Bedoelde verklaring moet zijn gelegaliseerd: a. door den betrokken burge meester; b. voor hen, die in overheidsbetrekking zijn, door het betrokken diensthoofd ter plaatse. 2. Korporaals en manschappen mogen tot geen grooter aantal met groot verlof worden gezonden dan mogelijk is om. te kunnen voorzien in de nood zakelijke diensten (bewakingsdiensten, beweging en onderhoud van paarden, beheer van materieel, opruimen van land- en grondmijnen, alsmede van zinkschepenversperringen, onderhoud en bediening van bhiggen en veren e.ö.). Ik merk hierbij nog op. dat voor de bewakings diensten en parken enz. eenheden moeten worden bestemd, die een organieke samenstelling hebben: afhankelijk van de plaats en den omvang van het te bewaken object b.v. een sectie of een compagnie onder een zeer geschikt commandant. 3. Officieren en onderofficieren worden tot geen grooter aantal met groot verlof gezonden dan mo gelijk is om een voldoende sterkte aan kader te houden bij het resteerende deel van het enkelvou dig oorlogsonderdeel. 4. Voor een goede geneeskundige en veterinaire verzorging van personeel en paarden moet een voldoende aantal (res.) officieren van gezondheid, (res.) paardenartsen alsmede het noodige genees kundig en veterinaire personeel onder de wapenen worden gehouden. 5. Voor de onderdeelen waarvoor de magazijns- verpleging nog niet is doorgevoerd, moet het noo dige personeel voor dezen dienst onder de wape nen worden gehouden. 6. Compagnies-, batterij-, eskadrons- en hoo- gere commandanten, verplegingsofficieren, onder officieren-administrateur en fouriers mogen eerst met groot verlof worden gezonden op het tijdstip aangegeven onder 2. 7. Zij. aan wie verlof wordt verleend, vertrek ken rechtstreeks van hun verblijfplaats naar hun haardsteden, voorzien van een bewijs van het verleende groot verlof en van de voorgeschreven vervoerbewijzen. De verlofgangers blijven in het bezit van het oorlogszakboekje en herkennings plaatjes. Voor het vertrek met groot verlof wor den de dienstplichtigen vanwege den commandant opmerkzaam gemaakt op de volgende verplichtin gen: a. zij die met groot verlof vertrekken moeten zoo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen een week, hun volledig adres opgeven aan den burge meester van hun woonplaats; b. allen moeten er voor zorgen, dat de militaire goederen, welke hun worden medegegeven, naar behooren worden be waard en onderhouden. Zij die met groot verlof vertrekken, nemen de in hun bezit zijnde kleeding- en uitrustingstukken, met uitzondering van helm, gasmasker en deken mede. Elke commandant zendt zoo spoedig mogelijk rechtstreeks aan het centraal registratiebureau, Alexanderplein 10, 's-Gravenhage, een nominatieve opgave van het met groot verlof gezonden perso neel. 8. De paardenoppassers van de officieren, wier paarden particulier eigendom zijn en die voor groot verlof in aanmerking komen, moeten worden vervangen. Voor zooveel noodig kunnen aanvragen voor oppassers worden gericht aan den desbetref- fenden depötcommandant. 2. VOORLOOPIGE REORGANISATIE. 1. Bij elk regiment, depót en overeenkomstig onderdeel zal zoodra mogelijk het aantal onder deelen worden beperkt. Daartoe zal het personeel, dat niet met groot verlof vertrekt, bij zooveel ba taljons, afdeelingen, compagnieën, eskadrons en batterijen (elk voor zooveel mogelijk van orga nieke samenstelling) worden samengevoegd als in verband met de sterkte inderdaad noodig blijkt te zijn. De commandanten van buiten het regimentsverband gestelde bataljons of afdeelin gen en van zelfstandige onderdeelen treffen voor hun bataljons of afdeeling overeenkomstige maat regelen. Voor het samenvoegen van de onder zijn bevelen staande onderdeelen geven de c.-lved. en de d.e.v. nadere aanwijzingen. 2. Het overblijvende personeel van de enkel voudige oorlogsónderdeelen, gesteld onder het rechtstreeksch bevel van de commandanten der groote eenheden, zooals m. cn., cn. pag., moet worden gevoegd bij een gelijksoortig onderdeel van een der regimenten (bataljons) der groote eenheid. 3. Het overblijvende en voor cfen dienst niet benoodigde personeel, ingedeeld bij niet tot het eigen wapen behoorende onderdeelen, zooals hu zaren, wielrijders, chauffeurs, treinsoldaten, genie-, geneeskundig-, intendance-personeel e.d. moet op het regiment van herkomst (r.h., r.w., r.a.) of op hel betreffende depót (dep.- g. tr., gk. tr., int. tr., md.) worden gedirigeerd. 4. De commandanten en het administratief personeel van de op den grond van het voren staande in feite opgeheven onderdeelen zullen met groot verlof kunnen vertrekken, dan wel bij een der blijvende onderdeelen of bij het betrokken depót worden ingedeeld, zoodra zij alle administra tieve en verdere aangelegenheden hebben afgewik keld en overgedragen. Hiertoe behoort ook het in leveren van gevechtsberichten. 5. Is bij de samengevoegde onderdeelen een overcompleet aan officieren en kader, dan kan voor zooveel zij daarvoor in de termen vallen aan een overeenkomstig aantal officieren en kader groot verlof worden verleend. De commandanten van groote eenheden, stel lingscommandanten, territoriale bevelhebbers, frontcommandanten in de vg.h., de d.e.v. en de c.- lvd. zullen overigens door overplaatsingen zooveel mogelijk officieren en onderofficieren, die in aan merking komen om met groot verlof te vertrekken, daartoe in de gelegenheid stellen. 6. Zoodra de vorenstaande regeling haar beslag heeft gekregen verwacht ik van de c.v., c.vg.h., c.stg.hd., t.b.f., d.e.v., c.lvd. wnd.t.b.n.br. de wa peninspecteurs en de hoofden van diensten, enz., een opgave van de onderdeelen, wélke zijn blijven bestaan, alsmede hun samenstelling (in kleine eenheden) cn hun sterkte aan officieren, onder officieren, minderen, en paarden. Vorenbedoelde opgaven moeten uiterlijk 15 Juni bij mij zijn ingediend. Daarna zal ik nadere aanwijzingen voor de vedere hergroepeering en de daaruit voortvloeiende verdere opheffing van oorlogsonderdeelen geven. 3. PAARDEN, VOERTUIGEN EN MATERIEEL. De paarden, voertuigen en al het materieel van de oorlogsonderdeelen, welke worden opgeheven, moeten, naar door de commandanten genoemd on der punten 1. en 2. van 2 te geven aanwijzingen, worden overgegeven aan de commandanten van de oorlogsonderdeelen, welke na de reorganisatie blijvén bestaan. (A.N.P.) Steun aan door den oorlog getroffenen. De Nat. Bond van Handels- en Kantoorbe dienden „Mercurius" heeft besloten tot de instel ling van een „Mercurius"-steunfonds 1940 en uit de middelen der organisatie daarvoor een bedrag van f 20.000 gevoteerd, ten einde zijn door oorlogsschade getroffen leden in staat te stellen zal een beroep op de afdeelingen en de leden worden gedaan dit fonds door vrijwillige bijdra gen zoo veel mogelijk te stijven. Postzegelhandelaren. De Ned. Ver. van Postzegelhandelaren, heeft besloten de zwaar getroffen Rotterdamsche collega's daadwerkelijk te helpen. Uit de kas werd een bedrag van f 1200 gevoteerd, terwijl be stuur en leden dit bedrag verhoogden tot totaal f 3500. Vervolgens deden de niet-getroffen le den toezeggingen van levering op crediet tot in koop-prijzen. Dergelijke toezeggingen volgden eveneens van de zijde van de leveranciers van albums en postzegel-benoodigdheden. Hulpfonds voor artsen. Aangezien door den oorlog vele artsen in moei lijke omstandigheden verkeeren. heeft het hoofd bestuur der Nederlandsche maatschappij tot bevordering der geneeskunst besloten tot het stichten van een hulpfonds, waarin een be drag van f 10.000 is gestort. Het hoofdbestuur doet een dringend beroep op alle leden der maatschappij, om het „Hulpfonds 1940"' met spoed en in ruime mate te steunen. (A.N.P.) Tot steun aan vakgenooten. Steunt uw getroffen collega's HAARLEM, Donderdag. „Steunt uw getroffen collega's" zet de directie van de bekende behangselfabriek Rath en Doode- heefver boven een schrijven, waarin zij bericht, een steunactie te zijn begonnen ten behoeve van door den oorlog getroffen slachtoffers uit de behangsel papierbranche. Tot dit doel heeft de firma een on dersteuningsfonds opgericht en daarvoor een bedrag van f 1000 beschikbaar gesteld terwijl verder 5 pet. van den omzet van bepaalde series behangselpapier in het fonds zal worden gestort. Aan het Accountantsbureau Frese Hogeweg, te Amsterdam is verzocht, het beheer van dit Fonds op zich te nemen en zich te belasten met de pondponds- gewijze verdeeling der gelden onder de slachtoffers uit de behangselpapierbranche. CENTRALE VEREENIGING VAN SCHOOL- EN WERKTUINEN. Aan het jaarverslag over 1939 van den Kring Noord-Holland der Centrale Vereeniging voor School- en Werktuinen is het volgende ontleend. Het totaal aantal leerlingen bedroeg voor alle afdeelingen tezamen 2681. Hiervan heeft Amster dam het leeuwenaandeel: 1620, daarop volgt Haar lem naet 513. Bloemendaal komt op de lijst voor met 40. Amsterdam en Haarlem hebben 4 werk tuinen. De invloed van het tuinwerk op de kinderen wordt in alle afdeelingen geroemd. Geen beter middel tegen baldadigheid en tuchteloosheid, dan de leiding van de zucht tot „doen" der jeugd in goede banen. Het werken in klasse-verband begint zich lang zaam uit te breiden: Amsterdam, Haarlem, Den Helder. Haarlem hield een geslaagde loterij voor de financiën, kweekte zijderupsen, stuurde bloemen naar ziekenhuizen enz. Een klasse van de school voor Buitengewoon L.O. werkte met groot succes in de schooluren. VOOR DE KINDEREN Toen het huis van den professor ingericht was, kwam de vraag wat de professor moest gaan doen, nu zijn instrumenten vernield waren. Zeg, Dikke, zei professor Knap, jij wist er immers een oplossing voor. De Dikke krabde zich eens achter het oor. Tja, zei hij, dat is toch nog een heele puzzle, maar wat zoudt U denken van een „salamander dokter Ik kan het probeeren, vond de professor en met zijn tweeën maakten ze een uithang bord. Derde Haagsche Conventie wordt geëerbiedigd. Ambtenaren-apparaat intact. Het A.N.P. meldt: de juridische adviseur dr. Rabl, behoorende tot den staf van den Rijkscommissaris, heeft ons op de verordeningen betreffende het Duit- sche bestuur over Nederland de volgende toelich. ting £_-geven: In genoemde verordeningen zijn de richtlijnen voor de bevoegdheid van den Rijkscommissaris vastgesteld. Het gezag van den Rijkscommissaris is hierin omlijnd. Tevens blijkt uit de verordeningen, dat behouden zal blijven wat hier bestond. De orde zal niet verstoord, doch eerder vergroot worden. Dit, zoo zeide dr. Rabl, is niet alleen een moreele plicht, mar ook een plicht volgens het recht. Dit recht is vastgelegd in de bepalingen van de derde Haagsche Conventie, welke conventie de verhoudingen beheerscht die in een bezet gebied tusschen de bezettende autoriteit en de bevolking van het bezette gebied bestaan. De Führer heeft steeds de geest van deze Haag sche conventie in eere gehouden. De rechten en plichten, zoowel van de bezetten de macht als van de oorspronkelijke bevolking, zijn dor de conventie-bepalingen nauwkeurig aan gegeven. Nu dient hierop te worden gewezen, dat de Rijkscommissaris er ten volle naar gestreefd heeft, dat de plichten van de Duitsche overheid en de rechten van de Nederlandsche bevolking in de eerste plaats zouden worden overwogen en eerst dan de rechten van het Duitsche gezag en de plich ten van de bevolking hier te lande. Men dient te allen tijde in het oog te houden, dat het hier gaat om een wettelijke gezagsuitoefe ning, krachtens vaststaande overeenkomsten. In alles is streng de hand gehouden aan het volken recht. Dr. Rabl wijst dan op par. 2 van de verordening, waarbjj het Nederlandsche recht van kracht blijft. Dit is geheel in overeenstemming met het volken recht. dat zulks bepaalt indien geen dwingende om standigheden zulks onmogelijk maken. Hier te lande was de afwezigheid van de regeering zulk een dwingende omstandigheid, doch ook deze is ondervangen. Dr. Rabl deelde nog als bijzonderheid mede, dat de Rijkscommissaris persoonlijk het oorspron kelijke ontwerp voor de verordening had gecor rigeerd en wel in dier voege dat zijn bevoegdheden werden omlijnd tot de grens, waarbinnen zijn in menging noodzakelijk was. Voor den geest, welke spreekt uit de bepalingen der xerordening wes dr. Rabl nog op par. 7, waarbij van rechters, openbare ambtenaren en be ambten-etc., slechts een verklaring werd gevraagd, dat zij zich zullen onthouden van elke handeling, gericht tegen het Duitsche Rijk of de Duitsche weermacht. Volgens het volkenrecht had men hier trouw kun nen eischen, doch zoover heeft men 'niet willen gaan. Het is trouwens geheel en al de bedoeling dat men het groote ambtenaren-apparaat volkomen intact laat. Zoo zijn door den Nederlandschen mi nisterraad destijds voorschriften vastgesteld voor Nederlandsche ambtenaren en autoriteiten, welke voorschriften dienen te worden gevolgd in geval van een bezetting. Wij hebben, 300 verklaarde dr. Rabl, deze Nederlandsche aanwijzingen thans voor de Nederlandsche ambtenaren vrijwel geheel overge nomen. In de verordening zijn geen bepalingen opgeno men omtrent inmenging in familie, eigendom, en geloofsovertuiging, daar wij dit zoo natuurlijk hebben geacht, dat zulks niet behoefde te ge schieden. Dr. Rabl wees verder speciaal op par. 3 van de verordening, welke bepaalt, dat de Rijkscommissaris zich voor de uitvoering van zijn voorschriften van de Nederlandsche autoriteiten zal bedienen. Dit, zoo zeide dr. Rabl, dient zoodanig te worden opge vat, dat ingrijpen van Duitsche autoriteiten uit zondering zal zijn. Het optreden van Nederlandsche ambtenaren en autoriteiten zal steeds in de eerste plaats komen. Het is zoowel voor het heden als voor de toekomst het streven en de bedoeling van den Rijkscommissaris om Nederlandsche autoriteiten en Nederlandsche ambtenaren in hun volle bevoegd heid te laten. Het is niet alleen zijn streven, maar het zal ook zijn eerzucht streelen indien deze Nederlandsche ambtenaren ten volle aan de uitvoe ringen der bepalingen medewerken. Ik heb, zoo zeide dr. Rabl, ter bevrediging van eigen nieuwsgierigheid eens nagegaan of dit bij het bezetten van een gebied wel eens eerder was ge schied, en ik kan u zeggen, dat ik tot de conclusie ben gekomen, dat, hetgeen ik zooeven uiteenzette, een omvang van „zelfbestemming" beteekent als nog nooit in een oorlog of bij het bezetten van een ge bied is bereikt. Het is ons streven geweest in onze medewerking tot het uiterste te gaan wat wij doen konden. Men zou kunnen zeggen, dat wij een overeenkomst of een charter met u hebben aangegaan van volken rechtelijken aard dat het kader vormt waarin plaats is voor een zoo soepel mogelijke uitoefening van het gezag. Wij hebben ons daarbij laten beïnvloeden door denkbeelden, die wij sinds 1933 in Duitsclilj gaandeweg vaarwel hebben gezegd, n.l. conservati politieke, of, zoo gij wilt: liberale denkbeelden, hebben ons ingedacht in de denkwijze van Nederlander, toen wij tot het vastleggen ve verordeningsbepalingen kwamen. De overweginj welke hieraan dan ook ten grondslag liggen niet de onze maar de uwe, zoo zeide dr. Rabl 01 Hierdoor is verkregen een volkomen gelijkred tigheid tusschen Duitschers en Nederlanders, gelijkrechtigheid welke niet alleen gegrondves; op het volkenrecht, doch die tevens is vastgesteld een sfeer en een streven om elkander het leven gemakkelijk mogelijk te maken. Het Mauritshuis in Den Haag is thans weer het publiek toegankelijk. De waardevolle schild rijen, die gedurende langen tijd veilig wan opgeborgen, worden weer op hun plaats gebracl Gedeeltelijke terugbetaling motorrijtuigenbelasting. De K.N.A.C. en de A.N.W.B. deelen het volger, mede: Reeds eerder werd door het ministerie van f: ciën bepaald, dat voor opgelegde motorrijtuig terugbetaling zou kunnen geschieden van voor betaalde motorrijtuigenbelasting van 1 Juni 19 af tegen inlevering van de motorrijtuigen belastin kaart. Thans ontvingen bovengenoemde vereenigingi bericht van het ministerie van financiën, dat eva eens een zeer tegemoetkomende regeling is g( voor de motorrijtuighouders, die van de daai: bevoegde autoriteiten vergunning hebben gekreg slechts een beperkt aantal malen of dagen n het motorrijtuig te rijden. Aan hen kan op hun daartoe strekkend vera teruggave worden verleend van betaalde moï tijtuigenbelasting in verhouding van het aaa dagen, waarover de kaart loopt tot het aantal daf waarvan wordt aangetoond, dat zij niet met motorrijtuig op den openbaren weg hebben kun: rijden. Deze terugbetaling kan geschieden door de os vangers na afloop van het tijdvak; warvoor 1 belastingkaart loopt. Men beware dus zorgvuldig eventueele bewlj stukken (bijv. tijdelijke vergunningen van benzin distributie bureaux) waaruit kan blijken dat nu gedurende bepaalde tijden niet op den openbar! weg heeft kunnen rijden. WEK-ABONNEMENTEN dienen uiterlijk Wo e n sd a gs avond betaald te zijn, daar de bezorgers c| Donderdag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE f Mr. CORRY STOLZ-VAN DEN KIEBOOM. I 8) Ja, prachtig, zegt Mr. Van Eyckeveld afwe- lig. Kom je nu? Wat een haast, zegt Nick, terwijl ze hem ach ternaloopt. Is het een erg ingewikkeld probleem, waarmee ik u moet helpen? Als het maar geen er- lenisgeschiedenis is, want daar ken ik niets van, dat weet u. Nee, heel iets anders. Ga zitten, als je wilt. Ik ben gistermiddag op de soos geweest, Nicoline. Ja? Wat leuk. dat u zich alweer zoo fit voelt. Ze waren zeker blij, u weer te zien. Hoeveel rond jes hebt u moeten geven? Doordazen maar. denkt ze, alle onzin bij elkaar halen, die ze bedenken kan ze weet immers, wat er nu komt. Hoor eens, Nicoline, zegt Mr. Van Eyckeveld, ik ben momentcel niet in de stemming om grapjes met je te maken. Wat denk je, dat ik, zoodra ik op de soos was, van drie, vier kanten te ijooren kreeg? Dat u er slecht uitzag, zegt ze prompt. En dat New-York vier punten lager was of was het hooger? Nu is het genoeg, barst Oom Victor uit. Ik verkies niet, dat jij den gek steekt met iets, dat ik als een hoogst ernstige aangelegenheid beschouw Hoelang zou het nog duren, voor hij met de vuist op het bureau gaat slaan? Pats!daar heb je 't al. Wat een mep, hij zal inwendig wel piepen. Nu, krijg ik nog antwoord? Waarop? U hebt me niets gevraagd? Als je daarop staat, dan zal ik het je met ronde woorden vragen. Is het waar. dat jij. terwijl ik ziek was, eiken dag in „Royal" hebt geluncht met verschillende heeren? 't Was er telkens maar één tegelijk, zegt Nick laconiek. Nicoline, ik verzoek je nu voor 't laatst.... Och Oompje, maak er toch niet zoo'n drama van. Wat hebt u zich door die ouwe kletskousen laten opstoken! U weet toch. dat ik verleden Woensdag met mijn vriend dokter Maeyhoek ge luncht heb. Dat heb ik u zelf hier nog te voren verteld. En Donderdag ze stokt even, slaagt er toch in met dezelfde luchtigheid verder te gaan Donderdag hadden we immers dat pleidooi inzake Zeepfabrieken contra Muller. Dat wist u toch, u hebt me zelf naar* den trein gestuurd. En na afloop heb ik toen natuurlijk met meester Robberts ge luncht. Ik moest toch de honneurs van het kan toor waarnemen. Heb jij meester Robberts daarvoor uitgenoo- digd? Nee, hij mij. Maar dat kunt u op de staat van kosten wel verrekenen. Je weet best, dat dót er niets mee te maken heeft, brutaal nest, dat je bent! De quaestie is al leen, dat je je uitermate onbehoorlijk hebt gedra gen. Volgens de opinie van uw kletstafel, valt Nick minachtend in. Volgens de publieke opinie in de stad. Waarmee jij evengoed als ieder ander rekening hebt te hou den. Tenslotte wil ik de lunch met dien Utrecht- schen vriend van je nog laten passeeren. Als het daar bij gebleven was, zou vermoedelijk ook nie mand iets gezegd hebben. Maar dat je direct den volgenden dag je door een totaal vreemde Een confrère en een relatie van uw kantoor. Hou je mond en val me niet in reden door een totaal vreemde, zeg ik, die je ternauwernood een uur geleden voor het eerst hebt ontmoet, laat uitnoodigen. dat komt volstrekt niet te pas. Ik heb het van zuiver zakelijk standpunt be schouwd, zegt Nick hoog. Inderdaad? En daarom heeft die eetpartij dan ook maar twee uur en drie kwartier geduurd Och, nemen ze in „Royal" tegenwoordig tijd op? Hoe doen ze dat? Iedere ober een stopwatch zeker? Nicoline, drijf me niet tot het uiterste.... Dat hebt u mij allang gedaan, valt ze uit. Denkt u soms, dat u er mij niet mee beleedigt, met die malle lasterpraatjes van al die ouwe sooske- rels? Waar ziet u me eigenlijk voor aan? Maar als u denkt, dat ik me er iets van aantrek, dan hebt u het mis. Ik zal uitgaan met wie ik wil en ik zal de vrienden kiezen, die ik wil. Ik heb in Utrecht vier jaar lang op mezelf gepast en ik ben volko men capabel om het hier ook te doen. Je bent volkomen capabel om je reputatie als behoorlijk jong meisje naar de maan te helpen en daarmee je carrière als advocate ook. Wei-wel, zegt Nick. Ik zou anders denken, dat daar nog wel iets meer voor noodig zou zijn. Als je tenminste het leventje van sommige jongere confrères ziet Dat zijn jongelui, dat is heel iets anders. Hoera, de dooddoener! roept Nick. Daar wachtte ik al op. Lieve Oom Victor, zegt ze kalmer u meent het goed met me, dat geloof ik graag. Maar uw opvattingen en de mijne loopen minstens vijftig jaar uit elkaar. En we willen ze geen van beiden veranderen. Ik wil wel de minste zijn en u excuus vragen voor mijn brutaliteit van zoo juist, maar uitsluitend daarvoor. En verderja, ik heb hier een ergen leuken tijd gehad en ik ben u dankbaar voor alles, wat ik geleerd heb, maar ik geloof, dat het beter is. dat ik nu maar wegga. Weggaan? zegt Mr. Van Eyckeveld verschrikt. Maar kindlief, daar hoeft toch geen sprake van te zijn. Ik heb je eens flink gezegd, waar het op stond en daarmee uit. Als je een jongen was, zou je hier vermoedelijk al heel wat meer uitbranders gekregen hebben. Daar ga je toch niet voor weg. Daarvoor ook niet alleen, zegt Nick. Ik ben er al veel langer over aan het denken. Ziet u, ik wil en ik zal mettertijd op eigen beenen staan, ook financieel. Ik vind het vreeselijk om te moeten redeneeren: als de oudelui dood zijn, krijg ik zóó veel. Daar wil ik heelemaal nooit aan denken. En al had ik vandaag over een ton te beschikken, dan zou ik nog werk zoeken. Want ik wil iets met mijn leven doen, ik wil iets uitvoeren. Ja kind, allemaal mooi en prachtig. Maar waar wil je in deze tijden aan beginnen? Je weet toch goed genoeg, hoe 't in de advocatie gesteld is. En verder er zijn zelfs voor mannen al bijna ner gens plaatsen open en voor meisjes heelemaal niet. Als juriste misschien niet. Jammer genoeg. Maar misschien vind ik wel iets anders. Ik ga in ieder geval eens informeeren links en rechts. En voorloopig wil ik toch nog graag wat hier blijven, als u tenminste niet boos meer bent. Ze steekt haar hand uit. Leelijke meid, zegt Oom Victor, maar hij lacht. Maar op één voorwaarde, hoor. Je haalt me zulke streken niet meer uit. Ik beloof het u, zegt ze. Ik zal nooit meer met iemand van het mannelijk geslacht in „Royal" Althans in eenige herberg of taveerne vult Oom Victor nauwkeurig aan. Gaan lunchen, althans dineeren, soupeeren of ontbijten, raffelt Nick verder. Behalve met u, lieve ouwe brompot. U staat boven de wet. Heb je plezier om me. straks van kantoor te komen halen? vraagt Frank aan de koffietafel. Hangt er van af, zegt Lies. Als het alleen om de gezonde wandeling over en weer te doen is, blijf ik lievér thuis. Ik heb hier beweging genoeg. Wat een enthouisastme! Dat zou je een paar jaar geleden ook niet gezegd hebben. Een paar jaar geleden was er zoovéél anders, zegt Lies ontevreden. Ben ik met je eens. Maar aan wie de schuld"' Aan mij natuurlijk, valt ze uit. Dat weet ik toch allang. Ik ben een ontevreden, ondankbaar schepsel geworden. Ik heb een huis van vier ka mers met keuken en een man, die ik af en toe eens een paar uur te zien krijg en genoeg geld om niet van honger dood te gaan En veel te veel vrije tijd om te zitten kanke ren en piekeren, vult Frank aan. En daar zit het hem juist. Bij jullie allemaal. Jullie vrouwen hebt het tegenwooi-dig veel te makkelijk. Als jullie wat meer om handen hadden, zou het gauw uit zijn met dat gezanik over onvoldaanheid en onte vredenheid en leege levens en weet ik wat. Waar haal je die wijsheid opeens vandaan? vraagt Lies verbaasd. Van kantoor? Ik wist niet, dat meneer Van Westhove zoo'n vrouwenkenner was. Wel van kantoor, maar niet van Westhove, denkt Frank, maar hij vraagt: Hoezoo? Waarom vraag je dat? Omdat ik je nog nooit zulke algemeene \vaa> heden heb hooren verkondigen. En wou je nu gaa probeeren om mij nuttig bezig te houden? Was 4 de bedoeling van die afhalerij vanmiddag? Nee. dat vroeg ik, omdat ik iets leuks bedac had, zegt Frank verdrietig. Maar daar is 1" plezier nu alweer van af. Ja, we schijnen tegenwoordig alleen eikaars plezier en eikaars humeur te kunnen k derven, zucht Lies. Den eener avond zit ik jou hier op te wad ten, boordevol met goeie vooi'nemens. En dan ko jij thuis en begint divect te mopperen, omdat alwéér gehakt eten of omdat de radio het nu hel lemaal vertikt en dan is alles mis. En nu wil! mij een plezier doen en ben ik weer direct zoo ro serabel. Wat had je voor een plan? vraagt 2 nieuwsgierig achteraan. Och, riets bijzonders, zegt Frank lusteloos.- Ikik wilde een nieuwe jurk met je gaan to pen. Voor dat diner volgende week. Ik heb meevallertje gehad, zie je. Och, schat, zegt Lies geroerd. Als ik <1 geweten had.... Dat is alweer verkeerd, weetJ Net alsof ze zich voor een nieuwe jurk wèl opschroeven. Nee, zegt ze. Een nieuwe jurk hoeft nie Die zwarte kan nog best, ik heb haar vandaag I" keken. Bewaar dat geld maar voor een nieuw P* voor jezelf. Een grijs, je moet nu eens een donkö grijs pak nemen, Fx-ankie. Dat pak kan er ook nog wel af, zegt Frari En ik heb gisteren een jurk zien staan blauwe, echt iets voor jou. De engel, denkt Lies en ze heeft nog meer sp;*- Afgesproken dan? vraagt Frank. Zulk we de strijdbijl maar weer begraven.... tot i' volgenden keer? Achter zijn stoel legt ze haar armen om zijn hU duwt haar gezicht in zijn haar. Je bent lief, zegt ze. Veel te lief voor iö Ik schaam me weer zoo. Wat wil je vanmidds eten? We eten in de stad. En daarna gaan we natf de bioscoop. Ik heb de kaartjes al in mijn zak, kijï maar. (Wordt vervolgdji

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6