jiet JOtent en Jxut Otie&ol.
Wie voor groot verlof in aanmerking komen.
Verordeningen van den Rijkscommissarii
toegelicht.
Huwelijk met modern
Comfort.
DONDERDAG 6 JUNI 1940
HAARDE M'S DAGBEAD
Aanwijzingen van den Opperbevelhebber.
's-GRAVENHAGE, 5 Juni. De Opperbevel
hebber van Land- en Zeemacht heeft de volgende
aanwijzingen gegeven voor hel verleenen van
groot verlof aan reserve- en dienstplichtig perso
neel.
Met ingang van 5 Juni 1940 kan
rekening houdende met de hieronder volgende
aanwijzingen door den commandant van elk
enkelvoudig oorlogsonderdeel (compagnie enz.)
groot verlof worden verleend aan het nog in wer-
kelijken dienst zijnde reserve- en dienstplichtig
personeel.
1. Het groot verlof wordt alleen dan verleend,
indien de belanghebbende aan den commandant
van het betrokken oorlogsonderdeel een verkla
ring van werkgever, familie of anderen kan over
leggen, waaruit blijkt, dat hij door loongevenden
arbeid, dan wel op andere wijze in eigen onder
houd kan voorzien, althans niet ten laste van de
gemeenschap zal komen. Bedoelde verklaring moet
zijn gelegaliseerd: a. door den betrokken burge
meester; b. voor hen, die in overheidsbetrekking
zijn, door het betrokken diensthoofd ter plaatse.
2. Korporaals en manschappen mogen tot geen
grooter aantal met groot verlof worden gezonden
dan mogelijk is om. te kunnen voorzien in de nood
zakelijke diensten (bewakingsdiensten, beweging
en onderhoud van paarden, beheer van materieel,
opruimen van land- en grondmijnen, alsmede van
zinkschepenversperringen, onderhoud en bediening
van bhiggen en veren e.ö.).
Ik merk hierbij nog op. dat voor de bewakings
diensten en parken enz. eenheden moeten worden
bestemd, die een organieke samenstelling hebben:
afhankelijk van de plaats en den omvang van het
te bewaken object b.v. een sectie of een compagnie
onder een zeer geschikt commandant.
3. Officieren en onderofficieren worden tot geen
grooter aantal met groot verlof gezonden dan mo
gelijk is om een voldoende sterkte aan kader te
houden bij het resteerende deel van het enkelvou
dig oorlogsonderdeel.
4. Voor een goede geneeskundige en veterinaire
verzorging van personeel en paarden moet een
voldoende aantal (res.) officieren van gezondheid,
(res.) paardenartsen alsmede het noodige genees
kundig en veterinaire personeel onder de wapenen
worden gehouden.
5. Voor de onderdeelen waarvoor de magazijns-
verpleging nog niet is doorgevoerd, moet het noo
dige personeel voor dezen dienst onder de wape
nen worden gehouden.
6. Compagnies-, batterij-, eskadrons- en hoo-
gere commandanten, verplegingsofficieren, onder
officieren-administrateur en fouriers mogen eerst
met groot verlof worden gezonden op het tijdstip
aangegeven onder 2.
7. Zij. aan wie verlof wordt verleend, vertrek
ken rechtstreeks van hun verblijfplaats naar hun
haardsteden, voorzien van een bewijs van het
verleende groot verlof en van de voorgeschreven
vervoerbewijzen. De verlofgangers blijven in het
bezit van het oorlogszakboekje en herkennings
plaatjes. Voor het vertrek met groot verlof wor
den de dienstplichtigen vanwege den commandant
opmerkzaam gemaakt op de volgende verplichtin
gen: a. zij die met groot verlof vertrekken moeten
zoo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen een
week, hun volledig adres opgeven aan den burge
meester van hun woonplaats; b. allen moeten er
voor zorgen, dat de militaire goederen, welke hun
worden medegegeven, naar behooren worden be
waard en onderhouden.
Zij die met groot verlof vertrekken, nemen de
in hun bezit zijnde kleeding- en uitrustingstukken,
met uitzondering van helm, gasmasker en deken
mede.
Elke commandant zendt zoo spoedig mogelijk
rechtstreeks aan het centraal registratiebureau,
Alexanderplein 10, 's-Gravenhage, een nominatieve
opgave van het met groot verlof gezonden perso
neel.
8. De paardenoppassers van de officieren, wier
paarden particulier eigendom zijn en die voor
groot verlof in aanmerking komen, moeten worden
vervangen. Voor zooveel noodig kunnen aanvragen
voor oppassers worden gericht aan den desbetref-
fenden depötcommandant.
2. VOORLOOPIGE REORGANISATIE.
1. Bij elk regiment, depót en overeenkomstig
onderdeel zal zoodra mogelijk het aantal onder
deelen worden beperkt. Daartoe zal het personeel,
dat niet met groot verlof vertrekt, bij zooveel ba
taljons, afdeelingen, compagnieën, eskadrons en
batterijen (elk voor zooveel mogelijk van orga
nieke samenstelling) worden samengevoegd als
in verband met de sterkte inderdaad noodig
blijkt te zijn. De commandanten van buiten het
regimentsverband gestelde bataljons of afdeelin
gen en van zelfstandige onderdeelen treffen voor
hun bataljons of afdeeling overeenkomstige maat
regelen. Voor het samenvoegen van de onder zijn
bevelen staande onderdeelen geven de c.-lved. en
de d.e.v. nadere aanwijzingen.
2. Het overblijvende personeel van de enkel
voudige oorlogsónderdeelen, gesteld onder het
rechtstreeksch bevel van de commandanten der
groote eenheden, zooals m. cn., cn. pag., moet
worden gevoegd bij een gelijksoortig onderdeel
van een der regimenten (bataljons) der groote
eenheid.
3. Het overblijvende en voor cfen dienst niet
benoodigde personeel, ingedeeld bij niet tot het
eigen wapen behoorende onderdeelen, zooals hu
zaren, wielrijders, chauffeurs, treinsoldaten, genie-,
geneeskundig-, intendance-personeel e.d. moet op
het regiment van herkomst (r.h., r.w., r.a.) of
op hel betreffende depót (dep.- g. tr., gk. tr., int.
tr., md.) worden gedirigeerd.
4. De commandanten en het administratief
personeel van de op den grond van het voren
staande in feite opgeheven onderdeelen zullen
met groot verlof kunnen vertrekken, dan wel bij
een der blijvende onderdeelen of bij het betrokken
depót worden ingedeeld, zoodra zij alle administra
tieve en verdere aangelegenheden hebben afgewik
keld en overgedragen. Hiertoe behoort ook het in
leveren van gevechtsberichten.
5. Is bij de samengevoegde onderdeelen een
overcompleet aan officieren en kader, dan kan
voor zooveel zij daarvoor in de termen vallen
aan een overeenkomstig aantal officieren en kader
groot verlof worden verleend.
De commandanten van groote eenheden, stel
lingscommandanten, territoriale bevelhebbers,
frontcommandanten in de vg.h., de d.e.v. en de c.-
lvd. zullen overigens door overplaatsingen zooveel
mogelijk officieren en onderofficieren, die in aan
merking komen om met groot verlof te vertrekken,
daartoe in de gelegenheid stellen.
6. Zoodra de vorenstaande regeling haar beslag
heeft gekregen verwacht ik van de c.v., c.vg.h.,
c.stg.hd., t.b.f., d.e.v., c.lvd. wnd.t.b.n.br. de wa
peninspecteurs en de hoofden van diensten, enz.,
een opgave van de onderdeelen, wélke zijn blijven
bestaan, alsmede hun samenstelling (in kleine
eenheden) cn hun sterkte aan officieren, onder
officieren, minderen, en paarden.
Vorenbedoelde opgaven moeten uiterlijk 15 Juni
bij mij zijn ingediend.
Daarna zal ik nadere aanwijzingen voor de
vedere hergroepeering en de daaruit voortvloeiende
verdere opheffing van oorlogsonderdeelen geven.
3. PAARDEN, VOERTUIGEN EN
MATERIEEL.
De paarden, voertuigen en al het materieel van
de oorlogsonderdeelen, welke worden opgeheven,
moeten, naar door de commandanten genoemd on
der punten 1. en 2. van 2 te geven aanwijzingen,
worden overgegeven aan de commandanten van
de oorlogsonderdeelen, welke na de reorganisatie
blijvén bestaan. (A.N.P.)
Steun aan door den oorlog
getroffenen.
De Nat. Bond van Handels- en Kantoorbe
dienden „Mercurius" heeft besloten tot de instel
ling van een „Mercurius"-steunfonds 1940 en
uit de middelen der organisatie daarvoor een
bedrag van f 20.000 gevoteerd, ten einde zijn door
oorlogsschade getroffen leden in staat te stellen
zal een beroep op de afdeelingen en de leden
worden gedaan dit fonds door vrijwillige bijdra
gen zoo veel mogelijk te stijven.
Postzegelhandelaren.
De Ned. Ver. van Postzegelhandelaren, heeft
besloten de zwaar getroffen Rotterdamsche
collega's daadwerkelijk te helpen. Uit de kas werd
een bedrag van f 1200 gevoteerd, terwijl be
stuur en leden dit bedrag verhoogden tot totaal
f 3500. Vervolgens deden de niet-getroffen le
den toezeggingen van levering op crediet tot in
koop-prijzen. Dergelijke toezeggingen volgden
eveneens van de zijde van de leveranciers van
albums en postzegel-benoodigdheden.
Hulpfonds voor artsen.
Aangezien door den oorlog vele artsen in moei
lijke omstandigheden verkeeren. heeft het hoofd
bestuur der Nederlandsche maatschappij tot
bevordering der geneeskunst besloten tot het
stichten van een hulpfonds, waarin een be
drag van f 10.000 is gestort. Het hoofdbestuur
doet een dringend beroep op alle leden der
maatschappij, om het „Hulpfonds 1940"' met
spoed en in ruime mate te steunen. (A.N.P.)
Tot steun aan vakgenooten.
Steunt uw getroffen collega's
HAARLEM, Donderdag.
„Steunt uw getroffen collega's" zet de directie
van de bekende behangselfabriek Rath en Doode-
heefver boven een schrijven, waarin zij bericht, een
steunactie te zijn begonnen ten behoeve van door
den oorlog getroffen slachtoffers uit de behangsel
papierbranche. Tot dit doel heeft de firma een on
dersteuningsfonds opgericht en daarvoor een bedrag
van f 1000 beschikbaar gesteld terwijl verder 5 pet.
van den omzet van bepaalde series behangselpapier
in het fonds zal worden gestort.
Aan het Accountantsbureau Frese Hogeweg, te
Amsterdam is verzocht, het beheer van dit Fonds op
zich te nemen en zich te belasten met de pondponds-
gewijze verdeeling der gelden onder de slachtoffers
uit de behangselpapierbranche.
CENTRALE VEREENIGING VAN SCHOOL- EN
WERKTUINEN.
Aan het jaarverslag over 1939 van den Kring
Noord-Holland der Centrale Vereeniging voor
School- en Werktuinen is het volgende ontleend.
Het totaal aantal leerlingen bedroeg voor alle
afdeelingen tezamen 2681. Hiervan heeft Amster
dam het leeuwenaandeel: 1620, daarop volgt Haar
lem naet 513. Bloemendaal komt op de lijst voor
met 40. Amsterdam en Haarlem hebben 4 werk
tuinen.
De invloed van het tuinwerk op de kinderen
wordt in alle afdeelingen geroemd. Geen beter
middel tegen baldadigheid en tuchteloosheid, dan
de leiding van de zucht tot „doen" der jeugd in
goede banen.
Het werken in klasse-verband begint zich lang
zaam uit te breiden: Amsterdam, Haarlem, Den
Helder.
Haarlem hield een geslaagde loterij voor de
financiën, kweekte zijderupsen, stuurde bloemen
naar ziekenhuizen enz. Een klasse van de school
voor Buitengewoon L.O. werkte met groot succes
in de schooluren.
VOOR DE KINDEREN
Toen het huis van den professor ingericht
was, kwam de vraag wat de professor moest
gaan doen, nu zijn instrumenten vernield
waren.
Zeg, Dikke, zei professor Knap, jij wist
er immers een oplossing voor.
De Dikke krabde zich eens achter het oor.
Tja, zei hij, dat is toch nog een heele
puzzle, maar wat zoudt U denken van een
„salamander dokter
Ik kan het probeeren, vond de professor
en met zijn tweeën maakten ze een uithang
bord.
Derde Haagsche Conventie wordt geëerbiedigd.
Ambtenaren-apparaat intact.
Het A.N.P. meldt: de juridische adviseur dr. Rabl,
behoorende tot den staf van den Rijkscommissaris,
heeft ons op de verordeningen betreffende het Duit-
sche bestuur over Nederland de volgende toelich.
ting £_-geven:
In genoemde verordeningen zijn de richtlijnen
voor de bevoegdheid van den Rijkscommissaris
vastgesteld. Het gezag van den Rijkscommissaris is
hierin omlijnd. Tevens blijkt uit de verordeningen,
dat behouden zal blijven wat hier bestond. De orde
zal niet verstoord, doch eerder vergroot worden.
Dit, zoo zeide dr. Rabl, is niet alleen een moreele
plicht, mar ook een plicht volgens het recht.
Dit recht is vastgelegd in de bepalingen van de
derde Haagsche Conventie, welke conventie de
verhoudingen beheerscht die in een bezet gebied
tusschen de bezettende autoriteit en de bevolking
van het bezette gebied bestaan.
De Führer heeft steeds de geest van deze Haag
sche conventie in eere gehouden.
De rechten en plichten, zoowel van de bezetten
de macht als van de oorspronkelijke bevolking,
zijn dor de conventie-bepalingen nauwkeurig aan
gegeven.
Nu dient hierop te worden gewezen, dat de
Rijkscommissaris er ten volle naar gestreefd heeft,
dat de plichten van de Duitsche overheid en de
rechten van de Nederlandsche bevolking in de
eerste plaats zouden worden overwogen en eerst
dan de rechten van het Duitsche gezag en de plich
ten van de bevolking hier te lande.
Men dient te allen tijde in het oog te houden,
dat het hier gaat om een wettelijke gezagsuitoefe
ning, krachtens vaststaande overeenkomsten. In
alles is streng de hand gehouden aan het volken
recht.
Dr. Rabl wijst dan op par. 2 van de verordening,
waarbjj het Nederlandsche recht van kracht blijft.
Dit is geheel in overeenstemming met het volken
recht. dat zulks bepaalt indien geen dwingende om
standigheden zulks onmogelijk maken. Hier te
lande was de afwezigheid van de regeering zulk
een dwingende omstandigheid, doch ook deze is
ondervangen.
Dr. Rabl deelde nog als bijzonderheid mede,
dat de Rijkscommissaris persoonlijk het oorspron
kelijke ontwerp voor de verordening had gecor
rigeerd en wel in dier voege dat zijn bevoegdheden
werden omlijnd tot de grens, waarbinnen zijn in
menging noodzakelijk was.
Voor den geest, welke spreekt uit de bepalingen
der xerordening wes dr. Rabl nog op par. 7,
waarbij van rechters, openbare ambtenaren en be
ambten-etc., slechts een verklaring werd gevraagd,
dat zij zich zullen onthouden van elke handeling,
gericht tegen het Duitsche Rijk of de Duitsche
weermacht.
Volgens het volkenrecht had men hier trouw kun
nen eischen, doch zoover heeft men 'niet willen
gaan.
Het is trouwens geheel en al de bedoeling dat
men het groote ambtenaren-apparaat volkomen
intact laat. Zoo zijn door den Nederlandschen mi
nisterraad destijds voorschriften vastgesteld voor
Nederlandsche ambtenaren en autoriteiten, welke
voorschriften dienen te worden gevolgd in geval van
een bezetting. Wij hebben, 300 verklaarde dr. Rabl,
deze Nederlandsche aanwijzingen thans voor de
Nederlandsche ambtenaren vrijwel geheel overge
nomen.
In de verordening zijn geen bepalingen opgeno
men omtrent inmenging in familie, eigendom, en
geloofsovertuiging, daar wij dit zoo natuurlijk
hebben geacht, dat zulks niet behoefde te ge
schieden.
Dr. Rabl wees verder speciaal op par. 3 van de
verordening, welke bepaalt, dat de Rijkscommissaris
zich voor de uitvoering van zijn voorschriften van
de Nederlandsche autoriteiten zal bedienen. Dit,
zoo zeide dr. Rabl, dient zoodanig te worden opge
vat, dat ingrijpen van Duitsche autoriteiten uit
zondering zal zijn. Het optreden van Nederlandsche
ambtenaren en autoriteiten zal steeds in de eerste
plaats komen. Het is zoowel voor het heden als voor
de toekomst het streven en de bedoeling van den
Rijkscommissaris om Nederlandsche autoriteiten en
Nederlandsche ambtenaren in hun volle bevoegd
heid te laten. Het is niet alleen zijn streven, maar
het zal ook zijn eerzucht streelen indien deze
Nederlandsche ambtenaren ten volle aan de uitvoe
ringen der bepalingen medewerken.
Ik heb, zoo zeide dr. Rabl, ter bevrediging van
eigen nieuwsgierigheid eens nagegaan of dit bij het
bezetten van een gebied wel eens eerder was ge
schied, en ik kan u zeggen, dat ik tot de conclusie
ben gekomen, dat, hetgeen ik zooeven uiteenzette,
een omvang van „zelfbestemming" beteekent als nog
nooit in een oorlog of bij het bezetten van een ge
bied is bereikt.
Het is ons streven geweest in onze medewerking
tot het uiterste te gaan wat wij doen konden. Men
zou kunnen zeggen, dat wij een overeenkomst of
een charter met u hebben aangegaan van volken
rechtelijken aard dat het kader vormt waarin plaats
is voor een zoo soepel mogelijke uitoefening van
het gezag.
Wij hebben ons daarbij laten beïnvloeden door
denkbeelden, die wij sinds 1933 in Duitsclilj
gaandeweg vaarwel hebben gezegd, n.l. conservati
politieke, of, zoo gij wilt: liberale denkbeelden,
hebben ons ingedacht in de denkwijze van
Nederlander, toen wij tot het vastleggen ve
verordeningsbepalingen kwamen. De overweginj
welke hieraan dan ook ten grondslag liggen
niet de onze maar de uwe, zoo zeide dr. Rabl 01
Hierdoor is verkregen een volkomen gelijkred
tigheid tusschen Duitschers en Nederlanders,
gelijkrechtigheid welke niet alleen gegrondves;
op het volkenrecht, doch die tevens is vastgesteld
een sfeer en een streven om elkander het leven
gemakkelijk mogelijk te maken.
Het Mauritshuis in Den Haag is thans weer
het publiek toegankelijk. De waardevolle schild
rijen, die gedurende langen tijd veilig wan
opgeborgen, worden weer op hun plaats gebracl
Gedeeltelijke terugbetaling
motorrijtuigenbelasting.
De K.N.A.C. en de A.N.W.B. deelen het volger,
mede:
Reeds eerder werd door het ministerie van f:
ciën bepaald, dat voor opgelegde motorrijtuig
terugbetaling zou kunnen geschieden van voor
betaalde motorrijtuigenbelasting van 1 Juni 19
af tegen inlevering van de motorrijtuigen belastin
kaart.
Thans ontvingen bovengenoemde vereenigingi
bericht van het ministerie van financiën, dat eva
eens een zeer tegemoetkomende regeling is g(
voor de motorrijtuighouders, die van de daai:
bevoegde autoriteiten vergunning hebben gekreg
slechts een beperkt aantal malen of dagen n
het motorrijtuig te rijden.
Aan hen kan op hun daartoe strekkend vera
teruggave worden verleend van betaalde moï
tijtuigenbelasting in verhouding van het aaa
dagen, waarover de kaart loopt tot het aantal daf
waarvan wordt aangetoond, dat zij niet met
motorrijtuig op den openbaren weg hebben kun:
rijden.
Deze terugbetaling kan geschieden door de os
vangers na afloop van het tijdvak; warvoor 1
belastingkaart loopt.
Men beware dus zorgvuldig eventueele bewlj
stukken (bijv. tijdelijke vergunningen van benzin
distributie bureaux) waaruit kan blijken dat nu
gedurende bepaalde tijden niet op den openbar!
weg heeft kunnen rijden.
WEK-ABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Wo e n sd a gs avond
betaald te zijn, daar de bezorgers c|
Donderdag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
f Mr. CORRY STOLZ-VAN DEN KIEBOOM.
I 8)
Ja, prachtig, zegt Mr. Van Eyckeveld afwe-
lig. Kom je nu?
Wat een haast, zegt Nick, terwijl ze hem ach
ternaloopt. Is het een erg ingewikkeld probleem,
waarmee ik u moet helpen? Als het maar geen er-
lenisgeschiedenis is, want daar ken ik niets van,
dat weet u.
Nee, heel iets anders. Ga zitten, als je wilt.
Ik ben gistermiddag op de soos geweest, Nicoline.
Ja? Wat leuk. dat u zich alweer zoo fit voelt.
Ze waren zeker blij, u weer te zien. Hoeveel rond
jes hebt u moeten geven? Doordazen maar. denkt
ze, alle onzin bij elkaar halen, die ze bedenken
kan ze weet immers, wat er nu komt.
Hoor eens, Nicoline, zegt Mr. Van Eyckeveld,
ik ben momentcel niet in de stemming om grapjes
met je te maken. Wat denk je, dat ik, zoodra ik op
de soos was, van drie, vier kanten te ijooren kreeg?
Dat u er slecht uitzag, zegt ze prompt. En
dat New-York vier punten lager was of was het
hooger?
Nu is het genoeg, barst Oom Victor uit. Ik
verkies niet, dat jij den gek steekt met iets, dat
ik als een hoogst ernstige aangelegenheid beschouw
Hoelang zou het nog duren, voor hij met de
vuist op het bureau gaat slaan? Pats!daar heb
je 't al. Wat een mep, hij zal inwendig wel piepen.
Nu, krijg ik nog antwoord?
Waarop? U hebt me niets gevraagd?
Als je daarop staat, dan zal ik het je met
ronde woorden vragen. Is het waar. dat jij. terwijl
ik ziek was, eiken dag in „Royal" hebt geluncht
met verschillende heeren?
't Was er telkens maar één tegelijk, zegt Nick
laconiek.
Nicoline, ik verzoek je nu voor 't laatst....
Och Oompje, maak er toch niet zoo'n drama
van. Wat hebt u zich door die ouwe kletskousen
laten opstoken! U weet toch. dat ik verleden
Woensdag met mijn vriend dokter Maeyhoek ge
luncht heb. Dat heb ik u zelf hier nog te voren
verteld. En Donderdag ze stokt even, slaagt er
toch in met dezelfde luchtigheid verder te gaan
Donderdag hadden we immers dat pleidooi inzake
Zeepfabrieken contra Muller. Dat wist u toch, u
hebt me zelf naar* den trein gestuurd. En na afloop
heb ik toen natuurlijk met meester Robberts ge
luncht. Ik moest toch de honneurs van het kan
toor waarnemen.
Heb jij meester Robberts daarvoor uitgenoo-
digd?
Nee, hij mij. Maar dat kunt u op de staat van
kosten wel verrekenen.
Je weet best, dat dót er niets mee te maken
heeft, brutaal nest, dat je bent! De quaestie is al
leen, dat je je uitermate onbehoorlijk hebt gedra
gen.
Volgens de opinie van uw kletstafel, valt Nick
minachtend in.
Volgens de publieke opinie in de stad. Waarmee
jij evengoed als ieder ander rekening hebt te hou
den. Tenslotte wil ik de lunch met dien Utrecht-
schen vriend van je nog laten passeeren. Als het
daar bij gebleven was, zou vermoedelijk ook nie
mand iets gezegd hebben. Maar dat je direct den
volgenden dag je door een totaal vreemde
Een confrère en een relatie van uw kantoor.
Hou je mond en val me niet in reden door
een totaal vreemde, zeg ik, die je ternauwernood
een uur geleden voor het eerst hebt ontmoet, laat
uitnoodigen. dat komt volstrekt niet te pas.
Ik heb het van zuiver zakelijk standpunt be
schouwd, zegt Nick hoog.
Inderdaad? En daarom heeft die eetpartij dan
ook maar twee uur en drie kwartier geduurd
Och, nemen ze in „Royal" tegenwoordig tijd
op? Hoe doen ze dat? Iedere ober een stopwatch
zeker?
Nicoline, drijf me niet tot het uiterste....
Dat hebt u mij allang gedaan, valt ze uit.
Denkt u soms, dat u er mij niet mee beleedigt, met
die malle lasterpraatjes van al die ouwe sooske-
rels? Waar ziet u me eigenlijk voor aan? Maar als
u denkt, dat ik me er iets van aantrek, dan hebt u
het mis. Ik zal uitgaan met wie ik wil en ik zal
de vrienden kiezen, die ik wil. Ik heb in Utrecht
vier jaar lang op mezelf gepast en ik ben volko
men capabel om het hier ook te doen.
Je bent volkomen capabel om je reputatie als
behoorlijk jong meisje naar de maan te helpen en
daarmee je carrière als advocate ook.
Wei-wel, zegt Nick. Ik zou anders denken,
dat daar nog wel iets meer voor noodig zou zijn.
Als je tenminste het leventje van sommige jongere
confrères ziet
Dat zijn jongelui, dat is heel iets anders.
Hoera, de dooddoener! roept Nick. Daar
wachtte ik al op. Lieve Oom Victor, zegt ze kalmer
u meent het goed met me, dat geloof ik graag.
Maar uw opvattingen en de mijne loopen minstens
vijftig jaar uit elkaar. En we willen ze geen van
beiden veranderen. Ik wil wel de minste zijn en u
excuus vragen voor mijn brutaliteit van zoo juist,
maar uitsluitend daarvoor. En verderja, ik
heb hier een ergen leuken tijd gehad en ik ben u
dankbaar voor alles, wat ik geleerd heb, maar ik
geloof, dat het beter is. dat ik nu maar wegga.
Weggaan? zegt Mr. Van Eyckeveld verschrikt.
Maar kindlief, daar hoeft toch geen sprake van
te zijn. Ik heb je eens flink gezegd, waar het op
stond en daarmee uit. Als je een jongen was, zou
je hier vermoedelijk al heel wat meer uitbranders
gekregen hebben. Daar ga je toch niet voor weg.
Daarvoor ook niet alleen, zegt Nick. Ik
ben er al veel langer over aan het denken. Ziet u,
ik wil en ik zal mettertijd op eigen beenen staan,
ook financieel. Ik vind het vreeselijk om te moeten
redeneeren: als de oudelui dood zijn, krijg ik zóó
veel. Daar wil ik heelemaal nooit aan denken. En
al had ik vandaag over een ton te beschikken, dan
zou ik nog werk zoeken. Want ik wil iets met mijn
leven doen, ik wil iets uitvoeren.
Ja kind, allemaal mooi en prachtig. Maar waar
wil je in deze tijden aan beginnen? Je weet toch
goed genoeg, hoe 't in de advocatie gesteld is. En
verder er zijn zelfs voor mannen al bijna ner
gens plaatsen open en voor meisjes heelemaal niet.
Als juriste misschien niet. Jammer genoeg.
Maar misschien vind ik wel iets anders. Ik ga in
ieder geval eens informeeren links en rechts. En
voorloopig wil ik toch nog graag wat hier blijven,
als u tenminste niet boos meer bent. Ze steekt haar
hand uit.
Leelijke meid, zegt Oom Victor, maar hij
lacht. Maar op één voorwaarde, hoor. Je haalt
me zulke streken niet meer uit.
Ik beloof het u, zegt ze. Ik zal nooit meer
met iemand van het mannelijk geslacht in „Royal"
Althans in eenige herberg of taveerne
vult Oom Victor nauwkeurig aan.
Gaan lunchen, althans dineeren, soupeeren of
ontbijten, raffelt Nick verder. Behalve met u,
lieve ouwe brompot. U staat boven de wet.
Heb je plezier om me. straks van kantoor te
komen halen? vraagt Frank aan de koffietafel.
Hangt er van af, zegt Lies. Als het alleen
om de gezonde wandeling over en weer te doen is,
blijf ik lievér thuis. Ik heb hier beweging genoeg.
Wat een enthouisastme! Dat zou je een paar
jaar geleden ook niet gezegd hebben.
Een paar jaar geleden was er zoovéél anders,
zegt Lies ontevreden.
Ben ik met je eens. Maar aan wie de schuld"'
Aan mij natuurlijk, valt ze uit. Dat weet
ik toch allang. Ik ben een ontevreden, ondankbaar
schepsel geworden. Ik heb een huis van vier ka
mers met keuken en een man, die ik af en toe eens
een paar uur te zien krijg en genoeg geld om niet
van honger dood te gaan
En veel te veel vrije tijd om te zitten kanke
ren en piekeren, vult Frank aan. En daar zit
het hem juist. Bij jullie allemaal. Jullie vrouwen
hebt het tegenwooi-dig veel te makkelijk. Als jullie
wat meer om handen hadden, zou het gauw uit
zijn met dat gezanik over onvoldaanheid en onte
vredenheid en leege levens en weet ik wat.
Waar haal je die wijsheid opeens vandaan?
vraagt Lies verbaasd. Van kantoor? Ik wist niet,
dat meneer Van Westhove zoo'n vrouwenkenner
was.
Wel van kantoor, maar niet van Westhove, denkt
Frank, maar hij vraagt:
Hoezoo? Waarom vraag je dat?
Omdat ik je nog nooit zulke algemeene \vaa>
heden heb hooren verkondigen. En wou je nu gaa
probeeren om mij nuttig bezig te houden? Was 4
de bedoeling van die afhalerij vanmiddag?
Nee. dat vroeg ik, omdat ik iets leuks bedac
had, zegt Frank verdrietig. Maar daar is 1"
plezier nu alweer van af.
Ja, we schijnen tegenwoordig alleen
eikaars plezier en eikaars humeur te kunnen k
derven, zucht Lies.
Den eener avond zit ik jou hier op te wad
ten, boordevol met goeie vooi'nemens. En dan ko
jij thuis en begint divect te mopperen, omdat
alwéér gehakt eten of omdat de radio het nu hel
lemaal vertikt en dan is alles mis. En nu wil!
mij een plezier doen en ben ik weer direct zoo ro
serabel. Wat had je voor een plan? vraagt 2
nieuwsgierig achteraan.
Och, riets bijzonders, zegt Frank lusteloos.-
Ikik wilde een nieuwe jurk met je gaan to
pen. Voor dat diner volgende week. Ik heb
meevallertje gehad, zie je.
Och, schat, zegt Lies geroerd. Als ik <1
geweten had.... Dat is alweer verkeerd, weetJ
Net alsof ze zich voor een nieuwe jurk wèl
opschroeven.
Nee, zegt ze. Een nieuwe jurk hoeft nie
Die zwarte kan nog best, ik heb haar vandaag I"
keken. Bewaar dat geld maar voor een nieuw P*
voor jezelf. Een grijs, je moet nu eens een donkö
grijs pak nemen, Fx-ankie.
Dat pak kan er ook nog wel af, zegt Frari
En ik heb gisteren een jurk zien staan
blauwe, echt iets voor jou.
De engel, denkt Lies en ze heeft nog meer sp;*-
Afgesproken dan? vraagt Frank. Zulk
we de strijdbijl maar weer begraven.... tot i'
volgenden keer?
Achter zijn stoel legt ze haar armen om zijn hU
duwt haar gezicht in zijn haar.
Je bent lief, zegt ze. Veel te lief voor iö
Ik schaam me weer zoo. Wat wil je vanmidds
eten?
We eten in de stad. En daarna gaan we natf
de bioscoop. Ik heb de kaartjes al in mijn zak, kijï
maar.
(Wordt vervolgdji