Duitschers trekken Lyon
binnen.
Zesde Zomerconcert.
V R IJ D A G 21 J U X I 1940
HAAREEM'S DAGBLAD
5
Het Duitsche legerbericht
De Fransche oorlogshaven
Brest ingenomen.
Nieuwe doorbraak door de Maginotlinie
Stikstoffabrieken te Billingham
en olie-opslagplaatsen te Hull
bestookt.
HOOFDKWARTIER VAN DEN FÜHRER,
20 Juni (D.N.B.) Het. opperbevel van de
weermacht maakt bekend
„In Bretagne is de Fransche oorlogshaven
Brest ingenomen. In Normandlë is ook de
benedenloop van de Loire, van Nantes tot
Tours, bereikt en op sommige plekken ge
passeerd. In de kromming van den mid
denloop van de Loire, wordt de achtervol
ging van den vijand via den sector Cher
en via Bourges voortgezet. Ten zuiden van
de Loire deden eenheden gevechtsvliegers
aanvallen op den wijkenden vijand. Waar
nog nesten van verzet gevormd werden
steunde het luchtwapen de actie van het
leger. In het Noorden van Lotharingen
werden resten van het verslagen Oostelijk
Fransche leger, voor zoover zij niet gevan
gen genomen werden, in het gebied van
de Moezel, tusschen Epinal en Toul, als
mede in het centrale deel en een deel van
de Opper-Vogezen steeds meer in het nauw
gebracht. Epinal, Toul en Lunéville zijn
in onze handen. Op de Maginotlinie. aan
weerszijden van Diedenhof en, wordt verder
gestreden.
Ten westen van Weissenburg werd de Magi
notlinie opnieuw doorbroken. Eenheden
Stuka's en gevechtsvliegtuigen vernielden
met voltreffers een groot aantal vesting
werken. Het Duitsche Straatsburg werd van het
zuiden en het oosten ingenomen. Op de Kathe
draal waait de Duitsche oorlogsvlag.
In de Bourgondische Poort is de vereeniging
van de troepen, die van Belfort en van den Bo-
ven-Rijn optrokken, voltooid. Het aantal van de
alleen op 19 Juni gemaakte gevangenen be
draagt meer dan 200.090, onder wie de opperbe
velhebber van het 10de Fransche leger, Alt-
meyer. met zijn stafchef.
Sinds den lOden Mei hebben vijandelijke,
en wel overwegend Britsche vliegtuigen, des
nachts voortdurend open Duitsche steden aan
gevallen. Ook in den afgeloopen nacht zijn van
deze aanvallen weer acht burgers het slachtof
fer geworden. Het Duitsche luchtwapen is
thans met de vergelding tegen Engeland be
gonnen. La den nacht van 19 op 20 Juni heb
ben eenheden gevechtsvliegers de als Britsch
bewapeningscentrum bijzonder belangrijke
stikstoffabrieken van Billingham met talrijke
bommen van zwaar kaliber aangevallen. Hevige
branden wezen reeds op 50 K.M. afstand den
weg aan de later komende eenheden.
Voorts werden benzineopslagplaatsen te
Hull in brand geschoten.
Twee Duitsche „Schnellboote" hebben ten
westen van Dungeness, vlak voor de kust van
het Enjgelsche Kanaal, een schip van 4000
bruto-registerton tot zinken gebracht. Een
onderzeeboot bracht een vijandelijk tankschip
van 8000 «bruto-registerton tot zinken, aan een
andere duikboot gelukte het drie schepen uit
een vijandelijk convooi weg te schieten.
De .totale verliezen van den vijand in de lucht
bedroegen gisteren 21 vliegtuigen, 6 Duitsche
vliegtuigen worden vermist.
De snelle verovering van de sterke vesting
Verdun, met haar moderne forten, op 15 Juni
j.l.'is te danken aan het dappere en vastbera
den optreden van vele commandanten. Bijzon
der onderscheiden hebben zich daarbij de eer
ste luitenants Stein en Von Witzendorff en
de oberfeldwebel Samel. allen van regimenten
infanterie, alsmede luitenant Rönnecke en de
onderofficier Claus van een afdeeling pant
serjagers. Bij de doorbraak van de Maginot
linie en bij de snelle insluiting van den vijand
in Elzas-Lotharingen en Bourgondië hebben
zich vooral onderscheiden de vliegereenheden
onder leiding van luitenant-generaal Ritter
von Creim en van generaal-majoor von Richt-
hofen. alsmede een afdeeling gevechtsvliegers
onder leiding van Hauptmann Steiner".
Frontbericht.
Het Donderdag gepubliceerde frontbericht van
het D.N.B. luidt als volgt:
„De negentiende Juni bracht ook in den Elzas
en in Lotharingen, waar de Fransche eenheden
nog in de laatste dagen taaien tegenstand boden,
een merkbare verslapping van de vijandelijke
strijdkracht. Door de verovering van Epinal, Toul
en Lunéville is de bewegingsmogelijkheid voor de
Fransche fox-maties verder verminderd. Aan beide
zijden van Diedenhofen wordt evenals voorheen
om de Maginot-lïnie hardnekkig gevochten. Door
de bezetting van Brest is practisch geheel Bretagne
bezet. In totaal is ongeveer de helft van Frankrijk
vast in Duitsche hand. Wat de acties van het
luchtwapen betreft is voornamelijk de aanval op
de stikstoffenfabriek Billingham belangrijk.
Deze fabriek is voor de Britsche bewapenings
industrie van groote beteekenis.
Ook de succesvolle aanval op de petroleum-op-
slagplaatsen van Hull is belangrijk. Hierdoor is het
middengedeelte van de Engelsche Oostkust opnieuw
een oorlogstooneel geworden".
Inneming van St. Etienne op komst.
Stefani meldt: De Duitsche troepen zijn
Donderdagmorgen om zes uur Lyon binnen
gerukt zonder weerstand te ontmoeten. De
Duitsche autoriteiten hebben de Fransche
autoriteiten uitgenoodigd op hun post te
blijven en samen te werken tot handhaving
van de orde.
De Duitschers bezetten de bruggen over de
Rhöne, de kazernes, de wapen- en munitie
opslagplaatsen, de kruithuizen en de fabrie
ken.
Een tweede colonne bezette Roannes en
Guloz, waarmede zij Savoye binnendrong. De
Fransche douaneambtenaren namen de wijk
naar Zwitserland.
De Duitsche troepen maiken zich gereed St.
Etienne te bezetten. Deze stad is een indus
trieel centrum voor de vervaardiging van
automatische wapenen.
Havas meldt: Te Lyon is het ondanks de Duit
sche bezetting zeer rustig. De prefect van de
Rhöne en de vertegenwoordigers van het ge
meentebestuur zijn op hun post 'gebleven. De
openbare diensten functionneeren normaal; de
straten zijn echter geheel verlaten.
De ontwapende politie doet haar dienst als
in normale tijden. De overheid «heeft een be
roep gericht tot de bevolking, waarin zij er op
wijst dat het de plicht is van iederen Franschman
om zich onder deze omstandigheden waardig te
gedragen.
Ook Badenweiler genomen.
Het D.N.B, deelt mede: Duitsche troepen heb
ben Donderdagmiddag de in Lotharingen gelegen
en door den strijd der Beiersche troepen in
Augustus 1914 bekend geworden plaats Baden
weiler ingenomen.
Het Italiaansche legerbericht.
Aanvallen op lucht- en vloot-
bases in de Middellaridsche
Zee 'en in Oost-Afrika.
ERGENS IN ITALIë, 20 Juni. (Stefani). Leger
bericht no. 9 van het algemeen hoofdkwartier van
hei Italiaansche leger luidt als volgt:
„In de Middellandsche Zee zijn tal van lucht
en vlootbases, t.w. Bizerta, Chisonaccia. Borgo,
Ajaccio, Campo dello Oro, Calvi Bonifacio en Po-
rovecchio door onze luchtmacht voortdurend be
schoten en met bommen bestookt. Er werd aan
zienlijke schade aangericht. Al onze vliegtuigen
zijn teruggekeerd. Een Italiaansche duikboot heeft
nog een Franschen torpedojager van 2500 ton ge
torpedeerd en tot zinken gebracht.
In Noord-Afrika duren de krijgsverrichtingen
aan de grenzen van Cyrenaica voort met actieve
deelneming van onze luchtmacht, die verscheidene
vijandelijke gevechtswagens vernielde. Een En-
gelsch vliegtuig werd in een gevecht neergehaald.
Twee Italiaansche jachtvliegtuigen zijn niet terug
gekeerd.
In Oost-Afrika werden de vijandelijke bases te
Aden, Zeila, Port Soedan en op andere plaatsen
in den Soedan en in Kenya gebombardeerd. Er
zijn brander, ontstaan en vliegtuigen op den grond
werden vernield. Een Italïaansch vliegtuig js niet
teruggekeerd.
De vijand heeft zijn vluchten boven Ligurië en
Sardinië herhaald. Er vielen geen slachtoffers en
er werd geen schade van beteekenis aangericht"'
Duitsch opperbevel zal de
Fransche delegatie ontvangen.
Namen der onderhandelaars
thans bekend.
BERLIJN 20 Juni (D. N. B.) De Fransche
regeering heeft thans aan de Duitsche regeering
de namen bekend gemaakt van haar onderhan
delaars voor de wapenstilstandsonderhande
lingen.
Het zijn: de generaal van het leger Hunt-
ziger, ambassadeur Noel, vice-admiraal Lelu en
de generaal van het luchtwapen Bergeret.
In verband met de moeilijke verbindingen voor
het overbrengen van berichten, welke over
Spanje loopen is deze mededeeling der Fransche
regeering eerst hedennacht om 1 uur door de
rijksregeering ontvangen. Zij kon den Fiihrer
vanmorgen om 4 uur ter kennis worden ge
bracht.
Het Duitsche opperbevel der weermacht heeft
daarop zonder verwijl de noodige instructies
gegeven en maatregelen getroffen om de Fran
sche wapenstilstandsdelegatie te ontvangen.
Ambassadeur Léon Noel, lid der Fransche wapen
stilstandscommissie, is 53 jaar. Van opleiding is hij
jurist. Tijdens de bezetting van het Rijnland was
hii als algemeen gedelegeerde bij den oppercommis-
saris in het Rijnland werkzaam. Later werd hij pre
fect in Colmar. In Januari 1932 benoemde Laval
hem tot secretaris-generaal van het ministerie van
binnenlandsche zaken en leider der staatspolitie. In
Juni van hetzelfde jaar werd hij benoemd tot gezant
in Praag en ïn Januari 1934 tot leider van het bureau
van den minister-president. Sinds Februari 1935
was hij ambassadeur in Polen.
Generaal Huntziger is 60 jaar. Hij is vooral be
kend door zijn optreden als opperbevelhebber van
de Fi'ansche troepen in Syrië en door de rol, die hij
in Ankara heeft gespeeld bij de onderhandelingen
over het militaire pact tusschen Turkije, Engeland
en Frankrijk. Generaal Huntziger is lid van den
oppersten krijgsraad.
De toestand in Transjordanië.
Actie der nationalistische Arabieren.
Een D.N.B.-bericht van de Syrische gx-ens luidt:
In Transjordanië is de veiligheidsdienst versterkt.
Deze maatregel wordt in vex-band gebracht met het
toenemende verzet tegen Emir Abdallah. Bij de
nationalistische Arabieren in Syrië en Palestina is
de Emir gehaat wegens zijn pro-Engelsche gezind
heid. In dezelfde mate als Engeland door de ge
beurtenissen in Europa prestige inboet, komt
de onderdrukte oppositie in Transjordanië tegen
Emir Abdallah weer aan het daglicht. In zuidelijk
Transjordanië treden kleine gewapende troepen
Arabieren op. De toestand is des te meer gespannen,
daar aan gene zijden van de Transjox'daansche
grens in Syrië en Palastina, leden van de oppositie
die daar zijn gevlucht, thans den strijd tegen
Abdallah organiseeren.
Engelschen en Franschen verlaten
Tanger.
ROME, 20 Juni. (D.N.B.) Talrijke Engelsche en
Fransche families verlaten de zóne van Tanger,
meldt Stefani. Uit eenige streken van Fransch Ma
rokko, vooral uit Fez, komen geruchten van on
rust onder de Ai-abische bevolking als gevolg van
de ineenstorting van Frankrijk. Generaal Nogues
is van Tunis in Fransch Marokko teruggekeerd.
De positie van Britsch-Indië.
Vroegere voorzitter van het Nationale Congres
stelt den eïsch van onafhankelijkheid.
Uit Moskou verneemt het D.N.B.: Naar Tass uit
Kaboel meldl bevat het te Lahore verschijnende
Indische blad „Tribune" een verklaring van den
vroegeren voorzitter van het Indische Nationale
Congres, Bose, waarin deze de onafhankelijkheid
van Britsch-Indië eischt en de houding van Gandhi
en Nehroe, die Engeland wilden steunen, scherp
veroordeelt. Bose stelt voor dat de Indiërs en Mo
hammedanen gemeenschappelijk de vorming van
een voorloopige nationale regeering zullen eischen.
Weigeren de Engelsche dezen eïsch in te willigen,
dan zou geen ander middel overblijven dan de be
volking tot den strijd op te roepen.
Henry Ford produceert alleen voor
de Ver. Staten.
NEW-YORK, 20 Juni (D.N.B.) De bekende auto
fabrikant Henry Ford heeft gisteren, naar Asso
ciated Press uit Detroit meldt, verklaard dat zijn
fabrieken alleen oorlogsmateriaal ter verdediging
van de Ver. Staten zouden vervaardigen en dat ex-
geen zaken in oorlogsmateriaal met de Britsche of
andere buitenlandsche regeeringen gedaan worden.
Toen Fox-d eenigen tijd geleden mededeelde dat zijn
fabrieken in bepaalde omstandigheden duizend
vliegtuigen per dag konden produceeren maakte hij
hetzelfde voorbehoud wat betreft hun uitsluitend
gebruik voor de eigen landsverdediging.
Een Engelscli-Egyptisch conflict?
Meeningsverschil over de verplichtingen
van het verdrag.
Het D.N.B. verneemt van de Egyptische grens:
Tusschen den Egyptischen koning era den Brit-
schen anabassadeur, Lampson, schijnt een
rechtstreeks conflict aanstaande te zijn. Het
zwaartepunt van de meenixagsverschillen is de
uitlegging van het Engelsch-Egyptisch verdrag.
Dit verdrag verplicht Engeland Egypte te hel
pen. wanxaeer 'net aangevallen wordt, verplicht
daarentegen Egypte niet Engeland te onder
steunen. wanneer dit land oorlog voert. Alle ove
rige Egyptische verplichtingen voortvloeiende
uit dit verdrag bepei-ken zich tot het recht van
doortocht van Engelsche troepen. Deze mogen
uitsluitend aan het Suezkanaal gelegerd worden.
Het overige gebied mag slechts door hen betre
den worden tijdens hun doortocht. De vliegvel
den mogen door de Engelschen eveneens slechts
gebruikt worden als doorgangsstation. De En
gelsche ambassadeur en het Britsche opperbevel
gaan thans, naar verluidt, met hun eischen veel
verder dan den grondslag van dit verdrag.
Zij weigeren Kaïro militair te ontruimen en
daardoor tot open stad te maken, houden alle
vliegvelden bezet en eischen verder de actieve
deelneming van Egypte aan den oorlog, alsmede
het lijdelijk dulden van de Engelsche militaire
maatregelen in de door hen krachtens het ver
drag geslotexa Egyptische gebiedsdeelexa. Verder
eischen zij het ontslag van den chef van den
Egyptischen generalen staf, Nasri Pasje, exa
trekken zij de Egyptische troepen uit haar
grensg'arnizoenen tenig. Ten slotte wordt met
een staatsgreep gedreigd, ten einde een mili
taire dictatuur te vestigen.
Het is geheel onzeker, hoe lang het den Egyp
tischen koning ïaog gelukken zal zich tegen deze
Engelsche eischen en den Engelschen militairen
druk te verzetten. Alle teekenen duiden er echter
op. dat de tegenstand van den koning als een
sein werkt op het Arabische ïaabije oosten exa
dat, wanneer de verhoudingen zich verder toe
spitsen., het geheele gebouw der Engelsche heer
schappij in voor-Azië een gemeenschappelijken
stormloop te verduren zal krijgen.
Felle brand woedde te Charleroi.
Duitsche militairen wisten het vuur te
localiseeren.
Een D.N.B. bex-icht uit Berlijn deelt mede:
Op 25 Mei 1940 was, naar aan het D.N.B. wordt
gemeld, een kleine afdeeling luchtafweerai-tille-
rislen bij een verkenningsopdracht in de stad
Charleroi gekomen, waar een groote brand de kern
der stad ten zeerste bedreigde. De gevluchte bx-an-ö-
weer had de moderne bluschapparaten meegeno
men en slechts eenige oude motorspuiten achter
gelaten. Water was in geringe hoeveeLheid aan
wezig. Ondanks alle moeilijkheden namen de ar
tilleristen. bij wie zich eenige kleine groepen sol
daten hadden aangesloten, onmiddellijk de bestrij
ding van den grooten brand ter hand. Binnen
uiterst korten tijd werden de oude spuiten in orde
gebracht, de bux-gerbevolking voor het verleenen
van hulp gemobiliseerd en de bestrijding van den
brand met slechts twee slangen ten uitvoer gelegd.
Met gevaar voor eigen leven gelukte het den
Duitscher. soldaten den brand tot een complex ge
bouwen te localiseeren en het grootste deel der
waardevolste meubelen en goederen voorraden te
bergen. Daarmede was een reusachtig gevaar van
de stad afgewend.
De schepen der stad Charleroi Des-
gain uitdrukking gegeven aan zijix erken
telijkheid voor de offervaardigheid der Duitsche
soldaten met het volgende schrijven: „Onderge-
teekerde, René Desgain,-schepen der stad Charle-
x-oi, verklaart, dat kap. Deventer met zijn soldaten
in de stad Charleroi is gebleven oxxx een feilen
brand, die een deel der stad dreigde te verwoesten,
te bestrijden. De ondei-geteekende schepen spreekt
zijn hoogachting uit voor de offervaai'digheid, die
kapt. Deventer en zijn soldaten hebben getoond en
geeft uit raam der stad en der bevolking uitdruk
king aan zijn erkentelijkheid" w.g. Charleroi, 25
Mei 1940, René Desgain.
Maarschalk Pétain spreekt tot het
Fransehe volk.
De redenen van het verzoek om wapenstilstand.
Het D.N3, meldt: In een radiorede heeft mi
nister-president Pétain gistermiddag gezegd dat
de regeering de gevolmachtigden heeft benoemd
met de opdracht de voorwaarden van den tegen
stander in ontvangst te nemen.
Hij heeft dit besluit genomen met het hart
van een soldaat, omdat de militaire toestand hem
daartoe heeft gedwongen. Sedert 13 Juni is een
verzoek om wapenstilstand onvermijdelijk ge
weest. Als een van de redenen hiervoor zeide
Pétain. dat op 1 Mei 1917, ondanks drie moord
dadige oorlogsjaren, het Fransche leger nog
3.200.000 man telde. Bij den aanvang van den
jongsten slag waren er 500.000 man minder. In
Mei 1918 stonden 85 Britsche divisies aan Fran
sche zijde, in Mei 1940 waren het er slechts 10.
Thans is de minderheid van het Fransche ma
teriaal nog grooter dan de minderheid van de
troepenmacht. Frankrijk heeft thans minder
vrienden, te weinig kinderen, te weinig wapenen
en te weinig bondgenooten. „Laten wij uit den
verloren slag een les trekken", aldus vervolgde
Pétain. „Sedert den oorlog heeft de geixotzuoht
den geest van offervaardigheid overwoekerd. Men
heeft elke inspanning willen vermijden. Thans
treft het ongeluk ons. Ik was bij u in de dagen
van roem, ook in deze donkere dagen wil ik bij u
blijven".
Fransche regeeringszetel naar
Biarritz.
Ministers trekken over de Spaansclie grens.
Het D.NJ3. verneemt uit Irun:
Uit Frankrijk «komende vluchtelingen, waar
onder zich talrijke Fransche voormalige ministers,
zooals Bonnet, bevinden, «hebben medegedeeld dat
de Fransche ministeries van Bordeaux naar Biar
ritz zijn verplaatst.
De ministeries werden begeleid door tiendui
zenden vluchtelingen, waaronder vele Spaansche
separatisten en republikeinen, die uit vrees voor
straf tot dusver nog niet hebben kunnen beslui
ten naar hun vaderland terug te keeren. Bij Irun
Is eeix groep renpaarden uit de bekende stal Forst
de rivier Bidoassa overgetrokken.
Het gebouw van het Commissariaat van het Zeewezen te Ostende werd tijdens den
strijd om het bezit der stad beschadigd. De kerk op den achtergrond bleef ge
spaard
Minder telefoonvertraging op
groote afstanden.
"s GRAVENHAGE, 21 Juni. De toestand van
het telefoonnet was, na het einde dei- oorlogs
handelingen, zorgwekkend. Niet alleen was er
veel schade aan de locale netten en installaties,
maar ook de interlocale geleidingen waren
voor een groot deel gestoord. De interlocale kabels
hangen n.l. onder de vex-keers- en spoorbruggen
en voor zoover deze verwoest waren exx in vele
gevallen ook elders waren de kabelvei-bindingen
verbroken.
Thans, ruim 1 maand later, is dank zij den
harden en voortvarenden ax-beid der P.T.T.-dien-
sten het telefoonverkeer op enkele uitzonderingen
na reeds weder in naenig opzicht bevredigend. Wat
de locale netten betreft: alle telefoonnetten in
Nederland zijn thans, met zekere beperkingen in
Zeeuwsch Vlaanderen bereikbaar. Waar de rivier
overgangen verstoord zijn, zijn thans ovex-al door
het water noodkabels gelegd. Het spreekt van
zelf, dat deze vex-bindingen in den regel een ge
ringer capaciteit hebben dan de later te leggen
definitieve kabels. De telefonische vex-keerswegen
zijn dus zeer versmald en daarom kan het niet an
ders of de aanvrager van een telefoongesprek,
vooral op langen afstand, moet veelal langer
wachten. Dit wachten duurt echter op de meeste
verbindingen reeds belangrijk korter dan nog voor
enkele dagen het geval was. Daarbij komt als
gunstige factor, dat het automatische district-s
en interdistrictsvei-keer, dat uiteraard steds zon
der tijdverlies wordt afgewikkeld, thans vrijwel
geheel hersteld is. Ook de snelverkeersverbinding
tusschen Amstei'dam en 's Gravenhage kon weder
in werking worden gesteld. In een minder gun
stige positie verkeert daarentegen Rotterdam,
waar de interlocale centrale ernstig werd bescha
digd. zoodat het interlocale verkeer thans in een
noodcentrale van kleine capaciteit onder weinig
gunstige omstandigheden moet worden afgewikkeld.
Is dus de toestand over het geheel thans niet on
bevredigend, aan het snelle, bijna wachttijdlooze
verkeer van vóór den oorlog is men nog geenszins
toe. De voor-oorlogsche toestand zal eerst weder
kunnen worden bereikt, wanneer de herstelde
nieuwe definitieve kabels de noodkabels zullen
hebben vervangen. Dit zal uiteraard nog wel eenige
maanden duren. (A.N.P.)
IN/T IN IITTlKEN^j
echter spoedig voorbij trekt. Maar zij bevat, even
als de Ouverture, de eeuwige schoonheidswaarden,
die de muziek „beter daxx alle wijsheid en philo-
sophie" vermag te openbaren.
Het tweede gedeelte van den avond bracht
Fraixscixe muziek, ditmaal vertegenwoordigd
door twee w'erken van Edouard Lalo. In diens
..Synxphonie espagnole" kan men „l'esprit gaulois"
terugvinden: de kunst om van ixiets iets te ma
ken, zij het dan ook door middel van ontelbare
herhalingen als in het Scherzo en het Rondo.
Die vele herhalingen treft men ook in de Spaan
sche en Russische muziek vaak aan; Lalo
heeft echter het Spaansche karakter in beide
zooeven genoemde deelen niet alleen daardoor,
maar ook door den aard der thema's goed be
naderd. Minder Spaansch gaat het in het Alle
gro non troppo exa in het Andante toe; in het
eerstgenoemde is zelfs een streven naar thema
tische doorwerking in klassiek-muzikalen zin
bemerkbaar. Maar in alle delen behalve in het
Aixdante is een zeer ruime plaats gegeven aan
viollstische schittering, en de solist van den
avond, de violist Constant Moerman, heeft die
door brillant figurenspel tot haar recht doen
komen. De gemakkelijkheid, waarmee hij het
technisch virtuoze beheerscht, kenden we van
vroegere H. O. V.-concerten, waarop hij de con
certen van Glazounow en Brahms speelde. Doch
ook de zangerige, meer innerlijke gedeelten in
Lalo's werk kwamen veelzins tot hun recht. Ma
rians Adanx zorgde voor een mooie aansluiting
der orkestpartij.
In Lalo's Ouverture „Le Roi d'Ys" schijnt
het Fransche element op den achtex-grond te
zijn en veeleer de geest der Duitsche roman
tiek zich te doen gelden. Soms meent men Schu
mann er in te herkennen. De vertolking van dit
vaak gespeelde werk liet vooral de blazers
prachtig voor den dag komen. De ook in het p.p.
bijzonder mooi gespeelde clarinetsolo. daarna de
solo van de hobo, later de samenwerking van
fluiten en hobo's het werk der trombones en dc
cello-solo: het waren alle momenten van pure
schoonheid, en Adam en hei orkest ontvingen
een even hartelijke ovatie als te voren aan den
solist Constant Moerman ten deel was gevallen.
K.. DE JONG.
MUZIEK
Haarlemsche Orkest Vereeniging
Niet minder dan vier Ouvertures schreef Beet
hoven voor zijn Opera „Fidelio". De Eerste legde
hij na een proefuitvoering in 1804 ten huize van
Vorst Lichnowsky ter zijde; ze werd in 1932 uit
zijn nalatenschap als op.- 138 gepubliceerd. De
Tweede opende de première der in 1804 geschre
ven Opera. Deze Ouverture stelde de hoorders
voor een probleem: zij gaf den inhoud van het
drama in een kort bestek, maar als een drama
tische „Tondichtuixg", als een stuk programma
muziek. waarmee het toenmalige publiek geen
raad wist, omdat het stuk niet in den overge-
leverden vorm paste en de hoorder den inhoud
van het drama nog ïxiet «kende. Beethoven werkte
deze Ouverture om, bekortte en voegde bij en zoo
ontstond de in den klassieken vorm gehouden
Derde. Doch, zoo deze al later een der geweldig
ste en beroemdste concertnummers geworden is:
voor de hoorders van het begin der 19de eeuw
was zij. als inleidingstuk te zwaar van gehalte.
En daarom besloot Beethoven later, in 1814. tot
het conxponeeren van een nieuwe Ouverture,
waarvan zoowel de geest als het thematische ma
teriaal geheel los van dat der Opera staan. „Zij
werkt als een proloog, waarin het publiek de ver
zekering krijgt, dat het zich door' de huivering
wekkende tragedie, die het mede beleven zal, niet
behoeft te laten verschrikken, want dat alles in
vrede en vreugde zal eindigen", schreef een van
Beethoven's biografen over deze Ouverture. En
nadien is het gebruikelijk geworden, om deze
Vierde Leonore-Ouverture. die onder den speci-
fieken naam „Fidelio"-0. bekend is. als inleiding,
de groote Derde echter tusschen het eerste en
het tweede bedrijf uit te voeren
De keuze der Fidelio-O. als openingsstuk van
het 6de Zomerconcert moge niet door bijzondere
zielkundige motieven bepaald geworden zijn. We
hoorden het stuk in al zijn frischheid en bewon
derden zoowel de méesterlijkheid der conceptie
als de gaafheid der vertolking onder Marinus
Adam's leiding. Dezelfde factoren werkten samen
om de uitvoering der reeds in 1797 geschreven
in 1801 verschenen Eerste Symphonie te waar-
deeren. Ook deze geeft noch psychologische, noch
formeele problemen op te lossen cn over de
zonnige stemming valt slechts in het eerste
1 hoofddeel een paar maal even een schaduw, die
Orgelbespeling in de
Ned. Herv. Kerk te Bloemendaal
Met het gigantisch Bachwerk. Praeludium en
Fuga In Es groot, zette de organist Piet Halsenxa
zijn orgelbespelixxg in. Het luisteren naar deze
muziek, al is het alleen naar den vorm, is reeds
een ideale mogelijkheid om voor een wijle de
onrust dezer tijden uit te bannen. Het machtig
praeludium is uit drie muzikale zinnen opge
bouwd, waarbij de eerste twee werken als hoofd
en neventhema der moderne soxxate. maar waarbij
door het toetreden van het fugeerend derde
thema een vorm wordt geschapen, die men slechts
bij Joh. Seb. Bach vindt. Maar er is meer: de
vorm van dit stuk is niet nagevolgd, om de een
voudige reden dat er een Bach noodig was om
de melodie te vinden van eindeloozen adem, die
de ziel is dezer muziek. Zoo bemerken wij, dat het
luisteren naar den vorm slechts secondair wordt,
het treedt aldra op den achtergroxxd eix men
staat rechtstreeks in den greep van het genie,
dat een muzikale architectuur schept vaxx zoo
verheven schoonheid. Wel is het «waar. dat de
kleine ruimte van het kerkgebouw niet de ideale
plaats is om van de pracht dezer muziek te ge
nieten. Ik zelf was zoo fortuinlijk, door een ge
lukkig ongelukje (het concert begon een kwartier
vroeger dan mij werd meegedeeld) dit werk van
Bach te hooren uit het voorportaal der kerk,
waarbij de tekorten der acoustiek bijxxa geen rol
speelden. Ook de Fuga (een tripelfuga. zooals
nxeix zal weten) vraagt de ruimte als waarover
Bach in Leipzig beschikte. Het zij hier meteen
gezegd dat voor den organist de uitvoering van
een zoo machtig werk in een te beperkte ruimte
ongekende moeilijkheden inhoudt en men dient
zeker over Halseina's slagvaardigheid te beschik
ken om resultaten te bereiken zooals hij.
Hoeveel gunstiger stond "hij er voor bij het drie-
deelig werk van Pachelbel. En wie der hoorders
heeft niet ervaren, zoowel bij de cromatische
fuga als, ja bovenal bij de Ciaccona, het heerlijke
dat ons ook op dit concert niet werd onthouden:
de bevrijdende macht van de kunst der tonen.
De sopraanliederen van Bach, van Hugo Wolf
zijn zeker óók in staat, zeer mooie indrukken xxog
te verstevigen. Maar allerminst de solozang kan
deix last der tegenwerkende acoustiek verdragen.
Het kan zijn dat de zangeres Lida Stappers zich
wat al te dicht bij het glasvenster had geplaatst,
zoodat zijzelf in de eerste plaats hinder ondervond
en niet dadelijk het juiste articulatiepunt kon
vinden. Bij een heldere, blanke stem als de hare
wordt dit te meer voelbaar. Maar. eenmaal inge
steld. liet een lied als „Schlafendes Jesukind"
niet na. een uitwerking te oefenen op den toe
hoorder. waarbij hij. zooals bij de muziek van
Pachelbel, zichzelf hervindt. De mooie rustige
en natuurlijke voordracht bij Lida Stappers mo
gen wij nog extra onder de aandacht brengen.
G. J. KALT.
PROEEAMMA
ZATERDAG 22 JUNI 1940.
JAARSVELD, 414,4 M.
AVRO-Uitzending. 9.4510.00 ii.m. VPRO.
8.00 Berichten A. N. P. 8.10 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30
Omroeporkest (11.00—11.20 Modepraatje). 12.00
Gramofoonmuziek. 12.15 Orgelspel. 12.45 Berichten
A N. P., gramofoonmuziek. 1.00 AVRO-Amuse-
mentsorkest en soliste. 1.45 Gramofoonmuziek. 2.00
Cyclus „Vrouwenarbeid in Nedex-land". 2.30 Gi-amo-
foonmuziek. 2.40 Gevarieerd programma (opn.)
3.30 Officieele mededeelingen, hierna: Gramofoon
muziek. 4.00 Omroeporkest en soliste. 4.30 AVRO-
dansorkest. 5.00 AVRO-Aeolian-orkest (opn.). 5.45
De Vagebonden en solisten. 6.45 Gramofoonmuziek.
7.30 Officieele mededeelingen. 7.45 Reportage. 8.00
Berichten A. N. P. 8.15 AVRO-Tango-orkest en
solist. (8.308.40 Vrcolijke voordracht met muzi
kale illustraties). 8.55 Gramofoonmuziek. 9.45
Avondwijding. 10.15 Berichten A. N. P., sluiting.
KOOTWIJK. 1875 M.
KRO-Uitzending. 11.1511.30 n.m. Berichten.
8.00 Berichten A. N. P. 8.15 Gramofoonmuziek.
9.009.15 Berichten (Fransch). 11.1511.30 Berich
ten (Engelsch). 12.00 KRO-orkest. 12.30 Berichten
(Duitsch). 12.45 Berichten A. N. P. 1.00 KRO-Melo-
disten. 1.45 Berichten (Fransch). 2 00 Berichten
(Duitsch). 2.15 Rococo-octet. 2.30 Gramofoonmu
ziek. (3.153.30 Berichten (Fransch). 5.00—5.15 Be
richten (Duitsch). 5.30 Musiquette en soliste. 6.15
Berichten (Engelsch). 6.30 „Hoe doe ik zuinig in
de huishouding?" vraaggesprek. Hierna. Gramo
foonmuziek. 7.00 Gevarieerd programma. 8.00 Be
richten (Duitsch). 8.15 Berichten (Engelsch). 8.30
Berichten A. N. P. 8.45 Vervolg van 7.00 (9.15—9.30
Berichten (Engelsch). 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00
Berichten (Duitsch). 10.1510.25 Bex-ichten A. N. P.
11.1511.30 Berichten (Fransch).