Duitschers trekken Lyon binnen. Zesde Zomerconcert. V R IJ D A G 21 J U X I 1940 HAAREEM'S DAGBLAD 5 Het Duitsche legerbericht De Fransche oorlogshaven Brest ingenomen. Nieuwe doorbraak door de Maginotlinie Stikstoffabrieken te Billingham en olie-opslagplaatsen te Hull bestookt. HOOFDKWARTIER VAN DEN FÜHRER, 20 Juni (D.N.B.) Het. opperbevel van de weermacht maakt bekend „In Bretagne is de Fransche oorlogshaven Brest ingenomen. In Normandlë is ook de benedenloop van de Loire, van Nantes tot Tours, bereikt en op sommige plekken ge passeerd. In de kromming van den mid denloop van de Loire, wordt de achtervol ging van den vijand via den sector Cher en via Bourges voortgezet. Ten zuiden van de Loire deden eenheden gevechtsvliegers aanvallen op den wijkenden vijand. Waar nog nesten van verzet gevormd werden steunde het luchtwapen de actie van het leger. In het Noorden van Lotharingen werden resten van het verslagen Oostelijk Fransche leger, voor zoover zij niet gevan gen genomen werden, in het gebied van de Moezel, tusschen Epinal en Toul, als mede in het centrale deel en een deel van de Opper-Vogezen steeds meer in het nauw gebracht. Epinal, Toul en Lunéville zijn in onze handen. Op de Maginotlinie. aan weerszijden van Diedenhof en, wordt verder gestreden. Ten westen van Weissenburg werd de Magi notlinie opnieuw doorbroken. Eenheden Stuka's en gevechtsvliegtuigen vernielden met voltreffers een groot aantal vesting werken. Het Duitsche Straatsburg werd van het zuiden en het oosten ingenomen. Op de Kathe draal waait de Duitsche oorlogsvlag. In de Bourgondische Poort is de vereeniging van de troepen, die van Belfort en van den Bo- ven-Rijn optrokken, voltooid. Het aantal van de alleen op 19 Juni gemaakte gevangenen be draagt meer dan 200.090, onder wie de opperbe velhebber van het 10de Fransche leger, Alt- meyer. met zijn stafchef. Sinds den lOden Mei hebben vijandelijke, en wel overwegend Britsche vliegtuigen, des nachts voortdurend open Duitsche steden aan gevallen. Ook in den afgeloopen nacht zijn van deze aanvallen weer acht burgers het slachtof fer geworden. Het Duitsche luchtwapen is thans met de vergelding tegen Engeland be gonnen. La den nacht van 19 op 20 Juni heb ben eenheden gevechtsvliegers de als Britsch bewapeningscentrum bijzonder belangrijke stikstoffabrieken van Billingham met talrijke bommen van zwaar kaliber aangevallen. Hevige branden wezen reeds op 50 K.M. afstand den weg aan de later komende eenheden. Voorts werden benzineopslagplaatsen te Hull in brand geschoten. Twee Duitsche „Schnellboote" hebben ten westen van Dungeness, vlak voor de kust van het Enjgelsche Kanaal, een schip van 4000 bruto-registerton tot zinken gebracht. Een onderzeeboot bracht een vijandelijk tankschip van 8000 «bruto-registerton tot zinken, aan een andere duikboot gelukte het drie schepen uit een vijandelijk convooi weg te schieten. De .totale verliezen van den vijand in de lucht bedroegen gisteren 21 vliegtuigen, 6 Duitsche vliegtuigen worden vermist. De snelle verovering van de sterke vesting Verdun, met haar moderne forten, op 15 Juni j.l.'is te danken aan het dappere en vastbera den optreden van vele commandanten. Bijzon der onderscheiden hebben zich daarbij de eer ste luitenants Stein en Von Witzendorff en de oberfeldwebel Samel. allen van regimenten infanterie, alsmede luitenant Rönnecke en de onderofficier Claus van een afdeeling pant serjagers. Bij de doorbraak van de Maginot linie en bij de snelle insluiting van den vijand in Elzas-Lotharingen en Bourgondië hebben zich vooral onderscheiden de vliegereenheden onder leiding van luitenant-generaal Ritter von Creim en van generaal-majoor von Richt- hofen. alsmede een afdeeling gevechtsvliegers onder leiding van Hauptmann Steiner". Frontbericht. Het Donderdag gepubliceerde frontbericht van het D.N.B. luidt als volgt: „De negentiende Juni bracht ook in den Elzas en in Lotharingen, waar de Fransche eenheden nog in de laatste dagen taaien tegenstand boden, een merkbare verslapping van de vijandelijke strijdkracht. Door de verovering van Epinal, Toul en Lunéville is de bewegingsmogelijkheid voor de Fransche fox-maties verder verminderd. Aan beide zijden van Diedenhofen wordt evenals voorheen om de Maginot-lïnie hardnekkig gevochten. Door de bezetting van Brest is practisch geheel Bretagne bezet. In totaal is ongeveer de helft van Frankrijk vast in Duitsche hand. Wat de acties van het luchtwapen betreft is voornamelijk de aanval op de stikstoffenfabriek Billingham belangrijk. Deze fabriek is voor de Britsche bewapenings industrie van groote beteekenis. Ook de succesvolle aanval op de petroleum-op- slagplaatsen van Hull is belangrijk. Hierdoor is het middengedeelte van de Engelsche Oostkust opnieuw een oorlogstooneel geworden". Inneming van St. Etienne op komst. Stefani meldt: De Duitsche troepen zijn Donderdagmorgen om zes uur Lyon binnen gerukt zonder weerstand te ontmoeten. De Duitsche autoriteiten hebben de Fransche autoriteiten uitgenoodigd op hun post te blijven en samen te werken tot handhaving van de orde. De Duitschers bezetten de bruggen over de Rhöne, de kazernes, de wapen- en munitie opslagplaatsen, de kruithuizen en de fabrie ken. Een tweede colonne bezette Roannes en Guloz, waarmede zij Savoye binnendrong. De Fransche douaneambtenaren namen de wijk naar Zwitserland. De Duitsche troepen maiken zich gereed St. Etienne te bezetten. Deze stad is een indus trieel centrum voor de vervaardiging van automatische wapenen. Havas meldt: Te Lyon is het ondanks de Duit sche bezetting zeer rustig. De prefect van de Rhöne en de vertegenwoordigers van het ge meentebestuur zijn op hun post 'gebleven. De openbare diensten functionneeren normaal; de straten zijn echter geheel verlaten. De ontwapende politie doet haar dienst als in normale tijden. De overheid «heeft een be roep gericht tot de bevolking, waarin zij er op wijst dat het de plicht is van iederen Franschman om zich onder deze omstandigheden waardig te gedragen. Ook Badenweiler genomen. Het D.N.B, deelt mede: Duitsche troepen heb ben Donderdagmiddag de in Lotharingen gelegen en door den strijd der Beiersche troepen in Augustus 1914 bekend geworden plaats Baden weiler ingenomen. Het Italiaansche legerbericht. Aanvallen op lucht- en vloot- bases in de Middellaridsche Zee 'en in Oost-Afrika. ERGENS IN ITALIë, 20 Juni. (Stefani). Leger bericht no. 9 van het algemeen hoofdkwartier van hei Italiaansche leger luidt als volgt: „In de Middellandsche Zee zijn tal van lucht en vlootbases, t.w. Bizerta, Chisonaccia. Borgo, Ajaccio, Campo dello Oro, Calvi Bonifacio en Po- rovecchio door onze luchtmacht voortdurend be schoten en met bommen bestookt. Er werd aan zienlijke schade aangericht. Al onze vliegtuigen zijn teruggekeerd. Een Italiaansche duikboot heeft nog een Franschen torpedojager van 2500 ton ge torpedeerd en tot zinken gebracht. In Noord-Afrika duren de krijgsverrichtingen aan de grenzen van Cyrenaica voort met actieve deelneming van onze luchtmacht, die verscheidene vijandelijke gevechtswagens vernielde. Een En- gelsch vliegtuig werd in een gevecht neergehaald. Twee Italiaansche jachtvliegtuigen zijn niet terug gekeerd. In Oost-Afrika werden de vijandelijke bases te Aden, Zeila, Port Soedan en op andere plaatsen in den Soedan en in Kenya gebombardeerd. Er zijn brander, ontstaan en vliegtuigen op den grond werden vernield. Een Italïaansch vliegtuig js niet teruggekeerd. De vijand heeft zijn vluchten boven Ligurië en Sardinië herhaald. Er vielen geen slachtoffers en er werd geen schade van beteekenis aangericht"' Duitsch opperbevel zal de Fransche delegatie ontvangen. Namen der onderhandelaars thans bekend. BERLIJN 20 Juni (D. N. B.) De Fransche regeering heeft thans aan de Duitsche regeering de namen bekend gemaakt van haar onderhan delaars voor de wapenstilstandsonderhande lingen. Het zijn: de generaal van het leger Hunt- ziger, ambassadeur Noel, vice-admiraal Lelu en de generaal van het luchtwapen Bergeret. In verband met de moeilijke verbindingen voor het overbrengen van berichten, welke over Spanje loopen is deze mededeeling der Fransche regeering eerst hedennacht om 1 uur door de rijksregeering ontvangen. Zij kon den Fiihrer vanmorgen om 4 uur ter kennis worden ge bracht. Het Duitsche opperbevel der weermacht heeft daarop zonder verwijl de noodige instructies gegeven en maatregelen getroffen om de Fran sche wapenstilstandsdelegatie te ontvangen. Ambassadeur Léon Noel, lid der Fransche wapen stilstandscommissie, is 53 jaar. Van opleiding is hij jurist. Tijdens de bezetting van het Rijnland was hii als algemeen gedelegeerde bij den oppercommis- saris in het Rijnland werkzaam. Later werd hij pre fect in Colmar. In Januari 1932 benoemde Laval hem tot secretaris-generaal van het ministerie van binnenlandsche zaken en leider der staatspolitie. In Juni van hetzelfde jaar werd hij benoemd tot gezant in Praag en ïn Januari 1934 tot leider van het bureau van den minister-president. Sinds Februari 1935 was hij ambassadeur in Polen. Generaal Huntziger is 60 jaar. Hij is vooral be kend door zijn optreden als opperbevelhebber van de Fi'ansche troepen in Syrië en door de rol, die hij in Ankara heeft gespeeld bij de onderhandelingen over het militaire pact tusschen Turkije, Engeland en Frankrijk. Generaal Huntziger is lid van den oppersten krijgsraad. De toestand in Transjordanië. Actie der nationalistische Arabieren. Een D.N.B.-bericht van de Syrische gx-ens luidt: In Transjordanië is de veiligheidsdienst versterkt. Deze maatregel wordt in vex-band gebracht met het toenemende verzet tegen Emir Abdallah. Bij de nationalistische Arabieren in Syrië en Palestina is de Emir gehaat wegens zijn pro-Engelsche gezind heid. In dezelfde mate als Engeland door de ge beurtenissen in Europa prestige inboet, komt de onderdrukte oppositie in Transjordanië tegen Emir Abdallah weer aan het daglicht. In zuidelijk Transjordanië treden kleine gewapende troepen Arabieren op. De toestand is des te meer gespannen, daar aan gene zijden van de Transjox'daansche grens in Syrië en Palastina, leden van de oppositie die daar zijn gevlucht, thans den strijd tegen Abdallah organiseeren. Engelschen en Franschen verlaten Tanger. ROME, 20 Juni. (D.N.B.) Talrijke Engelsche en Fransche families verlaten de zóne van Tanger, meldt Stefani. Uit eenige streken van Fransch Ma rokko, vooral uit Fez, komen geruchten van on rust onder de Ai-abische bevolking als gevolg van de ineenstorting van Frankrijk. Generaal Nogues is van Tunis in Fransch Marokko teruggekeerd. De positie van Britsch-Indië. Vroegere voorzitter van het Nationale Congres stelt den eïsch van onafhankelijkheid. Uit Moskou verneemt het D.N.B.: Naar Tass uit Kaboel meldl bevat het te Lahore verschijnende Indische blad „Tribune" een verklaring van den vroegeren voorzitter van het Indische Nationale Congres, Bose, waarin deze de onafhankelijkheid van Britsch-Indië eischt en de houding van Gandhi en Nehroe, die Engeland wilden steunen, scherp veroordeelt. Bose stelt voor dat de Indiërs en Mo hammedanen gemeenschappelijk de vorming van een voorloopige nationale regeering zullen eischen. Weigeren de Engelsche dezen eïsch in te willigen, dan zou geen ander middel overblijven dan de be volking tot den strijd op te roepen. Henry Ford produceert alleen voor de Ver. Staten. NEW-YORK, 20 Juni (D.N.B.) De bekende auto fabrikant Henry Ford heeft gisteren, naar Asso ciated Press uit Detroit meldt, verklaard dat zijn fabrieken alleen oorlogsmateriaal ter verdediging van de Ver. Staten zouden vervaardigen en dat ex- geen zaken in oorlogsmateriaal met de Britsche of andere buitenlandsche regeeringen gedaan worden. Toen Fox-d eenigen tijd geleden mededeelde dat zijn fabrieken in bepaalde omstandigheden duizend vliegtuigen per dag konden produceeren maakte hij hetzelfde voorbehoud wat betreft hun uitsluitend gebruik voor de eigen landsverdediging. Een Engelscli-Egyptisch conflict? Meeningsverschil over de verplichtingen van het verdrag. Het D.N.B. verneemt van de Egyptische grens: Tusschen den Egyptischen koning era den Brit- schen anabassadeur, Lampson, schijnt een rechtstreeks conflict aanstaande te zijn. Het zwaartepunt van de meenixagsverschillen is de uitlegging van het Engelsch-Egyptisch verdrag. Dit verdrag verplicht Engeland Egypte te hel pen. wanxaeer 'net aangevallen wordt, verplicht daarentegen Egypte niet Engeland te onder steunen. wanneer dit land oorlog voert. Alle ove rige Egyptische verplichtingen voortvloeiende uit dit verdrag bepei-ken zich tot het recht van doortocht van Engelsche troepen. Deze mogen uitsluitend aan het Suezkanaal gelegerd worden. Het overige gebied mag slechts door hen betre den worden tijdens hun doortocht. De vliegvel den mogen door de Engelschen eveneens slechts gebruikt worden als doorgangsstation. De En gelsche ambassadeur en het Britsche opperbevel gaan thans, naar verluidt, met hun eischen veel verder dan den grondslag van dit verdrag. Zij weigeren Kaïro militair te ontruimen en daardoor tot open stad te maken, houden alle vliegvelden bezet en eischen verder de actieve deelneming van Egypte aan den oorlog, alsmede het lijdelijk dulden van de Engelsche militaire maatregelen in de door hen krachtens het ver drag geslotexa Egyptische gebiedsdeelexa. Verder eischen zij het ontslag van den chef van den Egyptischen generalen staf, Nasri Pasje, exa trekken zij de Egyptische troepen uit haar grensg'arnizoenen tenig. Ten slotte wordt met een staatsgreep gedreigd, ten einde een mili taire dictatuur te vestigen. Het is geheel onzeker, hoe lang het den Egyp tischen koning ïaog gelukken zal zich tegen deze Engelsche eischen en den Engelschen militairen druk te verzetten. Alle teekenen duiden er echter op. dat de tegenstand van den koning als een sein werkt op het Arabische ïaabije oosten exa dat, wanneer de verhoudingen zich verder toe spitsen., het geheele gebouw der Engelsche heer schappij in voor-Azië een gemeenschappelijken stormloop te verduren zal krijgen. Felle brand woedde te Charleroi. Duitsche militairen wisten het vuur te localiseeren. Een D.N.B. bex-icht uit Berlijn deelt mede: Op 25 Mei 1940 was, naar aan het D.N.B. wordt gemeld, een kleine afdeeling luchtafweerai-tille- rislen bij een verkenningsopdracht in de stad Charleroi gekomen, waar een groote brand de kern der stad ten zeerste bedreigde. De gevluchte bx-an-ö- weer had de moderne bluschapparaten meegeno men en slechts eenige oude motorspuiten achter gelaten. Water was in geringe hoeveeLheid aan wezig. Ondanks alle moeilijkheden namen de ar tilleristen. bij wie zich eenige kleine groepen sol daten hadden aangesloten, onmiddellijk de bestrij ding van den grooten brand ter hand. Binnen uiterst korten tijd werden de oude spuiten in orde gebracht, de bux-gerbevolking voor het verleenen van hulp gemobiliseerd en de bestrijding van den brand met slechts twee slangen ten uitvoer gelegd. Met gevaar voor eigen leven gelukte het den Duitscher. soldaten den brand tot een complex ge bouwen te localiseeren en het grootste deel der waardevolste meubelen en goederen voorraden te bergen. Daarmede was een reusachtig gevaar van de stad afgewend. De schepen der stad Charleroi Des- gain uitdrukking gegeven aan zijix erken telijkheid voor de offervaardigheid der Duitsche soldaten met het volgende schrijven: „Onderge- teekerde, René Desgain,-schepen der stad Charle- x-oi, verklaart, dat kap. Deventer met zijn soldaten in de stad Charleroi is gebleven oxxx een feilen brand, die een deel der stad dreigde te verwoesten, te bestrijden. De ondei-geteekende schepen spreekt zijn hoogachting uit voor de offervaai'digheid, die kapt. Deventer en zijn soldaten hebben getoond en geeft uit raam der stad en der bevolking uitdruk king aan zijn erkentelijkheid" w.g. Charleroi, 25 Mei 1940, René Desgain. Maarschalk Pétain spreekt tot het Fransehe volk. De redenen van het verzoek om wapenstilstand. Het D.N3, meldt: In een radiorede heeft mi nister-president Pétain gistermiddag gezegd dat de regeering de gevolmachtigden heeft benoemd met de opdracht de voorwaarden van den tegen stander in ontvangst te nemen. Hij heeft dit besluit genomen met het hart van een soldaat, omdat de militaire toestand hem daartoe heeft gedwongen. Sedert 13 Juni is een verzoek om wapenstilstand onvermijdelijk ge weest. Als een van de redenen hiervoor zeide Pétain. dat op 1 Mei 1917, ondanks drie moord dadige oorlogsjaren, het Fransche leger nog 3.200.000 man telde. Bij den aanvang van den jongsten slag waren er 500.000 man minder. In Mei 1918 stonden 85 Britsche divisies aan Fran sche zijde, in Mei 1940 waren het er slechts 10. Thans is de minderheid van het Fransche ma teriaal nog grooter dan de minderheid van de troepenmacht. Frankrijk heeft thans minder vrienden, te weinig kinderen, te weinig wapenen en te weinig bondgenooten. „Laten wij uit den verloren slag een les trekken", aldus vervolgde Pétain. „Sedert den oorlog heeft de geixotzuoht den geest van offervaardigheid overwoekerd. Men heeft elke inspanning willen vermijden. Thans treft het ongeluk ons. Ik was bij u in de dagen van roem, ook in deze donkere dagen wil ik bij u blijven". Fransche regeeringszetel naar Biarritz. Ministers trekken over de Spaansclie grens. Het D.NJ3. verneemt uit Irun: Uit Frankrijk «komende vluchtelingen, waar onder zich talrijke Fransche voormalige ministers, zooals Bonnet, bevinden, «hebben medegedeeld dat de Fransche ministeries van Bordeaux naar Biar ritz zijn verplaatst. De ministeries werden begeleid door tiendui zenden vluchtelingen, waaronder vele Spaansche separatisten en republikeinen, die uit vrees voor straf tot dusver nog niet hebben kunnen beslui ten naar hun vaderland terug te keeren. Bij Irun Is eeix groep renpaarden uit de bekende stal Forst de rivier Bidoassa overgetrokken. Het gebouw van het Commissariaat van het Zeewezen te Ostende werd tijdens den strijd om het bezit der stad beschadigd. De kerk op den achtergrond bleef ge spaard Minder telefoonvertraging op groote afstanden. "s GRAVENHAGE, 21 Juni. De toestand van het telefoonnet was, na het einde dei- oorlogs handelingen, zorgwekkend. Niet alleen was er veel schade aan de locale netten en installaties, maar ook de interlocale geleidingen waren voor een groot deel gestoord. De interlocale kabels hangen n.l. onder de vex-keers- en spoorbruggen en voor zoover deze verwoest waren exx in vele gevallen ook elders waren de kabelvei-bindingen verbroken. Thans, ruim 1 maand later, is dank zij den harden en voortvarenden ax-beid der P.T.T.-dien- sten het telefoonverkeer op enkele uitzonderingen na reeds weder in naenig opzicht bevredigend. Wat de locale netten betreft: alle telefoonnetten in Nederland zijn thans, met zekere beperkingen in Zeeuwsch Vlaanderen bereikbaar. Waar de rivier overgangen verstoord zijn, zijn thans ovex-al door het water noodkabels gelegd. Het spreekt van zelf, dat deze vex-bindingen in den regel een ge ringer capaciteit hebben dan de later te leggen definitieve kabels. De telefonische vex-keerswegen zijn dus zeer versmald en daarom kan het niet an ders of de aanvrager van een telefoongesprek, vooral op langen afstand, moet veelal langer wachten. Dit wachten duurt echter op de meeste verbindingen reeds belangrijk korter dan nog voor enkele dagen het geval was. Daarbij komt als gunstige factor, dat het automatische district-s en interdistrictsvei-keer, dat uiteraard steds zon der tijdverlies wordt afgewikkeld, thans vrijwel geheel hersteld is. Ook de snelverkeersverbinding tusschen Amstei'dam en 's Gravenhage kon weder in werking worden gesteld. In een minder gun stige positie verkeert daarentegen Rotterdam, waar de interlocale centrale ernstig werd bescha digd. zoodat het interlocale verkeer thans in een noodcentrale van kleine capaciteit onder weinig gunstige omstandigheden moet worden afgewikkeld. Is dus de toestand over het geheel thans niet on bevredigend, aan het snelle, bijna wachttijdlooze verkeer van vóór den oorlog is men nog geenszins toe. De voor-oorlogsche toestand zal eerst weder kunnen worden bereikt, wanneer de herstelde nieuwe definitieve kabels de noodkabels zullen hebben vervangen. Dit zal uiteraard nog wel eenige maanden duren. (A.N.P.) IN/T IN IITTlKEN^j echter spoedig voorbij trekt. Maar zij bevat, even als de Ouverture, de eeuwige schoonheidswaarden, die de muziek „beter daxx alle wijsheid en philo- sophie" vermag te openbaren. Het tweede gedeelte van den avond bracht Fraixscixe muziek, ditmaal vertegenwoordigd door twee w'erken van Edouard Lalo. In diens ..Synxphonie espagnole" kan men „l'esprit gaulois" terugvinden: de kunst om van ixiets iets te ma ken, zij het dan ook door middel van ontelbare herhalingen als in het Scherzo en het Rondo. Die vele herhalingen treft men ook in de Spaan sche en Russische muziek vaak aan; Lalo heeft echter het Spaansche karakter in beide zooeven genoemde deelen niet alleen daardoor, maar ook door den aard der thema's goed be naderd. Minder Spaansch gaat het in het Alle gro non troppo exa in het Andante toe; in het eerstgenoemde is zelfs een streven naar thema tische doorwerking in klassiek-muzikalen zin bemerkbaar. Maar in alle delen behalve in het Aixdante is een zeer ruime plaats gegeven aan viollstische schittering, en de solist van den avond, de violist Constant Moerman, heeft die door brillant figurenspel tot haar recht doen komen. De gemakkelijkheid, waarmee hij het technisch virtuoze beheerscht, kenden we van vroegere H. O. V.-concerten, waarop hij de con certen van Glazounow en Brahms speelde. Doch ook de zangerige, meer innerlijke gedeelten in Lalo's werk kwamen veelzins tot hun recht. Ma rians Adanx zorgde voor een mooie aansluiting der orkestpartij. In Lalo's Ouverture „Le Roi d'Ys" schijnt het Fransche element op den achtex-grond te zijn en veeleer de geest der Duitsche roman tiek zich te doen gelden. Soms meent men Schu mann er in te herkennen. De vertolking van dit vaak gespeelde werk liet vooral de blazers prachtig voor den dag komen. De ook in het p.p. bijzonder mooi gespeelde clarinetsolo. daarna de solo van de hobo, later de samenwerking van fluiten en hobo's het werk der trombones en dc cello-solo: het waren alle momenten van pure schoonheid, en Adam en hei orkest ontvingen een even hartelijke ovatie als te voren aan den solist Constant Moerman ten deel was gevallen. K.. DE JONG. MUZIEK Haarlemsche Orkest Vereeniging Niet minder dan vier Ouvertures schreef Beet hoven voor zijn Opera „Fidelio". De Eerste legde hij na een proefuitvoering in 1804 ten huize van Vorst Lichnowsky ter zijde; ze werd in 1932 uit zijn nalatenschap als op.- 138 gepubliceerd. De Tweede opende de première der in 1804 geschre ven Opera. Deze Ouverture stelde de hoorders voor een probleem: zij gaf den inhoud van het drama in een kort bestek, maar als een drama tische „Tondichtuixg", als een stuk programma muziek. waarmee het toenmalige publiek geen raad wist, omdat het stuk niet in den overge- leverden vorm paste en de hoorder den inhoud van het drama nog ïxiet «kende. Beethoven werkte deze Ouverture om, bekortte en voegde bij en zoo ontstond de in den klassieken vorm gehouden Derde. Doch, zoo deze al later een der geweldig ste en beroemdste concertnummers geworden is: voor de hoorders van het begin der 19de eeuw was zij. als inleidingstuk te zwaar van gehalte. En daarom besloot Beethoven later, in 1814. tot het conxponeeren van een nieuwe Ouverture, waarvan zoowel de geest als het thematische ma teriaal geheel los van dat der Opera staan. „Zij werkt als een proloog, waarin het publiek de ver zekering krijgt, dat het zich door' de huivering wekkende tragedie, die het mede beleven zal, niet behoeft te laten verschrikken, want dat alles in vrede en vreugde zal eindigen", schreef een van Beethoven's biografen over deze Ouverture. En nadien is het gebruikelijk geworden, om deze Vierde Leonore-Ouverture. die onder den speci- fieken naam „Fidelio"-0. bekend is. als inleiding, de groote Derde echter tusschen het eerste en het tweede bedrijf uit te voeren De keuze der Fidelio-O. als openingsstuk van het 6de Zomerconcert moge niet door bijzondere zielkundige motieven bepaald geworden zijn. We hoorden het stuk in al zijn frischheid en bewon derden zoowel de méesterlijkheid der conceptie als de gaafheid der vertolking onder Marinus Adam's leiding. Dezelfde factoren werkten samen om de uitvoering der reeds in 1797 geschreven in 1801 verschenen Eerste Symphonie te waar- deeren. Ook deze geeft noch psychologische, noch formeele problemen op te lossen cn over de zonnige stemming valt slechts in het eerste 1 hoofddeel een paar maal even een schaduw, die Orgelbespeling in de Ned. Herv. Kerk te Bloemendaal Met het gigantisch Bachwerk. Praeludium en Fuga In Es groot, zette de organist Piet Halsenxa zijn orgelbespelixxg in. Het luisteren naar deze muziek, al is het alleen naar den vorm, is reeds een ideale mogelijkheid om voor een wijle de onrust dezer tijden uit te bannen. Het machtig praeludium is uit drie muzikale zinnen opge bouwd, waarbij de eerste twee werken als hoofd en neventhema der moderne soxxate. maar waarbij door het toetreden van het fugeerend derde thema een vorm wordt geschapen, die men slechts bij Joh. Seb. Bach vindt. Maar er is meer: de vorm van dit stuk is niet nagevolgd, om de een voudige reden dat er een Bach noodig was om de melodie te vinden van eindeloozen adem, die de ziel is dezer muziek. Zoo bemerken wij, dat het luisteren naar den vorm slechts secondair wordt, het treedt aldra op den achtergroxxd eix men staat rechtstreeks in den greep van het genie, dat een muzikale architectuur schept vaxx zoo verheven schoonheid. Wel is het «waar. dat de kleine ruimte van het kerkgebouw niet de ideale plaats is om van de pracht dezer muziek te ge nieten. Ik zelf was zoo fortuinlijk, door een ge lukkig ongelukje (het concert begon een kwartier vroeger dan mij werd meegedeeld) dit werk van Bach te hooren uit het voorportaal der kerk, waarbij de tekorten der acoustiek bijxxa geen rol speelden. Ook de Fuga (een tripelfuga. zooals nxeix zal weten) vraagt de ruimte als waarover Bach in Leipzig beschikte. Het zij hier meteen gezegd dat voor den organist de uitvoering van een zoo machtig werk in een te beperkte ruimte ongekende moeilijkheden inhoudt en men dient zeker over Halseina's slagvaardigheid te beschik ken om resultaten te bereiken zooals hij. Hoeveel gunstiger stond "hij er voor bij het drie- deelig werk van Pachelbel. En wie der hoorders heeft niet ervaren, zoowel bij de cromatische fuga als, ja bovenal bij de Ciaccona, het heerlijke dat ons ook op dit concert niet werd onthouden: de bevrijdende macht van de kunst der tonen. De sopraanliederen van Bach, van Hugo Wolf zijn zeker óók in staat, zeer mooie indrukken xxog te verstevigen. Maar allerminst de solozang kan deix last der tegenwerkende acoustiek verdragen. Het kan zijn dat de zangeres Lida Stappers zich wat al te dicht bij het glasvenster had geplaatst, zoodat zijzelf in de eerste plaats hinder ondervond en niet dadelijk het juiste articulatiepunt kon vinden. Bij een heldere, blanke stem als de hare wordt dit te meer voelbaar. Maar. eenmaal inge steld. liet een lied als „Schlafendes Jesukind" niet na. een uitwerking te oefenen op den toe hoorder. waarbij hij. zooals bij de muziek van Pachelbel, zichzelf hervindt. De mooie rustige en natuurlijke voordracht bij Lida Stappers mo gen wij nog extra onder de aandacht brengen. G. J. KALT. PROEEAMMA ZATERDAG 22 JUNI 1940. JAARSVELD, 414,4 M. AVRO-Uitzending. 9.4510.00 ii.m. VPRO. 8.00 Berichten A. N. P. 8.10 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Omroeporkest (11.00—11.20 Modepraatje). 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Orgelspel. 12.45 Berichten A N. P., gramofoonmuziek. 1.00 AVRO-Amuse- mentsorkest en soliste. 1.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Cyclus „Vrouwenarbeid in Nedex-land". 2.30 Gi-amo- foonmuziek. 2.40 Gevarieerd programma (opn.) 3.30 Officieele mededeelingen, hierna: Gramofoon muziek. 4.00 Omroeporkest en soliste. 4.30 AVRO- dansorkest. 5.00 AVRO-Aeolian-orkest (opn.). 5.45 De Vagebonden en solisten. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.30 Officieele mededeelingen. 7.45 Reportage. 8.00 Berichten A. N. P. 8.15 AVRO-Tango-orkest en solist. (8.308.40 Vrcolijke voordracht met muzi kale illustraties). 8.55 Gramofoonmuziek. 9.45 Avondwijding. 10.15 Berichten A. N. P., sluiting. KOOTWIJK. 1875 M. KRO-Uitzending. 11.1511.30 n.m. Berichten. 8.00 Berichten A. N. P. 8.15 Gramofoonmuziek. 9.009.15 Berichten (Fransch). 11.1511.30 Berich ten (Engelsch). 12.00 KRO-orkest. 12.30 Berichten (Duitsch). 12.45 Berichten A. N. P. 1.00 KRO-Melo- disten. 1.45 Berichten (Fransch). 2 00 Berichten (Duitsch). 2.15 Rococo-octet. 2.30 Gramofoonmu ziek. (3.153.30 Berichten (Fransch). 5.00—5.15 Be richten (Duitsch). 5.30 Musiquette en soliste. 6.15 Berichten (Engelsch). 6.30 „Hoe doe ik zuinig in de huishouding?" vraaggesprek. Hierna. Gramo foonmuziek. 7.00 Gevarieerd programma. 8.00 Be richten (Duitsch). 8.15 Berichten (Engelsch). 8.30 Berichten A. N. P. 8.45 Vervolg van 7.00 (9.15—9.30 Berichten (Engelsch). 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten (Duitsch). 10.1510.25 Bex-ichten A. N. P. 11.1511.30 Berichten (Fransch).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 7