liet JOient
Jan Q&ie&aL
Zuinigheid, geen krenterigheid.
Huwelijk met modern
Comfort.
VAN OUD TOT NIEUW.
WOENS DAG 26 JUNI 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
VOOR DE VROUW
Wanneer wij ons iemand voorstellen, die vóór
alles zuinig is, dan denken wij daarbij aan een on
gemoedelijk, mager mensch met een ietwat samen
geknepen mond, die nooit iets kan doen zonder
eerst naar prijs en kwaliteit te vragen. Nu doet die
uiterlijke verschijning er niet zoo erg veel toe,
als het in dit geval ook niet meteen een beeld
was van wat er in zoo iemand omgeaat.
Zuinige menschen zijn voor de royalen vaak
een schrikbeeld: wat lijkt me dat troosteloos, zei
eens een jongen met weelderige neigingen over
zijn broertje, dat geld naar de spaarbank bracht.
Gelukkig denkt niet iedereen er zoo kras Over,
wanneer een ander spaarzaam is, want zónder die
spaarzamen zou de wereld inderdaad „troosteloos"
zijn. Het gevaar is echter dat de spaarzaamheid in
benepen zuinigheid, in krenterigheid, erger nog,
in gierigheid ontaardt.
Dan wordt het wel degelijk erg, dan kan het ons
dagelijksch leven vergallen en dat van onze om
geving erbij.
Nu er bezuinigingen geëischt worden, zelfs in
veel gevallen ingrijpende, omdat het inkomen van
den man een gevoelige klap heeft gekregen, nu
moeten wij huisvrouwen op onze hoede zijn voor
dit spook van de krenterigheid, die ontstaan kan
door bezuinigingswoede. En omdat het een typische
vrouwelijke eigenschap is om alles, wat zij on
derneemt, grondig te doen in veel gevallen een
heel goede eigenschap daarom is het gevaar van
die misplaatste zuinigheid niet denkbeeldig.
Iedereen praat erover, iedereen is er vol van,
waar enkele vrouwen bij elkaar zijn, komt het ge
sprek er al spoedig op, zelfs beheerscht soms een
enkele onder haar de geheele conversatie van een
clubje, en ook de heeren der schepping komen er
vaak niet onderuit, om dergelijke gesprekken te
moeten aanhoorèn.
Dit is het hellende vlak, het leven bergt grooter
problemen in zich dan het gebruik van de hooi-
kist of dan de vraag hoe wij een half pond koffie
uitbuiten om er een heele maand mee te doen. De
gewoonte om over besparingen te praten, drijft ons
denken ook die richting uit, en dat kan zóó erg
worden, dat er voor niets anders meer plaats over
is. En ik vrees dat anderen, die vinden dat er be
langrijker dingen in het leven zijn, een straatje
omloopen wanneer zij zoo n huisvrouw zien aan
komen.
Nu is dit niet het eenige gevaar, dat wij ons
denken enkele en alleen op bezuinigingen ge
richt hebben, en voor niets anders meer toegan
kelijk zijn; wij zouden kunnen aanvoeren dat dit
toch maar tijdelijk is, en dat een tijd zonder distri
butie zeker en vast weer aanbreekt en aan die
bezuinigingswoede een einde maakt.
Maar bovendien, doordat haar denken in zoo'n
klein kringetje ronddraait, wordt menige huis
vrouw benepen, en als zij daarbij nog de betere
tijden betreurt, en zich min of meer verongelijkt
voelt door het leven, krijgt zij dat starre en ge-
kr.epene waarover ik in het begin sprak. Voor
zulke menschen is de vreugde een vergeten levens
behoefte, voor hen is vroolijkheid gelijk aan licht
zinnigheid, en elk uitgangetje is een onverant
woordelijke luxe. Gastvrijheid kost geld, zeggen
zij, en zij hebben gelijk, maar zij vergeten dat
daartegenover vreugde en warmte staan, die niet
in geld kunnen worden uitgedrukt.
Laten wij daarom zorgen, niet vast te loopen
in de dagelijksche kleine zorgjes en zorgen die
onze levensvreugde en onzen moed bedreigen, want
als wij die beide kwijt zijn, dan wordt het leven
inderdaad zwaar om te dragen. Zelfs als wij sterk
bezuinigen moeten, hetzij om het hoofd boven
water te houden, hetzij omdat het ons door de
overheid wordt opgelegd, dan moeten wij toch aan
de warmte en de vreugde, aan de humor en de
ontspanning nog een plaatsje blijven gunnen, het
leven behoudt daarmee zijn fleurigheid en de zor
gen om de besparingen zijn ook gemakkelijker te
dragen.
E. E. J.—P.
HET MENU VAN DEN DAC.
Aardappelschotel met kaas.
Komkommer en tomatensla.
Rijst met gestoofde bessen.
Recept.
Aardappelschotel met kaas.
Koude aardappelen, y3 L. vocht, half bouillon
van een blokje, half melk. bloem en boter, zout,
peper, nootmuskaat, 1 eetlepel gehakte peterselie,
ly2 ons oude kaas.
Maak van de boter, de bloem en het vocht een
niet te dikke saus, doe hierin de in plakjes gesne
den aardappelen en de peterselie. Maak het op
smaak af met de kruiden.
Snijd de kaas in kleine blokjes, leg de aardap
pelen en de kaas laag om laag in een ingevetten
vuurvasten schotel, zoodat onder en boven aard
appelen liggen.
Strooi er wat paneermeel, met geraspte kaas
vermengd overheen, leg er wat klontjes boter op
en laat er óf in den oven een korstje op komen,
óf warm het gerecht op een vuurvast plaatje op
de kachel.
Mr. CORRY STOLZ-VAN DEN KIEBOOM.
25)
De Jonker kijkt haar bezorgd aan. Weet je,
Wat je doen moest, kindlief? zegt hij. Volgende
week komen Ada en Jimmy op „de Waeldonck"
logeeren. Kom jij dan ook voor een paar weken.
Je hebt hard wat buitenlucht noodig. Wat zeg je
daarvan?
Ik.... Ik vind het buitengewoon lief van u,
zegt ze schor. Niet gaan huilen nu. Tranen in
Carlton, stel je voor. Ik zou het dolgraag doen.
maar ik kan heusch niet, werkelijk niet.
Waarom niet? Frank zal zich toch wel een
paar weken alleen kunnen redden?
O ja, dat zeer zeker. Het andere tafeltje.
Praten en lachen. Frank, die zich geanimeerd voor
overbuigt. Zijn oogenzijn lachvoor die
anderDruk bewegende handjes, flonkerend
van de ringen. Over het tafeltje heen fluistert ze
Frank iets toe.... hij is zoo verdiept, dat hij niet
merkt, hoe de ober naast hem staat te wachten
Dat is het niet, zegt Lies en ieder woord kost
haar moeite. Maar ziet u, Ada en Jimmy zullen
toch de baby wel meebrengen enenu
weet immers, dat ik
Och kindje. Die doordringende oogen die zoo
goedig kunnen kijken, zoo vaderlijk. Weet je
wat, troost de Jonker, dan breken jullie er
maar eens samen uit, als Frank wat meer tijd
heeft. In October is het bij ons op zijn allermooist,
dat weet je nog wel. hè?
Ja. dolgraag, zegt Lies dapper. Bewerkt u
meneer Westhove maar, dat hij Frank alsnog va-
cantie geeft.
Afgesproken. En, zegt de oude heer. een
beetje verlegen, want het is geen dagelijksch werk
voor hem, je moet niet tobben, hoor Lies, Ik
BABYJURKJE.
j
Dit babyjurkje is gebreid van licht-blauwe 2-
draads wol (.100 Gr.) en pennen no. 2 1/2.
Voorpand.
We zetten op 154 st. en breien eerst 1 pen
averecht. De volgende pen breien we 10 recht 2
averecht (den 2den steek voor den lsten steek
langs breien, dan den eersten steek breien) 20 st.
recht, 2 averecht (gekruist) 20 recht, enz. en de
laatste 10 st. recht.
De volgende pen breien we 10 st. averecht, dan
2 st. recht (eerst den 2den steek achter den lsten
steek langs breien, dan den lsten steek), 20 st.
averecht, 2 st. recht (gekruist) enz., de laatste
10 st. averecht. Zoo breien we door tot het brei
werk 30 c.M. lang is.
Nu beginnen we aan het lijfje: we breien eerst
een heele pen 2 st. tezamen. We hebben dan op
de pen 77 st., zetten er aan weerskanten 34 st. bij
op en hebben dan 145 st. We breien nu aan den
kant waar we averecht hebben gebreid 2 a. 1 r..
dan 3 a., 1 r. herhalen en de laatste 2 st. ave
recht.
Bij de volgende pen breien we de rechte ste
ken overecht en de averechte steken recht. Na 24
toeren is het pasje klaar en breien we 1 pen 1 st.
afhalen, 3 st. tezamen, deze 3 st. tezamen her
halen we tot de pen uit is. We hebben nu nog
49 st. op de pen. breien 6 pennen recht en kan
ten stevig af. Het achterpand is gelijk aan het
voorpand.
Mouw.
Voor het mouwtje zeten we 50 st. op en breien
1 pen recht, 1 pen averecht, aan het einde van
elke pen meerderen we 1 st. tot 80 st.. dan zetten
we er aan weerskanten nog 10 st. bij en breien
door tot het werk 10 c.M. lang is. Nu breien we
1 pen van 2 a. tezamen en houden 50 st. over. De
volgende pen is aan den averechten kant van het
Later op den ochtend, toen-zij door de felle
zon werden beschenen, kwamen beiden tot
bezinning. Hun kleeren waren kurkdroog ge
worden, en alsof hij uit een behaaglijk dutje
ontwaakte, rekte de Dikke zich eens ferm uit.
heb je altijd zoo bewonderd om je flinkheid. Je
hebt nog zooveel goeds en moois over in je leven.
Ja. Ze knikt hem dankbaar toe. Hij meent
het zoo goed, de oude baas. Hij heeft ook niet ge
zien, wat zij ziet, daar aan dat andere tafeltje....
Goed, dat ze het nu weet. Jaap heeft gevraagd, of
ze morgen mee gaat zeilen. Ze heeft het afgewim
peld. ze wilde zich houden aan wat ze Frank had
beloofd. Maar nu zal ze Jaap opbellen, zeggen,
dat ze zich bedacht heeft. Natuurlijk. Voor wie
ter wereld zou ze het nu nog laten?
Is meester Robberts nog niet binnen? vraagt
Van Dijk.
Oranje boven, oranje boven, leve.... zingt
De Wit aan den overkant.
Hou je mond, vlegel. Wil je wel eens onmid
dellijk zwijgen, zegt Van Dijk in machtelooze woe
de, als De Wit door blijft neuriën.
Ik wil 't wel zéggen ook, biedt deze onver
stoorbaar aan. Ze ben lunsen.
Ze ben lunsen, imiteert Van Dijk. Is dat
Hollandsoh, ongeletterde straatjonger, dat je bent?
En dat laat er zich op voorstaan, dat hij twee
Leer eerst beschaafd Nederlandsch. Waar zei je,
dat meneer Robberts heen was? onderbreekt hij
zichzelf met een bezorgden blik op de klok.
Naar Ki Ka Karelton, zingt De Wit
weer. Hij is er vol van, kan er niet over zwijgen,
zelfs niet tegen Var Dijk, die hem altijd den wind
van voren geeft. De negentienjarige De Wit vindt
de heeren Meesters Van Westhove. Abbing en
Renselaer „een paar allemenschelijke ouwe sok
ken". En Van Dijk er bij. Maar zijn jongste „baas"
een ellendeling is hij soms, kan je over een
klein foutje gruwelijk uitveteren. Maar toch ook
een kerel, waar je wat van af kunt kijken, meer
dan van dat heele stel mummies bij elkaar.
En échte meneer, denkt De Wit. Zoo sjiek en
met zooiets ver zich.... En succes, dat hij heeft'
En dat is De Wits ideaal: een echte meneer wor
den en succes hebben. En dus, als meester Robberts
den een of anderen dag een vlinderstrikje draagt
inplaats van een das, loopt De Wit den volgenden
dag ook met een vliAderstrikje; alleen noemt hfj
breiwerk 3 a. 1 r.. enz. 2 a. toe Bij de volgende
pen breien we de rechten averecht en de averech
ten recht. Na 6 pennen van dit patroon eindigen
we met 6 pennen recht, dan afkanten.
Opmaak.
Voor het smocken gebruiken we dezelfde wol
en een borduurnaald. Cm de 6 toeren worden
van hot oasje*de eerste rechte steek en de tweede
aan elkaar genaaid, op dezelfde hoogte dc derde
en de vierde, enz. Precies daartussehon hecht n
we de tweede en de derde en ook de vierde en de
vijfde aan elkaar.
Steeds worden er 2 rijen te gelijk gesmookt. Het
boordje en de mouw'jes worden ook gesmookt
Nu wordt het werk gestreken onder een voch-
tigen doek. de zijnaden worden tot aan de pas
dicht genaaid en ook eestreken. De schouders
naaien we 2 c.M. dicht en sluiten ze verder met
kleine knoopjes en lusjes. De mouwtjes worden
ingenaaid met- de ruimte van boven Als deze
ook uitgestreken zijn is het jurkje klaar.
Sp. Th.
EEN PRAATJE OVER GARNALEN.
Het pellen.
De garnaal met den kop in de linkerhand ne
men en met de andere hand het staartgedeelte
er aftrekken, daarbij met de linkerhand even een
duwtje aan den kop gevend.
Garnalen, die niet kromgetrokken zijn na het
koken, weggooien, daar deze niet goed zijn. Door
goed te ruiken vóór het koken, kan men bederf
ook al constateeren.
Recepten.
Hieronder volgen eenige recepten:
Garnalenragoüt in een rand van aard
appelpuree, als koffieschotel of als
middagmaal met kropsla.
Benoodigdhedén: 200 gr. garnalen, 21/2 d.L.
melk, 3 a 4 lepels "bloem, 2 lepels boter, zout.
peper, gehakte peterselie, puree van 1/2 pond
aardappelen, pl.m. 2 d.L. melk, boter, .paneer
meel.
Bereiding: Van de aardappelen met de melk
en wat boter en zout mooie gladde puree maken.
Ze overdoen in een rijstrand, die met boter be
smeerd is en met paneermeel bestrooid Deze
warm houden. Van boter, bloem en melk een
tamelijk dikke saus maken. Deze op smaak af
maken met peper, zout en noot en de garnalen
en de fijngehakte peterselie er door roeren. De
rand keeren en vullen met .{le garnalenragoüt.
Kropsla er bij geven.
Deze garnalenragoüt kan ook gebruikt worden
op stukjes geroosterd of in boter bruin gebakken
brood en wordt hierop als een bergje gelegd.
Verder in schelpen, of als vulsel voor een ome
let. Kleine geraspte broodjes kunnen doorgesne
den worden en uitgehold, daarna besmeerd met
boter, en met de ragoftt gevuld. Het kapje legt
men er weer op. wat gesmolten boter giet men
er overheen, en de broodjes zet men pl.m. 10
minuten In een heeten oven.
Smakelijke schotels krijgt men verder nog van
garnalen met tomaten en hard gekookte eieren
of van garnalen met kropsla en harde eieren.
BENOEMING IN HET BISDOM HAARLEM.
In het bisdom Haarlem werd benoemd tot kape
laan te Lisse P. G. M. Schoonebeek.
VOOR DE KINDEREN
Ik heb reuze honger, kondigde de Dikke
aan.
Dat zal nog wel erger worden, zei Krent,
of je zou aan de cactussen moeten gaan
knabbelen.
Ik ga eens op onderzoek uit, besloot de
Dikke, misschien vinden we eetbare vruchten.
het butterfly. En als Frank voor der zooveelsten
keer weer eens probeert om met brillantine zijn
haar in bedwang te houden, dan kan een dag later
Van Dijk zich weer beklagen „dat het op het kler
kenkantoor niet te houden is van den stank van
De Wit's geplakte pommadekop". Ja, in zijn hart
vindt De Wit het doen en laten van den jongsten
medewerker machtig interessant.
Van Dijk kijkt opgelucht, als de deur opengaat.
Maar het is een cliënt, die binnenkomt, een dood
moe uitziend mannetje, dat schichtig rondkijkt en
luisterend vraagt: Zijn ze.... zijn de heeren er
nog niet?
Nee. er is nog niemand, meneer Plaat. Neemt
u maar even plaats, noodigt Van Dijk
Plaat gaat zitten, ellebogen op de knieën, hoed
nerveus niet beide handen ronddraaiend, in de be
rustende wachtkamerhouding. Hij kijkt telkens ge
jaagd naar de deur, schrikt als deze opengaat en
springt verheugd op, als hij ziet. dat het Frank
is. die komt binnenstuiven.
Zijn de heeren er nog niet? Mooi. Ga maar
vast mee, Plaat. Van Dijk, het dossier Plaat contra
crediteuren, breng je 't even boven?
Afwisselend vak toch, de advocatuur, denkt
Frank, als hij, met Plaat tegenover zioh, probeert
zich in diens dossier te verdiepen. Regelrecht van
de poëzie in het meest barre proza. Het is lang
niet eenvoudig.... Ieder oogenblik kunnen ze ko
men de crediteuren, die hij bijeengeroepen heeft
om ze gebamenlijk te overleggen, of ze dezen stum
per drijvende kunnen houden. Schoenmaker is hij,
Plaat. Prima vakman; maatwerk, meneer goed
ouderwetsch degelijk werk, wat tegenwoordig niet
meer gevraagd wordt. De menschen willen 't niet
meer. laten zich liever die goedkoope fabriekswerk
in de handen stoppen. Schoenen voor gevoe
lige voeten, daar is hij specialiteit inYvonne
wilde vanmiddag met alle geweld naar Noordwyk.
Op Plaat's schoenen kan de ongelukkigste mensch
nog loopen. En schoolschoenen voor kinderen
och meneer, de menschen weter niet meer. wat
goed werk is.... Het regent al, 't was toch geen
weer voor NoordwijkEn dus moet Plaat zijn
kostje zien te scharrelen met reparatiewerk. Maar
Vrouwen helpen
mee sorteeren.
Wat we doen kunnen,
direct en later.
Er is iets bijzonders te zien vandaag! Groote
sleeperswagens met paarden er voor (want ben
zine is er nieten dus komt de levende PK. weer
in eeret trekken door de stad. van wijk tof
wijk. van huis tot huis. Padvinders springen eraf
en bellen aan.
Even een korte pauze en dan worden uit de
huizen de goederen aangedragen: de tafels en
stoelen matrassen en kleeden, waschtafels, ser
viezen. linnengoed, kleeden, pannen en die dui
zend en één dingen, die alies bij elkaar in een
huis ons comfort vormen en die alles bij elkaar
op een wagen plotseling maar één benaming
meer waard schijnen: een bonte verzameling.
De vracht is opgeladen, het paard trekt aan
ennee, dat gaat zóó maar niet. Menschen
hebben uit de ramen gekeken, links, rechts, aan
den overkant, van om den hoek. En nu vliegen
de deuren open en ei' is maar één collectieve
kreet: „Wacht even! I k heb ook nog wat!"
U hebt 't allang geraden: er is inzameling voor
de geteisterde gebieden en natuurlijk wil elk, die
nog iets te missen heeft, onmiddellijk meedoen,
't Wordt een vreemd allegaartje, *t is een won
derlijke, heel vreemdsoortige toren van Babel, die
tenslotte wankelend, aan alle kanten uit den wa
gen puilend bij de centrale verzamelplaats voor
rijdt.
Weer hollen en draven de padvinders. Volwas
sen mannen helpen mee om de vracht af te la
den. Rondom langs de muren vormen zich hoo-
ge stapels meubelen. In een hoek verrijst een berg
van matrassen, ergens anders vormt zich langza
merhand een blanke rivier van borden, kopjes,
bekers, schalen
En in 't midden, ja, daar ligt wat men zou
kunnen noemen: de ongeordende chaos. Een
enorme heuvel kleeren of wat er in de gauwig
heid voor werd aangezien. Even staan we er lich
telijk verslagen tegenop te kijken. Een paai' hee
ren loopen op ons toe en zeggen nog eens ten
overvloede zoo met een breed armgebaar in de
lucht! dat dit alles zoo vlug mogelijk gesor
teerd moet worden. En loopen weer weg om nieu
we wagens los te krijgen, om nog meer aan te
sleepen. De taak der ordening is dus voor ons,
vrouwen.
Er lijkt haast geen beginnen aan! Maar 't
moet! En dus besluiten we maar direct aan te
pakken Een zestal groote kleeden wordt links
en rechts uit den stapel getrokken en met ver
eende krachten op den grond uitgespreid. En dan
volgt het geduldwerkje van het sorteeren. Hem
den.- nachtponnen, kousen, japonnen, mantels,
babygoedwat gaat er niet allemaal door onze
handen! Van groot tot klein, van luxueus tot een
voudig, van bijna nieuw tot vrijwel versleten. Wat
een verschillende menschen en kinderen hebben
dit alles gedragen, wat een rijkdom van lief en
leed, van gedachten en gevoelens zit er aan vast!
Maar 't zijn allemaal Nederlanders, die het
droegen, wier lief en leed ermee verbonden is en
die het. afstonden voor hun landgenooten.
Dat is de blijde, bindende gedachte, die van
dit alles uitstraalt en die merkbaar is in de zorg
vuldige verpakking, in den goeden staat van het
overgroote deel der kleeren: 't is alles met lief
de gegeven.
We voelen allen deze gedachte en worden er
door gesteund bij ons werk. want ook wij willen
immers niet anders doen dan helpen, onze land
genooten dienen! Gordijnen, babysokjes, blouses
kinderjurken.... langzamerhand verrijst stape1
naast stapel en de „ongeordende chaos" wordt
geordend.
Als, na uren en uren, met vereende krachten de
berg is weggeruimd en in de plaats daarvan over
al groote pakken liggen, met touw vohtgesjord.
klaar om te worden opgeladen op een groote
vrachtauto, dan is o n s deel van 't werk gedaan
Maar dan bedenken we dat er nog meel wat méér
arbeid noodig was en is, voor de bewoners van de
geteisterde gebieden deze zending in hun be
zit hebben. Er is voordien al veel werk, ook
door vrouwen verzet, 't Was een toer om ben
zine voor deze vracht te krijgen, 't Was moeilijk
daarginds opslagplaatsen te vinden, waar de
goederen kunnen worden opgeslagen alvorens te
worden gedistribueerd. En daar moeten weer
vrouwen zijn, die met liefde en billijkheid het
werk van de verdeeling verrichten.
't Zal niet, gemakkelijk zijn, want het geven is
wel prettig maar 't ontvangen voor wie dit niet
gewend waren, zal moeilijk zijn. Er zal veel tact
veel kameraadschap van vrouwen worden ver-
eischt om dezen noodzakelijken weg tusschen
oud en nieuw af te leggen. Veel wijsheid zal het
vragen en veel geduld....
Even later zit ik op een tabouretje, en sorteer
lepels. Een groote kist staat voor me, tot den
rand toe vol met deze allernuttigste gebruiks
voorwerpen. Ze moeten in bosjes van twaalf
worden gebonden, zooveel mogelijk soort bij
soort.
Een geduldwerkje is dat, maar 't is noodig.
daar is ook de klad in. En nu hebben ze hem van
alle kanten in het nauw gedreven; De leverancier
van de ponsmachine op afbetaling. En de huisbaas.
En de leveranciers van zoolleer en bovenleer. Er
de belastingen ook natuurlijk. Ze hebben zijn fail
lissement aangevraagd Den zestienden zal het
request voor de Vacantiekamer van de Rechtbank
behandeld wordenZestien Augustus, dan staat
er rog een andere zaak op de rol voor den
laatsten keer. Zestien Augustus wordt de echtschei
ding (bij verstek) uitgesproken tusschen Yvonne
de Faucourt en haar derden echtgenoot
Hoeveel moet er nog betaald worden op de
ponsmachine? Frank probeert uit alle macht zich
te concentreeren. Hij is blij, als de crediteurer de
een na den ander binnenkomen. Nu moet hij wel
bij de zaak blijven. Leiding geven aan de discus
sies trachten te schipperen te sussen een paar
lastige heeren met een grapje en eer zacht lijntje
méé zien te krijgen. Kr komen sigaren aan te pas.
een dikke rookwolk hangt in de kamer. Er wordt
druk gecijferd, er worden krachttermen gebruikt
en dooddoeners en dikke woorden: „crisis", „sanee
ring", „levensvatbaarheid van het bedrijf", „para
siteeren op andermans crediet" worden ijverig ge
hanteerd. Maar tenslotte wordt er gelachen en om
half vijf zijn de heeren het eens. Plaat mag blijven
doorwerken. Meester Robberts zal elke week zijn
boekhouding laten controleeren en de crediteuren
zullen ieder wekelijks een klein bedrag in mi 'de-
ring van hun vorderingen krijgen. Als de heeren
vertrokken zijn. komt Plaat meester Robberts aan
gedaan bedanken, „dat hij hem gered heeft. U weet
niet, wat het voor me is. meneer, dat ik die schande
niet hoef te belevenZiezoo, een goed werk
gedaan, denkt Frank tevreden, terwijl hij de ra
men wijd openzet, om den rook te verjagen. Maar
vijf minuten later twijfelt hij weer. Een goed werk?
Waarom? Wat is er voor reden om zoo bijzo-der
tevreden te zijn? Alsof die stumper, die Plaat er
werkelijk op vooruitgaat, alsof hij er iets mee ge
holpen is, dat hij voortaan bij de genade van zijn
crediteurer mag doortobben Nu wordt hij lang
zaam aan uitgeknepen als een citroen en anders
was 't een korte pijn geweest. Wat voor nut heeft
Vrouwen, die zelf waarschijnlijk haar bo«
keurig in orde hadden want welke Holland!
huisvrouw heeft dat niet? zullen nu str
deze lepels moeten gebruiken. Zou het geen gi
heid zijn, haar een allegaartje te sturen? Is 't
noodzakelijk, dat andere Nederlandsche vroir
hier haar zorgende handen over laten gaan
de moeilijke overgang ook hierdoor een wei
trachten te verlichten?
Er kan ik wordt hier onder 't sorteeren v<x
durend bij bepaald zoo ontzaglijk veel door
vrouwen worden gedaan! Allomaal kleine, onr.
zele werkjes zijn het, maar samen vormen ze
onmisbare schakel in 't groote geheel van
werk van herstel en opbouw. Wanneer we ze a
vuldlg uitvoeren, met toewijding en begrip,
zullen we zéér daadwerkelijk meehelpen aan
herstel van wat gebroken is en dan zal het sai
borlghcidsgevoel tusschen alle Nederlanders
door ons werken worden versterkt.
Vrouwenwerk in moeilijke dagen: er is al i
veel over geschreven en terecht. Ais het gaat
het dienen, om aanpakken, de handen uit
mouwen steken, om bedrijvig heen en weer loq
en overal tegelijk zijn, dan is de Nederlands
vrouw op haar post.
Maar ik geloof, dat we niet uitsluitend de mi
rieele kant van ons werk mogen zien De Ned
landsche vrouw zal zeer zeker in de toekoi
nog een groote Geestelijke taak te vervullen h
ben. Een taak. die heel moeilijk zal zijn. maar
een grooten zegen zal kunnen afwerpen, als
ervoor berekend blijken.
Wij zullen ook geestelijk moeten meehelt
om de eenheid in ons volk te verhoogen. om hl
aan te bouwen, want 't is noodig, dat we
goed en voorgoed begrijpen: ln onze on verbrei
lijke eenheid ligt onze hoop voor de toe kon
Ik weet niet, of het u gaat als mij, maar sol
wanneer ik aan de toekomst denk, dan schijnt
als een toren op me af te komen, grootsch
geweldig, beangstigend groot ln de oogen vant
klein mensche-nkind. Grooter nog dan die oi
zaglijke berg kleeren die gesorteerd moest w
den en die ook eindelijk gesorteerd werd!
Er is één geliuk bi.i alle werk en dat is, dat
toch heusch maar één ding tegelijk kunnen aa
pakken en dat zóó, bi.i stukjes en beetjes, het w
gedaan komt. Er is één groote zegen in het lei
en dat is. dat het verdeeld is in dagen en dat
dus steeds bij den dag mogen leven. Iedere i
heeft genoeg aan zijn eigen kwaad en brengt
mee zijn eigen vreugde, waarvoor we dankt»
moeten zijn. Als wij dag aan dag onze plicht do
dan zal de toekomst ons zeker zegen breng
als enkeling en als volk.
En nu geloof ik. dat het niet moeilijk is,
groote trekken aan te duiden, waarin de pik
van de Nederlandsche vrouw bestaat. Zij heef;
het verleden getoond, dat er rust, zelfbehe
sching. en toewijding van haar kunnen uitgi
en zij zal ook nu deze goede eigenschappen
vermeerderde mate moeten uitdragen.
Rust. Is 't geen zegen, in aanraking te kom
met menschen. die rustig zijn. omdat ze hun;
nerlijk evenwicht hebben gevonden? Aan ons
nerlljk evenwicht moeten we allen werken, ju
nu. We zullen moeten strijden tot we dat' geve
den hebben en we onze omgeving een kalm, bl
moedig gezicht kunnen toonen.
Zelfbeheersching. Is die niet ontzaglijk riool
ln dezen tijd? We mogen elkaar heusch welea
voorhouden, dat haat, bitterheid en moedelo:
heid afbrekende krachten zijn, die ons hart ti
en nooit mogen binnendringen opdat niet 0
volk erdoor worde aangetast en ondermijnd.
Toewijding. Ja, meer dan ooit tevoren hebb
we die noodig. toewijding aan ons werk en o
gezin, omdat ons volk nu a 1 zijn goede kracht
zoo broodnoodig heeft. Door deze drie kracht
kunnen wij meehelpen aan den opbouw van 0
volksbestaan.
.Allemaal groote woorden" zult u zeggen. I
maar de daden, die van ons gevraagd wordi
zullen klein genoeg zijn. Kleine bewijzen van ml
leven, een enkel woord van kalmte en bemoei
ging, een resolute weigering om mee te doen a
nutteloos gepraat. En dan. iedcren dag, ons f
woon dagelijksch werk, dat zeker erg interessa
zal worden omdat 't zoo moeilijk wordt. Waarlj
we behoeven ons niet te vervelen!
R DE RUYTERr—v. d. FEER
OPGEHEVEN FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements Rechtbank te Haarli
werden wegens gebrek aan actief opgeheven i
faillissementen van:
Hendrik Lustig, timmerman, wonende te Beve
wijk, Boeweg 55. Curator mr. J. A. B. Sanders
Beverwijk; J. Schuchart, bloembollenhandelai
wonende te Heemskerk, Molenstreng no. 96. C
ratrice mej. mr. C. H. Deknatel te Haarlem.
Door het verbindend worden der Uitdeeling
lijst is geëindigd het faillissement van C. P. v
Hooff, koopman in aardappelen etc. wonende
IJmuiden, gemeente Velsen, (Conc. cred. 11.59
Curator mr. L. Ali Cohen te Haarlem.
AMBTSAANVAARDING VAN PROF. DR.
C. J. GORTER.
Prof. dr. C. J. Gorter heeft Maandagmiddag zi
ambt van buitengewoon hoogleeraar in de expei
menteele natuurkundige propaedeuse aan de G
neentc LTniversiteit te Amsterdam aanvaard ni
het uitspreken van een inaugureele rede, welke l
onderwerp had „Magnetische eigenschappen vi
atomen en ionen".
zijn bcmiddehrg eigenlijk gehad? Wat voor Wt
kelijk. aanwijsbaar nut heeft het werk van dl
advocaat in misschien acht van de tien zaken, d
hij te behandelen krügf Ja, ze bestaan wel, I
echte mooie processen, de zaken met wetenschai
pelijke finesse, met eer juridische pointe, de due
•net woorden tusschen scherpzinnige juristen. Ma
daar blijven de jongeren meestal nuchter van. L
ter. belooft Frank zichzelf, later zal hij daar <X
zijn deel wel van krijgen. En voorloopig moet 1
zich maar troosten met de hem zoo royaal to
troomende echtsche:dingen Die hem ook hulde
erkentelijkheid opleverenEn volgende we
s Yvonne cliënte-af. Uit met de pret. Want I
uitkeering, waartoe echtgenoot nummer drie zit
wil laten veroordeelen. is dermate schraaltjes ui
gevallen, dat ze wel heel gauw en heel ernst
naar nummer vier zal gaan uitkijken. En dan sta
meester Robberts buiten spel. Nu eerst maar evt
een résumé van de besprekingen dicteeren. Morg*
kan hij uit zijn notities niet meer wijs worden. I
met een zucht begraaft Frank zich weer in h
dossier Plaat.
Wij zullen u gaarne leveren onder volgend
voorwaardenNick stenografeert.
De drie maanden zijn achter den rug en ze
niet ontslagen.
De telefoon belt. Ze staat op, klaar om te retire*
ren, maar een handbeweging aan den overkant va
het bureau beduidt haar. dat ze mag blijven. Z
becitn haar stenogram terug te lezen.
Na het telefoneeren zegt Weasels: Ik heb ee
opdracht voor u, een spezlellen opdracht. U be;
toch rechtsgeleerd, nietwaar?
Jazeker meneer, zegt Nick verbijsterd.
Onze advocaten verlangen nadere inlichtinge
over een proces dat wij voeren. Laat de correspoc
dentie aan u geven en verzamelt dan de gegeven
Jawel, meneer, zegl Nick. Versuft loopt
naar de typekamer, rapporteert meneer Lammer!
dat ze den verderen dag voor meneer Wessé
dingen moet nazoeken en verdwijnt naar het ar
chief.
.(Wordt vervolgd).