liet JOient Jan Q&ie&aL Zuinigheid, geen krenterigheid. Huwelijk met modern Comfort. VAN OUD TOT NIEUW. WOENS DAG 26 JUNI 1940 HAARLEM'S DAGBLAD VOOR DE VROUW Wanneer wij ons iemand voorstellen, die vóór alles zuinig is, dan denken wij daarbij aan een on gemoedelijk, mager mensch met een ietwat samen geknepen mond, die nooit iets kan doen zonder eerst naar prijs en kwaliteit te vragen. Nu doet die uiterlijke verschijning er niet zoo erg veel toe, als het in dit geval ook niet meteen een beeld was van wat er in zoo iemand omgeaat. Zuinige menschen zijn voor de royalen vaak een schrikbeeld: wat lijkt me dat troosteloos, zei eens een jongen met weelderige neigingen over zijn broertje, dat geld naar de spaarbank bracht. Gelukkig denkt niet iedereen er zoo kras Over, wanneer een ander spaarzaam is, want zónder die spaarzamen zou de wereld inderdaad „troosteloos" zijn. Het gevaar is echter dat de spaarzaamheid in benepen zuinigheid, in krenterigheid, erger nog, in gierigheid ontaardt. Dan wordt het wel degelijk erg, dan kan het ons dagelijksch leven vergallen en dat van onze om geving erbij. Nu er bezuinigingen geëischt worden, zelfs in veel gevallen ingrijpende, omdat het inkomen van den man een gevoelige klap heeft gekregen, nu moeten wij huisvrouwen op onze hoede zijn voor dit spook van de krenterigheid, die ontstaan kan door bezuinigingswoede. En omdat het een typische vrouwelijke eigenschap is om alles, wat zij on derneemt, grondig te doen in veel gevallen een heel goede eigenschap daarom is het gevaar van die misplaatste zuinigheid niet denkbeeldig. Iedereen praat erover, iedereen is er vol van, waar enkele vrouwen bij elkaar zijn, komt het ge sprek er al spoedig op, zelfs beheerscht soms een enkele onder haar de geheele conversatie van een clubje, en ook de heeren der schepping komen er vaak niet onderuit, om dergelijke gesprekken te moeten aanhoorèn. Dit is het hellende vlak, het leven bergt grooter problemen in zich dan het gebruik van de hooi- kist of dan de vraag hoe wij een half pond koffie uitbuiten om er een heele maand mee te doen. De gewoonte om over besparingen te praten, drijft ons denken ook die richting uit, en dat kan zóó erg worden, dat er voor niets anders meer plaats over is. En ik vrees dat anderen, die vinden dat er be langrijker dingen in het leven zijn, een straatje omloopen wanneer zij zoo n huisvrouw zien aan komen. Nu is dit niet het eenige gevaar, dat wij ons denken enkele en alleen op bezuinigingen ge richt hebben, en voor niets anders meer toegan kelijk zijn; wij zouden kunnen aanvoeren dat dit toch maar tijdelijk is, en dat een tijd zonder distri butie zeker en vast weer aanbreekt en aan die bezuinigingswoede een einde maakt. Maar bovendien, doordat haar denken in zoo'n klein kringetje ronddraait, wordt menige huis vrouw benepen, en als zij daarbij nog de betere tijden betreurt, en zich min of meer verongelijkt voelt door het leven, krijgt zij dat starre en ge- kr.epene waarover ik in het begin sprak. Voor zulke menschen is de vreugde een vergeten levens behoefte, voor hen is vroolijkheid gelijk aan licht zinnigheid, en elk uitgangetje is een onverant woordelijke luxe. Gastvrijheid kost geld, zeggen zij, en zij hebben gelijk, maar zij vergeten dat daartegenover vreugde en warmte staan, die niet in geld kunnen worden uitgedrukt. Laten wij daarom zorgen, niet vast te loopen in de dagelijksche kleine zorgjes en zorgen die onze levensvreugde en onzen moed bedreigen, want als wij die beide kwijt zijn, dan wordt het leven inderdaad zwaar om te dragen. Zelfs als wij sterk bezuinigen moeten, hetzij om het hoofd boven water te houden, hetzij omdat het ons door de overheid wordt opgelegd, dan moeten wij toch aan de warmte en de vreugde, aan de humor en de ontspanning nog een plaatsje blijven gunnen, het leven behoudt daarmee zijn fleurigheid en de zor gen om de besparingen zijn ook gemakkelijker te dragen. E. E. J.—P. HET MENU VAN DEN DAC. Aardappelschotel met kaas. Komkommer en tomatensla. Rijst met gestoofde bessen. Recept. Aardappelschotel met kaas. Koude aardappelen, y3 L. vocht, half bouillon van een blokje, half melk. bloem en boter, zout, peper, nootmuskaat, 1 eetlepel gehakte peterselie, ly2 ons oude kaas. Maak van de boter, de bloem en het vocht een niet te dikke saus, doe hierin de in plakjes gesne den aardappelen en de peterselie. Maak het op smaak af met de kruiden. Snijd de kaas in kleine blokjes, leg de aardap pelen en de kaas laag om laag in een ingevetten vuurvasten schotel, zoodat onder en boven aard appelen liggen. Strooi er wat paneermeel, met geraspte kaas vermengd overheen, leg er wat klontjes boter op en laat er óf in den oven een korstje op komen, óf warm het gerecht op een vuurvast plaatje op de kachel. Mr. CORRY STOLZ-VAN DEN KIEBOOM. 25) De Jonker kijkt haar bezorgd aan. Weet je, Wat je doen moest, kindlief? zegt hij. Volgende week komen Ada en Jimmy op „de Waeldonck" logeeren. Kom jij dan ook voor een paar weken. Je hebt hard wat buitenlucht noodig. Wat zeg je daarvan? Ik.... Ik vind het buitengewoon lief van u, zegt ze schor. Niet gaan huilen nu. Tranen in Carlton, stel je voor. Ik zou het dolgraag doen. maar ik kan heusch niet, werkelijk niet. Waarom niet? Frank zal zich toch wel een paar weken alleen kunnen redden? O ja, dat zeer zeker. Het andere tafeltje. Praten en lachen. Frank, die zich geanimeerd voor overbuigt. Zijn oogenzijn lachvoor die anderDruk bewegende handjes, flonkerend van de ringen. Over het tafeltje heen fluistert ze Frank iets toe.... hij is zoo verdiept, dat hij niet merkt, hoe de ober naast hem staat te wachten Dat is het niet, zegt Lies en ieder woord kost haar moeite. Maar ziet u, Ada en Jimmy zullen toch de baby wel meebrengen enenu weet immers, dat ik Och kindje. Die doordringende oogen die zoo goedig kunnen kijken, zoo vaderlijk. Weet je wat, troost de Jonker, dan breken jullie er maar eens samen uit, als Frank wat meer tijd heeft. In October is het bij ons op zijn allermooist, dat weet je nog wel. hè? Ja. dolgraag, zegt Lies dapper. Bewerkt u meneer Westhove maar, dat hij Frank alsnog va- cantie geeft. Afgesproken. En, zegt de oude heer. een beetje verlegen, want het is geen dagelijksch werk voor hem, je moet niet tobben, hoor Lies, Ik BABYJURKJE. j Dit babyjurkje is gebreid van licht-blauwe 2- draads wol (.100 Gr.) en pennen no. 2 1/2. Voorpand. We zetten op 154 st. en breien eerst 1 pen averecht. De volgende pen breien we 10 recht 2 averecht (den 2den steek voor den lsten steek langs breien, dan den eersten steek breien) 20 st. recht, 2 averecht (gekruist) 20 recht, enz. en de laatste 10 st. recht. De volgende pen breien we 10 st. averecht, dan 2 st. recht (eerst den 2den steek achter den lsten steek langs breien, dan den lsten steek), 20 st. averecht, 2 st. recht (gekruist) enz., de laatste 10 st. averecht. Zoo breien we door tot het brei werk 30 c.M. lang is. Nu beginnen we aan het lijfje: we breien eerst een heele pen 2 st. tezamen. We hebben dan op de pen 77 st., zetten er aan weerskanten 34 st. bij op en hebben dan 145 st. We breien nu aan den kant waar we averecht hebben gebreid 2 a. 1 r.. dan 3 a., 1 r. herhalen en de laatste 2 st. ave recht. Bij de volgende pen breien we de rechte ste ken overecht en de averechte steken recht. Na 24 toeren is het pasje klaar en breien we 1 pen 1 st. afhalen, 3 st. tezamen, deze 3 st. tezamen her halen we tot de pen uit is. We hebben nu nog 49 st. op de pen. breien 6 pennen recht en kan ten stevig af. Het achterpand is gelijk aan het voorpand. Mouw. Voor het mouwtje zeten we 50 st. op en breien 1 pen recht, 1 pen averecht, aan het einde van elke pen meerderen we 1 st. tot 80 st.. dan zetten we er aan weerskanten nog 10 st. bij en breien door tot het werk 10 c.M. lang is. Nu breien we 1 pen van 2 a. tezamen en houden 50 st. over. De volgende pen is aan den averechten kant van het Later op den ochtend, toen-zij door de felle zon werden beschenen, kwamen beiden tot bezinning. Hun kleeren waren kurkdroog ge worden, en alsof hij uit een behaaglijk dutje ontwaakte, rekte de Dikke zich eens ferm uit. heb je altijd zoo bewonderd om je flinkheid. Je hebt nog zooveel goeds en moois over in je leven. Ja. Ze knikt hem dankbaar toe. Hij meent het zoo goed, de oude baas. Hij heeft ook niet ge zien, wat zij ziet, daar aan dat andere tafeltje.... Goed, dat ze het nu weet. Jaap heeft gevraagd, of ze morgen mee gaat zeilen. Ze heeft het afgewim peld. ze wilde zich houden aan wat ze Frank had beloofd. Maar nu zal ze Jaap opbellen, zeggen, dat ze zich bedacht heeft. Natuurlijk. Voor wie ter wereld zou ze het nu nog laten? Is meester Robberts nog niet binnen? vraagt Van Dijk. Oranje boven, oranje boven, leve.... zingt De Wit aan den overkant. Hou je mond, vlegel. Wil je wel eens onmid dellijk zwijgen, zegt Van Dijk in machtelooze woe de, als De Wit door blijft neuriën. Ik wil 't wel zéggen ook, biedt deze onver stoorbaar aan. Ze ben lunsen. Ze ben lunsen, imiteert Van Dijk. Is dat Hollandsoh, ongeletterde straatjonger, dat je bent? En dat laat er zich op voorstaan, dat hij twee Leer eerst beschaafd Nederlandsch. Waar zei je, dat meneer Robberts heen was? onderbreekt hij zichzelf met een bezorgden blik op de klok. Naar Ki Ka Karelton, zingt De Wit weer. Hij is er vol van, kan er niet over zwijgen, zelfs niet tegen Var Dijk, die hem altijd den wind van voren geeft. De negentienjarige De Wit vindt de heeren Meesters Van Westhove. Abbing en Renselaer „een paar allemenschelijke ouwe sok ken". En Van Dijk er bij. Maar zijn jongste „baas" een ellendeling is hij soms, kan je over een klein foutje gruwelijk uitveteren. Maar toch ook een kerel, waar je wat van af kunt kijken, meer dan van dat heele stel mummies bij elkaar. En échte meneer, denkt De Wit. Zoo sjiek en met zooiets ver zich.... En succes, dat hij heeft' En dat is De Wits ideaal: een echte meneer wor den en succes hebben. En dus, als meester Robberts den een of anderen dag een vlinderstrikje draagt inplaats van een das, loopt De Wit den volgenden dag ook met een vliAderstrikje; alleen noemt hfj breiwerk 3 a. 1 r.. enz. 2 a. toe Bij de volgende pen breien we de rechten averecht en de averech ten recht. Na 6 pennen van dit patroon eindigen we met 6 pennen recht, dan afkanten. Opmaak. Voor het smocken gebruiken we dezelfde wol en een borduurnaald. Cm de 6 toeren worden van hot oasje*de eerste rechte steek en de tweede aan elkaar genaaid, op dezelfde hoogte dc derde en de vierde, enz. Precies daartussehon hecht n we de tweede en de derde en ook de vierde en de vijfde aan elkaar. Steeds worden er 2 rijen te gelijk gesmookt. Het boordje en de mouw'jes worden ook gesmookt Nu wordt het werk gestreken onder een voch- tigen doek. de zijnaden worden tot aan de pas dicht genaaid en ook eestreken. De schouders naaien we 2 c.M. dicht en sluiten ze verder met kleine knoopjes en lusjes. De mouwtjes worden ingenaaid met- de ruimte van boven Als deze ook uitgestreken zijn is het jurkje klaar. Sp. Th. EEN PRAATJE OVER GARNALEN. Het pellen. De garnaal met den kop in de linkerhand ne men en met de andere hand het staartgedeelte er aftrekken, daarbij met de linkerhand even een duwtje aan den kop gevend. Garnalen, die niet kromgetrokken zijn na het koken, weggooien, daar deze niet goed zijn. Door goed te ruiken vóór het koken, kan men bederf ook al constateeren. Recepten. Hieronder volgen eenige recepten: Garnalenragoüt in een rand van aard appelpuree, als koffieschotel of als middagmaal met kropsla. Benoodigdhedén: 200 gr. garnalen, 21/2 d.L. melk, 3 a 4 lepels "bloem, 2 lepels boter, zout. peper, gehakte peterselie, puree van 1/2 pond aardappelen, pl.m. 2 d.L. melk, boter, .paneer meel. Bereiding: Van de aardappelen met de melk en wat boter en zout mooie gladde puree maken. Ze overdoen in een rijstrand, die met boter be smeerd is en met paneermeel bestrooid Deze warm houden. Van boter, bloem en melk een tamelijk dikke saus maken. Deze op smaak af maken met peper, zout en noot en de garnalen en de fijngehakte peterselie er door roeren. De rand keeren en vullen met .{le garnalenragoüt. Kropsla er bij geven. Deze garnalenragoüt kan ook gebruikt worden op stukjes geroosterd of in boter bruin gebakken brood en wordt hierop als een bergje gelegd. Verder in schelpen, of als vulsel voor een ome let. Kleine geraspte broodjes kunnen doorgesne den worden en uitgehold, daarna besmeerd met boter, en met de ragoftt gevuld. Het kapje legt men er weer op. wat gesmolten boter giet men er overheen, en de broodjes zet men pl.m. 10 minuten In een heeten oven. Smakelijke schotels krijgt men verder nog van garnalen met tomaten en hard gekookte eieren of van garnalen met kropsla en harde eieren. BENOEMING IN HET BISDOM HAARLEM. In het bisdom Haarlem werd benoemd tot kape laan te Lisse P. G. M. Schoonebeek. VOOR DE KINDEREN Ik heb reuze honger, kondigde de Dikke aan. Dat zal nog wel erger worden, zei Krent, of je zou aan de cactussen moeten gaan knabbelen. Ik ga eens op onderzoek uit, besloot de Dikke, misschien vinden we eetbare vruchten. het butterfly. En als Frank voor der zooveelsten keer weer eens probeert om met brillantine zijn haar in bedwang te houden, dan kan een dag later Van Dijk zich weer beklagen „dat het op het kler kenkantoor niet te houden is van den stank van De Wit's geplakte pommadekop". Ja, in zijn hart vindt De Wit het doen en laten van den jongsten medewerker machtig interessant. Van Dijk kijkt opgelucht, als de deur opengaat. Maar het is een cliënt, die binnenkomt, een dood moe uitziend mannetje, dat schichtig rondkijkt en luisterend vraagt: Zijn ze.... zijn de heeren er nog niet? Nee. er is nog niemand, meneer Plaat. Neemt u maar even plaats, noodigt Van Dijk Plaat gaat zitten, ellebogen op de knieën, hoed nerveus niet beide handen ronddraaiend, in de be rustende wachtkamerhouding. Hij kijkt telkens ge jaagd naar de deur, schrikt als deze opengaat en springt verheugd op, als hij ziet. dat het Frank is. die komt binnenstuiven. Zijn de heeren er nog niet? Mooi. Ga maar vast mee, Plaat. Van Dijk, het dossier Plaat contra crediteuren, breng je 't even boven? Afwisselend vak toch, de advocatuur, denkt Frank, als hij, met Plaat tegenover zioh, probeert zich in diens dossier te verdiepen. Regelrecht van de poëzie in het meest barre proza. Het is lang niet eenvoudig.... Ieder oogenblik kunnen ze ko men de crediteuren, die hij bijeengeroepen heeft om ze gebamenlijk te overleggen, of ze dezen stum per drijvende kunnen houden. Schoenmaker is hij, Plaat. Prima vakman; maatwerk, meneer goed ouderwetsch degelijk werk, wat tegenwoordig niet meer gevraagd wordt. De menschen willen 't niet meer. laten zich liever die goedkoope fabriekswerk in de handen stoppen. Schoenen voor gevoe lige voeten, daar is hij specialiteit inYvonne wilde vanmiddag met alle geweld naar Noordwyk. Op Plaat's schoenen kan de ongelukkigste mensch nog loopen. En schoolschoenen voor kinderen och meneer, de menschen weter niet meer. wat goed werk is.... Het regent al, 't was toch geen weer voor NoordwijkEn dus moet Plaat zijn kostje zien te scharrelen met reparatiewerk. Maar Vrouwen helpen mee sorteeren. Wat we doen kunnen, direct en later. Er is iets bijzonders te zien vandaag! Groote sleeperswagens met paarden er voor (want ben zine is er nieten dus komt de levende PK. weer in eeret trekken door de stad. van wijk tof wijk. van huis tot huis. Padvinders springen eraf en bellen aan. Even een korte pauze en dan worden uit de huizen de goederen aangedragen: de tafels en stoelen matrassen en kleeden, waschtafels, ser viezen. linnengoed, kleeden, pannen en die dui zend en één dingen, die alies bij elkaar in een huis ons comfort vormen en die alles bij elkaar op een wagen plotseling maar één benaming meer waard schijnen: een bonte verzameling. De vracht is opgeladen, het paard trekt aan ennee, dat gaat zóó maar niet. Menschen hebben uit de ramen gekeken, links, rechts, aan den overkant, van om den hoek. En nu vliegen de deuren open en ei' is maar één collectieve kreet: „Wacht even! I k heb ook nog wat!" U hebt 't allang geraden: er is inzameling voor de geteisterde gebieden en natuurlijk wil elk, die nog iets te missen heeft, onmiddellijk meedoen, 't Wordt een vreemd allegaartje, *t is een won derlijke, heel vreemdsoortige toren van Babel, die tenslotte wankelend, aan alle kanten uit den wa gen puilend bij de centrale verzamelplaats voor rijdt. Weer hollen en draven de padvinders. Volwas sen mannen helpen mee om de vracht af te la den. Rondom langs de muren vormen zich hoo- ge stapels meubelen. In een hoek verrijst een berg van matrassen, ergens anders vormt zich langza merhand een blanke rivier van borden, kopjes, bekers, schalen En in 't midden, ja, daar ligt wat men zou kunnen noemen: de ongeordende chaos. Een enorme heuvel kleeren of wat er in de gauwig heid voor werd aangezien. Even staan we er lich telijk verslagen tegenop te kijken. Een paai' hee ren loopen op ons toe en zeggen nog eens ten overvloede zoo met een breed armgebaar in de lucht! dat dit alles zoo vlug mogelijk gesor teerd moet worden. En loopen weer weg om nieu we wagens los te krijgen, om nog meer aan te sleepen. De taak der ordening is dus voor ons, vrouwen. Er lijkt haast geen beginnen aan! Maar 't moet! En dus besluiten we maar direct aan te pakken Een zestal groote kleeden wordt links en rechts uit den stapel getrokken en met ver eende krachten op den grond uitgespreid. En dan volgt het geduldwerkje van het sorteeren. Hem den.- nachtponnen, kousen, japonnen, mantels, babygoedwat gaat er niet allemaal door onze handen! Van groot tot klein, van luxueus tot een voudig, van bijna nieuw tot vrijwel versleten. Wat een verschillende menschen en kinderen hebben dit alles gedragen, wat een rijkdom van lief en leed, van gedachten en gevoelens zit er aan vast! Maar 't zijn allemaal Nederlanders, die het droegen, wier lief en leed ermee verbonden is en die het. afstonden voor hun landgenooten. Dat is de blijde, bindende gedachte, die van dit alles uitstraalt en die merkbaar is in de zorg vuldige verpakking, in den goeden staat van het overgroote deel der kleeren: 't is alles met lief de gegeven. We voelen allen deze gedachte en worden er door gesteund bij ons werk. want ook wij willen immers niet anders doen dan helpen, onze land genooten dienen! Gordijnen, babysokjes, blouses kinderjurken.... langzamerhand verrijst stape1 naast stapel en de „ongeordende chaos" wordt geordend. Als, na uren en uren, met vereende krachten de berg is weggeruimd en in de plaats daarvan over al groote pakken liggen, met touw vohtgesjord. klaar om te worden opgeladen op een groote vrachtauto, dan is o n s deel van 't werk gedaan Maar dan bedenken we dat er nog meel wat méér arbeid noodig was en is, voor de bewoners van de geteisterde gebieden deze zending in hun be zit hebben. Er is voordien al veel werk, ook door vrouwen verzet, 't Was een toer om ben zine voor deze vracht te krijgen, 't Was moeilijk daarginds opslagplaatsen te vinden, waar de goederen kunnen worden opgeslagen alvorens te worden gedistribueerd. En daar moeten weer vrouwen zijn, die met liefde en billijkheid het werk van de verdeeling verrichten. 't Zal niet, gemakkelijk zijn, want het geven is wel prettig maar 't ontvangen voor wie dit niet gewend waren, zal moeilijk zijn. Er zal veel tact veel kameraadschap van vrouwen worden ver- eischt om dezen noodzakelijken weg tusschen oud en nieuw af te leggen. Veel wijsheid zal het vragen en veel geduld.... Even later zit ik op een tabouretje, en sorteer lepels. Een groote kist staat voor me, tot den rand toe vol met deze allernuttigste gebruiks voorwerpen. Ze moeten in bosjes van twaalf worden gebonden, zooveel mogelijk soort bij soort. Een geduldwerkje is dat, maar 't is noodig. daar is ook de klad in. En nu hebben ze hem van alle kanten in het nauw gedreven; De leverancier van de ponsmachine op afbetaling. En de huisbaas. En de leveranciers van zoolleer en bovenleer. Er de belastingen ook natuurlijk. Ze hebben zijn fail lissement aangevraagd Den zestienden zal het request voor de Vacantiekamer van de Rechtbank behandeld wordenZestien Augustus, dan staat er rog een andere zaak op de rol voor den laatsten keer. Zestien Augustus wordt de echtschei ding (bij verstek) uitgesproken tusschen Yvonne de Faucourt en haar derden echtgenoot Hoeveel moet er nog betaald worden op de ponsmachine? Frank probeert uit alle macht zich te concentreeren. Hij is blij, als de crediteurer de een na den ander binnenkomen. Nu moet hij wel bij de zaak blijven. Leiding geven aan de discus sies trachten te schipperen te sussen een paar lastige heeren met een grapje en eer zacht lijntje méé zien te krijgen. Kr komen sigaren aan te pas. een dikke rookwolk hangt in de kamer. Er wordt druk gecijferd, er worden krachttermen gebruikt en dooddoeners en dikke woorden: „crisis", „sanee ring", „levensvatbaarheid van het bedrijf", „para siteeren op andermans crediet" worden ijverig ge hanteerd. Maar tenslotte wordt er gelachen en om half vijf zijn de heeren het eens. Plaat mag blijven doorwerken. Meester Robberts zal elke week zijn boekhouding laten controleeren en de crediteuren zullen ieder wekelijks een klein bedrag in mi 'de- ring van hun vorderingen krijgen. Als de heeren vertrokken zijn. komt Plaat meester Robberts aan gedaan bedanken, „dat hij hem gered heeft. U weet niet, wat het voor me is. meneer, dat ik die schande niet hoef te belevenZiezoo, een goed werk gedaan, denkt Frank tevreden, terwijl hij de ra men wijd openzet, om den rook te verjagen. Maar vijf minuten later twijfelt hij weer. Een goed werk? Waarom? Wat is er voor reden om zoo bijzo-der tevreden te zijn? Alsof die stumper, die Plaat er werkelijk op vooruitgaat, alsof hij er iets mee ge holpen is, dat hij voortaan bij de genade van zijn crediteurer mag doortobben Nu wordt hij lang zaam aan uitgeknepen als een citroen en anders was 't een korte pijn geweest. Wat voor nut heeft Vrouwen, die zelf waarschijnlijk haar bo« keurig in orde hadden want welke Holland! huisvrouw heeft dat niet? zullen nu str deze lepels moeten gebruiken. Zou het geen gi heid zijn, haar een allegaartje te sturen? Is 't noodzakelijk, dat andere Nederlandsche vroir hier haar zorgende handen over laten gaan de moeilijke overgang ook hierdoor een wei trachten te verlichten? Er kan ik wordt hier onder 't sorteeren v<x durend bij bepaald zoo ontzaglijk veel door vrouwen worden gedaan! Allomaal kleine, onr. zele werkjes zijn het, maar samen vormen ze onmisbare schakel in 't groote geheel van werk van herstel en opbouw. Wanneer we ze a vuldlg uitvoeren, met toewijding en begrip, zullen we zéér daadwerkelijk meehelpen aan herstel van wat gebroken is en dan zal het sai borlghcidsgevoel tusschen alle Nederlanders door ons werken worden versterkt. Vrouwenwerk in moeilijke dagen: er is al i veel over geschreven en terecht. Ais het gaat het dienen, om aanpakken, de handen uit mouwen steken, om bedrijvig heen en weer loq en overal tegelijk zijn, dan is de Nederlands vrouw op haar post. Maar ik geloof, dat we niet uitsluitend de mi rieele kant van ons werk mogen zien De Ned landsche vrouw zal zeer zeker in de toekoi nog een groote Geestelijke taak te vervullen h ben. Een taak. die heel moeilijk zal zijn. maar een grooten zegen zal kunnen afwerpen, als ervoor berekend blijken. Wij zullen ook geestelijk moeten meehelt om de eenheid in ons volk te verhoogen. om hl aan te bouwen, want 't is noodig, dat we goed en voorgoed begrijpen: ln onze on verbrei lijke eenheid ligt onze hoop voor de toe kon Ik weet niet, of het u gaat als mij, maar sol wanneer ik aan de toekomst denk, dan schijnt als een toren op me af te komen, grootsch geweldig, beangstigend groot ln de oogen vant klein mensche-nkind. Grooter nog dan die oi zaglijke berg kleeren die gesorteerd moest w den en die ook eindelijk gesorteerd werd! Er is één geliuk bi.i alle werk en dat is, dat toch heusch maar één ding tegelijk kunnen aa pakken en dat zóó, bi.i stukjes en beetjes, het w gedaan komt. Er is één groote zegen in het lei en dat is. dat het verdeeld is in dagen en dat dus steeds bij den dag mogen leven. Iedere i heeft genoeg aan zijn eigen kwaad en brengt mee zijn eigen vreugde, waarvoor we dankt» moeten zijn. Als wij dag aan dag onze plicht do dan zal de toekomst ons zeker zegen breng als enkeling en als volk. En nu geloof ik. dat het niet moeilijk is, groote trekken aan te duiden, waarin de pik van de Nederlandsche vrouw bestaat. Zij heef; het verleden getoond, dat er rust, zelfbehe sching. en toewijding van haar kunnen uitgi en zij zal ook nu deze goede eigenschappen vermeerderde mate moeten uitdragen. Rust. Is 't geen zegen, in aanraking te kom met menschen. die rustig zijn. omdat ze hun; nerlijk evenwicht hebben gevonden? Aan ons nerlljk evenwicht moeten we allen werken, ju nu. We zullen moeten strijden tot we dat' geve den hebben en we onze omgeving een kalm, bl moedig gezicht kunnen toonen. Zelfbeheersching. Is die niet ontzaglijk riool ln dezen tijd? We mogen elkaar heusch welea voorhouden, dat haat, bitterheid en moedelo: heid afbrekende krachten zijn, die ons hart ti en nooit mogen binnendringen opdat niet 0 volk erdoor worde aangetast en ondermijnd. Toewijding. Ja, meer dan ooit tevoren hebb we die noodig. toewijding aan ons werk en o gezin, omdat ons volk nu a 1 zijn goede kracht zoo broodnoodig heeft. Door deze drie kracht kunnen wij meehelpen aan den opbouw van 0 volksbestaan. .Allemaal groote woorden" zult u zeggen. I maar de daden, die van ons gevraagd wordi zullen klein genoeg zijn. Kleine bewijzen van ml leven, een enkel woord van kalmte en bemoei ging, een resolute weigering om mee te doen a nutteloos gepraat. En dan. iedcren dag, ons f woon dagelijksch werk, dat zeker erg interessa zal worden omdat 't zoo moeilijk wordt. Waarlj we behoeven ons niet te vervelen! R DE RUYTERr—v. d. FEER OPGEHEVEN FAILLISSEMENTEN. Door de Arrondissements Rechtbank te Haarli werden wegens gebrek aan actief opgeheven i faillissementen van: Hendrik Lustig, timmerman, wonende te Beve wijk, Boeweg 55. Curator mr. J. A. B. Sanders Beverwijk; J. Schuchart, bloembollenhandelai wonende te Heemskerk, Molenstreng no. 96. C ratrice mej. mr. C. H. Deknatel te Haarlem. Door het verbindend worden der Uitdeeling lijst is geëindigd het faillissement van C. P. v Hooff, koopman in aardappelen etc. wonende IJmuiden, gemeente Velsen, (Conc. cred. 11.59 Curator mr. L. Ali Cohen te Haarlem. AMBTSAANVAARDING VAN PROF. DR. C. J. GORTER. Prof. dr. C. J. Gorter heeft Maandagmiddag zi ambt van buitengewoon hoogleeraar in de expei menteele natuurkundige propaedeuse aan de G neentc LTniversiteit te Amsterdam aanvaard ni het uitspreken van een inaugureele rede, welke l onderwerp had „Magnetische eigenschappen vi atomen en ionen". zijn bcmiddehrg eigenlijk gehad? Wat voor Wt kelijk. aanwijsbaar nut heeft het werk van dl advocaat in misschien acht van de tien zaken, d hij te behandelen krügf Ja, ze bestaan wel, I echte mooie processen, de zaken met wetenschai pelijke finesse, met eer juridische pointe, de due •net woorden tusschen scherpzinnige juristen. Ma daar blijven de jongeren meestal nuchter van. L ter. belooft Frank zichzelf, later zal hij daar <X zijn deel wel van krijgen. En voorloopig moet 1 zich maar troosten met de hem zoo royaal to troomende echtsche:dingen Die hem ook hulde erkentelijkheid opleverenEn volgende we s Yvonne cliënte-af. Uit met de pret. Want I uitkeering, waartoe echtgenoot nummer drie zit wil laten veroordeelen. is dermate schraaltjes ui gevallen, dat ze wel heel gauw en heel ernst naar nummer vier zal gaan uitkijken. En dan sta meester Robberts buiten spel. Nu eerst maar evt een résumé van de besprekingen dicteeren. Morg* kan hij uit zijn notities niet meer wijs worden. I met een zucht begraaft Frank zich weer in h dossier Plaat. Wij zullen u gaarne leveren onder volgend voorwaardenNick stenografeert. De drie maanden zijn achter den rug en ze niet ontslagen. De telefoon belt. Ze staat op, klaar om te retire* ren, maar een handbeweging aan den overkant va het bureau beduidt haar. dat ze mag blijven. Z becitn haar stenogram terug te lezen. Na het telefoneeren zegt Weasels: Ik heb ee opdracht voor u, een spezlellen opdracht. U be; toch rechtsgeleerd, nietwaar? Jazeker meneer, zegt Nick verbijsterd. Onze advocaten verlangen nadere inlichtinge over een proces dat wij voeren. Laat de correspoc dentie aan u geven en verzamelt dan de gegeven Jawel, meneer, zegl Nick. Versuft loopt naar de typekamer, rapporteert meneer Lammer! dat ze den verderen dag voor meneer Wessé dingen moet nazoeken en verdwijnt naar het ar chief. .(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6