Zwitserland herademt na een tijd van spanning.
n T \T S D A G 9 JULI 1940
RAAULEM'S DAGBLAD
Bij duizendtallen keeren de vluchtelingen in Frankrijk naar hun woonsteden
terug. Ook per goederenwagons heeft het vervoer plaats, welk transport in
dankbaarheid wordt aanvaard.
Een meer autoritair staatsbestuur?
(Van onzen correspondent te Genève).
Het totstandkomen van den wapenstilstand
tusschen Duit.schland en Italië eenerzijds en
Frankrijk anderzijds heeft ook in Zwitserland een
gevoelen van opluchting doen ontstaan. Het kan
de Zwitsersche bevolking natuurlijk niet onver
schillig zijn dat dank zij dezen wapenstilstand
het gevaar, dat ook Zwitserland nog in den oor
log betrokken zou wordtn, voor een groot deel
verminderd is. Generaal Guisan, de opperbevel
hebber van het Zwitsersche leger, en de regee-
ring van het land hebben dan ook reeds de eerste
gevolgtrekking hieruit gemaakt. Nu de oorlog niet
langer aan de grenzen van Zwitserland woedt
hebben zij terstond besloten tot een gedeeltelijke,
zich gaandeweg uitbreidende demobilisatie van
het leger over te gaan. Reeds konden de oudste
lichtingen naar huis terugkeeren.
De opluchting over de belangrijke vermindering
van het oorlogsgevaar is des te grooter, omdat
juist in de allerlaatste weken de oorlog in de on
middellijke nabijheid van Zwitserland gevoerd
werd en verschillende streken van het land dit
op nog heel wat directer wijze dan door kranten
en radio te bespeuren kregen. Te Bazel was ge
durende eenige dagen en nachten het gedonder
van het geschut dicht bij de grenzen zoo luid dat
het ook in deze neutrale Rijnstad heel ongemoe
delijk was en menige vensterruit het slachtoffer
der geweldige trillingen in de lucht geworden is.
Verscheidene malen ook moesten Zwitsersche
vliegtuigen in actie treden om vliegers te verdrij
ven, die bij vergissing boven het Zwitsersche
luchtruim gekomen waren. Zonder verlies aan
menschenlevens, ook Zwitsersche, zijn deze on
gewilde ontmoetingen in de lucht niet afgeloopen.
Een paar Australische vliegers zijn in hun geo
grafische onkunde zelfs zoo ver gegaan dat zij
in den nacht na de oorlogsverklaring van Italië
aan Engeland en Frankrijk een dozijn bommen op
Genève en een andere plaats aan het meer van
Genève hebben geworpen, in de meening zich
nog in Italië te bevinden. Een vijftal dooden en
ruim dertig gewonden vielen hier te betreuren. En
ten slotte dreigde hier in de allerlaatste dagen
een herhaling van de spannende dagen van
Januari 1871. toen het verslagen Fransche leger
van generaal Bourbaki, bij zijn terugtrekken voor
de Duitschers, meer en meer de Zwitsersche gren
zen naderde, waarbij de Zwitsersche troepen
groote moeite hadden het 80.000 man sterke
Fransche leger terstond te ontwapenen, zooals
het volkenrecht voorschrijft. Ditmaal ging het
echter gemakkelijker. De zich terugtrekkende
Fransche troepen hadden niet meer den strijd
lust, die de soldaten van Bourbaki nog bezielde,
en zoo konden bijna 50.000 Fransche en Poolsche
strijders, die het Zwitsersche grondgebied bereikt
hadden, zonder moeilijkheden ontwapend en in
het verder van de grenzen gelegen Berner Ober
land geïnterneerd worden.
Met de vermindering van het oorlogsgevaar is
voor Zwitserland echter ditmaal gepaard gegaan
een ernstige verzwaring der economische moei
lijkheden. Het gevolg van de dubbele blokkade
(van Engeland tegen het Europeesche Vasteland
en van Duitschland tegen Engeland) zal wel zijn
dat de Zwitsersche handel met de Vereenigde
Staten van Amerika en andere overzeesche ge
bieden vrijwel geheel voor den verderen duur van
den oorlog zal worden lam gelegd. Waar de Zwit
sersche uitvoerhandel op het oogenblik boven
dien zijn afzetmarkten in Nederland. België en
Scandinavië verloren heeft ziet het er voor de
Zwitsersche nijverheid niet rooskleurig uit. De
onderbreking van den toevoer van industrieele
grondstoffen uit de overzeesche gebieden zou het
aan de Zwitsersche uitvoerindustrie trouwens
spoedig onmogelijk maken haar waren nog te
blijven leveren, zelfs indien de afzetmarkten deze
nog zouden kunnen opnemen.
Gelukkig zal het stopzetten van den invoer van
levensmiddelen uit de overzeesche gebieden
naar Zwitserland minder ernstige gevolgen heb
ben dan menigeen vreest, die reeds met schrik
ook de ergste gevolgen voor de levensmiddelen
verzorging van het land tegemoet zag. De Zwit
sersche Boerenbond heeft een verklaring tot het
Zwitsersche volk gericht, waarin hij verzekert,
dat de Zwitsersche boerenstand geheel uit eigen
kracht in staat zal zijn dank zij verstandige in
deeling van het gebruik van den bodem en har
den arbeid het Zwitsersche volk voor eigenlijken
nood en honger te behoeden. Tijdig getroffen
voorzorgsmaatregelen der regeering zullen boven
dien tengevolge hebben dat zelfs geen heel knel
lende beperkingen de bevolking zullen worden
opgelegd. Brood, vleesch. kaas. boter, melk.
vruchten, groenten en aardappelen zullen in
voldoende mate voorhanden zijn, zelfs als de
oorlog nog een geheel jaar zou moeten voortdu
ren. Koffie en thee kan de Zwitsersche boer ech
ter natuurlijk niet voortbrengen. Hier zal een vrij
scherpe rantsoeneering wel onvermijdelijk wor
den. Doch dit zijn eigenlijk meer genot- dan le
vensmiddelen. Ook het gebruik van kaas zal wel
licht eenigszins beperkt moeten worden. Niet,
omdat er in Zwitserland, het land dat om zijn
vele voortreffelijke kaassoorten juist beroemd is.
plotseling een gebrek hieraan ontstaan zou, doch
omdat de Zwitsersche kaas in het buitenland zoo
geliefd is dat deze als ruilmiddel voor andere
goederen zal kunnen dienen, waaraan Zwitser
land groote behoefte zou hebben. Zoo hoopt men
door den uitvoer van groote hoeveelheden kaas
naar het buitenland wat meer steenkolen te
kunnen verkrijgen. Steenkolen en benzine zijn
tegenwoordig wel die goederen, waaromtrent'eer
voorraadvermeerdering het meest noodig is.
De ongunstige vooruitzichten voor de Zwitser
sche uitvoernijverheid maken dat men de ko
mende gedeeltelijke demobilisatie van het leger
niet zonder bezorgdheid, van economisch stand
punt beschouwd, tegemoet ziet. Op het oogen
blik is de werkloosheid in Zwitserland vrijwel
geheel verdwenen. De terugkeer van duizenden
militairen in het burgerlijke leven zou echter wel
een nieuw opleven der werkloosheid kunnen
veroorzaken, vooral waar de exportnijverheid we
gens den ongunstigen gang van zaken zeker niet
veel nieuwe arbeidskrachten zal kunnen opne
men.
Onder algemeene instemming van het Zwitser
sche volk heeft de president van Zwitserland,
Pilet-Golaz, echter verzekerd dat de regeering
vastbesloten is „tot iederen prijs" ervoor te zor
gen dat iedere Zwitser in zijn vaderland arbeid
en brood zal kunnen vinden. Inderdaad verlangt
het geheele volk dat de soldaten, die tien
maanden lang getrouw aan de grenzen gestaan
hebben, om den oorlog uit het land te houden, na
hun terugkeer in het burgerlijke leven behoor
lijken arbeid zullen vinden en niet gedwongen
zullen worden als werkloozen te gaan „stempe
len".
Welke maatregelen de regeering treffen zal om
dit te verhoeden is nog onbekend. Doch president
Pilet-Golaz heeft reeds aangekondigd dat de re
gering niet schromen zal de maatregelen, die zij
in het algemeen belang noodig acht. zelf met be
kwamen spoed af te kondigen, zonder deze vooraf
aan de goedkeuring van langdurig beraadslagen
de partijen en organen der volksvertegenwoordi
ging te onderwerpen. President Pilet-Golaz wees
er op dat de zoo radicaal gewijzigde toestand van
Europa het ook voor Zwitserland noodig zal ma
ken zijn methoden van staatsbestuur te herzien.
Snelheid van handelen zal voortaan noodzakelijk
zijn voor hen, die zich aan de veranderde tijds
omstandigheden met succes zullen willen aan
passen.
De aankondiging, dat de regeering voortaan
maatregelen zal treffen uit eigen autoriteit
zooals Pilet-Golaz zeide, uit eigen machtsbe
voegdheid. zooals minister Etter het in de Duit-
sche vertaling van de redevoering van den pre
sident verduidelijkte, is met gemengde gevoelens
ontvangen. De sociaal-democraten hebben ter
stond tegen een prijsgeven van de „democratie",
indien dit in de bedoeling der regeering zou lig
gen, geprotesteerd. De burgerlijke bladen hebben
echter erkend dat ook in het Zwitsersche staats
bestuur veranderingen noodzakelijk zijn en
zien thans met belangstelling een verdere uit
werking van de woorden van president Pilet-Go
laz tegemoet. Over de noodzakelijkheid, dat de
beslissingen der wetgevende macht, aan wie deze
ook moge toevertrouwd worden, in de toekomst
in een veel sneller tempo zullen moeten geno
men worden is men het algemeen eens. Even
als met deze vermaning van den president van
Zwitserland: „Het tijdstip der Zwitsersche We
dergeboorte is gekomen!" Hoe dit algemeene
besef zich in de practijk zal uitwerken, zal de
naaste toekomst wel spoedig leeren!
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK.
De voeten der Amerikanen.
In degeneratie?
..Als de Amerikanen hun voeten niet meer ge
bruiken zullen de inwoners van dit land na weinige
generaties zich nog slechts kunnen voortsleepen.'"
Dat is de voorspelling, die een tweetal „deskundi
gen" uit Pittsburgh, de levensverzekeringsinspec
teur Burnett Roscoe en de secretaris van den verze
keringsraad van West Pennsylvanië George
Ciarkson gedaan hebben. Roscoe gaat nog verdel
en beweert dat het zelfs erger zal worden: Nog
eenige gereraties verder zullen de voetspieren dei-
Amerikanen zoo verzwakt zijn dat zij op handen
en voeten zullen moeten gaan.
„De menschen vergeten steeds meer hun voeten
te gebruiken", zoo klaagt Roscoe. ,,'s Morgens rijden
zij naar hun werk, zitten dan den heelen dag in hun
bureaustoel en 's avonds rijden zij weer naar huis.
Naar theaters en andere vermakelijkheden plegen
zij ook van hun auto gebruik te maken. En als zij
hierna thuiskeeren gaan zij naar bed. Bovendien
weiden onlangs zelfs auto's uitgevonden, waarin
men de koppelingspedalen niet meer met den voet
behoeft te bedienen."
Zoowel Roscoe als Ciarkson hebben uitgerekend,
dat dit buiten gebruik stellen van de voe
ten den Amerikanen op heel wat geld komt
te staan. Door de verzwakking van de
looporganen vinden er veel meer verkeers
ongelukken plaats, hetgeen leidt tot maatregelen ter
voorkoming van deze ongelukken, verkeersrege
lingen enz., die alle geld kosten. „Naar mijn mee
ning", aldus deze ongeluksprofeet, „zal dit kwaad
van jaar tot jaar erger worden en het zal vast nog
eens zoover komen dat de homo sapiene het loopen
verleert." (United Press).
Het salonrijtuig van Compiègne.
Te Berlijn aangekomen.
Het D. N. B. meldt! Het historische salonrijtuig uit
Compiègne is in de rijkshoofdstad aangekomen. Tot
dal nader zal zijn vastgesteld, waar het rijtuig een
plaats moet vinden, blijft het voorloopig bij hel goe
derenstation aan het Anhalterbahnhaf staan.
De voedselvoorziening van
Engeland.
Britschc persstemmen.
s-GRAVENHAGE, 8 Juli. Het A.N.P. meldt:
De Engelsche radio heeft herhaaldelijk beschou
wingen gewijd aan de voedselpositie van Duitsch
land en van de door Duitschland bezette gebieden.
Van Duitsche zijde is men daarop het antwoord
niet schuldig gebleven en heeft men herinnerd aan
de werking van de continentale tegenblokkade te
gen Engeland. Thans heeft de Pressed^zernent, de
heer W. Janke, ons een bloemlezing verstrekt van
Engelsche persstemmen, die wel heel teekenend
genoemc kunnen worden voor de schaarschte, die
Engeland zelf heeft leeren kennen en die de sma
lende opmerkingen van de Britsche radio over den
honger aan de overzijde van de zee in het juiste
licht zitten.
Uit de „Daily Mail" van 1 April 1940:
„In heel Engeland hebben de huisvaders gisteren
bij het middagmaal gezegd' „Wat, al weer schapen-
vleesch?" de huisvaders beknorren hun vrouwen,
de vrouwen beklagen zich over de slagers, de sla
gers stellen weer den minister voor de voedsel
voorziening verantwoordelijk en deze minister weer
het ministerie van oorlog. Dit ministerie wil nl.
het rundvleesch reserveeren voor de soldaten en
daardoor krijgen de huisvaders schapenvleesch,
terwijl den soldaten ongetwijfeld het rundvleesch
al tegenstaat".
Uit de „Times" van 2 April 1940:
De bekende landbouwdeskundige, A. P. Mc.
Cougall schrijft: „Wat heeft het voor zin honder
den millioeren uit te geven aan vliegtuigen, wan
neer wij niet voor de voeding van onze bevolking
kunnen zorgen. Wij kunnen niet altijd hopen, dat
wij er van dag op dag door zullen rollen".
Uit de .Daily Worker" van 4 April 1940:
„Leege provisiekamers en oploopende prijzen zijn
het resultaat van de voedselpolitiek der regeering,
die groote deelen van de arbeidersbevolking aan
ondervoeding bloot stelt. Suiker is in prijs met 72
pet., buitenlandsch spek met 25 pet., Engelsch
spek met 34 pet. opgeloopen, terwijl varkensvet
27.7 pet. duurder is. De prijs van margarine is met
13 pct„ van versche eieren met 103 pet., van boter
met 12 pet., van kaas met 37 pet., van aardappelen
met 29 pet. en van vesreh vleesch met 16 tot 42
pet. gestegen. Al deze artikelen zijn voor arbeiders
gezinnen echter van de grootste beteekenis".
Uit een der draadlooze nieuwsdiensten van Reu
ter van 15 April 194'0:
„Het ministerie van voedselvoorziening heeft
heden nieuwe aanduidingen verstrekt over de
waarschijnlijke gevolgen der invasie van Denemar.
ken op de voedselvoorziening van Engeland. In de
toekomst hangt de positie van de verschepings
kwestie af en mag men niet verwachten dat het
mogelijk zal zijn de aanvoeren uit de Scandinavi
sche landen voor 100 pet. te vervangen".
De Columbia Broadcasting Company in een uit
zending van Londen naar de Vereenigde Staten van
15 April 1940:
„Kenmerkend voor de buitengewoon moeilijke
positie der Engelsche voedselvoorziening zijn de
fantastische loonen der visschers. Eenvoudige En
gelsche visschers ontvangen, wegens het buiten
gewone oorlogsgevaar van hun beroep, 750 mark
per week. terwijl de reeders voor hun booten het
tienvoudige bedrag uitbetaald krijgen. Voor een
vischvangstseizoen van 10 wekèn ontvingen En
gelsche visschers die in normale tijden nauwelijks
droog brood verdienden, 75.000 mark.
Het Britsche ministerie van voedselvoorziening
op 16 April 1940: In een officieele verklaring heeft
het ministerie van voedselvoorziening uiting ge
geven aan de hoop, dat het niet noodig zal zijn de
rantsoeneering van levensmiddelen te verscher
pen, ook al is Engeland afgesneden van de aan
voeren van ham, boter en eieren uit Denemarken.
Zou de toestand echter minder gunstig worden dan
zal men de rantsoeneering daarbij moeten aanpas
sen".
Het tijdschrift „The British Union" van 17 April
1940: Uit een artikel van Jorian Jerks getiteld:
„Het hongergevaar": „De organisatie van de le
vensmiddelenvoorziening en van de prijscontrole
ligt in Engeland in handen van lieden, die niet
bepaald deskundig genoemd kunnen worden".
De „Nation Beige" van 19 April: „Een corres
pondent wijst op de scherpe Engelsche beperkin
gen van levensmiddelen. In het huishouden van een
„gemiddelde" Engelschman staat nog maar een
maal per week het traditionele rundvleesch of spek
op tafel. Op de overige dagen van de week moet
men volkomen van vleesch afzien of zich tevreden
stellen met inwendige deelen. afvalvleesch, herse
nen en dergelijke, waarbij af en toe een konijntje
of gevogelte komt. Ook het verbruik van boter en
suiker is buitengewoon beperkt. Het bezit van een
stuk echte boter wordt als een bijzonderheid be
schouwd Het spek, dat vroeger bij elk Engelsch
ontbijt als onmisbaar gold, is zoo goed als geheel
van de tafel van den Engelschman verdwenen".
Uit de „Times" van 5 Mei 1940: Het blad consta
teert dat de eieren zeer schaarsch en duur zullen
worden.
De minister voor de voedselvoorziening, Lord
Woolton, in een radiorede op 16 Mei 1940:
De minister doet mededeeling van vermindering
in de rantsoeneering van levensmiddelen. Op 27
Mei wordt het suikerrantsoen van 12 tot 8 ons per
week en per pei-soon verlaagd. Op 2 Juni wordt
het boterrantsoen van 8 tot 4 ons verlaagd, wegens
het verdwijnen van den export uit Scandinavië en
Nederland. De rantsoenen spek zullen later ook
moeten worden ingekrompen. Het spijt mij, aldus
de minister, hiertoe te moeten ovei'gaan, maar ik
behoef u er niet aan te herinneren, dat wij allen
:n oorlog zijn tegen de Nazi-agressie.
Uit de Daily Express van 26 Mei 1940:
Het blad brengt voorbeelden van de schandalige
toestanden in de Britsche levensmiddelenvoorzie
ning. Gebrek aan levensmiddelen, prijsopdrijvin
gen. woeker enz., alsmede de toenemende veront
rusting van de Engelsche bevolking vallen niet te
verdoezelen.
Uit de „Daily Express" van 27 Mei 1940:
„De „Tulpenham" zal weldra de ontbijttafel van
den Engelschman sieren. Dit is een oorlogsontdek
king. Landbouwdeskundigen en anderen hebben
geconstateerd dat tulpenbollen een uitstekend var
kensvoer vormen, die 25 pet. van het veevoeder
waaraan steeds grooter gebrek komt, kunnen ver
vangen".
Uit de „News Chronicle" van 27 Mei 1940:
Het blad schildert de onbeschrijfelijke toestan
den in de Engelsche levensmiddelenvoorziening,
welke de gezondheid schaden. De Graaf van Powis
op kasteel Powis heeft een anderen slager geëischt,
daar hem Ven laatsten tijd vleesch geleverd was.
na welks gebruik drie var. zijn familieleden onder
verschijnselen van vergiftiging levensgevaarlijk
ziek waren geworden.
De „Europa Press" uit Stockholm van 29 Mei
1940:
„Het sedert het uitbreken van een oorlog zorg
wekkende tekort aan suiker in Engeland heeft de
Londensche regcering er toe gebracht onteigenings
maatregelen te nemen, welke het geheele Britsche
rijk omvatten. Noch de Dominions, noch de kolo
niën mogen suiker naar het niet-Engelsche bui
tenland exporteeren. Alle suikervoorraden tot in
totaal van 1.75 ton zijn door Londen in beslag ge
nomen".
Uit de .Daily Mirror" van 31 Mei:
„Professor Mottram van de Londensche univer
siteit verklaarde dat de Engelschen zich veel een
voudiger, dus minder overdadig zouden kunnen
voeden, vooral in het geval van oorlog". (Het doel
is blijkbaar de Engelschen op komende aanzien
lijke beperkingen van levensmiddelen voor te be
reiden).
Uit de „Daily Mail" van 31 Mei 1940:
„De distributie van ham is met de helft ver
laagd".
Uit een radiorede van den minister van Land
bouw, Hudson, op 2 Juni:
„Onze boeren maken zich over drie dingen be
zorgd: de kwestie van de arbeidskrachten, van het
veevoeder en van de prijzen. Om onze moeilijkhe
den te boven te komen en een goed inzicht te krij
gen moeten wij de feiten onder het oog zien". Di
kwestie van het veevoeder besprak Hudson als
volgt:
„Wat het veevoeder betreft moeten wij ons ver
laten op den invoer van over zee. Dit beteekent
een drastische inkrimping in den import van vee
voeder. Wij kunnen ons niet veroorloven schapen
te blijven voeren tot ze volwassen zijn. De toevoer
aan kippenvoer is zeer beperkt. Den kippenboeren
wordt aanbevolen het aantal dieren te beperken en
wel tot een derde van het tegenwoordige aantal.
Bespaart op veevoeder zooveel ge kunt, verbouwt
peulvruchten. Maakt voorraden voor den komen
den winter".
De minister van de voedselvoorziening Woolton
op 25 Juni:
De minister hield een rede om de bevolking ge
rust te stellen en verzocht „niet voor dr. Goebbels
te werken, door twijfel te uiten over den aanvoer
van voedingsmiddelen voor Engeland".
Op 3 Juli 1940 meldde Reuter:
„Men treft voorbereidingen voor een nauwkeu
rige telling en voor het nemen van maatregelen tot
versobering in de voedselvoorziening in alle res
taurants. en cafés in Groot-Brittannië. teneinde
zoo noodig tijdelijke maatregelen te nemen opdat
een collectieve voedselvoorziening van de burger
bevolking binnen den kortst mogelijken tijd ge
makkelijk in werking kan worden gesteld".
Duitsche pers versus Churchill.
Tweede Atheniageval, aldus wordt
geconstateerd.
Het D. N. B. meldt: De Duitsche pers verwijt
Churchill een tweede „Athenia"-geval op touw te
hebben gezet. Niettemin is het grootsch geënsce
neerde nieuwe geval wel heel snel op niets uitge-
loopen zonder de beoogde uitwerking in Amerika
te hebben.
Zondag liet Reuter het volgende, uit New York
gedateerde bericht verspreiden: Men heeft te New
York een radiobericht ontvangen van den Ameri-
kaanschen torpedojager „Barry", dat als volgt luidt:
„Wij zinken langzaam op 400 mijl van de Spaan-
sche kust, na te zijn getorpedeerd door een Duitsche
duikboot. Water in het ruim. Wij kunnen het nog 3
uur uithouden."
Korten tijd later volgde een nader bericht uit
New York, waarin werd gezegd: Het telegram,
waarin melding werd gemaakt van den aanslag op
den torpedojager „Barry" is door het radiostation
Mackay gepubliceerd. Nader wordt medegedeeld,
dat de torpedojager op weg was naar Bilbao om den
gezant van de Vereenigde Staten in Polen, Biddle,
af te halen. Het Amerikaansche radiostation, dat
inderdaad een (door de Engelschen vervalscht)
radiobericht over de „Barry" had opgevangen,
meldde echter korten tijd later dat „eenige twijfel
was ontstaan over de herkomst van het bericht".
Eu weer eenigen tijd later deelde de Amerikaansche
Admiraliteit mede: „De torpedojager „Barry" be
vindt zich in het geheel niet in nood, maar ligt
rustig in de haven voor anker".
Rumoerige presidentsverkiezing in
Mexico.
Vele slachtoffers in de hoofdstad en omgeving.
MEXICO. 8 Juli (D.N.B.) Gisteren zijn in
geheel Mexico de verkiezingen gehouden voor
het presidentschap der republiek. In vele plaat
sen zijn daarbij incidenten en schietpartijen
ontstaan tusschen de aanhangers der verschil
lende candidaten. Alleen in de hoofdstad en om
geving werden vijftien personen gedood en on
ge veer vijftig gewond.
De uitslagen der stemming waren Zondag
avond nog niet bekend.
Een werk van barmhartigheid. De tallooze vluchtelingen, die in de haven van
Le Havre terugkeeren, «orden onmiddellijk na aankomst van levensmiddelen
voorzien bij de daarvoor bestemde Duitsche hulpcolonnes.
Deensche regeering gereorganiseerd
Erik Scavenius opvolger van Munch als minister
van buitenlandsche zaken.
Het D.N.B. meldt uit Kopenhagen:
Na de orderteekening van de or.tslag- en bcnoc-
mmgsdecreten door den koning Is een officieele
mededeeling uitgegeven over de reorganisatie van
de regeering.
Benoemd zijn o.a.: Tot minister van Buitenland
sche Zaken de vroegere minister Erik Scavenius,
tot minister van Binnenlandsche Zaken de afge
vaardigde van het Folketing Knud Kristensen, tot
minister van verdediging de tegenwoordige mi
nister zonder portefeuille Brorsen.
Op hun post blijven: Stauning als minister van
Staat. Buhl als minister van Financier.. Bording
als minister van Landbouw en Jörgen Jörgensen
als minister van Onderwijs.
Ontslag genomen hebben o.a. de minister van
Buitenlandsche Zaken Munch, de minister van
Binnenlandsche Zaken Dahlgaard en de minister
van verdediging Andersen.
In het nieuwe kabinet, dat thans twaalf mi
nisters telt tegen vroeger achttien, zijn evenals
voorheen de vier groote Rijksdagpartijen verte
genwoordigd, nl. de sociaal-democraten, de radica
len. dc conservatieven en de ,.Vcnstre"-partij.
De minister van Buitenlandsche Zaken, Erik
Scavenius, heeft deze functie reeds tweemaal be
kleed, nl. in de regeering, die zitting had van 1909
tot 1910 en die van 1913 tot 1920. In den tusschen-
tijd is hij Deensch gezant in Weenfin en Rome ge
weest. In de jaren 1924 tot 1935 was hij gezant in
Zweden, terwijl hij voorts vijf jaar ter beschikking
stond van het Deensche ministerie van buitenland
sche zaken ter deelneming aan internationale con
ferenties van politieken aard. De 63-jarige mi
nister was van 1912 tot 1920 en van 1925 tot 1927
lid van het Landsting.
RADIOREDEVOERING VAN
STAUNING.
Het D.N.B. meldt verder dat minister Stauning
gisteravond voor de radio een redevoering heeft
uitgesproken over de reorganisatie van de Deensche
regeering. Hij zette o.m. het volgende uiteen:
„Het feit. dat het nieuwe ministerie bestaat uit
leden der vier grootste partijen en uit partijlooze
persoonlijkheden, vormt een breuk met de ge
woonte van vele jaren, ontstaan door de buitenge
wone omstandigheden. Het nieuwe kabinet heeft
een belangrijke politieke kracht. Het zal vele
moeilijkheden moeten overwinnen. Het werk zal
verder verricht worden op den grondslag van den
vrede en de overeenstemming. Denemarken hoopt
dat het ook goeden wil tot samenwerking zal vin
den bij de naties met wie een samenwerking onder
de heerschende, veranderde omstandigheden mo
gelijk is.
De groote werkloosheid moet door arbeid wor
den overwonnen. Wanneer de noodige aanvoeren
verkregen kunnen worden zal veel gewonnen zijn,
zoowel voor de binnenlandsche verhoudingen als
ook voor de aanpassing aan de veranderde econo
mische verbindingen, die thans beproefd moeten
worden. Er zullen veranderingen intreden in het
leven van de volken als gevolg van het gewijzigde
beeld van Europa, dat aan het einde van dezen
oorlog door Denemarken wordt verwacht. Het zal
slechts mogelijk z'ijn te voldoen aan de eischen.van
den tijd, wanneer het Deensche volk den wil toont
deel te nemen aan de noodige wijziging van stand
punt.
Taak van het nieuwe ministerie is het vooral
loyale samenwerking ten uitvoer te leggen met de
naburige natie en de autoriteiten, die op het oogen
blik in het land zijn. Het Deensche volk heeft
sterke nationale gevoelens. Maar het staat met
sympathie en goeden wil gereed oni de goede en
vriendschappelijke verhouding in de eerste plaats
met de Duitsche natie in stand tc houden, met wie
de samenwerking de natuurlijkste zaak is: Het
Deensche volk moet voortgaan in zijn reeds eerder
bevestigde loyaliteit. Alleen daardoor kan het
recht behouden blijven om de Deensche zelfstan
digheid in de toekomst in stand tc houden".
Duitsch frontbericht
HANDELSOORLOG TEGEN ENGELAND
GAAT DOOR.
Het frontbericht van het DNB van Maandag luidt
als volgt:
„De handelsoorlog tegen Engeland werd voortge
zet. De groote successen, waarvan het Duitsche duik
bootwapen in den laatsten tijd melding kon maken,
zijn geen toevallige successen en niet de resultaten
van een enkel optreden.
Veeleer kan worden aangenomen dat de Duitsche
oorlogsmarine van de tegenwoordig gunstige kust-
basis uit den handelsoorlog tegen Engeland met alle
daarvoor in aanmerking komende wapens conse
quent zal voortzetten en verscherpen."
PROGRAMMA
WOENSDAG 10 JULI 1940.
JAARSVELD 414.4 M.
VARA-Uitzending.
8.00 Berichten ANP, 8.10 Orgelspel. 8.45
Gramofoonmuziek. 10.00 VPRO.Morgenwij
ding. 10.15 Declamatie. 10.30 Gramofoonmu-
zoek. 11.30 Declamatie. 11.47 Hobo en piano
(opn.). 12 00 Berichten. 12.05 VARA-orkest.
12.45 Berichten A.N.P.. 1.00 Gramofoonmuziek.
1.15 VARA-orkest. 2.00 Esmeralda en soliste.
2.45 Orgelspel. 3.30 Zang en piano. 3.45 Voor
de kinderen. 5.30 De Ramblers. 6.00 Rosian-
orkest en solist (opn.) 6 40 Letterkundig over
zicht. 7.00 Berichten. 7.05 Felicitaties. 7.10
Koorzang. 7.30 „Sylvia"-Amusements-orkest
(opn.), 8.00 Berichten ANP 8.15 Puzzle-uitzen-
ding. 8.30 Esmeralda en solist. 9.00 Radio-too-
neel. 9.30 VARA-orkest en solist. 10.15—10.30
Berichten ANP.
KOOTWIJK, 1875 M.
AVRO-Uitzending.
7.00 Berichten (Duitsch). 7.15 Berichten (En
gelsch). 7.30 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten
ANP., gramofoonmuziek. 8.40 Orgelspel. 8.55
Gramofoonmuziek. 9.30 Berichten (Vlaamsch),
9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Ensemble Jonny
Kroon. 11.15 Berichten 'Engelsch). 11.30 En
semble Jonny Kroon. 12.30 Berichten (Duitsch)
12.45 Berichten ANP. 1.00 AVRO-Aeolian-or-
kest en solist. 1.45 Gramofoonmuziek. 2.00 Be
richten (Duitsch). 2.15 Concert (opn.), 3.15
Berichten (Engelsch). 3.30 AVRO-Amusements
orkest 4.40 Pinosoli. 5.00 Bgrlchten 'Duitsch).
5.15 Omroeporkest; 6.15 Berichten 'En-
gelsch)a 6.30 Onderw. Scheepvaart.: Causerie
,X>e vaarwegen in West-Europa" en taalles. 7.00
Gramofoonmuziek. 7.40 „Nederlandsch provin-
cieschoon". causerie met reportage. 8.00 Berich
ten (Duitsch). 8.15 Berichten ANP., eventueel
Gramofoonmuziek. 8.30 Berichten (Engelsch)
3.45 Berichten (Vlaamsch). 9.00 Gramofoon
muziek met toelichting. 9.15 Berichten En
gelsch). 9.30 Vervolg van 9.00. 9.45 Berich
ten i Vlaamsch). 10.00 Berichten (Duitsch).
10.15—10.25 Berichten ANP., 11,15—11.30 Be
richten (Engelsch)