sar heb
VLEKKENWATER
Streven tot verbetering der
lichamelijke opvoeding.
FLITSEN
Ceta-Bever
Op den bon.
p R TJ D A G 12
J U T. I 1940
TT A A R r, E M'S DAGE E A T3
In 1941 onderricht op alle scholen
AMSTERDAM, 12 Juli. In verband met het
fctveven om te komen tot een algeheele verbetering
van de lichamelijke opvoeding bij het onderwijs
Jjad een redacteur van het A.N.P. een onderhoud
niet jhr. mi'. C. J. A. de Kanitz, referendaris op
het departement van sociale zaken, afdeeling volks
gezondheid en secretaris van het rijkscollege voor
de lichamelijke opvodeing.
i Op de vraag, welke plannen er thans bestaan bij
het rijkscollege om te komen tot een verbetering
van de lichamelijke opvoeding in het algemeen,
en in het bijzonder bij het onderwijs, wees jhr. de
Ranitz allereerst op de taak van de lichamelijke
opvoeding in dezen tijd en gaf daarbij als volgt
feijn meening weer.
i Zonder twijfel zal thans meer dan vroeger de
dachte bij ons vouk ingang moeten vinden, dat
i lichamelijke opvoeding een onontbeerlijk deel is
de opvoeding der jeugd, onontbeerlijk in dien
dat de natie in haar strijd om het bestaan en
een krachtigen opbouw beschikt, zoowol over
aar maximum van physieke als over haar maxi-
iv is veel belangstelling, wanneer een Duilsche
Muziekkapel bij de Are de Triomphc te Parijs
een openluchtconcert geeft.
Evacuatie en vacantie der Rotter-
damsche jeugd wordt geregeld.
ROTTERDAM, 11 Juli (A.N.P.) In het bij-
ijn van den wethouder van onderwijs, den heer
de Groot, heeft het bestuur van de afdeeling
inderevacuatie van het Centraal Evacuatiebureau
e Rotterdam een uiteenzetting gegeven over het
irobleem van „de evacuatie en de komende vacantie
;r Rotterdamsche jeugd".
Het bestuur heeft in de eerste plaats haar aan-
dacht geschonken aan het royale aanbod van den
ijksminister. Daartoe werden aan 75.000 school-
inderen formulieren verstrekt, met als resultaat
lat reeds op den daarop volgenden dag 300 aan
dragen binnen kwamen. De animo van de ouders
lie hun kinderen gaarne enkele maanden vacantie
[linnen in de fraaie omgeving van het Salzkam-
nergut, bleek zoo groot, dat het bestuur tot nu
oe een dikke vier duizend aanvragen te verwer-
cen kreeg. De heer H. S. van der Waals, gedele-
[eerde voor de kindervacantie,zette daarna uit
sen, hoe den anderen Rotterdamschen kinderen,
lie het noodig hebben, gelegenheid voor vacantie
tvordt geschonken. De vijftien vereenigingen, welke
tich bezig houden met het naar buiten zenden
•an het zwakke kind in Rotterdam, hebben alle
lun werkzaamheden voortgezet.
Na het ongeluk, dat Rotterdam op 14 Mei heeft
[etroffen. is er "direct en spontaan uit alle deelen
ian het land om kinderen gevraagd Typisch was
iet. dat ongeveer tweehonderd aanvragers vroegen
n kinderen, die door de gebeurtenissen wees ge-
vorden waren en die men als eigen kind wilde
lannemen. Gelukkig heeft men deze aanvragers
noeten teleurstellen, want „oorlogsweesjes" heeft
lotterdam nagenoeg niet.
Het totaal der aanvragen was zoo groot, dat elk
:ind, dat daarvoor in aanmerking zou komen, vijf-
ien tot twintig maal zou uitgezonden kunnen
Worden, wilden alle aanvragers tevreden worden
Jesteld. Aanvankelijk voelden de ouders van de
jetroffen gezinnen er weing voor hun kinderen
ïnkele maanden of weken af te staan, doch de be
reidheid neemt nu toe. Voor elk kind dat uitge
vonden wordt wordt nagegaan of het in een om
geving terecht komt, waar het in past, of deze
omgeving voor het kind zedelijk niet gevaarlijk is
en of het kind zelf gezond is.
Een apart comité het „Comité vacantie 1940",
sorgt voorts voor de kinderen, die niet. geëvacueerd
lehoeven te worden, doch alleen voor vacantie naar
buiten moeten.
Vluchtelingen in ons land terug
gekeerd.
Allen bevonden zich in goeden welstand.
Donderdagmiddag zijn vijf autobussen met Neder-
andsche vluchtelingen uit Frankrijk te Breda aan-
ïekomen. Zij waren Woensdagochtend uit Parijs
'ertrokken. De meesten. van deze vluchtelingen
:ijn ingekwartierd geweest in het kasteel Lessac
3nder de ongeveer honderd terugkeerenden bevon-
len zich ongeveer dertig Bredanaars, de anderen
waren afkomstig uit verschillende plaatsen in
Nederland. Onderweg waren nog een aantal
Nederlanders, die afkomstig waren uit Brussel en
Antwerpen, in hun oude woonplaats achtergebleven
De reis van Parijs naar Breda is vlot verloopen
Bij aankomst te Breda werden allen aan oen ge
neeskundig onderzoek onderworpen, waarbij bleek,
dat allen zich in goeden wedstand bevonden. (ANP)
mum van moreele en intellectueele kracht. De zorg
voor de physieke opvoeding der jeugd behoort daar
om geheel parallel te gaan met de zorg voor de
geestelijke en verstandelijke ontwikkeling.
In de komende jaren zal ontzaggelijk veel van
de geestkracht van ons volk worden gevergd. Ik
erken ten volle, dat geestkracht een zelfstandige
gave is, die in levensovertuiging en wilskracht
twee ferme steunpilaren heeft en derhalve onafhan
kelijk kan bestaan van lichamelijke hoedanigheid.
Doch even stellig beteekent een gezond gehard
Lichaam" een waarachtige steun voor karakter en
geest, het geeft zelfvertrouwen, moed en energie.
Lichamelijke opvoeding kan eerst goed tot haar
recht komen, indien de algemeene gezondheidstoe
stand des volks goed is. Het is ten onzent een zeer
gelukkige omstandigheid, dat de volksgezondheid
dank zij de gestadige samenwerking tusschen de
overheid en de particuliere organisaties in de laat
ste decennien een zeer hoog peil heeft bereikt. Men
kan gerust zeggen, dat Nederland in dit opzicht in
de wereld aan de spits staat. De hygiënische toe
stand is in ons vaderland wij mogen dit met
trots en met gerustheid vermelden voorbeeldig
hetgeen mede aan onzen volksaard te danken is.
SCHOOL- EN VRIJE
JEUGDVORMIXG.
Aan de leemten op het gebied der lichamelijke
opvoeding zijn naar mijn meening twee instituten
in het bijzonder debet: ten eerste de school en in
de tweede plaats de z.g. vrije jeugdvorming, d.w.z.
de vorming in onze jeugdorganisaties.
Zonder twijfel zullen de jeugdorganisaties, in
dien zij haar plaats in de algemeer.e ontwikkeling
der jeugd naast gezin, school en kerk in dezen tijd
willen behouden, aan de lichamelijke opvoeding
een belangrijker plaats op het programma harer
werkzaamheden moeten inruimen. Ik zie niet over
het hoofd, dat hierbij de levensbeginselen, waarin
omze jeugdorganisaties haar kracht vinden, een
woord behooren mede te spreken. Overigens kan
ik u de verzekering geven, dat de jeugdorganisa
ties op het punt der lichamelijke opvoeding zich
haar roeping (haar gewijzigde roeping, indien men
het zoo wil qualificeeren) bewust zijn.
Voor de lichamelijke opvoeding is de lagere
school een onontbeerlijk hulpmiddel. Immers al
leen daar kan de geheele jeugd dit noodzakelijk deel
der opvoeding op systematische, deskundige wijze
deelachtig worden. Bovendien toonen algemeene
ervaring en speciale onderzoekingen aan, dat het
schoolleven de physieke ontwikkeling van het indi
vidu aanmerkelijk belemmert. De school moet hier
in corrigeerend optreden.
Gelukkig had de regeering reeds voor den oorlog
besloten dc lichamelijke opvoeding met ingang van
1 Januari 1941 verplichtend te stellen voor alle
scholen. Thans wordt hieraan dan ook hard ge
werkt.
Op de lagere scholen met een normale bezetting
kan men volstaan met leerkrachten, die de be
voegdheid hebben gymnastieklessen te geven, al
zal het geven van onderwijs door vakleerkrachten
steeds een betere oplossing blijken te zijn.
De uitgaven voor dit onderwijs komen geheel
voor rekening van de gemeente. Voor wat betreft
de frequentie en de lengte der lesuren, is het rijks
college van oordeel, dat afgezien moet worden van
het z.g. pauze turnen, (de lichamelijke opvoeding
in de vrije kwartieren). Wil men doelmatigheid
betrachten, dan wordt het aantal lesuren als volgt
gedacht: voor de leerlingen van de derde tot en
met. de zevende klas twee lesuren van 45 minuten,
voor de leerlingen van de eerste twee klassen drie
lesuren van 30 minuten. Deze lesuren dienen vol
ledig gegeven te worden Men mag hiervoor dus
geen tijd aftrekken om zich te verkleeden of zich
naar een of ander leslokaal of sportterrein te be
geven, waar de les gegeven wordt.
Het verkrijgen van dispensatie van de verplich
ting tot het geven van gymnastiekonderwijs op de
lagere school zal niet meer zoo gemakkelijk zijn.
NIJVERHEIDSSCHOLEN.
Een dringende wensch is de doorvoering van de
lichamelijke opvoeding op de Nijverheidsscholen.
De leerlingen van deze scholen, die later meestal
een eenzijdige lichaamsbeweging hebben, in ver
band met de uitoefening van hun beroep, hebben
dringend behoefte aan een veelzijdige lichaams
oefening, waarin de lichamelijke opvoeding dan
voorziet. Op dit gebied bestaat een groote achter
stand.
Op het oogenblik wordt een proef genomen op
een nijverheidsschool te Den Haag in overleg met
het rijkscollege en de volledige instemming van
het ministerie van onderwijs.
Ten aanzien van het middelbaar en gymnasiaal
onderwijs wees de heer de Ranitz op voorstellen,
welke van het rijkscollege zijn uitgegaan om het
leerplan gewijzigd te krijgen, waardoor afgestapt
zal worden van een sterk verouderd systeem. Deze
voorstellen zullen allicht binnenkort weder in be
handeling worden genomen, zoodat een verbete
ring ten goede verwacht kan worden Het rijkscol
lege heeft trouwens meerdere plannen uitgewerkt,
welke reeds eerder werden ingediend, doch tenge
volge van de tijdsomstandigheden niet ten uitvoer
konden worden gebracht Deze plannen zullen
thans, nu de situatie daarvoor veel gunstiger is, op
nieuw worden ingediend. Het betreft hier o.a.:
1. de reorganisatie van de verschillende akten
op het gebied van 1. o.
2. de lichamelijke opvoeding aan de kweekscho
len en de universiteiten.
3. reorganisatie van de middelbare akte lichame
lijke opvoeding.
Verschillende van deze plannen zullen thans we
derom worden opgevat waarbij ook zal worden ge
dacht aan invoering van cursussen van sportlei
ders.
Zooals u ziet aldus eindigde jhr. de Ranitz
is er op het gebied van de lichamelijke opvoeding
alom activiteit en waakzaamheid. Er zal overal nog
hard gewerkt en samengewerkt moeten worden,
voordat de achterstand op het gebied van de licha
melijke opvoeding is ingehaald en een stevige
grondslag is gelegd voor een systematische verster
king van den physieken weerstand onzer bevol
king.
Te Loosdrecht mag niet gekampeerd
worden.
Het A.N.P. meldt:
Naar wij vernemen hebben de colleges van B.
en W. van de gemeenten Loosdrecht en Breu-
kelenSt.-Pïeter besloten geen ontheffing
meer te verleenen van het bestaande kampeer-
verbod Tevens zal het verboden zijn na zons
ondergang op de Loosdrechtsche plassen te zei
len. Bovenstaande maatregelen zijn voortge
vloeid uit de verscherpte verduisteringsvoor
schriften. Het komt dus hier op neer, dat het
voortaan verboden is op of in de nabijheid van
Loosdrecht te kampeeren. Deze maatregel be
teekent voor de honderden Amsterdammers en
Utrechtenaren en anderen die hun vacan
tie doorgaans op de plassen doorbrengen
en aldaar op de eilanden en langs den
lever hun tenten opslaan, een zwaren slag.
Dok voor de neringdoenden in Loosdrecht cn
omstreken zal door het kampeerverbod een be
langrijk deel van hun inkomsten verloren gaan.
Jonge vrouw deed valsche aangifte.
Zij had geen portemonnaie met geld verloren.
ENSCHEDé, 11 Juli (A.N.P.) Een 23-jarige
vrouw deed bij de Enschedesche politie aangifte,
dat zij op weg was naar het postkantoor om een be
drag van 500 gulden over te maken aan haar man
die in een sanatorium wordt verpleegd, een porte
monnaie met het geld had verloren. Een paar
jongens hadden haar verteld, dat een oude vrouw
het geld had gevonden. Deze laatste, een in En
schede bekend persoon, van wie men wist dat zij
zeer vermogend is, werd spoedig opgespoord. Ze
ontkende met klem, maar haar verklaringen waren
zeer verward. Bovendien werden vier bankbiljetten
van 100 gulden op haar gevonden en eenig ander
papiergeld. De aangeefster had medegedeeld, dat
zij vier bankbiljetten van honderd en vier van
25 gulden kwijt was. Voorts werd een portemon
naie gevonden, welke zij als de verlorene zeide
te herkennen. Daar alles er op scheen te wijzen, dat
hier van verduistering sprake was, werd de oude
vrouw naar het politiebureau overgebracht. Later
kwam echter na een nauwkeurig onderzoek aan
het licht, dat de jonge vrouw een valsche aangifte
had gedaan. Nadat zij eerst volhield het geld te
hebben verloren, viel zij na een langdurig verhoor
door de mand. Zij had het geld dat zij naar haar
man moest zenden voor andere doeleinden ge
bruikt. Tegen haar is proces-verbaal opgemaakt.
Het Nationaal Zeemaiisfonds.
Aan het verslag van het „Nationaal Zeemans
fonds" over 1939. dat reeds eenigen tijd geleden
verschenen is, ontleenen wij het navolgende:
Wederom zijn de omstandigheden in Europa ge
lijk aan die, waaronder het initiatief genomen is
tot oprichting van dit fonds. Wederom hebben
reeds een groot aantal zeelieden, in dienst van
koopvaardij- en visschersvloot, het leven verloren
om het vaderland van het noodige te voorzien. Veel
grooter zijn nu echter de gevaren ter zee dan in
de periode van 1914 tot 1918, alleen al door de
grootere explosieve kracht der mijnen.
Sedert den aanvang van den oorlog tot medio
Maart 1940 werden 23 schepen van koopvaardij-
en visschersvloot getroffen door een ramp, wier
oorzaak in den oorlog gelegen is. Niet minder
dan 162 zeelieden hebben reeds in genoemd tijdvak
het leven gelaten. (Sedert 'is dat aantal nog ge
stegen).
Terstond na het uitbreken van den aorlog kwam
de wensch op, de statuten van het fonds uit te
breiden en wel zoodanig, dat de werking van het
fonds niet beperkt bleef tot degenen, die het slacht
offer geworden waren van den oorlog van 1914 tot
1918. Hiertoe werd inmiddels overgegaan. Het be
stuur meende hiermede geheel in den geest van de
oprichters van het fonds te handelen.
Het onmiddellijk gevolg van deze uitbreiding is,
dat financieele hulp meer dan ooit dringend ge-
wenscht wordt om aan alle aanvragen tot steun
te kunnen voldoen, terwijl naar alle waarschijn
lijkheid het aantal aanvragen om steun in de toe
komst nog zal toenemen. Bijzondere nadruk wordt
daarom in het verslag gelegd op het vinden van
nieuwe middelen, opdat hulp ook inderdaad verleend
kan worden.
In 1939 werden voor rekening van het fonds aan
289 gezinnen of alleenstaande personen periodieke
uitkeeringen verleend tot een bedrag van rond
f 27.700 (f 28.600 in 1938).
De contributies en giften in eens komen in haar
geheel ten goede aan hen, die hulp behoeven, aan
gezien de administratie volkomen belangeloos doro
de Vereeniging „Zee Risico" gevoerd wordt. Het
adres van het „Nationaal Zeemansfonds is: Singel
126130, te Amsterdam (C.),"gironummer 14812.
PROF. DR. JAN DE VRIES VOORZITTER VAN
HET ALGEMEEN NEDERLANDSCH VERBOND.
In de Donderdag gehouden bijeenkomst van het
hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Ver
bond trad de heer P. J. de Kanter af als algemeen
voorzitter.
In zijn plaats werd gekozen prof. dr. Jan de Vries
te Leiden.
De afgetreden voorzitter werd benoemd tot eere
voorzitter van het Algemeen Nederlandsch Verbond,
terwijl hem tevens de gouden eerepennïng werd
aangboden. (A. N. P.).
Opperoostenrijk is gereed voor de ont
vangst van de Nederlandsche vacantie-
kinderen. De burgemeesters (in Haarlem
de directie van den Geneeskundigen Dienst)
nemen de aanmeldingen in ontvangst.
Oproep van den Amsterdamschen
burgemeester.
Aan de burgerij.
Het A.N.P. meldt: De burgemeester van Am
sterdam heeft de volgende oproep tot de bur
gerij gericht:
Amsterdam is een bezette stad. Dit feit
brengt voor ons allen verplichtingen mede; zoo
wel voor u als voor mij.
Toch heb ik den indruk, dat niet iedereen van
den ernst van den toestand voldoende door
drongen is. Sommigen gedragen zich ten min
ste niet op een wijze, welke aan de werkelijkheid
beantwoordt.
Ik denk aan de herhaalde waarschuwingen
aan wielrijders, de verkeersregels stipt in acht
te nemen. Wat is het resultaat? Dat er nog
steeds tot mijn leedwezen medeburgers zijn,
die deze waarschuwingen in den wind slaan. Het
onvermijdelijke gevolg is, dat strenge voorbeel
den worden gesteld, die men wellicht niet had
verwacht. Ik vertrouw, dat niemand dit zal
wenschen. Mij althans zou zulks zeer spijten.
Er is nog iets anders dat mij met zorg vervult.
Het is mij nl. gebleken, dat niet iedereen zich
tegenover de Duitsche bezetting correct en
waardig gedraagt. Een dergelijke houding leidt
ongetwijfeld tot zeer ernstige moeilijkheden.
Men bedenke, dat hiermede de belangen van
de geheele Amsterdamsche bevolking gemoeid
zijn.
Hopen wij niet allen, dat de geregelde gang
in onze zaken en in onze samenleving zooveel
mogelijk gehandhaafd blijft? Welnu, dit ge
schiedt niet vanzelf, maar is alleen bereikbaar
als wij allen eendrachtig daartoe samenwer
ken.
Ik doe hiertoe een dringend beroep op allen
en vertrouw gaarne, dat men dit persoonlijk
terdege zal verstaan.
Dinteloord maakte een bijzonder
goede beurt.
De nationale collecte 1940 heeft in Dinteloord
f 7516 opgebracht.. Daar deze gemeente 4000
inwoners telt, is dit een gemiddelde van f 1,87
per hoofd en f 9 per gezin. De actie stond on
der leiding van den burgemeester. (A.N.P.)
NIEUWE SERIE No. 46
Vroolijk eten
1. Luistert beleefd naar
vader, die geen gezeur
wenscht; hij moet zijn ha
vermout zoet opeten.
2. Glimlacht vriendelijk
tegen den lepel, maar toont
geen verdere toenadering.
3. Ontwijkt lepel, als va
der hem vooruit duwt en
grijnst genoegelijk.
4. Lacht vader vriendelijk
toe, als deze zijn waarschu
wing tegen gezeur herhaalt.
5. Ziet. dat vader züu
lachen niet kan bedwingen
en kraait van plezier.
6. Overdenkt, als vader
tegen moeder zegt, dat hü
nu toch wel genoeg heeft
gehad, hoe wonderbaarlijk
een glimlach kan werken.
Voor vuil, vet, smeer en zooveel meer. - 25 cent. - Bij drogisten.
(Adv. Ingez Med
Huishoudelijke arbeid ten platte-
lande wordt bestudeerd.
Om bezuinigingen te verkrijgen.
's-GRAVENHAGE, 11 Juli (ANP.) Ondanks
de moeilijke tijdsomstandigheden is er op het
terrein van de huishouding een groote activiteit.
Meer dan vroeger nog is het van belang dat de
huisvrouw haar tijd en kracht economisch ge
bruikt. Bij de Stichting voor huishoudelijke voor
lichting ten plattelande, die, zooals men weet,
een soort verlengstuk is van het departement
van onderwijs, bestond reeds geruimen tijd het
plan tot het instellen van een technisch advies
bureau voor huishoudelijke voorlichting ten plat
telande. Op dit bureau zouden verschillende werk
zaamheden op huishoudelijk gebied bestudeerd
kunnen worden om daarna op de cursussen welke
van deze stichting uitgaan de beste methoden
te kunnen propageeren. Vele vraagstukken vra
gen- om aandacht, bij voorbeeld:
Wat is de doelmatigste methode tot het behan
delen van de huishoudwasch?
Welke is de beste lichaamshouding bij land
arbeid?
Hoe kiest men een doelmatige kleeding bij ver
schillende huishoudelijke bezigheden?
Juist nu is het besparen van materiaal van het
jrootste belang. Wanneer wij weten, dat er in
ons land 1,8 millioen huishoudingen zijn met een
totaalverbruik aan goederen van ten minste
2 12 milliard gulden, dan zou door een besparing
van 5door betere en zuiniger werkmethoden
een bedrag van f 100.000.000 beschikbaar komen,
waarvoor heel wat levensgeluk en gezondheid
verschaft zou kunnen worden. Voor de instelling
van een zoodanig bureau werd de medewerking
verkregen van de beide vereenigingen van leer
krachten bij het landbouwhuishoudonderwijs en
de boerinnenbonden, welke elk een bestuurslid
voor dit werk aanwezen.
Donderdag had in het departement van on
derwijs de installatie van dit bestuur door den
voorzitter van de stichting voor huishoudelijke
voorlichting ten plattelande. prof dr. G. A. van
Poelje, plaats.
Als leidster van het bureau, dat gevestigd zal
worden op de boerderij ..De Schipborg" te Anloo.
is aangewezen mevr. Willinge Prins-Visser.
Als eerste onderzoek zal in samenwerking met
het rijksvezelinstituut onderzocht worden de in
vloed van verschillende waschmiddelen op den wol
vezel.
Concertgebouw te Haarlem.
Dc kleine bovenzaal wordt verbeterd.
Het is naar B. en W. van Haarlem aan den
Raad mededeelen noodzakelijk dat de kleine
bovenzaal in het gemeentelijk concertgebouw wordt
veranderd. Deze zaal is zeer bezwaarlijk te ver
huren, omdat een ruimte voor executanten ont
breekt.
Met inbegrip van de kosten verbonden aan het
schilderen van de zaal, het leveren van nieuwe
gordijnen en lichtornamenten, zal deze verandering
een uitgaaf vorderen van f 6000.
B. en W. stellen den raad voor dit bedrag ter
beschikking te stellen.
h. o. v.
Concerten in de Groote Kerk.
Donderdag 18 Juli en Maandag 22 Juli zal de Haar-
lemsehe Orkest-Vereeniging concerten geven in de
Groote Kerk te Haarlem.
Voor deze concerten zullen door de dirigenten
Marinus Adam en Toon Verhey speciale program
ma's worden samengesteld.
Donderdag 18 Juli zullen als solisten medewerken
de bekende sopraanzangeres To v. d. Sluijs en de
twee concertmeesters der H.O.V. Gijs Beths en G
Mulder. Marinus Adam heeft de leiding.
Maandag 22 Juli zal gedirigeerd worden door
Toon Verhey en als solisten zullen daaraan mede
werken Han le Fèvre, de Haarlemsche tenor, J
H. Moolenijzer, hobo en Herman Salomon, viool.
Velen zullen zeker deze bijzondere concerten
willen mij wonen. Het H.O.V.-bestuur hoopt dat
er geen plaats onbezet zal blijven. Ieder bedenke,
dat de H.O.V. nog steeds veel steun noodig heeft;
men kan nu zijn goeden wil toonen.
De benzinenood verbood vele auto- of motorfiets-
bezitters hun voertuig uit de garage te halen, zoo
dat zy weer als van ouds op eigen kracht moesten
gaan peddelen. Het leger pedaalridders kreeg ook
versterking doordat talloozen die voorheen van de
autobus gebruik maakten voor de keus gesteld
werden: fietsen of loopen.
Er zijn dan ook heel wat oude paardjes van stal
gehaald. De reparateur beleeft goede dagen, omdat
zelfs van hem verlangd wordt, dat hij fietsen die
rijp zijn voor het museum of voor de vuilnisbelt,
weer berijdbaar maakt. Wie op een druk punt de
fietsen bestudeert ziet vogelen van diverse plui
mage. Zelfs de machines met houten vellingen,
met „gekitte" banden, waarop onze grootvaders
reden, zijn weer in gebruik genomen!
Ook zijn er natuurlijk heel wat nieuwe fietsen
gekocht, want aan loopen heeft de Hollander een
hekel, en niet ieder heeft toen hij het fietsen er
indertijd aangaf, liet afgedankte karretje voor een
kwaden dag op zolder geborgen I
In ons land is een fiets niet compleet als er geen
rijwielplaatje bij is. Elke berijder moet immers
als dankbetuiging voor het onderhoud van wegen
en fietspaden per jaar een rijksdaalder in de
schatkist storten.
Nu had de Fiscus het recht in Juni van al die
nieuwe (of hernieuwde) pedaalridders over het
jaar der belastingplaatjes 1 Augustus 193931
Juli 1940 nog een rijksdaalder kunnen eischen.
Maar ook de Fiscus is billijk. Hij zag in dat het
wat erg was van al die menschen die noodgedwon
gen naar de fiets gegrepen hadden, voor die twee
maanden nog een offer te vragen dat voor een vol
jaar berekend was. Daarom were gezegd: in Juni
mag ieder fietser zonder plaatje, maar hij die er
geen heeft, moet voor 1 Juli een nieuw plaatje koo-
pen dat dan geldig is tot 1 Augustus 1941. Dus 13
maanden rijden en slechts voor 12 maanden be
talen en nog een maand cadeau bovendien!
Kon het billijker?
Het gevolg is dat in deze Juli-maand twee
soorten rij wiel plaatjes geldig zijn, want degenen
die een plaatje 1939/1940 hebben, mogen er na
tuurlijk tot 1 Augustus op blijven rijden, daarvoor
hebben zij trouwens ook betaald.
De Fiscus was wel overtuigd, dat hij de nieuwe
fietsers billijk behandeld heeft, maar.... ver
trouwde er toch niet op. dat allen hun verplich
ting waren nagekomen. Vandaar dat er op eenige
punten controle gehouden werd. O.a. Donderdag
middag op de Gasthuisvest op den hoek van het
Groot Heiligland te Haarlem.
Het bleek, dat er heel wat zondaars rondpeddel-
den De drie belastingambtenaren, geassisteerd
door een politie-agent, moesten constateeren dat
tientallen fietsers zonder plaatje reden. Het gevolg
was dan ook dat er ook zooveel bonnen geschreven
werden, want nu waren de ambtenaren zonder par
don. Alleen deden zij een oogje dicht als iemand
het plaatje in den zak had. „In het vervolg zicht
baar dragen!" zoo klonk de waarschuwing
„anders. En met dat „anders" bedoelden de
ambtenaren dan de rij fietsen die in beslaggeno
men waren, omdat de menschen die zonder plaatje
reden geen contanten genoeg bij zich hadden om
meteen de rekening met den Fiscus te vereffenen.
Alleen één fietser-zonder-plaatje kwam er ge
nadig af. Een jochie met glundere oogen. die op
de strenge vraag van den ambtenaar „waar is je
plaatje?" eerlijk bekende: „ik heb er geen!'»
Hoe oud ben je?
Het antwoord was: negen jaar.
De ambtenaren keken elkaar aan. Wat moesten
zij?
Van die besluiteloosheid maakte het jochie ge
bruik om door te rijden.
Dat was heel duidelijk ook de bedoeling van de
ambtenaren, die met het geval wat verlegen zaten.
Maar het zou verkeerd zijn daaruit af te leiden,
dat in het vervolg kinderen van 9 jaar en jonger
vrijgesteld zijn van de verplichting om een rij
wielplaatje te hebben!
TARWEBLOEM EN ZELFRIJZEND BAKMEEL
Blijkens een mededeeling van den secretarisgene-
-aal. waaimemend hofd van het departement van
'andbouw cn visscherij, wordt de geldigheidsduur
van de tot en met 12 Juli a.s. geldig verklaarde
toewijzingen voor tarwebloem en zelfrijzend bak
meel verlengd tot en met 9 Augustus a.s.