V R IT D A G 12 JUL'I 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
6
VOETBAL.
NAAR EENHEID IN DE
VOETBALSPORT.
64 eerste171 tweede- ei?
423 derde-klassers.
Nadere toelichting van den heer
Moorman.
Zooals bekend werd vorige week in Den Haag
op uitnoodiging van de Nationale stichting voor
Lichamelijke Opvoeding, een vergadering gehouden
van vertegenwoordigers van de verschillende lan
delijke organisaties op voetbalgebied, waarin men
zich met algemeene stemmen vereenigde .met een
resolutie, waarin de noodzakelijkheid werd uitge
sproken om te komen tot een centrale organisatie
van het voetballeven in ons land.
In verband met dit streven heeft de heer J.
Moorman, bestuurslid van den K.N.V.B., aan de
leden van dezen raad een uitvoerig advies gezon
den, waar hij zich persoonlijke denkbeelden neer
legt omtrent de wijze waarop een dergelijke een
heid in de voetbalsport kan worden bereikt.
Voor een aantal persvertegenwoordigers heeft
thans de heer Moorman een uiteenzetting gegeven
van zijn beweegredenen tot dezen stap.
Hij stelde voorop, dat dit uitsluitend een persoon
lijk initiatief van hem is, waartoe hij is gebracht
door het verlangen, een steentje bij te dragen tot
de vorming van een nationale eenheid op velerlei
gebied. De voetbalsport in Nederland was tot dus
ver verdeeld, evenals zoovele andere vormen van
organisaties in ons land, in confessioneele, politieke,
neutrale en andere groepen. De heer Moorman is
overtuigd van de noodzakelijkheid, dat in ons land
op velerlei gebied moet worden gestreefd naar een
sterke eenheid, waartoe vooral op vereenigingsge-
bied de stoot kan worden gegeven. Wanneer men er
in zou slagen het warnet van bonden, dat thans
bestaat, onder te brengen in een grooten centralen
bond voor het geheele land, zou hierdoor de een
heid van ons volk ten zeerste worden bevorderd.
„Het is niet mogelijk dit te bereiken door de
verschillende bonden in een federatief verband
samen te vatten, daar hierdoor toch de onderlinge
verdeeldheid zou blijven bestaan", zei de heer
Moorman. „De eenige oplossing, welke naar dit
doel voert, is de samenvoeging van de verschillende
bonden in één centrale organisatie.
De vertegenwoordigers der verschillende bonden,
vertegenwoordigd in de vergadering van 5 Juli,
konden alleen instemmen met het principe, daar zij
geen mandaat hadden voor het nemen van een
beslissing dienaangaande".
Daar echter tot het begin van de nieuwe com
petitie niet voldoende tijd rest om alles nauw
keurig en definitief te regelen, heeft de heer
Moorman het nuttig geoordeeld, zijn voorstel aan
de leden van den raad van voorbei eiding toe te
zenden. De raad kan dan voor 13 Juli zich wenden
tot de betrokken bonden; voor 20 Juli kan dit
voorstel door de bonden bestudeerd zijn. Voor 27
Juli kunnen de bonden een beslissing nemen ten
aanzien van een algemeene fusie.
De heer Moorman heeft zijn voorstel beschouwd
als een basis, waar de verschillende belanghebben
den uiteraard veranderingen in kunnen voorstellen.
Voor hem geldt slechts te komen tot het beoogde
doel: eenheid te brengen in de voetbalsport en
daarmede een voorbeeld te stellen voor het be
reiken van eenheid op andere gebieden in het
nationale belang van ons land. Hiermede zou een
constructief werk worden verricht, dat van groote
moreele waarde kan zijn voor het Nederlandsche
volk, dat een eenheid moet vormen, zoowel op het
gebied van sport als van cultuur, wetenschap, enz.
Het voorstel van den heer Moorman houdt o.a.
het volgende in:
De eenheid zal zeer spoedig bereikt moeten wor
den om de nieuwe organisatie bij het begin van het
voetbalseizoen, dus ongeveer 1 September, in wer
king te kunnen doen treden. Daarom moet gestreefd
worden naar de meest practische en eenvoudigste
oplossing, al zal die vooralsnog niet allen op alle
punten voldoen. Het eerste jaar zal dus een over
gangsjaar zijn.
Om snel en practisch te werken is het niet
mogelijk, een geheel nieuwe organisatie op te bou
wen met nieuwe bepalingen. Daarom is voorshands
de oplossing te werken volgens het systeem van
een der bestaande organisaties. De K.N.V.B. is de
oudste, de grootste en de eenige internationaal er
kende voefbaiorganisatie. Daarom stelt de heer
Moorman voor, dat de eenheidsorganisatie in het
overgangsjaar, dus van 1 Augustus 1940 tot 31 Juli
1941, wordt geregeerd door de statuten, het huis
houdelijk reglement, het wedstrijd-reglement en
de amateursbepalingen van den K.N.V.B.; ten aan
zien van de spelregels is geen voorziening noodig,
daar hiervoor uitsluitend de internationale in aan
merking komen.
Indien de organisatie en de reglementen van den
K.N.VJ3. voor het overgangsjaar zullen gelden,
zullen de vereenigingen en de elftallen van andere
bonden in dat systeem moeten worden ingedeeld.
Dit zal moeten geschieden naar de spelkwaliteit.
Doordat de elftallen van de verschillende bonden
slechts hier en daar bij uitzondering tegen elkaar
gespeeld hebben, moet de verhouding in spel
kwaliteit geschat worden. Voor het overgangsjaar
is een onjuiste schatting niet zoo heel erg. Aan het
einde van dat jaar is een nieuwe indeeling op grond
van de gebleken sterkte mogelijk en noodig.
Voorts moet er rekening mede gehouden worden
dat de vereenigingen van den Chr. Ned. V. B.
slechts op Zaterdagmiddag wedstrijden willen spe
len, en voorts dat eenige bonden ook adspiranten-
of junïores-afdeelingen hebben, gebonden aan leef
tijdsgrenzen.
De heer Moorman heeft een schema voor de
indeeling van vereenigingen en elftallen in de
nieuwe organisatie. Hierdoor zou het aantal eerste
klassers worden gebracht op 64, het aantal tweede
klassers op 171, het aantal derde klassers circa 423.
Het aantal vierde-klassers zou nader moeten wor
den berekend.
Voorts zouden ook de door den K.N.V.B. erkende
bonden, tezamen met andere elftallen van plaatse
lijke of landelijke organisaties, die hiervoor in
aanmerking komen, een vijfde, zesde en zevende
klasse van de nieuwe organisatie moeten vormen.
Deze zouden worden ingedeeld in zes afdeelingen
en wel: afd. I west a, afd. II west b, afd. III oost,
afd. IV zuid a, afd. V zuid b en afdeeling VI noord.
Het kampioenschap van Nederland zou kunnen
worden gespeeld tusschen de zes eerst-geplaatsten
in de verschillende afdeelingen, in een geheele
competitie.
Aan het einde van het overgangsjaar geen pro
motie- of degradatiewedstrijden, doch de compe
tities voor het dan volgende jaar opnieuw indeelen
op grond van de gebreken krachtsverhoudingen,
door het hoofdbestuur, gehoord de afdeelingsbe-
sturen.
De heer Moorman stelt het volgende voor ten
aanzien van de besturen voor het overgangsjaar:
a. het hoofdbestuur, elf leden, n.l. zeven van
het tegenwoordige K.N.V.B.-bcstuur. twee van de
R.K. Federatie, één van den C.N.V.B. en één van
den N.A.S.B
b. Zes afdeelingsbesturen, ieder bestaande uit
vier leden, waarvan de voorzitter wordt aange
wezen door en uit het hoofdbestuur en van de
overige leden twee uit den K.N.V.B. en één uit de
R.K. Federatie.
Ten aanzien van de financiën merkte de heer
Moorman op: „De K.N.V.B. bezit een niet-onaan-
zienlijk kapitaal en een eigen bondsgebouw. De
overige bonden zijn, voorzoover bekend, niet kapi
taalkrachtig. Uit de volledige samenvoeging volgt,
dat alle bezittingen en eventueele schulden van
alle bonden voor rekening van de nieuwe organi
satie komen. De K.N.V.B. brengt bij deze fusie
dus ook financieele offers, doch het hooge doel: de
eenheid van ons volk, ter handhaving van zijn
volkskarakter, op voetbalgebied te bereiken, is dat
waard.
Het aannemen van de K.N.V.B.-regelingen als
grondslag voor de nieuwe organisatie brengt mede,
dat in het overgangsjaar contributies en verdere
bijdragen geheven worden als in den K.N.V.B."
Tenslotte stelt de heer Moorman voor, dat het
hoofdbestuur in Augustus 1940 een commissie zal
benoemen van zeven leden om vóór 1 Januari 1941
statuten en reglementen voor de nieuwe centrale
organisatie te ontwerpen, welke commissie zou
kunnen worden samengesteld uit drie leden van
den K.N.V.B., één van de R.K. Federatie, één
van den C.N.V.B. en één van den N.A.S.B. en één
uit het bestuur van de Federatie van Erkende Voet
balbonden. De heer Moorman meent hiermede een
basis te hebben gelegd voor de besprekingen,
welke in de komende weken zullen worden ge
voerd om te komen tot één centrale Nederlandsche
organisatie op voetbalgebied.
HET
BONDENTOURNOOI VOOR
ROTTERDAM.
A.s. Zaterdag Utrecht—Haarlem.
De stedencompetitie ten bate van Rotterdam
wordt Zaterdagmiddag te Utrecht besloten met
den wedstrijd UtrechtHaarlem.
Het gewijzigd Haarlemsch elftal is als volgt
samengesteld:
Doel: Wille (E.D.O.).
Achter: Zandstra (E.D.O.) en Drijver (H.F.C.)
Midden: Van der Gevel (V.S.V.), De Vries
(V.S.V.) en Flack (H.F.C.)
Vóór: Spek (E.D.O.)Biesbrouck (R.C.H.), Van
der Hulst (Haarlem), Balvers (V.S.V.) en Ninaber
(Haarlem).
Het programma voor Zaterdag en
Zondag.
KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND.
Blauw WitHeracles.
JulianaG. V. A. V.
AFDEELING II.
Groep A:
Feijenoord—Hermes-D.V.S. (Zaterdag 6 uur
oude Feijenoord-terrein Dordtsche Straatweg).
AFDEELING IV.
Groep A:
Willem IIP.S.V. (Zaterdag half zes).
WIELRIJDEN
Scliulte in Amsterdam geklopt.
Het programma, dat Donderdagavond op de
Stadion-wielerbaan te Amsterdam werd verreden,
heeft ongetwijfeld velen teleurgesteld.
Het begon na tien ronden met een lek bandje van
Wals. die zich hierdoor niet liet ontmoedigen en zich
spoedig op zijn oude plaats had genesteld. Kort
daarop gaf Schulte blijk, niet in den gewenschten
vorm te zijn. Reeds spoedig werd hij aangevallen
door Bakker, Dezen niet al te zwaren aanval kon
hij evenwel niet afslaan; hij raakte even los van
zijn gangmaker, hetgeen hem ook nog een lap be
zorgde van Zwartepoorte. Hiervan wist hij zich na
eenige ronden evenwel te herstellen; vrijwel zonder
eenigen strijd kon hij Zwartepoorte wederom achter
zich werken.
Doordat Bakker en Bosland zich terstond bij het
begin op veiligen afstand naar voren hadden ge
werkt, reden zij een vrij regelmatigen wedstrijd
zonder ernstig bedreigd te worden.
Toen ongeveer de helft van den wedstrijd was
verreden, verhoogde Wals zijn tempo; hij passeerde
Zwartepoorte, om vervolgens op Bakker af te ste
venen. Het vlotte evenwel niet bijster tusschen
Wals en zijn gangmaker Kaeser. Hetgeen tot gevolg
had, dat Wals van zijn fiets stapte en den striji
opgaf.
De wedstrijd had hierna vrijwel alle aantrekke
lijkheid verloren. Regelmatig draaiden de andere
renners de nog resteerende ronden, zonder evenwel
eenigen noemenswaardïgen strijd te leveren, zoodat
pas in de voorlaatste ronde nog van een goede po
ging om tot den aanval over te gaan, gesproken kan
worden. Hierbij gelukte het Zwartepoorte in een
laatste sprint Bakker te passeeren.
De rest van het programma vermeldde een tan
demwedstrijd, die ook tegenviel, omdat de ploeg
PronkKors voor de overigen te sterk bleek, zoo
dat deze in alle ritten als eerste over de eindstreep
kwam.
De uitslagen luiden:
Eerste rit tandemwedstrijd voor amateurs en on-
afhankelijken, over 1500 Meter (drie ronden): 1.
PronkKors, 2. MiddelinkVerdonk, 3. Kuyper
Houtzeel, 4. PruysWinterink.
Tweede rit: 1. Pronk-Kors, 2. MiddelinkVer
donk, 3. KuyperHoutzeel, 4. PruysWinterink.
Derde rit: 1. PronkKors, 2. PruysWinterink,
3. MiddelinkVerdonk, 4. KuyperHoutzeel.
Wedstrijd voor amateurs over 10 K.M. (20 ronden)
met vier klassementen: 1. Laan 8 punten, 2. Van
Boheemen, 7 pnt., 3. Siebeling 7 pnt.
Wedstrijd met motorgangmaking voor beroeps
rijders, te verrijden over 75 K.M. (150 ronden): 1
Bosland (Wiersma) 1 uur 34.4 sec.; 2. Zwartepoorte
op 495 Meter; 3. Bakker op 650 Meter; 4. Schulte
op 990 Meter.
Wals werd door de jury gestraft met een geld
boete van f 25 wegens het staken van den strijd.
KAATSEN.
WEDSTRIJD TE UTRECHT.
Zondag 14 Juli zal te Utrecht, een kaatspartij
worden gehouden, waaraan kunnen deelnemen
clubs, aangesloten bij den Ned. Kaatsbond en
buiten Friesland gevestigd. De Zijlstra-Wandel-
balwedstrijd is vervallen, waarvoor deze wedstrijd
in de plaats komt. Reeds hebben ingeschreven:
Amsterdam, Hilversum, Utrecht, Zeist, Amers
foort, Bussum en Haarlem.
De Haarlemmers komen uit met de heeren De
Graaf, opslag, Hibma, achterin en Pascal (of een
ander) voorin.
HONKBAL
HET PROGRAMMA.
Het programma vermeldt o.a. de volgende wed.j
strijden:
Zaterdag:
le klasse: A.F.C.Haarlem, Ajax—H.H.C. en
Blauw WitE.D.O.
2e klasse: H.C.K.—R.C.H. en Quick—H.H.C. IL
3e klasse: R.C.H. Hl—E.D.O. III.
Zondag:
le klasse: H.H.C.Ajax.
2e klasse: T.H.B.Schoten E.D.O. TIHaar
lem II en E.H.S.—Zeeburgia.
3e klasse: Celeri;as—H.C.K. n. Haarlem Hl—
H.H.C. m. R.C.H. II—E.D.O. IV. Spaarnevogels-
Schoten II en HerculesE.D.O. V.
De drie Haarlemsche eerste-klasse negentallen
komen dus deze week alle drie in het veld, H.H.C,
zelfs twee keer. Haarlem en E.D.O., die de eerste
en tweede plaats bezetten, gaan op bezoek bij
resp. A.F.C. en Blauw Wit. die de onderste en op
één na onderste plaats innemen. We verwachten
dus niet anders dan een overwinning der Haar
lemmers. H.H.C. en Ajax ontloopen elkaar niet
veel. We achten de mogelijkheid, dat Ajax Za
terdag en H.H.C. Zondag wint. wel het grootst
De ontmoeting H.H.C.—Ajax heeft Zondagmid
dag kwart over twee in het Noorder Sportpark
plaats.
H.C.KR.C.H. wordt Zaterdagmiddag drie
uur. eveneens aldaar gespeeld. T.H.B.Schoten
en E.D.O. IIHaarlem II Zondagmorgen 10 uur,
E.H.S.Zeeburgia 2 uur.
WATERPOLO.
UITSLAGEN.
(HEEREN).
V.Z.V. II—D.W.R. II
Otter IIVest
Poelmeer IIA.Z.C. II
(DAMES).
Otter IOtter II
4-3
4-1
100
TOURNOOI VAN H.P.C. TE HEEMSTEDE.
Ter gelegenheid van den competitiewedstrijd H
P. C. U. Z. C., die a.s. Zondagmiddag in de zwem-
vijfers Groenendaal plaats heeft, organiseert H.P.C
een polotournooi. Gedurende het weekeinde is U.Z.C
te gast bij H.P.C., aangezien zij aterdag a.s. ook
een competitiewedstrijd in de Houtvaart legen D,
W. R. moet spelen. De spelers van U.Z.C. worden
bij de leden van H.P.C. ingekwartierd, om Zondag
hun tweeden wedstrijd, eveneens voor de compe
titie, te spelen in Groenendaal tegen H.P.C.
De Heemstedenaren hebben hierin aanleiding
gevonden om een polotournooi te organiseeren,
waaraan tevens zullen deelnemen D.W.R. en V.Z.V,
Er zal gespeeld worden in twee ronden met een
winnaars- en een verliezersronde. In de pauze
speelt het eerste dames-zevental van H.P.C. t
de V.Z.V.-dames.
De belangrijkste wedstrijd van het tournooi zal
ongetwijfeld de competitiewedstrijd van H.P.C. tegem
U.Z.C. worden. In Utrecht wisten de H.P.C.'ers te!
winnen; thans zullen de U.Z.C.'ers ongetwijfeld
revanche willen nemen. Dat zij inmiddels aan kracht
hebben gewonnen blijkt wel uit het feit, dat zij te
Amsterdam van Het IJ, de Nederlandsche kampioen,
ploeg, wisten te winnen.
Geschiedenis van het toovertapijt.
Eert sprookje uit het verre Oosten.
Een sultan uit het verre Oosten had drie zoons,
de een al flinker en dapperder dan de ander. On
gelukkig genoeg wilden ze alle drie met het
zelfde meisje trouwen: de beeldschoone prinses
Noeroenikar, die aan het hof van den sultan was
opgevoed. Dit was erg vervelend, want de drie
prinsen kregen er grote ruzie om.
Eens op een dag begon dit gekibbel den sultan
te vervelen. Hij liet zijn drie zoons bij zich roe
pen en zei: „Luister eens: jullie weten, dat ik een
groot liefhebber van mooie dingen ben. Diengene
van jullie, die mij het mooiste, zeldzaamste of
wonderlijkste ding brengt, dat op de hele wereld
bestaat, zal ik prinses Noeroenikar tot vrouw
geven".
De drie zoons vonden dit fijn. want ze waren
erg avontuurlijk aangelegd. Ze gingen dus op reis
na te hebben afgesproken, dat ze elkander na
een jaar weer zouden ontmoeten.
Hussein, de oudste, vertrok naar Bisnagar. waar
hij een marktkoopman zag staan, die een tapijt te
koop aanbood voor veertig zakken goud.
„Dat is veel te veel geld voor een gewoon tapijt"
zei de prins.
„Wacht even" antwoordde de koopman „gaat
u maar eens op het tapijt zitten en spreek de
wens uit. naar de een of andere plaats te willen
gaan". De prins deed het. Hij wenste thuis in zijn
eigen kamer te zijn en ziet: onmiddellijk bracht
het tapijt hem er naar toe. Hij keerde toen direct
naar Bisnagar terug (ook per tapijt-express) en
betaalde den koopman veertig zakken goud.
„Met dit tapijt zal ik zeker de prinses verove
ren" dacht hij. Hij liet zich dan ook vlug naar
de herberg brengen, waar hij met zijn broers
had afgesproken.
En weldra kwamen ook de andere prinsen. Ali
en Ahmed genaamd. De eerste was naar Shiraz
gegaan en had daar voor veertig zakken goud
een kijker gekocht, waarmee je onmiddellijk elk
persoon kon te zien krijgen, aan wie je wacht.
En Ahmed was naar Samarkand gereisd en had
zijn veertig zakken goud besteed aan een appel,
die stervenden kon genezen, als ze maar eventjes
de geur ervan opsnoven.
Toen de drie broers bij elkaar waren, waren ze
diep teleurgesteld, want elk voor zich had zich
er al op verheugd, onmiddellijk de prinses Noe
roenikar tot vrouw te krijgen.
„Geen mens ter wereld zal kunnen uitmaken,
welk ding het kostbaarste van de drie is" riep
Hussein uit. „All, geef mij je kijker eens".
Hij keek erdoor en wenschte de prinses te zien.
Maar hoe vreeselijk schrok hij, toen hij Noeroe
nikar in haar kamer te bed zag liggen, doods
bleek en blijkbaar stervende, terwijl haar hof
dames schreiden. „Vlug, het tapijt!" riep Hussein
en alle drie sprongen ze op het tovertapijt en
waren in minder dan geen tijd bij de prinses.
Onmiddellijk knielde Ahmed bij haar neer en
liet haar de appel ruiken, waardoor ze terstond
genezen werd. -
Nu waren de drie prinsen nog even ver als te
voren. Diep verslagen vroegen zij den sultan, wie
van hen nu toch het meeste recht op de prinses
had.
„Jullie hebt alle drie meegeholpen om haar
leven te redden" zei de sultan „maar ik weet
raad. Neem ieder een pijl en boog en ga ermee
naar den rand der stad. Wie het verste schieten
kan zal de prinses trouwen."
Een groote menigte stond te kijken toen de
drie prinsen hun wedstrijd begonnen. Hussein
schoot ontzaglijk ver, maar Ali nog verder. Toen
Ahmed echter zijn pijl had afgeschoten, was die
opeens spoorloos verdwenen en niemand kon hem
terugvinden. Toen besliste de sultan, dat Ali de
prinses tot vrouw zou krijgen.
Prins Ahmed treurde niet lang om de schone
Noeroenikar. Hij had echter rust noch duur vóór
hij wist waar zijn pijl gebleven was. Weken- en
wekenlang zocht hij ernaar, en eindelijk vond
hij hem terug in hét paleis van een goede fee,
Paribanoe geheten. Deze fee had de marktkooplui
met het tovertapijt, de kijker en de appel uitge
stuurd, maar ze wilde niet hebben, dat Ahmed
met Noeroenikar trouwde want zij was zelf van
hem gaan houden en daarom had ze zijn pijl in
de vlucht gegrepen. Ahmed trouwde dus met de
toverfee en werd met haar hulp een rijk en mach
tig man.
Hussein echter is nooit van zijn leven in het
huwelijk getreden. Hij vond het bii nader inzien
veel leuker, maar steeds op zijn tapijt van de
ene kant van de wereld naar de andere te vlie
gen. Dat was een spelletje, waar hij nooit genoeg
van kon krijgen.
Zo kregen ze dus alle drie hun zin.
GRAPJES UIT DE SCHOOL.
„GEHEUGEN".
Meester: Frits, kun jij een definitie van ge
heugen gegven. Toe, denk eens na: Wat is je ge
heugen eingelijk?"
Frits (na lang peinzen) «Geheugen isnou ja
't geheugen is datgene, waarmee je alles ver
geet".
DE EERLIJKE MINISTER.
Lodewijk XIV van Frankrijk zat eens in zijn ka
binet te werken, in gezelschap van zijn minister ba
ron L. Deze laatste was zozeer in zijn werk ver
diept, dat hij eerst zijn snuifdoos naast zich neer
legde en vervolgens, toen hij op z'n gemak geniesd
had, ook zijn zakdoek.
Lodewijk XIV zat er lachend naar te kijken en
zei: „Maar mijnheer, u leegt uw zakken!" Waarop
de minister antwoordde: „Pardon Sire, is dit niet
beter dan dat ik ze spek?"
Kaboutertje Eigenwijs.
door W. B. Z.
Die mooie witte hermelijn
Die wou vandaag wel paardje zijn.
En kleine kabouter Eigenwijs
Ging nu met hermelijn op reis.
Zijn broertjes vluchtten gauw naar huis,
Zij bleven veel liever bij moeder thuis.
Die mooie witte hermelijn,
Die vond dat rennen o zo fijn,
Al schreeuwde kabouter Eigenwijs:
„Zeg, waar naar toe gaat nu de reis?"
Die mooie witte hermelijn
Die liep wel zo vlug als een dieseltrein.
't Kaboutertje werd moe van 't staan,
Hij wilde heus niet verder gaan,
Plots viel hij met een ruk uit het zaal
En Hermelijn ging aan de haal.
't Kaboutertje liep boos naar huis,
Hij kwam in den nacht pas bij moeder thuis.
VOORBEELD
Onderwijzer: „Door de koude krimpen dus de
voorwerpen in en door de warmte zetten ze uit.
Wie kan me hier een voorbeeld noemen?"
Frans: „In de winter zijn de dagen kort in
de zomer lang".
Met de kinderen uit.
KERSEN PLUKKEN.
Juffrouw „Ik zal jullie eens een voorbeeld geven
van deze sommen. Als een man zeven zoontjes
heeft en hij geeft er vier toestemming om kersen
te gaan plukken, hoeveel blijven er dan thuis?"
Jantje: „Geen één natuurlijk!"
E- 1
Als het zomerzonnetje
Blikkert op de wegen,
Ga ik met mijn kindje uit.
't Kom dan Jetje tegen.
Die met haar twee dochtertjes
En haar nieuwe beertje
Zachtjes aan de wandel is.
'k Roep haar toe: ,Mooi weertje!"
„Ja mevrouw" zegt Jet ,,'t is fijn!"
„En hoe is 't met Grietje?
Is haal keeltje al weer goed?
En hoe gaat 't Marietje?"
„Dank u wel, mevrouw, heel best!
Gaat u ook naar 't weitje?"
..Ja mevrouw, daar is 't fijn fris
Voor mijn kleine meidje!"
MARIE MICHON.
Postzegelrubriek.
1937 Vliegzegels.
10b
20
50
Herd. 1937.
2
6
op
op
20 L.
10 L.
10
20
op
op
6 L.
2 L.
Balkan Entente.
1938 Constitutie.
ROEMENIë
Aanvulling IV
Met afbeeldingen van een gestyleerd vliegtuig
verschenen vliegzegels in 1937 in dc waarden 10 b.
(geeloranje) 20 b. (lilarose) 50 b. (rosekarmijn)
Grootte 28 x 24 mm.
Bij de promotie van Kroonprins Michael tot groot
luitenant in 1937 verscheen een blok met zegels van
Koning Carol in groot formaat, met opdruk. Het zijn
2 op 20 L. (roodoranje) 6 op 10 L. (blauw) 10 op 6
L. (bruinkarmijn) 20 op 2 L. (groen) Grootte blok
121 x 151 mm., grootte zegels 35 x 45 mm.
De Balkan Entente gaf ons twee zegels met afbeel
ding van de wapens van Roemenië-Griekenland-
Turkije en Joegoslavië. Het zijn de 7 L. 50 (ultram.)
10 L. (blauw). Grootte 45 x 30 mm.
B(j de afkondiging van de nieuwe constitutie van
Roemenië verscheen een serie zegels met afbeelding
van den Koning waarond'" staat Constitutie" en
het jaartal „27 Februari 1938". Het zijn dc 3 L.
(rose karmijn) 6 L. (bruinlila) 10 L. (blauw). Groot
te 35 x 45 mm. Zie het schetsje.
Rustenburgerlaan 23.