V R IT D A G 12 JUL'I 1940 HAARLEM'S DAGBLAD 6 VOETBAL. NAAR EENHEID IN DE VOETBALSPORT. 64 eerste171 tweede- ei? 423 derde-klassers. Nadere toelichting van den heer Moorman. Zooals bekend werd vorige week in Den Haag op uitnoodiging van de Nationale stichting voor Lichamelijke Opvoeding, een vergadering gehouden van vertegenwoordigers van de verschillende lan delijke organisaties op voetbalgebied, waarin men zich met algemeene stemmen vereenigde .met een resolutie, waarin de noodzakelijkheid werd uitge sproken om te komen tot een centrale organisatie van het voetballeven in ons land. In verband met dit streven heeft de heer J. Moorman, bestuurslid van den K.N.V.B., aan de leden van dezen raad een uitvoerig advies gezon den, waar hij zich persoonlijke denkbeelden neer legt omtrent de wijze waarop een dergelijke een heid in de voetbalsport kan worden bereikt. Voor een aantal persvertegenwoordigers heeft thans de heer Moorman een uiteenzetting gegeven van zijn beweegredenen tot dezen stap. Hij stelde voorop, dat dit uitsluitend een persoon lijk initiatief van hem is, waartoe hij is gebracht door het verlangen, een steentje bij te dragen tot de vorming van een nationale eenheid op velerlei gebied. De voetbalsport in Nederland was tot dus ver verdeeld, evenals zoovele andere vormen van organisaties in ons land, in confessioneele, politieke, neutrale en andere groepen. De heer Moorman is overtuigd van de noodzakelijkheid, dat in ons land op velerlei gebied moet worden gestreefd naar een sterke eenheid, waartoe vooral op vereenigingsge- bied de stoot kan worden gegeven. Wanneer men er in zou slagen het warnet van bonden, dat thans bestaat, onder te brengen in een grooten centralen bond voor het geheele land, zou hierdoor de een heid van ons volk ten zeerste worden bevorderd. „Het is niet mogelijk dit te bereiken door de verschillende bonden in een federatief verband samen te vatten, daar hierdoor toch de onderlinge verdeeldheid zou blijven bestaan", zei de heer Moorman. „De eenige oplossing, welke naar dit doel voert, is de samenvoeging van de verschillende bonden in één centrale organisatie. De vertegenwoordigers der verschillende bonden, vertegenwoordigd in de vergadering van 5 Juli, konden alleen instemmen met het principe, daar zij geen mandaat hadden voor het nemen van een beslissing dienaangaande". Daar echter tot het begin van de nieuwe com petitie niet voldoende tijd rest om alles nauw keurig en definitief te regelen, heeft de heer Moorman het nuttig geoordeeld, zijn voorstel aan de leden van den raad van voorbei eiding toe te zenden. De raad kan dan voor 13 Juli zich wenden tot de betrokken bonden; voor 20 Juli kan dit voorstel door de bonden bestudeerd zijn. Voor 27 Juli kunnen de bonden een beslissing nemen ten aanzien van een algemeene fusie. De heer Moorman heeft zijn voorstel beschouwd als een basis, waar de verschillende belanghebben den uiteraard veranderingen in kunnen voorstellen. Voor hem geldt slechts te komen tot het beoogde doel: eenheid te brengen in de voetbalsport en daarmede een voorbeeld te stellen voor het be reiken van eenheid op andere gebieden in het nationale belang van ons land. Hiermede zou een constructief werk worden verricht, dat van groote moreele waarde kan zijn voor het Nederlandsche volk, dat een eenheid moet vormen, zoowel op het gebied van sport als van cultuur, wetenschap, enz. Het voorstel van den heer Moorman houdt o.a. het volgende in: De eenheid zal zeer spoedig bereikt moeten wor den om de nieuwe organisatie bij het begin van het voetbalseizoen, dus ongeveer 1 September, in wer king te kunnen doen treden. Daarom moet gestreefd worden naar de meest practische en eenvoudigste oplossing, al zal die vooralsnog niet allen op alle punten voldoen. Het eerste jaar zal dus een over gangsjaar zijn. Om snel en practisch te werken is het niet mogelijk, een geheel nieuwe organisatie op te bou wen met nieuwe bepalingen. Daarom is voorshands de oplossing te werken volgens het systeem van een der bestaande organisaties. De K.N.V.B. is de oudste, de grootste en de eenige internationaal er kende voefbaiorganisatie. Daarom stelt de heer Moorman voor, dat de eenheidsorganisatie in het overgangsjaar, dus van 1 Augustus 1940 tot 31 Juli 1941, wordt geregeerd door de statuten, het huis houdelijk reglement, het wedstrijd-reglement en de amateursbepalingen van den K.N.V.B.; ten aan zien van de spelregels is geen voorziening noodig, daar hiervoor uitsluitend de internationale in aan merking komen. Indien de organisatie en de reglementen van den K.N.VJ3. voor het overgangsjaar zullen gelden, zullen de vereenigingen en de elftallen van andere bonden in dat systeem moeten worden ingedeeld. Dit zal moeten geschieden naar de spelkwaliteit. Doordat de elftallen van de verschillende bonden slechts hier en daar bij uitzondering tegen elkaar gespeeld hebben, moet de verhouding in spel kwaliteit geschat worden. Voor het overgangsjaar is een onjuiste schatting niet zoo heel erg. Aan het einde van dat jaar is een nieuwe indeeling op grond van de gebleken sterkte mogelijk en noodig. Voorts moet er rekening mede gehouden worden dat de vereenigingen van den Chr. Ned. V. B. slechts op Zaterdagmiddag wedstrijden willen spe len, en voorts dat eenige bonden ook adspiranten- of junïores-afdeelingen hebben, gebonden aan leef tijdsgrenzen. De heer Moorman heeft een schema voor de indeeling van vereenigingen en elftallen in de nieuwe organisatie. Hierdoor zou het aantal eerste klassers worden gebracht op 64, het aantal tweede klassers op 171, het aantal derde klassers circa 423. Het aantal vierde-klassers zou nader moeten wor den berekend. Voorts zouden ook de door den K.N.V.B. erkende bonden, tezamen met andere elftallen van plaatse lijke of landelijke organisaties, die hiervoor in aanmerking komen, een vijfde, zesde en zevende klasse van de nieuwe organisatie moeten vormen. Deze zouden worden ingedeeld in zes afdeelingen en wel: afd. I west a, afd. II west b, afd. III oost, afd. IV zuid a, afd. V zuid b en afdeeling VI noord. Het kampioenschap van Nederland zou kunnen worden gespeeld tusschen de zes eerst-geplaatsten in de verschillende afdeelingen, in een geheele competitie. Aan het einde van het overgangsjaar geen pro motie- of degradatiewedstrijden, doch de compe tities voor het dan volgende jaar opnieuw indeelen op grond van de gebreken krachtsverhoudingen, door het hoofdbestuur, gehoord de afdeelingsbe- sturen. De heer Moorman stelt het volgende voor ten aanzien van de besturen voor het overgangsjaar: a. het hoofdbestuur, elf leden, n.l. zeven van het tegenwoordige K.N.V.B.-bcstuur. twee van de R.K. Federatie, één van den C.N.V.B. en één van den N.A.S.B b. Zes afdeelingsbesturen, ieder bestaande uit vier leden, waarvan de voorzitter wordt aange wezen door en uit het hoofdbestuur en van de overige leden twee uit den K.N.V.B. en één uit de R.K. Federatie. Ten aanzien van de financiën merkte de heer Moorman op: „De K.N.V.B. bezit een niet-onaan- zienlijk kapitaal en een eigen bondsgebouw. De overige bonden zijn, voorzoover bekend, niet kapi taalkrachtig. Uit de volledige samenvoeging volgt, dat alle bezittingen en eventueele schulden van alle bonden voor rekening van de nieuwe organi satie komen. De K.N.V.B. brengt bij deze fusie dus ook financieele offers, doch het hooge doel: de eenheid van ons volk, ter handhaving van zijn volkskarakter, op voetbalgebied te bereiken, is dat waard. Het aannemen van de K.N.V.B.-regelingen als grondslag voor de nieuwe organisatie brengt mede, dat in het overgangsjaar contributies en verdere bijdragen geheven worden als in den K.N.V.B." Tenslotte stelt de heer Moorman voor, dat het hoofdbestuur in Augustus 1940 een commissie zal benoemen van zeven leden om vóór 1 Januari 1941 statuten en reglementen voor de nieuwe centrale organisatie te ontwerpen, welke commissie zou kunnen worden samengesteld uit drie leden van den K.N.V.B., één van de R.K. Federatie, één van den C.N.V.B. en één van den N.A.S.B. en één uit het bestuur van de Federatie van Erkende Voet balbonden. De heer Moorman meent hiermede een basis te hebben gelegd voor de besprekingen, welke in de komende weken zullen worden ge voerd om te komen tot één centrale Nederlandsche organisatie op voetbalgebied. HET BONDENTOURNOOI VOOR ROTTERDAM. A.s. Zaterdag Utrecht—Haarlem. De stedencompetitie ten bate van Rotterdam wordt Zaterdagmiddag te Utrecht besloten met den wedstrijd UtrechtHaarlem. Het gewijzigd Haarlemsch elftal is als volgt samengesteld: Doel: Wille (E.D.O.). Achter: Zandstra (E.D.O.) en Drijver (H.F.C.) Midden: Van der Gevel (V.S.V.), De Vries (V.S.V.) en Flack (H.F.C.) Vóór: Spek (E.D.O.)Biesbrouck (R.C.H.), Van der Hulst (Haarlem), Balvers (V.S.V.) en Ninaber (Haarlem). Het programma voor Zaterdag en Zondag. KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND. Blauw WitHeracles. JulianaG. V. A. V. AFDEELING II. Groep A: Feijenoord—Hermes-D.V.S. (Zaterdag 6 uur oude Feijenoord-terrein Dordtsche Straatweg). AFDEELING IV. Groep A: Willem IIP.S.V. (Zaterdag half zes). WIELRIJDEN Scliulte in Amsterdam geklopt. Het programma, dat Donderdagavond op de Stadion-wielerbaan te Amsterdam werd verreden, heeft ongetwijfeld velen teleurgesteld. Het begon na tien ronden met een lek bandje van Wals. die zich hierdoor niet liet ontmoedigen en zich spoedig op zijn oude plaats had genesteld. Kort daarop gaf Schulte blijk, niet in den gewenschten vorm te zijn. Reeds spoedig werd hij aangevallen door Bakker, Dezen niet al te zwaren aanval kon hij evenwel niet afslaan; hij raakte even los van zijn gangmaker, hetgeen hem ook nog een lap be zorgde van Zwartepoorte. Hiervan wist hij zich na eenige ronden evenwel te herstellen; vrijwel zonder eenigen strijd kon hij Zwartepoorte wederom achter zich werken. Doordat Bakker en Bosland zich terstond bij het begin op veiligen afstand naar voren hadden ge werkt, reden zij een vrij regelmatigen wedstrijd zonder ernstig bedreigd te worden. Toen ongeveer de helft van den wedstrijd was verreden, verhoogde Wals zijn tempo; hij passeerde Zwartepoorte, om vervolgens op Bakker af te ste venen. Het vlotte evenwel niet bijster tusschen Wals en zijn gangmaker Kaeser. Hetgeen tot gevolg had, dat Wals van zijn fiets stapte en den striji opgaf. De wedstrijd had hierna vrijwel alle aantrekke lijkheid verloren. Regelmatig draaiden de andere renners de nog resteerende ronden, zonder evenwel eenigen noemenswaardïgen strijd te leveren, zoodat pas in de voorlaatste ronde nog van een goede po ging om tot den aanval over te gaan, gesproken kan worden. Hierbij gelukte het Zwartepoorte in een laatste sprint Bakker te passeeren. De rest van het programma vermeldde een tan demwedstrijd, die ook tegenviel, omdat de ploeg PronkKors voor de overigen te sterk bleek, zoo dat deze in alle ritten als eerste over de eindstreep kwam. De uitslagen luiden: Eerste rit tandemwedstrijd voor amateurs en on- afhankelijken, over 1500 Meter (drie ronden): 1. PronkKors, 2. MiddelinkVerdonk, 3. Kuyper Houtzeel, 4. PruysWinterink. Tweede rit: 1. Pronk-Kors, 2. MiddelinkVer donk, 3. KuyperHoutzeel, 4. PruysWinterink. Derde rit: 1. PronkKors, 2. PruysWinterink, 3. MiddelinkVerdonk, 4. KuyperHoutzeel. Wedstrijd voor amateurs over 10 K.M. (20 ronden) met vier klassementen: 1. Laan 8 punten, 2. Van Boheemen, 7 pnt., 3. Siebeling 7 pnt. Wedstrijd met motorgangmaking voor beroeps rijders, te verrijden over 75 K.M. (150 ronden): 1 Bosland (Wiersma) 1 uur 34.4 sec.; 2. Zwartepoorte op 495 Meter; 3. Bakker op 650 Meter; 4. Schulte op 990 Meter. Wals werd door de jury gestraft met een geld boete van f 25 wegens het staken van den strijd. KAATSEN. WEDSTRIJD TE UTRECHT. Zondag 14 Juli zal te Utrecht, een kaatspartij worden gehouden, waaraan kunnen deelnemen clubs, aangesloten bij den Ned. Kaatsbond en buiten Friesland gevestigd. De Zijlstra-Wandel- balwedstrijd is vervallen, waarvoor deze wedstrijd in de plaats komt. Reeds hebben ingeschreven: Amsterdam, Hilversum, Utrecht, Zeist, Amers foort, Bussum en Haarlem. De Haarlemmers komen uit met de heeren De Graaf, opslag, Hibma, achterin en Pascal (of een ander) voorin. HONKBAL HET PROGRAMMA. Het programma vermeldt o.a. de volgende wed.j strijden: Zaterdag: le klasse: A.F.C.Haarlem, Ajax—H.H.C. en Blauw WitE.D.O. 2e klasse: H.C.K.—R.C.H. en Quick—H.H.C. IL 3e klasse: R.C.H. Hl—E.D.O. III. Zondag: le klasse: H.H.C.Ajax. 2e klasse: T.H.B.Schoten E.D.O. TIHaar lem II en E.H.S.—Zeeburgia. 3e klasse: Celeri;as—H.C.K. n. Haarlem Hl— H.H.C. m. R.C.H. II—E.D.O. IV. Spaarnevogels- Schoten II en HerculesE.D.O. V. De drie Haarlemsche eerste-klasse negentallen komen dus deze week alle drie in het veld, H.H.C, zelfs twee keer. Haarlem en E.D.O., die de eerste en tweede plaats bezetten, gaan op bezoek bij resp. A.F.C. en Blauw Wit. die de onderste en op één na onderste plaats innemen. We verwachten dus niet anders dan een overwinning der Haar lemmers. H.H.C. en Ajax ontloopen elkaar niet veel. We achten de mogelijkheid, dat Ajax Za terdag en H.H.C. Zondag wint. wel het grootst De ontmoeting H.H.C.—Ajax heeft Zondagmid dag kwart over twee in het Noorder Sportpark plaats. H.C.KR.C.H. wordt Zaterdagmiddag drie uur. eveneens aldaar gespeeld. T.H.B.Schoten en E.D.O. IIHaarlem II Zondagmorgen 10 uur, E.H.S.Zeeburgia 2 uur. WATERPOLO. UITSLAGEN. (HEEREN). V.Z.V. II—D.W.R. II Otter IIVest Poelmeer IIA.Z.C. II (DAMES). Otter IOtter II 4-3 4-1 100 TOURNOOI VAN H.P.C. TE HEEMSTEDE. Ter gelegenheid van den competitiewedstrijd H P. C. U. Z. C., die a.s. Zondagmiddag in de zwem- vijfers Groenendaal plaats heeft, organiseert H.P.C een polotournooi. Gedurende het weekeinde is U.Z.C te gast bij H.P.C., aangezien zij aterdag a.s. ook een competitiewedstrijd in de Houtvaart legen D, W. R. moet spelen. De spelers van U.Z.C. worden bij de leden van H.P.C. ingekwartierd, om Zondag hun tweeden wedstrijd, eveneens voor de compe titie, te spelen in Groenendaal tegen H.P.C. De Heemstedenaren hebben hierin aanleiding gevonden om een polotournooi te organiseeren, waaraan tevens zullen deelnemen D.W.R. en V.Z.V, Er zal gespeeld worden in twee ronden met een winnaars- en een verliezersronde. In de pauze speelt het eerste dames-zevental van H.P.C. t de V.Z.V.-dames. De belangrijkste wedstrijd van het tournooi zal ongetwijfeld de competitiewedstrijd van H.P.C. tegem U.Z.C. worden. In Utrecht wisten de H.P.C.'ers te! winnen; thans zullen de U.Z.C.'ers ongetwijfeld revanche willen nemen. Dat zij inmiddels aan kracht hebben gewonnen blijkt wel uit het feit, dat zij te Amsterdam van Het IJ, de Nederlandsche kampioen, ploeg, wisten te winnen. Geschiedenis van het toovertapijt. Eert sprookje uit het verre Oosten. Een sultan uit het verre Oosten had drie zoons, de een al flinker en dapperder dan de ander. On gelukkig genoeg wilden ze alle drie met het zelfde meisje trouwen: de beeldschoone prinses Noeroenikar, die aan het hof van den sultan was opgevoed. Dit was erg vervelend, want de drie prinsen kregen er grote ruzie om. Eens op een dag begon dit gekibbel den sultan te vervelen. Hij liet zijn drie zoons bij zich roe pen en zei: „Luister eens: jullie weten, dat ik een groot liefhebber van mooie dingen ben. Diengene van jullie, die mij het mooiste, zeldzaamste of wonderlijkste ding brengt, dat op de hele wereld bestaat, zal ik prinses Noeroenikar tot vrouw geven". De drie zoons vonden dit fijn. want ze waren erg avontuurlijk aangelegd. Ze gingen dus op reis na te hebben afgesproken, dat ze elkander na een jaar weer zouden ontmoeten. Hussein, de oudste, vertrok naar Bisnagar. waar hij een marktkoopman zag staan, die een tapijt te koop aanbood voor veertig zakken goud. „Dat is veel te veel geld voor een gewoon tapijt" zei de prins. „Wacht even" antwoordde de koopman „gaat u maar eens op het tapijt zitten en spreek de wens uit. naar de een of andere plaats te willen gaan". De prins deed het. Hij wenste thuis in zijn eigen kamer te zijn en ziet: onmiddellijk bracht het tapijt hem er naar toe. Hij keerde toen direct naar Bisnagar terug (ook per tapijt-express) en betaalde den koopman veertig zakken goud. „Met dit tapijt zal ik zeker de prinses verove ren" dacht hij. Hij liet zich dan ook vlug naar de herberg brengen, waar hij met zijn broers had afgesproken. En weldra kwamen ook de andere prinsen. Ali en Ahmed genaamd. De eerste was naar Shiraz gegaan en had daar voor veertig zakken goud een kijker gekocht, waarmee je onmiddellijk elk persoon kon te zien krijgen, aan wie je wacht. En Ahmed was naar Samarkand gereisd en had zijn veertig zakken goud besteed aan een appel, die stervenden kon genezen, als ze maar eventjes de geur ervan opsnoven. Toen de drie broers bij elkaar waren, waren ze diep teleurgesteld, want elk voor zich had zich er al op verheugd, onmiddellijk de prinses Noe roenikar tot vrouw te krijgen. „Geen mens ter wereld zal kunnen uitmaken, welk ding het kostbaarste van de drie is" riep Hussein uit. „All, geef mij je kijker eens". Hij keek erdoor en wenschte de prinses te zien. Maar hoe vreeselijk schrok hij, toen hij Noeroe nikar in haar kamer te bed zag liggen, doods bleek en blijkbaar stervende, terwijl haar hof dames schreiden. „Vlug, het tapijt!" riep Hussein en alle drie sprongen ze op het tovertapijt en waren in minder dan geen tijd bij de prinses. Onmiddellijk knielde Ahmed bij haar neer en liet haar de appel ruiken, waardoor ze terstond genezen werd. - Nu waren de drie prinsen nog even ver als te voren. Diep verslagen vroegen zij den sultan, wie van hen nu toch het meeste recht op de prinses had. „Jullie hebt alle drie meegeholpen om haar leven te redden" zei de sultan „maar ik weet raad. Neem ieder een pijl en boog en ga ermee naar den rand der stad. Wie het verste schieten kan zal de prinses trouwen." Een groote menigte stond te kijken toen de drie prinsen hun wedstrijd begonnen. Hussein schoot ontzaglijk ver, maar Ali nog verder. Toen Ahmed echter zijn pijl had afgeschoten, was die opeens spoorloos verdwenen en niemand kon hem terugvinden. Toen besliste de sultan, dat Ali de prinses tot vrouw zou krijgen. Prins Ahmed treurde niet lang om de schone Noeroenikar. Hij had echter rust noch duur vóór hij wist waar zijn pijl gebleven was. Weken- en wekenlang zocht hij ernaar, en eindelijk vond hij hem terug in hét paleis van een goede fee, Paribanoe geheten. Deze fee had de marktkooplui met het tovertapijt, de kijker en de appel uitge stuurd, maar ze wilde niet hebben, dat Ahmed met Noeroenikar trouwde want zij was zelf van hem gaan houden en daarom had ze zijn pijl in de vlucht gegrepen. Ahmed trouwde dus met de toverfee en werd met haar hulp een rijk en mach tig man. Hussein echter is nooit van zijn leven in het huwelijk getreden. Hij vond het bii nader inzien veel leuker, maar steeds op zijn tapijt van de ene kant van de wereld naar de andere te vlie gen. Dat was een spelletje, waar hij nooit genoeg van kon krijgen. Zo kregen ze dus alle drie hun zin. GRAPJES UIT DE SCHOOL. „GEHEUGEN". Meester: Frits, kun jij een definitie van ge heugen gegven. Toe, denk eens na: Wat is je ge heugen eingelijk?" Frits (na lang peinzen) «Geheugen isnou ja 't geheugen is datgene, waarmee je alles ver geet". DE EERLIJKE MINISTER. Lodewijk XIV van Frankrijk zat eens in zijn ka binet te werken, in gezelschap van zijn minister ba ron L. Deze laatste was zozeer in zijn werk ver diept, dat hij eerst zijn snuifdoos naast zich neer legde en vervolgens, toen hij op z'n gemak geniesd had, ook zijn zakdoek. Lodewijk XIV zat er lachend naar te kijken en zei: „Maar mijnheer, u leegt uw zakken!" Waarop de minister antwoordde: „Pardon Sire, is dit niet beter dan dat ik ze spek?" Kaboutertje Eigenwijs. door W. B. Z. Die mooie witte hermelijn Die wou vandaag wel paardje zijn. En kleine kabouter Eigenwijs Ging nu met hermelijn op reis. Zijn broertjes vluchtten gauw naar huis, Zij bleven veel liever bij moeder thuis. Die mooie witte hermelijn, Die vond dat rennen o zo fijn, Al schreeuwde kabouter Eigenwijs: „Zeg, waar naar toe gaat nu de reis?" Die mooie witte hermelijn Die liep wel zo vlug als een dieseltrein. 't Kaboutertje werd moe van 't staan, Hij wilde heus niet verder gaan, Plots viel hij met een ruk uit het zaal En Hermelijn ging aan de haal. 't Kaboutertje liep boos naar huis, Hij kwam in den nacht pas bij moeder thuis. VOORBEELD Onderwijzer: „Door de koude krimpen dus de voorwerpen in en door de warmte zetten ze uit. Wie kan me hier een voorbeeld noemen?" Frans: „In de winter zijn de dagen kort in de zomer lang". Met de kinderen uit. KERSEN PLUKKEN. Juffrouw „Ik zal jullie eens een voorbeeld geven van deze sommen. Als een man zeven zoontjes heeft en hij geeft er vier toestemming om kersen te gaan plukken, hoeveel blijven er dan thuis?" Jantje: „Geen één natuurlijk!" E- 1 Als het zomerzonnetje Blikkert op de wegen, Ga ik met mijn kindje uit. 't Kom dan Jetje tegen. Die met haar twee dochtertjes En haar nieuwe beertje Zachtjes aan de wandel is. 'k Roep haar toe: ,Mooi weertje!" „Ja mevrouw" zegt Jet ,,'t is fijn!" „En hoe is 't met Grietje? Is haal keeltje al weer goed? En hoe gaat 't Marietje?" „Dank u wel, mevrouw, heel best! Gaat u ook naar 't weitje?" ..Ja mevrouw, daar is 't fijn fris Voor mijn kleine meidje!" MARIE MICHON. Postzegelrubriek. 1937 Vliegzegels. 10b 20 50 Herd. 1937. 2 6 op op 20 L. 10 L. 10 20 op op 6 L. 2 L. Balkan Entente. 1938 Constitutie. ROEMENIë Aanvulling IV Met afbeeldingen van een gestyleerd vliegtuig verschenen vliegzegels in 1937 in dc waarden 10 b. (geeloranje) 20 b. (lilarose) 50 b. (rosekarmijn) Grootte 28 x 24 mm. Bij de promotie van Kroonprins Michael tot groot luitenant in 1937 verscheen een blok met zegels van Koning Carol in groot formaat, met opdruk. Het zijn 2 op 20 L. (roodoranje) 6 op 10 L. (blauw) 10 op 6 L. (bruinkarmijn) 20 op 2 L. (groen) Grootte blok 121 x 151 mm., grootte zegels 35 x 45 mm. De Balkan Entente gaf ons twee zegels met afbeel ding van de wapens van Roemenië-Griekenland- Turkije en Joegoslavië. Het zijn de 7 L. 50 (ultram.) 10 L. (blauw). Grootte 45 x 30 mm. B(j de afkondiging van de nieuwe constitutie van Roemenië verscheen een serie zegels met afbeelding van den Koning waarond'" staat Constitutie" en het jaartal „27 Februari 1938". Het zijn dc 3 L. (rose karmijn) 6 L. (bruinlila) 10 L. (blauw). Groot te 35 x 45 mm. Zie het schetsje. Rustenburgerlaan 23.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 8