7xet JOient en Jan OCie&ol.
Mr. Rost van Tonningen over den maat
regel tegen de Socialistische partijen.
Huwelijk met modern
Comfort.
W A A N DAG 22 J U E I 1940
H X X R E E M'S DAGE E A D
Arbeidersbeweging moet de nieuwe vormen zelf vinden
D<2 Zaterdag benoemde commissaris voor de
S. D. A. P., He R. S. A. P. en de C. P. N., mr. M. M.
Rost van Tonningen, heeft Zaterdagavond de
volgende radiorede gehouden:
Volksgenooten, arbeiders en arbeidsters van Ne
derland
Over Eurqpa zijn door het geweld der tijden
veranderingen gekomen, die de Europeesche vol
ken voor een geestelijke crisis plaatsten. De ge
beurtenissen der laatste weken hebben in het bij
zonder de Sociaal Democratische Arbeiderspartij
en het Nederlandsch Verbond van Vakvereni
gingen in hun diepste wezen beroerd.
In deze organisaties hebben Nederlandsche ar
beiders en arbeidsters tientallen jaren voor hun
socialistisch ideaal gestreden. Ontzaglijke offers
pijn gebracht ter verwezenlijking van die idealen,
welke belichaamd zijn in de herinnering aan Pie-
ter Jelle Troelstra.
Een tragisch noodlot heeft gewild, dat het eer-
biedafdwingende idealisme, waarmede de socia
listische arbeiders den strijd voor lotsverbetering
pijn begonnen, in den loop van het moderne par
lementarisme geleidelijk in rook is opgegaan.
De arbeidersbeweging werd niet alleen van bo
ven af in het parlement gesaboteerd, maar
bovendien door het politieke Christendom van
binnenuit gespleten. Ondanks deze innerlijke
breuk, ondanks de ontzaglijke tegenwerking waar
mede de ware strijders voor het socialisme heb
ben te kampen gehad, is echter ontzaglijk veel
bereikt Ieder Nederlander, die onbevooroordeeld
den arbeid van de laatste halve eeuw in vogel
vlucht overziet, zal tot de erkenning komen, dat
zoowel in de S. D. A. P. als in het N. V. V. menig
idealist even hard voor de lotsverbetering van
den arbeider heeft gestreden, als in het volksche
socialisme onzer dagen. Maar eveneens dwingt
deze terugblik ons tot de erkenning, dat het
ideaal zelf, de verwezenlijking van een socialis
tische gemeenschap niet werd bereikt
Ook de Nederlandsche arbeiders bevinden zich
thans plotseling voor een ware omwenteling in
de socialistische wereldbeschouwing. Als een
stormwind is de nieuwe tijd over Europa gegaan.
Het gevaar bestond dat in deze geweldige revo
lutie de waarden, die door de moderne arbeiders
der vakbeweging zoo zorgvuldig werden gehoed,
door onverantwoordelijke acties zouden worden aan
getast.
Het is een dwingend gebod voor de Nederland
sche volksgemeenschap om de arbeiders, die in
de S. D. A. P. en in het N. V. V. zijn samengevat,
in de gelegenheid te stellen uit de kracht van
hun eigen persoonlijkheid den weg tot het nieu
we Europa te vinden.
Alleen karakterloozen kunnen verwachten, dat
een socialist zijn socialistisch ideaal zou kunnen
prijsgeven.
Als dan ook vandaag de Nederlandsche ge
meenschap misschien verrast is geworden door
het besluit dat de leiding van de S. D. A. P. van
haar functies is ontheven, dan is de uitsluitende
bedoeling daarvan, dat uit de rijen van de arbei
ders zelf de nieuwe leiding op zal staan.
De krachten, die in de arbeidersbeweging
leven, kunnen zich op korteren of langeren ter
mijn openbaren, doch zij hebben het recht te
verlangen, dat in de vorming van het nieuwe
van buitenaf niet ruw worde ingegrepen.
De vormen van het nieuwe socialisme moeten
door de arbeiders zelf worden gevonden. Slagen
de arbeiders hier nyrt in, dan blijft het socia
lisme een hersenschim en dan zal over ecnige
tientallen jaren hetzelfde moeten worden ge
schreven, wat Lammers bij het 25-1arig jubi
leum als parlementariër van Ir. J. W. Albarda
opmerkte „Wat de vakbeweging niet tot stand
vermocht te brengen, is het scheppen van een
bestaanszekerheid voor de volksmassa's".
Waarom werd nu de leiding van de oude
S-D.A.P. van haar functie ontheven?
Deze leiding heeft de stuwkracht gemist om
het diepe verlangen der arbeiders naar maat
schappelijke vernieuwing ook maar in eenigs-
Zins voldoende mate te bevredigen. Zij heeft in
den politieken strijd zoozeer haar beginselen
verzaakt door het aangaan van coalities met
partijen van een lijnrecht tegengesteld begin
sel, dat van haar niet te verwachten was, dat zij
die vernieuwing zou kunnen leiden.
De weg naar een betere toekomst kan door
nieuwe leiders gewezen worden, die van onderop
liit de rijen der arbeiders voortkomen.
Deze nieuwe leiders hoeven slechts aan te
knoopen bij de oorspronkelijke idealen van Ne
derlandsche socialisten, kunnen zij deze in ver
vulling .brengen, dan zal het heele Nederland
sche volk hun dank weten.
Het treft smartelijk om te zien, hoe velen in
hun jonge en vurige jaren met groote bezieling
aan een waarlijk socialistisch ideaal hebben ge
werkt: hoe zij hun beste krachten hebben ge
geven om de schoonste ideeën van den mensch
in zijn arbeid uit te dragen en hoe deze velen
hebben moeten waarnemen, hoe hun zuiver
pogen meer en meer werd verstikt. Zij hebben
de oogen voor eeuwig gesloten, zonder de ver
vulling van hun levensideaal te hebben beleefd.
Tegenover de nagedachtenis van deze idealis
ten hebben wij den duren plicht om de jonge
krachten, die in dezen tijd zich in de arbeiders
bewegingen beginnen tc openbaren, uit alle
macht te steunen.
Zelden is de nood in een volk zoo hoog ge
stegen als op het oogenblik in het onze. De ver
schrompeling van de welvaart heeft een werk
loosheid veroorzaakt, die ondervoeding en licha
melijke ondermijning tot een schrikbarenden
omvang heeft doen stijgen.
Het grenst aan beleedigende schijnheiligheid
als men aan deze ontzettende gevolgen van het
kapitalistische systeem zou willen voorbijgaan
en over geestelijke waarden zou willen spreken,
alvorens de materieele vraagstukken op te
lossen. De hooge nood dwingt ons als eerste
socialistische eisch te stellen den arbeider dat
gene te geven, wat de socialistische strijders
hebben samengevat onder den kreet: „Vrijheid,
arbeid, brood."
In de waarachtige socialistische gemeenschap
worden de werkers van een volk zoodanig in hun
productie-kracht gericht, dat zij niet volgens
het winstprincipe over de bedrijven worden
verdeeld, of daaruit worden gestooten. Neen, de
arbeidsgemeenschap van het volk moet op de
vervulling van de noodzakelijkste levensbehoef
ten In de eerste plaats worden gericht.
De optrekking van een werkplan, dat de nood
van de arbeidersmassa's kan lenigen, is in de
eerste plaats een taak van de arbeiders zelf. Dat
zij tot degelijken arbeid in staat zijn, heeft het
Plan van den Arbeid bewezen. Toch zou men hier
willen vragen waarom de leiding van de S.D.A.P.
dit plan niet heeft ten uitvoer gelegd toen zij
aan het roer was. Niet alleen in de S.D.A.P. en
het N.V.V., doch ook in andere bewegingen en In
de politieke partijen zijn het deskundigen ge
weest, die door hun opbouwende gedachten de
oplossing van deze meest dringende vraagstuk
ken van den arbeid van het volk hebben bijge
bracht. De tijd is voorbij, dat men elkander kan
beoorlogen en dat de geldverdieners den opbouw-
arbeid van de deskundigen kunnen saboteeren.
Wie waarlijk voor zijn kinderen een betere toe
komst wil scheppen dan die der proletarische,
vacantielooze levens der arbeidersklasse in het
algemeen, moet nu de handen Ineen slaan met
een ieder, die aan de werkgemeenschap van het
Nederlandsche volk wil deelnemen.
Een socialistische arbeidersklasse dient dan ook
aan elk bewind de volgende eischen te stellen:
1. Het onmiddellijk ontwerpen van een arbeids-
plan voor het Nederlandsche volk, dat de pro
ductie voor de eigen behoeften in de toekomst
binnen de wordende Europeesche gemeenschap
zal waarborgen.
2. De inschakeling van alle arbeiders teneinde
de werkloosheid op te heffen en een gewaar
borgde vaeantie, met behoud van loon, te kunnen
invoeren.
3. De organisatie van ontspanning door de
opening van reisgelegenheid in deze vacantie-
dagen.
Met dezen laatsten eisch betreden wij het ge
bied van de cultuur. Het zou een miskenning zijn
van hetgene wat N.V.V. en S.D.A.P. hebben tot
stand gebracht, als wij aan den cultuurarbeid
van de socialistische arbeiders zouden voorbij
gaan. die reeds thans verwezenlijkt is in de ont
wikkelingsinstituten en ontspanningsgroepen, in
hun kunstbeoefening, hun ontspanningshuizen,
hun natuurvriendenwerk en zeker niet ir> het
minst in hun eigen, zoo hartstochtelijk begonnen
en tijdelijk tot een zoo hoog plan gebrachte
jeugdbeweging.
Dit prachtige werk mag in geen geval worden
afgebroken. Het sloopen van dezen arbeid, waar
voor duizenden uitstekende Nederlandsche ar
beiders hun beste krachten gaven, zou niets meer
of minder beteekenen dan een laag verraad aan
de kerngedachte van het volksche socialisme.
De fakkels, die branden rond de Paaschheuvels
te Vierhouten, de hooggespannen idealen van
Mei- en Pinksterbijeenkomsten, zij mogen niet
worden uitgedoofd. Het grootsche, blijde en ge
lukbrengende, dat door het socialisme is open
gegaan in de harten van tienduizenden arbeiders
en arbeiderskinderen, mag niet verloren gaan in
de verwarring, die in deze bewogen dagen in de
gedachten van zoovelen is ontstaan. Voor het
waarlijk Nederlandsche en voor het zuiver socia
listische in dit werk, is een grooter toekomst dan
ooit weggelegd. indien de arbeiders van hun kant
den weg willen aangeven om te komen tot één
Nederlandsche gemeenschap van socialisten, dat
wil zeggen van kameraden.
Op het gebied van de cultuur heeft de gemeen
schap echter aan de Nederlandsche arbeiders een
vraag te stellen. Talloos zijn de arbeidersmuziek-
vereenlgingen, de arbeiderszangvereenigingen, de
arbeidersorkesten. Het zal de taak der arbeiders
zijn, deze uitingen van waarachtige cultuur van
het Nederlandsche volkskarakter ook ter be
schikking van hun andere volksgenooten te stel
len.
De scheidingen, die de klassestrijd heeft ge
bracht, kunnen door deze en andere prestaties,
waarbij ik b.v. denk aan den Bond van arbeiders-
tooneeivereenigingen. wegvallen. Naast den eer
bied voor den arbeid, staat de eerbied voor de
arbeiderscultuur.
De arbeider is nu eenmaal het scheppende ln
het volk.
Mannen en vrouwen kunnen in gemeenschap
bij de geboorte van een nieuwen tijd de scheppin
gen van de genieën in hun volk tot nieuwe hoog
ten opvoeren. Wie de groote kunstenaars in ons
volksleven kent, weet, dat veelal hun wieg in een
eenvoudig gezin heeft gestaan. Doch voorwaarde
voor scheppingen is de eeuwige vernieuwing van
den volksaard na bevrijding van troebele invloe
den, die haar bedreigen. Het Nederlandsche volk is
een eeuwenoude cultuurgemeenschap, taalge
meenschap en een bloedgemeenschap. Het sociale
gevoel, dat ons bezielt is niet iets, dat wij uit boe
ken kunnen leeren, het is het medetrillen van
gelijkgestemde menschen met het lot van de
volksgenooten, die door een misdadig stelsel
worden vertrapt.
Weerloos zijn daarbij zoowel de moegewerkten
als de kinderen. Hoezeer men ook moet erkennen,
dat de arbeidsbeweging in tal van sociale maat
regelen, als ziekte-, invaliditeits-, ongevallen en
ouderdomsverzekering concessies aan het kapi
talisme heeft afgewrongen, zoo is toch aan dien
eenen eisch niet voldaan, die elke socialistische
gemeenschap moet stellen n.l. dat niet de ouder
dom, maar wel het tijdstip waarop de mensch
afgewerkt is zijn recht op een arbeidspensioen
bepaalt.
Voor de jeugd moet aan de andere zfjde de
eisch worden verheven, dat een socialistische ge-
VOOR DE KINDEREN
Bij deze woorden zakte de onderkaak van
den professor van verbazing haast op zijn
vest.
Wel, wel.'zei hij opgewonden, ik wist niet
dat hier een inboorling mijn taal sprak.
'k Ben geen inboorling, 'k ben de Dikke!
Van blijdschap over dit wonderbaarlijke
weerzien, omhelsden zij elkaar, hoewel de pro
fessor zich nog steeds verbeeldde dat hij
droomde. Zij begaven zich vlug naar het
boschje, waar Krent was achtergebleven.
meenschap niet kan dulden, dat zij door gebrek
aan materieele verzorging lichamelijk wordt ver- j
minkt of door cultureelen honger geestelijk ver
dort.
Het ls een verheugend feit, dat alle cultureele
prestaties die de arbeiders hebben verricht terug
treden achter den verbijsterenden inzet, die de
eerste A.J.C.-generatie op cultureel gebied voor
het jonge volk heeft gedaan. En dan wordt daar
bij niet zoozeer gedoeld op materieele verworven
heden en gebouwen, kamphuizen en kampeerter
reinen, neen hier past een woord van hulde aan
de groote en echt socialistische beginselen van
de aanvankelijke socialistische jeugdbeweging.
Wat wilde deze na-oorlogsche jeugd, die be
greep dat Troelstra's profetische woorden van
1914 haar richtsnoer moesten zijn. Het was Troel
stra, die zeide dat de nationale gedachte de na
tionale geschillen moesten overheerschen, dat het
socialisme opnieuw doorgrond en gefundeerd
moest worden.
Deze woorden van den grooten socialistisehen
strijder waren het, richtsnoer van de eerste gene
ratie van de A.J.C. Zij wilde terug tot de bron
van het leven, d.w.z. terug tot den eenvoud en
de waarachtigheid van de natuur. Zij wilde los
van het burgerdom raken en streefde innerlijk en
uiterlijk naar een eigen stijl in kleeding, kunst
behoeften en ontspanning. Zij keerde zich af van
het verval der kapitalistische steden en -het drog
beeld van asfaltbeschaving en zocht genezing in
bosch en veld.
Deze drang tot verfraaiing en verdieping van
het jeugdleven groeide aan tot een zoo groote
hartstocht en een zoo fel idealisme, dat het ons
heden nog met ontzag vervuld.
En toch, zelfs in eigen rijen heerscht thans on
tevredenheid over dat wat uiteindelijk bereikt
werd, want de spanning der eerste jaren is ver
slapt en na 1922 is het langzaam bergaf gegaan.
De adem van een nieuwen tijd moge de arbeiders
jeugd met fritsche kracht vervullen. Het is on
miskenbaar, dat de socialistische jeugd naar
nieuwe bindingen en nieuwe vormen tast.
Het Nederlandsche volk staart verlangend naar
initiatieven van de jeugd. Zij is onze hoop en onze
toekomst.
Als hier hulde is gebracht aan het vele goede,
dat de moderne arbeidersbeweging tot stand ge
bracht heeft, dan zit daarbij de bedoeling voor
het geheele bezit aan materieele en cultureele
goederen dezer arbeidersmassa's en der jeugd te
beschermen tot den tijd, dat een nieuwe leiding
uit de eigen rijen zal opstaan.
Als politieke organisatie hebben de verschil
lende organisaties opgehouden te bestaan.
Als deelen der groote Nederlandsche volksge
meenschap met een eigen karakter, een eigen
vorm van cultuur en een eigen levensstijl hebben
deze arbeidersmassa's onbetwisbaar recht op hun
geestelijke en materieele eigendommen.
In de eerstvolgende dagen zullen de technische
maatregelen bekend worden gemaakt, die nood
zakelijk zijn om het deelgenootschap van de ar
beiders aan hun organisaties vast te leggen en
om te overleggen hoe de sociale en cultureele op-
bouwarbeid uit hun binnenste het best kan wor
den gewaarborgd. Bij het ontwerpen der plannen
zal het initiatief aan de organisaties zelf worden
gelaten. Aan de Arbeiderspers en de arbeiders
radio zullen de eigen krachten blijven verbonden.
Voor zoover de financieele nood, die de Arbeids-
pers en de arbeiders radio heeft bezocht, het niet
strikt noodzakelijk maken, zal in het personeel
geen wijziging worden gebracht. Als het waar zou
zijn, dat de socialistische arbeiders het sterkst
de socialistische idealen in zich dragen dan zal de
wordende socialistische gemeenschap in Neder
land zich om hen kunnen kristalliseeren
In de vrijheid van een volk moeten de besten en
sterksten de leiding hebben. In deze edelen wed
strijd in dienst van de volksgemeenschap zullen
de arbeiders de leiding kunnen hebben, tot welke
beweging zij ook behooren. Zij zullen het kunnen
en daarbij den korst van slappe burgerlijkheid
die hen tientallen jaren heeft overwoekerd, kun
nen doorbreken.
Daarmee zal uit een rotte schaal de goede kern
voor den dag komen.
Moge dan spoedig in nieuw Nederland de so
cialistische gemeenschap waarvoor zoovelen stre
den worden verwezenlijkt. Mogen de socialisten
uit alle bewegingen elkander de hand rijken. Als
deze één-wording thans bereikt zou worden, zou
den de strijders uit alle bewegingen hun doel heb-
bij bereikt en daarmede de eenige werkelijke
hulde zijn gebracht aan de nagedachtenis dier
socialistische voorgangers, die de vervulling van
hun ideaal niet hebben mogen beleven.
Nederlandsche arbeiders en arbeidsters, uw tijd
is gekomen.
CONCERT OP DE GROOTE MARKT.
Zaterdagmiddag was het druk op de Groote
Markt te Haarlem. Op het middenplein hadden
zich menschen verzameld, die rondom het mu
ziekcorps van de „Ordnungspolizei" (de z.g.
„groene politie") dromden, dat aldaar concer
teerde. Van half vijf tot zes uur heeft deze staf-
muziek muziekstukken ten beste gegeven, die bij
het publiek zeer in den smaak vielen. Het was een
aardig gezicht om de keurig geüniformeerde mu
zikanten in de weer te zien; de koperinstrumenten
blonken in het zonlicht. Van de terrassen der res
taurants af konden zij, die de voorkeur gaven
aan een geriefelijk zitje boven een staanplaats,
de muziek beluisteren. Zelfs op het bordes van het
Stadhuis hadden zich muziekliefhebbers opge
steld, die het voordeel hadden van een aardig
overzicht
Johan de Meester in zijn rol als „Lucifer" in
Vondel's gelijknamige stuk, waarvan Zaterdag
te 's-Gravenhage de première ging.
Boter en vetten.
De toewijzingen aan detaillisten.
Zooals reeds eerder werd gepubliceerd was het
aan de detaillisten toegestaan nog gedurende de
week van 15 tot en met 21 Juli 1940 boter, marga
rine en spijsvet te koopen zonder dat daarvoor toe
wijzingen behoeven te worden afgegeven.
Ter bevordering van een vlotte bevoorrading d
detaillisten kan thans goedgekeurd worden, dat deze
gelegenheid tot vrij koopen door detaillisten nog
blijft bestaan tot en met 28 Juli a.s.
Ook gedurende de week van 22 tot en met 28 Juli
behooren de detaillisten de door hen ontvangen, met
„67" en „68" genummerde bonnen van het algemeen
distributiebonboeokje te plakken op opplakvellen.
Tegen inwisseling van deze opplakvellen zullen de
distributieriensten op een door deze diensten aan te
geven dag toewijzingen voor boter, margarine e
spijsvet verstrekken.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat de detail
listen gedurende de week van 22 tot 28 Juli a.s,
niet meer zullen mogen koopen dan 1/52 gedeelte
van hun jaaromzet over 1939.
Ten slotte wordt er nogmaals met nadruk op ge
wezen, dat de detaillisten er bij het inwisselen der
door hen ontvangen bonnen 67 en 68 voor boter- o(
margarinetoewijzingen rekening mede dienen te
houden, dat met ingang van 29 Juli een groot c"
der bevolking geen margarine of vet, doch uitslui
tend boter zal kunnen koopen.
Wie de ontvangen consumentenbonnen uitsluitend
of in hoofdzaak omwisselt voor margarinetoewij
zingen loopt derhalve de kans, dat hij het gedeelte
van zijn klanten, dat na 28 Juli uitsluitend bote
mag koopen, niet zal kunnen bedienen. (A. N. P.)
125 gr' m roggebrood 100 gram
ander brood.
Het verschil in het droge-stof-gehalte tusschen
roggebrood en ander brood heeft aanleiding ge
geven om te bepalen, dat iedere enkele bon van
het broodbonboekje recht zal geven op het koo
pen van 125 gram roggebrood. Voor alle andere
broodsoorten blijft het gewicht, dat per enkele
bon van het broodbonboekje kan worden gekocht,
100 gram.
In verband met het bovenstaande zullen gedu
rende het tijdvak van 22 Juli tot en met 28 Juli
a.s. de met „71" tot en met „80" genummerde dub
bele bonnen van het broodbonboekje recht geven
op het koopen van 2500 gram roggebrood of
gram ander brood. Elk der enkele bonnen g<
derhalve recht op het koopen van 125 gram rog
gebrood of 100 gram ander brood.
De bonnen, welke 28 Juli nog niet gebruikt zijn
blijven voorts nog tot en met 1 Augustus a.s,
(A. N. P.).
EXAMENS.
STAATSEXAMENS,
Geslaagd voor diploma A: mej. M. Schuur-
mans en de heeren: W. H. Charbon, F. Haarsma,
M. B. Cohen, B. A. Mensink, A. Groenenboom,
J. Linskens, H. L. M. Louwers, M. L. van Drunen,
II. J. H. Mooren, Th. Pirenne, E. J. van de Weyer,
W. M. Reyerse en J. Venema.
Voor diploma B: de dames: C. G. Lub en G. H.
Bakkenes en de heeren: C. L. A. Daniels, H. C.
Fraay, A. de Jong, R. M. Dijkstra, J. L. den Hol
lander, H. de Vries, J. T. W. van de Wetering.
Mr. CORRT STOLZ-VAN DEN KIEBOOM.
47)
Wacht u eens even, zegt Jimmy een oogen
blik later en hij probeert „erin" te komen. De
man van juffrouw Ten Haeve zegt ujanu
ben ik er. Ja, zéker kan ik die voor u bereiken
Ai, morgen overkomen? Nee, dat zal wel héél lastig
gaan. Is er gevaar bij? Ojuistjaja
Juist. Ja, ik zal zien. wat ik d.oen kan. Ja, ik spreek
hem morgen toch in ieder geval. Morgenvroeg al. In
Amsterdam, ja. Ja, ik vrees wel, dat het bezwaar
lijk zal zijn. enfin, ik zal mijn best doen. Rekent
u in ieder geval op zijn vroegst op den middag
trein, zoo om een uur of vier. Dokter, ik ben u zeer
erkentelijk voor uw vriendelijkheid, ook naméns
jnijn cliënte. Tot genoegen.
Nick heeft in Arnhem de laatste inkoopen ge
daan voor de Kerstdagen. Met haar armen vol pak
jes komt ze het stationnetje uit. Stil is het hier, na
het geroezemoes van de Arnhcmsche straten.
Heerlijk rustig, zoo'n dorp in de schemering van
den wintermiddag. Gauw naar huis nu thuis
Is het gezellig en warm. Morgen Kerstmis een
rustig Kerstfeest thuis. Een paar dagen aan niets
denken.
Han, zegt ze verschrikt, als hij vlak voor haar
staat.
Nikker! Kind, ik had je heelemaal niet gezien.
Ik wist niet, dat jii met dezen trein meekwam.
JWat een verrassing. Hij straalt, ziet Nick.
Wacht je op iemand? vraagt ze nuchter.
f— Ja.... allemachtig, hij zal me toch niet ont
snapt zijn? Ik moet den man van een patiente op-
vischen, iemand, dien ik heelemaal niet ken.
Troost je. lacht ze. Er is niemand uitge
stapt, dan juffrouw Van den Berg en Jan van
Kees van de Vossenpels en ik. Vraag 't. maar aan
Hendriks, als je wilt.
Nee, ik geloof je wel. Han lacht om haar op
somming. Zeg, nu moet ik even naar „Klein-
Schorenburgh". Die stumper daar ligt al van gis
teren af op haar man te wachten. Rij je mee?
Even thuis mijn pakjes afgeven. Kan dat?
Anders weten ze niet waar ik blijf, zegt ze, als ze
de dorpsstraat inrijden.
Zeg, wat is dat voor een patiënte van je, die
door haar man in den steek is gelaten? vraagt ze
nieuwsgierig, als Han den weg naar Schorenhoeff
inslaat. Wat dramatisch, zeg. Niets voor „Klein-
Schorenburgh".
Nee, dat zeg ik je na, zegt Han hartgrondig.
Het is een ellendige geschiedenis. Daar ligt me
dat jonge ding, die huishoudster van freule van
Ilolck, moederzïey alleen op een zolderkamertje.
En geen sterveling, die naar haar omkijkt. Die
ouwe tobbers hebben ook genoeg met zichzelf te
houden. En ik zit er mee te kijken. En met nog een
paar van die cadeautjes.
Nog meer verlaten vrouwen? lacht Nick. De
practijk is tenminste veilig terrein om over te
praten.
Bewaar me, gelukkig niet. Een paar verve
lende gevallen, zooals je altijd treft, als je voor
een ander waarneemt. En de wijkverpleegster is
ook al ziek en waar haal ik vlak voor de Kerstda
gen een plaatsvervangster vandaan? Nou ja
Han schudt met één slag "zijn zorgen van zich af
't kan me allemaal niet schelen, nu ik jou
weer zie, Nikker. Hij drukt even haar hand. Ze
kijkt hem lachend aan. Dit is wel een nieuwe Han,
met den zorgelijken trek op zijn jongensgezicht.
Een man is hij nu opeens. De dokter, op wien de
zorg rust voor zijn patiënten. Gek, net of ze ineens
respect voor hem krijgt. Nu lijkt het allemaal nog
veel moeilijker, veel erger. Hoe moet ze het hem
zeggen?
Ze rijden het hek van „Klein-Schorenburgh"
binnen, zien in de open voordeur den ouden huis
knecht in een druk en blijkbaar weinig vriende
lijk gesprek met iemandNick voelt haar adem
stokken.... Kan dat? Och, ze lijkt wel krankzin
nig, hallucinaties heeft ze nög een patiënte voor
Han.... Maar die lange, gebruinde jongeman, die
met één sprong de treden van het bordes komt af
stormen en op de auto toerent
Gelukkig, dat u er bent, dokter, roept Frank,
terwijl hij het portier open rukt. U bent toch
de dokter hier? Wat is dat hier voor een gekken
huis? Kunt u die vent niet aan zijn verstand bren
gen, dat-ik naar mijn vrouw toe moet? U hebt me
toch zelf laten roepen. Dat mensch staat me maar
aan te gapen. Me kenne hier geen Robberts,
zegt hij ijskoud. Ik ben hl een kwartier tegen hem
bezig.
Dag Frank, zegt Nick, vanuit haar hoekje.
O.o.hallo Nick, zegt Frank verbijsterd
Nick hier?.... wat doet ze hier.... zou die
dokter.die avond in den schouwburg ja,
daar kan hij zich niet in gaan verdiepenWij
kennen elkaar, hè? gaat hij tegen Han door.
Natuurlijk breng ik je straks thuis, zegt Han.
Zou je vader me vanavond nog willen ontvan
gen, of is dat te erg in strijd met het decorum? Ik
zou het altijd morgen nog eens dunnetjes over kun
nen doen, met den hoogen hoed en zoo.
Nick geeft geen antwoord.
Zie je, zegt Han, je begrijpt toch wel, dat ik
er nu vaart achter wil zetten. Ik heb zoolang op
je gewacht, ik heb heelemaal geen geduld meer
over. Nick, lieveling, ik ben toch zoo blij. Toen ik
dat pakje van je kreegzoo'n Sinterklaasavond
heb ik nog nooit gehad.
Ik ook niet, denkt Nick en ze vecht met haar
tranen.
Han neemt haar beide handen in de zijne.
Ikik ben je zoo dankbaar, zegt hij verle
gen. Zie je, ik heb je altijd geplaagd met die
Dokter Maeyhoek, als ik het wel heb?
Stil nou even. Han houdt met beide handen
zijn hoofd vast. Ik kan er nog niet bij. Bent u.
de man van juffrouw Ten Haeve? Daar gaat het
tenslotte om.
De man van juffrouw Ten Haeve? Frank moet
het even verwerken. Ja, dat klopt, zegt hij.
Maar voor verdere explicaties heb ik geen tijd.
Kan ik mijn vrouw nu zien, ja of nee? Neem me
niet kwalijk, dokter, maar ik heb er langzamer
hand genoeg van.
Ja.natuurlijk.spijt me.klein mis
verstand, prevelt Han. Als u mij volgen wilt,
meneer Robberts? Nick, je excuseert ons wel
Nick ziet hen samen het bordes opgaan. Han, die
bij de deur nog omkijkt naar haér. Frank, die als
bezeten naar binnen rent. Frank, voor wie ze niet
meer bestaat.Uitstappen en wegloopen? Twaalf
kilometer naar huis. En dan staat Han vanavond
toch weer voor haar. Liever nu ineens maar
straks, als hij er over begint.
De hall door. De trap op. Nog een trap. De zol
der. Een pannendak met kieren en gaten. Rondom
afgeschoten hokken met deuren, zolderkamers. De
dokter, die een van die deuren opendoet. Frank
duwt hem opzij. Een ijzeren ledikant en rossige
krullen, die boven de dekens uitkomen.
Dag dokter. Lies draait zich onwillig van den
muur af. De witte muur, waar ze den heelen dag
tegenaan heeft liggen kijken, al de uren. dat ze ge
wacht heeft op bericht.
Lieske
Met een schok zit ze overeind. Frank! Ben je
het? Ben je het werkelijk zelf?
De dokter vindt, dat hij nu gevoeglijk kan gemist
worden. Hij heeft méér te doen.
Korte visite. Nick lacht dapper, als ze Han
ziet aankomen.
O, die patiënte zie ik morgen wel, zegt Han
droog. Als ze de begroeting tenminste overleeft.
Maar zeg, ben jij er nu achter, hoe dat allemaal
in elkaar zit? Ik snap er geen syllabe van. Je rijdt
wel mee verder, hè? Ik heb hier in de buurt nog
een paar visites.
Ze zullen thuis niet weten, waar ik blijf, pro
testeert Nick.
Je hebt toch gezegd, dat je met mij meeging
nou dan, zegt Han. Ik kan er nog niet bij,
komt hij weer op zijn patiënte terug. Als ik denk
aan dien avond, toen met Ringelhorst. zij was
toch dat mooie vrouwtje met iets blauws aan,
niet? En nou.... zeg, ik hield haar eerst voor een
hitje, tweede meisje of zooiets. Huishoudster was
ze, nou ja, dat scheelt niet zooveelHad jij er
nooit iets van gehoord, het waren toch kennissen
van jou?
Heel oppervlakkige maar, zegt Nick onver
schillig. Wat doet het je goed, dat te kunnen zeg
gen. Na de vernedering van dat oogenblik straks.
Zeker herrie gehad, veronderstelt Han.
Enfin, 't kan me ook geen laars schelen. Ze waren
het daarnet in ieder geval weer grondig eens.
Dank zij jouw bemiddeling waarschijnlijk. Ze
kan het werkelijk lachend zeggen.Nick, ik zal
probeeren te scheiden, wil je, dan met. me trouwen?
Wil je met me trouwen, NickNick trouwt niet
met niemand....
Waarachtig! Han laat het zich met verbaas
den trots aanleunen. Dat heb ik hem dan i
leverd, zeg. Onbewust natuurlijk. Pracht mise-en-
scène, voor een verzoening. Die meteen de gene
zing in de hand werkt. Wacht, ik moet hier zijn.
Nick kijkt hem na, zooals hij nog grinnikend
het boerenhuisje binnengaat. Gelukkig, even kan
ze op adem komen. Ze klappertandt en rilt van top
tot teen, nu ze zich een oogenblik niet hoeft in te
houden. Zoo overstuur is ze. Van de plotselinge
ontmoeting met Frank. Van het vooruitzicht, straks
weer met Han te moeten praten. Han, die zoo ze
ker van zijn za'ak is. Han, die ze al zijn illusies
moet ontnemen. En wat moet ze zeggen, wat kan
ze als reden opgeven, zonder hem t.e kort te doen
en zonder dat dat verschrikkelijke allemaal te
vertellen? Daar komt Han weer te voorschijn. Hij
moet zich bukken in de lage deur van het huisje.
Een stelletje kinderen troept in de deuropening. -
Dag dokter, dag dokter, Jongens! Hij zit al weer
achter het stuur. Daarginds moet ik ook nog zijn»
Nikker.
.(Wordt vervolgd),