7xet JOient en Jan OCie&ol. Mr. Rost van Tonningen over den maat regel tegen de Socialistische partijen. Huwelijk met modern Comfort. W A A N DAG 22 J U E I 1940 H X X R E E M'S DAGE E A D Arbeidersbeweging moet de nieuwe vormen zelf vinden D<2 Zaterdag benoemde commissaris voor de S. D. A. P., He R. S. A. P. en de C. P. N., mr. M. M. Rost van Tonningen, heeft Zaterdagavond de volgende radiorede gehouden: Volksgenooten, arbeiders en arbeidsters van Ne derland Over Eurqpa zijn door het geweld der tijden veranderingen gekomen, die de Europeesche vol ken voor een geestelijke crisis plaatsten. De ge beurtenissen der laatste weken hebben in het bij zonder de Sociaal Democratische Arbeiderspartij en het Nederlandsch Verbond van Vakvereni gingen in hun diepste wezen beroerd. In deze organisaties hebben Nederlandsche ar beiders en arbeidsters tientallen jaren voor hun socialistisch ideaal gestreden. Ontzaglijke offers pijn gebracht ter verwezenlijking van die idealen, welke belichaamd zijn in de herinnering aan Pie- ter Jelle Troelstra. Een tragisch noodlot heeft gewild, dat het eer- biedafdwingende idealisme, waarmede de socia listische arbeiders den strijd voor lotsverbetering pijn begonnen, in den loop van het moderne par lementarisme geleidelijk in rook is opgegaan. De arbeidersbeweging werd niet alleen van bo ven af in het parlement gesaboteerd, maar bovendien door het politieke Christendom van binnenuit gespleten. Ondanks deze innerlijke breuk, ondanks de ontzaglijke tegenwerking waar mede de ware strijders voor het socialisme heb ben te kampen gehad, is echter ontzaglijk veel bereikt Ieder Nederlander, die onbevooroordeeld den arbeid van de laatste halve eeuw in vogel vlucht overziet, zal tot de erkenning komen, dat zoowel in de S. D. A. P. als in het N. V. V. menig idealist even hard voor de lotsverbetering van den arbeider heeft gestreden, als in het volksche socialisme onzer dagen. Maar eveneens dwingt deze terugblik ons tot de erkenning, dat het ideaal zelf, de verwezenlijking van een socialis tische gemeenschap niet werd bereikt Ook de Nederlandsche arbeiders bevinden zich thans plotseling voor een ware omwenteling in de socialistische wereldbeschouwing. Als een stormwind is de nieuwe tijd over Europa gegaan. Het gevaar bestond dat in deze geweldige revo lutie de waarden, die door de moderne arbeiders der vakbeweging zoo zorgvuldig werden gehoed, door onverantwoordelijke acties zouden worden aan getast. Het is een dwingend gebod voor de Nederland sche volksgemeenschap om de arbeiders, die in de S. D. A. P. en in het N. V. V. zijn samengevat, in de gelegenheid te stellen uit de kracht van hun eigen persoonlijkheid den weg tot het nieu we Europa te vinden. Alleen karakterloozen kunnen verwachten, dat een socialist zijn socialistisch ideaal zou kunnen prijsgeven. Als dan ook vandaag de Nederlandsche ge meenschap misschien verrast is geworden door het besluit dat de leiding van de S. D. A. P. van haar functies is ontheven, dan is de uitsluitende bedoeling daarvan, dat uit de rijen van de arbei ders zelf de nieuwe leiding op zal staan. De krachten, die in de arbeidersbeweging leven, kunnen zich op korteren of langeren ter mijn openbaren, doch zij hebben het recht te verlangen, dat in de vorming van het nieuwe van buitenaf niet ruw worde ingegrepen. De vormen van het nieuwe socialisme moeten door de arbeiders zelf worden gevonden. Slagen de arbeiders hier nyrt in, dan blijft het socia lisme een hersenschim en dan zal over ecnige tientallen jaren hetzelfde moeten worden ge schreven, wat Lammers bij het 25-1arig jubi leum als parlementariër van Ir. J. W. Albarda opmerkte „Wat de vakbeweging niet tot stand vermocht te brengen, is het scheppen van een bestaanszekerheid voor de volksmassa's". Waarom werd nu de leiding van de oude S-D.A.P. van haar functie ontheven? Deze leiding heeft de stuwkracht gemist om het diepe verlangen der arbeiders naar maat schappelijke vernieuwing ook maar in eenigs- Zins voldoende mate te bevredigen. Zij heeft in den politieken strijd zoozeer haar beginselen verzaakt door het aangaan van coalities met partijen van een lijnrecht tegengesteld begin sel, dat van haar niet te verwachten was, dat zij die vernieuwing zou kunnen leiden. De weg naar een betere toekomst kan door nieuwe leiders gewezen worden, die van onderop liit de rijen der arbeiders voortkomen. Deze nieuwe leiders hoeven slechts aan te knoopen bij de oorspronkelijke idealen van Ne derlandsche socialisten, kunnen zij deze in ver vulling .brengen, dan zal het heele Nederland sche volk hun dank weten. Het treft smartelijk om te zien, hoe velen in hun jonge en vurige jaren met groote bezieling aan een waarlijk socialistisch ideaal hebben ge werkt: hoe zij hun beste krachten hebben ge geven om de schoonste ideeën van den mensch in zijn arbeid uit te dragen en hoe deze velen hebben moeten waarnemen, hoe hun zuiver pogen meer en meer werd verstikt. Zij hebben de oogen voor eeuwig gesloten, zonder de ver vulling van hun levensideaal te hebben beleefd. Tegenover de nagedachtenis van deze idealis ten hebben wij den duren plicht om de jonge krachten, die in dezen tijd zich in de arbeiders bewegingen beginnen tc openbaren, uit alle macht te steunen. Zelden is de nood in een volk zoo hoog ge stegen als op het oogenblik in het onze. De ver schrompeling van de welvaart heeft een werk loosheid veroorzaakt, die ondervoeding en licha melijke ondermijning tot een schrikbarenden omvang heeft doen stijgen. Het grenst aan beleedigende schijnheiligheid als men aan deze ontzettende gevolgen van het kapitalistische systeem zou willen voorbijgaan en over geestelijke waarden zou willen spreken, alvorens de materieele vraagstukken op te lossen. De hooge nood dwingt ons als eerste socialistische eisch te stellen den arbeider dat gene te geven, wat de socialistische strijders hebben samengevat onder den kreet: „Vrijheid, arbeid, brood." In de waarachtige socialistische gemeenschap worden de werkers van een volk zoodanig in hun productie-kracht gericht, dat zij niet volgens het winstprincipe over de bedrijven worden verdeeld, of daaruit worden gestooten. Neen, de arbeidsgemeenschap van het volk moet op de vervulling van de noodzakelijkste levensbehoef ten In de eerste plaats worden gericht. De optrekking van een werkplan, dat de nood van de arbeidersmassa's kan lenigen, is in de eerste plaats een taak van de arbeiders zelf. Dat zij tot degelijken arbeid in staat zijn, heeft het Plan van den Arbeid bewezen. Toch zou men hier willen vragen waarom de leiding van de S.D.A.P. dit plan niet heeft ten uitvoer gelegd toen zij aan het roer was. Niet alleen in de S.D.A.P. en het N.V.V., doch ook in andere bewegingen en In de politieke partijen zijn het deskundigen ge weest, die door hun opbouwende gedachten de oplossing van deze meest dringende vraagstuk ken van den arbeid van het volk hebben bijge bracht. De tijd is voorbij, dat men elkander kan beoorlogen en dat de geldverdieners den opbouw- arbeid van de deskundigen kunnen saboteeren. Wie waarlijk voor zijn kinderen een betere toe komst wil scheppen dan die der proletarische, vacantielooze levens der arbeidersklasse in het algemeen, moet nu de handen Ineen slaan met een ieder, die aan de werkgemeenschap van het Nederlandsche volk wil deelnemen. Een socialistische arbeidersklasse dient dan ook aan elk bewind de volgende eischen te stellen: 1. Het onmiddellijk ontwerpen van een arbeids- plan voor het Nederlandsche volk, dat de pro ductie voor de eigen behoeften in de toekomst binnen de wordende Europeesche gemeenschap zal waarborgen. 2. De inschakeling van alle arbeiders teneinde de werkloosheid op te heffen en een gewaar borgde vaeantie, met behoud van loon, te kunnen invoeren. 3. De organisatie van ontspanning door de opening van reisgelegenheid in deze vacantie- dagen. Met dezen laatsten eisch betreden wij het ge bied van de cultuur. Het zou een miskenning zijn van hetgene wat N.V.V. en S.D.A.P. hebben tot stand gebracht, als wij aan den cultuurarbeid van de socialistische arbeiders zouden voorbij gaan. die reeds thans verwezenlijkt is in de ont wikkelingsinstituten en ontspanningsgroepen, in hun kunstbeoefening, hun ontspanningshuizen, hun natuurvriendenwerk en zeker niet ir> het minst in hun eigen, zoo hartstochtelijk begonnen en tijdelijk tot een zoo hoog plan gebrachte jeugdbeweging. Dit prachtige werk mag in geen geval worden afgebroken. Het sloopen van dezen arbeid, waar voor duizenden uitstekende Nederlandsche ar beiders hun beste krachten gaven, zou niets meer of minder beteekenen dan een laag verraad aan de kerngedachte van het volksche socialisme. De fakkels, die branden rond de Paaschheuvels te Vierhouten, de hooggespannen idealen van Mei- en Pinksterbijeenkomsten, zij mogen niet worden uitgedoofd. Het grootsche, blijde en ge lukbrengende, dat door het socialisme is open gegaan in de harten van tienduizenden arbeiders en arbeiderskinderen, mag niet verloren gaan in de verwarring, die in deze bewogen dagen in de gedachten van zoovelen is ontstaan. Voor het waarlijk Nederlandsche en voor het zuiver socia listische in dit werk, is een grooter toekomst dan ooit weggelegd. indien de arbeiders van hun kant den weg willen aangeven om te komen tot één Nederlandsche gemeenschap van socialisten, dat wil zeggen van kameraden. Op het gebied van de cultuur heeft de gemeen schap echter aan de Nederlandsche arbeiders een vraag te stellen. Talloos zijn de arbeidersmuziek- vereenlgingen, de arbeiderszangvereenigingen, de arbeidersorkesten. Het zal de taak der arbeiders zijn, deze uitingen van waarachtige cultuur van het Nederlandsche volkskarakter ook ter be schikking van hun andere volksgenooten te stel len. De scheidingen, die de klassestrijd heeft ge bracht, kunnen door deze en andere prestaties, waarbij ik b.v. denk aan den Bond van arbeiders- tooneeivereenigingen. wegvallen. Naast den eer bied voor den arbeid, staat de eerbied voor de arbeiderscultuur. De arbeider is nu eenmaal het scheppende ln het volk. Mannen en vrouwen kunnen in gemeenschap bij de geboorte van een nieuwen tijd de scheppin gen van de genieën in hun volk tot nieuwe hoog ten opvoeren. Wie de groote kunstenaars in ons volksleven kent, weet, dat veelal hun wieg in een eenvoudig gezin heeft gestaan. Doch voorwaarde voor scheppingen is de eeuwige vernieuwing van den volksaard na bevrijding van troebele invloe den, die haar bedreigen. Het Nederlandsche volk is een eeuwenoude cultuurgemeenschap, taalge meenschap en een bloedgemeenschap. Het sociale gevoel, dat ons bezielt is niet iets, dat wij uit boe ken kunnen leeren, het is het medetrillen van gelijkgestemde menschen met het lot van de volksgenooten, die door een misdadig stelsel worden vertrapt. Weerloos zijn daarbij zoowel de moegewerkten als de kinderen. Hoezeer men ook moet erkennen, dat de arbeidsbeweging in tal van sociale maat regelen, als ziekte-, invaliditeits-, ongevallen en ouderdomsverzekering concessies aan het kapi talisme heeft afgewrongen, zoo is toch aan dien eenen eisch niet voldaan, die elke socialistische gemeenschap moet stellen n.l. dat niet de ouder dom, maar wel het tijdstip waarop de mensch afgewerkt is zijn recht op een arbeidspensioen bepaalt. Voor de jeugd moet aan de andere zfjde de eisch worden verheven, dat een socialistische ge- VOOR DE KINDEREN Bij deze woorden zakte de onderkaak van den professor van verbazing haast op zijn vest. Wel, wel.'zei hij opgewonden, ik wist niet dat hier een inboorling mijn taal sprak. 'k Ben geen inboorling, 'k ben de Dikke! Van blijdschap over dit wonderbaarlijke weerzien, omhelsden zij elkaar, hoewel de pro fessor zich nog steeds verbeeldde dat hij droomde. Zij begaven zich vlug naar het boschje, waar Krent was achtergebleven. meenschap niet kan dulden, dat zij door gebrek aan materieele verzorging lichamelijk wordt ver- j minkt of door cultureelen honger geestelijk ver dort. Het ls een verheugend feit, dat alle cultureele prestaties die de arbeiders hebben verricht terug treden achter den verbijsterenden inzet, die de eerste A.J.C.-generatie op cultureel gebied voor het jonge volk heeft gedaan. En dan wordt daar bij niet zoozeer gedoeld op materieele verworven heden en gebouwen, kamphuizen en kampeerter reinen, neen hier past een woord van hulde aan de groote en echt socialistische beginselen van de aanvankelijke socialistische jeugdbeweging. Wat wilde deze na-oorlogsche jeugd, die be greep dat Troelstra's profetische woorden van 1914 haar richtsnoer moesten zijn. Het was Troel stra, die zeide dat de nationale gedachte de na tionale geschillen moesten overheerschen, dat het socialisme opnieuw doorgrond en gefundeerd moest worden. Deze woorden van den grooten socialistisehen strijder waren het, richtsnoer van de eerste gene ratie van de A.J.C. Zij wilde terug tot de bron van het leven, d.w.z. terug tot den eenvoud en de waarachtigheid van de natuur. Zij wilde los van het burgerdom raken en streefde innerlijk en uiterlijk naar een eigen stijl in kleeding, kunst behoeften en ontspanning. Zij keerde zich af van het verval der kapitalistische steden en -het drog beeld van asfaltbeschaving en zocht genezing in bosch en veld. Deze drang tot verfraaiing en verdieping van het jeugdleven groeide aan tot een zoo groote hartstocht en een zoo fel idealisme, dat het ons heden nog met ontzag vervuld. En toch, zelfs in eigen rijen heerscht thans on tevredenheid over dat wat uiteindelijk bereikt werd, want de spanning der eerste jaren is ver slapt en na 1922 is het langzaam bergaf gegaan. De adem van een nieuwen tijd moge de arbeiders jeugd met fritsche kracht vervullen. Het is on miskenbaar, dat de socialistische jeugd naar nieuwe bindingen en nieuwe vormen tast. Het Nederlandsche volk staart verlangend naar initiatieven van de jeugd. Zij is onze hoop en onze toekomst. Als hier hulde is gebracht aan het vele goede, dat de moderne arbeidersbeweging tot stand ge bracht heeft, dan zit daarbij de bedoeling voor het geheele bezit aan materieele en cultureele goederen dezer arbeidersmassa's en der jeugd te beschermen tot den tijd, dat een nieuwe leiding uit de eigen rijen zal opstaan. Als politieke organisatie hebben de verschil lende organisaties opgehouden te bestaan. Als deelen der groote Nederlandsche volksge meenschap met een eigen karakter, een eigen vorm van cultuur en een eigen levensstijl hebben deze arbeidersmassa's onbetwisbaar recht op hun geestelijke en materieele eigendommen. In de eerstvolgende dagen zullen de technische maatregelen bekend worden gemaakt, die nood zakelijk zijn om het deelgenootschap van de ar beiders aan hun organisaties vast te leggen en om te overleggen hoe de sociale en cultureele op- bouwarbeid uit hun binnenste het best kan wor den gewaarborgd. Bij het ontwerpen der plannen zal het initiatief aan de organisaties zelf worden gelaten. Aan de Arbeiderspers en de arbeiders radio zullen de eigen krachten blijven verbonden. Voor zoover de financieele nood, die de Arbeids- pers en de arbeiders radio heeft bezocht, het niet strikt noodzakelijk maken, zal in het personeel geen wijziging worden gebracht. Als het waar zou zijn, dat de socialistische arbeiders het sterkst de socialistische idealen in zich dragen dan zal de wordende socialistische gemeenschap in Neder land zich om hen kunnen kristalliseeren In de vrijheid van een volk moeten de besten en sterksten de leiding hebben. In deze edelen wed strijd in dienst van de volksgemeenschap zullen de arbeiders de leiding kunnen hebben, tot welke beweging zij ook behooren. Zij zullen het kunnen en daarbij den korst van slappe burgerlijkheid die hen tientallen jaren heeft overwoekerd, kun nen doorbreken. Daarmee zal uit een rotte schaal de goede kern voor den dag komen. Moge dan spoedig in nieuw Nederland de so cialistische gemeenschap waarvoor zoovelen stre den worden verwezenlijkt. Mogen de socialisten uit alle bewegingen elkander de hand rijken. Als deze één-wording thans bereikt zou worden, zou den de strijders uit alle bewegingen hun doel heb- bij bereikt en daarmede de eenige werkelijke hulde zijn gebracht aan de nagedachtenis dier socialistische voorgangers, die de vervulling van hun ideaal niet hebben mogen beleven. Nederlandsche arbeiders en arbeidsters, uw tijd is gekomen. CONCERT OP DE GROOTE MARKT. Zaterdagmiddag was het druk op de Groote Markt te Haarlem. Op het middenplein hadden zich menschen verzameld, die rondom het mu ziekcorps van de „Ordnungspolizei" (de z.g. „groene politie") dromden, dat aldaar concer teerde. Van half vijf tot zes uur heeft deze staf- muziek muziekstukken ten beste gegeven, die bij het publiek zeer in den smaak vielen. Het was een aardig gezicht om de keurig geüniformeerde mu zikanten in de weer te zien; de koperinstrumenten blonken in het zonlicht. Van de terrassen der res taurants af konden zij, die de voorkeur gaven aan een geriefelijk zitje boven een staanplaats, de muziek beluisteren. Zelfs op het bordes van het Stadhuis hadden zich muziekliefhebbers opge steld, die het voordeel hadden van een aardig overzicht Johan de Meester in zijn rol als „Lucifer" in Vondel's gelijknamige stuk, waarvan Zaterdag te 's-Gravenhage de première ging. Boter en vetten. De toewijzingen aan detaillisten. Zooals reeds eerder werd gepubliceerd was het aan de detaillisten toegestaan nog gedurende de week van 15 tot en met 21 Juli 1940 boter, marga rine en spijsvet te koopen zonder dat daarvoor toe wijzingen behoeven te worden afgegeven. Ter bevordering van een vlotte bevoorrading d detaillisten kan thans goedgekeurd worden, dat deze gelegenheid tot vrij koopen door detaillisten nog blijft bestaan tot en met 28 Juli a.s. Ook gedurende de week van 22 tot en met 28 Juli behooren de detaillisten de door hen ontvangen, met „67" en „68" genummerde bonnen van het algemeen distributiebonboeokje te plakken op opplakvellen. Tegen inwisseling van deze opplakvellen zullen de distributieriensten op een door deze diensten aan te geven dag toewijzingen voor boter, margarine e spijsvet verstrekken. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de detail listen gedurende de week van 22 tot 28 Juli a.s, niet meer zullen mogen koopen dan 1/52 gedeelte van hun jaaromzet over 1939. Ten slotte wordt er nogmaals met nadruk op ge wezen, dat de detaillisten er bij het inwisselen der door hen ontvangen bonnen 67 en 68 voor boter- o( margarinetoewijzingen rekening mede dienen te houden, dat met ingang van 29 Juli een groot c" der bevolking geen margarine of vet, doch uitslui tend boter zal kunnen koopen. Wie de ontvangen consumentenbonnen uitsluitend of in hoofdzaak omwisselt voor margarinetoewij zingen loopt derhalve de kans, dat hij het gedeelte van zijn klanten, dat na 28 Juli uitsluitend bote mag koopen, niet zal kunnen bedienen. (A. N. P.) 125 gr' m roggebrood 100 gram ander brood. Het verschil in het droge-stof-gehalte tusschen roggebrood en ander brood heeft aanleiding ge geven om te bepalen, dat iedere enkele bon van het broodbonboekje recht zal geven op het koo pen van 125 gram roggebrood. Voor alle andere broodsoorten blijft het gewicht, dat per enkele bon van het broodbonboekje kan worden gekocht, 100 gram. In verband met het bovenstaande zullen gedu rende het tijdvak van 22 Juli tot en met 28 Juli a.s. de met „71" tot en met „80" genummerde dub bele bonnen van het broodbonboekje recht geven op het koopen van 2500 gram roggebrood of gram ander brood. Elk der enkele bonnen g< derhalve recht op het koopen van 125 gram rog gebrood of 100 gram ander brood. De bonnen, welke 28 Juli nog niet gebruikt zijn blijven voorts nog tot en met 1 Augustus a.s, (A. N. P.). EXAMENS. STAATSEXAMENS, Geslaagd voor diploma A: mej. M. Schuur- mans en de heeren: W. H. Charbon, F. Haarsma, M. B. Cohen, B. A. Mensink, A. Groenenboom, J. Linskens, H. L. M. Louwers, M. L. van Drunen, II. J. H. Mooren, Th. Pirenne, E. J. van de Weyer, W. M. Reyerse en J. Venema. Voor diploma B: de dames: C. G. Lub en G. H. Bakkenes en de heeren: C. L. A. Daniels, H. C. Fraay, A. de Jong, R. M. Dijkstra, J. L. den Hol lander, H. de Vries, J. T. W. van de Wetering. Mr. CORRT STOLZ-VAN DEN KIEBOOM. 47) Wacht u eens even, zegt Jimmy een oogen blik later en hij probeert „erin" te komen. De man van juffrouw Ten Haeve zegt ujanu ben ik er. Ja, zéker kan ik die voor u bereiken Ai, morgen overkomen? Nee, dat zal wel héél lastig gaan. Is er gevaar bij? Ojuistjaja Juist. Ja, ik zal zien. wat ik d.oen kan. Ja, ik spreek hem morgen toch in ieder geval. Morgenvroeg al. In Amsterdam, ja. Ja, ik vrees wel, dat het bezwaar lijk zal zijn. enfin, ik zal mijn best doen. Rekent u in ieder geval op zijn vroegst op den middag trein, zoo om een uur of vier. Dokter, ik ben u zeer erkentelijk voor uw vriendelijkheid, ook naméns jnijn cliënte. Tot genoegen. Nick heeft in Arnhem de laatste inkoopen ge daan voor de Kerstdagen. Met haar armen vol pak jes komt ze het stationnetje uit. Stil is het hier, na het geroezemoes van de Arnhcmsche straten. Heerlijk rustig, zoo'n dorp in de schemering van den wintermiddag. Gauw naar huis nu thuis Is het gezellig en warm. Morgen Kerstmis een rustig Kerstfeest thuis. Een paar dagen aan niets denken. Han, zegt ze verschrikt, als hij vlak voor haar staat. Nikker! Kind, ik had je heelemaal niet gezien. Ik wist niet, dat jii met dezen trein meekwam. JWat een verrassing. Hij straalt, ziet Nick. Wacht je op iemand? vraagt ze nuchter. f— Ja.... allemachtig, hij zal me toch niet ont snapt zijn? Ik moet den man van een patiente op- vischen, iemand, dien ik heelemaal niet ken. Troost je. lacht ze. Er is niemand uitge stapt, dan juffrouw Van den Berg en Jan van Kees van de Vossenpels en ik. Vraag 't. maar aan Hendriks, als je wilt. Nee, ik geloof je wel. Han lacht om haar op somming. Zeg, nu moet ik even naar „Klein- Schorenburgh". Die stumper daar ligt al van gis teren af op haar man te wachten. Rij je mee? Even thuis mijn pakjes afgeven. Kan dat? Anders weten ze niet waar ik blijf, zegt ze, als ze de dorpsstraat inrijden. Zeg, wat is dat voor een patiënte van je, die door haar man in den steek is gelaten? vraagt ze nieuwsgierig, als Han den weg naar Schorenhoeff inslaat. Wat dramatisch, zeg. Niets voor „Klein- Schorenburgh". Nee, dat zeg ik je na, zegt Han hartgrondig. Het is een ellendige geschiedenis. Daar ligt me dat jonge ding, die huishoudster van freule van Ilolck, moederzïey alleen op een zolderkamertje. En geen sterveling, die naar haar omkijkt. Die ouwe tobbers hebben ook genoeg met zichzelf te houden. En ik zit er mee te kijken. En met nog een paar van die cadeautjes. Nog meer verlaten vrouwen? lacht Nick. De practijk is tenminste veilig terrein om over te praten. Bewaar me, gelukkig niet. Een paar verve lende gevallen, zooals je altijd treft, als je voor een ander waarneemt. En de wijkverpleegster is ook al ziek en waar haal ik vlak voor de Kerstda gen een plaatsvervangster vandaan? Nou ja Han schudt met één slag "zijn zorgen van zich af 't kan me allemaal niet schelen, nu ik jou weer zie, Nikker. Hij drukt even haar hand. Ze kijkt hem lachend aan. Dit is wel een nieuwe Han, met den zorgelijken trek op zijn jongensgezicht. Een man is hij nu opeens. De dokter, op wien de zorg rust voor zijn patiënten. Gek, net of ze ineens respect voor hem krijgt. Nu lijkt het allemaal nog veel moeilijker, veel erger. Hoe moet ze het hem zeggen? Ze rijden het hek van „Klein-Schorenburgh" binnen, zien in de open voordeur den ouden huis knecht in een druk en blijkbaar weinig vriende lijk gesprek met iemandNick voelt haar adem stokken.... Kan dat? Och, ze lijkt wel krankzin nig, hallucinaties heeft ze nög een patiënte voor Han.... Maar die lange, gebruinde jongeman, die met één sprong de treden van het bordes komt af stormen en op de auto toerent Gelukkig, dat u er bent, dokter, roept Frank, terwijl hij het portier open rukt. U bent toch de dokter hier? Wat is dat hier voor een gekken huis? Kunt u die vent niet aan zijn verstand bren gen, dat-ik naar mijn vrouw toe moet? U hebt me toch zelf laten roepen. Dat mensch staat me maar aan te gapen. Me kenne hier geen Robberts, zegt hij ijskoud. Ik ben hl een kwartier tegen hem bezig. Dag Frank, zegt Nick, vanuit haar hoekje. O.o.hallo Nick, zegt Frank verbijsterd Nick hier?.... wat doet ze hier.... zou die dokter.die avond in den schouwburg ja, daar kan hij zich niet in gaan verdiepenWij kennen elkaar, hè? gaat hij tegen Han door. Natuurlijk breng ik je straks thuis, zegt Han. Zou je vader me vanavond nog willen ontvan gen, of is dat te erg in strijd met het decorum? Ik zou het altijd morgen nog eens dunnetjes over kun nen doen, met den hoogen hoed en zoo. Nick geeft geen antwoord. Zie je, zegt Han, je begrijpt toch wel, dat ik er nu vaart achter wil zetten. Ik heb zoolang op je gewacht, ik heb heelemaal geen geduld meer over. Nick, lieveling, ik ben toch zoo blij. Toen ik dat pakje van je kreegzoo'n Sinterklaasavond heb ik nog nooit gehad. Ik ook niet, denkt Nick en ze vecht met haar tranen. Han neemt haar beide handen in de zijne. Ikik ben je zoo dankbaar, zegt hij verle gen. Zie je, ik heb je altijd geplaagd met die Dokter Maeyhoek, als ik het wel heb? Stil nou even. Han houdt met beide handen zijn hoofd vast. Ik kan er nog niet bij. Bent u. de man van juffrouw Ten Haeve? Daar gaat het tenslotte om. De man van juffrouw Ten Haeve? Frank moet het even verwerken. Ja, dat klopt, zegt hij. Maar voor verdere explicaties heb ik geen tijd. Kan ik mijn vrouw nu zien, ja of nee? Neem me niet kwalijk, dokter, maar ik heb er langzamer hand genoeg van. Ja.natuurlijk.spijt me.klein mis verstand, prevelt Han. Als u mij volgen wilt, meneer Robberts? Nick, je excuseert ons wel Nick ziet hen samen het bordes opgaan. Han, die bij de deur nog omkijkt naar haér. Frank, die als bezeten naar binnen rent. Frank, voor wie ze niet meer bestaat.Uitstappen en wegloopen? Twaalf kilometer naar huis. En dan staat Han vanavond toch weer voor haar. Liever nu ineens maar straks, als hij er over begint. De hall door. De trap op. Nog een trap. De zol der. Een pannendak met kieren en gaten. Rondom afgeschoten hokken met deuren, zolderkamers. De dokter, die een van die deuren opendoet. Frank duwt hem opzij. Een ijzeren ledikant en rossige krullen, die boven de dekens uitkomen. Dag dokter. Lies draait zich onwillig van den muur af. De witte muur, waar ze den heelen dag tegenaan heeft liggen kijken, al de uren. dat ze ge wacht heeft op bericht. Lieske Met een schok zit ze overeind. Frank! Ben je het? Ben je het werkelijk zelf? De dokter vindt, dat hij nu gevoeglijk kan gemist worden. Hij heeft méér te doen. Korte visite. Nick lacht dapper, als ze Han ziet aankomen. O, die patiënte zie ik morgen wel, zegt Han droog. Als ze de begroeting tenminste overleeft. Maar zeg, ben jij er nu achter, hoe dat allemaal in elkaar zit? Ik snap er geen syllabe van. Je rijdt wel mee verder, hè? Ik heb hier in de buurt nog een paar visites. Ze zullen thuis niet weten, waar ik blijf, pro testeert Nick. Je hebt toch gezegd, dat je met mij meeging nou dan, zegt Han. Ik kan er nog niet bij, komt hij weer op zijn patiënte terug. Als ik denk aan dien avond, toen met Ringelhorst. zij was toch dat mooie vrouwtje met iets blauws aan, niet? En nou.... zeg, ik hield haar eerst voor een hitje, tweede meisje of zooiets. Huishoudster was ze, nou ja, dat scheelt niet zooveelHad jij er nooit iets van gehoord, het waren toch kennissen van jou? Heel oppervlakkige maar, zegt Nick onver schillig. Wat doet het je goed, dat te kunnen zeg gen. Na de vernedering van dat oogenblik straks. Zeker herrie gehad, veronderstelt Han. Enfin, 't kan me ook geen laars schelen. Ze waren het daarnet in ieder geval weer grondig eens. Dank zij jouw bemiddeling waarschijnlijk. Ze kan het werkelijk lachend zeggen.Nick, ik zal probeeren te scheiden, wil je, dan met. me trouwen? Wil je met me trouwen, NickNick trouwt niet met niemand.... Waarachtig! Han laat het zich met verbaas den trots aanleunen. Dat heb ik hem dan i leverd, zeg. Onbewust natuurlijk. Pracht mise-en- scène, voor een verzoening. Die meteen de gene zing in de hand werkt. Wacht, ik moet hier zijn. Nick kijkt hem na, zooals hij nog grinnikend het boerenhuisje binnengaat. Gelukkig, even kan ze op adem komen. Ze klappertandt en rilt van top tot teen, nu ze zich een oogenblik niet hoeft in te houden. Zoo overstuur is ze. Van de plotselinge ontmoeting met Frank. Van het vooruitzicht, straks weer met Han te moeten praten. Han, die zoo ze ker van zijn za'ak is. Han, die ze al zijn illusies moet ontnemen. En wat moet ze zeggen, wat kan ze als reden opgeven, zonder hem t.e kort te doen en zonder dat dat verschrikkelijke allemaal te vertellen? Daar komt Han weer te voorschijn. Hij moet zich bukken in de lage deur van het huisje. Een stelletje kinderen troept in de deuropening. - Dag dokter, dag dokter, Jongens! Hij zit al weer achter het stuur. Daarginds moet ik ook nog zijn» Nikker. .(Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6