Haarlem's Dagblad
Nederlands toekomstige positie
Wat de
Tkdectandsche linie tuil
De Rede van
den Rijkscommissaris.
Tien jaar.
Door den
Rijkscommissaris
in een belangrijke
rede geschetst
De concentratie
pogingen uitvoerig
besproken
DANSSCHOOL KWEKKEBOOM
C
Artikelen-
58e JAARGANG No. 17517
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant.
Uitgaven en Algem Drukkerij N.V Bureaux: Groots
Houtstraat 93, bijkantoor Soendaplein 37. Postgiro-
dienst 38810. Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
Telefoon: Directie 13082. Hoofdred 15054, Redactie
10600, Drukkerij 10132, 12713. Administratie 10724»
14825. Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Zaterdag 27 Juli 1940
Abonnementen per week ƒ0.25, per maand 1.10»
per 3 maanden 3.25, franco per post 3.55, losse
nummers 6 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels
1 75, elke regel meer 0.35 Reclames 0.60 per
regel Regelabonnementstarieven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels ƒ0.60, elke regel meer
0.15 Groentjes zie rubriek
De Rijkscommissaris, Rijksminister Dr. Seyss-
Inquart heeft gisteren een groote en zeer belang-
ryke redevoering gehouden, die de lezer in haar
geheel in dit nummer vindt en waarvan ik ten
eerste de nauwkeurige lezing aanbeveel. Nauw
keurig, omdat daar zooveel in voorkomt dat onze'
huidige positie onder het gezag van een bezettende
macht en ook hetgeen onze toekomst, als zelfstandig
volk, betreft. Het is een gebrek van een in velerlei
opzicht met lectuur overvoerde eeuw, dat zoovelen
zich de gewoonte van oppervlakkig lezen hebben
aangewend en meenen een voldoenden indruk uit
enkele samenvattende titels en enkele passages
van een artikel of verslag te kunnen opdoen. Daar
in plegen zij te falen. En dat is een overweging van
extra belang in een zoo ontzaglijken tijd als deze,
waarin ook ons volk een groote crisis in zijn be
staan doormaakt.
In dit korte artikel kan ik geen volledig over
zicht geven van de rede van den Rijkscommissaris,
maar zal eenige belangrijke punten naar voren
brengen. Ten eerste hetgeen hij gezegd heeft over
de toekomst. Daarin en in zijn verzekering, dat de
Duitschers niet in dit land gekomen zijn om het
Nederlandsche volkskarakter te onderdrukken of
het zijn wereldbeschouwingen op te dringen, her
haalde hjj, in deels andere bewoordingen, vroegere
uitingen. Het belang van deze verklaringen is daar
om voor ons allen niet minder groot. De Rijkscom
missaris zeide dan ten aanzien van de toekomst-
„De leiding van het Groot-Duitsche Rijk laat met
de militaire bezetting van Nederland even
min een aanspraak gelden op een of ander deel van
het Nederlandsche rijk buiten Europa als zij een
opheffing van de zelfstandige Nederlanden op het
oog heeft. Ik kan nu veeleer de verzekering geven,
dat Nederland uit het herhaaldelijk genoemde ver
antwoordelijkheidsgevoel en uit het bewustzijn van
een gemeenschappelijk lot dien steun zal kunnen
vinden, welke er ons toe leidt en welke op de een
of andere wijze ertoe kan bijdragen, dat het Neder
landsche rijk in zijn geheel onverkleind blijft."
Bijzondere aandacht zullen ook de beschouwingen
van den Rijkscommissaris over de pogingen tot
politieke concentratie in ons land wekken. Dr.
Seyss-Inquart verklaarde dat hij al deze pogingen
met welwillende belangstelling beziet en haar ook
geen moeilijkheden in den weg zal leggen, tenzij het
alleen maar gaat om zulke pogingen, welke beoogen
in eenigerlei'vorm dien geest te laten voortleven,
die tenslotte het Nederlandsche volk naar den lOden
Mei 1940 heeft gevoerd." Hij lichtte dit standpunt
verder als volgt toe:
„De conserveering van dien geest kan ik van
het standpunt der bezettende macht, maar ook
in het belang van het Nederlandsche volk, zoo
lang deze bezetting duurt, niet met open oog
dulden, wat er mag tusschen het Duitsche en
het Nederlandsche volk nooit weder een tiende
Mei zijn.
Eén ding zou ik evenwel willen zeggen: een
binnenlandsch-politieke beweging en wilsvor
ming kan haar sanctie nooit van mij als ver
tegenwoordiger der bezettende macht ver
wachten, doch moet deze uitsluitend daardoor
verkrijgen, dat zij het Nederlandsche volk van
de juisheid van haar richting overtuigt.
Als ik hierbij nog iets zeg, dan is dat geen
verordening, zelfs niet een wensch, maar ten
hoogste een raad, gegeven op grond van de
ervaring, welke wij in langen politieken strijd
hebben opgedaan en welke niet blindelings
moet worden geïmiteerd, maar waaruit toch
wel naar analogie nuttige gevolgtrekkingen
kunnen worden gemaakt. De eenwording van
de krachten in een volk kan nooit het resul
taat zijn van de concentratie van verschillen
de programma's, waarbij de beginselen zoover
mogelijk worden uitgebreid en daardoor on
duidelijk worden, ten einde allen daarin op
een of andere manier een plaats te laten vin
den.
De concentratie van krachten van een volk
dat in een zoo bijzonderen toestand verkeert
als dien, waarin thans Nederland zich bevindt,
zal slechts bereikt worden, indien
1. Een duidelijk inzicht over dezen toestand
is verkregen, terwijl dit inzicht verworven is
met het volledig geloof aan de juistheid van
deze ontwikkeling;
2. Uit dit duidelijke inzicht de onontkoom
bare gevolgtrekkingen worden gemaakt vol
gens welke als hoogste te beschermen goed
het volk, dat wil dus zeggen het Nederland
sche volk en zijn welzijn, worden beschouwd:
3. Dit inzicht door een onverschrokken per
soonlijke overgave wordt verdedigd, ook dan,
indien dat de breuk met zoovele gewoonten en
gebruiken beteekent.
Wanneer deze voorwaarden zijn vervuld, zal
het volk bespeuren, waar het om gaat en zal
geloovig den werkelijk geloovige volgen en ook
de bezettende macht zal dezen mannen niet
slechts haar achting niet onthouden, maar
ook aan hun argumenten het gewicht niet ont
zeggen, zelfs dan niet het belang betwisten,
indien in sommige vraagstukken meeningsver-
schil aan den dag zou treden".
Voor wien dit nauwkeurig leest zal het duidelijk
Zijn dat de verschillende concentratie-bewegingen
geenszins voor een eenvoudige taak zijn geplaatst,
«venals het voor ieder toch wel duidelijk moet zijn'
dat dit geen tijd is waarin men met een oppervlak
kig oordeel de ondernomen pogingen kan critisee-
ren. In den verderen loop van zijn betoog heeft de
Rijkscommissaris, zooals men in het verslag zal
lezen, gesproken van een „lotsprobleem", waarvoor
Nederland gesteld is, gezegd dat Nederland niet aan;
den rand van de wereldgeschiedenis kan blijven
staan en dat de reconstructie van het continent
niet voor de grenzen van Nederland kan halt
houden.
Wij zullen dezer dagen aanleiding te over hebben
om op de pogingen tot concentratie, tot verzamelen
van de krachten in ons land terug te komen.
In het hoofdstuk „monarchie en regeering" van
zijn betoog heeft de Rijkscommissaris nieuwe ver
klaringen afgelegd waarvoor ik ook uw bijzondere
aandacht meen te moeten vragen.
En wat zijn opmerkingen en waarschuwingen ten
tanzien van het gedrag der Nederlanders jegens de
bezettende macht betreft, waarbij dr. Seyss-Inquart
zeide dat de Duitschers niet onderworpenheid of
onoprechte beminnelijkheid verwachten, wel ech
ter een behoorlijke en beheerschte houding, is het
nuttig zeer nauwkeurige lezing aan te bevelen. On
zerzijds worde daar nog eens aan toegevoegd dat
wij ieder aanbevelen de gegeven voorschriften pre
cies na te komen en in alle opzichten een behoor
lijke en beheerschte houding aan te nemen. Wie dat
nalaat handelt naar onze overtuiging tegen het al
gemeen belang, dat wij allen hebben te dienen en
dat in den komenden tijd ook in andere opzichten
onze groote en toegewijde belangstelling meer dan
ooit zal opeischen. Wie een goed Nederlander wil
zijn zal dat begrijpen. Eenheid, concentratie van
krachten.Zij beduiden een nieuwen tijd. Zij be
duiden in de eerste plaats: het belang van ons allen,
van het Nederlandsche volk te helpen dienen.
R. P.
Op bonnen 81 t. m. 90 brood
's-GRAVENHAGE, 26 Juli. De secretaris-
genex-aal, waarnemend hoofd van het departe
ment van landbouw en visscherij maakt bekend
dat gedurende het tijdvak van 29 Juli tot en met
4 Augustus a.s. de met „81" tot en met „90" ge
nummerde dubbele bonnen van het broodbon-
boekje recht geven op het koopen van 2500 gram
roggebrood of 2000 gram ander brood. Elk dei-
enkele bonnen geeft derhalve recht op het
koopen van 125 gram roggebrood of 100 gram
ander brood.
De bonnen, welke 4 Augustus nog niet gebruikt
zijn, blijven voorts nog tot en met 8 Augustus a.s.
geldig. (A.N.P.)
Engelsch wachtschip gezonken.
Alle opvarenden omgekomen.
STOCKHOLM, 26 Juli. De Britsche ad
miraliteit deelt mede dat het Engelsche wacht
schip „Fleming" tijdens een DuitsChen lucht
aanval op het scheepvaartverkeer in het Ka
naal door voltreffers tot zinken is gebracht.
Niettegenstaande de in de nabijheid kruisen
de Engelsche schepen onmiddellijk te hulp
kwamen, kon van de bemanning niemand gered
worden". (D.N.B.)
(Het is tien jaar geleden, dat men
de Wieringermeer als drooggema
len beschouwde.)
Tjonge, tien jaar weer geleden,
Hebt u dat wel zoo beseft?
Tien jaar, dat is iets dat heden
Je toch wel weer even treft.
Tien jaar mede-levenszwoeger,
Man, wat leven we toch snel
(Of zei iemand dat al vroeger,
Ik geloof het haast van wel)
Maar dat maakt het, mag ik zeggen,
Daarom nog niet minder waar,
Als 'k er nadruk op wil leggen:
Dit is ook alweer tien jaar....
Toen was er niets aan te wijzen
Van een dorp of boerderij,
Het was niets dan slechts een grijze
Dorre leege woestenij.
't Water was er „afgedropen"
Weggejaagd door menschenvlijt
En een nieuw stuk grond lag open,
Ter ontginning mettertijd.
Wie er toenmaals naar ging kijken,
Dacht: in 't gunstigste geval
Zal er heel wat tijd verstrijken
Voor daar iets uit groeien zal....
Men heeft zich er op geworpen
En nu zijn er, na tien jaar
Naast een viertal nieuwe dorpen
Honderden boerdrijen klaar.
Voor ons. levend in de steden,
Ging dat vrijwel ongemerkt,
Maar in tien jaar is tot heden
Daar met energie gewerkt.
En wie er in deze tijden
Nog weer eens naar kijken gaat,
Zegt, als hij zijn blik laat wijden:
Dit is bouwland inderdaad
P. GASUS.
Volkseenheid op cultureel, staalkundig
en sociaal-economisch gebied bevestigen
en versterken.
Op een persconferentie te Den Haag heeft de
Nederlandsche Unie. die geleid wordt door het
driemanschap mr. J. Linthorst Homan, mr. L.
Einthoven en prof. dr. J. E. de Quay haar pro
gramma voor den nieuwen opbouw bekend ge
maakt.
De N. U. is in een zware stonde onzer vader-
landsche geschiedenis gesticht om alle Neder
landers te verzamelen tot doelbewusten arbeid
voor het behoud en de versterking van vader
land en volksgemeenschap en tot de voorberei
ding van de voorwaarden en de wegen van hun
bestaan en welzijn in de toekomst. Met open
oog voor de werkelijkheid wil zij dien arbeid
terstond aanvangen, voor zoover de beperkin
gen van den staat van bezet gebied dat mogelijk
maken en in loyale verhouding tot de bezet
tende overheid.
De N.U. stelt zich tot taak de volkseenheid op
staatkundig, cultureel en sociaal-economisch
gebied te bevestigen en te versterken.
Met verdieping van den christelijken geest
in de samenleving wil de N. U.:
Op Cultureel gebied:
1. Behoud van het Nederlandsche volkska
rakter en versterking van die eigenschappen,
waaraan het Nederlandsche volk zijn kracht
en zijn plaats in de wereltf te danken heeft;
2. Verheffing van het levensideaal boven ma
terialisme en egoïsme tot toewijding aan de
waarachtige levenswaarden van rnensch en ge
meenschap;
3. Bescherming en ontwikkeling van eigen
beschaving en zeden en van het volkseigen in de
gewesten zoowel als in het geheele land;
4. Vrijheid van godsdienst, kerk, levensbe
schouwing en opvoeding;
5. Bevordering van Nederlands positie in de
Europeesche cultuur en van zijn functie in de
uitwisseling der cultureele waarden;
6. Nauwe cultureele betrekkingen met
Vlaanderen en Zuid-Afrika;
v OOR de Landesgruppe in den Nied erlanden van de Auslandsorganisation der
N. S. D. A. P. heeft de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied,
Rijksminister Seyss-Inquart, Vrijdagavond in den Dierentuin te 's-Gravenhage een
rede gehouden, waarin o.m. de staatkundige toekomstmogelijkheden van ons land
zijn geschetst. De Rijkscommissaris zeide, dat de Duitschers niet in ons land waren
gekomen om het Nederlandsche volkskarakter te onderdrukken of het de Duitsche
wereldbeschouwing op te dringen. Een binnenlandsch-politieke beweging kan
nooit haar sanctie van den Rijkscommissaris als vertegenwoordiger der bezettende
macht verwachten, doch moet deze uitsluitend daardoor verkrijgen, dat zij het Ne
derlandsche volk van de juistheid van haar richting overtuigt. Voorts zeide dr. Seyss-
Inquart nog, dat de leiding van het Groot-Duitsche rijk met de militaire bezetting
van Nederland evenmin een aanspraak Iaat gelden op een of ander deel van het
Nederlandsche rijk buiten Europa als een opheffing van de zelfstandige Neder
landen op het oog heeft. Nederland zal dien steun kunnen vinden, welke er toe
leidt en welke op een of andere wijze er toe kan bijdragen, dat het Nederlandsche
rijk in zijn geheel onverkleind blijft.
De woordelijke tekst van de rede luidt
Huis, vaderland, volk, het zijn begrippen, die ons
allen van de jeugd af zijn bijgebracht. Hoe ver
schillend echter was hun beteekenis, zoolang ons
niet de Führer door zijn geloof aan het Duitsche
volk boven alle individueele belangen, bijzondere
wenschen en meeningen uit een onvergankelijk doel
gaf. Al naar den stand, het beroep der maatschap
pelijke verscheidenheid, verstond de een onder v a
derland en volk de mogelijkheid en het object van
zijn maatschappelijke bezigheid, de ander zag
daarin de vesting der uitbuiting van zichzelf en zijn
arbeidsmakkers, de derde gaf zich ever aan fanta
sievolle en romantische begrippen en de vierde stel
de zich tevreden met een weinig huiselijke, idylli
sche rust, waarin hij de rest van zijn energie
verloor.
Degenen, die aan de steeds bloedende grenzen
van het volk stonden, ervoeren reeds in de erva
ringen van hun kindertijd, wat het beteekent tot
een volk te behooren, gelijk het Duitsche volk in
werkelijkheid is. Zij ervoeren ook, dat hun eigen
kracht slechts in de kracht van het volk zelf ge
grondvest kan zijn en dat zij zich slechts handhaven
kunnen binnen een sterk volkswezen. Op dezelfde
wijze is het hun gegaan, die in den vreemde en
temidden van een ander volk vertoevende, dage
lijks dit onderscheid beleven moesten en alle vra
gen hadden op te lossen, die daaruit ontstonden,
dat zij niet te midden van hun eigen volk leefden
als iets dat gelijk iets dat vanzelf sprak hun zelfs
niet meer bewust werd, doch in den vreemde.
Daaruit ontstond het bewustzijn der beteekenis
van een volk bovenal in zijn landgewesten en bi;
hen. die in 't buitenland leefden. Voor ons was dat
spoedig duidelijk en wij waren zoodoende bijzon
der ontvankelijk voor de roepstem van den Führer
dat het eerste en laatste gebod van ieder persoon
lijk het toebehooren tot zijn volk en tot het eigen
land van zijn volk is.
Gij zelve hebt dat hier in Nederland beleeft en
niet slechts hier in Europa, maar ook ginds in Ned.
Ir.dië. Zeer talrijk zijn de volksgenooten, die hier
in Nederland waren en zijn en naar verhouding is
ook het getal dergenen, die naar Ned. Indië gingen
groot, om dat mogen wfj wel vaststellen in een
volkomen spontane en energieke levensmoed mee
te helpen aan alles wat hier te scheppen was. Zij
beleefden, dat wij Duitschers na den wereldoorlog
hoogtsens met een licht gevoel van medelijden wer
den geduld. Ons volk en ons vaderland waren im
mers machteloos. Toen echter de nat. soc. weder
geboorte na de machtsaanvaarding werkelijkheid
werd, moeiden juist zij, die uit de rijen van het eigen
volk naar elders gegaan waren, als de eersten on
middellijk den haat en de vijandschap van al die
genen aanvaarden, die het niet dulden wilden, dat
het Duitsche volk zich van de boeien der dwang-
dictaten bevrijd had en weder tot macht komen
wilde. En dit verergerde nog, toen in September
1939 Duitschland naar de wapenen moest grijpen
om zich in het oosten recht te verschaffen, en
Engeland en Frankrijk dit oogenblik gebruikten tot
een voorwendsel om het rijk aan te vallen en het
weer tot onmacht te brengen. Wij kennen de be
strijdingen en vervolgingen, die zij moesten dulden,
vooral toen de Führer in Mei van dit jaar gesloot,
de aanvalsplannen der tegenstanders vóór te komen
en dit land niet opmarschgebied van de Engelsche
en Fransche legers te laten worden.
Toen beleefden zij dagen van zeer zware ver
drukking; zij waren niet slechts in kerkers gewor
pen en bedreigd, doch zelfs aan zware mishande
lingen blootgesteld. Maar zij beleefden ook de
dagen van den grootsten veldslag aller tijden én van
de overwinning der Duitsche wapenen. Gij, mijn
partijgenooten, hebt onzen dank verdiend voor uw
Dr. SEYSS-INQUART.
sterk moreele en opofferende houding in de ver-
loopen jaren. Bovenal echter gedurende uw in-
terneering.
En nu zijt gij weer teruggekeerd op de plaats
van uw bezigheid en moet principieel in uw
maatschappelijke bezigheid in dit land blijven,
want gij ziet u nu tegenover een taak geplaatst,
die in haai- doeleinden een nieuwe taak is, in
haar wezen echter op het geheel van ervarin
gen en feiten berust, waarin een Duitscher in
het buitenland leeft. Gij kent het volk, waar
onder gij leeft en door deze ervaring hebt gij
dit volk ook leeren verstaan. En in dit verstaan,
op grond waarvan gij persoonlijk bemiddelen
kunt, zult gij de goede eigenschappen van dit
volk te baat nemen en daar, waar gebreken
zich openbaren trachten daar doorheen te
helpen.
Gij leeft hier niet in een verwijderd land, bij een
een volk, dat u naar zijn wezen vreemd is. Gij zuit
u daarom niet afzonderen, doch als begrijpend be
middelaar temidden van het Nederlandsche volk
leven, dit mede-leven als uw goed recht handhaven,
want gij hebt u dit verworven door uw jarenlange
medearbeid en gij wordt heden door de macht
van het rijk gedragen. Steeds echter moet gij u
voor oogen houden, dat ieder persoonlijk een ver
tegenwoordiger van het Duitsche volk, van het
Duitsche rijk en van den wil van den Führer is.
Vooral de gezagsdragers staand onder de roepstem,
zich voor alle Duitschers hier verantwoordelijk
te gevoelen, zich aan allen te wijden en als voor
beelden en leiders in onze rijen te staan. Bij deze
taak hebt gij de waardigheid en de kracht van het
rijk te bewaren, en kunt een aanval op deze goe
deren niet dulden, maar juist de innerlijke groot
heid van ons volk, dat nu om zijn plaats in de
wereld strijdt, kent geen wraak waar het misschien
wegens het geleden ongemak tot vergelding wordt
genoopt. Zoo is er voor ons en bovenal voor de
Duitschers in het buitenland thans geen rusttijd
gekomen, doch een steeds voortdurende plicht van
overgave voor het Duitsche volk, met daarbij voor
ons allen het bewustzijn, medearbeiders van den
Führer te zijn in het grootste oogenblik der ge
schiedenis van het Duitsche volk.
Vervolg op pap. 7)
7. Opvoeding van de Jeugd in nationalen zin.
8. Vooruitziende verzorging der geestelijke
en lichamelijke volksgezondheid;
9. Leiding van het cultureele leven en van
de volksontwikkeling in verantwoordelijkheid
tegenover de gemeenschap.
Op Sociaal-economisch gebied wil de N.U.
met handhaving van het eigen karakter der Ne
derlandsche volkshuishouding in haar samen
hang met de wereld-economie en haar gericht
heid op het wereldverkeer:
1. Organische ordening der arbeidsgemeen
schap zonder klassetegenstellingen;
2. Vooropstelling van de belangen van het
gemeenebest boven die van den enkeling, met
erkenning van onvervangbare waarden der per
soonlijke zelfwerkzaamheid;
3. Doelbewuste leiding van de voortbrenging
en verdeeling van stoffelijke goederen;
4. Dienstbaarmaking van geld- en crediet-
wezen aan de eischen der volkswelvaart;
5. Erkenning van den plicht van iederen Ne
derlander om te arbeiden en van den plicht van
het gemeenebest om iederen Nederlander in
den gemeenschappelijken arbeid te doen dee-
len.
6. Afweer van de proletariseering des volks
en versterking van de volkskracht o.a. door be
vordering van gezinsvorming en gezinswel
vaart en bevordering van bezitsvorming voor
allen;
7. Versterking van den landbouw door loo-
nend prijspeil en ordening van het grondge
bruik;
8. Persoonlijke verantwoordelijkheid ook in
het sociaal-economisch leven;
9. Beteugeling van bedrijfsconcentratie en
trustvorming.
Op Staatkundig gebied Ijvert de N.U. voor
een sterk Nederlandsch volk, in nauwe ver
bondenheid met de overzeesche gebieden.
Zij is overtuigd dat een organische opbouw
van het Nederlandsche gemeenebest onder
leiding van krachtig en besluitvaardig gezag
noodzakelijk is. De uitwerking van deze richt
lijnen zal zij ter hand nemen, zoodra de tijd
daartoe gekomen is.
Vervolg op pag. 2).
ZONDAGAVOND-SOIRéE
WEDER GEWONE TIJD 8—11 UUR.
(Adv. Ingez. Med.)
Duitsche motortorpedobooten
opereerden hij Brighton.
Vijf koopvaardijschepen lot zinken gebracht.
Het D.N.B. meldt;
Bij 'n nieuwen aanval van Duitsche motortorpedo
booten bij de Engelsche Zuidkust zijn in de
nabijheid van Brighton de volgende succes
sen behaald: drie gewapende vijandelijke
handelsschepen van 10.000. 7000en 5000 br. reg.
ton zijn tot zinken gebracht en een gewapend
vijandelijk handelsschip van 2000 br. reg. ton
is in brand geschoten. Het verzet van den
vijand, die onmiddellijk poogde zich te doen
gelden, bleef zonder resultaat De Duitsche mo
tortorpedobooten zijn onbeschadigd terugge
keerd.
Nader wordt bekend dat tenslotte nog een
Britsch koopvaardijschip van 10.000 ton tot
zinken is gebracht.
Telefoonverkeer mei Duitschland
weer toegelaten.
BERLIJN, 26 Juli (D.N3.) De openbare
telefoondienst tusschen Duitschland en Ne
derland is onder dezelfde voorwaarden als
voor den tienden Mei 1940 weer toegelaten.
Ervaring is een goede leidraad.
Dat HAARLEM S DAGBLAD jaar
lijks meer dan 45.000 GROENTJES
bevat, is een ervaring van een reeks
van jaren.
Plaats er ook een, als de gelegenheid
zich voordoet.
HEDEN: 12 PAGINA'S.
R. P.: De rede van den Rijkscom
missaris. pag. 1
C. J. E. Dinaux: Geneugten des le
vens. pag. 3
J. J. L.: Proviand uit eigen tuin.
pag: 3
P. v. d. Hem: De koe. pag. 3
Flitsen: Momenten. pag. 3
J H. de Bois: Litteraire Kantteeke-
ningen. pag. 6
Filmschouw pag. 6