thoviand GENEUGTEN DES LEVENS. Naar eenheid van het Nederlandsche volk. FLITSEN MOLEST VeKiekeiing r SATERDAG 10 AUGUSTUS 1940 HA'AREEM'S D A G B EX 15 3 De wijn. Goede wijn behoeft geen krans. Wie hem kent weet dat hij bezongen noch beschreven, zelfs niet jedronken, maar enkel en alleen genoten wil yorden. Want bedenkt dat goede wijn („slechte" s geen wijn) een persoonlijkheid is, hooghartig foor wie hem miskent, stuursoh voor wie het lerhemelte mist hem te smaken, koppig voor wie ilch aan hem te buiten gaat. Want hij mint de iwelgers niet; o, hij heeft hen gekend in alle ijden en in alle oorden. Maar in het diepst van rjjn onstuimig druivenhart veracht hij ze: de Ktterikken en labberlotten, de barrels en lappen, die alleen maar hun keel smeren, flappen en peren zonder verstand, zonder geest, zonder toe wijding zonder liefde. Wijn wil geëerd en be mind worden, wijn eischt hoffelijkheid in den omgang, wijn verlangtcultuur, alvorens hij jan zijn goddelijke gaven schenkt. Wijn is terug houdend van aard. ja zelfs trotsch en hij heeft er recht op dat te zijn. Vanwege zijn ouder dom al, méér nog krachtens zijn afkomst. Noemt een tijd die den wijn niet kende het zal u niet plukken. Noach strandde met zijn ark op den ierg Ararat en plantte er den wijnstok. Wijn Frans Hals: De Vroolijke Drinker 1627). werd gedronken uit schalen en bokalen, uit roe mers en bekers, uit glazen en doodshoofden. Ja, uit doodshoofden: ln den zelfden geest waarin de Egyptenaren bij hun gastmalen in het gezicht der genoodigden een menschelijk geraamte plach ten ten toon te stellen, dronken de Scythen den wijn uit schedels, zoo zich bezinnend op de kort stondigheid des levens en op het blijmoedig ,,pluk den dag". En die geest van het carpe diem, van levenslust en levensliefde is het, die vanuit de bedauwde, zonbestraalde druiven in den wijn gistte. Vandaar het sybaritisch drinkgenot, die aristocratie van tong, verhemelte en ziel. waar toe het druivenbloed weet op te voeden. Wodan, de Germaansche opperste god, genoot uitsluitend edelen wijn, hem toegediend door twee walkü- ren: maagden van volkomen schoonheid en deugd, Mista en Rista genaamd. En terecht werd Diony- sos. de Grieksche God des wijns, wel afgebeeld met vleugels aan het hoofd, let wel: aan het ihoofd, zinnebeeld van de onbelemmerde reis. dte gedachten konden ondernemen zoodra Diony- sos den scepter zwaaide. Zoo werd de wijn voor het bloed der Goden gehouden en als zoodanig werd hij hoogelijk vereerd. Was het wonder dat de Middeleeuwsche Christen, bewust van de Almacht die bloed in wijn vermocht te veranderen, het kostelijk druivensap ook in den hemel droomde: „Die patriarchen ende profeten Als zij ter tafel waren gezeten De nieuwe most werd daar geschoncken Dat zij alle waren dronken dronken, maar niet zat dronken van zwijmel 'in het bovenaardsche. van overgave aan de liefde Gods. van devotie, dezelfde devotie waarmee in zinvolle symboliek een onbekend middeleeuwsch dichter Jezus' liefdewijn verheerlijkt: „Wie is die mensch die niet en kan In Jezus' kelder te wijne gaan Ja. geprezen en geloofd als de wijn is er geen. A! was het enkel maar als verdrijver van 's men- schen zorgen. Maar wie den weg naar de ziel van den wijn gevonden had, minde hem van stond af- aan om andere kwaliteiten nog. Leest Hafis, den beroemdsten Perzischen dichter, in den roes zoo welvertrouwd geraakt met alle aardsche geheime nissen. die op den bodem van den legendarischen beker Dshem werden geopenbaard, en ge kunt U indenken wat al niet aan schoons is toegeschre ven aan de vrucht van den bloeienden wijngaard: dithyrambe zou eruit geboren zijn, en de dans, en de muziek en het drama. Wat heeft de mensch- heid niet uit Dionysos' godengave gepuurd: een vergetelheid, gelijk aan die van het water der Grieksche onderwereld, de Lethe: een onbezon nenheid als die van het onbeschroomde kind en van den wijze: en inspiratie inspiratie bij bekers vol! Vraagt het den dichter uit alle tij den: een Li Tai Po bij voorbeeld, die nergens zoo lyrisch en diepzinning zingt als waar hij. alleen met zijn schaduw, bij bloemengeuren en een kan vol zoeten wijns de maan toedrinkt Li Tai Po, van wien verteld wordt dat hij. na wat al te rij kelijk aan Bachus geofferd te hebben te water geraakte en verdronk. E11 prees Homerus niet den eerwaardigen Nestor, die naar zijn zeggen groote berkemeyers met wijn placht tè verzwel gen'' of luistert naar den zwierigst en drinke broer onder onze zevent.iende-eeuwsche dichters, naar Gerbrand Adriaansz. Bredero, waar hij onze stadgenooten schalksch-uitdagend toeroept: Haarlemsche drooge harten nu Komt toont hier wie gij zijt Wij Amsterdammers tarten U Te drinken eens om strijd." De smakker hij kwam beschonken van een festijn in den mid-winter. op de schaats nog wel. reed plompverloren in een wak en stierf niet lang daarna aan de gevolgen van het koude bad. Of zwierde hij met een liefke-zoet over de gladde baan, toen' het ongeluk gebeurde en verkoos de jaloersche minnaar ondanks het natte pak niet huiswaarts te gaan? Of ook is het al anecdo- tisch geroddel? Voor ons om het even Breero minde den goed-gevulden roemer en dat is ge- Doeg. Ja. die gouden-eeuwers wisten het wel: het zij koopman, gildemeester. dichter of schilder, ze waren aan den wijn verknocht. Op van Ostade's Boerenfeest worden de kannen al even lustig ge waaid als in het bekende „Herberginterieur" van Adriaan Brouwer. Rembrandt houdt, op zijn zelf portret met Saskia. den roemer zoo fier en hoog geheven dat het een lust voor het oog en een tan- t3lU5kwelling voor de fiinproevende tong is. En dan onze Haarlemsche Hals: zijn Vroolijke Drinker" was vast en zeker een vermakelijk praat vaar, een boertige klant, die het onzen dichter Starter luidruchtig na zou zeggen: „Wij willen den avond bij de wijn Onbeveinsd en vroolijk zijn". Zeker wist hij. beter dan Jan Steen's zwelgende gasten, wat het zeggen wil als men, liefkozend, een wijn donzig noemt of goudblond, een anderen toeschietelijk of mollig, weer een anderen fluweel of speelsch al naar het heeten mag in de taal van Bacchus' uitverkorenen. En ste'lig liet hij zich klaren wijn schenken. En als de wijn is in den manGeen nood, verzekerden eensgezind de martiale Scipio, de wijze Seneca en om ook de medische weten schap te laten getuigen de prins der genees heeren Hippocrates: hoe goed is het, zich eens per maand in een stevigen roes de zorgen van het hart te spoelen. De snoodaards. Avicenna. Arabisch geneesheer en wijsgeer, beval den wijn als kostelijk middel aan, „het zweet uit te drijven en voorts om het overtollige in ons los te ma ken." Het is mogelijk dat zij den wijn liefhadden; maar of de wijn ook hen minde? Hij houdt nu een maal niet van utilaristen, hij wenscht niet „ge bruikt" te worden vanwege het nut, nog minder zich te laten misbruiken. Hij wil. fonkelend in heldere bokalen, waarin hij met zijn kleur kan pralen, genoten worden om zijns zelfs wil. Het is ermee als met de pur sang aestheten, die hoe lang al weer geleden, schijnt het de kunst-om- de-kunst-leuze aanhieven: de wijn wil gesavou reerd worden om den wijn, en om niet anders. Hij is trotsch op een Erasmus, die liever in een met pest besmet oord verblijf hield dan heen te gaan naar een wijnlooze streek. Hij is voldaan over een Socrates, van wien gedicht werd „dat hij in de drinkkonst vaak den hoogsten prijs be haalde"; hij eert de nadedachtenis van een Karei de Groote, die tot zijn lof de Rüdesheimer wijngaarden deed aanplanten. Och, hij zou kun nen roemen op koningen en keizers in zijn bont gevolg: een Alexander de Groote en een Julius Ceasar, een Cambyses en een Darius. Maar het lust hem niet, hij kent rang noch stand en acht wie hem eert. Alleen de dichters, zijn geestver wanten. mint hij. bovenal: in den lach van Ra belais, in een ballade van den zwerver-dichter Villon herkent hij zijn diepste zelf en luide zou hij instemmen met de boute uitspraak van Horatius dat „waterdrinkende poëten geen verzen kun nen schrijven". Als één ten volle verstaan kan dat de dichter Tagore niet letterlijk begrepen wilde worden waar hij schreef dat het „de hoog ste wijsheid is om dronken te zijn en naar de haaien te gaan", dan is hij het zelf. de Wijn, het grootmoedig ros der poëten. En zoo is het goed: ze hooren bijeen, de wijn en de dichters, want beiden zijn van hemel en aarde. „De wijn stok is geworteld in de aarde; zon en maan, sterren en planeten beheerschen het slagen en SPAAR UW TUD UW GEZONDHEID/ PORDOPP.-GROENTE -VLEESCH EEN REEKS VPN SCHOTELS. OVERTREFT j QILES! GEEN FOOIEN. BEDIENING 10% (Adv. Ingez. Med.) mislukken van den oogst: de zorg der menschen en hun kennis van geslacht op geslacht volmaakt den wijnin iedere flesch wijn zit iets van hemel en aarde en de menschelljke kennis van vóór en na den zondvloed, aldus legde een Hol- landsch vinist het den koning van zijn wijnboek in den mond. En of hij nu Médoc of Niersteiner, Nuits-Saint Georges of Sylvaner. Cassis of Ober-Ingelheimer heet,"hij wordt geprezen en bemind, in al zijn schakeeringen en gedaanten; hij is Wijn; wijn waaraan een lustig deuntje 's menschen ver knochtheid demonstreert, op de wijze van Ship Ahoy: „En als ik sterref zonder pijn Dan zullen mijn laatste woorden zijn Een glasie bier een glasie wijn." C. J. E. DINAUX. Levertraan alleen op dokler's recept. Levertraan mag krachtens beschikking van heden aan verbruikers alleen worden afgeleverd op re cept van een arts of tegen overgave van een door een in Nederland gevestigden arts afgegeven bon. Voor het afgeven van dezen bon gelden voor de artsen de volgende richtlijnen: Een grootere hoeveelheid levertraan dan 200 cc. per hoofd en per week is niet toegestaan. De arts mag per bon niet meer levertraan uit schrijven, dan noodig is voor twee weken. Voor meerdere personen uit een zelfde gezin kan met één bon worden volstaan. De arts mag de bonnen slechts afgeven, indien hij het verstrekken van levertraan op goede medi sche gronden noodzakelijk acht. Desbetreffende bonboekjes worden beschikbaar gesteld door het Rijksbureau voor genees- en ver bandmiddelen, Tesselschadestraat 6, Amsterdam- West. Apothekers mogen dus voortaan levertraan alleen afgeyen op recept van een arts of tegen ontvangst van een bon, als bovenbedoeld. Zij kunnen lever traan blijven bestellen op de bekende bestelformu lieren, doch zijn verplicht van iedere aflevering n&uwkeuri-g aanteekening te fiouden. Ook apotheekhoudende geneeskundigen kunnen op de bestelformulieren levertraan blijven betrek ken, doch moeten eveneens aanteekening houden van de verstrekte hoeveelheden. Zij mogen geen bonnen gebruiken voor aflevering uit eigen voor raad. Al deze afleveringen worden beschouwd als op recept te zijn geschiedt. Drogisten en kleinhandelaren mogen levertraan uitsluitend afleveren op bonnen en kunnen lever traan alleen betrekken tegen inlevering van een overeenkomstige hoeveelheid bonnen. wet een STOFZU!GER van-. DE STOFZUIGER-CENTRALE HACE MAM GED.OUDE GRACHT 52 TEL. 12762 HAAftLEU Keuze uit AS bekende merken, fok in huurkoop (Adv. Ingez. Med.) Kappersgroep, in het Nederlandsche Middenstandersfront. De persdienst' van de N.S.B. meldt: De federatie van kappers-patroons-vereeni- gingen en de kappers-vereeniging „Nederland" hebben zich vereenigd en zijn toegetreden tot het Nederlandsche middenstandersfront van welke organisatie zij de kappers-groep zullen uitmaken. Als leider van deze groep in het Ned. Midden standersfront zal optreden de heer H. H. de Weert te Den Haag tot heden voorzitter der federatie van kappers-patroons-vereenigingen, lid van den bedrijfsraad. bestuurslid van de vereeniging voor vakonderwijs en redacteur van het maandblad „Het Kappersbedrijf". De algemeene kappers-bedrijfs-ziekenkas en het belangrijkste deel van de vakpers, waaronder het vakblad ..Het Kappersbedrijf" hebben zich eveneens bij het Nederlandsche Middenstanders front aangesloten. (A.N.P.) door P. v. d. HEM. Zal het gelukken, ze in één bundel te vereenigen? NIEUWE SERIE No. 71 Zonnebad 1 Ligt zich op het strand te zonnen, na getuigenis dat het water hem van daag wat te koud is. 2. Het eene familielid na het andere komt hem verzekeren dat het water fijn is. het daarbij over hem heen druppelende. 3. Ontdoet zich van de nattigheid en van het zand, dat vliegende jongens voeten in zijn oog werken. 4. Raakt een oogenblik later grondig nat als de jeugd van het gezin een spatgevecht begint. 5. Ontsnapt naar een veiliger en vooral droger plaats. 6. Besluit als de hond hem volgt en zich droogschudt, dat hij eigenlijk goed kan gaan zwemmen. uit eigen juin Herfstrapen, ook wel herfstknollen of turnips genaamd, worden voor 15 Augustus gezaaid. Vol gens de boeren, die op zandgrond werken, moet het zaad voor 12 Augustus gezaaid worden, wil men van een goeden oogst verzekerd zijn. Is men in het voorjaar reeds met een groente tuin begonnen, dan kan men de herfstrapen heel goed op leeggekomen erwten- of aardappelland, dat eerst weer goed omgewerkt en gelijkgeharkt is, zaaien. We zaaien heel dun op rijen, die 20 c.M. uit elkaar liggen. Heel spoedig nadat de rapen opkomen, worden zij uitgedund, zoodat de planten op een onderlingen afstand van 15 c.M. komen te staan. Herfstknollen kunnen niet ver plant worden. Een eerste vereischte voor rapen is, dat de plantjes snel kunnen doorgroeien. Wanneer de groei te langzaam is of stilstaat, heeft men veel kans, bittere, onsmakelijke knollen te oogsten. Daarom kan men op zeer drogen grond alleen resultaat varwachten, wanneer men regelmatig giet. Het best groeien herfstraapjes op een vochti- gen. niet te armen zand- of kleigrond. De benoodigde hoeveelheid zaad bedraagt pl.m. 8 gr. per 10 M2. Herfstrapen worden dikwijls verward met kool rapen; wanneer men herfstrapen zaait oogst men echter kleine, wanneer men koolrapen zaait groote knollen. Chineesche kool is een koolsoort, die eveneens na andere gewassen, zooals vroege aardappels, gekweekt kan worden. Deze koolsoort vormt een lange, ovaalvormige, lichtgroene kool. die een zeer smakelijke groente is en meestal op dezelfde wijze als andijvie wordt bereid. We zaaien Chineesche kool, daar ze. indien ze verplant wordt, makkelijk doorschiet, direct op de plaats van bestemming, zoodat alleen de uit gedunde plantjes verplant behoeven te worden. De koolplanten moeten op 40 a 45 c.M. afstand van elkaar komen te staan. Chineesche kool verlangt een voedzamen. diep gespitten grond. De meest aan te bevelen soort is de Cantonner Witkrop en de benoodigde hoeveelheid zaad is Vfi dec.gr. Wanneer we onze worteltjes voor de eerste maal gewied hebben, doen we op lichten grond goed, den grond na het wieden aan te drukken. We kunnen dit met de hand doen, maar ook door voorzichtig tusschen de rijen over het bed te loo- pen. De onderlinge afstand van worteltjes moet on geveer 5 c.M. bedragen. Staan de wortelen nu te dicht, dan dunnen we ze niet uit door de over tollige plantjes uit te trekken, maar door de plantjes' vlak boven den grond weg te knijpen. Indien er door het verwij deren van een zieker, wortel of van onkruid een gaatje in den grond ontstaat, stoppen we dit zorgvuldig dicht. We nemen al deze voorzorgen om te voorkomen dat de worteltjes het ..vuur" krijgen. Dit is de aantasting door de wortelvlieg. een V» c.M. lang vliegje, dat haar eitjes aan de wortels legt. De vliegen, vinden wanneer er gaten in den grond zijn, hierin een mooie gelegenheid om de eitjes in den grond te deponeeren. Men kan deze ziekte herkennen aan het verwelken en geel worden der bladeren, terwijl de wortels niet meer gaaf zijn. Wanneer onze andijvieplantjes 5 a 6 bladeren hebben, kunnen we ze uitplanten. Indien de grond droog is. wordt deze een paar uur van te voren flink begoten, zoodat het water goed in de aarde kan dringen. Zijn de bladeren dat aan den angen kant, dan korten we ze iets in. Andijvie wordt op 30 a 35 c.M. afstand uitgeplant. We let ten op dat de planten minstens zoo diep komen te staan als ze gestaan hebben. Verder zorgen we ervoor dat de planten vooral in den eersten tijd voldoende water krijgen. Zijn ze eenmaal aan den groei dan zullen ze niet zoo snel meer ver drogen, hoewel het ook dan bij droog weer. aan te raden is, nu en dan flink te gieten. De grond tusschen de andijvieplanten. moet evenals bij veel andere gewassen, door middel van de schoffel goed los gehouden worden. J. J. L. is weder mogelijk! Inlichtingen bij: Jjicassa-ZBank 7i.V. Tel. 13843, Haarlem, Kruisweg 59 (Adv. Ingez. Med.) Zolder kraakte van den voorraad. Gemeente- en Rijkspolitie hebben een einde weten te maken aan een uitgebreide ketting- handel in levensmiddelen te Pijnacker. Bij den caféhouder Van S. werden groote hoe veelheden levensmiddelen in beslag genomen, w.o. 65 flesschen slaolie. 3 groote balen koffie, 150 kilo reuzel en vet, groote partijen rijst en kisten met gedroogde vruchten. De caféhouder had den geheelen zolder vol en ontdook de hamster-, opdrijvings- en distribu- tiewet. De klanten werden schandelijk over vraagd en moesten voor een pond koffie 2 gal den, voor een pond thee 5 gulden, enz., betalen. Als verkoopagent fungeerde het gemeente raadslid L.. dat werkloos is. Bij dezen „vroeden vader" werd een verkoopboek gevonden, waar in tarieven en namen der klanten stonden ver meld. De klantenkring bleek zeer uitgebreid te zijn en sommige afnemers woonden zelfs in de buurt van Amsterdam en Haarlem. Aan de hand van deze adressen haalden twee rechercheurs met een auto al deze goederen weer terug. Proces-verbaal is opgemaakt tegen den café houder S., het raadslid L. en de verschillende hamsteraars. Nationaal Front. Afdeeling voor Haarlem en Omstreken opgericht. Nationaal Front heeft thans ook een afdeeling op gericht te Haarlem, voor Haarlem en Omstreken. Deze afdeeling zal een eerste openbare vergadering houden op Woensdag 14 Augustus a.s., des avonds te 20.15 uur precies in de tuinzaal van het Concert gebouw, Begijnestraat 1 te Haarlem. De afdeelingsleider, de heer M. J. Elich zal daar eerst een inleidende causerie houden, waarna de heer G. J. Zwertbroek als spreker zal optreden. Na de pauze zal beantwoording van vrij te stellen vragen plaats hebben. Er staan dagelijks vele GROENTJES in HAARLEM'S DAGBLAD. I Maar nooit te veel. Er is altijd nog plaats en aandacht voor het Uwe. Weer „bestellingen'voor den Opbouwdienst. Amsterdamsche winkeliers opnieuw de dupe. Opnieuw zijn eenige hoofdstedelijke win- kelders de dupe geworden van een persoon, ge kleed in de uniform van den opbouwdienst. die voordoet voor deze instelling inkoopen te doen. Zoo vervoegde zich een dergelijk persoon bij 'n koopman aan den de Ruyterweg teAmsterdam. Hij verklaarde belast te zijn met het doen van inkoopen ter verpleging van 38 man van den opbouwdienst, die waren ingekwartierd in een schoolgebouw aan de Reijnier Claesenstraat. Hij verzocht den koopman nog denzelfden aypnd veertig halve onzen hakworst te willen leveren en verklaarde nog kaas en spek noodig te heb ben, waarvan hij nog een nadere bestelling zou doen. Voor direct had hij voorts twee pond kof fie en een half ons thee noodig. Te goeder trouw gaf de koopman deze goederen mede. maar bij het bestellen van de hakworst moest hij tot de ontdekking komen, dat er in de R. Claesenstraat geen schoolgebouw was. Een tweede slachtoffer was de eigenaresse van een winkel in Amsterdam-Zuid, die bezoek kreeg van iemand in de uniform van den opbouwdienst, die beweerde chef-kok Z. te zijn. Hij vroeg haar medewerking bij de levering gedurende vijf da gen van kaas, boter, koffie en thee. Met het oog op het later uur wenschte hij vast wat koffie en thee mede te nemen, welk verzoek werd ingewil ligd. Ook hier het oude liedje: adres onbekend. Of men hier met een en dezelfde persoon te doen heeft staat niet vast. De chef-kok heeft wellicht vroeger bij de bereden troepen dienst gedaan. Hij droeg tenminste rijlaarzen en spo ren. Een en ander zij een waarschuwing voor win keliers aan onbekenden niet te goeder trouw goederen mede te geven. De gevolgen, welke steeds nadeelig blijken, zijn voor rekening van de winkeliers. Van hun vertrouwen wordt danig misbruik gemaakt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5