EZ FLITSEN Picnicrantsoen Dr. Colijn spreekt in de Apollohal te Amsterdam Gezinsledenloeslag mag worden doorbetaald. De Secretaris-Generaal, wnd. hoofd van het dept. van Sociale Zaken heeft een brief gezon den aan de onderscheidene gemeentebesturen, waarin hij mededeelt goed te keuren, dat de ge zinsledentoeslag voor kinderen, uitgezonden naar de Ostmark, aan de ondersteunde hoofden van gezinnen wordt doorbetaald. Brand te Appingedam veroorzaakt f 100.000 schade. Zaterdag heeft in een bijgebouw van de N.V. Damster Auto Mij. te Appingedam een felle brand gewoed, welke een zeer groote schade heeft veroorzaakt. Het vuur werd ontdekt in de groote garage der maatschappij, waarin zich o.m. zes tien auto's bevinden. Binnen korten tijd stond deze in lichter laaie. De brandweer rukte met drie motorspuiten uit en slaagde er na ongeveer een uur in, het vuur te bedwingen. Alle auto's, waaronder drie nieuwe autobussen, gingen verloren, terwijl de groote garage geheel uitbrandde. De schade bedraagt circa 100.000 gul den. Naar de oorzaak van den brand wordt een onderzoek ingesteld. BUREAUX OPBOUWDIENST. Met ingang van Dinsdag 20 Augustus e.k. zullen de bureaux van den opbouwdienst worden ge vestigd aan den Gevers Deynootweg 59 te Scheve- ningen Jnmuakmn zonder risico met IV groen van Boekelo Het hygiënisch bereide £*f'o en verpakte keukenzout l3cf pik (Adv. Ingez. Med.) De Nederlandsche Unie vergaderde te Den Bosch en Eindhoven. In het Concertgebouw te Den Bosch vond Zater dagmiddag een openbare vergadering plaats van de Nederlandsche Unie, waar gesproken werd door mr. J. Linthorst Homan en prof. dr. J. E. de Quay. Bij de opening van de vergadering werd een couplet gezongen van het Wilhelmus. Hierop ver zocht de heer Kommer Klein het lied te zingen „Mijn Nederland", waaraan staande gevolg werd gegeven. Vervolgens nam mr. Linthorst Homan het woord. Deze wees er allereerst op, hoe nagenoeg geheel ons volk graag zijn taak wil zien en wil aanpakken, doch dat blijkbaar ook nu het onder linge wantrouwen remmend werkt. Er is een groote groep jongeren in het gebeele land, die reeds inzag, dat de nood der werkloosheid niet een losstaande fout in ons werksysteem was, doch voortkwam uit het gebrek aan werkelijk gemeenschapsbesef en daadwerkelijke naastenliefde, een wonde, van buiten .aangebracht en van binnen uit verergerd. De oude schijnwerper van het onderlinge wan trouwen is thans op het programma en het werk der Nederlandsche Unie gericht, ofschoon ieder kan gevoelen, dat de vaderlandsche taak thans dui delijk is. Vervolgens heeft prof. De Quay gesproken. De vergadering werd besloten met het zingen van „Mijn Nederland". Zaterdagavond werd een groote vergadering ge houden van de Nederlandsche Unie te Eindhoven, welke door ongeveer 5.000 personen werd be zocht. Op deze bijeenkomst sprak mr. J. Linthorst Homan, die in algemeene lijnen het programma der Nederlandsche Unie uiteenzette. Daarna lichtte prof. dr. J. E. de Quay het gezichtspunt der Unie ten aanzien van enkele economische vraagstukken nader toe. In de pauze werd door Kommer Klein een nieuw Nederlandsch lied-van Anton van Duinkerken ge declameerd. (A.N.P.) Postverkeer met België hersteld. Met ingang van 12 Augustus zal het verkeer met briefkaarten en brieven tusschen Nederland en België in beide richtingen zijn toegelaten. De brief kaarten en brieven moeten in de Duitsche, Neder landsche of Fransche taal zijn gesteld. NIEUWE SERIE No. 72 MAANDAG 12 AUGUSTUS Ï94Ö De gang van zaken met de Ned. Unie Zaterdagmiddag werd in de Apollohal te Amster dam een bijeenkomst gehouden van leden der Anti-Rev. partij en der Chr. Hist. Unie. Om de dui zenden te kunnen bergen werd de bijeenkomst drie maal achtereen gehouden. Om half twee begon de eerste samenkomst, die gepresideerd werd door prof. dr. V. H. Rutgers, hoogleeraar aan de V. U. en voorzitter van het Prov- comité van Anti-Rev. kiesvereenigingen in Noord- Holland. Eerste spreker was oud-min. dr. H. C o 1 ij n. Spr. ving aan met de herinnering aan den titel van zijn jongste geschrift. Hij heeft de critiek ver nomen. dat men niet op de grens van twee werel den moet blijven staan doch moedig de nieuwe wereld, die voor ons lag, moest binnentreden. Op zichzelf vereischt die critiek geen wederlegging om dat spr. het er mee eens is. Alleen is het niet juist dat het nieuwe dat nog grootendeels onbekend is ongezien te aanvaarden en het oude als waardeloos weg te werpen. En toch zijn er velen die dit laatste zonder eenige bedenking doen. Met name geldt de critiek dan ons staatsbestel en het partijwezen. Wanneer spr. met die critiek gedeeltelijk instemt dan is dat geen novum. 20 jaar lang heeft hij in woord en geschrift op de fouten van de moderne democratie gewezen. Fouten, die tot gevolg hadden onzelfstandigheid van de kabinetten, afhankelijk heid van de politieke partijen, verzwakking van i het eigen recht der overheid. Ook de volksvertegen woordiging zelf is in de vervulling van haar taak dikwerf gehinderd door druk van buiten de Kamer. Maar omdat men op fouten uit het verleden wijst behoeft men nog niet alles dat als nieuw wordt aan geprezen met gretigheid te aanvaarden. Van alle kanten klinkt het haastig geroep: er moet wat gebeuren, er moet wat gedaan worden. En dan liefst in hetzelfde tempo waarmede de Duitsche weermacht haar aanvallen verricht. Men is daarbij al spoedig tevreden en denkt iets gedaan te heb ben wanneer men ergens een kaartje heenstuurt met een adhaesiebetuiging. Maar om iets te doen is meer noodig. Om iets te doen is het hebben van be stuursmacht vereischt en de vrijheid om die be stuursmacht uit te oefenen. Aan die voorwaarde is op het oogenblik echter niet te voldoen. Begrijpelijk is het dat men zoekt naar een nauwer aaneensluiting, naar een echter samenbinding van het Ned. volk omdat men niet ten onrechte daarin een soort waarborg ziet voor het behoud van wat ons lief is. DE NED. UNIE. In dit verband wilde spr. iets zeggen over den gang van zaken met de Ned. Unie en van deze ge legenheid gebruik maken om zijn advies aan de kiesvereenigingen in het openbaar toe te lichten. 1 Juli van dit jaar zijn te Den Haag bijeengekomen een 12-tal personen, 2 aan 2 afkomstig uit de zes groote politieke partijen. Voor de A.-R. partij wa ren dat de heer J. Schouten en spr. zelf. Deze 12 personen, overtuigd van de noodzakelijkheid van grooter eensgezindheid, besloten er naar te streven dat de politieke partijen hun verschillen laten rusten en dat zij, zich zouden vereenigen op een kort pro gram van actie dat aller instemming zou moeten hebben. Die algemeene instemming werd gemakke lijk verkregen en 5 dagen later (6 Juli) werd een tweede vergadering gehouden waarbij ook aanwe zig waren drie heeren van de Ned. Gemeenschap. Weer 2 dagen later, 8 Juli, werd ook met deze hee ren overeenstemming verkregen over een gemeen schappelijk door de 15 heeren uit te vaardigen ma nifest. 8 Juli was er dus een Ned. Unie: een ge meenschappelijk gekozen naam die geacht kon wor den naar verloop van tijd waarschijnlijk 90 pet. van het Ned. volk te representeeren. Om redenen die niet gelegen zijn in geschil tusschen de heeren-ló heeft de uitvaardiging van dit manifest geen voort gang kunnen krijgen. Een goede veertien dagen later duikt nu plotseling een nieuwe Ned. Unie op, geleid door dezelfde personen (althans 2 van de 3) die aan de vorming van de eerste Ned I Unie hadden deelgenomen. Dit optreden ging ver gezeld van een geheel nieuw program dat sterk afweek van dat waarover overeenstemming ver kregen was in de eerste Ned. Unie. Dit nieuwe pro- I gram wekte al dadelijk het vermoeden dat het voor sommige volksgroepen moeilijk zou zijn met deze tweede Unie. waarover zij trouwens niet geraad pleegd waren mee te gaan. Vooral de toelichtingen die van tijd tot tijd in interviewen op het program gegeven werden, versterkten dien twijfel. En na 3 Aug. werd die twijfel zekerheid. Het blijkt niet het doel te zijn om te trachten de bestaande organisa ties en stroomingen in het volksleven in één bed ding te brengen teneinde een groote nationale be weging te krijgen, maar feitelijk te komen tot de stichting van een nieuwe partij met de daarbij gedachte algeheele oplossing van de andere op be ginselen opgebouwde partijen. Ook is vrij duide lijk aangekondigd dat bijv. onze jeugdbeweging, die bijna een eeuw oud is, zal moeten worden sa mengesmolten met de andere onder éénhoofdige leiding. Toen spr. op 31 Juli in zijn advies aan de kiesvereenigingen den raad gaf zich voorshands te onthouden zal dit voorshands thans dienen te ver- vallen. Zoo kan het niet, want zoo wordt het voor 1/3 van het Ned. volk onmogelijk om mee te doen. Uit doet spr. leed voor de zaak. die hem zeer ter harte ging. Het doet hem ook leed voor het drie manschap dat van goeden wille is, maar dat door onvoldoende inzicht in de structuur van het Ned. volk het spoor is bijster geraakt. Op allerlei de tail-bezwaren tegen het program ging spr. thans niet in. Want veel belangrijker blijft de vraag als het dan niet zoo kan wat kan er dan \yel ge schieden? Spr. stelde op den voorgrond dat hij voor zich nog altijd is |tot samenwerking op zoo breed mogelijke basis. Die samenwerking was verkre gen in het program van de eerste Ned. Unie. Die samenwerking is nog mogelijk indien men zich niet verliest in fantasieën maar de nuchtere klare wer kelijkheid tot uitgangspunt neemt. Die nuchtere klare werkelijkheid beteekent internationaal dat men de gewijzigde toestanden op het continent van Europa als feit moet aanvaarden. Hoe de oorlog ook eindigt, naar den mensch gesproken kan men geen andere uitkomst zien dan dat het Duitsche overwicht op het vaste land van Europa moet wor den aanvaard. Dat een nieuwe oriënteering op nationaal terrein noodzakelijk is behoeft wel geen betoog. Maar even duidelijk is het dat wij aan een vernieuwing van ons staatsbestel tijdens de bezetting niet kunnen bouwen en ook niet moeten willen bouwen, al zijn er tal van begeerten, die wij in ons hart koesteren en al mogen wij de omtrekken van het toekomst beeld voor onszelf trachten in gereedheid te bren gen. Heroriënteering is ook op sociaal en economisch gebied noodzakelijk, al was het alleen maar door de veranderde verhoudingen die op het continent van Europa geboren zijn. Maar hierbij zal men er wel op hebben te rekenen, dat sommige sociale of eco nomische hervormingen zoodanig afhankelijk zijn van de toestanden, zooals die na den oorlog zullen zijn, dat het dwaasheid is er nu reeds bespiegelin gen over te houden. Al zulk streven schaadt de eensgezindheid, die thans bovenal noodig is. Dit beteekent niet dat men op sociaal-economisch gebied intusschen niets kan verrichten. Alles wat kan strekken tot verster king van het gemeenschapsbesef, tot hechter sa menbinding van het Nederlandsche volk met eer biediging van de geestelijke verscheidenheid ver dient' met kracht te worden gesteund. Op zulk een basis zou het mogelijk zijn samenwerking te ver krijgen waarvan nu een derde dèel van het Ned. volk om gewichtige redenen zich zal hebben te ont houden. In dit opzicht is er ook in eigen kring nog heel wat te doen, want ook daar werd wel wat heel erg naast elkander heengeleefd. Het is dan ook verheugend te kunnen zeggen dat A.R. en C.H. begonnen zijn hun eigen organisaties met elkander in aanraking te brengen door een contactcommissie te benoemen waarin die organisaties met elkaar him parallel loopende belangen kunnen bespreken. Spr. besloot met de betuiging van zijn inzicht dat de vormen waaronder een groote nationale bè- weging zich moet openbaren bijzaak zijn, mits de> leidende gedachte van die vormgeving Neder landsch is in den historischen zin, dat volksinvloed niet wordt buitengesloten. Ook de vraag wie de leiders zijn is bijzaak mits deze leiders inderdaad voor hun taak berekend zijn, zuiver Nederlandsch denken en voelen en een goede dosis historisch be sef bezitten, d.w.z. begrip van de beginselen waar door Nederland zijn onafhankelijkheid in de 16e eeuw verwierf en gelijk beseffen dat het Ned. volk is samengesteld uit drie stroomingen. De Nederlandsche bevolking is samengesteld uit 1/3 Roomsch-Katholieken, 1/3 orthodox-protestan ten en 1/3 op wie het humanisme beslag heeft ge legd. Met alle twee aspecten zal rekening moeten worden gehouden, wil men op vruchtbare resultaten kunnen rekenen. Wat tot nu toe door spreker gezegd is. was be doeld voor het Nederlandsche volk in zijn geheel, voor zoover dit althans naar hem luisteren wil., Daarna richtte spreker zich tot zijn engere géest- verwanten met. de vermaning ook in eigen kring reformatie niet uit het oög te verliezen. Nadat dr. Colijn zijn rede had beëindigd werd gezongen Ps. 68 1 en 17. Prof. Slotemaker de Bruine aan het woord. Vervolgens sprak prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine over het Nederlandsche volkskarakter. Wij zijn samen aldus spr. om ons bewust te worden van ons volkskarakter en van onze eigen plaats in het volksgeheel. Een volk draagt een stempel. Het is niet maar een verzameling van personen, wonend op eenzelfde stuk grond; het volksleven is niet maar de som van maatregelen op administratief, economisch en ander gebied. Een volk is een grootsche innerlijke eenheid met eigen ziel en eigen stempel. Het is geen toeval, dat meer dan vroeger de meenschheid zich daarvan bewust wordt. Alom. waar Duitschers wonen, breekt de eene Duitsche ziel naar buiten. Zoo willen wij een klaar naar buiten treden van de Nederlandsche ziel. Wie de ziel doorschouwt, ontwaart er elementen, die niet gelijksoortig zijn. Hierbij denkt spr. niet aan verschil van inzicht inzake financieele. or ganisatorische. economische vragen; verschillen, die er zijn. doch die niet al te tragisch behoeven genomen te worden. Hij denkt aan wat hooger reikt en dieper ligt; aan de onstoffelijke wereld, waarin onze wortels liggen en zonder welke wij veroordeeld zijn om in de materie op te gaan en onder te gaan, Als daarover Nederlanders spre ken. zeggen zij niet allen hetzelfde, zij zijn niet gelijk religieus noch gelijk als het den invloed geldt van dit religieuze op heel het openbare levensgebied. Dit is een feit; de kernvraag is nu. hoe dit feit gehanteerd wordt. Men kan het aldus hanteeren: dat de eenheid van het nationale, het „volksche" boven al is, zoodat de elementen, die verscheidenheid bren gen, op den achtergrond moeten treden, al zijn zij- op zichzelf nog zoo waardevol. De diepste geeste lijke overtuigingen hebben dan slechts recht van bestaan, indien zij zich in de volksverbondenheid laten invoegen en daaraan ondergeschikt willen zijn. Men kan het bedoelde feit echter ook aldus han- HAAULE M'S DAGBC'AD 5. Heeft de eerste hap ge nomen als beiden komen vertellen, dat ze het op hebben en of ze nog wat kunnen krijgen. 3. Voldoet aan het verzoek en staat zus te woord, die nieuwe melk vraagt, daar ze haar beker heeft om- gestooten. 6. Vindt nog een en ander, ontdekt dan dat iemand op haar boterham is gaan staan cn overdenkt dat moeders honger moeten kunnen lijden. Circus in den Haarlemmerhout. In 1918, dus nu meer dan twintig jaren geleden, bracht Adolfi van Oss de Haarlemmers tot geest drift door zijn stalen van dressuur in het circus Carré. En dat circus stond pecies op dezelfde plaats, voor het. Paviljoen, waar nu het houten gebouw van de Nederlandsche circusrevue opge trokken worden. En Adoifi van Oss is wederom van zins om net Haarlemsche publiek het neusje van den circuszalm te presenteeren. En dat neus je is de paardendressuur. Ongeveer veertig ras paarden trappelen in een lange tent onder het volzomersche loover van Den Hout van ongeduld om de arena Donderdag binnen te stuiven en de kunsten te toonen. Het zijn prachtige paarden. „Allemaal zuivere raspaarden" verzekert de heer van Oss, „Arabische volbloedhengsten, paar den uit de school van den Hongaarschen graaf Mikosch, Oskar, de schoonrijder, die negen eer ste prijzen heeft behaald. De Amerikaansche Big Boy en de Shetlandsche Piccolo, het kleinste en grootste dier van den stal, welke gezamclijk op zullen treden, twee vossen, een Fransch spring paard, Deensche paarden met broede ruggen voor de Jockeys kortom" zoo vertélt Adolfi van Oss „er is nog nooit een circus met zooveel raspaarden op stap gegaan." Deze Nederlandsche paardendresseur heeft practisch met alle groote circussen de wereld rond gereisd. Hij is in het circus geboren en ge togen. Samen met den bekenden Schuhmann zal hij den scepter zwaaien over de paarden in dit Nederlandsche circus. In den Haarlemmerhout zal een stuk circusge schiedenis worden geschreven. Want hier wordt voor het eerst een verbond gesloten tusschen het tooneel en de piste. De mogelijkheden van het tooneel worden hier gevoegd bij die van de arena. Men heeft dit experiment dadelijk flink aange pakt. want het tooneel is zoo groot dat menig tooneelgezelschap er jaloersch op zou kunnen worden. Trouwens, er is ook op een groot publiek gerekend, want er kunnen 3200 menschcn in de tent. Of van tent mogen we eigenlijk niet spre ken. Niet. en toch weer wel. De helft is tent. de andere helft van hout, d.w.z. de wand is van hout en daarop wordt het doek gespannen. Er is heel wat doek voor noodig! En met het oog op de ver duistering is de geheele oppervlakte zoodanig ge prepareerd dat er geen lichtstraaltje naar buiten doordringt. Ja, ja dit circus, deze Nederlandsche onderneming heeft heel wat moeilijkheden te overwinnen gehad. Maar nu is het dan zoover dat Donderdag de eerste voorstelling gegeven kan worden. Menig wandelaar in den Haarlemmer hout heeft al nieuwsgierig gekeken naar het steeds groeiende wagenpark en naar het circus gebouw zelf. Een paar dagen nog en dan zetten de schijnwerpers de balletten in een fantastisch licht, buitelen de clowns in dc piste, voeren de acrobaten hun toeren uit en draven de paarden in het rond. Dan hebben de Haarlemmers een circus in den Haarlemmerhout. HERKENNING VAN VERMISTE PERSONEN TE ROTTERDAM. Bij de politie te Rotterdam berust een aan tal foto's van om het leven gekomenen in de dagen van 10 tot 14 Mei j.l. Deze foto's zijn van nog niet geïdentificeerden en de politic ver zoekt degenen, die familieleden of kennissen ver missen. zich te vervoegen aan het hoofdbureau van politie te Rotterdam aan het Haagsche veer bij de Justitieafdeeling. Drie meisjes door auto aangereden. Taxi reed het voetpad op. Zaterdagavond, omstreeks half negen, wilde de bestuurder van een huurauto, komende van den Amstel. op-de Sarphatikade te Amsterdam links afbuigen naar het Weesperplein. Op dat oogenblik naderde van die zijde een particuliere auto, die hem geen voorrang verleende. Een bot sing was niet te vermijden. De taxi geraakte met een flinken slag met de particuliere auto in botsing en reed vervolgens het voetpad op. Juist op dat oogenblik liepen daar drie jonge meisjes, allen omstreeks 16 jaar oud. Twee van haar werden door de auto gegre pen, met het gevolg dat zij van de trappen langs zij de kade werden afgeslingerd. Geneeskundige hulp was spoedig ter plaatse. De G.G. en G.D. vervoerde de beide slachtoffers naar het OL Vrouwegasthuis. Een van de meisjes bleek een armfractuur te hebben opgeloopen. de andere een arm- en beenfractuur. Het derde meisje onder vond geen ernstige gevolgen van deze aanrijding; alhoewel zij erg geschrokken was. kon zij haar weg vervolgen. Van de beide voertuigen is vooral de particu liere auto vrij ernstig beschadigd. 4. Tracht een hap te ne men, als Junior haar hulp inroept, om een jamvlek van zijn blouse tc vegen. 2. Wil zich aan haar eigen boterham wijden als Ju nior komt vragen of zij zijn ei wil pellen. De secretaris der Noord-Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij, de heer De Booy, aan boord van de nieuwe motorreddingboot „Arthur", welke naar haar stand plaats Scheveningen is vertrokken. (Foto Pax Holland.) De tomaten, welke op dc Engelsche Kanaal-eilanden gekweekt worden, zijn dezer dagen per schip naar Frankrijk overgebracht. (Foto Weitbild). 1. Deelt voedsel uit aan de kinderen en schenkt melk in. teeren. dat men de diepste beginselen niet op den achtergrond kan laten dringen, omdat een aldus gekochte eenheid te duur gekocht zou zijn. Vraag niet zoo klinkt het dan dat wij bij onzen hartstochtelijken dienst aan ons eene volk het geestelijke beneden het nationale schatten; dat kunnen wij niet. Wij hier in de Apollo-hal aldus spreker zeggen onvoorwaardelijk het tweede. Neem ons, zoo vragen wij, ten bate van ons volk, zooals wij zijn; vraag ons niet het heiligste, dat wij bezitten, buiten het openbare leven te plaat sen. Vraag dat niet, juist ter wille van ons volk. Vooreerst zoudt gij door anders te doen. ons zelf verzwakken en daarmede dus het volksge heel. met verzwakte stukken kan men niet een krachtig geheel bouwen. Wat wij zijn, zijn wij door Christus, niet enkel voor de binnenkamer, doch ook voor het openbare leven. Bovendien zal het nationale, het „volksche" een geestelijken inhoud moeten hebben, anders blijkt het hol. Nu zijn wij bij de kern van de kwestie. De Rijks commissaris heeft op 29 Mei verklaard, niet onze vrijheid ons te willen ontnemen en niet ons volks karakter te'willen vernietigen. Best; maar hij zei- de nog iets; ter bepaling van ons volkskarakter noemde hij onzen vrijheidsoorlog tegen den ge loofsdwang. Dat sloeg den spijker precies op den kop. Zonder 1568 zou ons volkskarakter anders gevuld zijn; 1568 stempelt ons. De geestelijke vrijheid zit ons in het bloed. 1568 is echter niet 1789. De Fransche revolutie bracht een verdraag zaamheid. verkregen door de onderschatting van de geestelijke goederen; en deze was er dan ook naar. Men moet nog een stap verder gaan in het be palen van het Nederlandsche volk. Niemand ver staat de Duitsche ziel buiten Luther om; nie mand vêrstaat de Nederlandsche buiten Calvijn om. Hiermede wordt natuurlijk niet speciaal ge doeld op kerkelijke op dogmatische grootheden; het stempel van het gansche volksleven is in ge ding. Wij in Nederland vragen, dat hetgeen God ons geschonken heeft doordringe niet alleen in de kerk, doch ook in de opvoeding, de school, de jeugdbeweging, den barmhartigheidsdienst. Onze christelijke instituten willen wij met man en macht bewaren; wie daarvan afdoet, verarmt het Nederlandsche nationale karakter. (A.N.P.) De naar de Ostmark uitgezonden kinderen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5