EZ
FLITSEN Picnicrantsoen
Dr. Colijn spreekt
in de Apollohal te
Amsterdam
Gezinsledenloeslag mag worden doorbetaald.
De Secretaris-Generaal, wnd. hoofd van het
dept. van Sociale Zaken heeft een brief gezon
den aan de onderscheidene gemeentebesturen,
waarin hij mededeelt goed te keuren, dat de ge
zinsledentoeslag voor kinderen, uitgezonden naar
de Ostmark, aan de ondersteunde hoofden van
gezinnen wordt doorbetaald.
Brand te Appingedam veroorzaakt
f 100.000 schade.
Zaterdag heeft in een bijgebouw van de
N.V. Damster Auto Mij. te Appingedam een felle
brand gewoed, welke een zeer groote schade heeft
veroorzaakt. Het vuur werd ontdekt in de groote
garage der maatschappij, waarin zich o.m. zes
tien auto's bevinden. Binnen korten tijd stond
deze in lichter laaie. De brandweer rukte met drie
motorspuiten uit en slaagde er na ongeveer een
uur in, het vuur te bedwingen.
Alle auto's, waaronder drie nieuwe autobussen,
gingen verloren, terwijl de groote garage geheel
uitbrandde. De schade bedraagt circa 100.000 gul
den. Naar de oorzaak van den brand wordt een
onderzoek ingesteld.
BUREAUX OPBOUWDIENST.
Met ingang van Dinsdag 20 Augustus e.k. zullen
de bureaux van den opbouwdienst worden ge
vestigd aan den Gevers Deynootweg 59 te Scheve-
ningen
Jnmuakmn
zonder
risico met IV
groen
van Boekelo
Het hygiënisch bereide £*f'o
en verpakte keukenzout l3cf pik
(Adv. Ingez. Med.)
De Nederlandsche Unie vergaderde
te Den Bosch en Eindhoven.
In het Concertgebouw te Den Bosch vond Zater
dagmiddag een openbare vergadering plaats van
de Nederlandsche Unie, waar gesproken werd door
mr. J. Linthorst Homan en prof. dr. J. E. de Quay.
Bij de opening van de vergadering werd een
couplet gezongen van het Wilhelmus. Hierop ver
zocht de heer Kommer Klein het lied te zingen
„Mijn Nederland", waaraan staande gevolg werd
gegeven. Vervolgens nam mr. Linthorst Homan het
woord. Deze wees er allereerst op, hoe nagenoeg
geheel ons volk graag zijn taak wil zien en wil
aanpakken, doch dat blijkbaar ook nu het onder
linge wantrouwen remmend werkt. Er is een groote
groep jongeren in het gebeele land, die reeds inzag,
dat de nood der werkloosheid niet een losstaande
fout in ons werksysteem was, doch voortkwam
uit het gebrek aan werkelijk gemeenschapsbesef
en daadwerkelijke naastenliefde, een wonde, van
buiten .aangebracht en van binnen uit verergerd.
De oude schijnwerper van het onderlinge wan
trouwen is thans op het programma en het werk
der Nederlandsche Unie gericht, ofschoon ieder
kan gevoelen, dat de vaderlandsche taak thans dui
delijk is.
Vervolgens heeft prof. De Quay gesproken.
De vergadering werd besloten met het zingen
van „Mijn Nederland".
Zaterdagavond werd een groote vergadering ge
houden van de Nederlandsche Unie te Eindhoven,
welke door ongeveer 5.000 personen werd be
zocht. Op deze bijeenkomst sprak mr. J. Linthorst
Homan, die in algemeene lijnen het programma der
Nederlandsche Unie uiteenzette. Daarna lichtte
prof. dr. J. E. de Quay het gezichtspunt der Unie
ten aanzien van enkele economische vraagstukken
nader toe.
In de pauze werd door Kommer Klein een nieuw
Nederlandsch lied-van Anton van Duinkerken ge
declameerd. (A.N.P.)
Postverkeer met België hersteld.
Met ingang van 12 Augustus zal het verkeer
met briefkaarten en brieven tusschen Nederland en
België in beide richtingen zijn toegelaten. De brief
kaarten en brieven moeten in de Duitsche, Neder
landsche of Fransche taal zijn gesteld.
NIEUWE SERIE No. 72
MAANDAG 12 AUGUSTUS Ï94Ö
De gang van zaken
met de Ned. Unie
Zaterdagmiddag werd in de Apollohal te Amster
dam een bijeenkomst gehouden van leden der
Anti-Rev. partij en der Chr. Hist. Unie. Om de dui
zenden te kunnen bergen werd de bijeenkomst drie
maal achtereen gehouden.
Om half twee begon de eerste samenkomst,
die gepresideerd werd door prof. dr. V. H. Rutgers,
hoogleeraar aan de V. U. en voorzitter van het Prov-
comité van Anti-Rev. kiesvereenigingen in Noord-
Holland.
Eerste spreker was oud-min. dr. H. C o 1 ij n.
Spr. ving aan met de herinnering aan den titel
van zijn jongste geschrift. Hij heeft de critiek ver
nomen. dat men niet op de grens van twee werel
den moet blijven staan doch moedig de nieuwe
wereld, die voor ons lag, moest binnentreden. Op
zichzelf vereischt die critiek geen wederlegging om
dat spr. het er mee eens is. Alleen is het niet juist
dat het nieuwe dat nog grootendeels onbekend is
ongezien te aanvaarden en het oude als waardeloos
weg te werpen. En toch zijn er velen die dit laatste
zonder eenige bedenking doen. Met name geldt de
critiek dan ons staatsbestel en het partijwezen.
Wanneer spr. met die critiek gedeeltelijk instemt
dan is dat geen novum. 20 jaar lang heeft hij in
woord en geschrift op de fouten van de moderne
democratie gewezen. Fouten, die tot gevolg hadden
onzelfstandigheid van de kabinetten, afhankelijk
heid van de politieke partijen, verzwakking van
i het eigen recht der overheid. Ook de volksvertegen
woordiging zelf is in de vervulling van haar taak
dikwerf gehinderd door druk van buiten de Kamer.
Maar omdat men op fouten uit het verleden wijst
behoeft men nog niet alles dat als nieuw wordt aan
geprezen met gretigheid te aanvaarden.
Van alle kanten klinkt het haastig geroep: er moet
wat gebeuren, er moet wat gedaan worden. En dan
liefst in hetzelfde tempo waarmede de Duitsche
weermacht haar aanvallen verricht. Men is daarbij
al spoedig tevreden en denkt iets gedaan te heb
ben wanneer men ergens een kaartje heenstuurt
met een adhaesiebetuiging. Maar om iets te doen is
meer noodig. Om iets te doen is het hebben van be
stuursmacht vereischt en de vrijheid om die be
stuursmacht uit te oefenen.
Aan die voorwaarde is op het oogenblik echter
niet te voldoen. Begrijpelijk is het dat men zoekt
naar een nauwer aaneensluiting, naar een echter
samenbinding van het Ned. volk omdat men niet
ten onrechte daarin een soort waarborg ziet voor
het behoud van wat ons lief is.
DE NED. UNIE.
In dit verband wilde spr. iets zeggen over den
gang van zaken met de Ned. Unie en van deze ge
legenheid gebruik maken om zijn advies aan de
kiesvereenigingen in het openbaar toe te lichten.
1 Juli van dit jaar zijn te Den Haag bijeengekomen
een 12-tal personen, 2 aan 2 afkomstig uit de zes
groote politieke partijen. Voor de A.-R. partij wa
ren dat de heer J. Schouten en spr. zelf. Deze 12
personen, overtuigd van de noodzakelijkheid van
grooter eensgezindheid, besloten er naar te streven
dat de politieke partijen hun verschillen laten rusten
en dat zij, zich zouden vereenigen op een kort pro
gram van actie dat aller instemming zou moeten
hebben. Die algemeene instemming werd gemakke
lijk verkregen en 5 dagen later (6 Juli) werd een
tweede vergadering gehouden waarbij ook aanwe
zig waren drie heeren van de Ned. Gemeenschap.
Weer 2 dagen later, 8 Juli, werd ook met deze hee
ren overeenstemming verkregen over een gemeen
schappelijk door de 15 heeren uit te vaardigen ma
nifest. 8 Juli was er dus een Ned. Unie: een ge
meenschappelijk gekozen naam die geacht kon wor
den naar verloop van tijd waarschijnlijk 90 pet. van
het Ned. volk te representeeren. Om redenen die
niet gelegen zijn in geschil tusschen de heeren-ló
heeft de uitvaardiging van dit manifest geen voort
gang kunnen krijgen.
Een goede veertien dagen later duikt nu
plotseling een nieuwe Ned. Unie op, geleid
door dezelfde personen (althans 2 van de
3) die aan de vorming van de eerste Ned
I Unie hadden deelgenomen. Dit optreden ging ver
gezeld van een geheel nieuw program dat sterk
afweek van dat waarover overeenstemming ver
kregen was in de eerste Ned. Unie. Dit nieuwe pro-
I gram wekte al dadelijk het vermoeden dat het voor
sommige volksgroepen moeilijk zou zijn met deze
tweede Unie. waarover zij trouwens niet geraad
pleegd waren mee te gaan. Vooral de toelichtingen
die van tijd tot tijd in interviewen op het program
gegeven werden, versterkten dien twijfel. En na 3
Aug. werd die twijfel zekerheid. Het blijkt niet het
doel te zijn om te trachten de bestaande organisa
ties en stroomingen in het volksleven in één bed
ding te brengen teneinde een groote nationale be
weging te krijgen, maar feitelijk te komen tot de
stichting van een nieuwe partij met de daarbij
gedachte algeheele oplossing van de andere op be
ginselen opgebouwde partijen. Ook is vrij duide
lijk aangekondigd dat bijv. onze jeugdbeweging,
die bijna een eeuw oud is, zal moeten worden sa
mengesmolten met de andere onder éénhoofdige
leiding. Toen spr. op 31 Juli in zijn advies aan de
kiesvereenigingen den raad gaf zich voorshands te
onthouden zal dit voorshands thans dienen te ver-
vallen. Zoo kan het niet, want zoo wordt het voor
1/3 van het Ned. volk onmogelijk om mee te doen.
Uit doet spr. leed voor de zaak. die hem zeer ter
harte ging. Het doet hem ook leed voor het drie
manschap dat van goeden wille is, maar dat door
onvoldoende inzicht in de structuur van het Ned.
volk het spoor is bijster geraakt. Op allerlei de
tail-bezwaren tegen het program ging spr. thans
niet in. Want veel belangrijker blijft de vraag als
het dan niet zoo kan wat kan er dan \yel ge
schieden? Spr. stelde op den voorgrond dat hij voor
zich nog altijd is |tot samenwerking op zoo breed
mogelijke basis. Die samenwerking was verkre
gen in het program van de eerste Ned. Unie. Die
samenwerking is nog mogelijk indien men zich niet
verliest in fantasieën maar de nuchtere klare wer
kelijkheid tot uitgangspunt neemt. Die nuchtere
klare werkelijkheid beteekent internationaal dat
men de gewijzigde toestanden op het continent van
Europa als feit moet aanvaarden. Hoe de oorlog
ook eindigt, naar den mensch gesproken kan men
geen andere uitkomst zien dan dat het Duitsche
overwicht op het vaste land van Europa moet wor
den aanvaard.
Dat een nieuwe oriënteering op nationaal terrein
noodzakelijk is behoeft wel geen betoog. Maar
even duidelijk is het dat wij aan een vernieuwing
van ons staatsbestel tijdens de bezetting niet kunnen
bouwen en ook niet moeten willen bouwen, al zijn
er tal van begeerten, die wij in ons hart koesteren
en al mogen wij de omtrekken van het toekomst
beeld voor onszelf trachten in gereedheid te bren
gen. Heroriënteering is ook op sociaal en economisch
gebied noodzakelijk, al was het alleen maar door de
veranderde verhoudingen die op het continent van
Europa geboren zijn. Maar hierbij zal men er wel
op hebben te rekenen, dat sommige sociale of eco
nomische hervormingen zoodanig afhankelijk zijn
van de toestanden, zooals die na den oorlog zullen
zijn, dat het dwaasheid is er nu reeds bespiegelin
gen over te houden.
Al zulk streven schaadt de eensgezindheid, die
thans bovenal noodig is. Dit beteekent niet dat men
op sociaal-economisch gebied intusschen niets kan
verrichten. Alles wat kan strekken tot verster
king van het gemeenschapsbesef, tot hechter sa
menbinding van het Nederlandsche volk met eer
biediging van de geestelijke verscheidenheid ver
dient' met kracht te worden gesteund. Op zulk een
basis zou het mogelijk zijn samenwerking te ver
krijgen waarvan nu een derde dèel van het Ned.
volk om gewichtige redenen zich zal hebben te ont
houden. In dit opzicht is er ook in eigen kring nog
heel wat te doen, want ook daar werd wel wat
heel erg naast elkander heengeleefd. Het is dan
ook verheugend te kunnen zeggen dat A.R. en C.H.
begonnen zijn hun eigen organisaties met elkander
in aanraking te brengen door een contactcommissie
te benoemen waarin die organisaties met elkaar
him parallel loopende belangen kunnen bespreken.
Spr. besloot met de betuiging van zijn inzicht dat
de vormen waaronder een groote nationale bè-
weging zich moet openbaren bijzaak zijn, mits de>
leidende gedachte van die vormgeving Neder
landsch is in den historischen zin, dat volksinvloed
niet wordt buitengesloten. Ook de vraag wie de
leiders zijn is bijzaak mits deze leiders inderdaad
voor hun taak berekend zijn, zuiver Nederlandsch
denken en voelen en een goede dosis historisch be
sef bezitten, d.w.z. begrip van de beginselen waar
door Nederland zijn onafhankelijkheid in de 16e
eeuw verwierf en gelijk beseffen dat het Ned. volk
is samengesteld uit drie stroomingen.
De Nederlandsche bevolking is samengesteld uit
1/3 Roomsch-Katholieken, 1/3 orthodox-protestan
ten en 1/3 op wie het humanisme beslag heeft ge
legd. Met alle twee aspecten zal rekening moeten
worden gehouden, wil men op vruchtbare resultaten
kunnen rekenen.
Wat tot nu toe door spreker gezegd is. was be
doeld voor het Nederlandsche volk in zijn geheel,
voor zoover dit althans naar hem luisteren wil.,
Daarna richtte spreker zich tot zijn engere géest-
verwanten met. de vermaning ook in eigen kring
reformatie niet uit het oög te verliezen.
Nadat dr. Colijn zijn rede had beëindigd werd
gezongen Ps. 68 1 en 17.
Prof. Slotemaker de Bruine aan het
woord.
Vervolgens sprak prof. dr. J. R. Slotemaker de
Bruine over het Nederlandsche volkskarakter.
Wij zijn samen aldus spr. om ons bewust te
worden van ons volkskarakter en van onze eigen
plaats in het volksgeheel. Een volk draagt een
stempel. Het is niet maar een verzameling van
personen, wonend op eenzelfde stuk grond; het
volksleven is niet maar de som van maatregelen
op administratief, economisch en ander gebied.
Een volk is een grootsche innerlijke eenheid met
eigen ziel en eigen stempel.
Het is geen toeval, dat meer dan vroeger de
meenschheid zich daarvan bewust wordt. Alom.
waar Duitschers wonen, breekt de eene Duitsche
ziel naar buiten. Zoo willen wij een klaar naar
buiten treden van de Nederlandsche ziel.
Wie de ziel doorschouwt, ontwaart er elementen,
die niet gelijksoortig zijn. Hierbij denkt spr. niet
aan verschil van inzicht inzake financieele. or
ganisatorische. economische vragen; verschillen,
die er zijn. doch die niet al te tragisch behoeven
genomen te worden. Hij denkt aan wat hooger
reikt en dieper ligt; aan de onstoffelijke wereld,
waarin onze wortels liggen en zonder welke wij
veroordeeld zijn om in de materie op te gaan en
onder te gaan, Als daarover Nederlanders spre
ken. zeggen zij niet allen hetzelfde, zij zijn niet
gelijk religieus noch gelijk als het den invloed
geldt van dit religieuze op heel het openbare
levensgebied. Dit is een feit; de kernvraag is nu.
hoe dit feit gehanteerd wordt.
Men kan het aldus hanteeren: dat de eenheid
van het nationale, het „volksche" boven al is,
zoodat de elementen, die verscheidenheid bren
gen, op den achtergrond moeten treden, al zijn zij-
op zichzelf nog zoo waardevol. De diepste geeste
lijke overtuigingen hebben dan slechts recht van
bestaan, indien zij zich in de volksverbondenheid
laten invoegen en daaraan ondergeschikt willen
zijn.
Men kan het bedoelde feit echter ook aldus han-
HAAULE M'S DAGBC'AD
5. Heeft de eerste hap ge
nomen als beiden komen
vertellen, dat ze het op
hebben en of ze nog wat
kunnen krijgen.
3. Voldoet aan het verzoek
en staat zus te woord, die
nieuwe melk vraagt, daar
ze haar beker heeft om-
gestooten.
6. Vindt nog een en ander,
ontdekt dan dat iemand
op haar boterham is gaan
staan cn overdenkt dat
moeders honger moeten
kunnen lijden.
Circus in den Haarlemmerhout.
In 1918, dus nu meer dan twintig jaren geleden,
bracht Adolfi van Oss de Haarlemmers tot geest
drift door zijn stalen van dressuur in het circus
Carré. En dat circus stond pecies op dezelfde
plaats, voor het. Paviljoen, waar nu het houten
gebouw van de Nederlandsche circusrevue opge
trokken worden. En Adoifi van Oss is wederom
van zins om net Haarlemsche publiek het neusje
van den circuszalm te presenteeren. En dat neus
je is de paardendressuur. Ongeveer veertig ras
paarden trappelen in een lange tent onder het
volzomersche loover van Den Hout van ongeduld
om de arena Donderdag binnen te stuiven en de
kunsten te toonen. Het zijn prachtige paarden.
„Allemaal zuivere raspaarden" verzekert de
heer van Oss, „Arabische volbloedhengsten, paar
den uit de school van den Hongaarschen graaf
Mikosch, Oskar, de schoonrijder, die negen eer
ste prijzen heeft behaald. De Amerikaansche Big
Boy en de Shetlandsche Piccolo, het kleinste en
grootste dier van den stal, welke gezamclijk op
zullen treden, twee vossen, een Fransch spring
paard, Deensche paarden met broede ruggen voor
de Jockeys kortom" zoo vertélt Adolfi van Oss „er
is nog nooit een circus met zooveel raspaarden
op stap gegaan."
Deze Nederlandsche paardendresseur heeft
practisch met alle groote circussen de wereld
rond gereisd. Hij is in het circus geboren en ge
togen. Samen met den bekenden Schuhmann zal
hij den scepter zwaaien over de paarden in dit
Nederlandsche circus.
In den Haarlemmerhout zal een stuk circusge
schiedenis worden geschreven. Want hier wordt
voor het eerst een verbond gesloten tusschen het
tooneel en de piste. De mogelijkheden van het
tooneel worden hier gevoegd bij die van de arena.
Men heeft dit experiment dadelijk flink aange
pakt. want het tooneel is zoo groot dat menig
tooneelgezelschap er jaloersch op zou kunnen
worden. Trouwens, er is ook op een groot publiek
gerekend, want er kunnen 3200 menschcn in de
tent. Of van tent mogen we eigenlijk niet spre
ken. Niet. en toch weer wel. De helft is tent. de
andere helft van hout, d.w.z. de wand is van hout
en daarop wordt het doek gespannen. Er is heel
wat doek voor noodig! En met het oog op de ver
duistering is de geheele oppervlakte zoodanig ge
prepareerd dat er geen lichtstraaltje naar buiten
doordringt. Ja, ja dit circus, deze Nederlandsche
onderneming heeft heel wat moeilijkheden te
overwinnen gehad. Maar nu is het dan zoover dat
Donderdag de eerste voorstelling gegeven kan
worden. Menig wandelaar in den Haarlemmer
hout heeft al nieuwsgierig gekeken naar het
steeds groeiende wagenpark en naar het circus
gebouw zelf. Een paar dagen nog en dan zetten
de schijnwerpers de balletten in een fantastisch
licht, buitelen de clowns in dc piste, voeren de
acrobaten hun toeren uit en draven de paarden
in het rond. Dan hebben de Haarlemmers een
circus in den Haarlemmerhout.
HERKENNING VAN VERMISTE PERSONEN TE
ROTTERDAM.
Bij de politie te Rotterdam berust een aan
tal foto's van om het leven gekomenen in de
dagen van 10 tot 14 Mei j.l. Deze foto's zijn
van nog niet geïdentificeerden en de politic ver
zoekt degenen, die familieleden of kennissen ver
missen. zich te vervoegen aan het hoofdbureau
van politie te Rotterdam aan het Haagsche
veer bij de Justitieafdeeling.
Drie meisjes door auto aangereden.
Taxi reed het voetpad op.
Zaterdagavond, omstreeks half negen, wilde
de bestuurder van een huurauto, komende van
den Amstel. op-de Sarphatikade te Amsterdam
links afbuigen naar het Weesperplein. Op dat
oogenblik naderde van die zijde een particuliere
auto, die hem geen voorrang verleende. Een bot
sing was niet te vermijden.
De taxi geraakte met een flinken slag met de
particuliere auto in botsing en reed vervolgens
het voetpad op. Juist op dat oogenblik liepen
daar drie jonge meisjes, allen omstreeks 16 jaar
oud. Twee van haar werden door de auto gegre
pen, met het gevolg dat zij van de trappen langs
zij de kade werden afgeslingerd. Geneeskundige
hulp was spoedig ter plaatse. De G.G. en G.D.
vervoerde de beide slachtoffers naar het OL
Vrouwegasthuis. Een van de meisjes bleek een
armfractuur te hebben opgeloopen. de andere een
arm- en beenfractuur. Het derde meisje onder
vond geen ernstige gevolgen van deze aanrijding;
alhoewel zij erg geschrokken was. kon zij haar
weg vervolgen.
Van de beide voertuigen is vooral de particu
liere auto vrij ernstig beschadigd.
4. Tracht een hap te ne
men, als Junior haar hulp
inroept, om een jamvlek
van zijn blouse tc vegen.
2. Wil zich aan haar eigen
boterham wijden als Ju
nior komt vragen of zij
zijn ei wil pellen.
De secretaris der Noord-Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij, de heer De Booy,
aan boord van de nieuwe motorreddingboot „Arthur", welke naar haar stand
plaats Scheveningen is vertrokken. (Foto Pax Holland.)
De tomaten, welke op dc Engelsche Kanaal-eilanden gekweekt worden, zijn dezer
dagen per schip naar Frankrijk overgebracht. (Foto Weitbild).
1. Deelt voedsel uit aan
de kinderen en schenkt
melk in.
teeren. dat men de diepste beginselen niet op den
achtergrond kan laten dringen, omdat een aldus
gekochte eenheid te duur gekocht zou zijn. Vraag
niet zoo klinkt het dan dat wij bij onzen
hartstochtelijken dienst aan ons eene volk het
geestelijke beneden het nationale schatten; dat
kunnen wij niet.
Wij hier in de Apollo-hal aldus spreker
zeggen onvoorwaardelijk het tweede.
Neem ons, zoo vragen wij, ten bate van ons volk,
zooals wij zijn; vraag ons niet het heiligste, dat
wij bezitten, buiten het openbare leven te plaat
sen. Vraag dat niet, juist ter wille van ons volk.
Vooreerst zoudt gij door anders te doen. ons
zelf verzwakken en daarmede dus het volksge
heel. met verzwakte stukken kan men niet een
krachtig geheel bouwen. Wat wij zijn, zijn wij
door Christus, niet enkel voor de binnenkamer,
doch ook voor het openbare leven.
Bovendien zal het nationale, het „volksche" een
geestelijken inhoud moeten hebben, anders blijkt
het hol.
Nu zijn wij bij de kern van de kwestie. De Rijks
commissaris heeft op 29 Mei verklaard, niet onze
vrijheid ons te willen ontnemen en niet ons volks
karakter te'willen vernietigen. Best; maar hij zei-
de nog iets; ter bepaling van ons volkskarakter
noemde hij onzen vrijheidsoorlog tegen den ge
loofsdwang. Dat sloeg den spijker precies op den
kop. Zonder 1568 zou ons volkskarakter anders
gevuld zijn; 1568 stempelt ons. De geestelijke
vrijheid zit ons in het bloed. 1568 is echter niet
1789. De Fransche revolutie bracht een verdraag
zaamheid. verkregen door de onderschatting van
de geestelijke goederen; en deze was er dan ook
naar.
Men moet nog een stap verder gaan in het be
palen van het Nederlandsche volk. Niemand ver
staat de Duitsche ziel buiten Luther om; nie
mand vêrstaat de Nederlandsche buiten Calvijn
om. Hiermede wordt natuurlijk niet speciaal ge
doeld op kerkelijke op dogmatische grootheden;
het stempel van het gansche volksleven is in ge
ding. Wij in Nederland vragen, dat hetgeen God
ons geschonken heeft doordringe niet alleen in de
kerk, doch ook in de opvoeding, de school, de
jeugdbeweging, den barmhartigheidsdienst. Onze
christelijke instituten willen wij met man en
macht bewaren; wie daarvan afdoet, verarmt het
Nederlandsche nationale karakter. (A.N.P.)
De naar de Ostmark uitgezonden
kinderen.