FLITSEN
Jüuisf
De Engelsche bommen
op ons land.
Onderzoek naar het
brandstoffenverbruik.
WOENSDAG 14 AUGUSTUS 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Verscheidene plaatsen
getroffen.
Het is Maandagnacht ook onrustig geweest in
Den Helder. Om ongeveer elf uur begon het
afweergeschut te werken voor het terugdrijven
van Engelsche vliegtuigen, die boven de stad kwa
men. Zwaar donderde het geschut: het was met de
rust van de menschen gedaan. Het gelukte telkens
de vliegtuigen te verjagen. Toch zijn nog enkele
'oommen op het terrein van den heer Oortgysen,
bij do Fabrieksgracht terecht gekomen en die heb-
In den nacht van Maandag op Dinsdag hebben
Engelsche bommenwerpers eenige woonwijken
van Amsterdam bestookt. De verwoesting, welke
werd aangericht aan een woonhuis aan de Da
I Costakade.
Foto Pax Holland.
I beu de noodige ravage teweeg gebracht. Honder-
I den ruiten moesten het weer ontgelden. Zoowel aan
de Fabrieksgracht en het gedeelte Ruighweg, gren-
I zende aan het terrein van den heer Oox-tgysen, als
aan de huizen aan de Sluisdijkstraat is veel schade
aangericht aan panden en ruiten. Pei'soonlijke on
gelukken kwamen niet voor.
De bommen op Amsterdam.
Over dc bommen op Amsterdam, waarvan wij in
een gedeelte onzer voi-ige oplage reeds de eerste
bijzonderheden mededeelden vermeldt het A.N.P.
nog het volgende:
Kort voor twee uur zijn in den nacht van Maan
dag op Dinsdag door Engelsche vliegtuigen tal
rijke brand- en explosieve bommen op vex-schil-
lende gedeelten van de hoofdstad geworpen, waar
door in de' omgeving van de Da Costakade, Jacob
van Lennepkade, de Kinkersti-aat en het Parama-
riboplein talrijke branden, naar schatting 20 tot
25, zijn ontstaan.
Aan den overkant van het IJ in den Kometen
singel (Oostzaan) is een explosieve bom in het
water terecht gekomen, waardoor de wegberm is
beschadigd, andere op pleintjes, zoodat ruiten en
deuren van omliggende pei'ceelen wei-den vernield.
Slachtoffers vallen hier niet te betreuren.
Op het Paramariboplein zijn de pei-ceelen 60 en
44 door brandbommen getroffen en in brand ge
laakt. Op het Surinameplein zijn een of meer
brandbommen in den gi-ond geslagen. Het pex-ceel
Paramariboplein 22 is door een explosieve bom ge
raakt, welke door het dak naar binnen sloeg en op
de benedenverdieping is blijven liggen. De bom is
niet ontploft. Men vreest, dat het een tijdbom is.
Onder leiding van hoofdinspecteur Glasius van het
bureau Overtoom is de omgeving van het huis over
I een afstand van 50 Meter ontruimd en uiteraard
tfgezet. Ook hier vallerf geen slachtoffers te be
treuren.
De meeste bommen, in hoofdzaak brandbommen,
zijn terecht gekomen in de omgeving van de Van
Lennep- en de Da Costakade.
Voorts werden aan de Da Costakade getroffen de
perceelen 132, 161, 177 en 199. In het perceel 177
viel de brandbom in de slaapkamer van drie kin
deren. De ouders van deze kinderen hadden zich
nog niet ter ruste gelegd en waren in -staat met
hun kroost veilig het huis te verlaten. De woning
brandde geheel uit. Hier woonde de familie Van
Ree.
Er valt bij dit bombardement een slachtoffer te
betreuren. Het is de 61-jarige werklooze J. de
Kruif, die zich x-eeds met zijn vrouw te ruste had
begeven, toen de brandbom enkele centimeters
naast het ledikant aan zijn zijde insloeg. De man
werd onmiddellijk door het vuur getroffen en was
vrijwel op slag dood. Zijn vrouw, die naast hem
sliep, kreeg slechts enkele brandwonden aan de
armen.
WILHELMINA GASTHUIS GETROFFEN.
Het Wilhelmina Gasthuis is bijzonder hevig
gebombardeerd, hoewel het een groot Roode
Kruisteeken op het dak heeft, dat door de
vliegers gezien moet zijn door middel van de
door hen uitgeworpen lichtbommen. Het zie
kenhuis werd getroffen door een groot aantal
brandbommen, waardoor vooral de oogheel
kundige en de tandheelkundige kliniek zwaar
beschadigd werden. Groote bommentrechters,
Van twee tot vijf meter middellijn, zijn ge
constateerd. het mag een wonder heelen, dat
niet talrijke menschenlevens te betreuren ziin.
Dc politie was onder commando van commissaris
Schroeder op het terrein van den brand aanwezig.
Er werd voor een strenge afzetting gezorgd met
de medewerking van de luchtbescherming en Duit-
sche militairen. Uiteraard was ook* een groot aan
tal brandweerwagens op de verschillende punten
geconcentreex-d. Bovendien waren de motorspuiten
van hel nieuwgevormde brandweercorps van de
luchtbescherming aanwezig.
Uiteraard bood de duisternis de brandweer
groote moeilijkheden. Het was volkomen onmogelijk
een overzicht van het gebeurde te krijgen, en dit
vereischte afzonderlijk optreden, waardoor zeer
veel matex-iaal ingezet moest worden. De straten
waren bedekt met slangen en na kox-ten tijd door
bot bluschwater in beken veranderd. Zeer veel van
bet brandende huisraad was naar buiten geworpen,
waardooi enkele straten hier en daar vrijwel onbe
gaanbaar waren. Onder de bewonex-s van de Van
Lennepbuurt heex-schte uiteraard de grootste ver
slagenheid. Zoo goed en zoo kwaad als het ging
waren de bewoners van de getroffen perceelen bij
buren, die er beter afgekomen waren, onderge
bracht. Niemand was meer te bed. iedereen had zich
aangekleed en was de straat opgegaan. Overal stond
men in groepen het gebeurde te bespreken. Een
factor, welke het onderzoek zeer bemoeilijkte, was,
dat vele bewoners van getroffen perceelen in hun
angst wax-en gevlucht*, zoodat vaak de brandweer
en politie niet te weten konden komen, wie nu
eigenlijk het huis bewoonde.
De brandweer was spoedig ovex-al het vuur
meester en rukte omstreeks vier uur in, al bleven
hier en daar posten achter.
TE WIERINGEN.
Op het westerdeel van Wieringen is even
eens een Engelsche bom gevallen, welke veel schade
heeft aangericht. De houten woningen van de fa
milies Speur en Kamst werden het zwaarst getrof
fen. De 16-jarige zoon van Speur werd op slag ge
dood. De heeren Speur en Kamst weiden zwaar ge
wond naar het ziekenhuis te Alkmaar overgebracht.
De heer Kamst verkeert in levensgevaar. Andere
huizen in den omtrek werden zwaar beschadigd
Verschillende bewoners daarvan bekwamen lichte
verwondingen. Het terrein is afgezet. Er zijn geen
militaire objecten in de nabijheid.
Vier bommen kwamen terecht in den Noorder
IJ p o 1 d e x-, nabij Amsterdam en in volkstuintjes
nabij tuindorp Oostzaan. waar een tuinhuisje geheel
en enkele andere gedeeltelijk werden vernield. Drie
bommen explodeerden terstond. Van een groot
aantal woningen in de nabijheid werden de ruiten
vernield.
Op een nabij liggend zandterreih vielen elf licht-
kogels, waarvan er drie niet ontbrandden. Personen
werden gelukkig niet getroffen.
TE STAPHORST.
Vermoedelijk tengevolge van een luchtgevecht
tusschen een Engelsch en een Duitsch vliegtuig,
zijn eenige brandbommen uit het Engelsche toestel
neergekomen in het dorp Staphorst nabij Meppel.
Hierbij werden twee boerderijen, bewoond door de
landbouwers J. Stens en J. Bloemert, door brand
bommen getroffen. De bewoners konden zich in
nachtgewaad in veiligheid brengen. Eenige kalveren
en varkens kwamen in de vlammen, welke weldra,
uit de boerderij opsloegen, om. De geheele inboedel
ging verloren. De Staphorster brandweer slaagde
er in een derde pex-ceel, waarvan het dak vlam
had gevat te behouden. (A.N.P.)
Schrot (oud ijzer) moet verzameld
worden.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart, brengt ter kennis van hen, die z.g.
schrot of oud ijzei-, d. w. z. afval van ijzer of
staal in hun bedrijf verwerken, of schrot in hun
bezit hebben, dat het noodzakelijk is, dat zij dit
schrot niet vasthouden, doch het integendeel ver
zamelen en langs de.gebruikelijke kanalen afgeven
opdat het zoo spoedig mogelijk ter "beschikking kan
komen van degenen, die dit materiaal als grond
stof noodig hebben.
Het vasthouden van schrot in de hoop langs den
weg van compensatie nieuwijzer in ruil te kunnen
betrekken, moet tot teleurstelling leiden, daar
compensatiezaken met Duitschland niet zul
len wox-den toegestaan en het schrot voorshands
naar geen andere landen dan Duitschland zal
kunnen worden geëxporteerd.
Verbruikers in 5 groepen verdeeld.
Teneinde een distributie van vaste brand
stoffen voor te bereiden, is het noodzakelijk ge
bleken de brandstoffenverbruikers te registreeren
en voor verschillende groepen van verbruikei's het
brandstoffenverbruik vast te leggen.
Daartoe worden de verbruikers in de volgende
groepen onderscheiden:
Groep A: Woningen van particuliere personen.
Groep B: Openbare gebouwen (niet voor pu
blieke vermakelijkhedenziekenhuizen, sanatoria,
rijks-, gemeente- en provinciale kantoren, ge
stichten. kerken, gevangenissen, kazernes, scho
len. centrale keukens, apotheken, wacht- en be
handelingskamers van artsen e.d.
Groep C: Warenhuizen, winkels, hotels, pen
sions (ook kamerverhuurders), restaurants, café's.
particuliere kantoren, lesruimten in particuliere
huizen.
Groep D: Gebouwen voor publieke vermakelijk
heden, vereenigings- of vergaderlokalen en niet
behoorende tot de groepen A. B en C.
Groep E: Kleinindustrie met een jaarverbruik
van vaste brandstoffen van mixider dan 240 ton
en niet behoorende tot de groepeix A. B. C exx D.
Voor iedere groep is een afzondex-lijk formulier
vastgesteld.
Deze formulieren zullen door de distributie
diensten verkrijgbaar worden gesteld. Plaatselijk
wordt bekend gemaakt, wanneer en op welke
wijze het publiek deze formulieren zal ontvangen.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat de for
mulieren alleen betrekking hebben op de volgen
de vaste brandstoffen: steenkolen, steenkool
briketten, cokes, bruinkolen, bruinkoolbriketten,
turf en pelroleumcokes. Het verbruik van de
overige soorten vaste brandstoffen, zooals houts
kool. houtskoolbriketten, dient derhalve niet te
worden opgegeven.
Toelichting.
Er zal in enkele gevallen twijfel over bestaan
welk formulier moet worden ingevuld, in verband
waarmede hier eenige toelichting op de indeeling
volgt.
Onder groep A. worden begrepen woningen van
particuliere personen. Slechts de bezitters van een
distributiestamkaart, voorzien van de gestempelde
aanduiding ..hoofd" dienen deze formulieren in
te vullen. Wanneer deze personen echter in een
hotel, een pension of op kamers wonen, dan dient
dit formulier niet te worden ingevuld en zal de
hotel-, pensionhouder of kamerverhuurder voor
de door hemzelf bewoonde vertrekken, welke niet
op formulier C. mogen worden opgegeven, een
formulier A. indienen.
Wat voor hotel-, pensionhouders of kamerver
huurders geldt, is eveneens van toepassing op al
degenen, die voor hun bedx-ijf of beroep in hun
particuliere woning over een of meer vertrekken
moeten beschikken en voor deze vertrekken uit
sluitend vaste brandstoffen gebruiken ten be
hoeve van ruimte- of waterverwarming, zooals
b.v. artsen, leeraren enz. Het kantoor aan huis be
hoort hier eveneens toe.
Uit de omschrijving van de groepen B. en C.
NIEUWE SERIE No. 74
Koffer halen
1. Brengt met groote
moeite den reiskof
fer van de vliering
naar den zolder.
2. Moeder beseft,
dat hij voor hem
alleen te zwaar is en
biedt haar hulp aan.
3. Protesteert tever
geefs dat het alleen
veel makkelijker
gaat.
4. Tracht doorgang
te forceeren, waar
door koffer vast
raakt.
5. Belemmert verde
ren voortgang door
dat moeder van
haar kant ook duwt.
6. Tracht geduldig
uit te leggen dat
het noodig zal zijn,
koffer op zijn kant
te nemen.
7. Moeder, een eigen
plan volgend, geeft
plotseling een ruk,
waardoor vaders
handen bekneld ra
ken.
Waardoor hij
moet loslaten, de
koffer op zijn voet
valt en hij woorden
uit die moeder doen
opmerken, dat hij
het verder zelf
maar moet doen.
Bebc-sschingswerk in de duinen. De boomen in Neerland's duinen, welke tijdens
de oorlogsdagen door brand werden vernield, worden thans onder auspiciën van
Staatsboschbeheer met wortel en al gerooid, waarna dc gerooide terreinen door
diepe grondbewerking voor nieuwen aanplant geschikt gemaakt zullen worden.
Foto Pax Holland.
blijkt voldoende, welke van de formulieren men.
benevens formulier A. moet inleveren.
Wat betreft de groepen B., C. en D. kan worden
verwezen naar de omschrijving dezer groepen en
naar hetgeen in de toelichting op groep A. nader
is vermeld.
De groep E. omvat de kleinindustrie, waaronder
worden begrepen alle bedrijven met een brand
stoffenverbruik van minder dan 240 ton per jaar,
welke niet behooren tot de groepen B., C. en D
Voorzoover de door deze bedrijven benutte
ruimte een geheel vormt met een particuliere
woning en daarvoor uitsluitend vaste brandstof
fen worden verbruikt ten behoeve van ruimte
of waterverwarming behooren zij tot groep C.
Industrieën met een jaarverbruik van 240 ton
vaste brandstoffen of meer dienen rechtstieeks
bij het Rijkskolenbureau, Carnegielaan 12 te
's-Gravenhage te worden ingeschreven.
De plaatselijke distributiediensten verstrekken
verder alle gewenschte inlichtingen.
Tien jaar van gesticht naar geslicht
gedwaald.
Een 27-jarige jongeman, die reeds op 17-
jarigen leeftijd met de justitie in aanraking kwam
en die reeds binnen de muren van vele gestichten
is verpleegd, stond opnieuw terecht voor het Am-
stei-damsche gerechtshof, verdacht van diefstal met
insluiping. Hij was reeds vele jaren geleden
Avereest ontvlucht. Hij maakte zich schuldig aan
afpersing, werd opixieuw gearresteerd en in ge
zinsverpleging bij een boer ondergebracht. Naar
zijn smaak moest hij te hard werken, zoodat hij
er weer vandoor ging, weer kreeg de politie hem
te pakken en opnieuw werd hij in een gesticht
opgesloten. In het voorjaar van 1940 kregen zijn
zwerversneigingen weer de overhand. Hij vluchtte,
stal een fiets en peddelde naar Amsterdam. Van
daar wandelde hij naar Edam, maar ondex-weg
benutte hij een gunstige kans om in te breken.
Hij stal allerlei kleinigheden maar hij zou niet
lang meer plezier van zijn vrijheid hebben. Weer
legde de politie de hand op hem en de recht
bank te Alkmaar vond, dat ditmaal een ernstige
correctie geboden was. Hij werd tot zes maanden
verooi-deeld, doch de man teekende hooger be
roep aan, omdat hij niet tegen de celstraf kan.
De procureur-generaal mr. A. A. L. F. van Dul
lemen schetste het leven van dezen verdachte, die
zwaar psychopaat is en de laatste tien jaar in ver
schillende gestichten heeft rondgezworven .Men
in Haarlem
en daarbuiten.
Zomertentoonstelling 1940 in
Arti, Amsterdam.
Studies en schetsen, in elk materiaal, vervaar
digd door leden der Maatschappij, aldus de omschrij
vende betiteling dezer expositie. Voor wie met een
beetje begrip en met groote genegenheid, voor
schildex-kxmst komt te staan is heel 4 aak het zien
van studies en schetsen nog genotgevender dan het
bekijken vail schildeiijcn. Hoe vaak is bij den ma
ker ervan in een voorstudie een plezierige harts
tochtelijkheid, een onverwacht, hevig zuiver kleur
gevoel, een ongedwongen expressief lijnenspel aan
wezig, die in de doorgewerkte schilderij verloren
zijn gegaan. Iix den aanzet, de schets, de voorstu
die geeft de geboren schilder veelal het meest es-
sentïeele van zijn ontroering, datgene wat voor
hem zelf een genieting geweest is, bij het onder
gaan dier emotie. In de schilderij moet hij die ont
roering op anderen overbrengen en is zich daarvan
bew ust. Alleen zij die het vak en ook zichzelf vol
doende stevig in de hand hebben, kunnen de be
koringen van een nieuwe liefde, waarmee een pic
turaal idee, een opzet, wel te vergelijken is, vast
houden en in de aangekleede emotie, die een schil
derij is, realiseeren.
Er is daardoor op een tentoonstelling van stu
dies en schetsen door min of meer bekende artis-
ten, zooveel verrassends te vinden, zooveel ook wat
een bestaand inzicht in sommig werk bevestigt. Van
werkelijk belangrijke kunstenaax-s zal een boeien
de voorstudie of schets geen verbazing opwekken.
Maar hoeveel makers van vervelende, vermoeid-
vervaardigdè schilderijen verrassen soms niet Hoor
een brio, een briljante toets waarmee ze een schets
in elkaar zetten. Weinig verrassends daarentegen
bieden zij voor wie het schilderen een confectie
bedrijf is; in hun studies en schetsen prutsen zij
net zoo lang, met een tikje hier en een dingetje
daar, tot alle frischheid er uit is, en de aanzet, al
dus gecompleteerd, maar heel weinig van hun ge
bruikelijke pioductie verschilt. Dat zijn de schil
ders wier opstaan en naar bed gaan met de „ver
koopbaarheid" van het werk vervuld zijn. Ver-
koopbaar zijn studies en schetsen nooit zoo bij
zonder geweest. Ze hebben meestal meer waarde
voor den maker dan voor den kunstliefhebber, zoo
deze niet in zijn wijze van genieten van de schoon
heid. ook zelf half en half artist is.
Voor deze laatste soort liefhebbers valt er op deze
tentoonstelling wrel te genieten. Zeer veel zelfs,
want overal in de groote zaal hangen boeiende
dingen. In het midden van den langen wand kreeg
een Lenteimpressie van Jacob Ritsenxa een plaats,
waarin alle drift waarmee de echte landschapschil
der zulk gegeven aanpakt, bewaard bleef en de be
schouwer iets van de enthousiaste vreugde van de
lente, meedraagt. Dat Ritscma's zuster Coba met
de drie werken in de nabijheid haar reputatie hoog
houdt, behoeft niet betoogd. Haar geheele persoon
lijkheid als artiste bi'engt mee, dat zij zich in een
vloeiend opgezette schets prachtig en volkomen kan
uitspreken. Terwijl zij die qualiteit. naar men weet,
ook in een doorgevoerd museum-schilderij kan be
houden.
De meeste Amsterdamsche schilderessen hebben
een gelukkige hand gehad bij de kexxze harer in
zending. Zoo mevrouw Bauer met het kleine da
mesportretje en met het levendig geschilderde
hondensnuitje op het grootere doek dat „Vrien
den" heet. Zoo ook Lizzy Ansingh, wier sterk spi-
ritueele begaafdheid men ook nog op ander terrein
kan waardeeren, namelijk als schrijfster van aan-
teekeningen bij geziene en doox-leefde schilderijen,
die in Elsevier's van deze maand te vinden zijn.
Vergelijkende overpeinzingen zijn het. bij schilde
rijen van Rembrandt, Vermeer en den Engelschen
society-schilder Zoffany. die alweer bewijzen dat
door een intelligent artist over door hem (haar) be
wonderde kunstwerken dingen te zeggen zijn, die
alleen door een collega-schilder zoo gezegd kun
nen worden. Deze laatste heeft altijd het recht ex
clusief in zijn sympathie en bewondering te wezen,
hetgeen aanleiding kan zijn tot opmerkelijk boeien
de uitingen. De criticus van professie kan zich die
exclusievïteit niet veroorloven en waardeert daar
door te meer de inzichten der kunstenaars, vooral
zoo deze in zoo geestig-causeerenden vorm worden
aangeboden. Hopelijk zet mejuffrouw Ansingh
haar reisnotities en impressies in tijdschriftvorm
voort. Ook de dames Westendorp, Franken en Van
Regteren Altena zonden interessant studiewerk
naar dezen zomershow.
Het is best mogelijk dat ik de groote en irnpo
santé naaktstudie van Prof. Jurres al eens meer
gezien heb: tegenover de soms wel eens te illustra
tief aandoende, ingewikkelde composities van dien
kundigen schilder, doet ze hier in haar eenvoudigen
opzet te meer de zuiver schilderlijke qualiteitcn
van dien artist kennen. Het groote Naakt van Jan
Sluyters is bezwaarlijk als studie of schets te be
schouwen. Men kan het als volledig schilderij rus
tig bewonderen, terwijl de beide kleinere doeken
daarentegen eerder als minder geslaagde, ter zijde
gezette opzetten aandoen, zoozeer is het bloedlooze
rupsachtige van de figuurtjes in conflict met de
achtergi-onden.
Uitbundig als in zijn schilderijen is Monnicken-
dam ook in de kleinere compositie-ideeën die hij
hier exposeert. Maar als immer zal men in de groep
rondom een tafel waar „Over Beeldende Kunst" ge
praat wordt, als in de schets van den redevoeren-
den Pater Boromeus de Grcve, de hand zien van
den volbloed-schilder, wien iedere waarneembare,
uiterlijke verschijning een visioen van felle en
helle kleur wordt, als met de hand eens leeuwen
temmers op klein vlak saamgeperst. Minder gewel
dig, minder uitbundig, maar even verzot op een
mooi lakrood tegen lichten kamertoon is G. Wes-
termann's Interieur, een paneeltje waarop de ro
mantiek van Leys en De Braekelaer in modernen
vorm herleeft en bij tijden in dezen schilder ccn
even gevoelig als kundig voortzetter vindt.
Boot, Verwey, Schutte. Jan Visser, Harting, de
Zandvoorter Groeneveld vormen ter expositie de
Haarlemsche ploeg, weliswaar geen knokploeg, toch
een, die niet ongewapend de artistieke arena be
treedt. Van Max van Dam bleef mij een landschap
„Collioure" in het geheugen; van J. M Luttge een
uitvoerig xiitgewerkte geaquarelleerde schets voor
xen muurschildering en een winteravond (inté
rieur) en van Rezelman een Landschap, dat wel
weinig van een studie of schets, doch vlotte quali-
teiten had. Natuurlijk blijven na zulk expositiebe-
zoek altijd een paar zaken in de herinnering ach
ter, waarover het gemakkelijk zou vallen een
zuurtje te presenteeren, doch die willen we liever
hamsteren voor eigen consumptie. Alles nog eens
overziend, blijkt dit een tentoonstelling waar de
bezoeker wel weer wat te genieten kan vinden en
zich over het verschil tusschen een schets en een
studie kan orienteeren.
J. H. DE BOIS.
kan diep medelijden met deze menschen hebben
en toch de noodzaak van een strenge bestraffing
inzien.
De directeur van het psychopathengesticht te
Heilo is van oordeel, dat verd. streng moet wor
den aangepakt.
Spr. eischte derhalve bevestiging van het von
nis, waarbij hem zes maanden gevangenisstraf
werden opgelegd.
De verdediger mr. J. L. Frankenhuis drong aan
op plaatsing van verdachte in gezinsverband, liefst
in de buurt van zijn familie.
DOODELIJK ONGELUK.
Dinsdagmorgen voer een ledige zandschuit door
de Ringvaart der Haarlemmermeer, voortgeduwd
door den heer Berkhout uit de Vossedwarsstraat
te Hillegom, terwijl zijn 11-jarig zoontje aan het
roer stond. Bij het doorvaren onder de Hillegom-
merbrug waarschuwde de vader zijn zoontje te
gaan liggen, waaraan deze gehoorzaamde. Door
onopgehelderde oorzaak kwam zeer waarschijnlijk
het ijzeren luik van de roef in aanraking met den
onderkant van het brugdek, werd daardoor op
gelicht en kwam op het hoofd van den knaap
terecht. Nadat de schuit de brug gepasseerd was
bleek de jongen zoo ernstig aan het hoofd ge
wond te zijn dat hij kort na het ongeval is over
leden. Dr. Van Straten en leden der E.HJB.O.
waren direct aanwezig, maar hulp kon niet meer
baten.
G. A. van der Steur f
Dinsdag is te 's-Gravenhage in den ouderdom
van bijna 78 jaar overleden de heer Gerard A. van
der Steur, oud-commandant van de Vrijwillige
Brandweer te Haarlem.
De heer Van der Steur doorliep alle rangen bij
de Haarlemsche brandweer. Op 2 September 1880
werd hij vrijwilliger: 22 December 1886 sergeant;
9 April 1895 2e luitenant: 31 Maart 1896 le luite
nant: 3 Mei 1902 kapitein. 2e adjudant van den staf;
16 November 1910 le adjudant en 1 Augustus 1915
commandant.
Dc verdienste van den heer Van der Steur voor
de Haarlemsche Brandweer waren groot en werden
ook erkend zoowel door het corps brandblusschers,
de burgerij cn het gemeentebestuur, zooals duidelijk
bleek bij zijn veertigjarig jubileum bij de Brand
weer op 2 Sept. 1920, waarbij hij van verschillende
zijden hartelijk gehuldigd werd.
Tijdens zijn commandantschap werd het gebrek
kig omroepsysteem vervangen door het belkring-
systeem, waarin alle vrijwilligers en ook de ladder
brigade werden opgenomen. Toen is ook de inrich
ting van de brandweer belangrijk gewijzigd: een
instructie werd vastgesteld voor de manschappen
van dc Vrijwillige Compagnie (Spuit Tien), en
voorschrift werd gegeven voor de brandwachts in
publieke vermakelijkheden met etn nerzight van
de brandbluschmiddelen, die onder hun controle
stonden.
Bij zijn benoeming tot commandant had de heer
Van der Steur bovendien de voorwaarde gesteld
dat de directeur van Openbare Werken met de
brandspuitmakers zou zorgen voor het materieel,
de directeur van Bouw- en Woningtoezicht, in over
leg met den staf van de brandweer voor de zaken
van de Bouwverordening en de Commissaris van
Politie voor de afzetting van het terrein.
De heer Van der Steur trad als commandant af
op 6 April 1922.
Indertijd maakte hij ook deel uit van het bestuur
van de IJsclub voor Haarlem en Omstreken, aan de
Kleverlaan.
De teraardebestelling zal plaats hebben Vrijdag
16 Augustus a.s. te 12 uur op de Alg. Begraafplaats
te Haarlem, aan de Kleverlaan.