FLITSEN Jüuisf De Engelsche bommen op ons land. Onderzoek naar het brandstoffenverbruik. WOENSDAG 14 AUGUSTUS 1940 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Verscheidene plaatsen getroffen. Het is Maandagnacht ook onrustig geweest in Den Helder. Om ongeveer elf uur begon het afweergeschut te werken voor het terugdrijven van Engelsche vliegtuigen, die boven de stad kwa men. Zwaar donderde het geschut: het was met de rust van de menschen gedaan. Het gelukte telkens de vliegtuigen te verjagen. Toch zijn nog enkele 'oommen op het terrein van den heer Oortgysen, bij do Fabrieksgracht terecht gekomen en die heb- In den nacht van Maandag op Dinsdag hebben Engelsche bommenwerpers eenige woonwijken van Amsterdam bestookt. De verwoesting, welke werd aangericht aan een woonhuis aan de Da I Costakade. Foto Pax Holland. I beu de noodige ravage teweeg gebracht. Honder- I den ruiten moesten het weer ontgelden. Zoowel aan de Fabrieksgracht en het gedeelte Ruighweg, gren- I zende aan het terrein van den heer Oox-tgysen, als aan de huizen aan de Sluisdijkstraat is veel schade aangericht aan panden en ruiten. Pei'soonlijke on gelukken kwamen niet voor. De bommen op Amsterdam. Over dc bommen op Amsterdam, waarvan wij in een gedeelte onzer voi-ige oplage reeds de eerste bijzonderheden mededeelden vermeldt het A.N.P. nog het volgende: Kort voor twee uur zijn in den nacht van Maan dag op Dinsdag door Engelsche vliegtuigen tal rijke brand- en explosieve bommen op vex-schil- lende gedeelten van de hoofdstad geworpen, waar door in de' omgeving van de Da Costakade, Jacob van Lennepkade, de Kinkersti-aat en het Parama- riboplein talrijke branden, naar schatting 20 tot 25, zijn ontstaan. Aan den overkant van het IJ in den Kometen singel (Oostzaan) is een explosieve bom in het water terecht gekomen, waardoor de wegberm is beschadigd, andere op pleintjes, zoodat ruiten en deuren van omliggende pei'ceelen wei-den vernield. Slachtoffers vallen hier niet te betreuren. Op het Paramariboplein zijn de pei-ceelen 60 en 44 door brandbommen getroffen en in brand ge laakt. Op het Surinameplein zijn een of meer brandbommen in den gi-ond geslagen. Het pex-ceel Paramariboplein 22 is door een explosieve bom ge raakt, welke door het dak naar binnen sloeg en op de benedenverdieping is blijven liggen. De bom is niet ontploft. Men vreest, dat het een tijdbom is. Onder leiding van hoofdinspecteur Glasius van het bureau Overtoom is de omgeving van het huis over I een afstand van 50 Meter ontruimd en uiteraard tfgezet. Ook hier vallerf geen slachtoffers te be treuren. De meeste bommen, in hoofdzaak brandbommen, zijn terecht gekomen in de omgeving van de Van Lennep- en de Da Costakade. Voorts werden aan de Da Costakade getroffen de perceelen 132, 161, 177 en 199. In het perceel 177 viel de brandbom in de slaapkamer van drie kin deren. De ouders van deze kinderen hadden zich nog niet ter ruste gelegd en waren in -staat met hun kroost veilig het huis te verlaten. De woning brandde geheel uit. Hier woonde de familie Van Ree. Er valt bij dit bombardement een slachtoffer te betreuren. Het is de 61-jarige werklooze J. de Kruif, die zich x-eeds met zijn vrouw te ruste had begeven, toen de brandbom enkele centimeters naast het ledikant aan zijn zijde insloeg. De man werd onmiddellijk door het vuur getroffen en was vrijwel op slag dood. Zijn vrouw, die naast hem sliep, kreeg slechts enkele brandwonden aan de armen. WILHELMINA GASTHUIS GETROFFEN. Het Wilhelmina Gasthuis is bijzonder hevig gebombardeerd, hoewel het een groot Roode Kruisteeken op het dak heeft, dat door de vliegers gezien moet zijn door middel van de door hen uitgeworpen lichtbommen. Het zie kenhuis werd getroffen door een groot aantal brandbommen, waardoor vooral de oogheel kundige en de tandheelkundige kliniek zwaar beschadigd werden. Groote bommentrechters, Van twee tot vijf meter middellijn, zijn ge constateerd. het mag een wonder heelen, dat niet talrijke menschenlevens te betreuren ziin. Dc politie was onder commando van commissaris Schroeder op het terrein van den brand aanwezig. Er werd voor een strenge afzetting gezorgd met de medewerking van de luchtbescherming en Duit- sche militairen. Uiteraard was ook* een groot aan tal brandweerwagens op de verschillende punten geconcentreex-d. Bovendien waren de motorspuiten van hel nieuwgevormde brandweercorps van de luchtbescherming aanwezig. Uiteraard bood de duisternis de brandweer groote moeilijkheden. Het was volkomen onmogelijk een overzicht van het gebeurde te krijgen, en dit vereischte afzonderlijk optreden, waardoor zeer veel matex-iaal ingezet moest worden. De straten waren bedekt met slangen en na kox-ten tijd door bot bluschwater in beken veranderd. Zeer veel van bet brandende huisraad was naar buiten geworpen, waardooi enkele straten hier en daar vrijwel onbe gaanbaar waren. Onder de bewonex-s van de Van Lennepbuurt heex-schte uiteraard de grootste ver slagenheid. Zoo goed en zoo kwaad als het ging waren de bewoners van de getroffen perceelen bij buren, die er beter afgekomen waren, onderge bracht. Niemand was meer te bed. iedereen had zich aangekleed en was de straat opgegaan. Overal stond men in groepen het gebeurde te bespreken. Een factor, welke het onderzoek zeer bemoeilijkte, was, dat vele bewoners van getroffen perceelen in hun angst wax-en gevlucht*, zoodat vaak de brandweer en politie niet te weten konden komen, wie nu eigenlijk het huis bewoonde. De brandweer was spoedig ovex-al het vuur meester en rukte omstreeks vier uur in, al bleven hier en daar posten achter. TE WIERINGEN. Op het westerdeel van Wieringen is even eens een Engelsche bom gevallen, welke veel schade heeft aangericht. De houten woningen van de fa milies Speur en Kamst werden het zwaarst getrof fen. De 16-jarige zoon van Speur werd op slag ge dood. De heeren Speur en Kamst weiden zwaar ge wond naar het ziekenhuis te Alkmaar overgebracht. De heer Kamst verkeert in levensgevaar. Andere huizen in den omtrek werden zwaar beschadigd Verschillende bewoners daarvan bekwamen lichte verwondingen. Het terrein is afgezet. Er zijn geen militaire objecten in de nabijheid. Vier bommen kwamen terecht in den Noorder IJ p o 1 d e x-, nabij Amsterdam en in volkstuintjes nabij tuindorp Oostzaan. waar een tuinhuisje geheel en enkele andere gedeeltelijk werden vernield. Drie bommen explodeerden terstond. Van een groot aantal woningen in de nabijheid werden de ruiten vernield. Op een nabij liggend zandterreih vielen elf licht- kogels, waarvan er drie niet ontbrandden. Personen werden gelukkig niet getroffen. TE STAPHORST. Vermoedelijk tengevolge van een luchtgevecht tusschen een Engelsch en een Duitsch vliegtuig, zijn eenige brandbommen uit het Engelsche toestel neergekomen in het dorp Staphorst nabij Meppel. Hierbij werden twee boerderijen, bewoond door de landbouwers J. Stens en J. Bloemert, door brand bommen getroffen. De bewoners konden zich in nachtgewaad in veiligheid brengen. Eenige kalveren en varkens kwamen in de vlammen, welke weldra, uit de boerderij opsloegen, om. De geheele inboedel ging verloren. De Staphorster brandweer slaagde er in een derde pex-ceel, waarvan het dak vlam had gevat te behouden. (A.N.P.) Schrot (oud ijzer) moet verzameld worden. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, brengt ter kennis van hen, die z.g. schrot of oud ijzei-, d. w. z. afval van ijzer of staal in hun bedrijf verwerken, of schrot in hun bezit hebben, dat het noodzakelijk is, dat zij dit schrot niet vasthouden, doch het integendeel ver zamelen en langs de.gebruikelijke kanalen afgeven opdat het zoo spoedig mogelijk ter "beschikking kan komen van degenen, die dit materiaal als grond stof noodig hebben. Het vasthouden van schrot in de hoop langs den weg van compensatie nieuwijzer in ruil te kunnen betrekken, moet tot teleurstelling leiden, daar compensatiezaken met Duitschland niet zul len wox-den toegestaan en het schrot voorshands naar geen andere landen dan Duitschland zal kunnen worden geëxporteerd. Verbruikers in 5 groepen verdeeld. Teneinde een distributie van vaste brand stoffen voor te bereiden, is het noodzakelijk ge bleken de brandstoffenverbruikers te registreeren en voor verschillende groepen van verbruikei's het brandstoffenverbruik vast te leggen. Daartoe worden de verbruikers in de volgende groepen onderscheiden: Groep A: Woningen van particuliere personen. Groep B: Openbare gebouwen (niet voor pu blieke vermakelijkhedenziekenhuizen, sanatoria, rijks-, gemeente- en provinciale kantoren, ge stichten. kerken, gevangenissen, kazernes, scho len. centrale keukens, apotheken, wacht- en be handelingskamers van artsen e.d. Groep C: Warenhuizen, winkels, hotels, pen sions (ook kamerverhuurders), restaurants, café's. particuliere kantoren, lesruimten in particuliere huizen. Groep D: Gebouwen voor publieke vermakelijk heden, vereenigings- of vergaderlokalen en niet behoorende tot de groepen A. B en C. Groep E: Kleinindustrie met een jaarverbruik van vaste brandstoffen van mixider dan 240 ton en niet behoorende tot de groepeix A. B. C exx D. Voor iedere groep is een afzondex-lijk formulier vastgesteld. Deze formulieren zullen door de distributie diensten verkrijgbaar worden gesteld. Plaatselijk wordt bekend gemaakt, wanneer en op welke wijze het publiek deze formulieren zal ontvangen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de for mulieren alleen betrekking hebben op de volgen de vaste brandstoffen: steenkolen, steenkool briketten, cokes, bruinkolen, bruinkoolbriketten, turf en pelroleumcokes. Het verbruik van de overige soorten vaste brandstoffen, zooals houts kool. houtskoolbriketten, dient derhalve niet te worden opgegeven. Toelichting. Er zal in enkele gevallen twijfel over bestaan welk formulier moet worden ingevuld, in verband waarmede hier eenige toelichting op de indeeling volgt. Onder groep A. worden begrepen woningen van particuliere personen. Slechts de bezitters van een distributiestamkaart, voorzien van de gestempelde aanduiding ..hoofd" dienen deze formulieren in te vullen. Wanneer deze personen echter in een hotel, een pension of op kamers wonen, dan dient dit formulier niet te worden ingevuld en zal de hotel-, pensionhouder of kamerverhuurder voor de door hemzelf bewoonde vertrekken, welke niet op formulier C. mogen worden opgegeven, een formulier A. indienen. Wat voor hotel-, pensionhouders of kamerver huurders geldt, is eveneens van toepassing op al degenen, die voor hun bedx-ijf of beroep in hun particuliere woning over een of meer vertrekken moeten beschikken en voor deze vertrekken uit sluitend vaste brandstoffen gebruiken ten be hoeve van ruimte- of waterverwarming, zooals b.v. artsen, leeraren enz. Het kantoor aan huis be hoort hier eveneens toe. Uit de omschrijving van de groepen B. en C. NIEUWE SERIE No. 74 Koffer halen 1. Brengt met groote moeite den reiskof fer van de vliering naar den zolder. 2. Moeder beseft, dat hij voor hem alleen te zwaar is en biedt haar hulp aan. 3. Protesteert tever geefs dat het alleen veel makkelijker gaat. 4. Tracht doorgang te forceeren, waar door koffer vast raakt. 5. Belemmert verde ren voortgang door dat moeder van haar kant ook duwt. 6. Tracht geduldig uit te leggen dat het noodig zal zijn, koffer op zijn kant te nemen. 7. Moeder, een eigen plan volgend, geeft plotseling een ruk, waardoor vaders handen bekneld ra ken. Waardoor hij moet loslaten, de koffer op zijn voet valt en hij woorden uit die moeder doen opmerken, dat hij het verder zelf maar moet doen. Bebc-sschingswerk in de duinen. De boomen in Neerland's duinen, welke tijdens de oorlogsdagen door brand werden vernield, worden thans onder auspiciën van Staatsboschbeheer met wortel en al gerooid, waarna dc gerooide terreinen door diepe grondbewerking voor nieuwen aanplant geschikt gemaakt zullen worden. Foto Pax Holland. blijkt voldoende, welke van de formulieren men. benevens formulier A. moet inleveren. Wat betreft de groepen B., C. en D. kan worden verwezen naar de omschrijving dezer groepen en naar hetgeen in de toelichting op groep A. nader is vermeld. De groep E. omvat de kleinindustrie, waaronder worden begrepen alle bedrijven met een brand stoffenverbruik van minder dan 240 ton per jaar, welke niet behooren tot de groepen B., C. en D Voorzoover de door deze bedrijven benutte ruimte een geheel vormt met een particuliere woning en daarvoor uitsluitend vaste brandstof fen worden verbruikt ten behoeve van ruimte of waterverwarming behooren zij tot groep C. Industrieën met een jaarverbruik van 240 ton vaste brandstoffen of meer dienen rechtstieeks bij het Rijkskolenbureau, Carnegielaan 12 te 's-Gravenhage te worden ingeschreven. De plaatselijke distributiediensten verstrekken verder alle gewenschte inlichtingen. Tien jaar van gesticht naar geslicht gedwaald. Een 27-jarige jongeman, die reeds op 17- jarigen leeftijd met de justitie in aanraking kwam en die reeds binnen de muren van vele gestichten is verpleegd, stond opnieuw terecht voor het Am- stei-damsche gerechtshof, verdacht van diefstal met insluiping. Hij was reeds vele jaren geleden Avereest ontvlucht. Hij maakte zich schuldig aan afpersing, werd opixieuw gearresteerd en in ge zinsverpleging bij een boer ondergebracht. Naar zijn smaak moest hij te hard werken, zoodat hij er weer vandoor ging, weer kreeg de politie hem te pakken en opnieuw werd hij in een gesticht opgesloten. In het voorjaar van 1940 kregen zijn zwerversneigingen weer de overhand. Hij vluchtte, stal een fiets en peddelde naar Amsterdam. Van daar wandelde hij naar Edam, maar ondex-weg benutte hij een gunstige kans om in te breken. Hij stal allerlei kleinigheden maar hij zou niet lang meer plezier van zijn vrijheid hebben. Weer legde de politie de hand op hem en de recht bank te Alkmaar vond, dat ditmaal een ernstige correctie geboden was. Hij werd tot zes maanden verooi-deeld, doch de man teekende hooger be roep aan, omdat hij niet tegen de celstraf kan. De procureur-generaal mr. A. A. L. F. van Dul lemen schetste het leven van dezen verdachte, die zwaar psychopaat is en de laatste tien jaar in ver schillende gestichten heeft rondgezworven .Men in Haarlem en daarbuiten. Zomertentoonstelling 1940 in Arti, Amsterdam. Studies en schetsen, in elk materiaal, vervaar digd door leden der Maatschappij, aldus de omschrij vende betiteling dezer expositie. Voor wie met een beetje begrip en met groote genegenheid, voor schildex-kxmst komt te staan is heel 4 aak het zien van studies en schetsen nog genotgevender dan het bekijken vail schildeiijcn. Hoe vaak is bij den ma ker ervan in een voorstudie een plezierige harts tochtelijkheid, een onverwacht, hevig zuiver kleur gevoel, een ongedwongen expressief lijnenspel aan wezig, die in de doorgewerkte schilderij verloren zijn gegaan. Iix den aanzet, de schets, de voorstu die geeft de geboren schilder veelal het meest es- sentïeele van zijn ontroering, datgene wat voor hem zelf een genieting geweest is, bij het onder gaan dier emotie. In de schilderij moet hij die ont roering op anderen overbrengen en is zich daarvan bew ust. Alleen zij die het vak en ook zichzelf vol doende stevig in de hand hebben, kunnen de be koringen van een nieuwe liefde, waarmee een pic turaal idee, een opzet, wel te vergelijken is, vast houden en in de aangekleede emotie, die een schil derij is, realiseeren. Er is daardoor op een tentoonstelling van stu dies en schetsen door min of meer bekende artis- ten, zooveel verrassends te vinden, zooveel ook wat een bestaand inzicht in sommig werk bevestigt. Van werkelijk belangrijke kunstenaax-s zal een boeien de voorstudie of schets geen verbazing opwekken. Maar hoeveel makers van vervelende, vermoeid- vervaardigdè schilderijen verrassen soms niet Hoor een brio, een briljante toets waarmee ze een schets in elkaar zetten. Weinig verrassends daarentegen bieden zij voor wie het schilderen een confectie bedrijf is; in hun studies en schetsen prutsen zij net zoo lang, met een tikje hier en een dingetje daar, tot alle frischheid er uit is, en de aanzet, al dus gecompleteerd, maar heel weinig van hun ge bruikelijke pioductie verschilt. Dat zijn de schil ders wier opstaan en naar bed gaan met de „ver koopbaarheid" van het werk vervuld zijn. Ver- koopbaar zijn studies en schetsen nooit zoo bij zonder geweest. Ze hebben meestal meer waarde voor den maker dan voor den kunstliefhebber, zoo deze niet in zijn wijze van genieten van de schoon heid. ook zelf half en half artist is. Voor deze laatste soort liefhebbers valt er op deze tentoonstelling wrel te genieten. Zeer veel zelfs, want overal in de groote zaal hangen boeiende dingen. In het midden van den langen wand kreeg een Lenteimpressie van Jacob Ritsenxa een plaats, waarin alle drift waarmee de echte landschapschil der zulk gegeven aanpakt, bewaard bleef en de be schouwer iets van de enthousiaste vreugde van de lente, meedraagt. Dat Ritscma's zuster Coba met de drie werken in de nabijheid haar reputatie hoog houdt, behoeft niet betoogd. Haar geheele persoon lijkheid als artiste bi'engt mee, dat zij zich in een vloeiend opgezette schets prachtig en volkomen kan uitspreken. Terwijl zij die qualiteit. naar men weet, ook in een doorgevoerd museum-schilderij kan be houden. De meeste Amsterdamsche schilderessen hebben een gelukkige hand gehad bij de kexxze harer in zending. Zoo mevrouw Bauer met het kleine da mesportretje en met het levendig geschilderde hondensnuitje op het grootere doek dat „Vrien den" heet. Zoo ook Lizzy Ansingh, wier sterk spi- ritueele begaafdheid men ook nog op ander terrein kan waardeeren, namelijk als schrijfster van aan- teekeningen bij geziene en doox-leefde schilderijen, die in Elsevier's van deze maand te vinden zijn. Vergelijkende overpeinzingen zijn het. bij schilde rijen van Rembrandt, Vermeer en den Engelschen society-schilder Zoffany. die alweer bewijzen dat door een intelligent artist over door hem (haar) be wonderde kunstwerken dingen te zeggen zijn, die alleen door een collega-schilder zoo gezegd kun nen worden. Deze laatste heeft altijd het recht ex clusief in zijn sympathie en bewondering te wezen, hetgeen aanleiding kan zijn tot opmerkelijk boeien de uitingen. De criticus van professie kan zich die exclusievïteit niet veroorloven en waardeert daar door te meer de inzichten der kunstenaars, vooral zoo deze in zoo geestig-causeerenden vorm worden aangeboden. Hopelijk zet mejuffrouw Ansingh haar reisnotities en impressies in tijdschriftvorm voort. Ook de dames Westendorp, Franken en Van Regteren Altena zonden interessant studiewerk naar dezen zomershow. Het is best mogelijk dat ik de groote en irnpo santé naaktstudie van Prof. Jurres al eens meer gezien heb: tegenover de soms wel eens te illustra tief aandoende, ingewikkelde composities van dien kundigen schilder, doet ze hier in haar eenvoudigen opzet te meer de zuiver schilderlijke qualiteitcn van dien artist kennen. Het groote Naakt van Jan Sluyters is bezwaarlijk als studie of schets te be schouwen. Men kan het als volledig schilderij rus tig bewonderen, terwijl de beide kleinere doeken daarentegen eerder als minder geslaagde, ter zijde gezette opzetten aandoen, zoozeer is het bloedlooze rupsachtige van de figuurtjes in conflict met de achtergi-onden. Uitbundig als in zijn schilderijen is Monnicken- dam ook in de kleinere compositie-ideeën die hij hier exposeert. Maar als immer zal men in de groep rondom een tafel waar „Over Beeldende Kunst" ge praat wordt, als in de schets van den redevoeren- den Pater Boromeus de Grcve, de hand zien van den volbloed-schilder, wien iedere waarneembare, uiterlijke verschijning een visioen van felle en helle kleur wordt, als met de hand eens leeuwen temmers op klein vlak saamgeperst. Minder gewel dig, minder uitbundig, maar even verzot op een mooi lakrood tegen lichten kamertoon is G. Wes- termann's Interieur, een paneeltje waarop de ro mantiek van Leys en De Braekelaer in modernen vorm herleeft en bij tijden in dezen schilder ccn even gevoelig als kundig voortzetter vindt. Boot, Verwey, Schutte. Jan Visser, Harting, de Zandvoorter Groeneveld vormen ter expositie de Haarlemsche ploeg, weliswaar geen knokploeg, toch een, die niet ongewapend de artistieke arena be treedt. Van Max van Dam bleef mij een landschap „Collioure" in het geheugen; van J. M Luttge een uitvoerig xiitgewerkte geaquarelleerde schets voor xen muurschildering en een winteravond (inté rieur) en van Rezelman een Landschap, dat wel weinig van een studie of schets, doch vlotte quali- teiten had. Natuurlijk blijven na zulk expositiebe- zoek altijd een paar zaken in de herinnering ach ter, waarover het gemakkelijk zou vallen een zuurtje te presenteeren, doch die willen we liever hamsteren voor eigen consumptie. Alles nog eens overziend, blijkt dit een tentoonstelling waar de bezoeker wel weer wat te genieten kan vinden en zich over het verschil tusschen een schets en een studie kan orienteeren. J. H. DE BOIS. kan diep medelijden met deze menschen hebben en toch de noodzaak van een strenge bestraffing inzien. De directeur van het psychopathengesticht te Heilo is van oordeel, dat verd. streng moet wor den aangepakt. Spr. eischte derhalve bevestiging van het von nis, waarbij hem zes maanden gevangenisstraf werden opgelegd. De verdediger mr. J. L. Frankenhuis drong aan op plaatsing van verdachte in gezinsverband, liefst in de buurt van zijn familie. DOODELIJK ONGELUK. Dinsdagmorgen voer een ledige zandschuit door de Ringvaart der Haarlemmermeer, voortgeduwd door den heer Berkhout uit de Vossedwarsstraat te Hillegom, terwijl zijn 11-jarig zoontje aan het roer stond. Bij het doorvaren onder de Hillegom- merbrug waarschuwde de vader zijn zoontje te gaan liggen, waaraan deze gehoorzaamde. Door onopgehelderde oorzaak kwam zeer waarschijnlijk het ijzeren luik van de roef in aanraking met den onderkant van het brugdek, werd daardoor op gelicht en kwam op het hoofd van den knaap terecht. Nadat de schuit de brug gepasseerd was bleek de jongen zoo ernstig aan het hoofd ge wond te zijn dat hij kort na het ongeval is over leden. Dr. Van Straten en leden der E.HJB.O. waren direct aanwezig, maar hulp kon niet meer baten. G. A. van der Steur f Dinsdag is te 's-Gravenhage in den ouderdom van bijna 78 jaar overleden de heer Gerard A. van der Steur, oud-commandant van de Vrijwillige Brandweer te Haarlem. De heer Van der Steur doorliep alle rangen bij de Haarlemsche brandweer. Op 2 September 1880 werd hij vrijwilliger: 22 December 1886 sergeant; 9 April 1895 2e luitenant: 31 Maart 1896 le luite nant: 3 Mei 1902 kapitein. 2e adjudant van den staf; 16 November 1910 le adjudant en 1 Augustus 1915 commandant. Dc verdienste van den heer Van der Steur voor de Haarlemsche Brandweer waren groot en werden ook erkend zoowel door het corps brandblusschers, de burgerij cn het gemeentebestuur, zooals duidelijk bleek bij zijn veertigjarig jubileum bij de Brand weer op 2 Sept. 1920, waarbij hij van verschillende zijden hartelijk gehuldigd werd. Tijdens zijn commandantschap werd het gebrek kig omroepsysteem vervangen door het belkring- systeem, waarin alle vrijwilligers en ook de ladder brigade werden opgenomen. Toen is ook de inrich ting van de brandweer belangrijk gewijzigd: een instructie werd vastgesteld voor de manschappen van dc Vrijwillige Compagnie (Spuit Tien), en voorschrift werd gegeven voor de brandwachts in publieke vermakelijkheden met etn nerzight van de brandbluschmiddelen, die onder hun controle stonden. Bij zijn benoeming tot commandant had de heer Van der Steur bovendien de voorwaarde gesteld dat de directeur van Openbare Werken met de brandspuitmakers zou zorgen voor het materieel, de directeur van Bouw- en Woningtoezicht, in over leg met den staf van de brandweer voor de zaken van de Bouwverordening en de Commissaris van Politie voor de afzetting van het terrein. De heer Van der Steur trad als commandant af op 6 April 1922. Indertijd maakte hij ook deel uit van het bestuur van de IJsclub voor Haarlem en Omstreken, aan de Kleverlaan. De teraardebestelling zal plaats hebben Vrijdag 16 Augustus a.s. te 12 uur op de Alg. Begraafplaats te Haarlem, aan de Kleverlaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 5