Vetweetde
Sternen-
^4$
UwRadio defect?
Met Brein en Browning.
EN
NU.
nieuwe
'n oude
PATIENCE VOORHEEN
Het
op
leven
plek
FLITSEN
ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1940
HAARLEM'S DAGBLAD
3
(Adv. Ingez. Bied.)
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN.
DUITSCHE HANDELSKAMER VOOR
NEDERLAND.
Jonge torenvalk*
Inlichtingen aan het Bureau van Politie. Smede-
straat te Haarlem, uitsluitend tusschen 11 en 13 u.
Autoped, Kamoen, Oosterstraat 52: kerkboekje,
Geuke, Overtonstraat 29; kinderbril, Bureau van
Politie, Smedestraat. hord, Asyl, Ridderstraat
11, heeren regenjas, Bureau van Politie. Smede
straat; damesregenjas, v. d. Eem, Leidschevaart 386
regenjas en -pijpen, Bureau van Politie, Smede
straat; kat (kleine), Asyl, Ridderstraat 11; kmder-
muts, Smeesman, Fabriciusstraat 46; pakjes mar
garine, Ingenhof, Marnixstraat 114; portemonnaie
m. i., Van Norren, Vossiuslaan 25 Bussum; dames-
portemonnaie m.i., Over de Lirden, Ged. Schalk-
burgergracht 60: damesportemonnaie m. i.; Donsen,
Emostraat 17: rijwielpomp. Hcitweiler, Nagtzaam-
straat 81; damesportemonnaie in. i. Van Haas,
Kruistochtstraat 66; distr. stamkaart, Bureau van
Politie, Smedestraat; damestasah m. i„ Waleveld,
Vredenrijkstraat 36,
Het door de nieuwe Duitsch-Nederlandsche
handelsbetrekkingen grooter geworden arbeids
gebied van de Duitsche Handelskamer voor Ne
derland, gevestigd te Amsterdam, heeft het
wenschelijk gemaakt, een bijkantoor van die ka
mer in Den Haag te vestigen, Carel van Bijlandt-
laan 16. Hierdoor is tevens voldaan aan den
wensch, onmiddellijk contact te kunnen hebben
met den dienst van den Rijkscommissaris en de
Nederlandsche autoriteiten. Bij dit bijkantoor
wordt op order van den Rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied een centrale
ingeschakeld voor opdrachten van overheids
instanties. Doel en opdracht van deze centrale
zal zijn, in toenemende mate opdrachten van
overheidsinstanties van Duitschland in Neder
land te plaatsen en over de in aanmerking ko-.
mende industrieën te verdeelen. In verband
daarmee zal de centrale leiding moeten geven
bij het verzamelen en onderbrengen van op
drachten. - Tü 4
CDDEN in ons liefelijk Kennemerland
staat een oude burcht. De ruïne is een
klomp verweerde steen, waartegen de
klimop weelderig opgroeit, zoo overvloedig
zelfs, dat hier en daar de steenen onder de eeuwig
groene bladeren vracht totaal verdwenen zijn en
de stammen als de biceps eens prijsvechters
zijn geworden. In deze klimop klommen de oude
Santpoorters, ik spreek hier namelijk over de
Ruine van Brederode, langs de muren naar bo
ven en volgens den wachter, die vele bijzonder
heden weet te verteilen, leeft er in het dorp nog
een eerzame schoenmaker, die de held was van
dergelijke kunstjes. Tegenwoordig is dit niet meer
noodig. we klimmen nu langs de wenteltrappen
over de uitgesleten treden naar boven en genie
ten van het panorama.
Als we daar zoo boven staan kunnen we ons
bijna niet meer indenken, dat ook hier vroeger
strijd gewoed heeft en dat de burcht stormach
tige dagen heeft meegemaakt in de tijden van
de Hoeksche en Kabelj auwsche twisten en de
Spaansche overheersching, zoo vredig ziet het er
uit. En toch floten hier eens de pijlen en beuk
ten de stormrammen poorten en muren. En moge
dan het ridderdom, dat eertijds dit slot bevolkte,
verdwenen zijn en al schitteren de blanke speer
punten niet meer boven de geharnaste rossinan
ten. er is toch leven genoeg overgebleven in en
om deze verweerde muren.
Ridders der lucht.
Daar is het torenvalken-echtpaar, dat trouw
elk jaar zijn woning in een gat in den muur op
zoekt en waarvan het wijfje de zes of vijf
roestbruine eieren deponeert. Na eenigen tijd
van geduldig broeden verschijnen de jongen, die
al dadelijk den feilen aard vertoonen, die den
roofvogel karakteriseerd. Scherpe bekjes en spit
se venijnige klauwtjes, die zich vasthechten in
den handschoen bij het opnemen. Want een on
zer is bij het nest gegaan om de jongen te voor
zien van een ring, het kenteeken, dat misschien
Jater uitkomsten kan geven omtrent hun verblijf
plaatsen en trekwegen. Zooals men kan zien, zijn
deze valkjes alle ongeveer even groot. Dus te
zelfdertijd uitgekomen. Anders is het bijv. bij de
Uilen, die altijd in grootte aanmerkelijk ver
schillen. Dit komt, doordat de uilenmama reeds
op het eerste ei gaat broeden en de valkenmoeder
niet voordat het heele legsel compleet is.
Na de noodige formaliteiten vervuld te
hebben, wordt het gezelschap wederom in het
nest gedeponeerd en verder aan de goede zorgen
van vader en moeder overgelaten. Een week of
wat later komen we nog eens langs en nu is het
hol verlaten, zweven de valkjes met de ouden
over de naburige weiden om het muizenvangen
goed onder de knie te krijgen, voordat de tocht
naar het verre zuiden wordt ondernomen.
De wijze uil.
Ergens in de ruïne, in de resten van de kamer
van de vrouwe van het slot, zit achter een kleine
opening een groote vogel verborgen. Het is de
kerkuil, die daar. in het donker, zijn nest heeft.
Des daags broedt hij, maar in den nacht worden
de vleugels gestrekt en wordt een razzia gehou
den onder de muizen en musschen van het na
bije dorp. Resten en braakballen vertellen ons de
historie. We vinden ook de piukplaats, dat is de
plek, waar de vogel zijn prooi ontdoet van de
veeren, alvorens hij deze bij stukjes en brokjes
zijn jongen voorlegt. Deze zijn ondertusschen
aardig uit de kluiten gewassen. Drie ervan zijn
al betrekkelijk groot en dragen een ring, dien wij
hen een vorige maal omdeden. De twee anderen,
kleintjes, zijn nu ook zoover gegroeid, dat inder
daad een ring omgedaan kan worden. Ook de
Benjamin van het gezelschap leeft nog en dat
doet ons genoegen. We waren eerst bang dat
hij het loodje zou leggen, zoo klein en armetie
rig zag hij er bij het laatste bezoek uit. Maar
hij was toch flink opgegroeid en zag er plezierig
fel uit.
Andere bewoners.
Behalve de torenvalken en de uilen herbergt de
ruïne nog een schat van andere vogels. Daar
rijn bijv. de kauwtjes, die en masse hun nest
hebben gemaakt in de verweerde, door klimop
afgesloten muren. Luid kakelend vliegen zij den
ganschen dag in het rond, vooral als ze jongen
hebben te verzorgen zijn zij druk in de weer.
Bel op 14609
RADIO-MOORS N.V.
KRUISSTRAAT 38
VAN OUDS BEKEND
AMSTERDAM™»mo
RARDRPP.-GROENTE -VLEESCH
EEN REEKS VQN SCHOTELS. OVERTREFT l
OLIES' GEEN FOOIEN. BEDIENING 10%
(Adv. Ingez. Med.)
hebben de groote fout gemaakt dat we die feiten
niet tot een schilderij sarpenvoegden, een schilde
rij, waarin elk trekje,^lke lijm, elke kleur verant
woord is".
Dan sluit Vance zich op met een lijst van 98
punten en een stapel doozen met sigaretten. Den
volgenden dag is de schilderij gereed en Vance ver
klaart den belangstellenden lezer nauwkeurig in
welke volgorde de feiten moeten worden gerang
schikt om een schilderij, een psychologisch verant
woord geheel te vormen.
Het zou onjuist zijn te rneenen dat de moord
zaken die Van Dine beschrijft weinig aantrekkelijk
zijn voor hen, die vooral spanning eischen van hun
ont-spanningsroman. Integendeel. Van Dine is een
auteur die op voortreffelijke wijze den lezer bij
den neus rondleidt langs telkens nieuwe kronkel
wegen, die niet spaarzaam is met moorden en
moordaanslagen en den waren schuldige pas op
het allerlaatste oogenblik ten tooneele voert. Bo
vendien is hij een overtuigde aanhanger van de
fair play-methode: wat den detective bekend is,
weten ook wij en we worden niet verrast met op
lossingen die we niet zelf hadden kunnen con-
strueeren als we even geschoold waren als Philo
Vance.
„Murder", heeft de auteur eens gezegd, „is het
pakkendste woord uit de Engelsche taal. Daarom
gebruik ik het in eiken titel." De eigen naam in
dien titel moet zes letters tellen: Benson, Canary,
Greene, Bishop, Scarab. Hieraan kunt ge de ware
producten van den besten Amerikaanschen auteur
herkennen.
Wacht u voor namaak!
P. H. SCHRöDER.
IJmuidenaar verkocht militaire
goederen.
Haagsche opkooper door de politie gesnapt.
Bij den opkooper A. K. te 's-Gravenhage
vervoegde zich dezer dagen een militair met een
bakfiets, waarop zich militaire kleeding be
vond. die de militair te koop aanbood. Hij ver
telde daartoe gemachtigd te zijn door zijn chef.
Ondanks het feit, dat het opkoopen van militaire
kleeding is verboden, werd op het aanbod toch
ingegaan. Zoo verwisselden 40 militaire werk
pakken, 40 dekens en een partij onderkleeding
van eigenaar. Er werd 45 gulden voor betaald.
De opkooper schreef deze goederen niet in zijn
register in. De politie, die achter het geval kwam,
nam de kleeding in beslag en slaagde er ook in,
den militair op te sporen, die bleek te zijn de 37-
jarige soldaat van den opbouwdienst A. D. D. U.
afkomstig uit IJmuiden en gelegerd te Rijs
wijk. De politie aldaar onderzoekt de zaak ver
der.
Tegen den opkooper is proces-verbaal opge
maakt, evenals tegen den schoenmaker T. W. S.,
die van denzelfden soldaat 40 paar militaire
schoenen gekocht had.
Een stalletje holenduiven had een nest ge
maakt in een spleet in de monnikskamer en de
twee jongen waren op punt van uitvliegen. In de
naburige boschjes hoorden we nog een spotvo
geltje en een groenling had zijn nest in de klimop
van den slottoren. Waterhoentjes en meerkoeten
nestelden in de slotgracht en haar weelderige
begroeiing, terwijl daar ook de eenden hun jon
gen trachtten groot te brengen. Veel nadeel ech
ter ondervonden zij van de ratten, die een deel
van de jongen van het leven beroofden.
Op de omringende weilanden hadden eenigen
NEST VAN JONGE KERKUILEN. De eieren
komen ongelijk uit, hetgeen een typisch verschil
in grootte in het broedsel geeft.
tijd te voren de kieviten gebroed, slechts wat
jongen hier en daar konden worden opgemerkt.
Ook de schollepiet gaf acte de presence.
Zoo zien we dus, dat een plaats als de ruïne een
oord is, rijk aan leven en interessant voor den
bezoeker, die oog heeft voor het oude en schoone,
tevens voor de natuur en haar schepselen. Over
dag zijn er een schare van bezoekers. Ik dacht
er laatst over, dat ik deze er wel eens 's avonds
zou willen zien, 's avonds, als het donker begint
te worden en de kerkuil tot leven ontwaakt.
Wanneer dan diens onheilspellende kreten weer
klinken, of het angstig gepiep wordt gehoord
van een musch, die zich tracht te verschuilen
voor de scherpe klauwen, of wanneer plotseling
geluidloos een donkere schaduw voorbij zweeft,
dan zou menigeen en men "neme het mij niet
kwalijk, maar ik dien voor de waarheid op te
komen; vooral van het vrouwelijk geslacht
de haren te bergen rijzen en men zou wenschen
een goede honderd kilometer hiervandaan te
zijn. Wat overigens niet veel zou geven, want
ook daar is het donker. Thuis dan, ook goed.
maar daar is misschien een muis, die zijn hoofd
om den hoek van een kast steekt en aldus schrik
en ontsteltenis verspreidt.
Wat mij betreft, ook in het duister, als de
contouren vervagen en zich verliezen in den don
keren nacht of als het zilveren maanlicht zijn
glans werpt op steen en lei, mag ik de resten der
oude burcht gaarne zien. Het roemrijk verleden
wordt dan levend en in mijn verbeelding hoor ik
de dreunende hoefslagen, waarmede de strijd
rossen de valbrug overdonderen eh zie ik boven
op den toren tusschen de kanteelen een eenza
men schildwacht uitkijken naar een naderenden
vijand. En al mag dan het daglicht dergelijke
voorstellingen te niet doen. het kan ons niet ver
helen dat ook nu nog deze roestbruine steenen
tintelen van leven. Al moge dan de oorspronke
lijke glans en luister verdwenen zijn. leven is er
nog genoeg, zij het dan dat de ridders der lucht
die te paard hebben vervangen. En stil droomt
de ruïne voort en peinst over den loop der tij
den.
H. H. N. Jr.
PHILO VANCE.
Wanneer men alles in het groot kan doen en elk
bedrijf kan rationaliseeren, waarom dan niet het
schrijven van detective-romans, hebben de Ame
rikanen gedacht. Ziehier een artikel, waarnaar
vraag is. Hoe kunnen wij op de meest efficiënte
wijze deze begeerte bevredigen? Het is onecono
misch het gansche werk van uitbroeden en schrij
ven door één man te laten verrichten. Dus splitsen
wij het. Wij richten een N.V. op die zich ten doel
stelt: het bedenken, schrijven en uitgeven van
moord-romans.
Onder ce employés van deze firma bevinden zich
menschen die een dik geboterde en dubbel be
legde boterham verdienen met het bedenken
van „plots" Deze lieden mengen den geheelen dag
de ingrediënten die noodig zijn om een rechtscha
pen speurdersroman samen te stellen: vingeraf
drukken en eenzame landhuizen, rijkaards-met-
een-verleden en revolvers, voetstappen in de bo
vengang en domme politie-autoriteiten, beeldschoo-
ne heldinnen en brieven in spiegelschrift op het
vloeiblad, sympathieke luitenants-ter-zee en bloed-
lekken op het gordijn en natuurlijk de onontbeer
lijke geslepen detective, benevens de evenzeer on
ontbeerlijke en evenzeer geslepen moordenaar.
Is de cocktail eenmaal gemixed, door verschei
dene instanties geproefd en goed bevonden, dan
wordt ze voorgezet aan den auteur, die er als de
wind een boek omheen schrijft.
Op deze wijze wenden en worden zegt mem!
in het land der onbegrensde mogelijkheden
jaarlijks duizenden sensatie-verhalen geprodu
ceerd. Het werd een sprinkhanenplaag, een plaag
van bloederige, slecht geschreven thrillers, waar
van het tooneel en de film den weerslag te zien
gaven. Den detective die dikke sigaren rookt en
nooit zijn kaasbolletje afzet kennen wij nog allen
als hoofdpersoon.
Toen kwam S. S. van Dine met Philo Vance.
Met hem bereikte de Amerikaansche detective-ro
man plotseling het internationale peil. Van Dine
(pseudoniem van Mr. Willard Huntington Wright)
heeft, meen ik, zijn held slechts vijf problemen
laten oplossen, maar het waren er dan ook pro
blemen naar. Zijn grootste verlangen is, zegt hij
in een interview, nooit meer een detective-roman
te moeten schrijven. Hij wil zioh veel liever wij
den aan biologie, anthropologic en philologie. Elk
zijner boeken heeft hem een fortuin opgeleverd,
maar desondanks haat hij het werk. Natuurlijk
moet men niet vergeten, dat Mr. Wright een Ame
rikaan is en dat hij geïnterviewd werd!
Hoe hij dan tot dezen hatelijken arbeid is ge
komen? Wel, zijn loopbaan als architect had hem
straatarm gelaten en hem physiek zoowel als psy-
ohisch volkomen uitgeput. Twee en een half jaar
moest hij het bed houden; het eerste jaar mocht
hij niet lezen; drie jaar lang niet schrijven. Toen
zijn medicus hem „lichte lectuur" toestond, las hij
alles wat los en vast was op het terrein van het
moordverhaal en natuurlijk kwam bij hem, als
bij zooveel lezers, de gedachte op: „Dat ga ik ook
eens probeeren".
Het resultaat was The Benson Murder Case met
Philo Vance als hoofdfiguur.
Philo Vance behoort niet tot een bepaalde school
van detectives, zooals Holmes en Dupin. Hij heeft
eigenlijk het meest van Lord Peter Wimsey, den
speurder van Dorothy Sayers: op en top een aristo
craat, zeer zorgvuldig in zijn kleeding, lichtelijk
sybaritisch, liefhebber van muziek en schilder
kunst, eemigszins een dandy. Hij staat heel laat op,
heeft een collectie van Japansch aardewerk en
Chineesche prenten, is bevreesd zijn gevoelens te
toonen, rijdt ontzaglijk wild in zijn Hispano Suiza,
kent Shakespeare op zijn duimpje, rookt veel te veel
en slaapt veel te weinig.
Natuurlijk is hij bijzonder knap van uiterlijk:
zijn gelaat is fijn besneden en zeer levendig, maar
om zijn lippen trilt vaak een bitter lachje. Hij kan
een gesprek over een heele serie gruwelijke moor
den plotseling afbreken met de opmerking: „Als
we ons haasten, zijn we nog net op tijd voor het
concert van vanmiddag" en ofschoon Markham,
de hoofdcommissaris, zijn eigenaardigheden kent,
kan hij dan een gebaar van wrevel of een scherpe
opmerking slechts met moeite bedwingen. Uit den
aard der zaak heeft Vance zijn opleiding genoten
in Oxford en er is iets van het studentikoze aan
hem gebleven. Maar meen niet,, dat Philo Vance
een oppervlakkig mensch zou zijn Wie de vijf
murder-cases'' van S. S. van Dine heeft gelezen,
Poseeren
3. Wordt verzocht
zijn hoed af te zet
ten en wat natuur
lijker te staan.
4. Junior wil liever
het meertje als ach
tergrond hebben.
7. Vader verliest zijn
geduld en dringt op
spoed aan, want zijn
hoofd verbrandt in
de zon.
8. Haast zich weg,
zoodra de kiek ge
nomen is, bang dat
Junior nog een
tweede zal willen
maken.
weet dat aohter het masker van den luchthartigen,
eenigermate cynischen jonkman de ernstige studie-
mensch verborgen is. Ethnologie en psychologie,
psychologie vooral, hebben zijn groote liefde en
langs psychologischen weg tracht hij dan ook steeds
de problemen, die Markham hem wanhopig voor
legt, te ontraadselen. „Wanneer wij eenmaal nauw
keurig het psychologische karakter van de mis
daad hebben bepaald, rest ons slechts den persoon
te vinden, wiens aard en aanleg zoodamög zijn, dat
hij, wanneer hij in de gegeven omstandigheden
zulk een misdrijf zou plegen, op precies dezelfde
wijze zou handelen als geschied is. Iedere misdaad
toont immers het stempel van den misdadiger; zijn
Kaïnswerk draagt de moordenaar niet op het eigein
voorhoofd, maar men kan het altijd vinden op het
voorhoofd van zijn slachtoffer". De psycholoog
detective moet dus allen die, op welke wijze ook,
bij den moord betrokken zijn, nauwkeurig bestu-
deeren. Dan zal hij den moordenaar moeten ont
dekken. In de „Canary Murder Case" ontmaskert
Philo Vance den schurk door een spel poker, want
„ieder mensoh gedraagt zich bij het pokeren, zoo
als hij -zich in zijn leven gedraagt". In de „Greene
Murder Case" houdt Vance voor den steeds aan
wezigen en steeds zwijgenden Van Dine een be
langwekkende verhandeling over de verschilpun
ten tusschen een schilderij en een fotografie, d.w.z.
tusschen het gecomponeerde, het homogene, de
eenheid en het toevallige, heterogene, beteekenis-
looze. „In iedere fotografie vindt men fouten in
de harmonie, het evenwioht, de schakeering. Maar
en dat is het belangrijkste de compositie van
het schilderij is slechts in vollen omvang duidelijk
voor den toegewijden en gevoeligen beschouwer.
Van de reeks moorden die is gepleegd in het huis
der familie Greene hebben wij de feiten voor ons,
de fotografie is tot onze beschikking. Maar wij
door P. v. d. HEM.
NIEUWE SERIE No. 77
1. Ligt net lekker te
rusten in de scha
duw als Junior
vraagt, of hij een
kiekje van hem mag
maken.
5. Junior kan zich
niet meer herinne-
ren of hij na de
laatste opname de
film wel heeft door
gedraaid.
2. Staat moeizaam
op en poseert.
6. En beslist daarna
dat het nog leuker
zou zijn als moeder
er ook op kwam.