De Lotgevallen van een Collier Over het bewaren van levensmiddelen. Het menu van den dag. NEKKIE-RAF ONS KNIPPATROON ZATERDAG 57 AUGUSTUS 1940 HAARLE M'S D A' G B E A D' VOOR DE VROUW Bewaren van levensmiddelen, dat is op het oogen- blik een brandend vraagstuk voor menigeen, en het gebeurt vaak genoeg dat twee of drie vrouwen die elkaar toevallig ontmoeten, in minder dan geen tijd met elkaar ervaringen of meeningen op dit gebied uitwisselen. Dit betreft lang niet altijd het aanleg gen van ongeoorloofde voorraden: nu er nog zooveel vruchten goedkoop te krijgen zijn, is het zeer ver standig om die te laten voorgaan boven meel- of grutterswaren als dessert bijvoorbeeld. Zoo komt het dus dat de huisvrouw, die haar bons alle inwisselt een klein voorraadje maakt, dat haar straks in de "wintermaanden zeer goed zal te pas komen, w neer er weinig vruchten zullen zijn en de honger grooter is dan nu. Een paar eenvoudige raadgevingen, die voor allen voorraad gelden, wil ik hier laten volgen: le. Gebruik altijd het oudste het eerst en vul den voorraad van achter af eventueel met nieuw aan. 2e. Laat zulke voorraadregelingen niet aan perso neel over, waarmee ik geen wantrouwen wil zaaien, maar alleen dit bedoel: het is uw voorraad, en het is niet van uw dienstmeisje of wie dan ook, te ver gen dat zij er evenveel hart voor heeft als u zelf. Controleer en regel dien voorraad dus zelf, het kost wat meer tijd en werk, maar het geeft veel voldoe ning wanneer alles dan ook goed geregeld is. 3e. Bewaar waren in gemalen vorm (gemeden rijst, griesmeel) e. d. niet in zakjes, evenmin als zware korrels zooals boonen en rijst, dat geeft op den duur allemaal rommel, de zakjes scheuren en er gaat veel verloren. Glazen of steenen potten, blikjes, en dan behoorlijk voorzien van een etiket met den naam erop, zijn veel beter hiervoor. 4e. Hang gezouten levensmiddelen zooals gerookt spek, ham, rookvleesch en dergelijke niet in de kelder, omdat de ietwat vochtige atmosfeer pekel aan de levensmiddelen zou onttrekken. Hang ze in een katoenen zakje op een koele, donkere plaats, bijvoorbeeld in een diepe kast; het zakje dient alleen voor het weren van vliegen. 4e. Reken dat u er wat werk voor over moet hebben om een voorraadje levensmiddelen goed te houden; inmaak heeft altijd controle noodig, en_wie deze moeite er niet voor over heeft, doet beter er niet aan te beginnen, want dan komt er vrij zeker niet veel van terecht. Zoo bereikte ons de vraag van een abonnée of zij. met het oog op een vacantie buiten de stad, niet een inmaak kon toepassen, die geen nazorg vraagt. Maar zelfs steriliseeren vereischt de eerste weken wat zorg, omdat de flesschen weer open kunnen gaan en de inmaak in zout moet in den eersten tijd ook goed gecontroleerd worden, teneinde schimmel vorming te vporkomen. Dus dan maar niet uitgaan. Dat zou wel een erg drastische maatregel zijn, die toch nóg wel te om zeilen is, want allicht heeft men wel een familie lid of goede vriendin die eens een paar maal wil gaan kijken, en voor wie dan ook alles goed en han dig bij elkaar gezet kan worden om het begin van narigheid te Voorkomen. De voeding zal een zeer belangrijk onderdeel van ons huishouden uitmaken in den komenden winter, dat is wel zeker, maar een vernieuwde geest met frissche energie na een goeden vacantietijd is toch altijd van nog meer waarde, en het zou dan ook dom zijn, om voor het eerste thuis te blijven. Bo vendien is de hulpvaardigheid in de laatste maan den eerder toe-, dan afgenomen. Tenslotte vroag deze abonnée ook nog of zij kaas bewaren kan door ze met 'n laagje paraffine te bedekken. Inderdaad kan dat, maar het is toch zaak om ze geregeld, om de twee dagen om te keeren. En hoedt u voor de muizen, ze knagen er een keurig rond gaatje in, hollen de kaas uit, en als u er dan zelf van wilt gebruiken, is er niets dan een leege korst over, een zoogenaamd muizenkaasje! E. E. J.—P. Knakworstjes, gesmoorde komkommers, ge bakken aardappelen, gemalen rijst met gestoofde versche pruimen. Gesmoorde komkommers. Schil de komkommers, snijd de bittere punten er af, schep het zaad er uit en wasch ze. Verdeel ze in nette blokjes en kook deze voorzichtig gaar in weinig water met zout. Ze zijn gaar als ze doorschijnend zijn. Schep ze uit het water en smoor ze in een pikant sausje van wat kook water, Maggi aroma, een scheutje azijn en wat peper. Bind Ce saus desgewenscht na met wat sago. Bak de gekookte of rauwe aardappelen in boter of olie, warm vlug de knakworstjes en doe alles op een verwarmden schotel op. Gemalen rijst met pruimen. 1 L. melk, 80 gram gemalen rijst, 50 gr. suiker of zoetstof, die daarmee gelijk staat, wat zout, 1 pond versche pruimen. Breng de melk met het zout aan de kook, strooi de rijst er roerende in, laat ze vijf minuten doorkoken en voeg de suiker er aan toe. Doe dit in een vlakom als het wat afgekoeld is. Ontpit de pruimen, snijd ze in de helft, zet ze op met weinig water en kook ze vlug zacht. Voeg er suiker naar smaak bij en leg de pruimen op de rijstepap. WIE HANDWERKT ER MEE? Leuke slabbetjes, die weinig of niets kosten! Weinig of niets kosten deze vroolijke slabbetjes, omdat wij ze breien van restjes waschechte brei katoen in allerlei gezellige kleurtjes. Zij zullen zich dan prachtig in de wasch houden en dage lijks een genot voor het oog zijn, omdat zoo'n slabbetje er altijd even keurig uitziet en toch niet gestreken hoeft te worden ook, als wij ze na het spoelen maar netjes in het model trekken en even „plakken". Hebt u wellicht een halve knot lichtblauwe breikatoen over en bijv. ongeveer 10 gram oranje en een even kleine hoeveelheid wit van hetzelfde materiaal? Dan kunt u hieruit het ge- heele jolige drietal van de foto maken en wij verzekeren het u reeds bij voorbaat met succes, want het is een zeer eenvoudig en prettig werkje, dat ook een klein breistertje graag opgedragen krijgt! Voor het slabbetje met de drie molens zetten wij 44 steken op, op aluminium naalden no. 3. In heen en weer gaande toeren breien wij eerst 5 nld. recht,waarna wij overgaan in den tricotsteek (recht aan de goede en averecht aan de verkeer de zijde van het werk breien)echter, de eerste en de laatste steek worden aan de verkeerde zijde recht gebreid. Wanneer het werkje 75 nld telt worden de middelste 8 st. afgekant en het slab betje verder in twee gedeelten gebreid. Aan weerszijden van het halsuitsnijdinkje wordt nu als volgt gewerkt: bij de le. 2e en 3e naald de twee buitenste steken samen-breien, 4e nld,over- breien, 5e nld. weer 2 st. samen-breien. 6e en 7e nld. overbreien, 8e als 5e nld., 9e en 10e nld. overbreien, 11e als 5e nld. Wij zullen dan nog 12 st. over hebben, welke doorgebreid worden tot het werk totaal 90 nld. telt. In vier keeren wor den de 12 st. van ieder schoudertje met 3 stuks tegelijk afgekant, terwijl we hiertusschen tel kens een naald overbreien, en we beginnen aan de buitenzijde van het werk, dus naar het halsje toe. Eerst worden deze stukjes netjes te ruggeslagen naar de achterzijde en tegenge- zoomd, waarna met de breinaald door alle langs de zijkanten liggende averechte steken aan de goede zijde wordt gestoken, zoodat er 45 lusjes op komen te staan. Deze worden nu 4 nld. recht gebreid, terwijl aan de schouderzijde bij elke naald de twee buitenste steken samengebreid worden. In de 5e nld worden deze allen weer af gekant, waarna het reepje met stiksteekjes vast genaaid wordt voor het middengedeelte, terwijl de uiteinden als sluiting dienen. De drie molen tjes kunnen nu opgemaasd worden; de romp er van bestaat uit oranje en hun wieken uit witte steekjes. De wieken sluiten steeds aan bij elk volgend molenrompje, zooals ook het werktee- keningetje dit laat zien. De schuine kruisjes hierop zijn als wit, de rechte kruisjes als oranje bedoeld. Het pretentielooze slabbetje met de kleine kla verblaadjes heeft een vorm aangenomen afwij kend van zijn beide buurtjes. Wij zetten ervoor op 20 st. en breien deze meteen in den tricotsteek (zie slab I)Om den vorm te krijgen moeten wij steeds meerderen door aan het begin en eind van de naald om beurten één of twee steken erbij op te zetten, hetgeen dan telkens met één naald overgebreid wordt. Wij gaan zoo door tot wij 60 st. op de naal-d hebben gekregen, welke nu zonder meer doorgebreid worden tot het werk 62 nld. hoog is. Voor de halsuitsnijding worden daarna de middelste 12 st. afgekant, zoodat het slab betje in twee deelen verder gebreid wordt. Op dezelfde wijze als bij het eerste slabbetje wordt nu in de komende naalden weggeminderd, zoodat hier tenslotte 18 st. aan iedere zijde overblijven, welke doorgebreid worden tot en met de 88e nld. Te beginnen aan de halszijde kanten wij, met één naald overbreien er tusschen, in deze volg orde de steken af3, 3, 4, 4 en 4 st. Daarna leg gen wij dit uiteinde met een klein omslagje tegen de achterzijde, om het zoo vast te zoomen. Het kleine witte picotje wordt nu langs de buitenzijde gehaakt en -bestaat uit 5 losse en 1 vaste. Onder het haken vouwen wij de zelfkant van het brei werk een weinig om, welke daarna met den flanel steek vastgezet wordt. De bescheiden klaver blaadjes in oranje kunnen nu uitge strooid worden; zij bestaan uit steeds 3 maas steekjes, welke horizontaal 9 en verticaal 17 breisteken, van elkaar verwijderd staan. Voor ieder blaadje wordt keurig netjes aan- en afge hecht. Als sluiting dienen bij dit slabbetje twee 35 c.M. lange reepjes, welke, wij in stokjes van de witte breikatoen haken. En dan rest ons nog het slabbetje met Moeder de Gans en één van haar kiekens, waarvoor wij 50 st. opzetten. Deze worden eerst geheel in den piquésteek gebreid (.2 nld. 1 recht, 1 averecht en dan bij de volgende 2 nld 1 st. verspringend Van de 13e nld. af worden aan weerszijden de 7 buitenste steken in den piquésteek gehouden, terwijl de 36 binnensteken in den tricotsteek ge breid worden (zie slab I)In de 61e naald kan ten wij de middelste 10 st. af, zoodat het wérk \anzelf gesplitst is. Ieder schouderdeeltje breien wij gewoon door, terwijl aan de halszijde ge minderd wordt als bij het eerste slabbetje staat aangegeven. Tenslotte resten dan nog 14 steken, welke 6 nld. doorgebreid worden en daarna, te beginnen aan de armzijde, in 1 x 2 en 4 x 3 st. worden afgekant, dit met een naald overbreien er tusschen. En nu komt ons oude vertrouwde spij kerklosje er aan te pas om het halskoord op te breien. Wij „punniken" dit op 6 spijkertjes on geveer 30 c.m. lang, waarna het langs de hals uitsnijding wordt genaaid. De kleine uiteinden behoeven slechts in een eenvoudigen knoop vast- gestrikt te worden. Na de afgeschuinde schouder stukjes tegengezoomd te hebben, kunnen de leuke motiefjes aangebracht worden; pooten, snavels, enz. borduren wij in oranje- en de overige VOOR DE KINDEREN Eindelijk neemt Langnek een kloek besluit en stapt den winkel binnen. Buigend geeft mijnheer Puntneus de hoedenman een stoel. Beleefd vraagt hij dan wat mijnheer Raf ver langt. En Reinaard kijkt door de deurruit en houdt zijn hand aan zijn oor om iets te verstaan. Maar Raf is zoo met zichzelf ingenomen, dat hij Reinaard niet ziet. Met een voorname en deftige stem bestelt hij een hoed. Een zwarte moet het zijn. Haastig zoekt mijnheer eenige hoe den bij elkaar. Maar geen enkele past Raf, want alle blijven hem bovenop zijn horentjes staan. Wanhopig grijpt Puntneus naar zijn hoofd. Wat moet hij doen met dezen moeilijken klant? Ook Reinaard kan zijn oogen niet gelooven. Waarvoor heeft die wijs neus noodig hoeden te passen? Hij kan zijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen. Raf kijkt nog eens in den spiegel en bedenkt dan wat anders. Verwaand keert hij zich tot mijn heer Puntneus en zegt„Maak mij zoo'n hoogen hoed, die zal mij wel passen." En hierbij wijst Raf hoe hoog hij bedoelde. „En vanavond klaar," laat hij er nog achter volgen. Mijnheer Puntneus, die toch al tuure- luursch is geworden van al dat pas sen, valt van schrik achterover op den grond. Ook Reinaard begint aan het verstand van Raf te twijfelen. Als dat zoo doorgaat, zal ik hem nog naar het ziekenhuis moeten bren gen, denkt hij. WANDELJAPON. Moderne japon met tusschenbaan over de geha lengte. Inplaats van de weergegeven combinatie men ook een effen japon nemen met bedrukte ti schenbaan. Vlot kleeden de halflange mouwen u binnenwaartsche plooi en flatteus is de halsuita ding in puntvorm. Het patroon is in maat 52, prijs 26 cents. Het van Maandag af gedurende een week verkrijgbj bij de bureaux van dit blad Gr. Houtstraat 93 Soendaplein 37. lichaamsdeelen in witte maassteekjes. Dan n op de 2e rij piquésteken, na het opzetsel,tl rijtje witte- en op de 3e rij oranje maassteekji waarna ook dit slabbetje klaar is, op zijn kwast; dan na, die van telkens twee dubbele drai blauwe katoen geknoopt worden. NORA HAN,', GRETNA GREEN IS NIET MEE Duizend paartjes per jaar werden er den echt verbonden. Een eigenaardig bureau van den Burgerlijk Stand, het romantische Gretna Green is thans a den oorlog ten offer gevallen. Nergens in Europa was het trouwen zoo genu kelijk als in Gretna Green, het kleine dorpje a de Schotsch-EngeJsche grens. Men huwde in f smidse, het altaar was een oud aambeeld en i de geestelijke, die het paar in den echt verboi fungeerde de smid zelf, die door een oeroud p vilege, dat op Gretna Green rustte, een vermof heeft verdiend, In deze romantische atmosfeer hebben tal van: mantische bruiloften plaats gevonden, waarvan meeste echter een zeer on-romantisch einde nam Volgens een oude Schotsche wet kon, men in smidse van Gretna Green zonder eenige fora: liteit in het huwelijk treden: In 1900 werd oude wet opnieuw door den smid ontdekt en ve tig jaar lang liet de regeering het bloeiende t drijf bestaan. Op alle uren van den dag en c nacht was het „bureau" geopend en alleen op \f toon van een pas en tegen betaling van 1 pc sterling, kregen jongelui van allerlei soort hier gelegenheid, een jong meisje tegen den zin v haar familie wettig aan zich te binden. Tallooze gevallen van bigamie zijn door Gret Green mogelijk gemaakt, het gebruik van valse passen was aan de orde van den dag en heel r tranen zijn vergoten door meisjes, die al te go< geloovig den een of anderen avonturier nas Gretna Green waren gevolgd. De echt roma tische, sympathieke gevallen waren onder de H per jaar zeer in de minderheid. Gretna Green had langzamerhand een i naam gekregen en daarom is 't maar goed, datt thans gesloten is. NORMAN FRAZER. (Nadruk verboden). 21) Hij keek niet naar het étalageraam toen hij binnentrad maar als hij dat gedaan had, zou den zijn oogen voor misschien deii duizendsten keer gevallen zijn op de daar tegen den chocolade bruinen achtergrond prijkende vergulde letters: RICHARD CLAYE, KAPPER EN IN TABAK EN SIGAREN. Ninian liep den onaanzienlijken winkel door. Achter de toonbank bewaakte een jongedame, wier helblonde haren het effect van peroxyde on weersprekelijk demonstreerden, een eenigszins schamele voorraad tabak, pijpen en sigaretten, en met niet meer dan 'n kort knikje naar deze juffrouw duwde de bezoeker de deur open van den achter den winkel gelegen kapperssalon. Deze was niet minder armetierig dan het rookartikelen-etablis sement. De inventaris bestond uit versleten pluche stoelen langs drie zijden van het vertrek geplaatst, twee gebarsten marmeren waschtafels met spiegels en toiletbenoodigdheden en een ge lijk aantal in niet te besten staat verkeerende seheerstoelen. De muren waren versierd met re clameplaten van sigaretten, beeltenissen van be roemde paarden en jockey's en affiches van ver schillende theaters en variétés in de stad. Er waren twee menschen in den salon, toen Ninian Bexendale binnenstapte. De eene, iemand van een jaar of dertig met een bleek gezicht, had zijn kappersjas uitgedaan en maakte zich voor ver trek gereed door zijn ietwat groen geworden zwarte colbert af te schuieren. De andere, een ontegen zeggelijk knap man van voor in de veertig, ge heel gekleed, met een glad-geschoren gezicht, don ker haar dat bij de slapen krulde, een paar vlugge beweeglijke oogen, stond, tegen den schoorsteen mantel geleund, zijn nagels schoon te maken. Hij keek op van zijn bezigheid en ontmoette Ninian Bexendal's vragenden blik, die veelbeteeke nend op hem gevestigd was. „En", zei hij, „hoe gaat het er mee?" „Best, hoe is het met jou?", antwoordde Ninian. „Klaar voor vandaag?" „Zoo ongeveer", antwoordde de ander, terwijl hij zijn nagelschaartje in zijn vestzak stopte. „Ik had vanavond niets te doen", hernam Ninian onverschillig. „Ik dacht dat je misschien zin had in een partytje biljart". „Uitstekend, mijn jongen. Ik moet even mijn kas opmaken en sluiten; ik ben direct tot je dienst", verklaarde mr, Claye, opgewekt den sigarenwinkel binnenloopend. „Ga zoo lang zitten daar is de Evening Post". Ninian ging in de verschoten fluweelen fauteuil zitten, pakte de krant op en nam kennis van het laatste nieuws over de rennen. De bleeke man trok zijn jas aan, pakte zijn tasch, zei op een tammen toon: „Goedenavond meneer" en liep naar de tus- schendeur. Een zwak gerinkel van geld klonk in den winkel en stierf weg; toen kwam de jonge dame met hét,kanariegele haar binnen, zette haar hoed op, trok 'haar mantel aan voor een der spie gels en ging ook heen; de eigenaar verscheen op nieuw, geldstukken rammelend in zijn broekzak. „Zeventien shillings en een halve penny", zei hij met een grinnik tegen Ninian. „Een winstgevend zaakje, mijn zoon, vind je niet voordat je het weet ben je millionnair!" „In ieder geval kom je er mee uit, Dick", meende Ninian Bexendale. „Alles bij elkaar", legde mr. Claye uit, terwijl hij zijn daagsche plunje verwisselde voor een goed zittend tweed costuum, „heb ik het loon voor het meisje er uit, van den bediende en de belas ting. Ik betaal de huur". „En die luxe kun je je best permitteeren", ver klaarde Ninian, „ik zou maar niet klagen". „Ik klaag nooit als ik geld moet uitgeven om zaken te kunnen doen, mijn jongen. De kost gaat nu eenmaal voor de baat uit. Maar ik ben bang, dat we dit spelletje niet al te lang meer kunnen volhouden. Als de ordelievende burgers het in de gaten kregen, dat de luitjes, die hier binnenwande len voor een doosje sigaretten of om zich te laten scheren, in werkelijkheid komen voor 'n gokje of om dingetjes te slijten, die ze nergens anders kwijt kunnen zonder het met de politie aan den stok te krijgen, dan ben ik wat je noemt zuur. En tenslotte weet je nooit, hoe de een of ander zijn mond voorbijpraat". „Er is wel een manier om uit de moeilijkheid te raken", deelde Ninian hoopvol mee. „Kom mee ben je klaar?" Mr. Clay zette een bolhoed op, nam een para- pluie met een zilveren knop en na zijn vriend den winkel te hebben uitgelaten, sloot hij de deur en stopte den sleutel in zijn zak. „Dezelfde gelegenheid?", vroeg hij. „Ja", antwoordde Ninian. „Maar geen biljart. Ik moet een rustig gesprek met je hebben ik heb het mooiste zaakje op het, oog, waar je ooit van gehoord hebt. Wacht tot we een hoekje voor ons zelf hebben". Mr. Claye liet geen verbazing of ongeduld blij ken hij neuriede een vroolijk deuntje, terwijl ze de straat inliepen, deze overstaken en een café binnengingen aan den overkant. Pas toen hij en zijn jonge vriend in een rustig hoekje van een verlaten biljartkamer gezeten waren met glazen voor en sigaren in hun mond. kwam hij op Ninian's geheimzinnige aankondiging terug. „En?", vroeg hij. „Voor den dag er mee, mijn zoon. Waar gaat het over?" „Het gaat om vijftigduizend pond waarde aan diamanten", klonk het prompt. „Dat", vond mr. Claye, na een bedachtzamen slok van zijn whisky en soda te hebben genomen, „is een geschiedenis waar ik graag wat meer van wil hooren. Ik ben een en al aandacht". Ninian deed zijn verhaal op een alleszins sug- 'gestieve wijze en het resultaat was, dat, toen hij zweeg, mr. Claye, die al dien tijd een prijzens waardig stilzwijgen had in acht genomen en na gelaten had, ook maar een enkele vraag te stel len, van alle details nauwkeurig op de hoogte „Reuze-idee van je, mijn jongen", prees hij. „Laten we nu eens nagaan hoe de zaken precies staan. Als de dame in kwestie verlangend is om naar Ierland terug te keeren mogen we het als vaststaand aannemen, dat ze zoo spoedig mogelijk zal vertrekken. Het eerste wat we dus moeten doen is een oogje op haar te houden, zoodat we weten wanneer ze gaat". „Daarvoor kan ik zorgen", zei Ninian. „Maar vergeet dan vooral niet wat daarvan afhangt", zei mr. Claye. „Als ze er vandoor gaat zonder dat wij het weten, hebben we het nakijken. En ten tweede moeten we, als zij gaat, met haar meereizen". „Verdraaid, hoe moeten we dat aanleggen!", riep Ninian. „Ze kent mij immers!". „Als je dat aan mij overlaat, mijn jongen, dan zal ik je gezicht en heele voorkomen zoo ver anderen, dat je eigen moeder je niet zou herken nen", stelde mr. Claye hem gerust. „Ik zal je wat vertellen, mijn jongen we zullen er een geeste lijke met vacantie van maken. Dat aardige snor retje van je moet opgeofferd worden, want je moet voor een onschuldige, jonge hulpprediker door gaan. Ik ben een geestelijke op leeftijd. Laat de kleeren, boorden en de rest maar aan mij over ik zal wel zorgen, dat je er piekfijn uitziet en ik zelf dito". „O, dat vertrouw ik je wel toe", verklaarde Ninian. „Maar hoe krijg je de steenen te pakken, Dick hoe denk je dat te doen?" „Ben je ooit wel eens naar Ierland gereisd?", informeerde mr. Richard Claye. „Tweemaal", was het antwoord. „Een keer naar de Leopardstown-races en eenmaal naar de paarden-tentoonstelling in Dublin". „Dan weet je evengoed als ik", hernam mr. Claye, dat er twee manieren zijn om naar dat altijd groene land te komen de eene is met den gewonen sneltrein, over Hollyhead en Kingstown, de andere met de express, via Hollyhead en North Wall. Nu is het zoo vast als een huis, dat de dame naar Holly head reist over Leeds dat is de vlugste en ge,- makkelijkste route. Wat we moeten probeeren uit te vinden is gaat ze met den gewonen trein of met de express, met den dag- of nachttrein of met de dag- of nachtexpress? Dus jij moet zien gewaar te worden welke verbinding ze neemt, hoe laat en welke dag ze op reis gaat. Ze zal vermoe delijk den dag tevoren je eerbiedwaardigen vader een bezoek brengen en hem alle mogelijke bij zonderheden vertellen vrouwen flappen er bij zulke gelegenheden altijd alles uit en jij moet er voor zorgen, dat je alles afluistert. Dan moet je regelrecht hierheen komen, je ver mommen en dan zullen wij haar met ons tw« op het station van de Londen and North Weste opwachten en haar niet uit het oog verliezen we de diamanten te pakken hebben". „En hoe denk je dat voor elkaar te krijgen' wilde Ninian weten. „Je moet bedenken, dat ze met een metalen ketting aan haar lichaam maakt". „Tijdens een treinreis of een bootreis voos als de reis 's nachts plaats vindt", zei hij vol vertrouwen, „doen zich heel wat kansen voor, c ik heusch niet onbenut zal laten. Wacht en toe, mijn zoon. Het eerste wat jij nu moet doefi met me mee naar huis komen, zoodat ik je de ffli kan nemen. De kleeren zullen dan klaar lig. je ze noodig hebt en dal kan, zooals je weet, alb< gauw zijn". In de verborgenheid van mr. Claye's kamer veiligheidshalve gekozen in een rustige achten straat werden Ninian's maten zorgvuldig genomen en genoteerd en daarna nam zijn vrie hem nog eens goed op. „Je moet doorgaan voor een jong geei die met vacantie is", lichte hij nader in, ten komend op zijn straks uiteengezet plan. „Je nv een Norfolk-jas dragen van heel donker gr' kleur met een van achteren sluitende boord een zwarten stroohoed, die je, zooals geestelijk dat doen, met een elastiek aan je jas bevesü Je draagt je horloge in de borstzak van je NorfoT jas, zoodat een stukje gouden ketting zichtbaarI Dat hoort zoo. Wat. mijzelf betreft, daar hoef je] het hoofd niet over te breken; het is niet de eerj maal dat ik in deze transformatie optreed". Drie weken later, toen mr. Claye 's avonds zj winkel sloot, werd hem een telegram tf zorgd. Het bevatte slechts vijf woorden. „Ktj met den volgenden trein. Bexendale". Mr. Claye wandelde naar het station en wachl zijn bondgenoot op het perron. Ninian stapte j nam hem apart en fluisterde in zijn oor: „Het is in orde. Ze vertrekt morgenochtend vrej uit Castleford en nèemt hier den trein van Sj naar Dublin. Via Hollyhead en Kingstown. En heeft het moois in haar groene tasch, die een ketting aan haar ceintuur bevestigd is. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 6