De Lotgevallen van een Collier
Subsidie H.O.V. en „Haarlems Bloei
wordt verhoogd.
NEKKIE-RAF
DÖNDERD'KÜ 29 AUGUSTUS '19ÏÖ
HAAR E E M'S D A G B E A U
Uit Haarlem's Raad.
Over huurschulden bij woningen van Centraal
Woningbeheer.
Bij onwil tof huurbetaling volgt
uitzetting.
Gewijzigde motie-Klein aangenomen.
Woensdagmiddag twee uur kwam de gemeente
raad van Haarlem in openbare vergadering bijeen
onder leiding van Burgemeester Dr. J. E. baron De
Vos van Steenwij k.
Aan mejuffrouw S. A. E. Antonisse werd op haar
verzoek eervol ontslag verleend als onderwijzeres
aan de Mr. J. H. Thielschool,
De door den heer Visser (c.-h.) aangewende
gelden van de besteding der gelden uit het Frans
Hals-potje zal bij de begrooting worden behandeld.
Ingekomen was een brief van Dr. J. F. M. Sterck,
waarin hij mededeelde dat hij bedankt als lid der
Commissie van Toezioht op de Stadsbibliotheek en
Leeszaal.
De voorzitter sprak een hartelijk dank
woord, waarmede de raad door applaus instemde.
VRAGEN OVER EEN SPEELWEIDE.
De heer Noordhoff (s.d.) stelde enkele vra
gen over een terrein aan de Ohmstraat, waarop
wethouder Rei na ld a (s.d.) antwoordde, dat het
in de bedoeling ligt op meer plaatsen in de stad
speelweiden aan te leggen, waarop de jeugd naar
hartelust kan ravotten, zonder toezicht. Spr. deed"
een dringend beroep op de omwonenden zulk een
speelweide niet als vuilnisbelt te gaan gebruiken.
Wat de speelweide aan de Ohmstraat betreft, daar
over is een kwestie tusschen twee vereenigingen
ontstaan en het is niet gelukt dit geschil op te
heffen. Voorop te staan dient, bij de beschouwing
van deze zaak, dat de speelweiden er zijn ten a 1 g e-
meenennutte. Indien één der beide vereenigin
gen een terrein voor 'n bepaald doel wil hebben, dan
behoort dit verlangen los van dit openbare terrein
te staan. Wenscht men een speeltuin goed, doch
dan moet deze kwestie behandeld worden los van
deze speelweide, welke B. en W. haar openbaar
karakter willen laten behouden.
De goedkeuring van de jaarstukken over 1939 van
de woningbouwvereeniging „Tuinwijk Noord" en de
Stichting „Centraal Woningbeheer" lokte eenige
discussie uit en een verklaring van wethouder Rei-
nalda (s.d.). Deze laatste was een gevolg van
eenige opmerkingen, welke de heer KleinSchip-
horst (r.k.) had gemaakt inzake huurverliezen
bij deze woningen, waarvan enkele bewoners naar
zijn meening aanzienlijke huurschulden hadden
gemaakt. Z.i. was hier iets gebeurd en zou hier iets
moeten gebeuren. Voorts drong hij aan op unifor
miteit bij de balansen. De wethouder stelde in
zijn antwoord vast, dat contracten contracten zijn en
dat huren moeten worden betaald. Het maken van
huurschuld (hoewel bij deze complexen gering als
men het totale bedrag omslaat over het aantal
woningen) is ongeoorloofd. B. en W. houden reke
ning met hen, die tengevolge van den nood der
tijden niet in staat zijn geweest hun huur te betalen,
maar zij willen optreden tegen hen, die niet on
macht gi doch onwillig zijn te betalen. Daar
om hebben B. en W. het besluit genomen binnen af-
zienbaren tijd een aantal woningen te ontruimen.
Daarbij zal met onmacht tot betalen rekening
worden gehouden, maar B. en W. konden niet ingaan
op het verzoek van den heer Castricum (r.k.),
die tevens voor buitengewone voorzichtigheid met
deze uitzettingen pleitte, om den raad over de ver
schillende gevallen van woningontruiming in te
lichten. In deze moet men de uitvoerende macht aan
B. en W. laten.
Het voorstel van B. en W. werd h. st. aan
genomen.
WIJZIGING AANLEG DREEF.
Het raadsbesluit van 28 Februari 1940 tot wijzi
ging van de Dreef, waarvoor op de begrooting een
bedrag van f 63.500 is uitgetrokken, heeft niet de
goedkeuring van Ged. Staten mogen verwerven,
omdat deze de aan dit werk verbonden uitgaaf te
hoog vonden en van meening waren," dat op 'n goed-
lcoopere en ook meer practische wijze zou kunnen
worden tegemoet gekomen aan de bezwaren, welke
ten aanzien van dezen verkeersweg worden gevoeld.
Het standpunt van Ged. Staten kon in de verga
dering niet veel instemming oogsten. Slechts de
heer Wolzak kon zich ermede vereenigen, om
dat hij stellig ervan overtuigd is, dat het welstands-
peil van de Dreef bij uitvoering van de plannen der
gemeente niet vooruitgaat en verschillende villa's
aanzienlijk worden gedupeerd als de tram vlak
daarlangs komt te rijden.
1 De beide andere sprekers, de heeren Klein
Schiphorst en Noordhoff (s.d.), verklaar
den teleurgesteld te zijn door den brief van Ged.
Staten. Eerstgenoemde las uit de mededeeling van
Ged. Staten, dat een goedkoopere verbetering van
de Dreef mogelijk, een erkenning, dat verbetering
inderdaad noodig is.
Wethouder Re i n a 1 d a had over de aanneming
van het voorstel van B. en W. geen moeilijken strijd
tp voeren, zooals uit het bovenstaande blijkt. Hij
wees erop, dat op 28 Februari j.l. z. h .st. tot de ver
betering van de Dreef is besloten. Nu brengen Ged.
Staten tegen het raadsbesluit bezwaren te berde.
Zij hebben echter alleen over de financieele gevol
gen te oordeelen, de andere kwesties zijn des raads.
Nu kan spr. in volle overtuiging verklaren, dat B.
en W. na nauwkeurige bestudeering van de aan de
hand gedane oplossingen tot de conclusie zijn ge
komen, dat het raadsbesluit van Febr. goed is ge
weest, dat dit besluit juist met den welstand van de
Dreef rekening heeft gehouden. Het is niet waar,
dat bij uitvoering van de door den raad goedge
keurde plannen verschillende villa's worden
gedupeerd; slechts één villa heeft dit gedeeltelijk.
Bij de door den Raad gekozen oplosing wordt
de verkeersveiligheid 't beste gediend, b.v. bij de
halte Prinsenlaantje. En objectief bekeken is de door
Haarlem voorgestelde verbetering goedkoop, want
het verkeer op de Dreef is té frequent om een klin
kerweg in zandbed verantwoord te achten. Bij
onverhoopte niet-goedkpuring van het nieuwe
raadsbesluit zijn B. en W. in staat, doordat een
nieuwe suppletoire begrooting wordt vastgesteld,
over deze zaak een uitspraak van hoog'er gezag dan
dat van Ged. Staten te vragen.
De overwinning was hiermee voor B. en W., want
zij zagen hun voorstel z. h. st. aangenomen.
De heer Wolzak vroeg aanteekening te hebben
tegengestemd.
WIJZIGING UITBREIDINGSPLAN.
Tegen een wijziging van het uitbreidingsplan
„Zuid-West" was bezwaar gerezen. Dientengevolge
hadden B. en W. een gewijzigde wijziging voorge
steld, waartegen een bezwaarschrift was ingediend.
Mevr. V a n E c kT hiel (v.d.) opperde de mo
gelijkheid, dat het betreffende stukje grond zou
worden ingericht tot een kleine speelweide voor
jcnge kinderen. Dit zou, naar haar oordeel zeer
goed kunnen. Wethouder R e i n a 1 d a was het met
deze zienswijze evenwel niet eens. Daarvoor is het
terrein te klein. Tevens behooren speeltuinen en
De toren van de Zuiderkerk te A'dam,
de tweede historische toren van de
hoofdstad, welke geruimen tijd in de
steigers stond, is gerestaureerd
(Foto Pax-Holland)
speelweiden op logische plaatsen te liggen, wat z.i.
met het onderhavige stuk terrien niet het geval was.
Het voorstel van B. en W. werd z. h. st. aangeno
men. Mevr. van Eok-Thiel liet haar tegen aantee-
kenen.
ONTHEFFING AANSLAGEN
PRECARIOBELASTING.
De door B. en W. voorgestelde gedeeltelijke ont
heffing van aanslagen in de precariobelasting-
1940 voor benzinepomphouders kon niet de volle
instemming van den heer v. d. Storm (neutr.)
hebben. Hij wenschte een verdergaande tegemoet
koming aan de benzïnepomphouders en diende daar
toe een voorstel in, waarvan de quintessens was,
dat de precariobelasting op evenredige wijze met de
daling van den benzineverkoop zal worden ver
laagd.
Wethouder B ij v o e t bestreed dit voorstel op vrij
uitvoerige wijze, daarbij betoogende, dat het in strijd
was mét art 275 van de Gemeentewet en belasting
technisch niet uitvoerbaar. De heer Castricum
vestigde de aandacht erop, dat B. en W. de benzine
pomphouders reeds tegemoet willen komen.
Het voorstel-v. d. Storm verwierf slechts 3
stemmen, die van de dames ScheltemaConradi,
Van EekThiel en de stem van den voorsteller. Het
voorstel van B. en W. ging er daarna z. h. st. door.
STRAATNAAMBORDEN.
B. en W. wemschen een betere straataanduiding
te verkrijgen door het bijplaatsen van een aantal
borden, een plan dat zeker toegejuicht mag wor
den. Die toejuichingen waren ook uit den raad te
hooren, doch er werden ook nog wenschen geuit.
De heer Geluk wees op het schuilgaan van een
aar,tal borden achter klimop enz. en vond het
thans nog in 't Zuiderhoutpark toegepaste systeem
(borden op palen) beter. De heer Noordhoff
zou gaarne een toelichtende verklaring onder den
straatnaam geplaatst zien, zooals b.v. in Heem
stede. B. en W. verklaarden, bij monde van wet
houder R e i n a 1 d a, voor dit denkbeeld te voelen.
Hun voorstel werd z. h. st. aangenomen.
DE H.O.V.-SUBSIDIE.
Hierna kwam aan de orde het voorstel van B.
en W. het voor 1940 aan de H.O.V. .verleende sub
sidie vain f 15.000 op f 25.000 te verhoogen.
Niet alleen in de pers, maar ook in den raad
heeft dit voorstel een goede ontvangst gehad. Alle
sprekers konden zich volkomen met de indiening
verheugen.
De heer Noordhoff zeide in zijn betoog, dat
nu niet de gedachte mag postvatten, dat door aan
neming van dit voorstel de schuldenportie der ver-
eeniging of de salarissen der orkestleden beter
worden. Dat is niet het geval. Naar spr.'s inzicht
zou het door de orkestleden gederfde salaris (de
salariskorting van 30 pet.) onder de preferente
schulden moeten worden gerangschikt. Hij drong
er bij B. en W. ook op aan een eerlijke poging te
wagen, dat het personeel der H.O.V. een vertegen
woordiger in het bestuur zal krijgen en opperde
tevens de gedachte, dat ook het dagelijksch be
stuur der gemeente in het H.O.V.-bestuur vertegen
woordiging zal krijgen, wenschen, die ook door
andere sprekers, o.a. de heer Hilbrink (r.-k.),
naar voren werden gebracht. Deze vroeg eveneens
of het niet mogelijk was, dat H.O.V. meer in de om
geving, b.v. Zaandam en Alkmaar, ging concertee
ren.
De heer Bakker deed B. en W. en het H.O.V.-
bestuur het ernstige verzoek de volksconcerten niet
op Zondag te houden. Daardoor wordt het een
aantal bezoekers, die uit principe tegen concertbe
zoek op Zondag zijn, onmogelijk gemaakt naar het
orkest te gaan luisteren. Nu spr. enkele dagen ge
leden in H.D. gelezen had, dat het in de bedoeling
lag de volksconcerten in verband met de verduis
tering op Zondag vast te stellen, drong hij er ern
stig op aan de voorwaarden zóó te stellen, dat de
volksconcerten op werkdagen worden gegeven.
De heer v. d. Storm had opgemerkt, dat 25 pet
van de orkestleden buiten Haarlem woonde en was
van oordeel, dat als Haarlem het orkest helpt de
leden daarvan in Haarlem behooren te wonen.
Nadat de heer Wolzak gevraagd had naar een
verhooging van het subsidie van rijk en provincie
en mevr. v. E c k -T h i e 1 den wensch had uitge
sproken, dat deze steun aan de H.O V. gevolgd zal
worden door een blijvend verhoogd subsidie, was
het woord aan wethouder Westerveld, die ver
heugd was over de instemming, waarmede het
voorstel was ontvangen. Op verschillende vragen
wilde hij nu niet nader ingaan, omdat thans het
verhoogde subsidie slechts dient om de zaak tot
1941 aan den gang te houden. Dan moet alles goed
geregeld worden en zullen de verschillende naar
voren gebrachte kwesties grondig besproken wor
den. De salarissen der orkestleden hebben de volle
VOOR DE KINDEREN
Mijnheer Raf wordt netjes neer
gezet voor zijn deur, door den ooie
vaar.
„Och, wacht even, Langpootje, dan
kan je me naar de concertzaal bren
gen."
Vlug grijpt hij zijn muziekinstru
ment, de mandoline. De mandoline
heeft hij zelf gemaakt. Ze bestaat uit
een halve, uitgeholde kokosnoot, een
lat en een leege garenklos. De snaren
waren van dun touw. En een muziek
dat er in zat! Ondertusschen denkt
mijnheer Raf „Wat zullen ze wel
zeggen, als ik met zoo'n lucht-taxi
komt! O, die Langpootje, ha-ha-hal"
Aldus toegetakeld zet Raf zich op
den rug van den ooievaar.
„Ho, Langbeentje," zegt Raf, toen
ze eindelijk aan het bosc.h kwamen.
„Kijk, ze' hebben zoowaar het bosch
voor mij verlicht! Kijk eens, hoe
feestelijk het er uitziet, allemaal
lampions en vetpotjes."
Heer Langbeen kijkt eens goed,
maar denkt: „Dien Raf is het vast in
zijn bol geslagen. Ik zie wel iets glim
men, maar dat zijn toch die gewone
glimwormen maar!"
Langbeen zet Raf aan den rand
van het bosch. Nieuwsgierig, blijft de
ooievaar even kijken. Daar wordt
zoowaar die verwaande Raf verwel
komd door mijnheer Klinknagel, den
smid, die ook politieagent is bij ko
ning Nobel.
„Hé," zegt Raf, „jij ook hier, mijn
heer Klinknagel? U moet zeker hier
de drukte regelen, hedenavond? Ja,
ja, zoo'n beroemd zanger als ik ook,
brengt heel de bevolking op de been."
Klinknagel knipoogt eens naar den
verbaasden ooievaar en zegt„Ha,
ha, mijnheer doet niet minder en
wordt maar gehaald en gebracht. Het
hoedje staat u goed, mijnheer Raf."
aandacht van B. en W. en deze zijn voorts i
plan aan het H.O.V.-bestuur voor te stellen
nauwer cartact met de Commissie van Toezichl
komen. Het provinciaal subsidie zal niet verho
worden, maar de mogelijkheid bestaat, dat
Rijkssubsidie van f 2500 op f 4500 wordt gebra
Spr. eindigde zijn betoogd, dat hij. begonnen i
met het uiting geven aan zijn spijt, dat hij in
vorige vergadering zoo onduidelijk was begre;
dat men van f 30.000 subsidie voor de H.O.V. hi
gesproken"), met een beroep op de burgerij om
toonen, dat haar de H.O.V, ter harte gaat.
Z.h.st. werd het voorstel aangenomen.
INSTALLATIEHUUR,
Tenslotte heeft de heer Klein (r.-k.) nog;
motie verdedigd, om hen, die door de petroleu
distributie gedwongen zijn gas over den mu
meter te betrekken en door de meterhuur een
redelijk hoogen prijs per M3. moeten betalen,
semoet te komem. Als criterium wilde hij la
gelden voor het in aanmerking komen voor d
verlaging het niet-aangeslagen zijn in dé inko
stenbelasting,
Wethouder B ij v o e t antwoordde, dat het pi;
Klein B. en W. niet onsympathiek is. B. en W
bereid in het voorstel-Kleim te treden zoolang d
bijzondere tijden duren, waarmee zij echter t
willen verklaren, dat zij installatiehuur onrede
achten. Er zijn ook bezwaren het door den h
Klein aanvaarde criterium over te nemen, m
toch zien B. en W. een mogelijkheid zulk een p
uit te voeren, indien de directeur van het bed
aansluiting weigert aan hen, van wie men
vermoeden, dat zij niet op redelijke gronden a
sluiting vragen. Voor de categorie voor wie de
gemoetkoming moet gelden, moet de installal
huur vastgesteld worden op 1 cent per gebruf
M3. over 3 maanden, warneer over dat tijdi
minder dan 60 M3. gas wordt betrokken.
Nadat de heeren Klein, Castricum
van oordeel was. dat de meterhuur moet venh
nen) en Happé (v.-d.) (die behandeling derg
tarieven bij de volgende begrooting vroeg) i
hadden gesproken, wees de wethouder en
met nadruk op, dat een gezonde bedrijfspollt
niet ondergeschikt mag worden gemaakt aan
sociale taak der bedrijven, waarna het voorsteli
den wethouder na intrekking van de mol
Klein z. h. s.t werd aangenomen.
Tijdens het debat over deze kwestie ontnam
voorzitter den heer Castricum het woi
toen deze over den volgenden oorlog wilde g;
spreken. De heer Castricum was hierover zoo v
stoord, dat hij uit protest de vergadering verliet,
VERSTERKING POLITE
De Voorzitter deelde mede, dat de Ha
lemsche politie niet met. 30, doch met 20 man
worden versterkt. De verordening werd dienovi
eenkomstig gewijzigd.
Het voorstel de subsidie voor Haarlem's B)
over 1940 met f 1500 te verhoogen werd z. d.
z. h. st. aangenomen.
BENOEMINGEN
Tot bestuurslid van de Vereeniging voor Nijv,
heidsonderwijs werd benoemd ir. H. J. M. Bekki
te Heemstede; tot leden der Commissie inzake!
chamelijke Opvoeding de heeren A. H. de Bru
Jr., A. W. Roggeband, Joh. van Egmond, A.
Tijsseling en mej. L. Kuiper; tot leeraressen i
de Middelbare School voor Meisjes met 5-j. c.
J. J. Hofkes en mevrouw M. M. Boldingh en
leeraar aan de H.B.S. a met 5-j. c. de heer W,
L. Mügge, te 's-Gravenhage.
De overige agendapunten werden zonder dise
sie of stemming goedgekeurd.
Het voorstel tot profielwijziging van gedeel
van den Kleverparkweg en de Bre'derodestr
werd van de agenda afgevoerd.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RAI
CENTRALE OP VRIJDAG 30 AUGUSTUS
Progr. 1. Jaarsveld. Van 10.30 n.m.11.30 n
Gram. platenconcert voor de Radio Distributie,
Progr. 2: Kootwijk.
Progr. 3: Duitsch station.
Progr. 5: Idem.
7.008.00 Eigen gramofoonplatenconcert. Vi
Lynn en Denny Dennis, Wiener Bohème Orkf
Sam Browne, Will Glahe.
Va Lynn en D. Dennis. 1. I let a song go out ofi
heart, Denny Dennis; 2. Daydreaming, Vera Lji
3. Two sleepy people, V. Lynn en D. Dennis; 4. Sib
mer Sweetheart, Vera Lynq; 5. While a cigarf
was burning, Denny Dennis.
W. B. Orkest. 6. Hofballtanze; 7. El Turia; 8. ffi
zer auf Walzer; 9. Donausagen. 10. Weaner Madli
Sam Browne. 11. Tears on my pillow; 12. Ther
something wrong with the weather; 13. Lonely.
14. I get along without you very well.
Will Glahe. 15. Sensation; 16. Weekend; 17.1
Gansemarsch; 18. Standchen auf dem Regenbogi
19. Jede Stunde ohne dich.
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN.
Bril, Weber, Oranjestraat 33; breiwerk, zijsti
varn motorkap, oorbel, vulpen, Bureau van Politi
Smedestraat: duimstok, Breewer, Geweerstraat 1
hond, v. d. Laan, Gen. de la Reystraat 52; heerei
regenjas, v. Hattem, Assendelverstraat 49; vetkaa
Keizer, Floresstraat 7; snoer kralen, Teves, Brei
rodestraat 5; popje, de Bruyn, Hoeufftstraat, 3 ha
renportemonnaie, Huyboom, Steenbokstraat 7; (i
mesportemonnaie m. i., de Mink, Tugelastraat
regenpijpen, Stolkwijk, Jansstraat 6, kinderschol
tje, Wasmus, Ternatestr. 8; shawl, Zonneveld, Dl
venvoordestraat 34 rd.
door
NORMAN FRAZER.
30)
(Nadruk verboden).
Hij kon gaan waar hij wilde dor de hoofd
straten, rondom openbare gebouwen en stilstaan
waar hij wilde, op bruggen, pleinen of in plantsoe
nen. Hij kende wel den weg niet in Dublin, maar de
kans om in de binnenstad te verdwalen was niet
groot en bovendien bezat hij in zijn insigne een
„Sesam open u" bij alle politie-agenten. Maar hij
moest op zijn eigen oordeel afgaan en voor zichzelf
uitmaken wat de meest waarschijnlijke plaatsen
zouden zijn om Claye te vinden. Helaas was hij er
niet in geslaagd den sergeant te overtuigen dat bij
'n man als Claye die meest waarschijnlijke plaatsen
in gelag- of biljartkamers bestonden; zijn betoog
was beantwoord met het nadrukkelijk verzoek om
op straat te blijven.
Hij zwierf dien dag verscheidene uren door Dublin
zonder eenig succes evenwel en keerde 's avonds
terug naar den sergeant met pijnlijke voeten en
een stemming, die niet ver van het nulpunt was.
Maar Davidson vroolijkte hem al spoedig op met
een goed maal en toen de deur van zijn nachtver
blijf veiligheidshalve op slot en grendel ging, werd
deze bittere pil vergulde door 'n royale dosis warme
groc.
En den volgenden dag, na een ontbijt, dat hem
zijn dagtaak met nieuwen moed ded beginnen, was
de fortuin den jongen mr. Bexendale een beetje
gunstiger dan gisteren. Hij lummelde onverschillig
door Sackville street, handen in de zakken en pijp
in den mond, 't volmaakte beeld van een leeglooper
zonder-een-cent-op-zak, toen hij een uitzonderlijk
dikken en grooten man in het oog kreeg, die meer
in zijn richting tolde dan liep. Hij merkte den
leeglooper niet op, maar de leeglooper hèm des te
beter en de leeglooper was zeer verbaasd.
„Verdraaid als dat Joe Kilner niet is, die die
oestersalon in Upperhead Row in Leeds had! Wat
doet die hier?"
Ninian Bexendale draaide om toen de dikke man
hem voorbijgewaggeld was en volgde langzaam
mr. Joseph Kilner.
HOOFDSTUK XXIII.
Ninian Bexendale wordt het stilzwijgen
opgelegd.
De groote man tolde langzaam voort, knikte nu
en dan eens tegen een kennis,bleef hier en daar
even voor een étalage staan en maakte dan weer
een praatje met mensi&en die hij tegenkwam. Haast
scheen hij niet te hebben. Wanneer mr. Killner op
deze wijze zijn wandeling onderbrak, volgde Ninian
dit voorbeeld en gaf zich een houding door eveneens
een étalage te bekijken of zijn pijp opnieuw aan
te steken. Zoo volgde hij den dikkerd tot Lower
Abbey Street, waar hij hem een café zag binnen
gaan, boven welks deur het uithangbord de naam
Phelim Hanrahan droeg.
Tot op dit oogenblik en ook nog gedurende een
korte spanne tijds daarna, had Bexendale mr.
Joseph Kilner louter uit nieuwsgierigheid gevolgd.
Hij had hem in Sackville Street herkend als den
man die drie jaar geleden in Leeds de eigenaar
van een kleine oestersalon was geweest en die
sedert verdwenen was. De jongeman had wèl eens
vooral als hij 's morgens behoefte aan een hartig
hapje had gehad, een bezoek aan deze gelegenheid
gebracht en met den man achter de toonbank een
gesprek gevoerd, dat meestal over paardenrennen
en worstelwedstrijden liep. Als hij vrij in zijn doen
en laten en in het bezit van z'n normale uiterlijk
was geweest zou hij ongetwijfeld den heer Kilner
als 'n oude kennis hebben begroet, maar onder de
huidige omstandigheden moest hij zich ertoe be
palen om met weemoed aan den ouden tijd te den
ken.
Na eenigen tijd gewacht te hebben, begon Ninian
zich intusschen af te vragen waarom de gewezen
oestersalon-exploitant niet naar buiten kwam. Voor
een ochtenddronk duurde diens verblijf in het
cafétje rijkelijk lang. En de aanlokkelijke reclames
in het vensterraam wekten zoo sterk op de ver
beelding van den jongeman, dat hij, de vermaningen
van sergeant Davidson ten spijt, besloot een kleine
verkwikking te gaan nemen. De shillings en koper
stukken die in zijn zak rammelden, zaten daar im
mers niet voor niets en met klakkende tong en
verlangende lippen stak hij de straat over.
Hij liep het café binnen en daar troonde achter
het buffet, zonder jas en met opgerolde hemds
mouwen, niemand anders dan mr. Kilner, zijn
vlezige vingers bezig met een vaatdoek een glas
af te drogen.
Ninian Bexendale vischte een handvol kleingeld
uit zijn zak, zocht er een paar stuiverstukken uit
en vroeg, terwijl hij die op de toonbank depo
neerde, een flesch bier. Mr. Kilner haastte zich het
bestelde te krijgen, ontkurkte de flesch, schonk
den inhoud voorzichtig in een glas, hield dit tegen
het licht en beschouwde met vakmansoog de kwa
liteit, waarna hij het met een buiging voor den
klant neerzette.
„Als dat niet het neusje van den zalm is, laat
ik me villen", verklaarde de caféhouder vol trots,
schoof het geld in de lade en hervatte zjjn bezig
heid van glazen-afdrogen.
Mr. Bexendale liet het goudkleurige vocht met
welbehagen over zijn tong vloeien.
„Het smaakt werkelijk heerlijk", prees hij. „U
weet wat u uw klanten moet voorzetten, baas!"
Mr. Kilner aanvaardde het compliment met een
minzamen glimlach op zijn olifantengelaat.
„Bier", antwoordde hij, „dat wil zeggen gebot
teld bier, is niets waard als het niet in prima'
conditie wordt gehouden. U komt zeker uit Enge
land?"
„Ja", bevestigde Ninian.
„En uit het noorden, aan uw uitspraak te oor
deelen", vervolgde mr. Joseph Kilner.
„Zoo ongeveer", beaamde de bezoeker met zijn
lippen smakkend na een fikschen teug.
„Ik heb vroeger in Leeds gewoond", onthulde de
dikke man, blijkbaar geïnspireerd tot mededeel
zaamheid tegenover een landsman, „maar ik kom
oorspronkelijk uit Warwick".
„O ja?", klonk het belangstellend.
„Ja, maar ik ben hier best tevreden". En daarop
met een blik op het gezicht van den klant: „Wat is
er met uw oog gebeurd?"
Jk ben door een luik van mijn schip gevallen",
tegen den rand van een koffer terecht. Ik ben er
nog goed afgekomen".
„Dat ben je zeker", meende mr. Kilner deel
nemend. „Altijd een gevaarlijke plek, zoo boven het
oog".
Op dat moment ging de deur van een achterkamer
open en er kwam een goedgebouwd man de gelag
kamer binnen, een man met het voorkomen van
een militair, in een goedzittend donkerblauw pak
en met zijn linkerhand in een slinger die van een
zwartzijden zakdoek gemaakt was. Hij knikte vrien
delijk tegen den man achter de toonbank, wierp een
snellen monsterenden blik naar den leeglooper en
liep de straat op. onderweg met een blanke hand
langs zijn keurige, grijzende snor strijkend. De land-
looper zag de hand toen die werd opgeheven; hij
zette zijn glas op de toonbank en een bijna opmerk -
bare "zucht ontsnapte hem, een zucht van voldoe
ning. Want Ninian Bexendale wist dat hij mr. Ri
chard Claye gevonden had
Iedere twijfel was buitengesloten. Die sterke,
blanke hand kende hij uit duizenden hij had
twee ontsierende en onmiskenbare kenteekenen;
'n klein anker op de achterzijde van den pols ge-
tatoueerd en het ontbreken van den halven middel
vinger. Zooals hij zelf door een merkteekn aan
zijn hand verraden was, bedacht Ninian met grim
mig leedvermaak, zoo had zijn trouwelooze deel
genoot het zichzelf ook gedaan!
Nipian Bexendale's hersens werkten op vol toe
rental. Het was duidelijk dat Claye zich schuil
hield bij Kilner, ongetwijfeld een oude vriend van
hem. Was het mogelijk dat Kilner in het geheim
was? Ninian veronderstelde van niet; Claye zou er
heusch niet aan denken ook maar voor een penny
van de diamanten prijs te geven, nu hij den buit
heelemaal voor zich alleen had: daar was hij de
man niet naar!
Een gedachte schoot bliksemsnel door zijn geest
Hoe zou het zijn als hij Kilner voorstelde de duiten
samen met hem te deelen of Claye te dwingen hun
elk een derde tegeven? Dat iemand voor dergelijk
verleidelijk voorstel ontoegankelijk zou kunnen zijn.
was een overweging waarvoor in Ninian Bexendale's
brein geen plaats was. Om Davidson te waar
schuwen en de diamanten aan Miss O'Connor terug
te bezorgen ook dat kwam eenvoudig niet bij
lichtte Ninian in, „en kwam met mijn wenkbrauw hem op en met dat doel had hij warempel de
voorwaarden van dien goeden sukkel van a
detective niet geaccepteerd. Hij zou nog liev
ik-weet-niet-wat doen dan ze die vrouw met hs
gende pootjes gaan terugbrengen; het was al e
genoeg dat hij er een ander in had moeten hall
om te ze te pakken te krijgen....
De leeglooper nam met zijn eene oog den m:
in het buffet critisch op. Plotseling leunde hij ov
de toonbank en richtte zich fluistrend tot o
verbaasden mr. Kilner.
„Zeg baas ik zou je graag even privé wil»
spreken".
De dikzak legde zijn vaatdoek ner en schoof b
glas. dat hij juist aan het afwrijven M
terzijde.
„Als het soms om geld leenen te doen is. vrind,
begon hij.
„Daar hoef je niet bang voor te zijn", stek
de ander hem gerust. „Ik wou je over een part
culiere aangelegenheid spreken".
Mr. Kilner's verbazing nam zichtbaar toe, mi'
hij wenkte den zonderlingen klant toch hen)
volgen naar de zitkamer.
„En wat is er?", vroeg hij. van zijn superied
hoogte op Ninian neerkijkend.
„Je kent mij niet", opende de jongeman
vuur, „maar ik ken jou wel, Ik heb heel
dozijntjes oesters naar binnen gewerkt in je sak
in Leeds
„O ja?", klonk het achterdochtig. „Dat hebw
honderden menschen. Wat zou dat?"
„Wind je niet op, kerel", verzocht Ninian sussen
„Je zou me vast wel herkennen als ik die smeril
roode pruik en die lap afdeed en mijn eigen kleeri
aan had".
„Nu luister je eens naar mij", viel Kilner
'n tikje geprikkeld. „Als je een of ander....
Op zijn beurt liet Ninian hem niet uitsp"
ken.
„Wind je niet op, zeg ik nog eens. Ik za) ie
den droom helpen. Óm te beginnen, dat wü
Dick Claye. die daar net naar buiten ging".
„Zoo", zei Kilner. „Wel, wel! En wie is
71aye. als ik vragen mac
iWordt vervolgd)*