Speet en Spet
VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1940
HA'A'REEM'S DAGBEAD
•"«ik
jiiiii"
..mi.
Honkbal
Laatste kans voor H.H.C.
Een gelijk spel tegen V.V.G.A.
is voldoende.
Het programma van deze week vermeldt o.a. de
volgende wedstrijden:
Zaterdag:
le klasse: V.V.G.A. 1H.H.C. 1
(op het terrein van S.H.E.L.L.)
3e klasse: H.C.K. 2Celerïtas
(op het terrein van Celeritas).
Zondag:
2e klasse: T.H.B. 1Ajax 2
3e klasse: H.H.C. 3—R.C.T. 2
H.H.C. speelt Zaterdagmiddag haar laatsten wed
strijd krijgt en daarmede haar laatste kans óm
A.F.C. onder zich te laten. Als zij een gelijk spel
weet te behalen is zij reeds gered. V.V.G.A. heeft
echter beide punten noodig daar er weinig kans is
dat zij ook op Blauw Wit een punt veroveren zal.
Voor beide partijen hangt er dus veel van dezen
wedstrijd af en naar onze meening zal dat negen
tal winnen, dat de minste last van zenuwen heeft.
Maar wie, dat zijn zal, is op 't oogenblik niet te
zeggen.
De voor Zondag genoemde wedstrijd H.H.C. 3
R.C.H, 2 is een strijd tusschen de beide afdeelings-
kampioenen met als inzet het kampioenschap der
Haarlemsche derde klasse. Deze wedstrijd vindt
plaats op het terrein van H.H.C. en vangt aan om
2 u. 15.
De wedstrijd T.H.B.Ajax 2 wordt Zondagmor
gen om 10 uur gespeeld.
Voetbal
Voetbalwedstrijden zullen uiterlijk
2 uur beginnen.
Het bestuur van den N.V.B. heeft in zijn op Za
terdag 31 Augustus jl. gehouden vergadering be
sloten artikel 5, sub 4, van het Reglement Compe
titiewedstrijden, zoolang de verordeningen betref
fende de verduistering van kracht blijven, buiten
werking te stellen, hetgeen dus wil zeggen, dat het
aanvangsuur voor alle wedstrijden wordt vastge
steld op twee uur, zoo meldt de Sp.kr.
De toestemming aan vereenigingen haar thuis
wedstrijden met uitzondering van de wedstrijden te
spelern in het tijdvak 15 November15 Januari,
aan te vangen om half drie, wordt dus tot nader
berioht niet verleend.
Allen na ontvangst van een schriftelijk te ver
zoek van beide vereenigingen, hetwelk in het bezit
van het Bondsbureau moet zijn uiterlijk 4 dagen
vóór den datum van den wedstrijd, waarvoor het
verzoek geldt, zal het aanvangsuur latergesteld
kunnen worden.
WEDSTRIJDEN VAN DE TERRASVOGELS.
S.V. Terrasvogels spelen Zondag eenige vriend
schappelijke wedstrijden nl.:
Bloemendaal-comb.Terrasvogels-comfo. 10 uur.
Bloemendaal 4Terrasvogels 4 10 uur.
Bloemendaal vet.Terrasvogels vet. 10 uur.
Wielrijden
Haarlemsche Wielrenclubs.
De H.R.C. Excelsior hield Donderdagavond een
trainingsrit voor A-, B- en C-klassers over een af
stand van 37K.M. De juniores reden eveneens
over een afstand van 37 1/2 K.M.
De uitslag werd: 1 Ch. Schelfout, 2 E. Zekveld,
3 J. Walgien.
Uitslag juniores: 1 B. Petter, 2 H. Walgien, 3
Evers.
Waterpolo
BESLISSINGSWEDSTRIJD
WATERPOLODAG U. Z. C.
De op 24 Augustus vastgestelde beslissingswed
strijd van den waterpolodag van de U. Z. C. tus
schen D. W. R. en H. P. C. is thans opnieuw vast
gesteld en wel op Zaterdag 7 September te Utrecht.
Cricket
De eindgemiddelden van
Haarlem.
Batten
B. Kleefstra
P. de Lugt
P. Kruyt
A. Hartog
H. Boeree
O. Abendanon
W. Peschar
A. v. d. Bergh
J. J. Voogd
runs inn. n.o. h.s. aver,
174 11 0 75 15.82
70
110
40 14.-
0 37 12.22
91 12 4 28 11.38
75 12 2 33 7.50
54 10 2 17 6.75
73 12 1 21 6.64
43 8 1 11 6.14
35 11 1 21 3.50
Verder batten nog:
H. Healey 56 5 0 24 11.20
J. de Boer 6 3 0 4 2.
J. Elsinger 5 6 2 3 1.25
P. Goossens 15 1 0 15 15.
A. Maas 13 5 1 5 3.25
P. de Ruig 19 2 0 16 8.50
P. Groeneveld 12 3 0 6 4.
P. v. Tiggelen 13 2 0 10 6.50
Bowlen (minimum 20 overs).
O. M. R. W. A.
O. Abendanon 117 7/8 16 374 32 11.69
P. Groeneveld 22 4 78 4 19.50
A. v. d. Bergh 88 4/8 15 386 17 22.82
P. de Lugt 56 2/8 6 165 7 23.71
A. Maas 22 5 87 3 29.—
W. Peschar 35 3 162 5 32,40
Verder bowlden:
H. Boeree 17 0 161 5 32.20
J. J. Voogd 4 0 10 1 10.—
J. Elsinger 6 2/8 0 44 4 11.—
E. Kleefstra 2 0 6 0
P. de Ruig 10 2 44 3 14.67
A. Hartog 3 4/8 0 23 2 16.—
P. van Tiggelen 1 0 4 0
In 11 innings waren er slechts 38 extra's, gemid
deld dus 3.45 per innings.
Vangen en stumpen:
10: J. J. Voogd (5 gevangen, 5 gestumped).
6: B. Kleefstra, W. Peschar.
5: O. Abendanon.
4: P. Groeneveld.
3: H. Healey, A. v. d. Bergh.
2: A. Hartog, W. Onkenhout, A. Maas, P. de Ruig.
1: J. de Boer, P. de Lugt, P. Goossens, J. Elsinger.
Zwemmen
Duaimeet van H. P. C. tegen U. Z. C.
Als slot van het zomerseizoen zal H. P. C. op
Zaterdag en Zondag a.s. naar Utrecht vertrekken
om daar een dual-meet te houden tegen de Utrecht-
sche Zwemclub.
De dual-meet, die om 2 uur begint zal bestaan
uit de 100 Meter borstcrawl heeren, de 100 Meter
schoolslag heeren, de 3x50 Meter wisselslag estafette
heeren, de 50 Meter rugslag jongens, de 100 Meter
borstcrawl dames, de 100 Meter schoolslag dames,
de 3x50 Meter wisselslagestafette dames, de 5x50
Meter borstcrawl estafette jongens en dames. Hier
na zal het eerste heerenzevental van H'. P. C. dat
van U. Z. C. ontmoeten.
Om 7 uur des avonds wordt de terugweg weer
aanvaard.
Roeien
5-JARIG BESTAAN ROEIAFDEELING Z. V. V.
ZAANDAM 5 September. Deze maand bestaat
de roeiafdeeling van de Zaanlandsche Zeil Vereeni-
ging 5 jaar. Ter gelegenheid van dit eerste lustrum
zullen Zondag a.s. op de Voorzaan wedstrijden ge
houden worden, waar groote belangstelling voor
blijkt te bestaan, niet minder dan 15 vereenigingen
hebben voor dit roeifestijn ingeschreven, in het
hoofdnummer starten liefst tien ploegen.
Ter voorkoming van de organisatorische moei
lijkheden, gepaard gaande met een groot aantal
deelnemers, zijn twee banen uitgelegd, waarop
tegelijk geroeid zal kunnen worden. De eene baan
is uitgelegd ten zuiden van de jachthaven, de andere
ligt in noordelijke richting.
Dat de geestdrift onder de leden van de jubilee-
rende roeiafdeeling der Z. V. V. groot is, spreekt
vanzelf. Steeds melden zich weer personen als lid
aan. Jonge mensehen van den Zaankant, die het
mooie van deze sport hebben kunnen gadeslaan en
aanvoelen. Deze belangstelling van de zijde van het
publiek, blijkt ook wel uit het toetreden van den
burgemeester van Zaandam, mr. dr. J. in 't Veld,
die reeds lang als actief lid van de roeiafdeeling
deel uitmaakt.
Wandelsport
GROOTE LÏEFDADIGHEIDSMARSCHEN.
Op Zaterdag 7 en Zondag 8 September worden te
Haarlem, door de Wandelsportvereeniging „St. Boni-
facius", de jaarlijksche liefdadigheidsmarschen ge
houden.
De start vindt plaats des Zaterdag om 3 u. en des
Zondags om 12 uur vanaf café-restaurant Dreef-
zicht.
Tot op heden zijn .ruim 500 deelnemers(sters) in
geschreven en, mocht het weer medewerken, dan
zullen zeker de 700 bereikt worden.
De Duitsche meeningen over de
Nederlandsehe Jaarbeurs.
De Deutsche Zeitung in den Niederlanden heef'
een speciale bijlage aan de Nederlandsehe Jaar
beurs gewijd, waarvoor de Duitsche Rijksministers
Seysss Inquart en Funk een inleiding hebben ge
schreven.
De Rijkscommissaris prijst het besluit om de
Jaarbeurs te laten doorgaan als een blijk van ver-
heugende kracht tot daden, zoowel van Neder-
landschen als van Duitschen kant. „Wij begroeten
alles, wat geschikt is, om de samenwerking te
verdiepen en de kennis van elkander te vergrooten.
In dit opzicht heeft de Utrechtsche Jaarbeurs
boven de engere oeconomische belangen uit een
hoogere zending te vèrvullen".
Dr. Seyss Inquart constateert, dat de vormen
van een nieuw Europa zich reeds afteekenen. Deze
groote ruimte te bedden in een verstandig geleide
wereldhuishouding, moet in de komende weken en
maanden het streven zijn van allen, die zich hun
verantwoordelijkheid bewust zijn".
Van verstrekkende beteekenis zijn de uiteenzet
tingen van den president van de Duitsche Rijks
bank, die schrijft:
De historische omwentelingen van de laatste
jaren hebben het begrip van een nieuw Europa
"óp den voorgrond van het publieke bewustzijn ge
schoven. Het inzicht in deze ontwikkeling be-
teekent tevens de mobilisatie van nieuwe econo
mische krachten. De belangstelling voor deze din.
gen is brandend geworden. Men zou op alle con
crete vragen gaarne concreet willen antwoorden;
maar het moet een keer gezegd worden, dat de
tijd daarvoor nog te vroeg is. Nog spreken de
wapenen! Eén ding spreekt echter Van zelf: het
nieuwe Europa wordt niet op dogmatische postu
laten opgebouwd. Ontzaglijk veelzijdig zijn de
opgaven, die opgelost moeten worden en die diep
gaand overleg en onderzoek behoeven. Werk ge
noeg voor politcus en oeconoom! Vast staat echter
reeds het doel en vast staat ook het principieele
in de kwestie van de .middelen.
De verwezenlijking van dit doel zal definitief
een einde maken aan het leegloopen en tegen
elkaar ingaan van de Europeesche oeconomische
krachten. Alle productieve krachten van de Euro
peesche ruimte zullen tot ontwikkeling worden ge
bracht, voorzoover zij noodzakelijk zijn om de
veiligheid en den sociaal.oeconomischen opgang
van deze ruimte te bereiken. Duitschland wenscht
als sociaal hog ontwikkelde staat tusschen sociaal
hoog ontwikkelde buurstaten te leven en onder dit
parool verbinden zich de Duitsche belangen zonder
verderen omhaal met de belangen van geheel
Europa.
Staatsrat Hebnuth Wohlthat schrijft over de
geo-politieke positie van ons land aan de mondings
delta van den Rijn en over de verbindingen met
onze overzeesche gebiedsdeelen:
„In de toekomst zal het Groot-Duitsche Rijk als
achterland voor de ontwikkeling en uitvoer van
De jaarlijksche geitenkeuring, uitgaande van den bond van geitenfokvereeni-
gingen in Gelderland, is Donderdag te Culemborg gehouden.
(Foto Pax Holland)
SeptembermaandArtismaand Mooi weer en verlaagde toegangs
prijzen nopen thans vele Amsterdammers tot een bezoek aan hun
fraaien dierentuin. De apenrots trekt aller belangstelling
(Foto Pax-Holland)
de landbouw- en industrieele productie nog meer
dan in vroegere perioden den doorslag geven. Het
hooge prestatievermogen van de bodemcultuur en
van de geheele landbouwproductie in Nederland
zal met grootere uitvoermogelijkheden naar de
Middel-Europeesche ruimte kunnen rekenen dan
in het verleden* Le Nederlandsehe industrie zal
voor zoover zij niet op kunstmatige grondslagen
rust, goede mogelijkheden van bezigheid voor het
verbruik in Midden-Europa vinden, dat in buiten-
gewonen omvang kan worden opgevoerd.
Deze gunstige vooruitzichten voor het Neder
landsehe bedrijfsleven krijgen nog een bijzonder
accent vanwege de verkeerspositie van zijn groote
zeehavens ten aanzien van het systeem van dp
Duitsche en Europeesche waterwegen. Duitsch
land beschouwt den aanleg van het Rijn-Main-
Donaukanaal als een van de voornaamste ver-
keerspolitieke opgaven van het Rijk Een Euro
peesche Rijn.Donauspil, welke de industriegebie
den van Noord-West-Europa met de landbouw-
staten van Zuid-Oost-Europa verbindt en welke
door de uitbreiding van een Duitsch waterwegen
net de zeehavens van Noord- en Oostzee met de
Zwarte Zee in verbinding brengt, zal ook in bij
zondere mate ten goede komen aan scheepvaart
en handel van Nederland. In een groot-ruimtelijke
politieke ordening van Europa zal ook een grootere
veiligheid voor het geld- en kapitaalverkeer ge
schapen worden, welke den oecortomischen onder
nemingsgeest den weg zal openen tot de uitvoering
van vele plannen die door de beletselen van de
transfer in het verleden niet kon worden onder
nomen. De nauwe verbinding, welke van oudsher
ook op kapitaalgebied tusschen Nederland en
Duitschland bestaan heeft, zal in de toekomst
weer tot nut van beide deelen tot ontwikkeling
kunnen worden gebracht".
Ook dr. Hans Fischböck, de commissaris-gene
raal voor financiën en oeconomie, schrijft eveneens
dat de Utrechtsche Jaarbeurs, die niet een beperkte
nationale onderneming, maar als internationale in
richting wereldbekend is, een belangrijke schakel
zijn kan bij de ontsluiting van een weg naar het
achterland; zij kan en moet als wegwijzer den par
ticulieren belanghebbenden prikkels en ideeën
geven.
De A. K. U. in 1939.
Dividend 4 waarvan 2 °/o dadelijk betaalbaar.
In het jaarverslag van de Algemeene Kunstzijde
Unie zegt de directie o.a. het volgende:
De afzet van kunstzijde, die in 1938 een ernstigen
tegenslag had ondervonden, kon zich tegen het einde
van dat jaar en in het begin van 1939 herstellen.
Voor onze fabrieken in de Vereenigde Staten en in
Engeland was dit een heugelijke ommekeer. Ook
voor onze conjunctuurgevoelige Nederlandsehe be
drijven, die voor zoo'n overwegend deel van hun
productie op export zijn aangewezen, gold hetzelfde,
Tegen het midden van 1939 werkten de fabrieken
te Ede en Arnhem op volle kracht.
Alles bij elkaar genomen gaf 1939 zoowel voor
onze buitenlandsche als voor onze Nederlandsehe
bedrijven reden tot tevredenheid. Dit neemt niet
weg dat, zoolang aan den internationalen goederen^
ruil zooveel moeilijkheden in^den weg worden ge
legd als in de laatste jaren en met name thans het
geval is, de positie dezer laatste wisselvallig blijft,.
Dat door de oorlogsverhoudingen de verbindingen'
met onze buitenlandsche fabrieken zouden worden
bemoeilijkt, was niet te ontgaan. Wij hebben dan
ook daaruit de consequentie getrokken eener vol-
Dank U welmijnheer
door COR BANDT Szn.
3E baas zat, breeduit en zelfbewust, ach
ter zija bureau. En het manneke stond er
vóór. Het waren twee schrille tegenstel
lingen, die beide menschen. De een forsch
en breed en groot, de ander klein, smalletjes en
met sluike haren. Het manneke wachtte gedul
dig tot de groote baas wilde opkijken van zijn pa
pieren. Hij wachtte in een bijna onderdanige
houding, die echter steeds veranderde. Blijkbaar
meende het ventje nog niet de juiste houding te
hebben aangenomen tegenover zijn grooten
baas. Beverig streken zijn handen door de sluike,
spaarzame haren, zenuwachtig plukte hij hier en
daar een denkbeeldig pluisje van zijn vaal-blauwe
costuum, waarvan de pantalon bedenkelijk glom.
Opeens keek de man achter het bureau op, wreef
zich over het voorhoofd en legde bedachtzaam
den bril op de papiermassa.
Vragend keek Blioksum het manneke aan.
„Ehikehwilde
„Ja, dat begrijp ik!" viel de baas hem onge
duldig in de rede. „Je wilt natuurlijk wat. Vertel
op
Het manneke verschoot van klem.', stotterde,
slikte, praatteonhoorbaar. Geen verstaan
baar geluid kwam uit zijn malenden mond.
„Nou?" vroeg de baas.
„Ik.... eh.... ja, U moet het mij maar niet
kwalijk nemen, maar.eh". De baas stond op.
plantte zijn vuisten in de zij en ging vlak voor het
ventje staan: „Wat moet je van me?" bulderde
hij.
Het arme mannetje staarde naar zijn
schoenen, niet in staat één duidelijk woord uit
te brengen. Hij stamelde, stotterde, sputterde.
,Hoe heet je eigenlijk?" vroeg de directeur.
„Van welke afdeeling ben je?"
„Jansse met twee essen en zonder „n", mijn
heer" mompelde het ventje schuchter, blij, dat
hem iets gevraagd werd, dat niet direct verband
hield met zijn verzoek.
„En ik ben van de boekhoud-afdeeling, mijn
heer."
,Zoo!" zei de baas en méér niet.
Woör was het stil. Jansse transpireerde zichtbaar.
„Ik wilde u een verzoek doen. mijnheer".
,Nou? Dóé 't dan", adviseerde de baas en
er scheen een twinkeling in zijn staalgrijze oogen
te willen komen,
„Tja, ehmijn vrouwehzei me,
dat ikeh.... u moest vragen...."
„Maar wat is dat dan, kerel? Doe je mond toch
open. Ik zal je niet opeten, ik ben geen kanni
baal
„Daar ben ik van overtuigd, mijnheer" haastte
Jansse zich te zeggen. „Dat weet ik wel, mijn
heer, maarik wilde graag vanmiddag vrij
zijn
Jansse zuchtte zoo diep als hij maar zuchten
kon. Het was eruit. Hij had het gezegd.
Het opkomende lachje op het gezicht van
den baas was meteen verdwenen. Hij zag klaar
blijkelijk niets amusants méér in den stotterenden
Jansse.
„Maar.stamelde de baas.nu op zijn beurt
„Hoe kom je daar nu bij? Midden in het seizoen,
terwijl ieder zich half gek werkt, terwijl elk
moment van den dag moet- worden uit
gebuit omdat we anders achterop ra
kenin dezen tijd van concurrentie
man, ik begrijp niet, hoe je het durft te vra
gen
„Begrijp ik ook niet, mijnheer, begrijp ik ook
niet" verzekerde Jansse zijn werkgever haastig.
„Ik weet wel dat het druk is, ik zie ook wel in,
dat u mijn verzoek niet kunt inwilligen, maar ik
móést het vragen! Het is zéér dringend, ziet u."
„Hm", meende de baas te moeten grommen.
„En wat is dat dan wel?"
„Ach, eigenlijk niets bijzonders, mijnheer
„Wat?" De directeur begon weer te schreeu
wen. „Neem je me nu in de maling of hoe is
het? Eerst zeg je, dat het dringend is en dan be
weer je dat het onbelangrijk is. Wat wil je nou
eigenlijk, man?"
„Kijk, mijnheer", zei Jansse en hij schuifelde
zenuwachtig met zijn voeten. „Mijn vrouw heeft
me gezegd, dat ik u moest vragen of ik vanmid
dag vrij mocht hebben. Ze moet wat bood
schapjes doen en zij vindt het zoo naar om die
op den drukken Zaterdagmiddag te doen, ziet
u?" De baas liep rood op, brieschte en bulderde
tenslotte, naar lucht snakkend: „Ben je me dit
en me dat, kerel? Boodschapjes doen? En
daarvoor een vrijen middag vragen. Waar haal je
de brutaliteit vandaan? Is het in je bol gesla
gen? Betaal ik je daarvoor? om je vrije midda
gen te geven om boodschapjes te doen? Ik moest
je eigenlijk meteen de laan uitsturen, weet je
dat? 't Is omdat ik medelijden met je heb, kerel".
„Dusmijnheer, krijg ik niet vrij?"
„Nee, nou nog mooier. Je kunt vrij krijgen, ja
ie kunt vanmiddag boodschapjes doen en nog een
paar maanden daarna ook, als je daar zin in
hebt. En dan kan je nog twee maanden salaris
meenemen. Maar kom dan niet meer onder m'n
oogen.... heb je dat soms liever?"
„Nee, meneer ik vraag al niet eens meer.
Heusch nietdusik krijg niet vrij?"
.D'ruit, D'ruit! Je krijgt geen vrij, brutale
hond, dat je bent!"
Jansse retireerde. Doodsbleek trok hij de deur
achter zich dicht. Hij liet een van woede trillende
directeur achter.
Dien bewusten middag. Er werd geklopt. De
personeelchef kwam binnen, „Ik wilde u even
spreken over de door u jaarlijks uitgeloofde pre
mie van vijfhonderd gulden, mijnheer" begon de
personeelchef Jacobs voorzichtig.
„Goed, maar maak het kort."
„Juist, mijnheer" stemde Jacobs haastig toe.
„Er zijn dit jaar twee menschen die zich zéér
onderscheiden hebben, mijnheer Blicksum.
Eigenlijk verdienen ze beiden de premie van vijf
honderd gulden. De één heeft door een nieuw
systeem vijftienduizend gulden bespaard en de
ander heeft twintigduizend gulden voor de zaak
verdiend."
„Zóó" zeide directeur nadenkend. „Dan heeft
de man die de twintig mille voor de zaak heeft
verdiend méér recht op die premie dan hij die
dat andere bedrag bespaard heeft, vindt u zélf
ook niet?"
„Precies mijn meening. Duszullen we de
vijfhonderd gulden dus maar aan Jansse toewij
zen?"
„Wat?" brulde de directeur „Jansse? Met twee
éssen en zónder „N"? Die kerel? Van de boek
houd-afdeeling?"
,Dat is 'm, mijnheer" bevestigde de personeel
chef.
„Nooit, nooit. Geef de premie aan den ander,
Hoe heet die bespaarder?"
„Preciesmans".
„Geef de premie aan Preciesmans, die man heeft
het ten volle verdiend".
„Goed, mijnheer" mompelde Jacobs en hij
kon zijn verwondering amper verbergen.
Nóg is het een raadsel waarom Jansse die pre
mie niet kreeg. Die had toch 20.000 gulden ver
diend, terwijl Preciesmans alleen maar een klei
ner bedrag had bespaard.En ook Jansse snapt
het nog niet, want hij zei 's avonds nog tegen zijn
vrouw „Snap jij er iets van, Marie? Preciesmans
werd des ochtends nog door den baas zijn huid
volgescholden omdat hij een vrijen middag
vroeg. de baas schijnt mij niet te mógen en
tk heb hem toch nog nooit in den drukken Hid
om een vrijen middag gevraagd
(Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehou
den.).
ledige bestuursscheiding tusschen de A. K. U. es
de Vereinigte Glanzstofffabriken A. G., de I. p
Bemberg Aktiengesellsehaft, de Boehmische Glanz-
stoff-Fabrik en de Erste Oesterreichische Glanz-
stoff-Fabrik A. G., St. Poelten.
Alle bestuursfuncties in genoemde vennootschap,
pen zijn door onze Nederlandsehe bestuurden
neergelegd. Tegelijkertijd hebben alle niet-Neder-
landsche bestuursleden in onze onderneming het
zelfde gedaan, zoodat thans directie en raad v
commissarissen uitsluitend door Nederlanders z
bezet.
Zooals wij in vorige jaarverslagen mededeelden,
konden de Nederlandsehe fabrieken slechts trach
ten, hun producten zoo goed mogelijk op peil t!
houden door een onafgebroken streven, een veris,
ging van den kostprijs te doen samengaan met ca
verbetering van de qualiteit. Bij eiken conjunctuur-
opgang, zooals in 1937 en 1939, bleek uit de snelle
verbetering van de financieele resultaten, dat wj
inderdaad in die richting veel bereikt hebben.
Tot aan het eind van het verslagjaar gelukte he;
de velerlei moeilijkheden te boven te komen.
De winst- en verliesrekening per 31 December
1939 wijst een saldo winst aan van f 9.559.429,21,
(ongeveer twee keer de winst over het vorig jaar),
Voorgesteld wordt, dit winstsaldo als volgt
verdeelen:
Prioriteitsaandeelèn 6 pet: f 2.880; Cum. pref. aan-
deelen 6 pet: f 107.790; Gewone aandeelen 4 pci,
met dien verstande, dat van dit dividend 2 pet. direct
betaalbaar gesteld zal worden en de rest eerst op-
vorderbaar zal zijn, wanneer en naarmate he;
hetzij ineens, hetzij in gedeelten, door den Raad va»
Commissarissen zal zijn betaalbaar gesteld;
f3.328.620.
Overboeking op nieuwe rekening: 6.120.139.2L
Haarlemsche Orkestvereenigi
;ing,
Toen de bijna 60-jarige Haydn in Juli 1791
de reis naar Oxford ondernam, om in een plech
tige promotie het eere-doctoraat te aanvaarden,
dat de aldaar gevestigde universiteit hem ver-
leered had, nam hij in zijn koffer de partituur
eener drie jaar vroeger voor Parijs geschreven
Symphonie mee, die in de plaats trad voor d>
oorspronkelijk voor de plechtigheid bestemde com
positie. Sindsdien heeft die Symphonie den naani
„Oxford"-S. gekregen. Haydn zelf schijnt haai
bijzonder hoog te hebben gesteld. Daar was dan
ook wel reden toe. Want zij draagt de kenmerken
van Haydn's nieuwen, laatsten stijl: zorgvuldige,
tot de uiterste consequenties doorgevoerde themati
sche bewerking en daardoor verkregen volkomen
organische eenheid, in zóó hooge mate dat geen
zijner nog later geschreven z.g. Londensch»
Symphonieën haar in dit opzicht overtreffen kon
In het Allegro spirituoso en in het Presto hei
eerste en het laatste hoofddeel dus zijn de
hoofdthema's of fragmenten daarvan haast me;
van de lucht. In kunstige combinaties treden zij
nu in deze, dan in gene ligging of instrumenten,
groep op, soms in canonische samentrekkingen,
die den hoorder haast verbijsteren. Mozart heef;
daar ook wel leering uit getrokken, wat iede:
gemakkelijk zal inzien, die de dodrwerking van hel
eerste hoofddeel van Haydn's Symphonie verge
lijkt met die van Mozart's „Don Giovanni"-
Ouverture. Maar al die kunstigheid is niet to!
gekunsteldheid geworden; zij heeft de frischheid,
den natuurlijken gang, de stuwing geen oogenblls
te loor doen gaan. Bovendien heeft de componiü
met de klankkleuren der hem ter beschikkin;
staande instrumenten gewoekerd, zoodat de eeiii
instrumentale vondst na de andere den hoorde:
verrrast. Dit is ook het geval in het Adagio en
in het Menuetto. In het hoofdthema van da-
Adagio treft een wending, die we op een overeen
komstige plaats in het Adagio van Bruckner
terugvinden; in het Trio van het Menuetto
vei-rassen ons de tallooze syncopen, die
den hoorder het spoor der maatverdeeling
haast doen vei'liezen. Doch Toon Verhey houdi,
al_ dirigeert hij zonder partituur, ook bij de inge
wikkeldste momenten de touwtjes vast bijeen, zoo-
dat het geheel duidelijk en doorzichtig blijft. We
hebben deze mooie Symphonie al meermalen onder
zijn leiding gehoord; de ingenomenheid met de
vertolking van Donderdagavond was niet mul
der groot dan die met vorige audities. Een apart
woord van lof komt aan de blazers van ons orkest
toe; hun spel en de onderlinge stemming hunner
instrumenten lieten niets te wenschen over. Hel
was dan ook begrijpelijk dat een uitbundige bij
val dirigent en orkest dankte voor het genoïeiie,
Na de pauze'beleefden we iets merkwaardigs: een
der cellisten van ons orkest trad als solist op
met een door hem zeiven gebouwde violoncel.
strumentbouwer en solist: de combinatie is we!
zeldzaam! De cello klonk goed; haar toon droeg
tot achter in de zaal. En Gebhart speelde waardigi
doorgaans zuiver en in het Adagio van het Con
certo, dat hij voordroeg ook met warmte. Dat
in de beide Allegro's alleen de technische kwali
teiten van het spel belangstelling konden wekken,
lag niet zoozeer aan hem als aan het stuk, dat
wegens zijn gezapigheid, zijn vele steeds maar
op dezelfde harmonische basis rustende herhalin
gen en zijn gebrek aan innerlijke ontwikkeling de
aandacht nauwelijks kan bezig houden. Het was
een der vier Celloconcerten van Luigi Boceherini
(17431805), een veelschrijver, van wien alleen
het Menuetto uit een zijner 125 Strijkkwintetten
beroemd, ja onsterfelijk geworden is. Boccheriin
was zelf een voortreffelijk cellist; men bemerkt
dat aan de virtuoze allure van de solopartijen
zijner Concerten. Maar veel muzikaal-belangrijks
heeft hij er niet in wetén te vertellen.
In muzikaal opzicht oneindig veel frisscher
klonken de „Zeven Roemeensche Volksdansen" van
den Hongaarschen componist Bela Bartok, waar
mee Verhey het concert besloot. Zeer sober ge
orkestreerd zijn deze korte stukken, maar toch
is de klankkleur rijk aan verscheidenheid
boeit zij niet minder dan de pikante harmoni
seering doet. Enkele solostemmen: een flauto pic
colo, een viool, traden even op den voorgrond; de
nu rustige, dan schertsende, dan elegische, dan uit-
.claten 'oon, zr.ng van de werkjes, ging eveneens
/an de leiding uit. Met veel belangstelling hebben
we er kennis mee gemaakt.
X. DE JONG,