Speet en Spet VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1940 HA'A'REEM'S DAGBEAD •"«ik jiiiii" ..mi. Honkbal Laatste kans voor H.H.C. Een gelijk spel tegen V.V.G.A. is voldoende. Het programma van deze week vermeldt o.a. de volgende wedstrijden: Zaterdag: le klasse: V.V.G.A. 1H.H.C. 1 (op het terrein van S.H.E.L.L.) 3e klasse: H.C.K. 2Celerïtas (op het terrein van Celeritas). Zondag: 2e klasse: T.H.B. 1Ajax 2 3e klasse: H.H.C. 3—R.C.T. 2 H.H.C. speelt Zaterdagmiddag haar laatsten wed strijd krijgt en daarmede haar laatste kans óm A.F.C. onder zich te laten. Als zij een gelijk spel weet te behalen is zij reeds gered. V.V.G.A. heeft echter beide punten noodig daar er weinig kans is dat zij ook op Blauw Wit een punt veroveren zal. Voor beide partijen hangt er dus veel van dezen wedstrijd af en naar onze meening zal dat negen tal winnen, dat de minste last van zenuwen heeft. Maar wie, dat zijn zal, is op 't oogenblik niet te zeggen. De voor Zondag genoemde wedstrijd H.H.C. 3 R.C.H, 2 is een strijd tusschen de beide afdeelings- kampioenen met als inzet het kampioenschap der Haarlemsche derde klasse. Deze wedstrijd vindt plaats op het terrein van H.H.C. en vangt aan om 2 u. 15. De wedstrijd T.H.B.Ajax 2 wordt Zondagmor gen om 10 uur gespeeld. Voetbal Voetbalwedstrijden zullen uiterlijk 2 uur beginnen. Het bestuur van den N.V.B. heeft in zijn op Za terdag 31 Augustus jl. gehouden vergadering be sloten artikel 5, sub 4, van het Reglement Compe titiewedstrijden, zoolang de verordeningen betref fende de verduistering van kracht blijven, buiten werking te stellen, hetgeen dus wil zeggen, dat het aanvangsuur voor alle wedstrijden wordt vastge steld op twee uur, zoo meldt de Sp.kr. De toestemming aan vereenigingen haar thuis wedstrijden met uitzondering van de wedstrijden te spelern in het tijdvak 15 November15 Januari, aan te vangen om half drie, wordt dus tot nader berioht niet verleend. Allen na ontvangst van een schriftelijk te ver zoek van beide vereenigingen, hetwelk in het bezit van het Bondsbureau moet zijn uiterlijk 4 dagen vóór den datum van den wedstrijd, waarvoor het verzoek geldt, zal het aanvangsuur latergesteld kunnen worden. WEDSTRIJDEN VAN DE TERRASVOGELS. S.V. Terrasvogels spelen Zondag eenige vriend schappelijke wedstrijden nl.: Bloemendaal-comb.Terrasvogels-comfo. 10 uur. Bloemendaal 4Terrasvogels 4 10 uur. Bloemendaal vet.Terrasvogels vet. 10 uur. Wielrijden Haarlemsche Wielrenclubs. De H.R.C. Excelsior hield Donderdagavond een trainingsrit voor A-, B- en C-klassers over een af stand van 37K.M. De juniores reden eveneens over een afstand van 37 1/2 K.M. De uitslag werd: 1 Ch. Schelfout, 2 E. Zekveld, 3 J. Walgien. Uitslag juniores: 1 B. Petter, 2 H. Walgien, 3 Evers. Waterpolo BESLISSINGSWEDSTRIJD WATERPOLODAG U. Z. C. De op 24 Augustus vastgestelde beslissingswed strijd van den waterpolodag van de U. Z. C. tus schen D. W. R. en H. P. C. is thans opnieuw vast gesteld en wel op Zaterdag 7 September te Utrecht. Cricket De eindgemiddelden van Haarlem. Batten B. Kleefstra P. de Lugt P. Kruyt A. Hartog H. Boeree O. Abendanon W. Peschar A. v. d. Bergh J. J. Voogd runs inn. n.o. h.s. aver, 174 11 0 75 15.82 70 110 40 14.- 0 37 12.22 91 12 4 28 11.38 75 12 2 33 7.50 54 10 2 17 6.75 73 12 1 21 6.64 43 8 1 11 6.14 35 11 1 21 3.50 Verder batten nog: H. Healey 56 5 0 24 11.20 J. de Boer 6 3 0 4 2. J. Elsinger 5 6 2 3 1.25 P. Goossens 15 1 0 15 15. A. Maas 13 5 1 5 3.25 P. de Ruig 19 2 0 16 8.50 P. Groeneveld 12 3 0 6 4. P. v. Tiggelen 13 2 0 10 6.50 Bowlen (minimum 20 overs). O. M. R. W. A. O. Abendanon 117 7/8 16 374 32 11.69 P. Groeneveld 22 4 78 4 19.50 A. v. d. Bergh 88 4/8 15 386 17 22.82 P. de Lugt 56 2/8 6 165 7 23.71 A. Maas 22 5 87 3 29.— W. Peschar 35 3 162 5 32,40 Verder bowlden: H. Boeree 17 0 161 5 32.20 J. J. Voogd 4 0 10 1 10.— J. Elsinger 6 2/8 0 44 4 11.— E. Kleefstra 2 0 6 0 P. de Ruig 10 2 44 3 14.67 A. Hartog 3 4/8 0 23 2 16.— P. van Tiggelen 1 0 4 0 In 11 innings waren er slechts 38 extra's, gemid deld dus 3.45 per innings. Vangen en stumpen: 10: J. J. Voogd (5 gevangen, 5 gestumped). 6: B. Kleefstra, W. Peschar. 5: O. Abendanon. 4: P. Groeneveld. 3: H. Healey, A. v. d. Bergh. 2: A. Hartog, W. Onkenhout, A. Maas, P. de Ruig. 1: J. de Boer, P. de Lugt, P. Goossens, J. Elsinger. Zwemmen Duaimeet van H. P. C. tegen U. Z. C. Als slot van het zomerseizoen zal H. P. C. op Zaterdag en Zondag a.s. naar Utrecht vertrekken om daar een dual-meet te houden tegen de Utrecht- sche Zwemclub. De dual-meet, die om 2 uur begint zal bestaan uit de 100 Meter borstcrawl heeren, de 100 Meter schoolslag heeren, de 3x50 Meter wisselslag estafette heeren, de 50 Meter rugslag jongens, de 100 Meter borstcrawl dames, de 100 Meter schoolslag dames, de 3x50 Meter wisselslagestafette dames, de 5x50 Meter borstcrawl estafette jongens en dames. Hier na zal het eerste heerenzevental van H'. P. C. dat van U. Z. C. ontmoeten. Om 7 uur des avonds wordt de terugweg weer aanvaard. Roeien 5-JARIG BESTAAN ROEIAFDEELING Z. V. V. ZAANDAM 5 September. Deze maand bestaat de roeiafdeeling van de Zaanlandsche Zeil Vereeni- ging 5 jaar. Ter gelegenheid van dit eerste lustrum zullen Zondag a.s. op de Voorzaan wedstrijden ge houden worden, waar groote belangstelling voor blijkt te bestaan, niet minder dan 15 vereenigingen hebben voor dit roeifestijn ingeschreven, in het hoofdnummer starten liefst tien ploegen. Ter voorkoming van de organisatorische moei lijkheden, gepaard gaande met een groot aantal deelnemers, zijn twee banen uitgelegd, waarop tegelijk geroeid zal kunnen worden. De eene baan is uitgelegd ten zuiden van de jachthaven, de andere ligt in noordelijke richting. Dat de geestdrift onder de leden van de jubilee- rende roeiafdeeling der Z. V. V. groot is, spreekt vanzelf. Steeds melden zich weer personen als lid aan. Jonge mensehen van den Zaankant, die het mooie van deze sport hebben kunnen gadeslaan en aanvoelen. Deze belangstelling van de zijde van het publiek, blijkt ook wel uit het toetreden van den burgemeester van Zaandam, mr. dr. J. in 't Veld, die reeds lang als actief lid van de roeiafdeeling deel uitmaakt. Wandelsport GROOTE LÏEFDADIGHEIDSMARSCHEN. Op Zaterdag 7 en Zondag 8 September worden te Haarlem, door de Wandelsportvereeniging „St. Boni- facius", de jaarlijksche liefdadigheidsmarschen ge houden. De start vindt plaats des Zaterdag om 3 u. en des Zondags om 12 uur vanaf café-restaurant Dreef- zicht. Tot op heden zijn .ruim 500 deelnemers(sters) in geschreven en, mocht het weer medewerken, dan zullen zeker de 700 bereikt worden. De Duitsche meeningen over de Nederlandsehe Jaarbeurs. De Deutsche Zeitung in den Niederlanden heef' een speciale bijlage aan de Nederlandsehe Jaar beurs gewijd, waarvoor de Duitsche Rijksministers Seysss Inquart en Funk een inleiding hebben ge schreven. De Rijkscommissaris prijst het besluit om de Jaarbeurs te laten doorgaan als een blijk van ver- heugende kracht tot daden, zoowel van Neder- landschen als van Duitschen kant. „Wij begroeten alles, wat geschikt is, om de samenwerking te verdiepen en de kennis van elkander te vergrooten. In dit opzicht heeft de Utrechtsche Jaarbeurs boven de engere oeconomische belangen uit een hoogere zending te vèrvullen". Dr. Seyss Inquart constateert, dat de vormen van een nieuw Europa zich reeds afteekenen. Deze groote ruimte te bedden in een verstandig geleide wereldhuishouding, moet in de komende weken en maanden het streven zijn van allen, die zich hun verantwoordelijkheid bewust zijn". Van verstrekkende beteekenis zijn de uiteenzet tingen van den president van de Duitsche Rijks bank, die schrijft: De historische omwentelingen van de laatste jaren hebben het begrip van een nieuw Europa "óp den voorgrond van het publieke bewustzijn ge schoven. Het inzicht in deze ontwikkeling be- teekent tevens de mobilisatie van nieuwe econo mische krachten. De belangstelling voor deze din. gen is brandend geworden. Men zou op alle con crete vragen gaarne concreet willen antwoorden; maar het moet een keer gezegd worden, dat de tijd daarvoor nog te vroeg is. Nog spreken de wapenen! Eén ding spreekt echter Van zelf: het nieuwe Europa wordt niet op dogmatische postu laten opgebouwd. Ontzaglijk veelzijdig zijn de opgaven, die opgelost moeten worden en die diep gaand overleg en onderzoek behoeven. Werk ge noeg voor politcus en oeconoom! Vast staat echter reeds het doel en vast staat ook het principieele in de kwestie van de .middelen. De verwezenlijking van dit doel zal definitief een einde maken aan het leegloopen en tegen elkaar ingaan van de Europeesche oeconomische krachten. Alle productieve krachten van de Euro peesche ruimte zullen tot ontwikkeling worden ge bracht, voorzoover zij noodzakelijk zijn om de veiligheid en den sociaal.oeconomischen opgang van deze ruimte te bereiken. Duitschland wenscht als sociaal hog ontwikkelde staat tusschen sociaal hoog ontwikkelde buurstaten te leven en onder dit parool verbinden zich de Duitsche belangen zonder verderen omhaal met de belangen van geheel Europa. Staatsrat Hebnuth Wohlthat schrijft over de geo-politieke positie van ons land aan de mondings delta van den Rijn en over de verbindingen met onze overzeesche gebiedsdeelen: „In de toekomst zal het Groot-Duitsche Rijk als achterland voor de ontwikkeling en uitvoer van De jaarlijksche geitenkeuring, uitgaande van den bond van geitenfokvereeni- gingen in Gelderland, is Donderdag te Culemborg gehouden. (Foto Pax Holland) SeptembermaandArtismaand Mooi weer en verlaagde toegangs prijzen nopen thans vele Amsterdammers tot een bezoek aan hun fraaien dierentuin. De apenrots trekt aller belangstelling (Foto Pax-Holland) de landbouw- en industrieele productie nog meer dan in vroegere perioden den doorslag geven. Het hooge prestatievermogen van de bodemcultuur en van de geheele landbouwproductie in Nederland zal met grootere uitvoermogelijkheden naar de Middel-Europeesche ruimte kunnen rekenen dan in het verleden* Le Nederlandsehe industrie zal voor zoover zij niet op kunstmatige grondslagen rust, goede mogelijkheden van bezigheid voor het verbruik in Midden-Europa vinden, dat in buiten- gewonen omvang kan worden opgevoerd. Deze gunstige vooruitzichten voor het Neder landsehe bedrijfsleven krijgen nog een bijzonder accent vanwege de verkeerspositie van zijn groote zeehavens ten aanzien van het systeem van dp Duitsche en Europeesche waterwegen. Duitsch land beschouwt den aanleg van het Rijn-Main- Donaukanaal als een van de voornaamste ver- keerspolitieke opgaven van het Rijk Een Euro peesche Rijn.Donauspil, welke de industriegebie den van Noord-West-Europa met de landbouw- staten van Zuid-Oost-Europa verbindt en welke door de uitbreiding van een Duitsch waterwegen net de zeehavens van Noord- en Oostzee met de Zwarte Zee in verbinding brengt, zal ook in bij zondere mate ten goede komen aan scheepvaart en handel van Nederland. In een groot-ruimtelijke politieke ordening van Europa zal ook een grootere veiligheid voor het geld- en kapitaalverkeer ge schapen worden, welke den oecortomischen onder nemingsgeest den weg zal openen tot de uitvoering van vele plannen die door de beletselen van de transfer in het verleden niet kon worden onder nomen. De nauwe verbinding, welke van oudsher ook op kapitaalgebied tusschen Nederland en Duitschland bestaan heeft, zal in de toekomst weer tot nut van beide deelen tot ontwikkeling kunnen worden gebracht". Ook dr. Hans Fischböck, de commissaris-gene raal voor financiën en oeconomie, schrijft eveneens dat de Utrechtsche Jaarbeurs, die niet een beperkte nationale onderneming, maar als internationale in richting wereldbekend is, een belangrijke schakel zijn kan bij de ontsluiting van een weg naar het achterland; zij kan en moet als wegwijzer den par ticulieren belanghebbenden prikkels en ideeën geven. De A. K. U. in 1939. Dividend 4 waarvan 2 °/o dadelijk betaalbaar. In het jaarverslag van de Algemeene Kunstzijde Unie zegt de directie o.a. het volgende: De afzet van kunstzijde, die in 1938 een ernstigen tegenslag had ondervonden, kon zich tegen het einde van dat jaar en in het begin van 1939 herstellen. Voor onze fabrieken in de Vereenigde Staten en in Engeland was dit een heugelijke ommekeer. Ook voor onze conjunctuurgevoelige Nederlandsehe be drijven, die voor zoo'n overwegend deel van hun productie op export zijn aangewezen, gold hetzelfde, Tegen het midden van 1939 werkten de fabrieken te Ede en Arnhem op volle kracht. Alles bij elkaar genomen gaf 1939 zoowel voor onze buitenlandsche als voor onze Nederlandsehe bedrijven reden tot tevredenheid. Dit neemt niet weg dat, zoolang aan den internationalen goederen^ ruil zooveel moeilijkheden in^den weg worden ge legd als in de laatste jaren en met name thans het geval is, de positie dezer laatste wisselvallig blijft,. Dat door de oorlogsverhoudingen de verbindingen' met onze buitenlandsche fabrieken zouden worden bemoeilijkt, was niet te ontgaan. Wij hebben dan ook daaruit de consequentie getrokken eener vol- Dank U welmijnheer door COR BANDT Szn. 3E baas zat, breeduit en zelfbewust, ach ter zija bureau. En het manneke stond er vóór. Het waren twee schrille tegenstel lingen, die beide menschen. De een forsch en breed en groot, de ander klein, smalletjes en met sluike haren. Het manneke wachtte gedul dig tot de groote baas wilde opkijken van zijn pa pieren. Hij wachtte in een bijna onderdanige houding, die echter steeds veranderde. Blijkbaar meende het ventje nog niet de juiste houding te hebben aangenomen tegenover zijn grooten baas. Beverig streken zijn handen door de sluike, spaarzame haren, zenuwachtig plukte hij hier en daar een denkbeeldig pluisje van zijn vaal-blauwe costuum, waarvan de pantalon bedenkelijk glom. Opeens keek de man achter het bureau op, wreef zich over het voorhoofd en legde bedachtzaam den bril op de papiermassa. Vragend keek Blioksum het manneke aan. „Ehikehwilde „Ja, dat begrijp ik!" viel de baas hem onge duldig in de rede. „Je wilt natuurlijk wat. Vertel op Het manneke verschoot van klem.', stotterde, slikte, praatteonhoorbaar. Geen verstaan baar geluid kwam uit zijn malenden mond. „Nou?" vroeg de baas. „Ik.... eh.... ja, U moet het mij maar niet kwalijk nemen, maar.eh". De baas stond op. plantte zijn vuisten in de zij en ging vlak voor het ventje staan: „Wat moet je van me?" bulderde hij. Het arme mannetje staarde naar zijn schoenen, niet in staat één duidelijk woord uit te brengen. Hij stamelde, stotterde, sputterde. ,Hoe heet je eigenlijk?" vroeg de directeur. „Van welke afdeeling ben je?" „Jansse met twee essen en zonder „n", mijn heer" mompelde het ventje schuchter, blij, dat hem iets gevraagd werd, dat niet direct verband hield met zijn verzoek. „En ik ben van de boekhoud-afdeeling, mijn heer." ,Zoo!" zei de baas en méér niet. Woör was het stil. Jansse transpireerde zichtbaar. „Ik wilde u een verzoek doen. mijnheer". ,Nou? Dóé 't dan", adviseerde de baas en er scheen een twinkeling in zijn staalgrijze oogen te willen komen, „Tja, ehmijn vrouwehzei me, dat ikeh.... u moest vragen...." „Maar wat is dat dan, kerel? Doe je mond toch open. Ik zal je niet opeten, ik ben geen kanni baal „Daar ben ik van overtuigd, mijnheer" haastte Jansse zich te zeggen. „Dat weet ik wel, mijn heer, maarik wilde graag vanmiddag vrij zijn Jansse zuchtte zoo diep als hij maar zuchten kon. Het was eruit. Hij had het gezegd. Het opkomende lachje op het gezicht van den baas was meteen verdwenen. Hij zag klaar blijkelijk niets amusants méér in den stotterenden Jansse. „Maar.stamelde de baas.nu op zijn beurt „Hoe kom je daar nu bij? Midden in het seizoen, terwijl ieder zich half gek werkt, terwijl elk moment van den dag moet- worden uit gebuit omdat we anders achterop ra kenin dezen tijd van concurrentie man, ik begrijp niet, hoe je het durft te vra gen „Begrijp ik ook niet, mijnheer, begrijp ik ook niet" verzekerde Jansse zijn werkgever haastig. „Ik weet wel dat het druk is, ik zie ook wel in, dat u mijn verzoek niet kunt inwilligen, maar ik móést het vragen! Het is zéér dringend, ziet u." „Hm", meende de baas te moeten grommen. „En wat is dat dan wel?" „Ach, eigenlijk niets bijzonders, mijnheer „Wat?" De directeur begon weer te schreeu wen. „Neem je me nu in de maling of hoe is het? Eerst zeg je, dat het dringend is en dan be weer je dat het onbelangrijk is. Wat wil je nou eigenlijk, man?" „Kijk, mijnheer", zei Jansse en hij schuifelde zenuwachtig met zijn voeten. „Mijn vrouw heeft me gezegd, dat ik u moest vragen of ik vanmid dag vrij mocht hebben. Ze moet wat bood schapjes doen en zij vindt het zoo naar om die op den drukken Zaterdagmiddag te doen, ziet u?" De baas liep rood op, brieschte en bulderde tenslotte, naar lucht snakkend: „Ben je me dit en me dat, kerel? Boodschapjes doen? En daarvoor een vrijen middag vragen. Waar haal je de brutaliteit vandaan? Is het in je bol gesla gen? Betaal ik je daarvoor? om je vrije midda gen te geven om boodschapjes te doen? Ik moest je eigenlijk meteen de laan uitsturen, weet je dat? 't Is omdat ik medelijden met je heb, kerel". „Dusmijnheer, krijg ik niet vrij?" „Nee, nou nog mooier. Je kunt vrij krijgen, ja ie kunt vanmiddag boodschapjes doen en nog een paar maanden daarna ook, als je daar zin in hebt. En dan kan je nog twee maanden salaris meenemen. Maar kom dan niet meer onder m'n oogen.... heb je dat soms liever?" „Nee, meneer ik vraag al niet eens meer. Heusch nietdusik krijg niet vrij?" .D'ruit, D'ruit! Je krijgt geen vrij, brutale hond, dat je bent!" Jansse retireerde. Doodsbleek trok hij de deur achter zich dicht. Hij liet een van woede trillende directeur achter. Dien bewusten middag. Er werd geklopt. De personeelchef kwam binnen, „Ik wilde u even spreken over de door u jaarlijks uitgeloofde pre mie van vijfhonderd gulden, mijnheer" begon de personeelchef Jacobs voorzichtig. „Goed, maar maak het kort." „Juist, mijnheer" stemde Jacobs haastig toe. „Er zijn dit jaar twee menschen die zich zéér onderscheiden hebben, mijnheer Blicksum. Eigenlijk verdienen ze beiden de premie van vijf honderd gulden. De één heeft door een nieuw systeem vijftienduizend gulden bespaard en de ander heeft twintigduizend gulden voor de zaak verdiend." „Zóó" zeide directeur nadenkend. „Dan heeft de man die de twintig mille voor de zaak heeft verdiend méér recht op die premie dan hij die dat andere bedrag bespaard heeft, vindt u zélf ook niet?" „Precies mijn meening. Duszullen we de vijfhonderd gulden dus maar aan Jansse toewij zen?" „Wat?" brulde de directeur „Jansse? Met twee éssen en zónder „N"? Die kerel? Van de boek houd-afdeeling?" ,Dat is 'm, mijnheer" bevestigde de personeel chef. „Nooit, nooit. Geef de premie aan den ander, Hoe heet die bespaarder?" „Preciesmans". „Geef de premie aan Preciesmans, die man heeft het ten volle verdiend". „Goed, mijnheer" mompelde Jacobs en hij kon zijn verwondering amper verbergen. Nóg is het een raadsel waarom Jansse die pre mie niet kreeg. Die had toch 20.000 gulden ver diend, terwijl Preciesmans alleen maar een klei ner bedrag had bespaard.En ook Jansse snapt het nog niet, want hij zei 's avonds nog tegen zijn vrouw „Snap jij er iets van, Marie? Preciesmans werd des ochtends nog door den baas zijn huid volgescholden omdat hij een vrijen middag vroeg. de baas schijnt mij niet te mógen en tk heb hem toch nog nooit in den drukken Hid om een vrijen middag gevraagd (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehou den.). ledige bestuursscheiding tusschen de A. K. U. es de Vereinigte Glanzstofffabriken A. G., de I. p Bemberg Aktiengesellsehaft, de Boehmische Glanz- stoff-Fabrik en de Erste Oesterreichische Glanz- stoff-Fabrik A. G., St. Poelten. Alle bestuursfuncties in genoemde vennootschap, pen zijn door onze Nederlandsehe bestuurden neergelegd. Tegelijkertijd hebben alle niet-Neder- landsche bestuursleden in onze onderneming het zelfde gedaan, zoodat thans directie en raad v commissarissen uitsluitend door Nederlanders z bezet. Zooals wij in vorige jaarverslagen mededeelden, konden de Nederlandsehe fabrieken slechts trach ten, hun producten zoo goed mogelijk op peil t! houden door een onafgebroken streven, een veris, ging van den kostprijs te doen samengaan met ca verbetering van de qualiteit. Bij eiken conjunctuur- opgang, zooals in 1937 en 1939, bleek uit de snelle verbetering van de financieele resultaten, dat wj inderdaad in die richting veel bereikt hebben. Tot aan het eind van het verslagjaar gelukte he; de velerlei moeilijkheden te boven te komen. De winst- en verliesrekening per 31 December 1939 wijst een saldo winst aan van f 9.559.429,21, (ongeveer twee keer de winst over het vorig jaar), Voorgesteld wordt, dit winstsaldo als volgt verdeelen: Prioriteitsaandeelèn 6 pet: f 2.880; Cum. pref. aan- deelen 6 pet: f 107.790; Gewone aandeelen 4 pci, met dien verstande, dat van dit dividend 2 pet. direct betaalbaar gesteld zal worden en de rest eerst op- vorderbaar zal zijn, wanneer en naarmate he; hetzij ineens, hetzij in gedeelten, door den Raad va» Commissarissen zal zijn betaalbaar gesteld; f3.328.620. Overboeking op nieuwe rekening: 6.120.139.2L Haarlemsche Orkestvereenigi ;ing, Toen de bijna 60-jarige Haydn in Juli 1791 de reis naar Oxford ondernam, om in een plech tige promotie het eere-doctoraat te aanvaarden, dat de aldaar gevestigde universiteit hem ver- leered had, nam hij in zijn koffer de partituur eener drie jaar vroeger voor Parijs geschreven Symphonie mee, die in de plaats trad voor d> oorspronkelijk voor de plechtigheid bestemde com positie. Sindsdien heeft die Symphonie den naani „Oxford"-S. gekregen. Haydn zelf schijnt haai bijzonder hoog te hebben gesteld. Daar was dan ook wel reden toe. Want zij draagt de kenmerken van Haydn's nieuwen, laatsten stijl: zorgvuldige, tot de uiterste consequenties doorgevoerde themati sche bewerking en daardoor verkregen volkomen organische eenheid, in zóó hooge mate dat geen zijner nog later geschreven z.g. Londensch» Symphonieën haar in dit opzicht overtreffen kon In het Allegro spirituoso en in het Presto hei eerste en het laatste hoofddeel dus zijn de hoofdthema's of fragmenten daarvan haast me; van de lucht. In kunstige combinaties treden zij nu in deze, dan in gene ligging of instrumenten, groep op, soms in canonische samentrekkingen, die den hoorder haast verbijsteren. Mozart heef; daar ook wel leering uit getrokken, wat iede: gemakkelijk zal inzien, die de dodrwerking van hel eerste hoofddeel van Haydn's Symphonie verge lijkt met die van Mozart's „Don Giovanni"- Ouverture. Maar al die kunstigheid is niet to! gekunsteldheid geworden; zij heeft de frischheid, den natuurlijken gang, de stuwing geen oogenblls te loor doen gaan. Bovendien heeft de componiü met de klankkleuren der hem ter beschikkin; staande instrumenten gewoekerd, zoodat de eeiii instrumentale vondst na de andere den hoorde: verrrast. Dit is ook het geval in het Adagio en in het Menuetto. In het hoofdthema van da- Adagio treft een wending, die we op een overeen komstige plaats in het Adagio van Bruckner terugvinden; in het Trio van het Menuetto vei-rassen ons de tallooze syncopen, die den hoorder het spoor der maatverdeeling haast doen vei'liezen. Doch Toon Verhey houdi, al_ dirigeert hij zonder partituur, ook bij de inge wikkeldste momenten de touwtjes vast bijeen, zoo- dat het geheel duidelijk en doorzichtig blijft. We hebben deze mooie Symphonie al meermalen onder zijn leiding gehoord; de ingenomenheid met de vertolking van Donderdagavond was niet mul der groot dan die met vorige audities. Een apart woord van lof komt aan de blazers van ons orkest toe; hun spel en de onderlinge stemming hunner instrumenten lieten niets te wenschen over. Hel was dan ook begrijpelijk dat een uitbundige bij val dirigent en orkest dankte voor het genoïeiie, Na de pauze'beleefden we iets merkwaardigs: een der cellisten van ons orkest trad als solist op met een door hem zeiven gebouwde violoncel. strumentbouwer en solist: de combinatie is we! zeldzaam! De cello klonk goed; haar toon droeg tot achter in de zaal. En Gebhart speelde waardigi doorgaans zuiver en in het Adagio van het Con certo, dat hij voordroeg ook met warmte. Dat in de beide Allegro's alleen de technische kwali teiten van het spel belangstelling konden wekken, lag niet zoozeer aan hem als aan het stuk, dat wegens zijn gezapigheid, zijn vele steeds maar op dezelfde harmonische basis rustende herhalin gen en zijn gebrek aan innerlijke ontwikkeling de aandacht nauwelijks kan bezig houden. Het was een der vier Celloconcerten van Luigi Boceherini (17431805), een veelschrijver, van wien alleen het Menuetto uit een zijner 125 Strijkkwintetten beroemd, ja onsterfelijk geworden is. Boccheriin was zelf een voortreffelijk cellist; men bemerkt dat aan de virtuoze allure van de solopartijen zijner Concerten. Maar veel muzikaal-belangrijks heeft hij er niet in wetén te vertellen. In muzikaal opzicht oneindig veel frisscher klonken de „Zeven Roemeensche Volksdansen" van den Hongaarschen componist Bela Bartok, waar mee Verhey het concert besloot. Zeer sober ge orkestreerd zijn deze korte stukken, maar toch is de klankkleur rijk aan verscheidenheid boeit zij niet minder dan de pikante harmoni seering doet. Enkele solostemmen: een flauto pic colo, een viool, traden even op den voorgrond; de nu rustige, dan schertsende, dan elegische, dan uit- .claten 'oon, zr.ng van de werkjes, ging eveneens /an de leiding uit. Met veel belangstelling hebben we er kennis mee gemaakt. X. DE JONG,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1940 | | pagina 10